Inspectierapport Kinderopvang Alles Kids (KDV) Annastraat BK OSPEL Registratienummer

Inspectierapport

Kinderopvang Alles Kids (KDV) Annastraat 69 6035BK OSPEL Registratienummer 226509618

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Limburg-Noord NEDERWEERT 24-11-2014 Regulier onderzoek Definitief 12-12-2014

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................5 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................8 Inspectie-items................................................................................................................9 Gegevens voorziening..................................................................................................... 11 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 12

2 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 24-11-2014 Kinderopvang Alles Kids te OSPEL

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf Alles Kids is onderdeel van een particuliere kinderopvangorganisatie Kinderopvang Alles Kids. De organisatie, die in november 2014, 10 jaar bestaat, exploiteert naast het kinderdagverblijf een BSO. Tot voor kort waren de BSO en het kinderdagverblijf elders gehuisvest. Op de huidige locatie exploiteerde de houder ‘het peuterprogramma’ (voormalige peuterspeelzaal). Kinderdagverblijf Alles Kids is in oktober 2014 verhuisd van het pand aan de Waatskamp, naar de huidige locatie. Het kindercentrum maakt gebruik van een deel van het buurtcentrum de Haazehoof in het centrum van Ospel. Op het kinderdagverblijf is er naast een verticale groep (groep Mini Kids) een groep waar men een peuterprogramma aanbiedt (de Happy Kids). In deze laatste groep worden kinderen in de leeftijd van 2 tot 5 opgevangen. De groep wordt bezocht door kinderen die alleen voor het peuterwerk komen (en dus ‘korte dagdelen’ aanwezig zin) en de 3-jarigen die gebruik maken van de dagopvang. Op de donderdagen zijn op deze groep namelijk naast de peuters enkele BSO kinderen (4 –jarigen) aanwezig. Op het kinderdagverblijf werkt men met het activiteitenprogramma Uk & Puk. Dit is een programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). De programma´s hebben een ontwikkelingsgerichte aanpak. Naast een nadruk op taalvaardigheid wordt ook gewerkt aan het stimuleren van een brede ontwikkeling van jonge kinderen. Het kinderdagverblijf is met 32 kindplaatsen in het Landelijk Register Kinderopvang opgenomen. De inspectie heeft op maandag 24 november plaatsgevonden. Tijdens de observatie op de beide groepen, die rond het middaguur heeft plaatsgevonden, waren er 7 kinderen op de verticale groep en 14 kinderen op de peutergroep aanwezig. Op beide groepen werken 2 pedagogisch medewerkers. Op grond van de met de pedagogisch medewerkers gevoerde gesprekken is de indruk ontstaan dat men het beleid kent en op een juiste wijze in de praktijk weet te brengen. Inspectiegeschiedenis: OP 27-11-2012 heeft er een laatste regulier onderzoek plaatsgevonden. Het kinderdagverblijf was destijds nog gehuisvest aan de Waatskamp. Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat de houder heeft verzuimd het inspectierapport op de website te plaatsen. Aan alle overige getoetste items is voldaan. Voortgang: De huidige inspectie betreft een onaangekondigd bezoek waarbij de pedagogische praktijk en een aantal items met betrekking tot de inzet van personeel en de opvang in groepen is beoordeeld. Ook is het domein Voor- en vroegschoolse opvang in het onderzoek meegenomen. Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat niet alle getoetste inspectie items voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op één punt is er niet voldaan aan voorschriften. Tijdens het onderzoek is naar voren gekomen dat één van de pedagogisch medewerkers die op de woensdag op peutergroep werkt, geen VVEcertificaat heeft. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.



Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk De observatie op de verticale groep heeft rond het eten plaatsgevonden. Op de peutergroep is er geobserveerd tijdens een knutselactiviteit. Op beide groepen was de sfeer bijzonder ontspannen. Emotionele veiligheid: Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. De kinderen van de verticale groep zitten bij aankomst van de toezichthouder aan tafel. Er heerst een rustige sfeer. De kinderen zijn goed gemutst en op hun gemak. Dat blijkt onder meer uit het feit dat ze actief deelnemen aan de gevoerde gesprekjes. De stemming kan als vrolijk worden getypeerd. Bij aankomst van de toezichthouder op de peutergroep wordt er volop geknutseld. Dit doet men in twee groepjes van 6. Er worden (in het kader van het naderende sinterklaasfeest) pietendiploma’s gemaakt en mijters geknutseld. Een van de kinderen die op dat moment niet deelneemt aan de activiteit is verkleed als Sinterklaas. De kinderen zijn zichtbaar in hun element. De met de kinderen gevoerde gesprekken verlopen op een vriendelijke toon. De pedagogisch medewerkers dragen zorg voor oogcontact en de kinderen worden consequent met hun naam aangesproken. De gesprekken zijn persoonlijk van aard. Er wordt onder meer gesproken over hetgeen de kinderen thuis doen. Op de peutergroep reageren de pedagogisch medewerkers op kleine signalen van de kinderen. Aan een kindje dat niet helemaal fit lijkt, vraagt de pedagogisch medewerker het volgende: "Ben je moe? Heb je niet zo goed geslapen?" Door op vaste momenten (signaal)liedjes te zingen (als men gaat opruimen bijvoorbeeld) markeert men vaste momenten gedurende de dag. Dit biedt de kinderen houvast. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. Er wordt met regelmaat waardering voor de kinderen uitgesproken. Door het geven van complimentjes wordt het positief zelfbeeld versterkt. Als een kindje weet te benoemen dat lege flessen in de glasbak horen, krijgt hij daarvoor een pluim. Dat geldt ook voor de kinderen, die bijvoorbeeld de kleuren goed weten te benoemen. 5 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 24-11-2014 Kinderopvang Alles Kids te OSPEL

Wanneer een kindje niet direct kan kiezen wat hij op zijn brood wil, gunt men hem alle tijd om hier nog even over na te denken. Op het moment dat een kindje om een tweede boterham vraagt, legt de pedagogisch medewerker haar uit dat ze nog even met het brood van een groepsgenootje bezig is. Ze laat weten dat, zodra ze klaar is, zij aan de beurt is. Door enthousiast te reageren op het door één van de kinderen gemaakte pietendiploma (‘Sjiek wat je hebt gemaakt!’), stimuleert men de kinderen om hun best te doen. Kinderen die het lastig vinden om stukjes papier op een mijter te plakken, worden hier geduldig in begeleid. Alledaagse momenten worden aangegrepen om te leren. Als men aan tafel zit vraagt de pedagogisch medewerker de kinderen om bijvoorbeeld het broodbeleg (de stroop) te benoemen. De zelfstandigheid van de kinderen wordt gestimuleerd door de kinderen kleine opdrachtjes (zoals het opruimen van de tekening) te geven. Door de inrichting van de groepsruimtes is er een gevarieerd spelaanbod. In de groepsruimtes zijn een aantal speelhoeken ingericht. Het spelmateriaal heeft een educatief karakter. Zo speelde één van de kinderen het spel ‘piccolo rondo’. Een spel waarbij afbeeldingen en kleuren aan elkaar gekoppeld moeten worden. Door met thema’s te werken kunnen begrippen worden geconcretiseerd met allerlei activiteiten zoals liedjes, versjes en ‘knutselwerkjes’. Men draagt er zorg voor dat kinderen spelenderwijs bekend raken met begrippen. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. De beroepskracht moedigt interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes actief aan. Dit doet men onder meer door in kleine groepjes met de kinderen te knutselen. Wanneer de oudere kinderen in de gang spelen, vraagt de pedagogisch medewerker van de verticale groep of kindjes naar de peuters willen zwaaien. Dit voorstel wordt enthousiast overgenomen. Op de peutergroep zitten de kinderen 2 x per dag in de kring. Er wordt dan voorgelezen of men doet groepsspelletjes (zoals het zigeunermeisje op de steen). Voorschoolse educatie Kinderdagverblijf Alles Kids werkt met de voorschoolse methode Uk & Puk, een methode Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Dit is een educatief programma dat onder meer extra aandacht besteedt aan taalstimulering. Er zijn 7 geïndiceerde kinderen die gebruik maken van het peuterprogramma. Er wordt gewerkt aan de hand van een thema’s. Al spelend verkennen de kinderen verschillende onderwerpen en leren ze over de wereld om hen heen. Vanuit die thema's worden ontwikkelingsgerichte activiteiten georganiseerd en krijgen kinderen de mogelijkheid om eigen ervaringen met elkaar te delen. Een thema heeft een duur van 4 tot 6 weken. De eerste week staat in het teken van oriëntatie, waarbij in de overige weken verwerking en verdieping plaatsvindt. In de periode voorafgaand aan van de inspectie heeft het thema ‘Herfst’ centraal gestaan. Het huidige thema is ‘Feest’. Tijdens dit thema is niet alleen aandacht aan St. Maarten en Sinterklaas besteed, maar is ook het 10 jarig jubileum van Alles Kids meegenomen. Omvang voorschoolse educatie 6 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 24-11-2014 Kinderopvang Alles Kids te OSPEL

Op de beide groepen werkt men met het VVE-programma. Op de peutergroep start iedere ochtend en middag met Puk in de kring. Gedurende de dag komen de thema’s regelmatig terug. Daarnaast is er iedere dagdeel een specifieke activiteit met de kinderen. Op de peutergroep wordt er ten minste 10 uur per week aan voorschoolse activiteiten aangeboden. De peutergroep waar het peuterprogramma wordt ‘gedraaid’, is 9 dagdelen per week geopend. Kwaliteit beroepskrachten voorschoolse educatie Op één beroepskracht na hebben zijn alle beroepskrachten voorschoolse educatie in het bezit van een getuigschrift conform de CAO Kinderopvang. De pedagogisch medewerker die niet gecertificeerd is, werkt op woensdagochtend op de peutergroep. Opleidingsplan voorschoolse educatie Er is een opleidingsplan opgesteld voor het schooljaar 2014. In augustus 2014 hebben 4 pedagogisch medewerkers de cursus ‘opbrengst gericht werken’ gevolgd. Deze cursus is deels door de gemeente Nedeweert bekostigd. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Gebruikte bronnen:  Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke  Interview anderen (pedagogisch medewerkers)  Observaties (11.30 uur – 12.15 uur en 13.20 uur – 14.00 uur)  Opleidingsplan voorschoolse educatie (Alles Kids 2014)


Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Daarnaast is de beroepskracht-kindratio en de opvang in stamgroepen beoordeeld. Ook is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens het huidige onderzoek zijn de (nieuwe) VOG’s van de alle medewerkers (inclusief de oproepkrachten) beoordeeld. De VOG’s voldoen. Passende beroepskwalificatie Het diploma van 9 pedagogisch medewerker en 2 oproepkrachten is ingezien. De beroepskrachten beschikken over een geldige beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang. Opvang in groepen De dagopvang heeft 2 stamgroepen. Happy Kids: maximaal 14 kinderen in de leeftijd van 3 tot 5 jaar. Mini Kids: maximaal 16 kinderen 0 – 4 jaar. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet, gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen. Gebruikte bronnen:  Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke  Interview anderen (pedagogisch medewerkers)  Verklaringen omtrent het gedrag  Diploma's beroepskrachten  Presentielijsten (week 44 t/m 47)  Personeelsrooster (week 44 t/m 47)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)


Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: : : :

Kinderopvang Alles Kids http://www.alleskids.eu 32 Ja

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Kinderopvang Alles Kids Annastraat 69 6035BK OSPEL www.alleskids.eu 12055095

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900BD VENLO 088-1191200 Ad Koch

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: NEDERWEERT : Postbus 2728 : 6030AA NEDERWEERT

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

24-11-2014 01-12-2014 11-12-2014 12-12-2014 15-12-2014

: 15-12-2014 : 22-12-2014


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze houder d.d. 11-12-2014 Op één beroepskracht na zijn alle beroepskrachten voorschoolse educatie die bij ons kindercentrum werken in het bezit van een getuigschrift conform de CAO Kinderopvang. Deze ene beroepskracht zou niet werkzaam mogen zijn op een VVE-groep. Wij hebben er toch voor gekozen om deze beroepskracht, wegens ziekte en zwangerschapsverlof van andere beroepskrachten, tijdelijk één maand op de VVE-groep te plaatsen. Van de oproepkrachten die bij ons werken is zij het langste in dienst en het meest geschikt om op deze groep in te vallen. Daarbij werkte ze niet alleen en de pedagogische medewerkster die gezamenlijk met haar op deze groep werkte is wel in het bezit van een juist certificaat. De afspraak is daarom ook gemaakt dat deze woensdagen deze beroepskracht dan ook verantwoordelijk zou zijn voor het begeleiden van de VVE-kinderen. We zijn ons ervan bewust dat er 2 gecertificeerde beroepskrachten, volgens de wetten, op een VVEgroep aanwezig moeten zijn. Doch zijn wij zelf van mening dat wanneer er op een groep van 14 á 16 kinderen maar een paar VVE- kinderen aanwezig zijn dat één gecertificeerde beroepskracht voldoende is. Zij is dan verantwoordelijk voor de begeleiding en ondersteuning van deze VVEkinderen.


Inspectierapport Kinderopvang Alles Kids (KDV) Annastraat BK OSPEL Registratienummer

Recommend Documents