Inspectierapport Kinderopvang Poppedeintje (KDV) Nieuwendammerdijk 349 1023 BK AMSTERDAM Registratienummer: 176939209
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 18-02-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 07-04-2015
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
1/12
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
2/12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 18 februari 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en aan de beroepskracht-kind-ratio. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.
Beschouwing De organisatie en de locatie Kinderopvang Poppedeintje is een kinderdagverblijf met twee baby/dreumesgroepen en twee peutergroepen. De houder is Kinderopvang Poppedeintje B.V. Het kinderdagverblijf is ruim vier jaar open. Dit is het enige kindercentrum van de houder. De eigenaar is over het algemeen op afstand betrokken bij de dagelijkse leiding en voert het algemeen en inhoudelijk management over het kinderdagverblijf. De leidinggevende is dagelijks aanwezig, zij is twee dagen in de week ingeroosterd op een van de groepen en zij is beschikbaar als invalkracht. De overige dagen is de leidinggevende aanwezig op het kantoor dat gevestigd is op de eerste etage van het kindercentrum. De leidinggevende is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en borging van het beleid en zij voert regelmatig overleg met de houder. Vertrouwenspersoon en klachtencoördinator Er zijn twee vertrouwenspersonen aangesteld. Een beroepskracht en de eigenaar van het kinderdagverblijf. Zij zijn de vertrouwenspersonen voor zowel de ouders als de beroepskrachten. Er zijn afspraken vastgelegd over de inhoud van de functie van de vertrouwenspersonen. De beroepskrachten en de ouders zijn ervan op de hoogte dat zij de vertrouwenspersoon kunnen benaderen. De oudercommissie De oudercommissie van Poppedeintje bestaat momenteel uit drie leden. Het streven is om uit vier leden te bestaan waarbij elke groep door een ouder vertegenwoordigd wordt. De oudercommissie verklaart op de hoogte te zijn van het veiligheids-, gezondheids- en pedagogisch beleid. Wijzigingen in het beleid worden aan de oudercommissie voorgelegd. De oudercommissie vergadert twee à drie keer per jaar met de leidinggevende. Zaken die spelen worden tussentijds mondeling overlegd. Hierbij is de afspraak dat zaken direct worden besproken en niet blijven liggen. Op 18 maart 2015 had de toezichthouder een gesprek met de voorzitter van de oudercommissie van kinderdagverblijf Poppedeintje. De oudercommissie waardeert het positieve personeelsbeleid dat eraan bijdraagt dat de beroepskrachten zich vast aan het kindercentrum verbinden. De beroepskrachten zetten een duidelijk dagprogramma en een heldere structuur neer en de oudercommissie vindt dit zeer waardevol. Door het duidelijke dagprogramma zijn de kinderen goed gewend aan het dagritme en volgen zij dit goed. Hierdoor is het voor de kinderen bijvoorbeeld vanzelfsprekend om tussen de middag te gaan slapen. De oudercommissie constateert dat de beroepskrachten veel uiteenlopende activiteiten met de kinderen organiseren: er wordt aan de hand van thema’s geknutseld en er is ‘muziek op de groep’ met een muzikant die een instrument laat horen aan de kinderen. Jaarlijks wordt ook een soort sportdag georganiseerd waarbij medailles uitgedeeld worden en de peutergroepen maken vaak een uitstapje naar het Vliegenbos, het Geitenhuis aan de overkant of naar de speeltuin aan de achterkant van het kinderdagverblijf. De oudercommissie staat positief tegenover de horizontale groepsindeling want hierdoor is de kans op een speelkameraad van dezelfde leeftijd aanzienlijk. Het oudercommissielid vertelt dat de beroepskrachten twee keer per jaar een tienminutengesprek met de ouders voeren over hoe het gaat met het kind. De oudercommissie is tevreden over deze werkwijze en voelt zich hierdoor goed geïnformeerd over de ontwikkeling van het kind.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
3/12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld naar aanleiding van observaties op de groep tijdens het eten en het vrij spelen. Uit deze observaties is gebleken dat er tijdens het inspectiebezoek voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen; dit blijkt ook uit onderstaande voorbeelden: Emotionele veiligheid De kinderen van alle vier de groepen worden door vaste beroepskrachten begeleid waardoor dagelijks voor ieder kind een vast gezicht aanwezig is. Kinderdagverblijf Poppedeintje heeft een wenbeleid opgesteld waardoor de overgang van de babygroep naar de peutergroep geleidelijk verloopt. De jonge peuter brengt voorafgaand aan de plaatsing op de peutergroep enkele keren een bezoekje aan de nieuwe groep en maakt op die manier kennis met de nieuwe beroepskracht en de nieuwe kinderen in de groep. Tijdens het inspectiebezoek is er een nieuwe peuter op de groep die nog niet eerder bij Poppedeintje is opgevangen. De beroepskrachten houden rekening met dit kind door het aantal activiteiten dat die dag wordt ondernomen te beperken zodat het kind niet overprikkeld raakt met te veel indrukken. Persoonlijke competentie Tijdens het inspectiebezoek zitten de beroepskrachten van de babygroep op de grond met enkele kinderen om zich heen. De kinderen worden in de gelegenheid gesteld om de rug te trainen, zich op te duwen, te kruipen of de eerste stapjes te zetten al naar gelang de ontwikkelingsfase van het kind. Hierbij verwoorden de beroepskrachten het ontdekkingsproces. Bij de peutergroep aan tafel waarderen de beroepskrachten en de kinderen elkaars aanwezigheid door te praten met elkaar, naar elkaar te luisteren, plezier te maken en ervaringen te delen. Ieders inbreng draagt bij aan de wederzijdse relatie en interactie. De kinderen op de peutergroep, die met de keukenspullen willen spelen, worden door de beroepskracht aangespoord om de keukenspullen die in een plastic bak opgeborgen staan, te pakken. Daarop beginnen de kinderen de spullen uit de bak te pakken. Wanneer een kind een plastic groente uit de bak pakt, vraagt de beroepskracht: 'Wat is dat?'. Het kind kijkt even naar de groente en zegt dan duidelijk: 'knoflook'. De beroepskracht knikt tevreden en is trots op het kind, dat verdergaat met het uitpakken van de bak. Sociale competentie De beroepskrachten van de babygroep vinden het belangrijk om naar alle kinderen liefde, geborgenheid en rust uit te stralen. Zij vertellen dat het daarom nodig is om zelf rustig te zijn. Zij dragen uit en leven zij voor, dat de inbreng van alle kinderen, en van henzelf, ertoe doet in de groep. Zij leren kinderen om elkaar te accepteren en te respecteren Waarden en normen De beroepskrachten begeleiden het nieuwe kind bij de peutergroep actief bij het leren omgaan met de afspraken op de groep. Ze leggen uit wat er van het kind verwacht wordt en zij vertellen welk gedrag bij welke situatie hoort in termen van 'wat er wèl mag' . Zo vertelt de beroepskracht dat het kind zelf speelgoed mag pakken uit de plastic bakken die in de kast opgeruimd staan. Gebruikte bronnen: - Observatie op de groepen - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de leidinggevende - Pedagogisch beleid Kinderopvang Poppedeintje versie 2013, ontvangen op 1 april 2014 - E-mail van de leidinggevende op 18 maart 2015
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
4/12
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er zijn vier stamgroepen, de babygroepen Groen en Rood vangen per groep maximaal negen kinderen op in de leeftijd van 0 tot 2 jaar oud en de peutergroepen groepen Paars en Roze vangen maximaal veertien kinderen van 2 tot 4 jaar oud. Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. Ieder kind heeft maximaal twee vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Aan het begin van de dag worden de groepen van het souterrain met elkaar samengevoegd en ook de groepen van de begane grond worden dan met elkaar samengevoegd. Beroepskracht-kind-ratio De opvang vindt plaats in vier stamgroepen. Twee babygroepen waarin maximaal negen kinderen worden opgevangen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar en twee peutergroepen waarin maximaal veertien kinderen worden opgevangen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Op elke groep is er een beroepskracht met een vroege dienst en een beroepskracht met een late dienst. De vroege dienst is van 7.30 tot 16.30 uur en de late dienst van 9.30 tot 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren ieder een uur tussen 13.00 en 15.00 uur. Tijdens het inspectiebezoek worden er In de babygroep in het souterrain (Groen) negen kinderen opgevangen door twee beroepskrachten en op de peutergroep in de souterrain (Paars) worden twaalf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In de babygroep op de begane grond (Rood) worden op de dag van het inspectiebezoek negen kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In de peutergroep op de begane grond (Roze) worden negen kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Uit de presentielijsten van week zes tot en met week negen van 2015 en de bijbehorende werkroosters van de beroepskrachten constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten houden op de daglijsten bij hoe laat de kinderen gebracht en gehaald worden. Dit gebeurt niet altijd, maar wel regelmatig waardoor er inzicht is in hoe lang er in de ochtend en in de namiddag afgeweken wordt van de beroepskracht-kind-ratio. Als er al vroeg in de ochtend veel kinderen gebracht worden dan pauzeren de beroepskrachten korter dan een uur zodat er niet langer dan drie uur van de beroepskracht kind-ratio wordt afgeweken. Tijdens het inspectiebezoek constateert de toezichthouder dat het voorkomt dat een van de twee beroepskrachten de groepsruimte verlaat om naar de keuken op de tweede verdieping te gaan. Zij haalt dan fruit, lunch, een fles of zij doet de afwas in de vaatwasser. Op deze momenten wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio op tijden dat het niet is toegestaan. De leidinggevende en de houder hebben naar aanleiding van deze constatering van de toezichthouder direct maatregelen genomen waardoor het aantal momenten waarop het noodzakelijk is om naar de keuken op de tweede verdieping te gaan aanzienlijk is teruggedrongen. De leidinggevende verklaart dat de beroepskrachten de werkzaamheden in de keuken in zo kort mogelijke tijd uitvoeren om zo snel mogelijk weer terug bij de groep te zijn. Wanneer de leidinggevende in de namiddag beschikbaar is, springt zij bij op een drukke groep in als de eerste beroepskracht om 16.30 uur naar huis gaat. Er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof worden de leidinggevende en de beroepskrachten die twee of vier dagen in het kindercentrum werkzaam zijn, ingezet. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is omdat er aan het begin en aan het einde van de dag vier beroepskrachten worden ingezet. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Afschriften verklaringen omtrent het gedrag (ingezien op 18 februari 2015) Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
5/12
- Afschriften diploma's (ingezien op 18 februari 2015 en ontvangen op 23 februari 2015) - Overzicht inzet beroepskrachten van week 6 tot en met 9 van 2015, ontvangen op 23 februari 2015 - Presentielijsten van week 6 tot en met 9 van 2015, ontvangen op 23 februari 2015 - Observatie op de groepen - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de leidinggevende - Pedagogisch beleid Kinderopvang Poppedeintje versie 2013, ontvangen op 1 april 2014 - E-mail van de leidinggevende op 18 maart 2015 - Totale inventarisatie huishoudelijke –of andere werkzaamheden buiten de groepsruimte, ontvangen op 27 februari 2015
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
6/12
Veiligheid en gezondheid De leidingevende draagt er zorg voor dat de beroepskrachten jaarlijks de risico's met betrekking tot veiligheid en gezondheid inventariseren aan de hand van de Gezondheidsmanagement-methode voor de Kinderdagverblijven van het LCHV (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid), versie 2004 en de Veiligheidsmanagement methode voor de kinderdagverblijven van Stichting Consument en Veiligheid, versie september 2004 Hierbij inventariseren de beroepskrachten zelf de risico's met betrekking tot de groepsruimte waar zij werkzaam zijn. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De toezichthouder heeft met de beroepskrachten gesproken over veilig slapen/wiegendood, ventilatie, handhygiëne, de afspraken met betrekking tot de verzorging van de kippen en konijnen en de werkwijze met betrekking tot uitstapjes. Veiligheid De toezichthouder heeft tijdens het inspectiebezoek op het gebied van de veiligheidsrisico's gelet op de kennis en naleving van het protocol veilig slapen/wiegendood. De beroepskrachten vertellen dat zij de kinderen op de rug te slapen leggen en niet terugdraaien wanneer het kind zelf op de buik is gedraaid. Wanneer ouders wensen dat hun kind op de buik te slapen wordt gelegd of wordt ingebakerd, dient dit schriftelijk vastgelegd te worden. De beroepskrachten verklaren dat de temperatuur in de slaapkamer rond de 17 à 18 graden Celsius dient te zijn en dat zij elke tien à twintig minuten in de slaapkamer gaan kijken wanneer er kinderen liggen te slapen. Op de slaapkamers zijn geen thermometers aanwezig waardoor de beroepskrachten niet kunnen zien hoe warm het in de slaapkamers is. Zowel de beroepskrachten als de leidinggevende verklaren dat zij kinderen tot een half jaar altijd op de groep laten slapen. In het protocol veilig slapen/wiegendood dat op 23 februari 2015 aan de toezichthouder is toegestuurd is dit niet opgenomen. De toezichthouder heeft de leidinggevende in de gelegenheid gesteld om dit binnen de onderzoekstermijn aan te passen. Op 27 februari 2015 heeft de toezichthouder het aangepaste protocol ontvangen, waarin is opgenomen dat kinderen tot een half jaar op de groep slapen. De beroepskrachten van de peutergroepen maken regelmatig een uitstapje met de kinderen naar een park of speeltuin in de buurt. Er zijn vaste regels en afspraken omtrent het maken van uitstapjes en uit het gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij daarvan op de hoogte zijn. In het beleid is vastgelegd dat kinderen alleen uitstapjes maken als ouders hiervoor schriftelijk toestemming gegeven hebben. Tevens behelst het protocol een korte werkbeschrijving over hoe te handelen bij een calamiteit. Het is een aandachtspunt dat in het protocol niet opgenomen is dat de beroepskrachten de kinderen tellen, noch hoe de beroepskrachten dienen te handelen als er een kind weg is. Gezondheid De toezichthouder heeft tijdens het inspectiebezoek op het gebied van de gezondheidsrisico's gelet op de handhygiëne en de afspraken met betrekking tot het verzorgen van de kippen en de konijnen. De toezichthouder constateert dat de beroepskrachten de juiste handhygiëne toepassen, een voorbeeld hiervan is dat een beroepskracht de handen wast nadat zij haar neus gesnoten heeft. De beroepskrachten verklaren dat zij gedurende de dag regelmatig hun handen wassen. Dit gebeurt na het snuiten van de eigen neus, na het snuiten van de neus van een kind en na het verschonen van de kinderen en voor het bereiden en nuttigen van voedsel. Bij het verschoonkussen hangt de werkinstructie over de handhygiëne. Wanneer een beroepskracht een kind heeft verschoond, zxet zij eerst het kind op de grond, wast dan haar handen en maakt dan het verschoonkussen schoon. In de buitenruimte van het kindercentrum staan twee hokken met kippen en konijnen. De beroepskrachten van de peutergroepen verklaren dat zij om de dag verantwoordelijk zijn voor het voeren van de dieren. De beroepskrachten verzorgen de kippen vaak samen met een paar kinderen van de peutergroep. Na het voeren van de dieren wassen de beroepskrachten en de kinderen hun handen. Als een van de kippen een ei heeft gelegd dan wordt dit in een aparte doos in de koelkast gelegd, voorzien van een datum. Bij het verschonen van de hokken wordt het vuile hooi en zaagsel in vuilniszakken gedaan en in containers achter het kindercentrum weggegooid. Er zijn afspraken met een dierenarts in de buurt omtrent ziekte en overlijden van een dier. Uit het gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij op de hoogte zijn van de juiste handhygiëne en van het protocol met betrekking tot de verzorging van de kippen en konijnen. De afspraken met betrekking tot de onderwerpen die de toezichthouder heeft onderzocht, zijn vastgelegd in protocollen die de beroepskrachten kunnen inzien op het kantoor op de tweede etage. De beroepskrachten hebben maandelijks een teamoverleg met de leidinggevende waarbij veiligheid en gezondheid aan de orde komen. De aanpassingen die zijn gedaan naar aanleiding van het inspectiebezoek, zijn direct met het team besproken. Poppedeintje heeft in elke ruimte een permanente co2-meter, die is aangesloten op het mechanisch ventilatiesysteem. Zodra de co2-waarden te hoog worden slaat het mechanisch ventilatiesysteem aan en worden de ruimtes extra geventileerd. Daarbij controleert het kindercentrum de co2-waarden handmatig steekproefsgewijs één keer per maand met een geijkte losse meter. Deze waarden worden genoteerd in een overzichtstabel. Uit de handmatige steekproefsgewijze metingen blijkt dat de waardes de norm niet overschrijden. Gebruikte bronnen: Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
7/12
- Inspectiebezoek - Overzicht CO2 metingen januari en februari 2015 (ontvangen op 23 februari 2015) - Protocol wiegedood kinderopvang Poppedeintje, geen versie nummer of datum (ontvangen op 23 februari 2015) - Protocol wiegedood kinderopvang Poppedeintje, versie februari 2015 (ontvangen op 27 februari 2015) - Protocol handhygiëne, geen versie nummer of datum (ontvangen op 4 maart 2015) - Protocol verzorging kippen en konijnen, geen versie nummer of datum (ontvangen op 4 maart 2015) - Protocol uitstapjes, geen versie nummer of datum (ontvangen op 23 februari 2015)
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
8/12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
9/12
Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
10/12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kinderopvang Poppedeintje 000020812507 http://www.poppedeintje.nl 46 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kinderopvang Poppedeintje B.V. Nieuwendammerdijk 349 1023 BK AMSTERDAM 50367374 www.poppedeintje.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. A. Bouman
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
18-02-2015 19-03-2015 07-04-2015 07-04-2015 13-04-2015
: 13-04-2015 :
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
11/12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze GGD inspectie rapport kinderopvang Poppedeintje Registratienummer kinderopvang Poppedeintje 176939209 Datum inspectiebezoek: 18 februari 2015 Datum ontvangst ontwerp-inspectierapport : 26 maart 2015 Datum zienswijze: 2 april 2015 Zie bijlage 1 voor opgenomen gele markeringen in uw tekst 1. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (zie bijlage 1, uw blz. 7/12) toelichting: De slaapkamers hebben geen permanente thermometers. De temperatuur wordt steekproefsgewijs met een “losse” thermometer gecontroleerd. Wij zullen n.a.v. uw opmerking permanente thermometers ophangen in iedere slaapkamer. 2. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (zie bijlage 1, uw blz. 7/12) toelichting: Hoe te handelen bij calamiteiten? Wij hebben wel afspraken gemaakt betreffende ‘het tellen van kinderen “en “hoe te handelen als er een kind weg is”. N.a.v. uw opmerking zullen we bovenstaande onderwerpen verwerken in ons protocol uitstapjes.
Kinderopvang Poppedeintje - Jaarlijks onderzoek 18-02-2015
12/12