Inspectierapport Kids Uptodate (KDV) Millingenhof 90 1106 KG AMSTERDAM ZUIDOOST Registratienummer: 144235584
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 28-08-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 09-10-2014
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
1/15
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
2/15
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 28 augustus 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De locatie is vanaf augustus 2013 in het register kinderopvang en peuterspeelzalen opgenomen. In het kader van het risicogestuurd toezicht wordt bij nieuwe locaties een inspectieonderzoek uitgevoerd waarbij alle voorwaarden die van toepassing zijn op dagopvang onderzocht. Tijdens het inspectieonderzoek heeft de toezichthouder met de aanwezige beroepskracht en de leidinggevende gesproken. Ook heeft de toezichthouder documenten kunnen inzien die nodig zijn voor het onderzoek. Omdat niet alle documenten tijdens het bezoek getoond konden worden is de eigenaar in de gelegenheid gesteld documenten na te sturen.
Beschouwing Het kinderdagverblijf Kids Uptodate is een vennootschap onder firma (vof) en heeft twee vennoten, te weten de eigenaar en de leidinggevende. Kinderdagverblijf Uptotdate is de eerste vestiging van deze eigenaar. De eigenaar heeft de algemene leiding van de organisatie en is in die zin eindverantwoordelijk. De leidinggevende is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en implementeren van het beleid en de dagelijks gang van zaken op het kinderdagverblijf. Daarnaast wordt zij ook ingezet als beroepskracht. Het kinderdagverblijf is gevestigd in een woonwijk met voornamelijk lage etagewoningen, veel ruimte tussen de woningen en veel groen. Het pand ligt op een hoek waardoor de ruime buitenruimte aan drie zijden het kinderdagverblijf omsluit. Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen. Op de begane grond is het kinderdagverblijf gevestigd. Op de verdieping is het kantoor. De vennoten hebben het kinderdagverblijf overgenomen waarbij ze het interieur en een deel van het speelmateriaal hebben overgenomen van de vorige eigenaar. In het kinderdagverblijf kunnen, gezien de beschikbare speeloppervlakte, maximaal elf kinderen worden opgevangen. Het kindercentrum is vanaf augustus 2013 geopend en is nog in opbouw. Daardoor is de kindbezetting nog niet volledig. Per dag worden maximaal zes kinderen opgevangen. De toezichthouder heeft geprobeerd contact te krijgen met de oudercommissie; dit is helaas niet gelukt.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
3/15
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Er is een pedagogisch beleid opgesteld. De observaties voor de pedagogische praktijk hebben tussen 9.15 en 11.30 uur in de groepsruimte en tijdens het buiten spelen plaatsgevonden. Ten tijde van het inspectiebezoek waren er drie kinderen aanwezig. De pedagogische observatie wat betreft de sociale ontwikkeling was daardoor beperkt mogelijk. In het pedagogisch beleid dat de toezichthouder in eerste heeft onderzocht, ontbrak de beschrijving van het vierogenprincipe. In het 'Handboek protocollen Kids Uptodate 2014' is echter een protocol met betrekking tot het vierogenprincipe wel opgenomen. Ook in het informatieboekje is informatie over het vierogenprincipe opgenomen. De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld het pedagogisch beleid aan te passen. Op 25 september heeft de toezichthouder het aangepaste beleid per e-mail ontvangen. Pedagogisch beleidsplan De eigenaar heeft een pedagogisch beleid opgesteld waarin de visie op opvoeding en kinderopvang is opgenomen. Het pedagogisch beleid bevat alle verplichte elementen en voldoet daarmee aan de voorwaarde. Zo wordt onder andere beschreven op welke wijze de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, hoe de beroepskrachten de persoonlijke en sociale competenties stimuleert en op welke wijze de overdracht van waarden en normen plaatsvindt. In het beleid wordt verder het aantal kinderen beschreven dat maximaal wordt opgevangen en de leeftijdsopbouw van de groep. In de beschrijving van de werkwijze van de groep wordt duidelijk omschreven hoe de beroepskrachten volgens een vast dagschema werken en hoe ze omgaan met het feit dat in de groep kinderen in heel verschillende leeftijdsfases worden opgevangen. Het beleid met betrekking tot het vierogenprincipe wordt op de volgende wijze beschreven: - De oudercommissie wordt jaarlijks geïnformeerd - Een open, professioneel werkklimaat wordt bevorderd waarbij de drempel om elkaar op bepaalde gedragingen binnen het werk aan te spreken, zo laag mogelijk is - Boventallige inzet, als extra paar ogen/oren, van pedagogisch medewerkers in opleiding of vrijwilligers - Inzet van moderne audiovisuele middelen zoals een camera met beeld, waardoor er toezicht is op een groep door de andere groep en vice versa. Pedagogische praktijk De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch werkplan. Tijdens het inspectiebezoek zijn er drie kinderen en twee beroepskrachten aanwezig. Hierdoor is er veel ruimte voor persoonlijke aandacht en het stimuleren van de persoonlijke competenties. De toezichthouder heeft onvoldoende kunnen beoordelen in welke mate de sociale competenties worden gestimuleerd. De emotionele veiligheid De emotionele veiligheid tijdens het inspectiebezoek wordt onder andere gewaarborgd doordat er gewerkt wordt met een duidelijk dagprogramma en er vaste beroepskrachten op de groepen werken. De beroepskrachten kennen de kinderen en spelen in op hun individuele behoeften en eigenschappen. Wanneer de toezichthouder binnenkomt is er één beroepskracht aanwezig met twee kinderen. De beroepskracht zit met de kinderen aan tafel om te gaan eten. Eén van de kinderen begint te huilen op het moment dat de toezichthouder de groepsruimte binnenkomt. De beroepskracht zegt tegen het huilende kind dat moeder straks weer komt. Als het kind niet stopt, praat de beroepskracht door en zegt dat er niets aan de hand is en dat ze na het eten lekker buiten gaan spelen. Het kind is even stil totdat ze iemand bij de voordeur hoort. Dan komt de tweede beroepskracht (de leidinggevende) binnen. Het kind begint weer te huilen. De tweede beroepskracht begroet iedereen die aanwezig is hartelijk, noemt de twee kinderen bij de naam. Ze richt zich tot het huilende kind en zegt dat ze zo bij haar komt. Na de tas en jas te hebben weggezet en de toezichthouder een hand te hebben gegeven loopt ze naar het huilende kind toe en neemt het op schoot. Het kind is stil en de twee kinderen krijgen een boterham en wat drinken. Wanneer de kinderen klaar zijn wordt er aangebeld en even later komt het derde kind de groepsruimte in. Opnieuw begint het kind te huilen. Eén van de beroepskrachten loopt naar het kind toe en gaat naast het kind op de knieën zitten; de beroepskracht zegt dat mama echt komt vanmiddag en stelt het kind voor om samen in de keukenhoek te gaan spelen waar ook een ander kind aan het spelen is. Het kind laat zich aan de hand meenemen. Er ontstaat een (fantasie)spel in de keukenhoek waarbij de kinderen voor de beroepskracht koken. De persoonlijke competenties De beroepskrachten dragen zorg voor de ontwikkeling van de persoonlijke competenties onder andere door de kinderen te stimuleren zelf dingen te doen en het niet direct van hen over te nemen of in te grijpen. Wanneer de kinderen naar buiten gaan moeten ze eerst hun schoenen en jas aantrekken. Eén van de beroepskrachten haalt de jassen en de schoenen van de gang. De kinderen zijn ondertussen bij de deur op de grond gaan zitten. De beroepskracht houdt een paar schoenen omhoog en vraagt: ‘Van wie zijn deze?’ Eén van de kinderen reageert en krijgt de schoenen. De beroepskracht vraagt: ’Ga je het zelf proberen?’ Het kind doet heel erg haar best maar krijgt de veterschoenen niet goed aan. De beroepskracht gaat bij het kind op de knieën zitten en zegt: 'Goed gedaan, het is wel moeilijk met die veters.’ Terwijl de beroepskracht de schoenen aantrekt en strikt vertelt ze wat ze doet en laat het kind zien hoe ze het doet. Wanneer de kinderen naar buiten gaan, rennen ze alle drie op het speeltoestel af. Eén van de beroepskrachten gaat bij het klimtoestel staan en kijkt toe hoe de kinderen de trap op Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
4/15
speeltoestel af. Eén van de beroepskrachten gaat bij het klimtoestel staan en kijkt toe hoe de kinderen de trap op klimmen en van de glijbaan komen. De beroepskracht geeft complimenten hoe goed ze de trap oplopen. Overdracht van waarden en normen De beroepskrachten zorgen voor de overdracht van waarden en normen doordat zij consequent zijn in het hanteren van regels en wanneer kinderen een regel overtreden duidelijk uitleggen wat er niet goed gaat en waarom de regel er is. Verder geven de beroepskrachten zelf het goede voorbeeld. De afspraak met de kinderen is dat wanneer ze stoppen met spelen en iets anders gaan doen, ze eerst moeten opruimen. Na het buiten spelen wil een kind puzzelen. Wanneer het kind aan een tafel gaat zitten willen de andere twee kinderen ook puzzelen. Na vijf minuten geeft één van de kinderen aan iets anders te willen en kort daarna weer wat anders. Telkens zegt de beroepskracht: ‘Eerst opruimen anders raakt het puzzelstukje weg of anders vallen we over de blokjes’ en helpt ook zelf mee met het opruimen en opbergen van het materiaal. Gebruikte bronnen: - 'Handboek pedagogische visie op kinderopvang voor 0 tot 4 jarige, versie 2014, ontvangen op 25 september 2014 - 'Informatieboekje"2014 Kinds Uptodate', versie 2014, ontvangen op 25 september 2014 - 'Handboek protocollen Kids Uptodate 2014', ontvangen 25 september 2014 - Observatie tijdens het inspectiebezoek in de groepsruimte en tijdens het buitenspelen: van 9.15 tot 11.30 uur - Gesprek met leidinggevende - Gesprek met de beroepskracht
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
5/15
Personeel en groepen Het kinderdagverblijf bestaat uit één verticale groep waar maximaal elf kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar oud kunnen worden opgevangen. Het kinderdagverblijf is open van 7.00 tot 18.30 uur Het team bestaat uit drie vaste beroepskrachten en een leidinggevende die ook als beroepskracht wordt ingezet. Daarnaast zijn er twee vaste invalkrachten. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Opvang in groepen Er is één stamgroep. Het kinderdagverblijf is in opbouw. Er worden maximaal zes kinderen op een dag opgevangen. Het team bestaat uit drie vaste beroepskrachten die volgens een vast rooster worden ingezet, en één leidinggevende. De leidinggevende is één van de vaste beroepskrachten. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er drie kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van de presentielijsten van de periode juni tot en met augustus 2014 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten passen de werktijden aan aan de breng- en haaltijden van de kinderen. De werktijden liggen tussen 8.30 en 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren 60 minuten tussen 13.00 en 15.00 uur. Wanneer er één beroepskracht wordt ingezet is er volgens het werkrooster steeds een tweede volwassene in het kinderdagverblijf aanwezig, namelijk de houder of de leidinggevende. Het komt voor dat aan het begin en het einde van de dag slechts één beroepskracht in het kinderdagverblijf aanwezig is. Er is een calamiteitenregeling opgesteld waarin is opgenomen dat de eigenaar de achterwacht is. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, kopieën ontvangen op 15 september 2014 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, kopieën ontvangen op 15 september 2014 - Overzicht inzet beroepskrachten juni tot en met augustus 2014, ontvangen op 15 september 2014 - Presentielijsten juni tot en met augustus 2014, ontvangen op 15 september 2014 - Pedagogisch beleidsplan, versie januari 2014, ontvangen op 15 september 2014 - Gesprek met de leidinggevende - Inspectieonderzoek
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
6/15
Veiligheid en gezondheid Tijdens het inspectiebezoek kan de leidinggevende de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid niet laten zien. De eigenaar is in de gelegenheid gesteld deze na te sturen. De toezichthouder heeft op 15 september 2014 de risico-inventarisaties ontvangen. De risico-inventarisaties zijn niet volledig en ook is er onvoldoende samenhang tussen de geïnventariseerde risico’s en de genomen maatregelen. Voorbeeld hiervan is dat de risico-inventarisatie veiligheid niet compleet is voor valongelukken omdat de trap naar de slaapkamer niet in de inventarisatie is opgenomen. In het handboek zijn wel werkafspraken genomen voor het gebruik van de trap. De risicoinventarisatie gezondheid is niet compleet voor de thema’s binnenmilieu omdat de slaapkamer niet opgenomen is in de risico-inventarisatie en voor de overdracht van ziektekiemen omdat de risico’s in verband met het koken van maaltijden niet zijn geïnventariseerd. De eigenaar is in de gelegenheid gesteld de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid en het daarbij horende beleid aan te vullen. Op 25 september 2014 heeft de toezichthouder de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid en het ‘handboek protocollen Kinds Uptodate’’ ontvangen. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft de inventarisatie veiligheid en gezondheid aangevuld en ook het beleid is aangepast. Het valt de de toezichthouder wel op dat de maatregelen met betrekking tot voedselveiligheid vooral bestaat uit algemene richtlijnen en formulieren en dat er geen concrete beschrijving is voor hoe beroepskrachten in de praktijk moeten handelen. Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder op de locatie niet onderzocht of beroepskrachten op de hoogte zijn van de maatregelen en of zij deze uitvoeren. Dit is een aandachtspunt. Tijdens het volgende inspectieonderzoek zal hier dit verder worden onderzocht. De houder heeft een 'Handboek protocollen Kids Uptodate' opgesteld. Hierin zijn alle werkinstructies en protocollen met betrekking tot veiligheid en gezondheid opgenomen. Deze map is te vinden op de groep. Tijdens het werkoverleg staat veiligheid en gezondheid als thema op de agenda. In de praktijk laten de beroepskrachten in het handelen zien dat zij op de hoogte zijn van de risico's en de werkafspraken. Zo heeft de toezichthouder tijdens de observaties gezien dat de kinderen voor het eten de handen wassen; dat de beroepskrachten na elke verschoning de commode hebben schoongemaakt en de handen hebben gewassen; dat één van de beroepskrachten de buitenruimte controleert voor de kinderen naar buiten gaan en dat het hekje bij de keuken consequent wordt gesloten. In de groepsmap is een formulier dat kan worden gebruikt voor het registreren van ongelukken. Er is nog geen formulier ingevuld. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling versie juli 2013. Deze meldcode is vastgesteld, toegespitst op de organisatie en de sociale kaart is ingevuld. De leidinggevende is de aandachtsfunctionaris kindermishandeling. De beroepskracht heeft de meldcode gelezen. Vierogenprincipe In het pedagogisch beleid en in het informatieboekje heeft de eigenaar het beleid met betrekking tot het vierogenprincipe beschreven. In het beleid staat onder andere beschreven: 'Inzet van moderne audiovisuele middelen zoals een camera met beeld/geluid waarop er toezicht is op een groep door de andere groep en vice versa. De beelden worden niet bewaard en zijn alleen voor intern gebruik. De privacywetgeving wordt in acht genomen en er is een protocol'. Het kinderdagverblijf bestaat echter uit één stamgroep waardoor de beschrijving van het beleid niet overeenkomt met de werkwijze in de praktijk. De eigenaar dient de beschrijving met betrekking tot het vierogenprincipe aan te passen. De beroepskracht en leidinggevende verklaren dat de camera is aangesloten en dat wanneer er één beroepskracht in het kinderdagverblijf aanwezig is de eigenaar regelmatig via de telefoon meekijkt. Verder blijkt uit het getoonde rooster dat wanneer er één beroepskracht wordt ingezet, de eigenaar of de leidinggevende worden ingezet als tweede volwassene op de locatie. Hiermee zorgt de eigenaar ervoor dat zij de opvang zo organiseert dat beroepskrachten tijdens de werkzaamheden gezien of gehoord kunnen worden door een andere volwassene. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid, d.d. 6 juni 2014, ontvangen op 15 september 2014 - Risico-inventarisatie veiligheid, d.d. 24 september 2014, ontvangen op 25 september 2014 - Risico-inventarisatie gezondheid, d.d. 6 juni 2014, ontvangen op 15 september 2014 - Risico-inventarisatie gezondheid, d.d. 24 september 2014, ontvangen op 25 september 2014 - Plan van aanpak: 'Handboek protocollen Kids Uptodate 2013 - Plan van aanpak: 'Handboek protocollen Kids Uptodate 2014, ontvangen op 25 september 2014 - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van juli 2013 - Pedagogisch beleidsplan, versie 2014, ontvangen 25 september 2014 - Gesprek met de leidinggevende - Gesprek met de eigenaar d.d. 23 september 2014 Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
7/15
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
8/15
Accommodatie en inrichting Het kinderdagverblijf heeft één stamgroepsruimte waar maximaal elf kinderen kunnen worden opgevangen. De slaapkamer bevindt zich op de eerste verdieping. De ruimte buitenspeelplaats bevindt zich rondom het kinderdagverblijf. Binnenspeelruimte De stamgroepsruimte heeft een oppervlakte van 38,9 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal elf kinderen. De ruimte is passend ingericht voor de leeftijd van de kinderen. De ruimte is ingedeeld in hoeken. Er is een keuken/zitkamerhoek, een bouwhoek en een leeshoek. Voor de baby's is er een hoge box. Verder zijn er een aantal lage tafels met stoelen waaraan gepuzzeld kan worden en een hoge tafel met voldoende zitplaatsen voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er is gevarieerd speelmateriaal zowel voor diverse leeftijden als voor verschillende ontwikkelingsgebieden. Het meeste materiaal is opgeborgen in lage open kasten zodat kinderen zelf het speelmateriaal kunnen pakken en opruimen. Het kinderdagverblijf beschikt over één slaapkamer met acht bedden en vier stretchers. Er zijn voldoende slaapplaatsen voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Buitenspeelruimte De ruime buitenspeelruimte omsluit het kinderdagverblijf aan drie kanten. De oppervlakte is ongeveer 158 m² wat voldoende is voor het aantal kinderen dat maximaal kan worden opgevangen. Kinderen kunnen via een deur in de groepsruimte of via de voordeur de buitenruimte bereiken. In de buitenruimte is een speeltoestel en een afsluitbare zandbak aanwezig. In een schuur is voldoende buitenmateriaal aanwezig, zoals fietsjes, ballen, scheppen, zandvormen en emmers. Gebruikte bronnen: - Plattegrond d.d. 20 april 2011 - Metingen tijdens inspectieonderzoek d.d. 16 maart 2013 - Inspectieonderzoek d.d. 28 augustus 2014
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
9/15
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van de website, het informatieboekje, het intakegesprek en nieuwsbrieven. Tijdens het intakegesprek worden de ouders op de hoogte gesteld welke beroepskrachten in het kinderdagverblijf werken. Op een whiteboard in de gang wordt aangegeven welke beroepskracht werkzaam is. Op de website is een link geplaatst naar het meest recente jaarlijks inspectierapport. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin twee leden zitting hebben. Het reglement voor de oudercommissie is door de houder vastgesteld in februari 2014. De houder heeft in het afgelopen jaar advies gevraagd voor het wijzigen van het voedselbeleid. De houder heeft naar aanleiding van vragen van de ouders openingstijden rond Kerst gewijzigd. De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin twee leden zitting hebben. Dit is niet conform het reglement van de oudercommissie. Hierin wordt vermeld dat de oudercommissie uit minimaal drie leden moet bestaan. Het is aanbevolen om de oudercommissie uit minstens drie leden te laten bestaan zodat advies gegeven kan worden bij een meerderheid van stemmen. De houder heeft voor het opstellen van het reglement gebruikgemaakt van het voorbeeldreglement van de Belangen Vereniging Van Ouders In De Kinderopvang (BOINK). De houder heeft bij de keuze hoelang een ouder zitting mag hebben in de oudercommissie niets ingevuld. Deze voorwaarde is nu niet beoordeeld en de houder dient het reglement aan te passen en opnieuw vast te stellen.
Klachten De houder heeft een klachtenregeling voor zowel ouders als de oudercommissie ingesteld. Deze regeling is te vinden in het informatieboekje, op de website en het pedagogisch beleid. De houder is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Gebruikte bronnen: - 'Informatieboekje 2014 Kids Uptodate', ontvangen 25 september 2014 - 'Handboek pedagogische visie op kinderopvang voor 0 tot 4 jarige', ontvangen 25 september 2014 - Website kidsuptodate, bekeken 26 augustus en 12 september 2014 - Reglement oudercommissie van kinderdagverblijf Kids Uptodate februari 2014, ingezien op de locatie - Overzicht leden van de oudercommissie - Notulen oudercommissie, 14 februari en 13 juni 2014 - Nieuwsbrieven d.d. 19 maart en 25 augustus 2014, ontvangen op 15 september 2014
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
10/15
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
11/15
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
12/15
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. In het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. De leden worden gekozen uit en door de ouders. De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. De houder leeft geheimhoudingsplicht na. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
13/15
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kids Uptodate 000026184974 http://www.kidsuptodate.nl 11 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kids Uptodate Millingenhof 90 1106 KG AMSTERDAM ZUIDOOST 57818312
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. M. Isaac
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
: : : : :
28-08-2014 26-09-2014 09-10-2014 09-10-2014 17-10-2014
: 17-10-2014 :
14/15
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen aangegeven geen zienswijze te willen indienen.
Kids Uptodate - Jaarlijks onderzoek 28-08-2014
15/15