Inspectierapport Buitenschoolse opvang Lieve Schoot (BSO) Derkinderenstraat 116 1061 VX AMSTERDAM Registratienummer: 127612002
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 05-03-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 09-04-2015
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
1/13
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
2/13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 5 maart 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, aan de beroepskrachtkind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld. Dit onderzoek bestaat uit een onaangekondigd bezoek aan de locatie en een documentenonderzoek.
Beschouwing Organisatie Lieve Schoot is een kleinschalige organisatie, bestaande uit een buitenschoolse opvang en een kinderdagverblijf die beiden zijn gevestigd in Amsterdam Nieuw-West. Beide kindercentra hebben één groep. De houder heeft een pedagogische opleiding op MBO-niveau afgerond. Zij is de leidinggevende van het kindercentrum en vier dagdelen werkzaam als beroepskracht op de groep van het kinderdagverblijf. Daarnaast werkt zij ook als invalkracht op de buitenschoolse opvang. Zij wordt ondersteund door een assistent-leidinggevende. Er werken bij het kindercentrum drie vaste beroepskrachten, de leidinggevende en de assistent-leidinggevende. De beroepskrachten bij Lieve Schoot hebben allemaal tijdelijke nul-urencontracten en werken daardoor niet een vast aantal uren per week. De stabiliteit van het team is hierdoor niet door middel van vaste contracten gewaarborgd. Dagelijks worden er op beide locaties BOL-stagiaires ingezet. Er is meestal jaarlijks een wisseling van BOL-stagiaires. Locatie Buitenschoolse opvang Lieve Schoot bestaat uit één verticale groep met maximaal achttien kindplaatsen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. Er worden ten tijde van het inspectieonderzoek maximaal 10 kinderen opgevangen. Er is één groepsruimte die is ingericht met verschillende speelhoeken. De beroepskrachten binnen de organisatie Lieve Schoot worden zowel op de buitenschoolse opvang als op het kinderdagverblijf ingezet. Er werken drie BOL-stagiaires op de groep. De beroepskrachten en de stagiaires hebben vaste werkdagen. Vertrouwenspersoon / Klachtencoördinator De houder is aandachtsfunctionaris kindermishandeling en klachtencoördinator. De klachtenprocedure staat beschreven op de website van het kindercentrum. Er is sinds november 2014 een vertrouwenspersoon aangesteld voor de beroepskrachten. De vertrouwenspersoon is extern en beschikbaar voor de beroepskrachten. De taken zijn vastgelegd in een functieomschrijving. Oudercommissie Er is sinds februari 2015 een oudercommissie met drie leden ingesteld. De toezichthouder heeft geen contact kunnen leggen met een lid van de oudercommissie.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om vanwege de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
3/13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld. Hierin staat beschreven op welke wijze de houder zorg draagt voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen, hoe men bijdraagt aan de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competenties en aan het overdragen van normen en waarden. Pedagogische praktijk De toezichthouder heeft het pedagogisch handelen van de beroepskrachten geobserveerd tijdens het inspectiebezoek. Uit deze observaties blijkt dat er voldoende uitvoering wordt gegeven aan de vier pedagogische basisdoelen. Hieronder zijn een aantal voorbeelden gegeven uit de praktijk, waar dit uit blijkt. Emotionele veiligheid en persoonlijke competenties De kinderen worden dagelijks opgevangen door vaste beroepskrachten en vaste stagiaires. De kinderen hebben naast vaste beroepskrachten ook vertrouwde leeftijdsgenoten om zich heen. Er is op de dag van het inspectiebezoek een vaste beroepskracht en een vaste stagiaire werkzaam op de groep. De groep bestaat op deze dag alleen maar uit jongens en één meisje. De jongens zijn erg druk. De beroepskracht legt uit dat dit dagelijks zo is omdat de kinderen de hele dag stil hebben gezeten en dit een moment van ontlading is voor hen. Wanneer de kinderen aankomen op de vestigingen wordt er kort een eetmoment gehouden waarop de kinderen zich weer moeten klaarmaken voor vertrek naar een nabijgelegen gymzaal voor een sportactiviteit. Ondanks dat er wat haast is en de kinderen erg druk zijn, blijven de beroepskracht en de stagiaire heel kalm en gaan zij geduldig en op een positieve manier met de kinderen om. De kinderen kletsen tijdens het eetmoment met elkaar en de beroepskracht. Vervolgens vertrekt de groep naar de sportactiviteit. Een kind is erg onstuimig en loop telkens uit de rij. De beroepskracht blijft geduldig en legt uit dat het belangrijk is om bij elkaar te blijven. Als het kind weer een stukje van de groep wegloopt, spreekt zij hem aan, zij maakt oogcontact om te vertellen dat hij echt in de rij moet blijven omdat het anders gevaarlijk is. Ze doet dit op een geduldige en positieve manier. Daarna blijft het kind beter bij de groep. Aangekomen op de sportactiviteit mogen de kinderen zelf een activiteiten kiezen. Er wordt gevoetbald en gehockeyd. Het kind dat eerder druk was, lukt het om geduldig op zijn beurt te wachten. De beroepskracht vertelt dat het kind vooral druk is tijdens overgangen zoals van school naar de opvang, of als er een activiteit staat te gebeuren, maar dat hij daarna weer tot rust komt. Uit deze voorbeelden blijkt dat er sensitief wordt omgegaan met de kinderen. Daarnaast kan de vaste beroepskracht veel vertellen over de eigenschappen en persoonlijke situatie van de kinderen die worden opgevangen. Uit deze voorbeeld blijkt dat de emotionele veiligheid gewaarborgd is en de ontwikkeling van de persoonlijke competenties van de kinderen voldoende worden ondersteund. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan BSO Lieve Schoot, versie maart 2015 - Observaties op de groep - Gesprek met de beroepskracht - Inspectieonderzoek
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
4/13
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft door middel van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld door middel van een steekproef dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang kan dagelijks maximaal achttien kinderen opvangen in de leeftijd van vier tot en met twaalf jaar. Ten tijde van het inspectieonderzoek worden er dagelijks maximaal tien kinderen opgevangen door een vaste beroepskracht. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er zes kinderen opgevangen door een beroepskracht. Op de dag van het inspectiebezoek worden hiermee voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van februari en maart 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: 14.30 tot 19.00 uur. Op woensdag en vrijdag wordt er gewerkt met twee diensten van 11.30 tot 14.30 uur en van 14.30 tot 19.00 uur. Er wordt niet gepauzeerd. Gedurende schoolvakanties en overige vrije dagen is de buitenschoolse opvang dagelijks geopend van 7.00 tot 19.00 uur. Eén beroepskracht werkt van 7.00 tot 13.00 uur en één beroepskracht van 13.00 tot 19.00 uur; er is geen sprake van een middagpauze. Uit de roosters en presentielijsten blijkt dat er niet wordt afgeweken wordt van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ontvangen op 16 maart en 23 maart 2016 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten januari, februari en maart 2015 - Presentielijsten januari, februari en maart 2015 - Pedagogisch beleidsplan BSO Lieve Schoot, versie maart 2015 - Inspectieonderzoek
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
5/13
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er zijn bij de buitenschoolse opvang huisregels, protocollen en werkafspraken. Deze omvatten de maatregelen die de beroepskrachten nemen om veiligheids- en gezondheidsrisico's te voorkomen of te beperken. De protocollen zijn gebundeld in een map die op de groep staan. De teamvergaderingen vinden eenmaal per zes weken plaats na sluitingstijd, hierbij zijn alle medewerkers van Lieve Schoot aanwezig. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid zijn een vast onderdeel van deze vergaderingen. De uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid is ondergezocht op basis van speerpunten. Met betrekking tot de veiligheid is gekeken naar de naleving van de afspraken met betrekking tot uitstapjes. Wat betreft de gezondheid is de naleving van werkafspraken met betrekking tot de (hand)hygiëne en de voedselveiligheid onderzocht. Veiligheid Tijdens het inspectiebezoek gaan de kinderen in de middag naar een sportactiviteit in de buurt. Hiervoor moet een korte wandeling gemaakt worden langs de openbare weg. Er worden door de kinderen herkenbare hesjes van de buitenschoolse opvang gedragen. Voor vertrek worden de kinderen geteld zodat niemand achterblijft. De kinderen lopen twee aan twee in een rij met een beroepskracht voor en de stagiair achter de groep. Er wordt een lijst met het overzicht van de aanwezige kinderen en een mobiele telefoon meegenomen door de beroepskrachten. Aandachtspunt is dat in de werkinstructie niet opgenomen staat dat de beroepskrachten een lijst met de aanwezige kinderen en een mobiele telefoon meenemen, terwijl dit wel de werkwijze is. Dit dient aangepast te worden in de werkafspraken. Uit deze observatie blijkt dat de beroepskrachten de afspraken naleven en de veiligheid van de kinderen voldoende gewaarborgd is. Gezondheid Uit het inspectieonderzoek blijkt dat de beroepskrachten onvoldoende in staat worden gesteld om de maatregelen met betrekking tot de (hand)hygiëne en de voedselveiligheid na te leven in de praktijk. Tijdens het inspectiebezoek is de koelkast op de opvang erg vol en deze voelt warm aan. Er ligt echter geen thermometer in de koelkast om de temperatuur te meten. Ook kunnen de beroepskrachten geen registratielijst, waarop de temperatuur van de koelkast genoteerd kan worden, overhandigen. Volgens de werkafspraken over voedselveiligheid dient de temperatuur van de koelkast dagelijks gemeten te worden en dienen de metingen te worden geregistreerd. Ook de geopende etenswaren zijn niet voorzien van een openingsdatum; dit is eveneens een vastgelegde werkafspraak. Op de toiletten ontbreken vloeibare zeep en handdoeken waardoor de kinderen de handen niet kunnen wassen voor het eetmoment. Ook zijn de toiletten niet schoongemaakt en ruikt het er naar urine. Tot slot zijn de schoonmaakschema’s sinds half februari niet ingevuld. Samenvattend De beroepskrachten worden onvoldoende in staat gesteld om de maatregelen uit het plan van aanpak gezondheid uit te voeren. De maatregelen met betrekking tot de voedselveiligheid zoals het controleren en registreren van de temperatuur, worden niet nageleefd, en geopende producten zijn niet voorzien van een datum. Met betrekking tot de hygiëne ontbreken er vloeibare zeep en handdoeken op de toiletten waardoor de handhygiëne van de kinderen onvoldoende is. De afspraken met betrekking tot het schoonmaken zijn onvoldoende nageleefd; de toiletten zijn niet schoon tijdens het inspectiebezoek. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Meldcode kindermishandeling De buitenschoolse opvang hanteert de meldcode zoals deze is opgesteld door de Branchevereniging en is aangepast op de situatie van het kindercentrum. De meldcode wordt tijdens de teamvergadering besproken. De houder is de aandachtsfunctionaris kindermishandeling en heeft in 2013 een training gevolgd via het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Gebruikte bronnen: - Werkinstructie Voedselveiligheid, ontvangen op 16 maart 2015 - Protocol bereiden warme maaltijden, ontvangen 16 maart 2015 - Protocol Persoonlijke hygiene, ontvangen op 16 maart 2015 - Werkinstructie Schoonmaken, ontvangen op 16 maart 2015 - Werkinstructie Uitstapjes, ontvangen op 16 maart 2015 - Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2014, versie 2, ontvangen 27 februari 2014 - Pedagogisch beleidsplan BSO Lieve Schoot, versie maart 2015 Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
6/13
- Gesprek met de beroepskrachten - Inspectieonderzoek
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
7/13
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De groepsruimte is passend ingericht voor de leeftijd van de kinderen. Er zijn verschillende speelhoeken ingericht, zoals een bouwhoek, een huishoek en een computerhoek. Tevens is er een hoge tafel, waaraan de kinderen kunnen knutselen en een bank om films te kijken. Buitenspeelruimte Het kindercentrum beschikt niet over een aangrenzende buitenruimte. Er wordt gebruikgemaakt van een speeltuin op ongeveer twee à drie minuten loopafstand van de buitenschoolse opvang. Deze speeltuin is te bereiken via de stoep en is geheel omheind. Er zijn speeltoestellen zoals een klimtoestel, een wipveer, een tuimelrek en een glijbaan. De speeltuin is gedeeltelijk voorzien van een zachte ondergrond (rubberen tegels). Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Inspectierapport van het jaarlijks onderzoek d.d. 25 augustus 2014
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
8/13
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van een intakegesprek met de ouders, de nieuwsbrieven, een informatieboekje en de website. Tevens heeft de houder een link op de website geplaatst die uitkomt op de locatiespecifieke pagina van het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen waar de inspectierapporten bekeken kunnen worden. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin drie leden zitting hebben. De oudercommissie is in februari 2015 ingesteld. Er zijn sindsdien nog geen adviesvragen voorgelegd aan de oudercommissie. Deze voorwaarde is daarom niet beoordeeld in dit onderzoek. Gebruikte bronnen: - Overzicht leden van de oudercommissie, ontvangen 16 maart 2015 - Notulen oudercommissievergadering d.d. 23 februari 2015, ontvangen op 16 maart 2015 - Inspectieonderzoek
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
9/13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
10/13
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet, is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
11/13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot 000005053951
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Esin Dogan Catharina Boudewijnshof 37 1064 PE AMSTERDAM 58807039
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. K. van Ommen
18 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
05-03-2015 24-03-2015 09-04-2015 09-04-2015 13-04-2015
: 13-04-2015 :
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
12/13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De toezichthouder constateert dat de beroepskrachten met betrekking tot de hygiëne ontbreken . Er waren geen vloeibare zeep en handdoeken op de toiletten waardoor de handhygiëne van de kinderen onvoldoende was. De afspraken met betrekking tot het schoonmaken zijn onvoldoende nageleefd en de toiletten zijn niet schoon tijdens het inspectiebezoek. Ik heb na het inspectiebezoek met de beroepskracht van die dag gesproken en zij gaf mij aan dat de kinderen meteen naar de toilet gingen toen zij binnen kwamen van school. De toezichthouder ging er meteen na de kinderen naar de toilet en heeft zij dus de punten geconstateerd. De beroepskracht geeft aan dat zij niet de gelegenheid had gekregen om te checken of de toilet daarna nog schoon was en of er een handdoek- vloeibare zeep aanwezig was. Omdat de kinderen gingen plassen rook het naar urine. De beroepskracht was ook die dag toevallig niet eerder op de groep aanwezig om te controleren. Want normaal starten zij eerder en gaan ze voorbereiden. In die voorbereidingstijd controleren ze alles. Die dag moest de beroepskracht naar Albert heijin om brood te halen, want er was niet genoeg brood voor die dag. Ze reed gelijk door naar de kinderen om ze op te halen. Vandaar kon zij niet checken. We hadden op 31 maart 2015 extra overleg over om de inspectierapporten van BSO en KDV. We hebben alle punten door genomen. In de verwachting u hiermee voldoende te hebben ingelicht, verblijf ik Met vriendelijke groet, Esin Dogan-Aksoy Directeur KDV Lieve Schoot
Buitenschoolse opvang Lieve Schoot - Jaarlijks onderzoek 05-03-2015
13/13