Inspectierapport Klikkelstein Kinderopvang (KDV) Grootschoterweg 10 6021KC BUDEL Registratienummer 790975270
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Brabant-Zuidoost Cranendonck 29-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 03-08-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Ouderrecht .................................................................................................................... 10 Inspectie-items .................................................................................................................. 11 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 14 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 14 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 15
2 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het onderzoek richt zich op de domeinen Pedagogisch klimaat, Personeel en groepen, Veiligheid en gezondheid en Ouderrecht.
Beschouwing Klikkelstein kinderopvang is gestart in 1991 en is uitgegroeid tot een professionele organisatie met zowel dagopvang als buitenschoolse opvang. Vanaf september 2008 is Klikkelstein kinderopvang gehuisvest in het Harry Derckx Sportcomplex (nieuwbouw). In dit gebouw bevindt zich ook de turnhal/ sporthal en aangrenzend ligt het zwembad. Het kindercentrum is ingedeeld in een vleugel voor het kinderdagverblijf (KDV) en een vleugel voor de buitenschoolse opvang (BSO). De dagopvang bestaat uit 5 groepen en de BSO heeft 5 groepen. Elke groepsruimte heeft sanitaire voorzieningen met twee toiletjes en een verschooncommode. Daarnaast is in alle groepsruimten een keukentje aanwezig. Alle groepsruimtes hebben een onderlinge verbinding door middel van dubbele deuren en hebben rechtstreeks toegang tot de buitenspeelruimte. Het gebouw heeft een mechanisch ventilatiesysteem en vloerverwarming. Alle slaapkamers zijn inpandig zonder direct daglichttoetreding en natuurlijke ventilatie. In de slaapkamers wordt de temperatuur en de luchtvochtigheid gemeten. Jaarlijks wordt het CO²gehalte gemeten door een firma voor installatietechniek. Inspectiegeschiedenis Vanaf 2003 is het kindercentrum door de GGD bezocht. Tijdens de inspecties van 17 februari 2011 en 18 oktober 2012 werd voldaan aan de getoetste kernelementen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Reguliere inspectie 10 december 2013 Tijdens deze inspectie werd niet voldaan aan de voorwaarden Veiligheid en gezondheid (de risicoinventarisatie veiligheid niet compleet is). Er heeft Overleg en overreding plaatsgevonden waarbij de houder een aanvulling op de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid heeft gemaakt. De GGD heeft de gemeente toen geadviseerd op dit item niet te handhaven. De gemeente heeft in een brief van 3 januari 2014 aan de houder laten weten dit advies op te volgen. Reguliere inspectie op 2 juni 2014 Tijdens deze inspectie is geconstateerd dat de getoetste items voldeden aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Huidige inspectie 29 juni 2015 Tijdens de huidige inspectie heeft er een observatie plaatsgevonden op twee peutergroepen, een verticale groep en twee babygroepen (samengevoegd). De toezichthouder is tijdens het bezoek goed geïnformeerd door de aanwezige beroepskrachten. Tevens heeft er een gesprek plaats gevonden met de houder en zijn enkele documenten op locatie ingezien. Conclusie Tijdens het huidige inspectiebezoek is geconstateerd dat het kindercentrum voldoet aan de getoetste items van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. In het inspectierapport staat een aandachtspunt voor de houder beschreven, waarop een verbetertraject uitgezet kan worden.
3 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het "pedagogisch klimaat". Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4 –12 jaar'. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Elk onderdeel eindigt met een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek heeft een observatie plaatsgevonden op maandagochtend 29 juni 2015 in de groepen Binkies en Klikkels (2-4 jaar), Bikkels (0-4 jaar) en Dinkies/Twinkels (0-2 jaar, samengevoegd). Emotionele veiligheid 'Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen'. Bron: Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0 – 4 jaar Veldinstrument: ‘De beroepskrachten communiceren met de kinderen’ ‘Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep’ Observatie: Tijdens de binnenkomst van de ouders en de kinderen worden zowel kind als ouder individueel begroet, op een persoonlijke manier. Tijdens de ontvangst werden de ouders door de beroepskracht te woord gestaan en werd er gesproken over de kinderen, bijzonderheden, gebeurtenissen en andere relevante zaken. Ook de kinderen werden persoonlijk verwelkomd door de beroepskracht. De beroepskracht voerde tevens gesprekjes met de kinderen (op ooghoogte kind), vroeg belangstellend naar broertjes/zusjes en activiteiten die afgelopen weekend hadden plaatsgevonden. Verder was zichtbaar dat de beroepskrachten persoonlijke bijzonderheden, karakter en achtergronden van de kinderen kennen. Er was veel interactie tussen de beroepskrachten en de kinderen: van kleine (individuele) gesprekjes tot het benoemen en bespreken van de (spel)activiteiten. In het contact met het kind werd deze kennis gebruikt. Beroepskracht: ‘(naam kind), jij was gisteren ook bij de kermis; ‘Was het gezellig?’ Tijdens het afscheid met de ouder begon een kind te huilen. De beroepskracht loopt naar het kind toe en praat op sussende toon. Het kind reageerde daar afwijzend op. De beroepskracht wist dit te verklaren. De beroepskracht gaf aan: ‘Dit kind wil graag alleen zijn bij het uitzwaaien en wil dan niet getroost worden.’
4 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
In de groepen Dinkies en Twinkels (0-2 jaar) weten de beroepskrachten hoe ze aan kunnen sluiten op het bioritme en afspraken voor individuele kinderen. Ieder kind heeft een schriftje waar de beroepskrachten bijzonderheden en gebeurtenissen van die dag noteren. De ouders nemen het schriftje na de opvang mee naar huis en schrijven zelf ook eventuele bijzonderheden/ gebeurtenissen van thuis op, zodat de beroepskrachten hier tijdens de opvang rekening mee kunnen houden en aan kunnen sluiten op eventuele afspraken en/of hun bioritme. Tijdens de observatie heerste een aangename en ontspannen sfeer op alle groepen. De kinderen speelden volop, bewogen zich vrij door de ruimte en voelden zich zichtbaar op hun gemak. Conclusie In het kindercentrum wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Persoonlijke competentie 'Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op de omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht'. Bron: Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0 – 4 jaar Veldinstrument: 'De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen’ 'Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting’ Observatie: Tijdens de (spel)activiteiten werden leermomenten volop benut door de beroepskrachten. Bij de jongere kinderen wordt zindelijkheidstraining aangemoedigd door complimenten van de beroepskracht: ‘(naam kind), dat is knap van jou: al op het potje!’ Ook kreeg het kind een sticker. Na verschoonmomenten laten beroepskrachten, onder begeleiding, de kinderen zelf van het trapje van de commode lopen (autonomie). Tijdens het fruit/drinkmoment werd het fruit benoemd en getoond tijdens het zingen van liedjes en de kinderen gevraagd naar de kleuren van de bekers. Na het drinkmoment werd er door de beroepskracht geanimeerd voorgelezen uit de boeken ‘Dikkie Dik’ en ‘Bo en Babs in de Zon’. Tijdens het voorlezen stelde de beroepskracht de kinderen allerlei vragen met betrekking tot het verhaal, liet de kinderen raden en toonde de illustraties van het boek. De kinderen luisterden aandachtig, maakten af en toe opmerkingen en waren zichtbaar geboeid. In verband met het thema ‘Zomer’ werd tijdens het kringmoment een bak met allerlei strandattributen op de centrale tafel gezet. Met behulp van de handpop ‘Raai de Kraai’ (VVE Peuterplein) begon de beroepskracht een fantasiespel met als thema: ‘Op vakantie bij de zee’. Ook waren diverse knutselwerkjes (ijsjes) van de kinderen in de groepsruimte zichtbaar en was de ruimte voorzien van een ‘strandtafel’ met wit zand en schelpjes, ter decoratie. Conclusie In het kindercentrum wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie 'De interacties met leeftijdgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leeromgeving voor het opdoen van sociale kennis en vaardigheden. Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen'. Bron: Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0 – 4 jaar Veldinstrument: ‘De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie’ Observatie: 5 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
De beroepskrachten begeleiden de interacties tussen de kinderen. Zij helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met leeftijds-/groepsgenootjes te ontwikkelen. Tijdens een conflictje tussen twee jongere kinderen bemiddelde de beroepskracht terwijl ze op ooghoogte van de kinderen was: ‘(Naam kind), we gaan niet duwen hoor’. En daarna: ‘Ja, aaien en knuffelen’. Bij een ander conflictje zag de beroepskracht dat een kind een mandje op het hoofd van een ander kind wilde zetten waarop het ander kind afwerend reageerde en begon te huilen. Beroepskracht: ‘(Naam kind), kijk eens!’ ‘(Naam ander kind) vindt dat niet leuk!’ en tegen het andere kind: ‘Dan zeg je gewoon tegen (Naam kind): ‘Niet doen’. ‘Je zegt dat je dat niet wilt’. Conclusie In het kindercentrum wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd. Overdracht van waarden en normen 'Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie'. Bron: Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0 – 4 jaar Veldinstrument: ‘Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn’ ‘Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast’ Observatie: De beroepskrachten hanteren vaste rituelen en bekende afspraken. Dit gebeurt onder andere door gezamenlijk liedjes zingen. Voor het begin of bij het beëindigen van een (spel)activiteit worden gezamenlijk vaste, voor de kinderen bekende liedjes gezongen waardoor de kinderen weten dat er bijvoorbeeld opgeruimd dient te worden (‘opruimlied’) en welke activiteit er gaat komen, zoals het kringmoment of het buiten spelen. Verder maakt men actief gebruik van dagritmekaarten waarbij de activiteiten van die ochtend op volgorde worden besproken. Afspraken en regels zijn aanwezig en worden toegepast. De beroepskrachten kennen deze regels, afspraken en omgangsvormen en geven zelf het goede voorbeeld. Enkele voorbeelden: De kinderen wassen hun handen na elk toiletbezoek; De kinderen mogen niet op de stoeltjes staan en worden door de beroepskracht gecorrigeerd wanneer ze dat doen; In de zomer en of bij zonnige/warme dagen: kinderen worden goed ingesmeerd met zonnebrandcrème voordat ze buiten gaan spelen; Na afloop van een (spel)activiteit wordt er gezamenlijk opgeruimd door zowel de kinderen als de beroepskrachten. Conclusie In het kindercentrum worden de waarden en normen voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. M. Martens) Interview anderen (beroepskrachten/stagiaires) Observaties (maandag 29-06-2015, 7.30 - 12.00 uur)
6 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
Personeel en groepen Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio wordt gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de VOG's, die in het kader van de continue screening zijn aangevraagd, ingezien van een invalkracht en een stagiaire. Het screeningsprofiel was 84 en 86. De VOG's van de overige medewerkers, de houder en leidinggevende zijn tijdens een vorige inspectie beoordeeld. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in de onderstaande vijf dagopvang groepen. Structurele samenvoegingen: De groepen Dinkies en Twinkels: samengevoegd op maandag, dinsdag en woensdag De groepen Binkies en Klikkels: samengevoegd op woensdag De groepen Bikkels en Twinkels: samengevoegd op vrijdag Groep De Dinkies De Twinkels De Bikkels De Klikkels De Binkies
Maximaal aantal kinderen 16 16 16 16 16
Leeftijd kinderen 0 tot 2 jaar 0 tot 2 jaar 0 tot 4 jaar 2 tot 4 jaar 2 tot 4 jaar
Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van week 24/2015 en de observatie op 29 juni 2015 blijkt dat er voldoende beroepskrachten ingezet worden. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (ontvangen 23-06-2015) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. M. Martens) Interview anderen (beroepskrachten/stagiaires) Observaties (maandag 29-06-2015, 7.30 - 12.00 uur) Verklaringen omtrent het gedrag (1 beroepskracht (invalkracht)/1 stagiaire) Presentielijsten (week 24: 5 groepen) Personeelsrooster (week 24: 5 groepen)
7 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
Veiligheid en gezondheid Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Veiligheid en gezondheid". Binnen dit domein is de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken of de houder jaarlijks een risico-inventarisatie afneemt en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met het beleid veiligheid en gezondheid. Daarnaast wordt binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis bij de beroepskrachten over de inhoud van de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn uitgevoerd op 18 december 2014 door een beroepskracht/assistent leidinggevende dagopvang. Klikkelstein maakt gebruik gemaakt van de digitale Risicomonitor Kinderopvang. Alle, voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte, zijn meegenomen in de inventarisaties. Aandachtspunt veilig slapen Tijdens de inspectie is gezien dat een baby van 3 maanden tijdens de opvang op de groep in een kinderwagen slaapt. De beroepskrachten en de houder geven aan dat het een overgangsperiode betreft omdat het kind niet in bed wil/kan slapen. Met toestemming van de ouder(s) wordt het kind (tijdelijk) in de kinderwagen te slapen gelegd waarbij de kinderwagen altijd op de groep staat. Een kinderwagenbak met dichte wanden is binnenshuis af te raden voor langere slaapperioden en niet geschikt als vaste slaapplaats (bron: Nederlands Centrum Jeugdgezondheid). Een kinderwagen is geen veilige slaapplek voor een baby en geeft een verhoogd risico op wiegendood door: te weinig (zijdelingse) ventilatie warmte-stuwing Daarnaast dienen kinderen tot anderhalf jaar te slapen in een afzonderlijke slaapruimte zodat ze rustig kunnen slapen zonder prikkels van buitenaf. De risico’s zijn besproken met de beroepskrachten en de houder. Omdat dit het enige was dat tijdens de inspectie is opgevallen, wordt dit nu als een incident beschouwd. Tijdens de hoor en wederhoor heeft de houder aangegeven dat de betreffende baby inmiddels (twee weken na het inspectiebezoek) in de slaapkamer, in een vast kinderledikant slaapt. Tevens gaf de houder aan dat het betreffende aandachtspunt uitgebreid besproken is binnen het team. Meldcode kindermishandeling De houder hanteert de landelijke meldcode van de Brancheorganisatie Kinderopvang (versie juli 2013) en heeft de aanpassingen naar de eigen organisatie hierin doorgevoerd. De aandachtsfunctionaris is de manager van het kindcentrum. Tevens wordt het Centrum voor Jeugd en Gezin en het consultatiebureau geraadpleegd. In oktober 2015 vinden er zes bijeenkomsten voor de beroepskrachten plaats met betrekking tot taal- en interactievaardigheden. Ook wordt de meldcode kindermishandeling regelmatig behandeld tijdens het teamoverleg (bij wijzigingen/opfrissen van kennis). Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (ontvangen 23-06-2015) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. M. Martens) 8 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
Interview anderen (beroepskrachten/stagiaires) Observaties (maandag 29-06-2015, 7.30 - 12.00 uur) Risico-inventarisatie veiligheid (18-12-2014) Risico-inventarisatie gezondheid (18-12-2014) Actieplan veiligheid (18-12-2014/31-01-2015) Actieplan gezondheid (18-12-2014/31-01-2015) Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013)
9 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
Ouderrecht Inleiding Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Ouderrecht". Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie bestaande uit vier leden. Het afgelopen jaar zijn er adviesaanvragen bij de oudercommissie ingediend (schriftelijk) met betrekking tot de volgende onderwerpen: prijzen en modaliteiten 2015 Wijziging regeling kwaliteit pedagogisch beleidsplan Wijziging groepssamenstelling peutergroepen Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (ontvangen 23-06-2015) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. M. Martens) Notulen oudercommissie (maart 2015)
10 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
13 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Klikkelstein Kinderopvang http://www.klikkelstein.nl 112 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Klikkelstein Kinderopvang Grootschoterweg 10 6021KC BUDEL www.klikkelstein.nl 17160815
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Mirjam van den Brand Angela Driessen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Cranendonck : Postbus 2090 : 6020AB BUDEL
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
29-06-2015 21-07-2015 Niet van toepassing 03-08-2015 04-08-2015 04-08-2015
: 24-08-2015
14 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
15 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 29-06-2015 Klikkelstein Kinderopvang te BUDEL