Inspectierapport Peutercentrum De Hobbel (KDV) Gerard Douweg 4 6814LH ARNHEM Registratienummer 486774843
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden ARNHEM 30-09-2014 Regulier onderzoek Definitief 15-10-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ................................................................ 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 9 Ouderrecht .................................................................................................................... 10 Inspectie-items .................................................................................................................. 11 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 17 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 17 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 18
2 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Op 30-09-2014 is een onaangekondigd regulier inspectiebezoek gebracht aan Peutercentrum de Hobbel. Tijdens deze inspectie zijn alle voorwaarden die op deze locatie van toepassing zijn onderzocht. De locatiemanager was tijdens het onaangekondigde bezoek niet aanwezig maar de toezichthouder heeft na de inspectie contact gehad met de manager. Beschouwing Peutercentrum De Hobbel is onderdeel van Stichting Peutercentra Arnhem. Het is gelegen aan de rand van Arnhem (Arnhem-Noord). Vanuit het peutercentrum kijk je uit op de bossen van een park. Voor activiteiten wordt ook gebruik gemaakt van het park. De Hobbel heeft één groep bestaande uit maximaal 14 peuters. Op verzoek van de gemeente Arnhem is het domein grensoverschrijdend gedrag toegevoegd en beoordeeld, zie hiervoor de bijlage bij dit inspectierapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging van de houder. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (manager) Interview anderen (beroepskrachten)
4 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum ( versie September 2013). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. De toezichthouder heeft geobserveerd op de groep tijdens het vrij spelen en in de kring. Er waren 11 kinderen aanwezig tijdens de inspectie. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peutercentra Arnhem (SPA) heet: “Spelend leren”. De laatste versie is van september 2014. Het pedagogisch beleid is geconcretiseerd in het speelwerkplan. Het nieuwe speelwerkplan is nog niet gemaakt; het oude plan dateert van oktober 2013. Het nieuwe plan zal ongeveer op 20 oktober 2014 gereed zijn. Het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de gestelde eisen. Pedagogische praktijk Het bieden van emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met kinderen en gebruiken daarbij vragen die tot een nee/ja-antwoord leiden of tot beperkte informatie-uitwisseling. Zij sluiten daarbij meestal goed aan op de situatie en/of de vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact. Voorbeeld: Beroepskrachten hebben verschillende korte gesprekjes met de kinderen. Zowel in de kring als tijdens het vrij spel. De gesprekjes gaan bijvoorbeeld over wat de kinderen gaan doen of dat ze naar het bos zijn geweest. De beroepskrachten stellen korte vragen, geven complimentjes en luisteren naar de kinderen. Kinderen krijgen voldoende ruimte om hun verhaal te vertellen. De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Kinderen kunnen bij sommige activiteiten aangeven waar hun voorkeur naar uitgaat. Zij krijgen gelegenheid om ook kenbaar te maken waar zij zelf zin in hebben. Voorbeeld: Voordat de kinderen vrij gaan spelen mogen kinderen zelf bepalen waar en waarmee ze gaan spelen. Ze mogen dit kenbaar maken aan het eind van de kring. Het ontwikkelen van persoonlijke competenties De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze signalen correct interpreteren en sluiten hier tijdig en adequaat op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. Voorbeeld: Bij het brengen is een kind aan het huilen omdat zijn moeder weg gaat. De beroepskracht neemt het kind even op schoot en praat met het kind. Binnen 5 minuten is het kind weer rustig en is hij gestopt met huilen. De meeste kinderen zijn vrijwel de gehele tijd intensief bezig. Er is een hoge mate van betrokkenheid bij alles waar zij mee bezig zijn. Zij laten zich niet makkelijk afleiden; zij zijn trots op wat zij hebben gedaan of gemaakt. Voorbeeld: Een paar kinderen zitten aan tafel te kleuren. Ze zijn aandachtig bezig en als de beroepskracht bij ze komt zitten laten de kinderen hun tekening zien. Bij het puzzelen is het hetzelfde. Verschillende kinderen maken meerdere puzzels. De beroepskracht geeft een compliment aan een kind dat hij zoveel puzzels zelf heeft gemaakt. 5 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Het ontwikkelen van sociale competenties De beroepskrachten houden rekening met individuele kenmerken van kinderen bij het inrichten van een activiteit of spelsituatie: niet te lang, niet te dicht op elkaar, niet te wild, niet te saai. Zij proberen gericht onnodige irritaties tussen kinderen te voorkomen. Voorbeeld: Na de gezamenlijke kring wordt de kring opgesplitst in twee groepjes. De beroepskrachten geven aan welk kind in welke groep zit. Een kind wil graag bij haar "vriendinnetje" blijven waarop de beroepskracht zegt dat het ook wel eens heel leuk kan zijn om bij andere kinderen te zitten en even niet naast je vriendinnetjes te zitten. De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpen in als kinderen niet mee mogen of kunnen doen. Zij helpen kinderen om er weer samen uit te komen. Voorbeeld: Kinderen spelen vooral zelf. Een kind dat van een afstandje zit te kijken wordt door de beroepskracht bij het spel betrokken zodat het kind zelf verder mee kan spelen. De overdracht van normen en waarden In de ruimte is op specifieke plaatsen informatie aanwezig (pictogram, woord, slogan, lijstje) waardoor kinderen weten welke afspraken of regels op die plaatsen en in de gehele ruimte gelden. Voorbeeld: Boven elke hoek hangen pictogrammen met plaatjes en woorden. Bijvoorbeeld het atelier, de bouwhoek, de winkel. Beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere volwassenen, zoals collega's en ouders. Ze gaan respectvol met hen om, zijn vriendelijk, luisteren en tonen begrip. Ze zijn meestal consequent in wat ze willen uitdragen en hoe ze zelf werkelijk handelen. Voorbeeld: Als de toezichthouder binnenkomt wordt door de beroepskracht aan alle kinderen uitgelegd wat de toezichthouder komt doen. Beroepskrachten begroeten de toezichthouder op een vriendelijke manier en geven de toezichthouder een stoel. Op basis van de observatie is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk op alle competenties voldoet. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (manager) Interview anderen (beroepskrachten) Pedagogisch beleidsplan (versie september 2014) Pedagogisch werkplan (versie oktober 2013)
6 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de verklaringen omtrent het gedrag ingezien van beide beroepskrachten en de stagiaire. De verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft de beroepskwalificaties van beide beroepskrachten ingezien. Deze voldoen aan de gestelde eisen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in 1 stamgroep van maximaal 14 kinderen van 2,5 - 4 jaar. De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen. Het gebruik maken van meerdere en maximaal twee stamgroepen is niet beoordeeld. Het is niet van toepassing. Er is één groep bij de Hobbel. Beroepskracht-kindratio Dagelijks worden twee beroepskrachten op de groep ingezet. Uit de presentielijsten en de personeelsroosters van week 38 en 39 2014 blijkt dat de beroepskracht-kindratio voldoet bij peutercentrum de Hobbel. Tijdens het onaangekondigde inspectiebezoek heeft de toezichthouder de volgende beroepskrachtkind-ratio waargenomen: Datum/groep 30-09-2014 de Hobbel
aantal aanwezige kinderen 13
Aantal aanwezige beroepskrachten 2
Aantal benodigde beroepskrachten 2
De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Tijdens de opvang wordt Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (manager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (op de groep) Verklaringen omtrent het gedrag (van alle beroepskrachten) Diploma's beroepskrachten (van alle beroepskrachten) Presentielijsten (week 38 en 39 2014) Personeelsrooster (week 38 en 39 2014)
7 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de documenten over de veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en uitvoering. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Het vierogenprincipe is in de praktijk gecontroleerd op uitvoering en beleid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisatie is uitgevoerd in mei 2014. Een plan van aanpak is daarbij ook opgesteld. Voor het veiligheidsbeleid maakt SPA gebruik van de richtlijnen en instrumenten zoals die zijn opgenomen in de brochure: 'Veiligheidsmanagement: Methode voor de peuterspeelzalen' van stichting Consument en Veiligheid. De risico-inventarisatie wordt besproken in het werkoverleg. De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen. Meldcode kindermishandeling De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SPA & SPO dateert van november 2013 en voldoet aan de gestelde eisen. De regionale sociale kaart is toegevoegd en de medewerkers zijn op de hoogte gesteld tijdens een studiedag in februari 2014. In schooljaar 2014/2015 kunnen pedagogisch medewerkers en managers een elearningprogramma volgen over kindermishandeling. In het scholingsplan: 'VVE Scholing en deskundigheidsbevordering SPA 2014-2015' staat dit programma vermeld. Vierogenprincipe In het pedagogisch beleidsplan SPA: 'Spelend leren' staan 3 maatregelen genoemd die in het kader van het vierogenbeleid genomen zijn: 1. Altijd meer dan één pedagogisch medewerker op de groep. 2. Altijd met z'n tweeën op stap. 3. Veel doorzichtige afscheidingen. In de praktijk: Op de groep worden altijd twee beroepskrachten ingezet. Er zijn ramen aan alle kanten van het lokaal. Er is een groot raam bij de toiletten waardoor je bij de kindertoiletjes naar binnen kan kijken. De Hobbel werkt met vrijwilligers. De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (manager) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (op de groep) Risico-inventarisatie veiligheid (versie mei 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (versie mei 2014) Actieplan veiligheid (versie mei 2014) Actieplan gezondheid (versie mei 2014) Ongevallenregistratie (2014) Huisregels/groepsregels (versie november 2013) Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013)
8 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten. Binnenruimte De groepsruimte heeft voldoende m2 voor het aantal op te vangen kinderen. De ruimte is ingericht met verschillende hoeken. Bijvoorbeeld een huishoek, een leeshoek, een bouwhoek en een winkeltje. De verschillende hoeken zijn aangegeven met pictogrammen. Er zijn open kasten waar de kinderen zelf het spelmateriaal uit kunnen pakken. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte heeft voldoende m2 voor het aantal op te vangen kinderen. Er is een zandbak en een glijbaan. De kinderen hebben voldoende ruimte om te bewegen. Gebruikte bronnen: Observaties (op de groep)
9 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Ouderrecht Bij dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert over het beleid. Ook is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum. Informatie Ouders worden geïnformeerd middels een intakegesprek, een informatieboekje, de website en nieuwsbrieven. Het inspectierapport kunnen zij inzien op de website. Oudercommissie Het Reglement oudercommissie is op basis van het modelreglement van de brancheorganisatie voor de Kinderopvang opgesteld in het jaar 2014. Het voldoet aan alle eisen. Peutercentrum de Hobbel heeft op dit moment een oudercommissie met 2 leden. Deze oudercommissie is echter nog niet bekend met het reglement en het adviesrecht. De beroepskracht geeft aan dat zij momenteel bezig zijn om de oudercommissie opnieuw vorm te geven en zijn hiervoor actief op zoek naar nieuwe leden. Klachten Stichting Peutercentra Arnhem is voor de behandeling van klachten aangesloten bij de Provinciale Klachtencommissie Welzijn, Maatschappelijke Dienstverlening en Kinderopvang voor Gelderland en Overijssel. Informatie over de in- en externe klachtenprocedure staat op de website. Om de oudercommissie de gelegenheid te geven om vragen te stellen of klachten in te dienen over de organisatie, is Stichting Peutercentra Arnhem aangesloten bij de Klachtenkamer Oudercommissie Kinderopvang. De houder zal deze regeling onder de aandacht brengen van de leden van de oudercommissie zodra deze volgens het reglement vanuit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is ingesteld . De website en het telefoonnummer van de klachtenkamer staan wel vermeld in het reglement voor de oudercommissie. In mei 2014 heeft de toezichthouder het jaarverslag van 2013 ontvangen. Het verslag voldoet aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (manager) Interview anderen (beroepskrachten) Reglement oudercommissie Klachtenregeling Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (2013)
10 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
15 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
16 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Peutercentrum De Hobbel 000025826492 14 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Peutercentra Arnhem Roermondsplein 20 4 6811JN ARNHEM www.spa-arnhem.nl 41046861
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Inge Moerenhout
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: ARNHEM : Postbus 9029 : 6800EL ARNHEM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
30-09-2014 06-10-2014 13-10-2014 15-10-2014 15-10-2014
: 15-10-2014 : 22-10-2014
17 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. ZIENSWIJZE HOUDER Op 30 september 2014 heeft een onaangekondigde reguliere inspectie plaatsgevonden bij peutercentrum de Hobbel. Het peutercentrum is beoordeeld op veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, kwalificatie van het personeel, beroepskracht-kind ratio en het pedagogisch klimaat . Deze aspecten zijn alle positief gewaardeerd. Punt van aandacht is de implementatie van het protocol grensoverschrijdend gedrag en het reglement oudercommissie. Beide protocollen zijn reeds op het peutercentrum aanwezig. De komende periode zal aandacht worden besteed aan het informeren van de huidige oudercommissie over het reglement en het adviesrecht en het implementeren van het protocol grensoverschrijdend gedrag. Hiertoe is in november een bijeenkomst voor de pedagogisch medewerkers gepland voor alle peutercentra van SPA. Het locatiegebonden werkplan wordt op dit moment aangepast aan de eisen van de wet Kinderopvang waarbij vooral het beleid rondom het vierogenprincipe punt van aandacht is.
18 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM
30-09-2014 Peutercentrum de Hobbel Grensoverschrijdend gedrag Intentieverklaring De intentieverklaring 'grensoverschrijdend gedrag' is getekend in december 2013. Ook heeft SPA een protocol grensoverschrijdend gedrag opgesteld. In dit protocol staat beschreven welke afspraken zijn gemaakt en hoe gehandeld moet worden als grensoverschrijdend gedrag wordt vastgesteld. De gedragsregels zijn 27 januari 2014 vastgesteld. Interne vertrouwenspersoon Froukje de Jager, pedagoge, is de interne vertrouwenspersonen. Zij is regelmatig op de locatie aanwezig. Externe vertrouwenspersoon Mevrouw Michelle Haagmans en/of mevrouw Marijke van de Brink (vertrouwenspersonen GGD Gelderland-Midden) fungeren als externe vertrouwenspersonen. De externe vertrouwenspersonen staan los van de organisatie zodat er geen vermenging van belangen op kan treden. Beleid grensoverschrijdend gedrag Het nieuwe protocol grensoverschrijdend gedrag is op 17 september 2014 vastgesteld en bevat informatie over de inhoud van grensoverschrijdend gedrag en wat hier volgens de houder onder valt. Verder wordt beschreven hoe men dient te handelen bij grensoverschrijdend gedrag en welke stappen er gevolgd moeten worden. Tevens worden de verantwoordelijkheden verdeeld en toegelicht. Daarnaast heeft men gedragsregels opgesteld. Informeren beroepskrachten, ouders en kinderen Beroepskrachten geven aan op de hoogte te zijn van het protocol en de gedragsregels. Zij kunnen echter niet de namen noemen van de vertrouwenspersonen. Beroepskrachten weten wel voorbeelden te noemen van grensoverschrijdend gedrag en geven aan dit meteen bespreekbaar te maken bij collega’s en/of manager. Volgens beroepskrachten zijn ouders op de hoogte gesteld van het protocol via de nieuwsbrief maar zijn ouders niet op de hoogte van gedragsregels en vertrouwenspersonen. De manager geeft aan dat het protocol grensoverschrijdend gedrag nog onvoldoende is geïmplementeerd maar dat het inmiddels is besproken met de beroepskrachten. Daarnaast zal het de komende verder geïmplementeerd worden op de groepen en zullen ouders nader geïnformeerd worden. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
Het informeren van ouders en beroepskrachten over protocol, gedragsregels en vertrouwenspersonen. Gebruikte bronnen: Interview locatieverantwoordelijke/houder Interview beroepskrachten Website Observatie
19 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 30-09-2014 Peutercentrum De Hobbel te ARNHEM