Inspectierapport. Naschoolse opvang Mirakel (BSO) Bovenkerkerweg XC AMSTELVEEN Registratienummer:

Inspectierapport Naschoolse opvang Mirakel (BSO) Bovenkerkerweg 81 1187 XC AMSTELVEEN Registratienummer: 118272196

Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amstelveen Datum inspectie: 30-07-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 09-09-2014

Naschoolse opvang Mirakel - Jaarlijks onderzoek 30-07-2014

1/9

Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht


2/9

Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 30 juli 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoprofiel slechts een aantal kwaliteitseisen onderzocht, te weten de kwaliteitseisen op het gebied van de pedagogische kwaliteit, de eisen aan het personeel en de beroepskrachtkind-ratio. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht, staan achter in het rapport vermeld

Beschouwing Algemeen Buitenschoolse opvang Mirakel is een locatie van de organisatie Mirakel B.V. die in Amsterdam en Amstelveen drie kinderdagverblijven en vijf buitenschoolse-opvanglocaties exploiteert. Iedere locatie heeft een leidinggevende of een assistent-leidinggevende. Deze persoon is verantwoordelijk voor de dagelijks gang van zaken in het kindercentrum en onderhoudt het contact met de ouders en de beroepskrachten. Op de meeste locaties is er naast de beroepskrachten een huishoudelijk medewerker werkzaam. Bij de organisatie zijn ook twee onderhoudsmonteurs in dienst voor het (technisch) onderhoud van de locaties. Voor de dagverblijven en de buitenschoolse opvang zijn twee coördinatoren aangesteld die leiding geven aan de (assistent-)leidinggevenden en die verantwoordelijk zijn voor een eenduidige werkwijze op de verschillende locaties. Om de eenduidigheid in werkwijze te bereiken, zorgen zij onder andere voor het implementeren van het beleid en het uitvoeren van interne kwaliteitscontroles. Vanuit het hoofdkantoor worden de coördinatoren en de (assistent)leidinggevenden ondersteund door de afdelingen Plaatsing & planning en Personeelszaken. De dagelijkse leiding van het bedrijf is in handen van de pedagogisch beleidsmedewerker, die verantwoording aflegt aan de directeur. Het pedagogisch beleid van Mirakel is vastgelegd in een algemeen pedagogisch beleid voor de dagopvang; voor de buitenschoolse opvang is per locatie een pedagogisch werkplan opgesteld. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is neergelegd in centraal opgestelde protocollen en in huisregels die per locatie zijn opgesteld. De beroepskrachten worden door middel van werkoverleg, studiedagen en groepsmappen op de hoogte gesteld van het beleid. Mirakel heeft twee aandachtsfunctionarissen kindermishandeling, een vertrouwenspersoon en een klachtencoördinator aangesteld. Locatiespecifiek Buitenschoolse opvang Mirakel Bovenkerkerweg bestaat uit drie basisgroepen. Bij deze buitenschoolse opvang heeft de houder naast de coördinator een assistent-leidinggevende aangesteld. De assistent-leidinggevende is vijf dagen per week aanwezig. Vertrouwenspersoon Er is een vertrouwenspersoon aangesteld voor personeel. Tevens is de organisatie bezig met het aanstellen van een vertrouwenspersoon voor ouders. De organisatie heeft een vertrouwenspersoon aangesteld voor het personeel en heeft tevens een functieomschrijving opgesteld. De toezichthouder heeft op 19 augustus 2014 telefonisch contact gehad met de vertrouwenspersoon. De taken van de vertrouwenspersoon conflicteren niet met reguliere taken, omdat de vertrouwenspersoon extern is aangesteld. Om deze reden is de vertrouwenspersoon volledig onafhankelijk. Via een e-mailbericht zijn de beroepskrachten op de hoogte gesteld van de aanstelling van een vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon verklaart voldoende bereikbaar te zijn voor personeel. Klachtencoördinator De toezichthouder heeft op 8 juli 2014 telefonisch contact gehad met de klachtencoördinator. De beleidsmedewerker is de coördinator voor klachten. Op de website van Mirakel is informatie opgenomen over de klachtenprocedure. De klachtencoördinator verklaart dat klachten door de vestigingsmanager worden behandeld en waar nodig wordt de klachtencoördinator ingeschakeld. Te allen tijde wordt de klacht (geanonimiseerd) opgenomen in een jaarverslag. Dit jaarverslag wordt met de oudercommissie van de betreffende vestiging besproken. Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit drie leden. In september 2014 zal een voorzitter worden aangesteld. De toezichthouder heeft binnen de onderzoekstermijn geen contact kunnen krijgen met één van de leden van de oudercommissie.

Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.


3/9

Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek


4/9

Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is het pedagogisch handelen van de beroepskrachten beoordeeld aan de hand van observaties op beide groepen tijdens het brengmoment, het vrij spelen, het buiten spelen en het overgangsmoment van spelen naar eetmoment. Uit deze observaties is gebleken dat er invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen. Met uitzondering van één kind zijn er alleen kinderen in de leeftijd van vier tot acht jaar aanwezig. Emotionele veiligheid Er wordt met een vakantieplanning gewerkt. De vaste beroepskracht bespreekt de dagplanning met de invalkracht zodat zij ook voldoende op de hoogte is. Zowel de vaste beroepskrachten als de invalkracht dragen een t-shirt met het logo van de buitenschoolse opvang. De beroepskrachten zijn hierdoor gemakkelijk herkenbaar voor de kinderen. Er heerst een ontspannen sfeer op de groepen en buiten. Wanneer een ouder een kind brengt, blijkt het kind met de moeder mee naar huis te willen. Na een overdracht tussen de ouder en de beroepskracht gaat de ouder naar huis. Het kind blijft bij de deur staan en een beroepskracht neemt de tijd voor het kind, benoemt welke beroepskrachten aanwezig zijn, vraagt wat het kind wil doen, begeleidt het kind hierin en stelt het kind ten slotte nog gerust dat het weer vroeg wordt opgehaald. Er is een vast dagritme en de beroepskrachten dragen zorg voor de uitvoering ervan. Als het eetmoment bijna is aangebroken, kondigt een beroepskracht aan dat de kinderen over drie minuten gaan opruimen. Zodra de drie minuten voorbij zijn, kondigt de beroepskracht aan dat de kinderen mogen opruimen en daarna hun handen mogen wassen. De beroepskrachten zorgen door bovenstaande voorbeelden voor een voorspelbaar dagritme op de groep. Persoonlijke competentie Gedurende de observaties zijn alle kinderen met een activiteit bezig. Een aantal kinderen zit aan tafel te knutselen, twee kinderen zijn een tekening aan het maken, een aantal kinderen is buiten aan het spelen, twee kinderen zijn in de chillruimte aan het spelen en drie kinderen spelen op een spelcomputer. Zowel buiten als aan tafel zijn beroepskrachten aanwezig. Ook buiten zijn alle kinderen actief bezig met een spel: een aantal kinderen is aan het touwtje springen, een aantal kinderen speelt met een grote tol en een aantal kinderen speelt met boomstammen. Zowel de binnen- als buitenruimte is aantrekkelijk aangekleed en er is voldoende spelmateriaal aanwezig voor de kinderen. De kinderen kunnen het spelmateriaal zelf pakken. Er zijn diverse hoeken in de ruimten en er is ruimte voor de kinderen om zich af te zonderen, zoals in de chillruimte. Iedere groep heeft een eigen thema en de thema's zijn zichtbaar op de groepen. Op de groep Peter Pan worden er diverse activiteiten aangeboden aan de hand van het thema Dieren en er hangen diverse knutselwerken. Op de groep Tinkerbel worden diverse activitieten aan de hand van het thema Op reis aangeboden. Zo gingen de kinderen brainstormen over welke landen er zijn en hebben ze deze op een A4 afgebeeld. Sociale competentie De beroepskrachten hebben aandacht voor alle kinderen en stimuleren de interacties en het samenspel tussen de kinderen door zelf even mee te doen en een bijdrage te leveren aan het spel van de kinderen. Als twee kinderen buiten in de zandbak willen spelen, helpt de beroepskracht om zandspullen te pakken. De beroepskracht benoemt dat zij wel een lekkere taart zou lusten en de kinderen gaan samen een taart voor de beroepskracht maken. Als de beroepskracht twee andere kinderen met een tol ziet spelen en een kind 'onder de tol kruipt', vraagt de beroepskracht waar het kind is verstopt. De kinderen gaan het spel imiteren. Overdracht van normen en waarden Er zijn afspraken en regels en deze zijn bekend bij de kinderen. Zo zijn er afspraken over het gebruik van de computer en de speelruimten. De kinderen mogen bijvoorbeeld ieder per dag maximaal twintig minuten op de computer en alleen de kinderen van de groepen Tinkerbel en Kapitein Haak mogen van de chillruimte gebruikmaken. Als een kind buiten met een springtouw zwaait wijst de beroepskracht het kind op de regel dat er met het springtouw alleen gedraaid mag worden zodat de kinderen kunnen springen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Pedagogisch beleidsplan (ontvangen op 11 augustus 2014)


5/9

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn op het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij één basisgroep. De groep Peter Pan bestaat uit maximaal 20 kinderen tussen de 4 en 5,5 jaar oud, de groep Tinkerbel bestaat uit maximaal twintig kinderen tussen de 5 en 7 jaar oud en de groep Kapitein Haak bestaat uit maximaal 10 kinderen tussen de 8 en 12 jaar oud. Het komt volgens de beroepskrachten niet voor dat een kind in een tweede basisgroep wordt geplaatst. In het pedagogisch beleid is opgenomen dat dit wel incidenteel kan voorkomen. Dit is toegestaan mits de periode niet langer duurt dan de tussen de houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er in groep Peter Pan zeven kinderen opgevangen door één beroepskracht. In groep Tinkerbel worden er zes kinderen opgevangen door drie beroepskrachten en in groep Kapitein Haak wordt er één kind opgevangen door één beroepskracht. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: op maandag, dinsdag en donderdag van 14.00 tot 18.30 uur en op woensdag en vrijdag van 11.30 tot 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren niet, ook niet tijdens schoolvrije dagen. Tijdens schoolvrije dagen hebben beroepskrachten de volgende tijden: van 08.00 tot 16.00 uur, van 08.30 tot 16.30 uur, van 09.30 tot 17.30 uur en van 10.30 tot 18.30 uur. Een beroepskracht start om 10.30 uur. Er mag niet worden afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio na 09.30 uur. Tijdens het inspectieonderzoek waren er om 09.30 uur voldoende beroepskrachten aanwezig. Hiermee wordt er tijdens het inspectieonderzoek voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot de beroepskracht-kind-ratio. Tijdens schooldagen is er één beroepskracht tussen 18.00 en 18.30 uur aanwezig. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het pand aanwezig is, omdat er tevens twee beroepskrachten van het in het hetzelfde pand gelegen kinderdagverblijf tot 18.30 uur aanwezig zijn. De beroepskrachten zijn hiervan op de hoogte en deze werkwijze is in het pedagogisch beleid opgenomen. Het komt niet voor dat er slechts één beroepskracht wordt ingezet als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio. De beroepskrachten verklaren dat als er om 18.00 uur nog meer dan tien kinderen aanwezig zijn, een tweede beroepskracht wordt ingezet. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de coördinator (op 12 augustus 2014) - Overzicht van de beroepskrachten (versie 8 augustus 2014) - Afschriften van verklaringen omtrent het gedrag - Afschriften van diploma's - Pedagogisch beleidsplan (ontvangen op 11 augustus 2014)


6/9

Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan.

Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Naschoolse opvang Mirakel - Jaarlijks onderzoek 30-07-2014

7/9

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang

: : : : :

Naschoolse opvang Mirakel 000000000000 http://www.kdvmirakel.nl 50 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website

: : : : :

Mirakel Rooswijck 5 1081 AJ AMSTERDAM 33268115 www.kdvmirakel.nl

: : : : :

GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. M. Hollander

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats

: Gemeente Amstelveen : Laan Nieuwer-Amstel 1 : 1182 JR AMSTELVEEN

Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

30-07-2014 25-08-2014 09-09-2014 09-09-2014 16-09-2014

: 16-09-2014 :


8/9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.


9/9

Inspectierapport. Naschoolse opvang Mirakel (BSO) Bovenkerkerweg XC AMSTELVEEN Registratienummer:

Recommend Documents