Inspectierapport Kinderopvang Poppedeintje (KDV) Nieuwendammerdijk 349 1023 BK AMSTERDAM Registratienummer: 176939209
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Stadsdeel Noord Datum inspectie: 27-03-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 06-05-2014
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
1/12
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
2/12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 27 maart 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op grond van het risicoprofiel van deze locatie zijn de kwaliteitseisen op het gebied van de pedagogische kwaliteit, de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid en het ouderrecht onderzocht; deze staan achterin het rapport vermeld.
Beschouwing De organisatie en de locatie Kinderopvang Poppedeintje is een kinderdagverblijf met twee baby-dreumesgroepen en twee peutergroepen. De houder is Kinderopvang Poppedeintje B.V. Het kinderdagverblijf is ruim drie jaar open. Dit is het enige kindercentrum van de houder. De eigenaar is over het algemeen op afstand betrokken bij de dagelijkse leiding en voert het Algemeen- en Inhoudelijke Management over het kinderdagverblijf. De leidinggevende is dagelijks aanwezig, zij is twee dagen in de week ingeroosterd op een van de groepen en daarnaast is zij beschikbaar als invalkracht. De overige dagen is de leidinggevende aanwezig op het kantoor. De leidinggevende is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en borging van het beleid. Vertrouwenspersoon en klachtencoördinator Er zijn twee vertrouwenspersonen aangesteld. Een beroepskracht en de eigenaar van het kinderdagverblijf. Zij zijn de vertrouwenspersonen voor zowel de ouders als de beroepskrachten. Er zijn afspraken vastgelegd over de inhoud van de functie van de vertrouwenspersonen. De beroepskrachten en de ouders zijn ervan op de hoogte dat zij de vertrouwenspersoon kunnen benaderen. De vertrouwenspersonen zijn echter onvoldoende onafhankelijk om als vertrouwenspersonen voor ouders en beroepskrachten te fungeren. De oudercommissie De toezichthouder heeft op 4 april 2014 een telefoongesprek met de voorzitter van de oudercommissie gevoerd. De oudercommissie is tevreden over de dagstructuur en de wijze waarop de beroepskrachten deze aanhouden. De groepsruimtes zijn ’clean’ ingericht met kleurrijke werken aan de muur of hangend aan het plafond. Er is voldoende speelmateriaal voor de kinderen. Er wordt regelmatig nieuw spelmateriaal aangeschaft en dit gebeurt doordacht en met oog voor duurzaamheid. De hygiëne en veiligheid in het kindercentrum zijn goed. De groepen boven grenzen aan de voortuin. De groepen beneden grenzen niet aan de voortuin maar gaan net als de groepen boven door de voordeur naar de voortuin. De groepen beneden kunnen ook via de trap in de tuin aan de zijkant van het kindercentrum naar de voortuin. De peutergroepen maken regelmatig een wanddeling in de buurt of spelen in de nabijgelegen speelplaats. Er is een vast team van beroepskrachten en elke groep heeft eigen vaste beroepskrachten. De vestigingsmanager is inzetbaar als invalkracht waardoor er voor de kinderen en voor de ouders altijd een bekende op de groep staat. De oudercommissie is tevreden over de wijze waarop het adviesrecht wordt toegepast. Nieuw beleid wordt tijdig voorgelegd. Adviezen van de oudercommissie heeft de houder overgenomen.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
3/12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het kindercentrum heeft zowel op de begane grond als op de eerste verdieping een baby-dreumesgroep en een peutergroep. De beroepskrachten werken nauw samen met de andere groep op dezelfde etage. Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld waarin de voor het kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. De ouders kunnen het beleidsplan bij aanmelding inzien en het is opvraagbaar bij de beroepskrachten.
Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen conform dit plan. De leidinggevende draagt er zorg voor dat de beroepskrachten op de hoogte zijn en blijven van de inhoud van het pedagogisch beleid door in het groepsoverleg te bespreken of de handelwijze van de beroepskrachten aansluit op de visie. Hiertoe houdt de leidinggevende observatiemomenten op de groepen en koppelt het resultaat van de observatie terug aan de beroepskrachten. De toezichthouder beoordeelt dat de vier competenties voldoende gewaarborgd zijn: emotionele veiligheid : De beroepskrachten kennen de kinderen goed, ze zijn vier of vijf dagen op hun groep werkzaam en begeleiden de kinderen op betrokken en consequente wijze. Er is een vast dagprogramma dat herkenbaar is voor de kinderen. De beroepskrachten op de baby-dreumesgroepen en op de peutergroepen reageren op de signalen van de kinderen en zorgen ervoor dat kinderen niet onnodig lang hoeven te wachten op bijvoorbeeld het uit bed halen, hun voeding, het buiten spelen en het eten. persoonlijke competentie : De groepsruimtes zijn overzichtelijk en praktisch ingericht. Aan het begin van de dag plaatsen de beroepskrachten van de peutergroepen keukenspullen in de speelkeuken zodat de kinderen bij binnenkomst materiaal hebben om mee te spelen. Voor het buiten spelen wordt het speelgoed opgeruimd in de laden. Hier kunnen de kinderen het speelgoed ook zelf uithalen. Buiten kunnen de kinderen gebrui maken van fietsjes en ballen. De beroepskrachten laten de peuters die buitenspelen hun eigen gang gaan. Alleen als de kinderen op de ballen in een hoek van de buitenspeelruimte gaan zitten, worden zij aangemoedigd om de hele strook buitenruimte te gebruiken. Bij de baby-dreumes groep beneden zitten de beroepskrachten op de grond tussen de kinderen. Zij spelen met de kinderen met duplo-blokken. De beroepskrachten bespreken kort met elkaar welk kind de blokken al van elkaar af kan halen en welk kind dat nog niet kan. De kinderen die al kunnen staan trekken zich graag op bij de vensterbank. Daar kunnen zij in de ochtend zwaaien naar de vertrekkende ouder en kijken naar de grote goudvissen in de vissenkom. De beroepskrachten moedigen dit aan en de kinderen zijn vroeg bekend met het woord 'vis'. overdracht van de normen : Op de peutergroep zingen de beroepskrachten samen met de kinderen het 'Eet-smakelijk-liedje' voordat zij gaan eten. De beroepskrachten zitten bij de kinderen aan tafel en blijven aan tafel totdat iedereen klaar is. Er wordt samen met de kinderen opgeruimd en de kinderen leren om respectvol met het materiaal, bijvoorbeeld de boeken, om te gaan. sociale competentie : De beroepskrachten leren de kinderen om rekening te houden met elkaar door ze te leren elkaar te helpen en aardig te zijn tegen elkaar. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleid Kinderopvang Poppedeintje 2013 - Observatie op alle groepen - Gesprek met de leidinggevende - Gesprek met de beroepskrachten
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
4/12
Personeel en groepen De groepen hebben twee of drie vaste beroepskrachten waarvan er twee dagelijks werkzaam zijn op de groep. Er is het afgelopen jaar, vanwege zwangerschapsverlof, een nieuwe beroepskracht aangetrokken. Het team is verder hetzelfde gebleven. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat de beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de cao Kinderopvang. In het kindercentrum zijn twee beroepskrachten (waaronder de leidinggevende) werkzaam met een PABO-achtergrond (Opleiding tot leraar Basisonderwijs) en een groot deel van de beroepskrachten is geschoold op Pedagogisch Werkniveau 4; met deze opleidingen zijn de beroepskrachten hoog geschoold. Beroepskracht-kind-ratio De opvang vindt plaats in vier stamgroepen. Twee babygroepen waarin maximaal negen kinderen worden opgevangen in de leeftijd van nul tot twee jaar en twee peutergroepen waarin maximaal veertien kinderen worden opgevangen in de leeftijd van twee tot vier jaar. Op elke groep is er een beroepskracht met een vroege dienst en een beroepskracht met een late dienst. De vroege dienst is van 7.30 tot 16.30 uur en de late dienst van 9.30 tot 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren ieder een uur tussen 13.00 en en 15.00 uur. De beroepskrachten houden op de daglijsten bij hoe laat de kinderen gebracht en gehaald worden. Dit gebeurt niet altijd, maar wel regelmatig waardoor er inzicht is in hoe lang er in de ochtend en in de namiddag afgeweken wordt van de beroepskracht-kind-ratio. Als er al vroeg in de ochtend veel kinderen gebracht worden dan pauzeren de beroepskrachten korter dan een uur. Wanneer de leidinggevende beschikbaar is, springt zij, in de namiddag als de eerste beroepskracht om 16.30 uur naar huis gaat, bij op een drukke groep. In het eerste kwartaal van 2014 is het op woensdag op de peutergroep boven rustig en op vrijdag is het rustig op de babygroep boven. Op deze dagen wordt er één beroepskracht ingezet. Deze heeft dienst van 8.30 tot 17.30 uur. Aan het begin en aan het einde van de dag worden de kinderen in de andere groep op dezelfde etage opgevangen. Op deze dag pauzeren de beroepskrachten om de beurt 40 minuten waardoor er tijdens het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio in de pauze de helft van de beroepskrachten wordt ingezet. Er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof worden de leidinggevende en de beroepskrachten die twee of vier dagen in het kindercentrum werkzaam zijn, ingezet. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is omdat er aan het begin en aan het einde van de dag vier beroepskrachten worden ingezet. Opvang in groepen Elk kind behoort bij één stamgroep. De opvang vindt, buiten (spel)activiteiten om, plaats in deze stamgroepen. Aan het begin en soms aan het eind van de dag worden de groepen die samen een verdieping delen, samengevoegd. Het komt niet voor dat een kind in een tweede stamgroep wordt geplaatst. Buiten spelen gebeurt ook in de stamgroep. Gebruikte bronnen: - Afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Afschriften afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten januari, februari en maart 2014 - Presentielijsten januari, februari en maart 2014 - Pedagogisch beleid Kinderopvang Poppedeintje 2013 - Gesprek met de leidinggevende - Gesprek met de beroepskrachten
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
5/12
Veiligheid en gezondheid De leidingevende draagt er zorg voor dat de beroepskrachten jaarlijks in september de risico's met betrekking tot veiligheid en gezondheid inventariseren. Voor het onderdeel gezondheid wordt gebruikgemaakt van de format van het LCHV en voor veiligheid van het format van de Stichting Consument en Veiligheid. De maatregelen zijn vastgelegd in protocollen, werkinstructies en huisregels. De huisregels staan vermeld in het informatieboekje. De inventarisaties, de protocollen, de werkafspraken en de huisregels zijn voor de beroepskrachten beschikbaar in het kantoor. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In de protocollen, werkinstructies en huisregels geeft de leidinggevende weer welke maatregelen op welk moment zijn of worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s en de gezondheidsrisico’s. Er is voldoende samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen, alsook tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. Eens in de vier weken is er in de avond een vergadering waarbij alle beroepskrachten aanwezig zijn. Op deze vergadering komen de huisregels en de protocollen aan de orde. Voorafgaand aan deze vergadering heeft de leidinggevende een groepsoverleg met de beroepskrachten van een van de vier groepen. Hierbij wordt ingegaan op de ontwikkeling van de kinderen op de groep, op de samenwerking tussen de beroepskrachten en op andere zaken die betrekking hebben op de groep. De beroepskrachten zijn goed op de hoogte van de werkinstructies betreffende veiligheid en gezondheid en zij voeren de maatregelen in de praktijk uit. Meldcode kindermishandeling Het kindercentrum maakt gebruik van de meldcode naar het model van de Meldcode van de Brancheorganisatie Kinderopvang die is opgesteld in juli 2013. De meldcode is toegespitst op de organisatie en er is een sociale kaart aan toegevoegd met relevante adresgegevens in de directe omgeving van het kindercentrum. De Meldcode wordt ten minste twee maal per jaar besproken in een vergadering met het hele team. Vierogenprincipe In het kindercentrum zijn per verdieping twee groepen gevestigd. Deze twee groepen grenzen beide aan de gang en hebben beide een deur met een groot raam erin. De deuren met de ramen liggen tegenover elkaar en deze geven gemakkelijk zicht op vrijwel de hele groepsruimte. In de slaapkamers wordt gebruikgemaakt van een babyfoon die gehoord wordt in de groepsruimte. In de ochtend worden de groepen op dezelfde etage tot ongeveer 9.00 uur bij elkaar gevoegd. Op de drie dagen dat de leidinggevende niet zelf op de groep werkzaam is, loopt zijn regelmatig de groepen binnen om zicht te houden op de werkzaamheden van de beroepskrachten. Gebruikte bronnen: - Gesprek met leidinggevende - Gesprek met beroepskrachten - Informatieboekje met huisregels (zonder datum) - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van Poppedeintje kinderopvang B.V., versie maart 2014 - Pedagogisch beleid Kinderopvang Poppedeintje 2013
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
6/12
Accommodatie en inrichting De groepsruimtes zijn praktisch ingericht. Op de peutergroepen ligt een speelkleed met een autoweg op de grond. Op de baby-dreumesgroepen is dit aangevuld met een boxkleed op de grond. Op beide baby-dreumesgroepen staat een box waarin een baby kan liggen,er hangt een wiegje voor de allerkleinsten en er staan twee wipstoeltjes. De beroepskrachten pakken uit de laden in de kast speelgoed voor de kinderen. Op de peutergroep kunnen de kinderen het speelgoed, na overleg met de beroepskrachten, zelf pakken. Binnenspeelruimte Het kindercentrum beschikt over vier stamgroepsruimtes, elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. De groepsruimte heeft een eigen slaapkamer. Bij de baby-dreumesgroepen is voor elk kind een bed beschikbaar want er staan negen bedden in beide slaapkamers. In beide slaapkamers van de peuters zijn tien bedjes beschikbaar. Er zijn stretchers aanwezig voor de oudere peuters, die niet meer de behoefte hebben om lang te slapen. Buitenspeelruimte Er zijn drie aangrenzende buitenspeelruimtes rondom het kindercentrum. Eén ruimte is een ‘smalle strook’ waar de kinderen kunnen fietsen. Via deze strook kunnen de kinderen met de trap omhoog naar de speelplaats aan de voorzijde. Dit is een met gras bekleed, licht hellend veld, dat is ingericht met ‘zitpaddenstoeltjes’ en een zandbak. De derde speelplaats, bij de entree van het kindercentrum is ingericht met konijnenhokken en kippenhokken langs de muur. De speelplaatsen zijn omheind. De kinderen spelen altijd onder begeleiding buiten. De beroepskrachten maken met de peutergroep regelmatig een wandeling naar de nabijgelegen speeltuin. Gebruikte bronnen: - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de leidinggevende - Inspectieonderzoek
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
7/12
Ouderrecht Het kindercentrum informeert de ouders door middel van een rondleiding, een intakegesprek, het informatieboekje, de website, met de kwaliteitswijzer kinderopvang en de ouders kunnen twee keer per jaar een tien-minutengesprek met de beroepskrachten voeren. Informatie De houder informeert de ouders in het pedagogisch beleid over hoe het vierogenprincipe in de praktijk wordt uitgevoerd. De beschrijving in het pedagogisch beleid komt overeen met de werkwijze zoals de toezichthouder die tijdens het bezoek heeft waargenomen. De leidinggevende heeft de Kwaliteitswijzer kinderopvang ingevuld op 22 augustus 2012. Deze is geheel conform de praktijk op het kindercentrum ingevuld. Oudercommissie Er is een reglement voor de oudercommissie op de locatie. Het reglement is op 23 november 2010 door de leidinggevende vastgesteld en er is een oudercommissie ingesteld. De oudercommissie bestaat uit vier leden. Van elke stamgroep is er een ouder die zitting heeft in de oudercommissie. In 2013 is de oudercommissie om advies gevraagd over de nieuwe jaarprijs, over het afschaffen van de zomesluiting, over het aanbieden van twee kostloze vrij opneembare servicedagen en over het invoeren van het vierogenprincipe. De oudercommissie is tervreden over de wijze waarop zij in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen. Er is niet afgeweken van een gegeven advies. Gebruikte bronnen: - Reglement oudercommissie van Poppedeintje kinderopvang d.d. 23 november 2010 - Gesprek met de voorzitter van de oudercommissie, d.d. - Notulen oudercommissie, juli 2013 en februari 2014 - Pedagogisch beleid Kinderopvang Poppedeintje 2013 - Www.poppedeintje.nl 31 maart 2014 - Www.kwaliteitswijzerkinderopvang.amsterdam.nl
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
8/12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week.
Veiligheid en gezondheid Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
9/12
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
10/12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kinderopvang Poppedeintje 000020812507 http://www.poppedeintje.nl 46 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kinderopvang Poppedeintje B.V. Nieuwendammerdijk 349 1023 BK AMSTERDAM 50367374
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. A. Bouman
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Stadsdeel Noord : Postbus 37608 : 1030 BB Amsterdam
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
27-03-2014 08-04-2014 30-04-2014 06-05-2014 06-05-2014
: 06-05-2014 :
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
11/12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze GGD inspectierapport kinderopvang Poppedeintje Datum inspectiebezoek: 27 maart 2014 Datum ontvangst ontwerp-inspectierapport : 17 april 2014 Datum zienswijze: 30 april 2014 Geachte Toezichthouder, Naar aanleiding van uw aanpassingen op hoor en wederhoor op pagina 3/12 en uw omschrijving van onze buitenruimte op pagina 7/12 het volgende. De omschrijving van onze buitenruimte zoals verwoord onder het kopje oudercommissie op pagina 3/12 wekt de suggestie dat de kinderen alleen in de voortuin, thematuin 3 kunnen spelen. Daarom hebben we de behoefte om nog eens duidelijk te maken hoe onze buitenruimten zijn ingericht en op welke manier deze onderling bereikbaar zijn. Buitenruimten Kinderopvang Poppedeintje heeft voor iedere groep, aangrenzend aan het kinderdagverblijf, een buitenruimte. De buitenruimte is verdeeld in drie speelruimten met een eigen thema (zie tekening). Thematuin 1 is een betegelde strook met aangrenzend appel-, peren –en pruimenbomen en ons klein fruit, (aardbeien, tomaten en mini-komkommers) in kweekbakken van ca. 16m1. In deze thematuin wordt gefietst, gestept, met de bal en de stapstenen gespeeld en in de zomer met de waterbaan. De kinderen verzorgen ook samen met de beroepskrachten de bloemen, planten, bomen en plukken het fruit en de groenten. Thematuin 2 is een betegelde patio met bomen, planten, struiken en een schuinoplopend grasspeelveld. In het hart van de patio zijn onze kippen –en konijnenhokken geplaatst. De kinderen verzorgen in deze thematuin de planten, bomen, de kippen en de konijnen. Voor de lunch rapen ze de eieren van onze kippen. De patio grenst aan de hoofdentree en is de ontmoetingsplek bij aankomst en afscheid van de kinderen. Thematuin 3 is onze voortuin met speelweide, zandbak, speelpaddenstoelen, bloembakken, vogelhuisjes, fruitbomen, bloemen en struiken. Groepen De benedengroepen grenzen direct aan thematuin 1 en 2. Thematuin 1 is bereikbaar via de zijdeur en thematuin 2 via de hoofdentree. Thematuin 3 is te bereiken via de buitentrap naar boven tussen thematuin 1 en 3. De bovengroepen grenzen direct aan thematuin 3. Thematuin 3 is bereikbaar via de schuifpui. Thematuin 1 is bereikbaar via de buitentrap vanaf thematuin 3 naar beneden. Thematuin 2 is voor de bovengroepen bereikbaar via de interne trap naar de hoofdentree. Vertrouwenspersoon en klachtencoördinator blz. 3/12 Kinderopvang Poppedeintje heeft twee vertrouwenspersonen aangesteld voor zowel de ouders als de beroepskrachten. Een beroepskracht en de eigenaar van het kinderdagverblijf. Er is geconstateerd dat de vertrouwenspersonen onvoldoende onafhankelijk zijn om als vertrouwenspersonen voor ouders en beroepskrachten te fungeren. Kinderopvang Poppedeintje stelt op korte termijn een (nieuwe) onafhankelijke vertrouwenspersoon aan. Bijlage 1, Tekening buitenruimte Amsterdam, 30 april 2014 Met vriendelijke groet, Eva Helder, locatiemanager Jan Westerneng, eigenaar/ manager
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 27-03-2014
12/12