Inspectierapport The Kids Company (KDV) Hoogstraat 229 5615PD EINDHOVEN Registratienummer 228047912
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling rapport:
GGD Brabant-Zuidoost Eindhoven 11-12-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 22-01-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 9 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 11 Accommodatie en inrichting ............................................................................................. 14 Ouderrecht .................................................................................................................... 16 Inspectie-items .................................................................................................................. 18 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 25 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 25 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 26
2 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd volledig jaarlijks onderzoek. Beschouwing The Kids Company is een particuliere kinderopvangorganisatie met vestigingen in Eindhoven, Waalre en Breda. The Kids Company Eindhoven is gevestigd aan de Hoogstraat in het Eindhovense stadsdeel Gestel. In het ruim opgezette pand kunnen maximaal 96 kinderen van 0-4 jaar en 60 kinderen van 4-12 jaar (BSO) worden opgevangen. Het kindercentrum is geopend van 7 uur tot 19 uur. De kinderen van de dagopvang zijn verdeeld over 6 verticale groepen met maximaal 16 kinderen van 0-4 jaar. Elke groep heeft zijn eigen groepsruimte, die is ingedeeld met verschillende speelhoeken. Per 2 groepen wordt gebruik gemaakt van één grote slaapkamer met stapelbedjes en videobewaking. 's Morgens worden in de afgescheiden BSO-ruimte in de speelhal extra activiteiten aangeboden aan peuters van 3 jaar in de vorm van "de Peuterochtend". De kinderen verblijven tussen 9.00 uur en 13.30 uur in de hal. De kinderen die gebruik maken van de Peuterochtend vormen zodoende een 7e groep. Aan de achterzijde en de zijkant van het pand bevindt zich een grote, aantrekkelijk ingerichte buitenruimte, met o.a. een groot houten speelhuis "de boomhut", speelzand, weggetjes om te fietsen, voetbalgoaltjes en klimtouwen. The Kids Company Eindhoven heeft het kwaliteitsmerk ‘Groene Kinderopvang’ behaald. Dit komt onder meer voort uit het feit dat men veel aandacht aan de natuur schenkt en men vaak met de kinderen naar buiten gaat. Daarnaast wordt er doorgaans biologische voeding versterkt en drinken de kinderen in plaats van zoete limonade water met vers fruit of thee. The Kids Company heeft als motto "Net zo fijn als thuis" en streeft naar een persoonlijke en professionele aanpak. "Niets is zo rendabel als tijd geïnvesteerd in kinderen" staat op de muur in de grote speelhal. Kenmerkend voor het kindercentrum is verder de stabiliteit in de groepssamenstelling en het team. Inspectiegeschiedenis: In 2012 en 2013 hebben jaarlijks onaangekondigde reguliere onderzoeken plaatsgevonden op het kindercentrum. Hierbij werd steeds geconstateerd dat het kindercentrum (grotendeels) voldeed aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen (Wko). Tijdens het onderzoek in 2013 werden overtredingen geconstateerd op het domein 'Personeel en groepen' m.b.t. een VOG, de beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen. Tijdens een nader onderzoek in augustus 2013 bleken de meeste overtredingen opgelost, echter bleef de overtreding op de beroepskrachtkindratio bestaan, doordat bij de inzet van personeel onvoldoende rekening werd gehouden met de leeftijd van de kinderen. De gemeente Eindhoven heeft hierop gehandhaafd middels een aanwijzing, waarin de houder werd verzocht de overtreding binnen twee weken te beëindigen. Op 14-11-2013 bleek tijdens een onaangekondigd nader onderzoek dat de overtreding was opgelost. Op 24-09-2014 heeft wederom een onaangekondigd jaarlijks onderzoek plaatsgevonden. Er werd één overtreding op het domein 'Personeel en groepen' geconstateerd (m.b.t. schriftelijke toestemming van ouders voor de opvang in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep). Na een aanwijzing van de gemeente Eindhoven bleek tijdens een onaangekondigd nader onderzoek op 31-08-2015 dat de overtreding was opgelost. Huidige inspectie Het huidige onderzoek heeft plaatsgevonden op vrijdag 11-12-2015 en betreft een jaarlijks onderzoek dat tijdens de inspectie van de bso op 10-12-2015 is aangekondigd. Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat: de pedagogische kwaliteit goed is en de beroepskrachten goed op de hoogte zijn van het geldende beleid; de overtredingen m.b.t. het domein 'Personeel en groepen' niet meer voorkomen; 3 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
-
één overtreding m.b.t. het plan van aanpak gezondheid m.b.t. het beleid omgaan met dieren en het medisch handelen na overleg en overreding is opgelost; verder alle items voldoen aan de Wko.
De toezichthouder is tijdens het onderzoek op locatie vriendelijk ontvangen en te woord gestaan door de coördinator en de beroepskrachten. Een aantal documenten zijn ter plaatse ingezien, echter waren niet alle documenten inzichtelijk op locatie. Door misverstanden in de communicatie zijn de opgevraagde documenten later dan afgesproken ontvangen. Het termijn voor overleg en overreding is i.v.m. de kerstvakantie verlengd tot begin januari 2016.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, overdracht van normen en waarden. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het pedagogisch beleidsplan beoordeeld op de inhoud. Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan opgesteld, waarin de voor The Kids Company kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. Alle vereiste onderdelen zijn hierin beschreven. In 2015 is het beleid met betrekking tot omgaan met kinderen van ontwikkelingsproblemen toegevoegd aan het bestaande pedagogisch beleid. Pedagogische praktijk Op vrijdagochtend 11-12-2015 heeft tussen 11.10- 12.30 uur een pedagogische observatie plaatsgevonden op groep 3 en de peuterochtendgroep. Daarnaast is de toezichthouder op elke groep even binnen gelopen. Tijdens de observaties op de groepen is gezien dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de inhoud van het pedagogisch beleid en er wordt in de praktijk gewerkt conform het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de observatie op de groepen is geconstateerd dat wordt voldaan aan de vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. ‘De beroepskrachten reageren (meestal) op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen. De beroepskrachten sluiten (meestal) op een passende wijze aan op de interesse en emotie die individuele kinderen aangeven. Kinderen delen hun ervaringen en emoties graag met (één van) de beroepskrachten.’ Observatie De kinderen voelen zich duidelijk thuis bij elkaar en de beroepskrachten en komen uit zichzelf naar hen toe. De beroepskrachten op de verschillende groepen reageren op de signalen van de kinderen en voeren gesprekjes met hen waarbij naar de inbreng van de kinderen wordt geluisterd en doorgevraagd. Op verschillende groepen is gezien dat de beroepskrachten bij de kinderen op de grond zitten terwijl ze aan het spelen zijn of even rustig de tijd nemen om een baby op schoot te knuffelen en een flesje te geven. 5 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Bjivoorbeeld: Een meisje komt tijdens het buitenspelen naar de beroepskracht toe en vertelt dat ze het niet fijn vindt dat het een beetje regent. De beroepskracht gaat hier op in en stelt voor om een boekje te halen en samen in de boomhut een verhaaltje te gaan lezen. De kinderen reageren enthousiast en klimmen samen in de boomhut. Eén kind blijft rondjes fietsen en zegt: "Ik ga lekker fietsen!" als de beroepskracht hem vraagt of hij ook komt. De beroepskracht respecteert de keuze van het kind en zegt: "O, dat mag hoor, daar had je ook zo’n zin in he." Ontwikkelen persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. ‘De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en –niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. Beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces.’ Observatie De kinderen krijgen activiteiten en spelmateriaal aangeboden op hun eigen niveau. De beroepskrachten moedigen hen aan om iets nieuws te proberen en geven complimenten als het goed lukt. De kinderen kunnen in hun eigen groepsruimte verschillende soorten spelmaterialen, boekjes etc. zelf pakken uit de bakken in de kast. De beroepskrachten sturen hen hier ook in door een bak expliciet uit de kast te pakken en op de grond neer te zetten. Ze verrijken het spel van de kinderen door soms even mee te doen, waarna ze de kinderen weer zelf verder laten spelen. Bijvoorbeeld: In één groep leest de beroepskracht een boekje voor aan de oudste kinderen, terwijl de jongste kinderen slapen. De beroepskracht zit bij de kinderen in de zithoek en stelt vragen: "Hoe heet het kindje in de kribbe ook al weer?" De kinderen zijn vol interesse in het kerstverhaal, wijzen ook naar het stalletje dat in de groepsruimte staat en voeren gesprekjes met de beroepskracht over kerstmis.
Na het eten vraagt de beroepskracht van groep 3: "Willen jullie met de duplo spelen?" De kinderen reageren enthousiast en gaan op de mat zitten rond de bak duplo die de beroepskracht daar neer zet. Ondertussen roept de beroepskracht telkens een kind bij zich om zich om te kleden en voor te bereiden om naar bed te gaan. Ze stimuleert een kind hierbij om zelf haar maillot uit te doen en geeft een compliment als het goed lukt. Het kind mag zelf haar schoenen in haar bakje doen en glimt van trots.
Een kind komt naar de beroepskracht toe met een duplo-paardje. De beroepskracht vraagt: "Wat is dat, X?" Het kind antwoord: "Ppppp". De beroepskracht reageert hierop door te zeggen: "Ja, goed zo X, het is een paardje!" Het kind probeert het woordje na te zeggen. Even later komt het kind weer naar haar toe met een hekje. De beroepskracht die een ander kind aan het verschonen is, reageert hierop door te vragen of die soms voor het paardje is. Het meisje knikt en daarna richt de beroepskracht zich weer op het kind op het verschoonkussen met wie ze een praatje maakt.
Ontwikkelen sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. 'De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken.' Observatie Alle kinderen worden bij het groepsproces betrokken en er vindt veel interactie plaats tussen de kinderen. De beroepskrachten helpen de kinderen hierbij. 6 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Bijvoorbeeld: Tijdens de eet- en drinkmomenten zitten alle kinderen samen aan tafel, ook de baby's worden aangeschoven in een wipstoeltje. Als de kinderen later samen op de mat aan het spelen zijn komt de beroepskracht met een baby op schoot bij hen zitten. Dit is op alle groepen gezien.
Als de kinderen van de peuterochtend naar buiten gaan is één jongen nog niet klaar met zijn plakwerkje. Alle kinderen wachten met naar buiten gaan tot hij klaar is. De beroepskracht benoemt: "Natuurlijk wachten we even tot jij er ook klaar voor bent!"
Overdracht van normen en waarden Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. 'In het beleidsplan staan aanwijzingen voor afspraken, regels en omgangsvormen. Beroepskrachten handelen hiernaar, met ruimte voor eigen inzicht. Zij passen deze in de meeste situaties consequent toe.' Observatie Op elke groep worden de regels op een duidelijke manier toegepast. De afspraken zijn merkbaar bekend bij de kinderen en er heerst rust op de groepen. De beroepskrachten passen de vaste afspraken op een luchtige en flexibele manier toe, waarbij ze aansluiten bij de groep. Bijvoorbeeld:
Alle kinderen zitten tijdens het eten netjes op hun stoel aan tafel. Als de peuters van de peuterochtend naar buiten gaan, spreken ze af dat ze bij het schuurtje gaan staan. Als de kinderen bij de kippen blijven staan vraagt de beroepskracht: "Zullen we even bij het schuurtje gaan staan?" Als hij opmerkt dat de kinderen graag bij de kippen willen blijven zegt hij: "O, de kippen komen naar buiten. Zullen we ze even voeren?" De kinderen krijgen duidelijke instructies over het voeren en houden zich hier ook aan. Daarna gaan de peuters in een rij bij de muur staan. De beroepskracht doet de schuur open en zegt: "Wie dit fietsje wil mag zijn vinger opsteken." Hij geeft het fietsje aan het kind dat als eerste zijn vinger opsteekt en zegt: "Goed zo." Eén kind geeft verbaal aan dat hij ook graag een fietsje wil en rent naar de volgende fiets die wordt aangeboden toe. De beroepskracht herhaalt op vriendelijke toon de afspraak en geeft deze fiets met een complimentje aan het kind dat netjes zijn vinger opsteekt. Als het kind bij een volgend fietsje wel zijn vinger opsteekt, krijgt hij een compliment en een fietsje.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. N. Eekhout (locatie coördinator, 11-12 2015), Dhr. F. Hofsteede (houder, 17-12-2015 telefonisch)) Interview anderen (beroepskrachten op de groep) Observaties (Vrijdag 11-12-2015, 11.10 -14.10 uur*) Website (www.thekidscompany.nl) Pedagogisch beleidsplan (mei 2015, inclusief gedragscode voertaal en beleid omgaan met ontwikkelingsproblemen) * Aanwezig: Groep 1: 11 kinderen (0- 4 jaar) en 2 beroepskrachten Groep 2: 6 kinderen (0-4 jaar) en 1 beroepskracht Groep 3 (11.45- 12.30 uur): 10 kinderen (0-4 jaar) en 2 beroepskrachten 7 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Groep 4: 5 kinderen (0-4 jaar) en 1 beroepskracht Groep 5: 12 kinderen (0-4 jaar) en 1 beroepskracht en 1 PMIO-er Groep 6: 9 kinderen (0-4 jaar) en 1 beroepskracht en 1 PMIO-er Groep peuterochtend (11.10-11.45 uur): 8 kinderen (3-4 jaar) en 1 beroepskracht
8 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd tijdens de observatie. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag De aanwezige personen werkzaam bij de onderneming tijdens de observatie op 11-12-2015, beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (in het kader van de continue screening). Aandachtspunt VOG schoonmaker De schoonmaker die werkzaam was op het kinderdagverblijf tijdens de observatie beschikt niet over een verklaring omtrent het gedrag (VOG). Omdat hij niet in dienst is van The Kids Company en omdat de kwaliteitsmanager op 05-01-2016 aangeeft dat de VOG alsnog is aangevraagd, wordt dit hier alleen als aandachtspunt genoemd. Er zijn geen stagiaires of vrijwilligers werkzaam op deze locatie. Passende beroepskwalificatie Er worden twee pedagogisch medewerkers in ontwikkeling (PMIO-ers) ingezet op deze locatie. Het betreft twee personen met een universitair diploma Pedagogiek, die ieder een eigen bijscholingstraject volgen dat in 2016 zal worden afgesloten met een EVC-procedure (erkenning van de eerder verworven competenties). Zij worden intallig ingezet, maar enkel onder begeleiding van een ervaren beroepskracht. Verder beschikken alle beroepskrachten die tijdens de observatie op 11-12-2015 werkzaam zijn op de groepen over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De kinderen worden opgevangen in 6 vaste stamgroepen van maximaal 16 kinderen van 0-4 jaar. In de praktijk bestaan de groepen uit maximaal 12 kinderen. Broertjes en zusjes worden bij elkaar in de groep geplaatst. 7e stamgroep 'Peuterochtend' De kinderen boven de 3 jaar worden één of enkele vaste ochtenden van 09.00-13.30 uur opgevangen in de hal voor de 'Peuterochtend'. De groep bestaat uit maximaal 8 kinderen uit de verschillende stamgroepen. Hier krijgen de kinderen ontwikkelingsgerichte activiteiten aangeboden ter voorbereiding op school. Er is bewust voor gekozen om op deze groep bso-beroepskrachten in te zetten, zodat de overgang naar de bso vergemakkelijkt wordt. Vanwege de lange tijdsduur van de activiteit en het feit dat er tijdens de Peuterochtend geen plaats voor het kind is vrijgehouden op de eigen stamgroep, wordt de Peuterochtendgroep gezien als aparte stamgroep. De ouders van de betreffende kinderen hebben een akkoordverklaring ondertekend voor de opvang van hun kind in deze extra stamgroep. Vaste gezichten Elke groep heeft 3 vaste beroepskrachten. Er wordt gewerkt met vaste invallers. Op het moment dat de beroepskrachten pauze hebben tussen de middag, worden soms twee naast elkaar gelegen groepen samengevoegd.
9 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
De coördinator en de beroepskrachten geven aan dat het aantal kinderen dat wordt opgevangen de afgelopen maanden is gestegen. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk om groepen samen te voegen i.v.m. het geringe aantal kinderen en zijn alle groepen dagelijks geopend. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van december 2015 en de interviews en observaties op de groepen blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet op de verschillende stamgroepen. De coördinator geeft aan dat zij de rekentool www.1ratio.nl gebruikt om in twijfel gevallen te controleren of er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Er zijn altijd minimaal 2 beroepskrachten in het pand aanwezig, daarom is geen aparte achterwachtregeling noodzakelijk. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal op de dagopvang is Nederlands. Het pedagogisch beleid bevat een gedragscode m.b.t. het gebruik van de Engelse taal als voertaal, indien de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt. Hierin staat beschreven dat in uitzonderingsgevallen de Engelse taal ter ondersteuning en ter verduidelijking kan worden gebruikt, in gevallen waarbij het kind de Nederlandse taal (nog) niet of (nog) onvoldoende beheersen. Iedere zin wordt dan in beide talen naar de kinderen gecommuniceerd. De beroepskrachten handelen overeenkomstig deze door de houder vastgestelde gedragscode. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. N. Eekhout (locatie coördinator, 11-12 2015), Dhr. F. Hofsteede (houder, 17-12-2015 telefonisch)) Interview anderen (beroepskrachten op de groep) Observaties (Vrijdag 11-12-2015, 11.10 -14.10 uur*) Website (www.thekidscompany.nl) Verklaringen omtrent het gedrag (9 beroepskrachten, 2 PMIO-ers) Diploma's beroepskrachten (9 beroepskrachten) Ontwikkelplan PMIO (2 PMIO-ers) Presentielijsten (december 2015) Personeelsrooster (december 2015) Pedagogisch beleidsplan (mei 2015, inclusief gedragscode voertaal en beleid omgaan met ontwikkelingsproblemen) * Aanwezig: Groep 1: 11 kinderen (0- 4 jaar) en 2 beroepskrachten Groep 2: 6 kinderen (0-4 jaar) en 1 beroepskracht Groep 3 (11.45- 12.30 uur): 10 kinderen (0-4 jaar) en 2 beroepskrachten Groep 4: 5 kinderen (0-4 jaar) en 1 beroepskracht Groep 5: 12 kinderen (0-4 jaar) en 1 beroepskracht en 1 PMIO-er Groep 6: 9 kinderen (0-4 jaar) en 1 beroepskracht en 1 PMIO-er Groep peuterochtend (11.10-11.45 uur): 8 kinderen (3-4 jaar) en 1 beroepskracht 10 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten inzake het beleid veiligheid en gezondheid. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis bij de beroepskrachten over de inhoud van de meldcode. Het vierogenprincipe is in de praktijk gecontroleerd op uitvoering in de praktijk. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn in (juni 2015) door de groepshoofden uitgevoerd in alle, voor kinderen, toegankelijke ruimtes. De coördinator heeft de risicoinventarisaties en actieplannen uitgewerkt. Hierbij is gebruik gemaakt van een eigen model, waarbij bij elk risico ('ongeval' genoemd) een 'urgentiecode' en een 'beargumentering inventarisatie' wordt genoemd. In deze laatste kolom wordt beschreven welke maatregelen zijn genomen om het risico te minimaliseren. Hierbij wordt soms verwezen naar een apart actieplan of naar het handboek Beleid en Kwaliteit, waarin de standaard formulieren en afspraken zijn terug te vinden. In de algemene vergadering van 21-09-2015 zijn de actiepunten besproken. De beroepskrachten lezen jaarlijks het beleid m.b.t. veiligheid en gezondheid, het pedagogisch beleid en de meldcode kindermishandeling door en zetten hun handtekening op een aftekenlijst. De coördinator legt uit dat de beroepskrachten jaarlijks worden getoetst op hun kennis m.b.t. de inhoud van deze documenten. Aandachtspunt risico's sanitaire ruimte De risico's in de sanitaire ruimte zijn voor één ruimte geïnventariseerd, in plaats van voor allebei. Omdat de coördinator, die de risico's in deze ruimten heeft geïnventariseerd, aangeeft dat zij dit wel in beide ruimten heeft gedaan, wordt dit hier beoordeeld als een fout in de digitale verwerking van de uitgevoerd inventarisatie en daarom alleen als aandachtspunt genoemd. Plan van aanpak gezondheid niet compleet Het plan van aanpak gezondheid voldoet niet op de volgende twee punten: 1. De maatregelen die genomen worden om de gezondheidsrisico’s, m.b.t. het houden van dieren te minimaliseren, zijn niet allemaal terug te vinden in het beleid. Bijvoorbeeld: - de kinderen mogen niet zelf bij kippen, maar alleen onder begeleiding van een beroepskracht en met 2 tegelijk; - de kippen worden gevoerd door het hek en eten niet uit de hand; - het voer wordt bewaard in een afgesloten ton, in het schuurtje; - de ongedierte bestrijding heeft in najaar een controle uitgevoerd. 2. Er is onvoldoende samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en maatregelen om deze te minimaliseren m.b.t. medisch handelen (sondevoeding en medicatie via de maagsonde toedienen). Het risico is namelijk wel genoemd ("kind wordt ondeskundig medisch behandeld door personeel"), maar de beschreven maatregel voldoet niet om de risico's te minimaliseren(er staat namelijk: alle medewerkers hebben een cursus kinder-EHBO en er is altijd een BHVer aanwezig/ groepshoofd houdt het dossier actueel) Er is geen bekwaamheidsverklaring aanwezig van de medewerkers die sondevoeding/medicatie toedienen, bij een dreumes op groep 3. Het toedienen van voeding en medicatie via een neus-maagsonde is een medische handeling, die onder de wet BIG valt en alleen mag worden uitgevoerd door mensen die daartoe bevoegd en bekwaam zijn. De mantelzorgers van een kind mogen deze 11 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
handelingen uitvoeren, mits zij hiertoe bekwaam zijn verklaard en hierbij kunnen terugvallen op medische ondersteuning. Twee vaste beroepskrachten op The Kids Company zijn door Zuidzorg getraind om de handeling uit te voeren en voeden het kind dagelijks bij via de sonde. Ook krijgt het kind momenteel medicatie toegediend via de sonde. Er is een zorgcontract en een verklaring voor het toedienen van medicatie (ondertekend door de ouders) aanwezig. Tijdens de observatie wordt de handeling volgens protocol uitgevoerd door één vast beroepskrachten. Overtreding m.b.t. plan van aanpak opgelost na overleg en overreding In het kader van overleg en overreding heeft de houder op 18-12-2015 en 05-01-2016 een nieuwe versie van het beleid m.b.t. het houden van dieren aangeleverd. De nieuwste versie van het beleid voldoet aan de voorwaarden. Ook is op 18-12-2015 een bekwaamheidsverklaring voor het toedienen van sondevoeding overlegd en geeft de kwaliteitsmedewerker aan dit op te nemen in het beleid medisch handelen. De overtreding is opgelost. Uitvoering beleid veiligheid en gezondheid Tijdens het bezoek is geconstateerd dat de beroepskrachten zeer goed op de hoogte zijn van het beleid en dit ook in de praktijk strikt naleven. Bijvoorbeeld: - na elke verschoning wordt het aankleedkussen gereinigd en de handen gewassen; - de kinderen hebben ieder eigen beddengoed; - borstvoeding wordt in de koelkast bij 4 graden Celsius bewaard; - kinderen die met een tuigje in de stoel vastzitten zijn nooit zonder toezicht. Registratie ongevallen Ongevallen worden geregistreerd en doorgestuurd naar de teamleider. Er vindt jaarlijks een evaluatie van de geregistreerde ongevallen plaats. Op 08-12-2015 heeft een onaangekondigde brandoefening plaatsgevonden, die de hoofd-BHV-er heeft georganiseerd en geëvalueerd met de beroepskrachten. Het verslag hiervan hangt in de spreek-/teamkamer ter inzage, alsmede de notulen van de meest recente teamoverleggen. De beroepskrachten geven aan dat het ontruimen 2x per jaar geoefend wordt.
Meldcode kindermishandeling The Kids Company hanteert een meldcode kindermishandeling afgeleid van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de branche kinderopvang (Brancheorganisatie kinderopvang 1 juli 2013). Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij weten welke stappen zij moeten nemen bij een vermoeden en op welke signalen ze kunnen letten. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Hiertoe zijn bij The Kids Company de volgende maatregelen genomen: Alle groepen zijn voorzien van glas in de deuren of hebben glas naast de deur, waardoor er zicht is vanaf de gang op groep; Vanuit de buitenruimte kan alle groepsruimten ingekeken worden en andersom, door de grote ramen; Alle slaapkamers zijn voorzien van een camera, hierdoor is er vanuit de groepen altijd toezicht op de slaapkamers; De groepen zijn allemaal voorzien van een tussendeur, waardoor collega’s makkelijk in en uit kunnen lopen. Deze deuren worden open gezet op het moment dat een collega alleen op de groep aanwezig is;
12 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
De deuren van de groepsruimtes bij The Kids Company kunnen niet op slot; collega’s kunnen dus te allen tijde binnen lopen. Ook de verschoon- en toiletruimtes voor de kinderen van 0-4 zijn voorzien van deuren met glas en kunnen niet op slot; Te allen tijde, dus ook bij het openen en sluiten zijn er altijd minimaal twee collega’s in het pand aanwezig en lopen ouders in en uit om hun kind te brengen of te halen. Vaak worden groepen ook samengevoegd op deze tijden; Tijdens pauzes worden de tussendeuren open gezet; De coördinator of teamleider komt regelmatig op onaangekondigde tijden op de groepen. Bij uitstapjes zijn altijd minimaal 2 volwassenen aanwezig.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. N. Eekhout (locatie coördinator, 11-12 2015), Dhr. F. Hofsteede (houder, 17-12-2015 telefonisch)) Observaties (Vrijdag 11-12-2015, 11.10 -14.10 uur*) Risico-inventarisatie veiligheid (juni 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (juni 2015) Actieplan veiligheid (juni 2015) Actieplan gezondheid (juni 2015) Ongevallenregistratie Veiligheidsverslag (juni 2015) Gezondheidsverslag (juni 2015) Huisregels/groepsregels (juni 2015) Meldcode kindermishandeling (juli 2013) Pedagogisch beleidsplan (mei 2015, inclusief gedragscode voertaal en beleid omgaan met ontwikkelingsproblemen) Notulen teamoverleg (21-09-2015, algemeen overleg) Handboek Beleid en Kwaliteit, 2015 Aftekenlijst 'beleid gelezen', ingezien ter plaatse op 11-12-2015 Beleid omgaan met dieren , versie 2 (ontvangen 05-01-2016) Bekwaamheidsverklaring medisch handelen (17-12-2015)
13 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten.
Binnenruimte Het kinderdagverblijf heeft 6 vrijwel identieke, aan elkaar geschakelde groepsruimtes. Het oppervlak van iedere groepsruimte is 56 m2. Op grond van de registratie in het Landelijk Register Kinderopvang (96 kindplaatsen) wordt er van uitgegaan dat er maximaal 16 kinderen per groep kunnen worden geplaatst. Bij een bezetting van 16 kinderen is er 3.5 m2 vloeroppervlak per kind beschikbaar. In de praktijk worden maximaal 12 kinderen per groep opgevangen. Inrichting groepsruimten De inrichting van de groepsruimtes is afgestemd op de leeftijd van de kinderen. Elke groep beschikt over een eigen verschoonmeubel in de groepsruimte of in de naastgelegen sanitaire ruimte, een keukenblok, een bureau, een hoge dubbele box, een huishoek, een grote mat op de grond en een bank. Er is laag meubilair aanwezig, zodat de kinderen zelf op stoeltjes aan tafel kunnen eten en knutselen. Elke groep heeft een kast met bakken, waaruit de kinderen zelf speelgoed, zoals plastic diertjes, duplo, boekjes of keukenspulletjes kunnen pakken. Voorleesboeken, knutselspullen en puzzels zijn hoger in de kast opgeborgen. Er is veel ruimte om vrij te bewegen. Extra oppervlakte speelhal Op momenten dat de bso niet aanwezig is kan ook gebruikt gemaakt worden van de centraal gelegen speelhal. Het totale oppervlak van de hal bedraagt 209 m². In de speelhal is door middel van een half hoge houten afscheiding een extra groepsruimte gecreëerd, die tussen 09.00 en 14.00 uur gebruikt wordt door de groep van 'de Peuterochtend’. Deze ruimte wordt 's middags en in de vakanties door de bso gebruikt. De ruimte is ingericht met een tafel en stoelen en er is veel spel- en knutselmateriaal binnen het bereik van de kinderen aanwezig. De speelhal is ingericht met een houten klim-en glijtoestel en er is veel ruimte om met de binnen fietsjes te rijden. Er zijn twee sanitaire ruimten aanwezig, waarvan één met 4 peutertoiletjes en 4 grote verschoonplaatsen met douchekranen en één met 2 peutertoiletjes en een verschoontafel. Slaapruimten Er zijn 3 slaapkamers met ieder 17 bedjes. Iedere slaapkamer wordt door 2 groepen gebruikt en gecontroleerd door camera's met een groot beeldscherm op elke groep.
Buitenspeelruimte Er is ruim voldoende buitenspeelruimte aanwezig per kind, namelijk 12 m² per kind (3 m² vereist). De buitenruimte wordt ook door de buitenschoolse opvang gebruikt. Oppervlakte buitenruimte 1900 m²
Aantal kindplaatsen 96 dagopvang en 60 bso= 156
Oppervlakte per kind 12 m²
De grote, groene buitenruimte is vanuit elke groepsruimte direct toegankelijk via een buitendeur met een hekje en vanuit elke groepsruimte kan via een groot raam de volledige omheinde buitenruimte in gekeken worden.
14 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
De buitenruimte is avontuurlijk ingericht met veel bomen, een grote afgedekte zandbak, betegelde weggetjes om te fietsen, een groot houten speelhuis op palen met glijbanen, die de boomhut wordt genoemd, een trapveldje, een grote klimmuur van touwen, een schommel, duikelrekken en bankjes. Ook is er een groot kippenhok met 4 kippen en een konijnenhok met een konijn aanwezig. De buitenspelmaterialen zijn opgeslagen in een houten schuur. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. N. Eekhout (locatie coördinator, 11-12 2015), Dhr. F. Hofsteede (houder, 17-12-2015 telefonisch)) Interview anderen (beroepskrachten op de groep) Observaties (Vrijdag 11-12-2015, 11.10 -14.10 uur*) Pedagogisch beleidsplan (mei 2015, inclusief gedragscode voertaal en beleid omgaan met ontwikkelingsproblemen)
15 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Ouderrecht Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert inzake het beleid. Tevens is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum.
Informatie De houder informeert ouders via: Het intakegesprek Nieuwsbrieven (Kidsfacts, 4 x per jaar, de meest recente hangt in de groepsruimte) De vernieuwde website: www.thekidscompany.nl Email, Instagram en Facebook (sfeer foto's zonder herkenbare kinderen) Whatsapp-berichtjes, hiertoe hebben elke twee groepen een smartphone waarmee de ouders van de kinderen van die groepen persoonlijke berichtjes ontvangen over hun kind, zoals een foto van een eerste knutselwerkje. Verder worden ouders aangemoedigd om verbeterpunten aan te dragen via speciale formulieren. De wijziging van het voedingsbeleid, waardoor de kinderen bijvoorbeeld water met vers fruit krijgen aangeboden i.p.v. limonade is een voorbeeld van een verbeteridee dat bij de ouders vandaan komt en is doorgevoerd. Inspectierapport op de website De twee meest recente inspectierapporten zijn in te zien via de website van de houder. Oudercommissie Er is een oudercommissie actief met 3 leden. Eén of twee keer per jaar wordt er vergaderd. De houder en de coördinator van de vestiging zijn hierbij aanwezig. Leden van de oudercommissie hebben daarnaast regelmatig telefonisch en mondeling contact met elkaar en met de houder. De oudercommissie werkt volgens een reglement, waarin alle vereiste onderdelen worden genoemd. In 2015 is de oudercommissie o.a. betrokken bij wijzigingen m.b.t. voedingsbeleid, de prijsstijging en het pedagogisch beleid. De houder geeft aan dat het contact met de oudercommissie goed is en dat steeds is ingestemd met het beleid dat de houder voert. De voorzitter van de oudercommissie geeft tijdens een telefonisch interview aan "extreem tevreden te zijn over The Kids Company". Klachten The Kids Company is aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK) en bij de klachtenkamer oudercommissie van de SKK. Op 09-02-2015 is het klachtenjaarverslag 2014 ontvangen door de GGD. Er zijn geen externe klachten ingediend bij de SKK en de klachtenkamer kinderopvang. Per 01-01-2016 is de houder aangesloten bij de nieuwe landelijke geschillencommissie kinderopvang.
Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (telefonisch interview Mw. van Diermen (voorzitter oudercommissie, 08-01-2016)) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. N. Eekhout (locatie coördinator, 11-12 2015), Dhr. F. Hofsteede (houder, 17-12-2015 telefonisch)) 16 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Interview anderen (beroepskrachten op de groep) Observaties (Vrijdag 11-12-2015, 11.10 -14.10 uur*) Website (www.thekidscompany.nl) Klachtenregeling (SKK, www.klachtkinderopvang.nl) Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (ontvangen 09-02-2015) Klachtenregeling oudercommissie (Klachtenkamer oudercommissie (SKK), www.klachtenkamer.nl) Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie (ontvangen 09-02-2015)
17 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
18 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden, overeenkomstig de voorwaarden in de cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
19 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
20 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
21 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
22 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent de werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
23 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
24 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
The Kids Company http://www.thekidscompany.nl 96 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : : :
The Kids Company B.V. Hoogstraat 229 5615PD EINDHOVEN www.thekidscompany.nl 17113794 Ja
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Wendy Canters
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Eindhoven : Postbus 90150 : 5600RB EINDHOVEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
11-12-2015 08-01-2016 22-01-2016 22-01-2016 22-01-2016
: 12-02-2016
25 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De beleidsmedewerker heeft op 22-01-2016 per email laten weten akkoord te gaan met de inhoud van dit rapport. Er volgt geen aparte zienswijze.
26 van 26 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Inspectierapport The Kids Company (BSO) Hoogstraat 229 5615PD EINDHOVEN Registratienummer 140599800
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling rapport:
GGD Brabant-Zuidoost Eindhoven 10-12-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 22-01-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 11 Inspectie-items .................................................................................................................. 13 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 17 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 17 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 18
2 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van risico-gestuurd onderzoek en richt zich op de domeinen 'Pedagogisch klimaat', 'Personeel en groepen' en 'Veiligheid en gezondheid'. Beschouwing The Kids Company is een particuliere kinderopvangorganisatie met vestigingen in Eindhoven, Waalre en Breda. The Kids Company Eindhoven is gevestigd aan de Hoogstraat in het Eindhovense stadsdeel Gestel. In het ruim opgezette pand kunnen maximaal 96 kinderen van 0-4 jaar en 60 kinderen van 4-12 jaar (BSO) worden opgevangen. Het kindercentrum is geopend van 7 uur tot 19 uur. De buitenschoolse opvang (BSO) vindt plaats in drie groepen, die elk een vaste ruimte gebruiken. Groep 1 en 2 bestaan elk uit maximaal 20 kinderen van 4-8 jaar en groep 3 uit maximaal 10 kinderen van 8-12 jaar. Groep 1 en 2 hebben ieder hun eigen hoek in de centrale hal. Groep 3 "The Club" heeft een eigen unit in de tuin. De kinderen worden door beroepskrachten met eigen auto’s opgehaald van 9 verschillende basisscholen in Eindhoven. De beroepskrachten brengen kinderen ook naar hun sportclubs. De beroepskrachten zijn herkenbaar door hun bedrijfskleding. Aan de achterzijde en de zijkant van het pand bevindt zich een grote, aantrekkelijk ingerichte buitenruimte, met o.a. een groot houten speelhuis "de boomhut", speelzand, voetbalgoaltjes en klimtouwen. The Kids Company Eindhoven heeft het kwaliteitsmerk ‘Groene Kinderopvang’ behaald. Dit komt onder meer voort uit het feit dat men veel aandacht aan de natuur schenkt en men vaak met de kinderen naar buiten gaat. Daarnaast wordt er doorgaans biologische voeding versterkt en drinken de kinderen in plaats van zoete limonade water met vers fruit of thee. The Kids Company heeft als motto "Net zo fijn als thuis" en streeft naar een persoonlijke en professionele aanpak. "Niets is zo rendabel als tijd geïnvesteerd in kinderen" staat op de muur in de grote speelhal. Kenmerkend voor het kindercentrum is verder de stabiliteit in de groepssamenstelling en het team. Inspectiegeschiedenis: In 2012, 2013 en 2014 hebben jaarlijks onaangekondigde reguliere onderzoeken op kernelementen plaatsgevonden op de bso. Hierbij werd steeds geconstateerd dat de getoetste elementen voldeden aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen (Wko). Huidige inspectie Het huidige onderzoek heeft plaatsgevonden op donderdagmiddag 10-12-2015 en betreft wederom een onaangekondigd jaarlijks onderzoek op kernelementen uit de domeinen 'Pedagogisch klimaat', 'Personeel en groepen' en 'Veiligheid en gezondheid'. Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat: de pedagogische kwaliteit goed is en de beroepskrachten goed op de hoogte zijn van het geldende beleid; één overtreding m.b.t. het plan van aanpak gezondheid m.b.t. het beleid omgaan met dieren na overleg en overreding is opgelost; één overtreding m.b.t. de beroepskracht-kindratio is opgelost na overleg en overreding. Basisgroepen 1 en 2 zijn opnieuw ingedeeld en tijdens een tweede bezoek op locatie op 07-012016 blijkt dat nu wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio de getoetste kernelementen voldoen aan de Wko. De toezichthouder is tijdens het onderzoek op locatie vriendelijk ontvangen en te woord gestaan door de coördinator en de beroepskrachten. Een aantal documenten zijn ter plaatse ingezien, echter waren niet alle documenten inzichtelijk op locatie. De toezichthouder is tijdens het onderzoek op locatie vriendelijk ontvangen en te woord gestaan door de coördinator en de beroepskrachten. Een aantal documenten zijn ter plaatse ingezien, echter waren niet alle 3 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
documenten inzichtelijk op locatie. Door misverstanden in de communicatie zijn de opgevraagde documenten later dan afgesproken ontvangen. Het termijn voor overleg en overreding is i.v.m. de kerstvakantie verlengd tot begin januari 2016. Op 08-01-2016 heeft een telefonisch interview met de voorzitter van de oudercommissie plaatsgevonden, waaruit wordt geconcludeerd dat de oudercommissie zeer tevreden is over de kwaliteit van de opvang.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein is tijdens deze inspectie alleen de pedagogische praktijk beoordeeld. De volgende pedagogische basisdoelen zijn geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk Op donderdagmiddag 10-12-2015 (15.40-17.10 uur) een pedagogische observatie op de 3 basisgroepen van de bso plaatsgevonden. Tijdens de observaties op de groepen is gezien, dat wordt voldaan aan de vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Het pedagogisch beleidsplan is bekend bij de beroepskrachten en wordt in de praktijk uitgevoerd. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk (januari 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de emotionele veiligheid gewaarborgd wordt doordat: elk kind bij binnenkomst persoonlijk wordt begroet. De beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier en kennen de kinderen duidelijk goed. de beroepskrachten gesprekjes hebben met de kinderen, waarbij beiden aan de voortgang en inhoud van het gesprek bijdragen. Ook twee kinderen die de Nederlandse taal nog niet goed beheersen, worden in de gesprekjes betrokken, door af en toe extra uitleg te geven in het Engels, om daarna weer te vervolgen in het Nederlands de beroepskrachten sensitief en responsief reageren naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Zo buigt een beroepskracht bij een kind neer dat verdrietig aan tafel zit en laat ze haar even haar verhaal doen, waarna het kind weer blij gaat spelen en gaat een andere beroepskracht meteen naar een kind dat gevallen is toe, tilt hem op, troost hem en vraagt wat er precies is gebeurd. er een programma is met routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast aan de kinderen. er een aangename sfeer in de groep is. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. de kinderen op hun opvangdagen altijd te maken hebben met vaste beroepskrachten en een vaste basisgroep, waarvan de meeste kinderen ook meerdere dagen per week aanwezig zijn. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. 5 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de persoonlijke competentie gewaarborgd wordt doordat: de kinderen de mogelijkheid hebben om te ontspannen en/of schooldrukte af te reageren, bijvoorbeeld door na binnenkomst eerst even buiten te gaan spelen of rond te fietsen in de speelhal en daarna aan tafel te gaan om iets te eten en drinken of door lekker op de bank te hangen in de Club. het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten, waaraan de kinderen vrij zijn wel of niet deel te nemen. De kinderen hebben er plezier en zin in. Een groepje kinderen maakt bijvoorbeeld een kerstknutselwerkje, waarbij kleurtjes aan een nummer zijn gekoppeld, andere kinderen spelen buiten samen buskruit en een paar oudere kinderen doet in de Club een spel op de WII. Het programma voor de kerstvakantie hangt op een poster in de hal. Er zijn aantrekkelijke activiteiten gepland als worstenbroodjes bakken, levende kerststal, een winterboswandeling en schaatsen. er veel verschillende soorten spel- en knutselmaterialen aanwezig zijn, zoals spellen, constructiematerialen zoals knex en kapla, rolschaatsen, verkleedkleren en boeken, die de kinderen zelf mogen pakken. Ook biedt de groene buitenruimte, waar ook dieren worden gehouden genoeg uitdaging voor de bso-kinderen, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van klimtouwen en een voetbalveldje. kinderen ook persoonlijk om feedback wordt gevraagd, door middel van het invullen van de vragenlijst "welbevinden". Een meisje van 8 geeft hierin bijvoorbeeld aan wat ze erg leuk vindt op de bso. de kinderen ook de mogelijkheden krijgen om hun eigen hobby's of sport buiten de bso te kiezen, doordat de beroepskrachten de kinderen naar bijvoorbeeld hun sportclub of muzieklessen brengen en eventueel ophalen. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de sociale competentie gewaarborgd wordt doordat: de beroepskrachten zich inzetten voor een positieve sfeer in de groep. Zo is er veel aandacht besteed aan een stijlvolle kerstversiering, worden er grapjes gemaakt, zijn de beroepskrachten behulpzaam en hebben ze zorg en aandacht voor alle kinderen. de kinderen deel uit maken van de groep en kennen elkaar. Ze komen vanaf ongeveer 14.45 uur telkens in groepjes binnen, nadat ze door één van de beroepskrachten zijn opgehaald uit school. Als iedereen binnen is (rond 16.00 uur) gaan alle kinderen in hun eigen basisgroep aan tafel, waarbij ze samen iets eten en drinken. De beroepskrachten maken het fruit klaar en schenken water met vers fruit voor de kinderen in, waarbij gezellige gesprekjes worden gevoerd. er wordt rekening gehouden met de behoeften van oudere kinderen om een eigen plekje te hebben. De kinderen onder de 8 jaar mogen niet in hun 'Club'-gebouw komen. Overdracht van normen en waarden Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de overdracht van normen en waarden wordt gewaarborgd doordat: de regels worden uitgelegd en op een respectvolle manier worden herhaald als twee kinderen die nieuw zijn op de bso, tijdens het eten van tafel gaan. de kinderen worden aangesproken op gedrag dat niet gewaardeerd wordt. Als een paar kinderen die buiten aan het spelen zijn een aantal keer op de muren van het Clubhuis bonken en niet reageren als de beroepskracht vraagt of ze kunnen stoppen, gaat de beroepskracht naar buiten en heeft een gesprekje met hen over het gedrag. Daarna speelt 6 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
bij buiten een potje buskruit met ze mee in de schemering, waarbij ze allemaal duidelijk veel plezier hebben.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. N. Eekhout (locatie coördinator, 11-12 2015), Dhr. F. Hofsteede (houder, 17-12-2015 telefonisch)) Interview anderen (beroepskrachten op de groep) Observaties (Donderdag 10-12-2015 15.40 -17.10 uur* en donderdag 07-01-2016 (16.35 16.45 uur)**) Website (www.thekidscompany.nl) Pedagogisch beleidsplan (mei 2015 (inclusief gedragscode voertaal)) Notulen teamoverleg (21-09-2015 ter plaatse ingezien) * Aanwezig: Groep 1: 16 kinderen (4- 8 jaar) en 2 beroepskrachten Groep 2: 6 kinderen (4- 8 jaar) en 1 beroepskracht Groep 3: 7 kinderen (8- 12 jaar) en 1 beroepskracht
7 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio en de basisgroepen zijn gecontroleerd tijdens de observatie. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag De aanwezige personen werkzaam bij de onderneming tijdens de observatie op 10-12-2015, beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (in het kader van de continue screening). Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die aanwezig zijn tijdens de observatie op 10-12-2015 beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Er worden geen stagiaires of vrijwilligers ingezet. Opvang in groepen De kinderen worden opgevangen in 3 vaste basisgroepen: Groep: Groep 1 (grote tafel in hal) Groep 2 (ruimte peuterochtend in hal) Groep 3 (Club-huis in de tuin)
Aantal kindplaatsen: 20 (4-8 jaar)
Maximaal aantal kinderen aanwezig in de praktijk: 15
20 (4-8 jaar)
12
20 (8-12 jaar)
10
Op woensdag- en vrijdagmiddag worden groep 1 en 2 samengevoegd. Indien een kind een extra dagdeel wordt opgevangen en er geen plaats is in zijn eigen basisgroep, wordt hij alleen met schriftelijke toestemming van de ouders in een tweede basisgroep geplaatst. Elke groep heeft zijn eigen vaste beroepskrachten. Er is de afgelopen jaren geen personeelsverloop geweest op de bso, waardoor er sprake is van een zeer stabiele omgeving voor de kinderen. Beroepskracht-kindratio Op maandag- en dinsdagmiddag wordt structureel 1 beroepskracht te weinig ingezet op groep 2. Door de groei van het aantal kinderen is de groepsgrootte van groep 2 op deze middagen 12 -15 kinderen, waardoor 2 beroepskrachten moeten worden ingezet i.p.v. 1. De beroepskrachten geven aan dat ze bij het roosteren het aantal kinderen van groep 1 en 2 bij elkaar optellen en op het totaal aantal kinderen minimaal 1 beroepskracht op 10 kinderen inzetten. Er wordt niet conform de Wko gewerkt, omdat de Wko voorschrijft dat het beroepskrachtkindratio per basisgroep moet worden berekend.
8 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Bijvoorbeeld op dinsdagen in december: Groep 1 2 3
Aantal kinderen aanwezig 15 15 10
Aantal beroepskrachten ingezet 2 1 1
Aantal beroepskrachten vereist 2 2 1
Overtreding opgelost na overleg en overreding In het kader van overleg en overreding heeft de houder gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de groepsindeling aan te passen, waardoor de beroepskracht-kindratio kloppend wordt. Op 04-012016 is een nieuwe groepsindeling ontvangen en op 07-01-2016 is tijdens een tweede bezoek op locatie vastgesteld dat de overtreding is opgelost. De kinderen en vaste beroepskrachten van groep 1 en 2 zijn nu zo ingedeeld dat niet meer wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Bijvoorbeeld dinsdag 05-01-2016: Groep 1 2 3
Aantal kinderen aanwezig 19 10 10
Aantal beroepskrachten ingezet 2 1 1
Aantal beroepskrachten vereist 2 1 1
Voorschoolse opvang Er vindt dagelijks voorschoolse opvang plaats. Hiervan maken gemiddeld 5 kinderen per dag gebruik. De kinderen worden vanaf 07.00 uur opgevangen door de bso-beroepskracht die de peutergroep die dag draait en naar de verschillende basisscholen gebracht, die om 08.30 uur starten. Hierbij worden ook de beroepskrachten die kantoortaken hebben ingezet. Achterwacht Er zijn altijd minimaal 2 beroepskrachten aanwezig in het pand tussen 07.00 en 19.00 uur. Er wordt aan het einde van de dag niet afgeweken van de beroepskracht-kindratio, omdat alle bsoberoepskrachten minimaal tot 18.00 uur aanwezig zijn. Afhankelijk van het aantal aanwezige bsokinderen draaien de andere beroepskrachten diensten tot 18.30 en 19.00 uur. Daarom is geen aparte achterwacht regeling noodzakelijk. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal op de dagopvang is Nederlands. Het pedagogisch beleid bevat een gedragscode m.b.t. het gebruik van de Engelse taal als voertaal, indien de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt. Hierin staat beschreven dat in uitzonderingsgevallen de Engelse taal ter ondersteuning en ter verduidelijking kan worden gebruikt, in gevallen waarbij het kind de Nederlandse taal (nog) niet of (nog) onvoldoende beheersen. Iedere zin wordt dan in beide talen naar de kinderen gecommuniceerd. De beroepskrachten handelen overeenkomstig deze door de houder vastgestelde gedragscode. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (telefonisch interview Mw. van Diermen (voorzitter oudercommissie, 08-01-2016)) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. N. Eekhout (locatie coördinator, 11-12 2015), Dhr. F. Hofsteede (houder, 17-12-2015 telefonisch)) Interview anderen (beroepskrachten op de groep) Observaties (Donderdag 10-12-2015 15.40 -17.10 uur* en donderdag 07-01-2016 (16.35 16.45 uur)**) Verklaringen omtrent het gedrag (4 beroepskrachten) Diploma's beroepskrachten (4 beroepskrachten) Presentielijsten (December 2015 ter plaatse ingezien, 1e week januari 2016) 9 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Pedagogisch beleidsplan (mei 2015 (inclusief gedragscode voertaal)) * Aanwezig 10-12-2015: Groep 1: 16 kinderen en 2 beroepskrachten Groep 2: 6 kinderen en 1 beroepskracht Groep 3: 7 kinderen en 1 beroepskracht ** Aanwezig 07-01-2016: Groep 1: 8 kinderen en 1 beroepskracht Groep 2: 12 kinderen en 2 beroepskrachten Groep 3: 10 kinderen en 1 beroepskracht
10 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten inzake het beleid veiligheid en gezondheid. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis bij de beroepskrachten over de inhoud van de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn in (juni 2015) door de groepshoofden uitgevoerd in alle, voor kinderen, toegankelijke ruimtes. De coördinator heeft de risicoinventarisaties en actieplannen uitgewerkt. Hierbij is gebruik gemaakt van een eigen model, waarbij bij elk risico ('ongeval' genoemd) een 'urgentiecode' en een 'beargumentering inventarisatie' wordt genoemd. In deze laatste kolom wordt beschreven welke maatregelen zijn genomen om het risico te minimaliseren. Hierbij wordt soms verwezen naar een apart actieplan of naar het handboek Beleid en Kwaliteit, waarin de standaard formulieren en afspraken zijn terug te vinden. In de algemene vergadering van 21-09-2015 zijn de actiepunten besproken. De beroepskrachten lezen jaarlijks het beleid m.b.t. veiligheid en gezondheid, het pedagogisch beleid en de meldcode kindermishandeling door en zetten hun handtekening op een aftekenlijst. De coördinator legt uit dat de beroepskrachten jaarlijks worden getoetst op hun kennis m.b.t. de inhoud van deze documenten. Plan van aanpak gezondheid niet compleet In het plan van aanpak is onvoldoende aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, m.b.t. het houden van dieren. De beroepskrachten kunnen de genoemde maatregelen wel benoemen, maar deze zijn niet allemaal terug te vinden in het beleid. Bijvoorbeeld: de kinderen mogen niet zelf bij kippen, maar alleen onder begeleiding van een beroepskracht en met 2 tegelijk; de kippen worden gevoerd door hek en eten niet uit de hand; het voer wordt bewaard in afgesloten ton, in het schuurtje; de ongedierte bestrijding heeft in najaar een controle uitgevoerd. Overtreding opgelost na overleg en overreding In het kader van overleg en overreding heeft de houder op 18-12-2015 en 05-01-2016 een nieuwe versie van het beleid m.b.t. het houden van dieren aangeleverd. De nieuwste versie van het beleid voldoet aan de voorwaarden. De overtreding is opgelost. Uitvoering beleid veiligheid en gezondheid Tijdens het bezoek is geconstateerd dat de beroepskrachten zeer goed op de hoogte zijn van het beleid en dit ook in de praktijk naleven. De kinderen wassen bijvoorbeeld hun handen voordat ze aan tafel gaan en worden hier ook aan herinnerd door de beroepskrachten. Ongevallen registratie Ongevallen worden geregistreerd en doorgestuurd naar de teamleider. Er vindt jaarlijks een evaluatie van de geregistreerde ongevallen plaats. Ontruimingsoefening Op 08-12-2015 heeft een onaangekondigde brandoefening plaatsgevonden, die de hoofd-BHV-er heeft georganiseerd en geëvalueerd met de beroepskrachten. Het verslag hiervan hangt in de spreek-/teamkamer ter inzage, alsmede de notulen van de meest recente teamoverleggen. De beroepskrachten geven aan dat het ontruimen 2x per jaar geoefend wordt.
11 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Meldcode kindermishandeling The Kids Company hanteert een meldcode kindermishandeling afgeleid van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de branche kinderopvang (Brancheorganisatie kinderopvang 1 juli 2013). Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij weten welke stappen zij moeten nemen bij een vermoeden en op welke signalen ze kunnen letten.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. N. Eekhout (locatie coördinator, 11-12 2015), Dhr. F. Hofsteede (houder, 17-12-2015 telefonisch)) Interview anderen (beroepskrachten op de groep) Observaties (Donderdag 10-12-2015 15.40 -17.10 uur* en donderdag 07-01-2016 (16.35 16.45 uur)**) Risico-inventarisatie veiligheid (juni 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (juni 2015) Actieplan veiligheid (juni 2015) Actieplan gezondheid (juni 2015) Ongevallenregistratie (2015) Veiligheidsverslag (juni 2015) Gezondheidsverslag (juni 2015) Huisregels/groepsregels (juni 2015) Meldcode kindermishandeling (juli 2013) Pedagogisch beleidsplan (mei 2015 (inclusief gedragscode voertaal)) Notulen teamoverleg (21-09-2015 ter plaatse ingezien) Handboek Beleid en Kwaliteit, 2015 Aftekenlijst 'beleid gelezen', ingezien ter plaatse op 11-12-2015 Beleid omgaan met dieren , versie 2 (ontvangen 05-01-2016)
12 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder hiertoe/daarvoor vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode. (art. 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art. 6 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De afwijking op vrije dagen of tijdens schoolvakanties betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
16 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: The Kids Company : http://www.thekidscompany.nl : 60
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : : :
The Kids Company B.V. Hoogstraat 229 5615PD EINDHOVEN www.thekidscompany.nl 17113794 Ja
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Wendy Canters
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Eindhoven : Postbus 90150 : 5600RB EINDHOVEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
10-12-2015 07-01-2016 nv.t. 22-01-2016 22-01-2016 22-01-2016
: 12-02-2016
17 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De beleidsmedewerker heeft op 22-01-2016 per email laten weten akkoord te gaan met de inhoud van dit rapport. Er volgt geen aparte zienswijze.
18 van 18 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-12-2015 The Kids Company te EINDHOVEN