Inspectierapport
Binnen ste Buiten (KDV) Rijksstraatweg 713 2245CC WASSENAAR Registratienummer 136495631
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Haaglanden Wassenaar 20-07-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 29-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................5 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................7 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 13 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 14
2 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. De kwaliteit van de opvang van kinderen in hun eerste levensjaren is van grote invloed op de ontwikkeling van kinderen. Daarom stelt de rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen. Die kwaliteitseisen gelden voor:
de pedagogische praktijk en het pedagogisch beleid; voorschoolse educatie; personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende personeel; de opvang in vaste groepen veiligheid en gezondheid; accommodatie en inrichting; de behandeling van klachten en ouderrecht.
Risicogestuurd toezicht: Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Het rapport dat voor u ligt is op basis hiervan tot stand gekomen. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Dit betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Het onderzoek wordt uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van overtredingen of, indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een klacht. Per geïnspecteerd onderdeel staat een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek. Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen niet voldeed, dan wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd. Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van de inspectieonderdelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die door toezichthouder zijn meegenomen in dit inspectiebezoek. Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl. Beschouwing Het kinderdagverblijf Binnenste Buiten bestaat uit twee verticale groepen van maximaal 16 en 8 kinderen van 0 tot 4 jaar en is gestart op 1 januari 2011. Op de bovenverdieping is een BSOgroep gevestigd. De groepsruimtes bestaan uit een aantal speelhoekjes en een babytuin. In open kasten staat speelgoed wat kinderen zelf kunnen pakken en er hangen plakwerkjes van de kinderen. Het kinderdagverblijf beschikt over een buitenspeelplaats met verschillende speeltoestellen. Inspectiegeschiedenis: In 2014 heeft de GGD een risico-gestuurde inspectie uitgevoerd, de toezichthouder heeft een overtreding geconstateerd op domein: Personeel en groepen, inspectie-item: Verklaring omtrent gedrag. En het aandachtspunt was het binnenklimaat van de slaapkamer. De gemeente benadrukt (brief van 21 maart 2014) dat het de verantwoordelijkheid van de houder is om aan de geldende regels te voldoen en gaat niet op handhaving over.
3 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Verloop van de inspectie De onaangekondigde inspectie vindt plaats op een maandagochtend in de tweede week van de zomervakantie. De toezichthouder wordt door de beroepskrachten te woord gestaan en van informatie voorzien. De toezichthouder verricht een documenten-onderzoek en observeert in de groep. Het binnenklimaat van de slaapruimte blijft ondanks de genomen acties van de houder een aandachtspunt. Zie voor toelichting hierop bij het betreffende item. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het ‘Veldinstrument observatie kindercentrum’ (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie is uitgegaan van de 4 pedagogische basisdoelen van Marianne Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005). Deze basisdoelen zijn: het waarborgen van emotionele veiligheid, het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie, het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie socialisatie; het overdragen van waarden en normen. Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder minimaal twee van deze basisdoelen toegelicht met een voorbeeld. Basisdoel Het waarborgen van emotionele veiligheid. De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Elk kind wordt individueel begroet bij binnenkomst; beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. Observatie: Door de ramen ziet de beroepskracht dat een vader zijn zoontje komt brengen. De beroepskracht loopt alvast naar de deur toe. Het jongetje wordt op ooghoogte begroet door de beroepskracht. Met de vader vindt een kort gesprekje plaats over het weekend. A. had afgelopen weekend last van zijn ogen, beroepskracht kijkt gelijk naar het oog. Vader geeft aan dat het er nu veel beter uitziet. Als afscheid zwaait het jongetje hem uit. Met een moeder vindt een informatie overdacht plaats over het slaapgedrag van haar zoontje. De moeder is opgelucht dat hij zo goed heeft geslapen de afgelopen nacht. De beroepskracht geeft aan dat hij uitgeslapen overkomt. Basisdoel Het bieden van mogelijkheden voorkinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie. Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Kinderen gaan dagelijks een (vast) deel van de tijd naar buiten. In de buitenruimte is spelmateriaal aanwezig; kinderen worden aangezet tot individueel en gezamenlijk spel. Observatie Na het drinken van limonade en eten van een koekje vertelt de beroepskracht dat ze naar buiten gaan. De kinderen lopen naar het halletje, ze worden gestimuleerd om zelf hun jasje aan te doen, zo nodig worden ze daarbij geholpen. Buiten kunnen de kinderen spelen in het speelhuisje of speeltoestel met glijbaantje, zandbak en trampoline. Ook is los materiaal aanwezig zoals; stoepkrijt en loopauto's etc. De kinderen kiezen waar ze mee willen spelen en wisselen regelmatig van activiteit. De hele jonge kinderen zitten in een wandelwagen of krijgen de fles buiten.
5 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Conclusie: Op basis van de observaties op de groepen tijdens het inspectiebezoek concludeert toezichthouder dat de houder zorg draagt voor het waarborgen van de 4 basisdoelen. De pedagogische praktijk wordt dan ook als voldoende beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties
6 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent gedrag is gebaseerd op de op het moment van inspectie aanwezige medewerkers. Deze medewerkers beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. De muziekdocente die verbonden is aan het kindercentrum beschikt over een geldige VOG. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificaties is gebaseerd op de op het moment van inspectie aanwezige medewerkers. Deze medewerkers beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Kindercentrum Binnenste Buiten heeft 2 stamgroepen. Groep Rupsje biedt opvang aan maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar Groep Madeliefje biedt opvang aan maximaal 8 kinderen in de leeftijd van 0-4-jaar Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie waren de twee stamgroepen samengevoegd. Dit is beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Op basis van de aanwezigheidslijsten en de observatie tijdens het inspectiebezoek heeft toezichthouder geconstateerd dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio.
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten
7 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisaties, zowel gezondheid als veiligheid, zijn uitgevoerd in oktober 2015. Er wordt veel aan de hand van protocollen, werkinstructies en huisregels gewerkt. Uit het gedrag van de kinderen blijkt dat ook zij op de hoogte zijn van die huisregels die op hun van toepassing zijn. Afgelopen voorjaar is een ontruimingsoefening gehouden Tevens wordt een registratie van ongevallen bijgehouden. Een aandachtspunt van de inspectie van vorig jaar was het binnenklimaat van de slaapkamer. De houder heeft na de inspectie van 2014 een mechanische ventilatie geplaatst die uitkomt in een groepsruimte en de deur naar de tuin kan geopend worden. De temperatuur van de slaapkamer was tijdens de inspectie van 2015 (maandag na een warm weekend) om 9.30 uur 22.6C. De slaapkamerdeur en de deur/raam naar de tuin stonden open. Er hadden nog geen kinderen geslapen. De temperatuur van de slaapkamer wordt eenmaal per dag genoteerd, de beroepskrachten geven aan dat zij deze begin van de dag noteren. Om te kunnen beoordelen of de temperatuur gedurende de dag tussen de 15-18C is, is het wenselijk dat ze op meerder tijdstippen de temperatuur (met name tijdens/na het slapen van de kinderen) in kaart brengen en daar hun actie op afstellen.
Vierogenprincipe Sinds 2013 is het vier-ogenprincipe opgenomen in de wet- en regelgeving. Dit principe houdt in dat de opvang op zodanige wijze door de houder georganiseerd wordt, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. In de praktijk houdt het vier-ogenprincipe op deze locatie het volgende in: er wordt zoveel mogelijk met twee beroepskrachten op een groep gewerkt, indien nodig worden groepen samengevoegd de groepen zijn met plexiglas met elkaar verbonden, zodat de beroepskrachten elkaar zien en horen werken de groepsruimtes hebben veel ramen waardoor zicht van buiten mogelijk is de slaapkamer is via een babyfoon verbonden met de groepen de regel is dat de kindertoiletdeur nooit geheel gesloten mag worden de verschoonruimte bevindt zich in een groepsruimte Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch werkplan
8 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Ouderrecht
Klachten De houder heeft een jaarverslag klachten 2014 aan de GGD toegestuurd waarin staat aangegeven dat geen klachten zijn gemeld. Gebruikte bronnen: Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie
9 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Klachten De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
12 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Binnen ste Buiten : 24 : Nee
Gegevens houder Naam houder Website KvK nummer
: Josephina Koppers : www.kdvbinnenstebuiten.nl : 27283399
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Wassenaar : Postbus 499 : 2240AL WASSENAAR
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
GGD Haaglanden Postbus 16130 2500BC 'S-GRAVENHAGE 070-3537224 D. Schrama
20-07-2015 23-07-2015 27-07-2015 29-07-2015 29-07-2015 29-07-2015
: 19-08-2015
13 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Beste mevr. Schrama, Wij gaan akkoord met het rapport, we hebben alleen een opmerking t.a.v. de temperatuur in de slaapkamer. Deze is gemeten na het weekend wat warm is geweest. We hebben in ieder geval u advies opgevolgd om vanaf heden op drie momenten per dag de temperatuur te meten.We hopen dat hierdoor blijkt dat de genomen maatregelen voldoende zullen zijn. Met vriendelijke groet, Mirjam Hoogduijn Locatiemanager Kinderopvang Binnen ste Buiten
14 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 20-07-2015 Binnen ste Buiten te WASSENAAR