Inspectierapport KDV Speelatelier De Bakermat (KDV) Akkerwindestraat 19 6832CS ARNHEM Registratienummer 184131947
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Arnhem 17-02-2016 Jaarlijks onderzoek Definitief 06-04-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 10 Accommodatie en inrichting ............................................................................................. 12 Ouderrecht .................................................................................................................... 13 Inspectie-items .................................................................................................................. 15 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 23 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 23 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 24
2 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek bij KDV Speelatelier De Bakermat zijn alle voorwaarden die op deze locatie van toepassing zijn beoordeeld. Er heeft een gesprek plaatsgevonden met beroepskrachten (2), de houder en de administrateur. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kindercentrum Speelatelier De Bakermat, is een kleinschalig kinderdagverblijf dat in oktober 2010 is gestart met het bieden van kinderopvang aan maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot 4 jaar oud. Het kinderdagverblijf beschikt over één stamgroepsruimte. Deze opvangruimte wordt in tweeën gedeeld d.m.v. hekjes en een vierkant blok dat vanaf het plafond begint. Aan dit blok is gesitueerd o.a. een aanrecht en een verschoonruimte. Afhankelijk van het kindaantal en/of de activiteit kan de stamgroep verdeeld worden in een babydreumesen groepje (0 jaar tot 2 jaar oud) gebruik maken van het ene deel van de ruimte en het peutergroepje (2 jaar tot 4 jaar oud) gebruik maken van het andere deel van de ruimte. Beide ruimtes zijn ingericht als een huiskamer met veel speelgoed van hout. Inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse onderzoeken in 2014 en 2015 zijn geen overtredingen geconstateerd. Overleg en Overreding Er heeft Overleg en Overreding plaatsgevonden op de volgende domeinen: 1.1 pedagogisch beleid 2.1 Verklaring omtrent het Gedrag 3.1 Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid 5.4 Klachten 2015 en voorafgaande jaren Bevindingen op hoofdlijnen Kinderdagverblijf Speelatelier De Bakermat is een kinderdagverblijf waarbij opvang wordt geboden vanuit een antroposofisch perspectief. In het kinderdagverblijf wordt gewerkt met een vast ritmisch programma. Overgangsmomenten van spelen naar eten, naar spelen, naar slapen gaan wordt ondersteund doordat beroepskrachten deze momenten helder maken voor de kinderen door toegepaste liedjes te zingen. Het onaangekondigd onderzoek is in prettige en professionele sfeer verlopen. De houder heeft gebruik gemaakt van Overleg en Overreding binnen de afgesproken tijd. De houder, administrateur en de beroepskrachten (2) hebben de toezichthouder alle medewerking verleend van de benodigde informatie voor dit onderzoek. Geconcludeerd kan worden dat men bij Kinderdagverblijf Speelatelier De Bakermat nog niet voldoet aan alle getoetste voorwaarden van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
3 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Veiligheid 3.1 risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. 5. Ouderrecht 5.4 Klachten 2015 en voorgaande jaren De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 35 lid 2 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 35 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg; art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
4 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. De observatie vindt in de ochtend plaats. De stamgroepsruimte is in twee groepen verdeeld. De baby-dreumesen groepje in de leeftijd van 0 tot 2 jaar oud en het peutergroepje van 2 tot 4 jaar oud. Op beide groepen staat een beroepskracht. De kinderen zijn aan het spelen met blokken en lappen. Daarna wordt er aan tafel fruit gegeten. Vervolgens gaan de kinderen naar buiten om te spelen. De beroepskrachten communiceren met de kinderen vooral door het zingen van liedjes. Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Speelatelier De Bakermat maakt gebruik van het Pedagogisch beleidsplan, februari 2016. In dit pedagogisch beleidsplan wordt o.a. aandacht besteed aan wennen, de achterwacht en het vier-ogenprincipe. Overleg en overreding is toegepast door in het pedagogisch beleidsplan informatie op te nemen over het doorverwijzen naar andere instanties. En op welke wijze beroepskrachten worden toegerust voor het observeren van de ontwikkeling van kinderen. Ook is de rekentool: www.1ratio.nl opgenomen in het beleid. Zo werkt het kinderdagverblijf al met observatielijsten waar de volgende aspecten o.a. aan bod komen: Begin-Aankomen Spelen Eten Spreken Sociale houding Einde -Afscheid Er wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden.
Pedagogische praktijk Uitvoering van het pedagogisch beleid Het beleid wordt o.a. besproken in het werkplaats overleg. Uit het gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij inhoudelijk op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Emotionele veiligheid 'De beroepskrachten verwoorden in veel situaties hun gedrag. Zij passen hun lichaamshouding aan (op ooghoogte praten, door de knieën gaan als zij bij spelsituaties meekijken) en praten met taal (zinsbouw, woordkeuze) die past bij de leeftijdsgroep'.
5 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Observatie De kinderen zijn aan het spelen met blokken. De beroepskracht zit tussen de kinderen en begeleid het spel door mee te spelen. Het initiatief ligt bij de kinderen. Tijdens dit moment zingt de beroepskracht teksten als: 'Lekker spelen met de blokken, speel maar mee'. Persoonlijke competentie 'In het dagprogramma zijn altijd activiteiten opgenomen die gericht zijn op en/of aanzetten tot taalverrijking (voorlezen, taalspelletjes, liedjes, rijm, verwoorden van ervaringen)'. Er is (binnen en buiten) voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen meekunnen ontdekken en fantaseren. Er zijn (enkele) speelhoeken. Observatie De kinderen zijn aan het spelen. De beroepskracht verwoord zingend wat de kinderen aan het doen zijn. Zoals: 'Ga jij een mooie toren bouwen'. In de ruimte zijn verschillende hoeken aanwezig zoals: Een bouwhoek op een kleed. Een eigen hoekje onder de hoge boksen Een woonhoek met keuken Het spelmateriaal bestaat vooral uit hout. Sociale competentie 'De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen.' Observatie Voordat de blokken en doeken opgeruimd wordt zingt de beroepskracht liedjes om en van samen opruimen. De kinderen ruimen op en al zingend geeft de beroepskrachten de kinderen complimenten zoals: Wat fijn dat je meehelpt Wat kun jij dat al goed Goedzo, goed gedaan Wanneer de kinderen naar buiten gaan, vormen zij een rijtje als een trein. Dit onder begeleiding van de beroepskracht die een liedje zingt. Overdracht van waarden en normen 'De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op van vast rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat van het wordt verwacht'. Observatie Er is een vast dagritme. De beroepskrachten kondigen in zangvorm aan wat er gaat gebeuren. Voordat er fruit gegeten wordt zingt de beroepskracht tijdens het schillen: Appeltjes aan de bomen, Appeltjes op de grond, Appeltjes in mijn buikje, Lekker en gezond. Op basis van deze observaties is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk op alle competenties voldoet. Het vierogenprincipe wordt uitgevoerd in de praktijk zoals in het pedagogisch beleidsplan staat beschreven. Indien de beroepskracht alleen op de locatie is en de deur is gesloten in verband met de veiligheid, bestaat de mogelijkheid dat de houder of andere medewerker onverwachts binnen kunnen komen.
6 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (De houder) Interview anderen (beroepskrachten (2) en administrateur) Pedagogisch beleidsplan (Pedagogisch beleidsplan februari 2016) Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen d.d. 15-02-2016 website: www.speelatelierdebakermat.nl d.d. 15-02-2016
7 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag De pedagogisch medewerkers, de administratieve medewerker en de vrijwilliger zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de eisen. De
VOG van de houder/directeur is afgegeven op de volgende functieaspecten: 84 belast met de zorg voor minderjarigen 86 werkzaam in de kinderopvang 71 Personen die vanuit hun functie mensen en/of een organisatie (of een deel daarvan) aansturen De houder is een natuurlijk persoon en zou ook op de volgende functieaspecten gescreend moeten zijn: 11 bevoegdheid hebben tot het raadplegen en/of bewerken van systemen 21 met contante en/of girale gelden en/of (digitale) waardepapieren omgaan 22 budgetbevoegdheid hebben De huidige VOG voldoet niet aan de eisen uit de Wet Kinderopvang. Door het toepassen van Overleg en Overreding heeft de houder een nieuwe VOG aangevraagd met de juiste functieaspecten. De aanvraag is op 04-03-2016 in behandeling genomen door de Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Op 14-03-2016 heeft de toezichthouder via e-mail de juiste VOG van de houder ontvangen. Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang.
Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten zijn in het bezit van een passende beroepskwalificatie die voldoet aan de gestelde eisen. Opvang in groepen Er is een stamgroep die bestaat uit maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar oud. Deze groep kan onderverdeeld worden in leeftijd en/of activiteit. baby-dreumesen groepje in de leeftijd van 0 jaar tot ongeveer 2 jaar oud peutergroepje in de leeftijd van ongeveer 2 jaar oud tot 4 jaar oud
8 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Beroepskracht-kindratio Tijdens het onderzoek waren aanwezig 9 kinderen, waarvan 5 kinderen in het baby-dreumes groepje, 4 kinderen in het peutergroepje in aanwezigheid van 2 beroepskrachten. Op dit moment worden er geen kinderen opgevangen van 0 jaar tot 1 jaar oud. Steekproef Datum 03-02-2016 04-02-2016 05-02-2016
Aantal kinderen Ochtend: 8 Middag : 8 Ochtend: 12 Middag : 11
Aantal aanwezige beroepskrachten 2 2 2 2
Aantal benodigde beroepskrachten 2 2 2 2
Ochtend : 7 Middag : 6
2 1
2 1
De conclusie uit het onderzoek en de steekproef is dat de beroepskracht-kindratio ingepland wordt conform de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Er wordt voldaan aan de gestelde eisen. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Tijdens het onderzoek wordt er Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (De houder) Interview anderen (beroepskrachten (2) en administrateur) Verklaringen omtrent het gedrag (24-05-2013; 22-04-2015; 22-12-2014; 22-01-2016; 26-03 2014; 23-07-2014; 11-03-2014 en 16-04-2013) Diploma's beroepskrachten (Docent dramatisch vorming; HBO leraar basisonderwijs; SPW 3 (3X); SPW 4; Onderwijsassistent) Plaatsingslijsten (week 5 en 7) Presentielijsten (week 5 en 7) Personeelsrooster (week 5 en 7) Aanvraag Verklaring Omtrent het Gedrag Directeur/Houder;algemeen Screeningsprofiel 11-2122-84-86. Door de toezichthouder ontvangen via e-mail d.d. 7 maart 2016. VOG houder 07-03-2016
9 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de documenten over de veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en uitvoering. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Het vierogenprincipe is in de praktijk gecontroleerd op uitvoering en beleid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn uitgevoerd 5 februari 2016. De inventarisatie gezondheid was op het moment van het onderzoek niet beschikbaar. Door het toepassen van overleg en overreding heeft de toezichthouder de inventarisaties veiligheid en gezondheid en een onderdeel van de actieplannen ontvangen op 26 februari 2016 via e-mail. De actieplannen zijn toegevoegd aan het pedagogisch beleid. In de beleidsplannen wordt gesproken in termen van: Controleer regelmatig op kleine voorwerpen. Vervang spenen regelmatig Kinderen wordt geleerd regelmatig hun neus te snuiten Echter in de werkplannen worden wel concrete termen gebruikt zoals wekelijks en iedere maandag. Dat wil niet zeggen dat de veiligheid en gezondheid op het kinderdagverblijf in het geding is; het beleid staat niet altijd op de juiste manier op het papier. Tijdens de observatie hoest een ouder kindje dat aan het samenspelen is veelvuldig en vaak in de ruimte. Het kindje houdt tijdens het hoesten niet zijn hand voor de mond. De beroepskracht reageert niet op de manier van het hoesten van het kindje. In het actieplan 'Gezondheidsrisico's door overdracht van ziektekiemen' staat het volgende: '5. Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door groepsleiding Pedagogisch medewerkers dragen zorgen voor een goede hoesthygiëne 6. kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door ander kind Aan kinderen wordt geleerd tijdens hoesten of niezen het hoofd weg te draaien of het hoofd te buigen (....) Kinderen worden er op gewezen dat ze tijdens het hoesten of niezen de hand voor de mond moeten houden' Er wordt niet voldaan aan alle eisen uit de Wet kinderopvang.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Meldcode kindermishandeling Op de website van de organisatie d.d. 25-02-2016 wordt verwezen in het pedagogisch beleidsplan op pagina 36 naar: 'We hanteren het landelijk voorbeeldprotocol "Protocol Kindermishandeling" van oktober 2010.' De houder is in het bezit van de meldcode die voldoet aan alle eisen. Op 17 april 2014 heeft de toezichthouder ontvangen van de houder: Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, versie juli 2013 Handleiding behorend bij de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, versie juli 2013 De Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, versie juli 2013 is uitgereikt aan de beroepskrachten. Tijdens het interview kunnen beroepskrachten signalen en stappen benoemen uit de meldcode. Er wordt voldaan aan deze voorwaarden.
Vierogenprincipe Beroepskrachten staan bijna nooit alleen op de groep. Het kan voorkomen dat aan het einde van de dag een beroepskracht alleen staat wanneer de laatste kinderen worden opgehaald. Sinds een jaar is de deur afgesloten voor de veiligheid van de kinderen en de beroepskracht. Dit in verband met het risico op bezoek van ongewenste bezoekers. De houder, de administrateur en de tuinman kunnen onverwachts binnenkomen zodat de medewerkers te allen tijde gezien of gehoord kan worden. Er wordt voldaan aan de gestelde voorwaarde. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (De houder) Interview anderen (beroepskrachten (2) en administrateur) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid (februari 2016) Risico-inventarisatie gezondheid (februari 2016) Actieplan veiligheid (o.a. Pedagogisch beleidsplan 2016) Actieplan gezondheid (o.a. Pedagogisch beleidsplan 2016) Meldcode kindermishandeling Pedagogisch beleidsplan (Pedagogisch beleidsplan februari 2016)
11 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten. Binnenruimte Het kinderdagverblijf beschikt over een stamgroepruimte die in tweeën verdeeld kan worden. Een ruimte voor de baby-dreumesen in de leeftijd van 0 jaar tot 2 jaar oud. En een peutergroepje in de leeftijd van 2 jaar tot 4 jaar oud. Het kinderdagverblijf beschikt over veel speelgoed van hout. Ook zijn er verschillende hoeken in de opvangruimte. Zo is er o.a. een afgeschermde hoek voor de allerkleinsten, onder de hoge boxen is een speelhoek gecreëerd en er is een woon/kookhoek. Er is een aparte slaapruimte. Er wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. In verband met de registratie van 28 kinderen en het op dit moment de aanwezigheid van maximaal 16 kinderen heeft de toezichthouder geen oordeel kunnen geven hoe de situatie van de opvang is indien er aan 28 kinderen opvang wordt geboden in deze ruimte. In het gesprek heeft de houder aangeven dat Speelatelier de Bakermat aan maximaal 24 kinderen opvang wil bieden.
Buitenspeelruimte De buitenruimte beschikt over een mooi ingerichte tuin met houten attributen. Er wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie Plattegrond
12 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Ouderrecht Bij dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert over het beleid. Ook is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum. Informatie Via de website en het intake gesprek worden ouders op de hoogte gebracht van het beleid van KDV Speelatelier De Bakermat. In de hal hangt een Whiteboard en een prikbord waarop de belangrijke (actuele) items worden vermeld zoals bijvoorbeeld de klachtenregeling. De klachtenregeling en de geschillencommissie worden aan ouders o.a. aangeboden via het Pedagogisch beleidsplan, februari 2016: 'Speelatelier De Bakermat Kinderdagverblijf'. Maandelijks ontvangen ouders een nieuwsbrief. Een keer per jaar biedt het kinderdagverblijf een ouderavond aan. Er wordt voldaan aan de eisen uit de Wet Kinderopvang. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De oudercommissie bestaat uit 3 leden. De oudercommissie maakt gebruik van het Reglement Oudercommissie Speelatelier De Bakermat, september 2013. De oudercommissie heeft de vragenlijst ingevuld en hieruit komt naar voren dat zij tevreden is met de opvang. Er wordt voldaan aan deze voorwaarden.
Klachten en geschillen 2016 Vanaf 1 januari kunnen ouders en oudercommissies met vragen en klachten over kinderopvang terecht bij het Klachtenloket Kinderopvang. Dit klachtenloket is verbonden aan De Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Het is tot stand gekomen naar aanleiding van een wetswijziging om de positie van ouders in de kinderopvang te versterken en meer grip op de kwaliteit te geven. De aansluiting bij De Geschillencommissie is verplicht. Ouders kunnen daar terecht als de houder een klacht naar hun oordeel niet juist afhandelt of onvoldoende gelegenheid biedt een klacht in te dienen. Ook de oudercommissie kan terecht bij De Geschillencommissie. Kinderopvang KDV Speelatelier De Bakermat heeft op 10 februari 2016 een schriftelijke bevestiging gekregen dat er een registratieovereenkomst is voor De Geschillencommissie per 1 januari 2016. Op 14-03-2016 heeft de toezichthouder via e-mail ontvangen de brief van de bevestiging van de registratieovereenkomst voor De Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen. En inmiddels staat vermeld in het landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen dat KDV speelatelier De Bakermat (KDV) is aangesloten bij de geschillencommissie per 11-03-2016.
13 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Klachten 2015 en voorgaande jaren De toezichthouder heeft het openbaar klachtenverslag 2014 van de houder niet ontvangen voor 1 juni 2015. Op 26 februari 2016 heeft de toezichthouder ontvangen van de houder: Jaarverslag 2014 met daaraan toegevoegd de Klachtenvrijbrief Klachtencommissie 2014 en de klachtenvrijbrief Klachtenkamer Oudercommissie 2014 Jaarverslag 2015 met daaraan toegevoegd de Klachtbrief Klachtencommissie 2015 en de klachtenvrijbrief Klachtenkamer Oudercommissie 2015 Op het moment van het onderzoek werd er niet voldaan aan deze eisen uit de Wet kinderopvang. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 35 lid 2 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 35 lid 2 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg; art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (De houder) Interview anderen (beroepskrachten (2) en administrateur) Reglement oudercommissie Klachtenregeling Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Jaarverslag klachten 2014 en 2015) Klachtenregeling oudercommissie (2014 en 2015) Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie (2014 en 2015) brief registratie geschillencommissie
14 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
17 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
18 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
19 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling, alsmede wijzigingen daarvan, op passende wijze onder de aandacht van ouders. (art 1.57b lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen op passende wijze onder de aandacht van de ouders. (art 1.57c lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft voor de oudercommissie, tenzij er op grond van artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, zes maanden na registratie een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.46 lid 2, 1.58 lid 2 en 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen, de zittingsduur en het aantal leden. (art 1.59 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt binnen zes maanden na de registratie een oudercommissie in. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF In een kindercentrum waar 50 of minder kinderen worden opgevangen is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen én de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. (art 1.58 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
20 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Als er conform artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, betrekt de houder de ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze bij: - de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.50, eerste lid; - het pedagogische beleid dat wordt gevoerd; - voedingsaangelegenheden van algemene aard; - het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid; - openingstijden; - het beleid met betrekking tot het aanbieden van voorschoolse educatie; - de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten; - wijziging van de prijs van kinderopvang. (art 1.58 lid 2 en 3, 1.60 lid 1, 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten en geschillen 2016 De houder treft een regeling voor de afhandeling van klachten over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder. (art 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De regeling is schriftelijk vastgelegd, voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt; - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling; - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld; - de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld; - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt; - in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. (art 1.57b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder; b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht. (art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten 2015 en voorgaande jaren De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft de geheimhoudingsplicht na. (art 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 35 lid 2 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg; art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 35 lid 2 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin tenminste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 35 lid 2 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg; art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
21 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 35 lid 2 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg; art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
22 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: KDV Speelatelier De Bakermat : 28 : Nee
Gegevens houder Naam houder KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: Jansje Lodder : 50049542 : Ja
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Arnhem : Postbus 9029 : 6800EL ARNHEM
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Hanneke Negenborn
17-02-2016 31-03-2016 05-04-2016 06-04-2016 06-04-2016 06-04-2016
: 13-04-2016
23 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze Bakermat Het blijft altijd spannend een GGD onderzoek, ook voor het team van De Bakermat. Als onverwacht een vreemde volwassene constructief en kritisch aanwezig is dan raken de leidsters toch enigszins uit hun gewone doen met de kinderen, en de kinderen met hen. Een alledaagse gewoonte als de kinderen leren de hand voor de mond te doen bij het hoesten kan dan gemakkelijk vergeten worden, en dat is gebeurd. Iedereen is wel weer wakker geworden daardoor. De administratieve punten zijn per direct verbeterd: het klachtenjaarverslag 2014 is alsnog ingezonden, de VOG van de houder is vernieuwd met andere functieaspecten, enkele tekstuele aanpassingen in het Pedagogische Beleidsplan zijn doorgevoerd, zodat dit duidelijker geworden is. Nog een punt waardoor we weer iets wakkerder geworden zijn betreft de ouderinformatie. Een belangrijk, en voor ons vanzelfsprekend, element staat nu ook genoemd in het Pedagogisch Beleidsplan: het vier keer per jaar gezamenlijk met ouders en kinderen vieren van de jaarfeesten. Ouders maken kennis met de pedagogische werkwijze, en beleven aan den lijve de seizoensliedjes en de bewegingsspelletjes die hun kinderen op De Bakermat doen. De kinderen laten dat graag en fier zien aan hun ouders. Op een zaterdagochtend in de lente versieren we het hek rondom De Bakermat met narcissen, en in de zomer maken we bloemenkransen en we dansen op het plein. Er is koffie en sap en ouders bakken taarten. Op een donderdagavond In de herfst en de winter, delen we een maaltijd van brood en door ouders gemaakte soep. In de herfst zingen we van de wind, de regen en van het lichtje in de storm, met de winter zingen we traditionele liedjes en vieren we geboorte in koude donkere nacht. Naast de dagelijkse feitelijke informatie-uitwisseling en de periodieke ontwikkelingsgesprekken zijn dit belangrijke ervaringen en ontmoetingen van ouders met De Bakermat en ook van ouders onderling. Kortom, het was weer een leerzame inspectie.
24 van 24 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-02-2016 KDV Speelatelier De Bakermat te ARNHEM