Inspectierapport Kids-World Leende (KDV) Dorpstraat 19 5595CC LEENDE Registratienummer 153818852
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Brabant-Zuidoost Heeze-Leende 05-10-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 9 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 10 Inspectie-items .................................................................................................................. 12 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 16 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 16 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 17
2 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kids World Leende is sinds mei 2010 in exploitatie in een voormalig horeca/winkelpand aan de Dorpstraat in Leende. Op de begane grond van het pand wordt dagopvang aangeboden in 3 verticale groepen van maximaal 16 kinderen en op de eerste verdieping vindt buitenschoolse opvang (BSO) plaats (maximaal 13 kinderen). De houder heeft tevens 2 kindercentra in Valkenswaard. Het kindercentrum is geopend van maandag t/m vrijdag van 07.00- 19.00 uur. De ouders betalen per half uur en kinderen kunnen de hele dag door gehaald en gebracht worden. De houder kiest bewust voor kleinschalige opvang met vertrouwde, vaste beroepskrachten en er is nauwelijks personeelsverloop. Het centrum kende een moeizame start: er waren grote twijfels over de geschiktheid van de locatie voor kinderopvang. Pas nadat er afspraken zijn gemaakt over het gebruik van de parkeerplaats van het naastgelegen restaurant werd in augustus 2010 toestemming voor exploitatie verleend. Sinds die tijd zijn de zorgen over het binnenmilieu blijven bestaan. Er zijn diverse aanpassingen in het pand gedaan, om meer lichtinval in groepsruimte 2 en meer ventilatievoorzieningen te creëren, maar uit een inspectie van bouwtoezicht van de gemeente Heeze-Leende in februari 2012 bleek dat de ventilatiemogelijkheden nog altijd niet optimaal waren. De houder heeft een mechanisch ventilatiesysteem in het pand laten aanbrengen. Kinderopvang Kids World heeft met succes het HKZ-certificeringstraject (Harmonisatie kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) doorlopen en is vanaf december 2012 een HKZgecertificeerd kinderdagverblijf. Kinderopvang Kids World is in 2013 op alle locaties van Kids World gestart met de implementatie van Voorschoolse Educatie (VE) methode Startblokken. Ten tijde van de huidige inspectie waren ze op de groepen bezig met het thema ziek zijn. Hiervoor waren er in alle groepen een ziekenhuisbed geplaatst en dokterspullen aanwezig. Ook hingen er allerlei knutselwerkjes van de kinderen in de ruimte. De huidige inspectie vond plaats op maandagochtend tussen 11.00- en 13.00 uur. Een hectisch moment waarbij beroepskrachten het zichtbaar druk hadden. Aangezien het een verticale groep is lopen niet alle slaap en voedingstijden gelijk. Er is gezien dat dit veel vraagt van beroepskrachten. Op dit tijdstip is gezien dat er kinderen in bed, uit bed, eten (de één eerder dan de andere in verband met leeftijd en slaaptijden), naar toilet, handen wassen, voorlezen, liedjes zingen, tafel dekken, flesjes maken, verschonen van luiers en ouders te woord staan. Zo leest een beroepskracht 8 kinderen voor, twee van rond één jaar krijgen ondertussen een boterham en een fles terwijl er nog een baby in een wipstoeltjes aan de voet van de beroepskracht staat. De andere beroepskracht is bezig met kinderen in en uit bed halen. Inspectiegeschiedenis Het kindercentrum wordt jaarlijks door de GGD bezocht. 2012-04-05: Een onaangekondigde reguliere inspectie Tijdens deze inspectie werden een aantal overtredingen geconstateerd. Er werd geconstateerd dat ouders niet geïnformeerd waren met betrekking tot het beleid inzake veiligheid en gezondheid. Verder bleek het inspectierapport niet op de website ter inzage te staan. Daarnaast bleek dat een eerder geconstateerd probleem inzake de ventilatie, nog niet was opgelost. Tenslotte is naar voren gekomen dat er buiten de toegestane tijden werd afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. 2012-10-10: Een nader onderzoek Naar aanleiding van de geconstateerde overtredingen tijdens de vorige inspectie, werd er in opdracht van de gemeente een nader onderzoek verricht. Tijdens het nader onderzoek werd 3 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
geconstateerd dat bijna alle overtredingen waren opgelost. Enkel het inspectierapport was nog niet op de website geplaatst. 2013-06-17: Een onaangekondigde reguliere inspectie De overtreding uit de vorige inspectie zijn tevens meegenomen. Geconstateerd werd dat de getoetste items en de voorgaande overtreding voldeden aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 2014-02-2014: Een reguliere inspectie Tijdens deze inspectie werd een aandachtspunt geconstateerd betreffende het beleid vierogenprincipe. De overige getoetste items voldeden aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 2014-8-07 Een tweede reguliere bezoek Er werd geconstateerd dat aan de vier getoetste items wordt voldaan. Er werd enkel een aandachtspunt gericht op het personeelsrooster, waar de houder een verbetertraject op kan inzetten. Huidige inspectie: In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. De inspectie heeft plaats gevonden op maandag 05-10-2015 en er hebben op groep 1 en 2 observaties plaats gevonden. Tijdens de inspectie is geconstateerd dat de dat de te nemen maatregelen en gedragsafspraken ten aanzien van het gezondheids en -veiligheidsbeleid onvoldoende effectief en adequaat worden uitgevoerd. Ten aanzien van de pedagogische praktijk zijn er twee aandachtspunten vastgesteld. De overig getoetste items voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voor verdere toelichting zie advies aan College en B&W en informatie onder het domein: Veiligheid en gezondheid De beroepskrachten namen tijdens de inspectie de tijd om vragen en benodigde documenten inzichtelijk te maken. De overige documenten zijn door de houder aangeleverd. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Er zijn overtredingen geconstateerd op de volgende items:
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voor verdere toelichting zie domein Veiligheid en gezondheid.
4 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk (januari 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Tijdens het inspectiebezoek hebben er op beide groepen een observatie plaatsgevonden op maandag 05-10-2015. Tijdens de observatie waren er 8 kinderen en 2 beroepskrachten aanwezig. Conclusie: Tijdens de observaties op de groepen is gezien, dat wordt voldaan aan de vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Wel zijn er twee aandachtpunten ten aanzien van emotionele veiligheid en persoonlijke ontwikkeling. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. Er is informatieoverdracht en uitwisseling tussen de ouders en beroepskrachten. De beroepskrachten verwelkomen zowel de ouders als het kind op persoonlijke wijze. Ouders mogen hun kind in de groepsruimte brengen en ophalen. Ouders krijgen de gelegenheid om groepsgenootjes aan te spreken en te zien waar het kind die dag mee bezig is geweest. Op beide groepen is gezien dat beroepskrachten de tijd nemen om ouders of oma te woord te staan tijdens het brengen en halen. Dit verloopt op ontspannen wijze waarbij beroepskrachten vertellen waar het kind mee bezig is geweest die ochtend of vragen naar het welbevinden van de kinderen bij het brengen. Aandachtspunt met betrekking tot het communiceren met de kinderen. Ten tijde van inspectie is gezien dat de beroepskrachten het druk hadden. Het betreft een verticale groep waar er veel dingen tegelijk gebeuren. Tijdens de contact en-verzorginsmomenten is gezien dat beroepskrachten routinematig handelen en moeite hebben met hun aandacht op de betreffende kinderen te richten en houden. Zo is er bijvoorbeeld gezien dat een beroepskracht een kind optilt uit een kinderstoel zonder eerst contact met het kind te maken.
5 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. Kinderen hebbende mogelijkheid om (leerervaringen) op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. De beroepskrachten hebben een herkenbare dagindeling waarbij het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Tijdens de observatie is gezien dat de kinderen net klaar waren met een activiteit. Alle kinderen zaten aan tafel en werd er voorgelezen uit "Tip de muis gaat naar de dokter". Hierbij speelde de beroepskracht in op de reacties van de kinderen tijdens het verhaal. Zoals: "Mijn mama moest ook naar de dokter" en "Ik heb ook gespuugd van de pannenkoeken". Er ontstond zo door het boek een gesprek tussen de kinderen en de beroepskrachten over ziek zijn. Aandachtpunt met betrekking tot het ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van de individuele kinderen. Tijdens de observatie is gezien dat beroepskrachten niet altijd aansluiten bij het ontwikkelingstempo en-niveau van een kind. De activiteiten worden groepsgewijs aangeboden. Aangezien het een verticale groep betreft en kinderen verschillen in ontwikkeltempo en is het van belang om hier wel aandacht voor te blijven houden. Zo is bijvoorbeeld gezien dat voor alle kinderen de boterhammen worden gesmeerd. De oudste kinderen worden hierbij niet uitgedaagd om zelf al hun eigen boterhammen te smeren. De beroepskracht gaf aan hier niet aan gedacht te hebben. Een ander voorbeeld is dat er weinig kinderen uit een gewone beker dronken maar uit flesjes en tuitbekers. Voor de mondontwikkeling is het goed om kinderen al jong te stimuleren om uit een gewone beker te drinken. De beroepskracht gaf aan dit nog te doen omdat ouders thuis ook niet bezig zijn met het drinken uit gewone bekers.
Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om de kinderen te laten samenspelen. Zo is gezien tijdens de observatie dat de beroepskrachten een ziekenhuisbed hadden neergezet in de huishoek waar de kinderen veel gebruikt van maakten. Er werden rollenspellen gespeeld waarbij de een de dokter was en de ander de patiënt. Soms leidde dit tot onenigheid omdat de patiënt geen zin meer om ziek te zijn. De beroepskracht hielp de kinderen dan om weer samen tot spel te komen.
6 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Overdracht waarden en normen Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar, aanwezig en worden toegepast. De beroepskrachten leggen uit waarom afspraken, regels en omgangsvormen belangrijk zijn. Zo is gezien dat kinderen weten wat er van ze verwacht wordt. Een kind zegt: "Ik ben klaar met eten." De beroepskracht zegt: "Wat moeten we nou nog doen?" Het kind zegt: "Monden poetsen" Aan tafel worden kinderen erop gewezen als ze met volle mond praten of dat ze nog even moeten wachten met eten omdat nog niet iedereen iets heeft.
Voorschoolse educatie Per week besteedt de houder 10 uur aan voorschoolse educatie. Kidsworld Leende werkt met de voorschoolse methode Startblokken van basisontwikkeling. Het programma heeft een ontwikkelingsgerichte aanpak. Vanuit de visie van Startblokken zijn de ontwikkelingsmogelijkheden en interesses per situatie verschillend voor elk kind. Hierdoor wordt er vanuit de methode niet gewerkt met een voorgeschreven structuur of gesloten werkplan maar met ontwikkelingsgerichte activiteiten die als "bouwstenen" dienen en worden aangepast aan de behoeften van een kind. De dagopvang werkt vanuit projectthema’s zodat kinderen leren door bezig te zijn met onderwerpen uit de 'echte' wereld, zoals het thema: Ziek zijn. Vanuit de thema's worden ontwikkelingsgerichte activiteiten georganiseerd en krijgen kinderen de mogelijkheid om eigen ervaringen met elkaar te delen. Een thema heeft een duur van gemiddeld 6 weken. Ten tijde van inspectie was het thema was "ziek zijn". Dit was in de ruimte ook terug te zien, er hingen diverse knutselwerkjes in de groepsruimte. Daarnaast was de huishoek ingericht met een ziekenhuisbed en dokterspullen waar de kinderen actief gebruik van maakten. Ook de boekjes waren gericht op het thema. De beroepskrachten zijn allen in bezit van een VVE certificaat, zoals bleek tijdens de controle van de certificaten. Kids World volgt alle kinderen d.m.v. ‘KIJK’. Dit is een observatiemethode om eventuele ‘achterstanden’ of ‘voorsprongen’ sneller te kunnen constateren en zo het kind de benodigde begeleiding/uitdaging te kunnen bieden. Deze bevindingen worden minimaal 1x per jaar met de ouders/verzorgers tijdens een persoonlijk gesprek besproken. Ten tijde van de inspectie is geconstateerd dat de houder een opleidingsplan heeft opgesteld voor het jaar. Hierin wordt onder andere aangegeven dat alle medewerker in september 2015 van start gaan met Tink, taal en interactievaardigheden binnen de kinderopvang gekoppeld aan VVE. De houder voldoet daarmee aan de gestelde wettelijke eisen.
7 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten d.d.: 05-10-2015) Observaties (d.d.: 05-10-2015) groep 1: 11.00-12.00 uur Aantal aanwezige kinderen: 12 Aantal aanwezige beroepskrachten: 2
groep 2: 12.00-13.00 uur Aantal aanwezige kinderen: 12 Aantal aanwezige beroepskrachten: 2 Website (www.kinderopvang-kids-world.nl) Pedagogisch werkplan (d.d.: sept 2014) VVE-certificaten (van alle beroepskrachten) Opleidingsplan voorschoolse educatie (2015 en 2016)
8 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd tijdens de observatie. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag De tijdens de inspectie aanwezige beroepskrachten beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (in het kader van de continue screening). Passende beroepskwalificatie Tijdens de huidige inspectie zijn van aanwezige beroepskrachten de beroepskwalificaties ingezien. Deze voldoen aan de gestelde voorwaarden conform de CAO kinderopvang. Opvang in groepen De dagopvang heeft 3 stamgroepen. Groep:
Leeftijd:
Max. aantal kindplaatsen:
Groep 1 Groep 2 Groep 3
0-4 jaar 0-4 jaar 0-4 jaar
16 16 16
Beroepskracht-kindratio Ten tijde van de inspectie zijn er voldoende beroepskrachten ingeroosterd. Ook uit het voorgaande weekrooster en bezettingslijst blijkt dat de juiste norm wordt gehanteerd. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Alle documenten zijn in de Nederlandse taal geschreven en in/op het kindercentrum/de buitenschoolse opvang/de peuterspeelzaal wordt Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten d.d.: 05-10-2015) Observaties (d.d.: 05-10-2015) Website (www.kinderopvang-kids-world.nl) Verklaringen omtrent het gedrag (van beroepskrachten) Diploma's beroepskrachten (van beroepskrachten) Presentielijsten (week 41 2015) Personeelsrooster (week 41 2015)
9 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein is de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken of de houder jaarlijks een risico-inventarisatie afneemt en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten over het beleid veiligheid en gezondheid. In de praktijk is beoordeeld of het vierogenprincipe in alle risicosituaties en -ruimten voldoende waarborg biedt. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is uitgevoerd op d.d.: 28-05-2015 in alle, voor kinderen, toegankelijke ruimtes. Tijdens de huidige inspectie zijn op de volgende twee voorwaarden overtredingen geconstateerd:
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Uit de observatie op de groep bleek dat de te nemen maatregelen en gedragsafspraken ten aanzien van het gezondheidsbeleid onvoldoende effectief en adequaat worden uitgevoerd. Ten tijde van inspectie is gezien dat: de magnetron was ernstig vervuild, aangekoekte etensresten aan de binnenkanten van de magnetron; de koelkast was vervuild, in de rubber trips en randen van de deuren was schimmelvorming aanwezig. Uit de observatie op de groep bleek dat de te nemen maatregelen en gedragsafspraken ten aanzien van het veiligheidsbeleid onvoldoende effectief en adequaat worden uitgevoerd. Ten tijde van inspectie is gezien dat: er een stopcontact beschadigd was; er geen afdekplaatje zat in het stopcontact, deze bevond zich op kindhoogte in een speelhoek;
slaapkamer drie gebruikt wordt als opslaghok, er stonden ten tijde van inspectie, een grote bolderkar, een fietskar, bureaustoelen en diverse andere spullen in. De daadwerkelijke opslagruimte stond zo vol met spullen waardoor je er niet meer in kon komen. De beroepskracht gaf aan dat dit de reden was waarom de spullen in de slaapkamer stonden.
Aangezien de houder verantwoordelijk is voor de uitvoer van de te nemen maatregelen en gedragsafspraken ten aanzien van het veiligheids en-gezondheidsbeleid, worden de bovenstaande items afgekeurd.
10 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Vierogenprincipe De houder heeft een algemeen beleid opgesteld zodat alle beroepskrachten en beroepskrachten in opleiding, bij hun werkzaamheden gezien of gehoord kunnen worden door een andere volwassene. Er is tijdens de inspectie gezien dat de afspraken gehanteerd worden. Zo is er gezien dat: de groepen transparant zijn door de ramen tussen de groepen; de tussendeur regelmatig open staat; voor de slaapkamers een babyfoon wordt gehanteerd; ouders hebben de sleutel zodat zij te allen tijde onaangekondigd binnen kunnen lopen.
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten d.d.: 05-10-2015) Observaties (d.d.: 05-10-2015) Website (www.kinderopvang-kids-world.nl) Actieplan veiligheid (veiligheidsmanagement d.d.: 04-06-2015) Actieplan gezondheid (gezondheidsmanagement d.d.: 04-06-2015) Huisregels/groepsregels Pedagogisch werkplan (d.d.: sept 2014)
11 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
12 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden, overeenkomstig de voorwaarden in de cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Kids-World Leende : 48 : Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Kids-World Leende Kruisboogstraat 4 5556WN VALKENSWAARD www.kinderopvang-kids-world.nl 17252411
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Monique Huijser
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Heeze-Leende : Postbus 10000 : 5590GA HEEZE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
05-10-2015 23-10-2015 06-11-2015 09-11-2015 09-11-2015
: 30-11-2015
16 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft op d.d.: 05-11-2015 de onderstaande zienswijze digitaal aangeleverd.
Zienswijze Kinderopvang: We hebben op alle genoemde verbeterpunten uit het rapport al Acties uitgezet en opgenomen in ons beleid. Dit om herhaling te voorkomen. We zijn in september gestart met alle medewerkers aan de TINK (taal-, en interactievaardigheden naar kinderen) cursus van 8 maanden waarbij de interactie met en tussen de kinderen nog verder gespecialiseerd zal worden. Jammer vinden we het wel dat het rapport een sterk negatieve sfeer oproept wat er door ouders, kinderen en medewerkers absoluut niet zo ervaren wordt.
17 van 17 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 05-10-2015 Kids-World Leende te LEENDE