Inspectierapport BSO CNS Balkbrug (BSO) De Omloop 2 7707DZ BALKBRUG Registratienummer 204664718
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD IJsselland HARDENBERG 11-11-2014 Regulier onderzoek Definitief 18-11-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening .........................................................................................................11 Gegevens toezicht ..............................................................................................................11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................12
2 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, op gebied van de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio, risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid en de pedagogische kwaliteit. In opdracht van de gemeente is ook de meldcode kindermishandeling op de locatie beoordeeld. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over de buitenschoolse opvang CNS Balkbrug, en de inspectie geschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein uitgewerkt. Feiten over buitenschoolse opvang CNS Balkbrug Buitenschoolse opvang CNS Balkbrug is onderdeel van Kindcentrum Balkbrug. Kindcentrum Balkbrug is onderdeel van Stichting Welluswijs. Het kindcentrum Balkbrug beschikt over twee locaties, namelijk locatie CNS Balkbrug en locatie Het Wennest. Buitenschoolse opvang De Flierefluiters en peuteropvang De Mezen zijn gehuisvest in CNS Balkbrug. De buitenschoolse opvang heeft twee basisgroepen voor maximaal 20 kinderen. Op dit moment is er één basisgroep in gebruik. De Flierefluiters is op maandag, dinsdag en donderdag geopend. Inspectiegeschiedenis Op 26 augustus 2013 heeft er een reguliere inspectie plaatsgevonden op deze locatie. Bij deze inspectie zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Belangrijkste bevindingen op hoofdlijnen Tijdens deze reguliere inspectie zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd. De aanwezige beroepskrachten kunnen beleid, afspraken en regels duidelijk verwoorden aan de toezichthouder.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie Kindercentrum (januari 2014). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan
directe uitvoering door de beroepskrachten; regelmatig bespreken van het werkplan in het locatieoverleg; personeelsvergaderingen; veranderingen worden gecommuniceerd in de Welluswijzer die elke week wordt verspreid onder de medewerkers.
Emotionele veiligheid Veldinstrument: De kinderen gaan op een veilige manier van school naar de buitenschoolse opvang. De beroepskrachten hebben aandacht voor ieder kind afzonderlijk en zorgen onderweg al voor een 'groepsgevoel', bijvoorbeeld door de kinderen met elkaar in gesprek te brengen. Observatie: Eén beroepskracht haalt de kinderen, lopend, van twee verschillende scholen. Bij het halen van de kinderen van de verder weg gelegen school, moeten de kinderen en de beroepskracht een aantal keren oversteken. De kinderen weten goed de afspraken met betrekking tot het oversteken. Dit gebeurt op een veilige manier. Observatie 2: Als de kinderen samen met de beroepskracht staan te wachten bij de tweede school, ontstaat er spontaan een hinkelspel op het plein. Eén kind doet voor en de anderen doen het na. Een paar andere kinderen staan gezellig met elkaar te praten over van alles en nog wat. Als de kinderen terug lopen naar de buitenschoolse opvang, vinden er gesprekken plaats tussen de kinderen onderling maar ook met de beroepskracht. Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Veldinstrument: De meeste kinderen zijn meestal bezig. Er is ook ruimte voor ontspanning en 'niets doen'. De kinderen mogen zelf kiezen met wie zijn iets gaan doen. Observatie: Na het drinken en eten kiezen de kinderen zelf wat ze willen gaan doen, met wie en waar (binnen of buiten). Een groepje kinderen blijft binnen en gaan met de Knex spelen. Zij zijn intensief bezig en overleggen met elkaar. Een ander deel van de groep is buiten aan het spelen. Er ontstaan verschillende groepjes, zo gaan een paar kinderen bladeren zoeken om een "egel beschermplek" te maken. De buitenschoolse opvang is echte vrije tijd voor de kinderen. Ontwikkeling van de sociale competentie Veldinstrument: De beroepskrachten helpen de kinderen actief mee om sociale vaardigheden met leeftijds-en of groepsgenootjes te ontwikkelen. Observatie: De beroepskrachten geven complimenten als kinderen samen een werkstuk hebben gemaakt. In het samenspel worden geen kinderen buitengesloten. 4 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG
Overdracht normen en waarden Veldinstrument: Afspraken, regels en omgangsvormen worden besproken en toegelicht. Beroepskrachten kennen de afspraken, regels en omgangsvormen. Zij passen deze in de meeste situaties consequent toe. Observatie: Er hangen groepsregels en afspraken in de groep. Als er een invalkracht komt, laat de vaste beroepskracht de kinderen de regels en afspraken zelf vertellen aan de invalkracht. Conclusie: Op de buitenschoolse opvang CNS Balkbrug is de pedagogische praktijk conform de wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (Locatie verantwoordelijke, versie: 19 juni 2014) Vragenlijst oudercommissie (Versie: 18 juni 2014) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiemanager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (binnen en buiten) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan (augsustus 2014)
5 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de verklaringen omtrent het gedrag (VOG) ingezien van twee beroepskrachten. Deze VOG' s voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn de diploma's van twee beroepskrachten ingezien. Deze diploma's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen Groep Flierefluiters
Leeftijd 4-13 jaar
Max. aantal kinderen 20
Buitenschoolse opvang CNS Balkbrug heeft 40 kindplaatsen. Op dit moment is er één basisgroep voor maximaal 20 kinderen in gebruik. De kinderen maken gebruik van hun eigen groepsruimte, en mogen ook gebruik maken van het speellokaal van de basisschool. Omvang en samenstelling voldoen aan de wettelijke voorwaarden.
Beroepskracht-kindratio De personeelsroosters en de aanwezigheidslijsten zijn steekproefsgewijs gecontroleerd door de toezichthouder. Uit deze steekproef blijkt dat er wordt voldaan het het beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (Locatie verantwoordelijke, versie: 19 juni 2014) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiemanager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (binnen en buiten) Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef) Diploma's beroepskrachten (steekproef) Presentielijsten (steekproef week 43, 44, 45,46) Personeelsrooster (steekproef week 43, 44, 45,46)
6 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (RIVG) is uitgevoerd in september 2014 door de beroepskrachten. Er is gebruik gemaakt van de methode Veiligheidsmanagement, ontwikkeld door Stichting Consument en Veiligheid en de methode Gezondheidsmanagement door het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid. De RIVG heeft betrekking op de situatie bij de huidige inspectie. De RIVG is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen. Naar aanleiding van de risico-inventarisatie zijn er actieplannen en huisregels opgesteld. De beroepskrachten hebben de actieplannen doorgelezen (afgetekend na lezing) en kennis kunnen nemen van de risico's en de daaruit volgende acties. RIVG komt ook geregeld ter sprake tijdens het bezoek van de clustermanager op locatie. De beroepskrachten zijn op de hoogte van het formulier voor het registreren van ongevallen.
Meldcode kindermishandeling Vanaf 1 juli 2013 zijn de eisen aan de meldcode kindermishandeling gewijzigd. Dit komt door de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Door deze nieuwe eisen voldoen de oude protocollen en meldcodes niet meer. De houder gebruikt een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld die voldoet aan de gestelde eisen. De meldcode kindermishandeling is besproken in het teamoverleg. De beroepskrachten zijn goed op de hoogte van de inhoud van de meldcode.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatiemanager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (binnen en buiten) Risico-inventarisatie veiligheid (Versie: september 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (Versie: september 2014) Actieplan veiligheid (Versie: september 2014) Actieplan gezondheid (Versie: september 2014) Ongevallenregistratie Meldcode kindermishandeling (Versie: juni 2013)
7 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: BSO CNS Balkbrug : 40
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting ProKind Blanckvoortallee 6 7773AH HARDENBERG www.prokind.nl 41024617
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD IJsselland Postbus 1453 8001BL ZWOLLE 038-4 281 686 Femia Wijnands
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: HARDENBERG : Postbus 500 : 7770BA HARDENBERG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
11-11-2014 14-11-2014 18-11-2014 18-11-2014 28-11-2014
: 28-11-2014 : 12-12-2014
11 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
12 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 11-11-2014 BSO CNS Balkbrug te BALKBRUG