Inspectierapport BSO Majest (BSO) De Parelvisserslaan 13 1183 RH AMSTELVEEN Registratienummer: 649836819
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amstelveen Datum inspectie: 23-07-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: concept Datum vaststellen inspectierapport:
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
1/12
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
2/12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 23 juli 2014 is er een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. Op grond van het risicoprofiel van de locatie zijn enkele kwaliteitseisen onderzocht op het gebied van het pedagogisch klimaat, het personeel, de opvang in groepen, de accommodatie en inrichting en het ouderrecht. Tijdens het inspectiebezoek was de leidinggevende niet in de vestiging aanwezig. De leidinggevende heeft binnen een door de toezichthouder gestelde termijn de documenten ten behoeve van het inspectieonderzoek aangeleverd.
Beschouwing Majest is een kleinschalige kinderopvangorganisatie. In Amstelveen wordt er op één locatie buitenschoolse opvang aangeboden. In Edam en in Volendam exploiteert de houder eveneens enkele buitenschoolse-opvanglocaties. De vestiging in Amstelveen is in het LRKP geregistreerd met tachtig kindplaatsen. Wegens een terugloop in het aantal aanmeldingen zijn er in het afgelopen jaar dagelijks maximaal dertig kinderen opgevangen. Indien deze wijziging van permanente aard is, dient de houder dit bij de gemeente te melden. De toezichthouder heeft op 13 augustus 2014 telefonisch contact gehad met de voorzitter van de oudercommissie. De oudercommissie geeft aan tevreden te zijn over de kwaliteit en de inzet van het personeel. Het personeel wordt beschreven als ‘betrokken’ en ‘enthousiast’. Het personeel geeft in hun eigen handelen het goede voorbeeld voor de kinderen en corrigeert de kinderen op een vriendelijke toon. Over de inrichting van zowel de binnen- als buitenruimte is de oudercommissie tevreden. Met betrekking tot de buitenruimte wordt aangegeven dat dit wellicht te klein is voor alle kinderen om tegelijkertijd buiten te kunnen spelen. Er wordt echter tevens gebruikgemaakt van een grasveld en een basketbalveld in de directe nabijheid van de buitenschoolse opvang om dit te ondervangen. De oudercommissie is tevreden over de opvang die wordt aangeboden bij BSO Majest en heeft geen klachten van andere ouders ontvangen. Er is geen vertrouwenspersoon aangesteld voor de medewerkers of de ouders. Eventuele klachten worden afgehandeld door de directie.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
3/12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan opgesteld voor de gehele organisatie. In dit beleidsplan is onder andere de visie van de houder omtrent de omgang met kinderen beschreven. Pedagogische praktijk Bij aanvang van het inspectiebezoek mogen de kinderen vrij spelen in de grote ruimte. De beroepskracht geeft aan dat er een uitstapje is gepland in de buurt. Kort na aanvang van het inspectiebezoek komt het laatste kind binnen. De beroepskracht begroet het kind en de ouder en vraagt of er bijzonderheden zijn. Nadat de ouder weer vertrokken is, worden de kinderen gestimuleerd om hun speelgoed op te ruimen. Vervolgens vertrekt de beroepskracht met de kinderen in een elektrische bakfiets naar een speelboerderij in de buurt. Bij aankomst in de speelboerderij krijgt een van de oudere kidneren de 'taak' om de beroepskracht te helpen bij het begeleiden van de groep kinderen. Deze helper mag voor in de rij lopen. Het kind neemt zijn taak duidelijk serieus en herinnert de kinderen die weglopen eraan om vooral bij de groep te blijven. Wanneer de groep door het geitenverblijf loopt, blijkt dat enkele kinderen bang zijn voor de loslopende geiten. Het kind dat de beroepskracht helpt, stelt de bange kinderen gerust en neemt hen mee aan de hand. De beroepskracht legt uit dat sommige kinderen het erg leuk vinden om de jonge kinderen te ondersteunen bij activiteiten. Bovendien is het een manier om positieve interacties tussen de kinderen te stimuleren en krijgen de kinderen op deze manier de mogelijkheid om sociale competenties te ontwikkelen. De beroepskracht zorgt ervoor dat de kinderen persoonlijke competenties kunnen ontwikkelen door leermomenten te creëren. Een voorbeeld hiervan is dat de groep langs een zonnepaneel in de vorm van een grote zonnebloem loopt. De beroepskracht stopt bij het voorwerp en vraagt de kinderen of zij weten wat het is. Door verschillende kinderen een beurt te geven komt de groep erachter dat het een zonnepaneel is waarmee energie opgewekt kan worden. Wanneer de groep een rondje heeft gelopen over de boerderij gaan zij even zitten om een cracker te eten en wat de drinken. Vervolgens mogen de kinderen spelen in de speeltuin. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Majest (ontvangen op 29 juli 2014) - Observatie in de buitenschoolse opvang en de speelboerderij
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
4/12
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Opvang in groepen Er zijn drie basisgroepen. De groepen worden ingedeeld aan de hand van de volgorde waarin de kinderen vanuit de basisschool naar de opvang komen. Elke groep wordt afzonderlijk uit school opgehaald en krijgt elke dag een eigen beroepskracht toegewezen. De drie groepen bestaan elk uit maximaal tien kinderen tussen de 4 en 12 jaar oud. De kinderen eten in hun eigen groep en mogen vervolgens kiezen welke activiteit zij willen doen. Dit kan ook een activiteit in een andere groepsruimte zijn. Tijdens schoolvakanties worden de drie groepen samengevoegd tot één groep. Wanneer er meer dan twintig kinderen verwacht worden in de vakantie, worden de groepen ingedeeld op basis van de leeftijd en de interesses van de verwachte kinderen. Beroepskracht-kind-ratio Het inspectiebezoek vindt in de zomervakantie plaats. In de samengevoegde groep worden tien kinderen opgevangen door één beroepskracht. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van de maand juli 2014 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. Op schooldagen is de buitenschoolse opvang geopend van 13.00 tot 18.30 uur. Op woensdagen is de buitenschoolse opvang reeds om 12.00 uur geopend. De beroepskrachten werken van 11.00 of 12.00 tot 18.30 uur en pauzeren niet. Gedurende schoolvakanties en studiedagen is de buitenschoolse opvang geopend van 8.00 tot 18.30 uur. De beroepskrachten hebben dan de volgende werktijden: 8.00 tot 13.30 uur, 13.00 tot 18.30 uur en eventueel 8.00 tot 18.30 uur. De beroepskrachten hebben een uur pauze wanneer zij volgens deze diensten werken. De beroepskracht verklaart dat de meeste kinderen rond 9.00 uur worden gebracht en rond 17.00 uur weer worden opgehaald in de vakanties. Op de presentielijsten zijn de breng- en ophaaltijden van de kinderen bijgehouden. De toezichthouder heeft op basis van een steekproef bepaald dat er niet is afgeweken van de beroepskracht-kindratio. In de schoolvakanties kan het voorkomen dat er één beroepskracht wordt ingezet in de buitenschoolse opvang. De medewerkers van een nabijgelegen kinderdagverblijf zijn dan de achterwacht. De beroepskracht en de leidinggevende verklaren dat het niet voorkomt dat er wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio op de momenten dat er slechts één beroepskracht wordt ingezet in de buitenschoolse opvang. Wanneer er negen kinderen aanwezig zijn, wordt een tweede beroepskracht gebeld, die vanaf dat moment binnen vijftien minuten in de buitenschoolse opvang aanwezig is. Hierdoor wordt er niet afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruikte bronnen: - Afschriften van verklaringen omtrent het gedrag - Afschriften van diploma's - Werkrooster juli 2014 - Presentielijsten juli 2014 - Gesprek met de beroepskracht - Gesprek met de leidinggevende op 24 juli 2014 - Inspectieonderzoek
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
5/12
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De leidinggevende verklaart dat er in maart 2014 een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is uitgevoerd. Hierbij is per risico aangegeven welke maatregel(en) er genomen dienen te worden om het risico te verkleinen. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is beschreven in het pedagogisch beleidsplan. In dit onderzoek zijn de risicoinventarisaties en het veiligheids- en gezondheidsbeleid niet inhoudelijk beoordeeld. Tijdens het inspectiebezoek vertelt de beroepskracht dat er één keer in de maand een teamvergadering wordt gehouden waarin steeds andere onderdelen uit het beleid van de organisatie worden besproken. De toezichthouder heeft geconstateerd dat de beroepskracht op de hoogte is van de afspraken met betrekking tot uitstapjes en het ventileren van de verschillende ruimtes. Meldcode kindermishandeling De organisatie heeft een Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld in juni 2014. Er is hiervoor gebruikgemaakt van het model dat is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang. De meldcode is na het vaststellen van het document besproken binnen het team. De beroepskracht noemt verschillende signalen van kindermishandeling en weet wat de eerste stap is bij een eventueel vermoeden van kindermishandeling. De meldcode is niet gehanteerd; de leidinggevende verklaart dat er zich in het afgelopen jaar geen situatie heeft voorgedaan waarbij een vermoeden van kindermishandeling bestond. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Majest (ontvangen op 29 juli 2014) - Werkafspraken gezondheid (ontvangen op 29 juli 2014) - Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, versie 1 juli 2013 (vastgesteld door de organisatie in juni 2014; ontvangen op 29 juli 2014) - Handleiding bij de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, versie 1 juli 2013 (vastgesteld door de organisatie in juni 2014; ontvangen op 29 juli 2014) - Gesprek met de beroepskracht - Gesprek met de leidinggevende op 24 juli 2014 - Inspectieonderzoek
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
6/12
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De buitenschoolse opvang beschikt over vier groepsruimtes. De ruimtes zijn passend ingericht en in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. Alle ruimtes hebben een eigen activiteitenaanbod. In een van de ruimtes is een keukenblok geïnstalleerd. In deze ruimte is ook een loungehoek met een televisie en een boekenkast met verschillende boeken. De tweede ruimte is ingericht met onder andere een blokkenhoek, een kast met spellen en een spelcomputer. In de gymzaal is een tennisnet gespannen. Verder zijn hier ook voetbaldoelen en losse kussens beschikbaar. Tot slot wordt de centrale hal gebruikt als groepsruimte. In deze ruimte bevinden zich een lange (eet)tafel en een bank en er is divers los speelmateriaal. De beroepskracht verklaart dat er recent fitnesstoestellen voor kinderen zijn geïnstalleerd in de groepsruimte waar ook een keukenblok aanwezig is. De toezichthouder heeft dit niet zelf waargenomen in verband met het uitstapje buiten de vestiging. Buitenspeelruimte De buitenschoolse opvang maakt gebruik van een eigen buitenspeelruimte. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de op te vangen kinderen. De kinderen kunnen op de trampoline springen, voetballen, in de zandbak spelen of gebruikmaken van los speelmateriaal. Gebruikte bronnen: - Gesprek met de beroepskracht - Inspectieonderzoek
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
7/12
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van de website, het pedagogisch beleidsplan, een intakegesprek, een nieuwsbrief die twee keer per jaar verschijnt, een prikbord in de hal en de informatiewijzer. In deze wijzer is per onderwerp aangegeven waar ouders de informatie over verschillende onderwerpen kunnen terugvinden. Tevens heeft de houder een link op de website geplaatst. Via deze link kunnen ouders het meest recente inspectierapport downloaden. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin twee leden zitting hebben. Voor een juiste vertegenwoordiging van de ouders en het goed kunnen uitoefenen van de taken is het van belang dat er voldoende leden in de oudercommissie aanwezig zijn. De leidinggevende verklaart dat er in het afgelopen jaar geen beleidswijzigingen zijn geweest, waardoor er geen formele adviesvragen aan de oudercommissie zijn voorgelegd. Gebruikte bronnen: - Website www.majest.nl, geraadpleegd op 22 juli 2014 - Informatiewijzer BSO Majest (ontvangen op 24 juni 2014) - Notulen vergadering oudercommissie d.d. 20 februari 2014 (ontvangen op 29 juli 2014) - Gesprek met de leidinggevende op 24 juli 2014 - Inspectieonderzoek
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
8/12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
9/12
van de beroepskracht-kind-ratio.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
10/12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: Judith J. De Groot : Tjaskermolen 23 : 1135 LM EDAM : :
BSO Majest 000000049786 http://www.majest.nl 80 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. L. Botland MSc
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amstelveen : Laan Nieuwer-Amstel 1 : 1182 JR AMSTELVEEN
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
: 23-07-2014 : 13-08-2014 : : : : :
11/12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. P.M.
BSO Majest - Jaarlijks onderzoek 23-07-2014
12/12