Inspectierapport Het Krugerpark (KDV) Krugerstraat 13 3531AL UTRECHT Registratienummer 528607807
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Utrecht 03-04-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 03-04-2015 Het Krugerpark te UTRECHT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf het Krugerpark is een kleinschalig, particulier kinderdagverblijf. Het kinderdagverblijf is gehuisvest in het Muntkwartier tussen Lombok en Oog in Al in Utrecht. De twee panden waarin het kinderdagverblijf is ondergebracht, is voor dit doel verbouwd en staan met elkaar in verbinding d.m.v. een patio waar de kinderen kunnen buitenspelen. Kinderdagverblijf het Krugerpark is met 33 kindplaatsen opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en bestaat uit drie groepen. De verzorgd ogende groepsruimtes zijn gelegen op de benedenverdieping van de twee panden. De visie binnen het kindercentrum is gebaseerd op het pedagogische gedachtengoed van Emmi Pikler en Reggio Emilia. Dit komt onder meer tot uiting in het gebruik van rustige kleuren en natuurlijke materialen maar ook duidelijk in de pedagogische praktijk. Daarnaast wordt er biologische voeding verstrekt op het Krugerpark. Op grond van het gesprek met de pedagogisch medewerkers is gebleken dat zij het beleid kennen en op een juiste wijze in de praktijk brengen. Er heerste een bijzonder rustige en ontspannen sfeer op de beide groepen. Inspectiegeschiedenis In juni 2014 heeft er een onaangekondigd regulier jaarlijks onderzoek plaatsgevonden. Daarbij is geconstateerd dat de houder voldeed aan de eisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Huidig Inspectie onderzoek Het huidige inspectie onderzoek betreft een verkort onaangekondigd regulier onderzoek. Tijdens deze inspectie is geconcludeerd dat alle getoetste items voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang en Peuterspeelzalen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 03-04-2015 Het Krugerpark te UTRECHT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Algemeen Bij het toezicht op de pedagogische praktijk wordt gekeken of de beroepskrachten handelen conform het pedagogische beleid. Om te beoordelen of de praktijk voldoet aan de wettelijke eisen maakt de toezichthouder gebruik van het ‘Veldinstrument observatie pedagogische praktijk’ (december 2014). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Het Krugerpark Er heeft een observatie plaatsgevonden bij alle drie de groepen en de toezichthouder heeft gesproken met verschillende beroepskrachten. Uit de interviews met de beroepskrachten blijkt, dat de houder er voor zorgt dat zij goed op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de observatie heeft de toezichthouder onder andere het volgende waargenomen: Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Er wordt gewerkt met een vast dagprogramma. In elke ruimte wordt dit ook aangegeven met plaatjes. Op de plaatjes is te zien hoe een aap in Het Krugerpark eet, speelt, slaapt en op het potje gaat zitten. Er zijn vaste invallers aanwezig. Tijdens de observatie zijn er meerdere invallers aanwezig, Zij hebben allen al meerdere keren bij het Krugerpark gewerkt. Sommige invallers worden zelfs frequent ingezet. Beroepskrachten verwelkomen zowel de ouders als het kind op persoonlijke wijze. Ouders mogen hun kind in de groepsruimte brengen. Wanneer de kinderen worden gebracht begroet de beroepskracht de ouder en de kinderen. In dit geval gaat het om een invaller die dit keer voor het eerst op deze groep staat. Ze neemt uitgebreid de tijd voor de kinderen. Ze gaat op ooghoogte zitten en stelt zich voor en vraagt de kinderen naar hun naam. Ze vertelt erbij dat de vaste beroepskracht er zo aan komt. Aan alle ouders vraagt ze hoe het met hun kind gaat. De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en -niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. Het speelgoed bij Het Krugerpark zit in manden in een hoge kast. Kinderen kunnen dat niet zelf pakken. Wel staan er plaatjes op de manden zodat kinderen kunnen aangeven wat ze willen hebben. Houder heeft bewust gekozen om het speelgoed op deze manier in te delen. De beroepskrachten zorgen er voor dat het speelgoed met regelmaat gewisseld wordt. Verder staan er verschillende klimmaterialen in de ruimtes. Zo staat er bij de baby's een Pikler klimdriehoek, een soort van klimrek voor kleine kinderen. Een tweetal kinderen die nog niet zo lang kunnen lopen maken er gebruik van en klimmen op het rek. Het ziet er uitdagend uit voor de kinderen. De beroepskrachten zijn altijd in de buurt wanneer dit rek in de ruimte staat. De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit. Momenten van betrokkenheid wisselen af met rondlopen of kortdurend en oppervlakkig spel. Gedurende de observatie zijn alle kinderen bezig: sommige spelen met een trein, andere bekijken een boekje en weer andere spelen met divers materiaal. Ze lijken zich goed te vermaken.
4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 03-04-2015 Het Krugerpark te UTRECHT
De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. Een kind lijkt wat uit zijn doen die ochtend. Wanneer het huilt vraagt de beroepskracht wat er aan de hand is: "Ben je er naast gaan zitten, ik zag het. Ga maar staan". Het kind blijft wat huilerig, maar ze pakt het kind niet op. De beroepskracht geeft aan dat het kind niet opgepakt wil worden, wat voor haar reden is dit dan ook niet te doen. De meeste tentoongestelde werkjes of versieringen in de ruimte zijn door de kinderen zelf gemaakt. Er is verband tussen de werkjes of rapportages in de groepsruimte. In de ruimtes hangen verschillende werkjes van de kinderen, zoals hyacinten en een groot groepsschilderij. Deze werkjes sluiten aan bij het thema lente. Ook is er in elke ruimte een vitrinekast aanwezig die thematisch is ingericht. Verder worden er andere thematische activiteiten gedaan, zoals het schilderen en zoeken van eieren in verband met Pasen De beroepskrachten moedigen gesprekjes tussen henzelf en de kinderen, en tussen kinderen onderling aan, door zowel te luisteren als te praten. Beroepskracht en kind dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. De kinderen zijn samen met een beroepskracht op de grond aan het spelen. Een van de kinderen heeft een blokje met plaatjes en de beroepskracht vraagt het kind wat hij allemaal ziet. Ook wordt er gepraat over dat het kind de dag ervoor een ander kindje in de speeltuin was tegengekomen. Conclusie Uit de pedagogische observatie is gebleken dat de beroepskrachten handelen volgens het pedagogisch beleid. De emotionele veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd, er worden mogelijkheden geboden om te komen tot de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competentie en normen en waarden worden overgedragen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (R. Verlare) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties
5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 03-04-2015 Het Krugerpark te UTRECHT
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Algemeen Medewerkers in de kinderopvang moeten een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben. Een VOG toont aan dat hun gedrag in het verleden geen bezwaar oplevert voor het werken met kinderen. Het Krugerpark Tijdens de inspectie zijn de VOG’s getoetst van de medewerkers die in dienst zijn gekomen sinds de laatste inspectie en van de beroepskrachten die aanwezig waren tijdens het inspectiebezoek. Tevens zijn de VOG’s van de stagiairs getoetst. Conclusie Er is voldaan aan de eisen die gesteld worden betreffende de verklaringen omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Algemeen Om te mogen werken in de kinderopvang als beroepskracht, dient de medewerker in het bezit te zijn van een kwalificerend diploma. Het Krugerpark Bij dit onderzoek zijn de diploma’s getoetst van de medewerkers die in dienst zijn gekomen sinds de laatste inspectie en van de beroepskrachten die aanwezig waren tijdens het inspectiebezoek. Conclusie Er is voldaan aan de eisen die gesteld worden betreffende de passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Algemeen Een stamgroep is een vaste groep kinderen met vaste beroepskrachten in een vertrouwde eigen ruimte. Een stamgroep mag maximaal bestaan uit 16 tegelijkertijd aanwezige kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Het Krugerpark Bij dit kindercentrum zijn er aantal stamgroepen. De opbouw is als volgt: Naam stamgroep De Uil De Giraf De Zebra
Aantal kinderen maximaal 9 12 12
Leeftijd van de kinderen 0-2 jaar 1-4 jaar 0-4 jaar
Bij Het Krugerpark worden de stamgroepen nooit samengevoegd, kinderen worden altijd in de eigen stamgroep opgevangen. Conclusie Het gevoerde beleid van de houder omtrent de opvang in groepen voldoet aan de gestelde eisen.
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 03-04-2015 Het Krugerpark te UTRECHT
Beroepskracht-kindratio Algemeen Er zijn duidelijke regels voor het maximaal aantal kinderen dat één pedagogisch medewerker mag opvangen; het gaat dan om het aantal gelijktijdig aanwezige kinderen. Het aantal kinderen in verhouding tot het aantal beroepskrachten wordt de beroepskracht-kindratio genoemd. Het Krugerpark Tijdens het inspectiebezoek is de beroepskracht-kindratio getoetst. Het gevoerde beleid van de houder omtrent de beroepskracht-kindratio voldoet aan de hieraan gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (R. Verlare) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Arbeidscontracten
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 03-04-2015 Het Krugerpark te UTRECHT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 03-04-2015 Het Krugerpark te UTRECHT
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 03-04-2015 Het Krugerpark te UTRECHT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Het Krugerpark http://www.hetkrugerpark.nl 33 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Het Krugerpark B.V. Krugerstraat 13 3531AL UTRECHT www.hetkrugerpark.nl 55103189
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Postbus 2423 3500GK Utrecht 030-2863 227 J. Stoel
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Utrecht : Postbus 2423 : 3500GK UTRECHT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : :
03-04-2015 29-04-2015 09-05-2015 13-05-2015
: n.v.t. : 13-05-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 03-04-2015 Het Krugerpark te UTRECHT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum Houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 03-04-2015 Het Krugerpark te UTRECHT