Inspectierapport Peutercentrum De Karbonkel (KDV) Zwanebloemlaan 4 6832HG ARNHEM Registratienummer 129765077
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Arnhem 09-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 14-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. De toezichthouder heeft tijdens het onderzoek gesproken met de aanwezige beroepskrachten. Telefonisch is contact geweest met de manager. De gevraagde documenten zijn door de manager nagezonden. Als onderdeel van deze inspectie heeft de oudercommissie een vragenlijst toegestuurd gekregen. Op verzoek van de gemeente Arnhem is het domein grensoverschrijdend gedrag toegevoegd en beoordeeld, zie hiervoor de bijlage bij dit inspectierapport. Beschouwing Peutercentrum De Karbonkel, onderdeel van Stichting Peutercentra Arnhem, bevindt zich in de wijk Malburgen-Oost. Het peutercentrum bestaat uit één groep. Deze groep heeft de beschikking over een eigen lokaal in de basisschool 'Parcivalschool'. Er wordt aan maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar, opvang geboden. De Karbonkel is een peutercentrum met een antroposofische werkwijze. Tevens wordt voor- en vroegschoolse educatie aangeboden, middels de methode Kaleidoscoop. Deze methode is geïntegreerd in de antroposofische werkwijze. Uit de ingevulde vragenlijst van de oudercommissie blijkt dat zij tevreden zijn over de samenwerking met de houder en de kwaliteit van de opvang. Als opmerking is vermeldt dat SPA bezig is om de samenwerking tussen de peutercentra en de oudercommissies verder te verbeteren. Conclusie In oktober 2014 is een regulier onderzoek uitgevoerd bij het peutercentrum. Er werden geen overtredingen van de getoetste voorwaarden vastgesteld. Ook tijdens dit onderzoek is gezien dat aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. Op het moment van de observatie waren de kinderen binnen aan het spelen. Na het spelen gingen de kinderen in de kring om iets te eten en te drinken. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van het pedagogische beleidsplan. Emotionele veiligheid "De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op". Voorbeeld: - Een kind zit met zijn moeder aan tafel, ze zijn een puzzel aan het maken. De moeder staat op om weg te gaan. Het jongetje wil nog een knuffel. Hij begint te huilen. Hij wil niet dat zijn moeder weg gaat. De moeder heeft het jongetje vast. De beroepskracht neemt het jongetje van de moeder over, moeder zwaait nog een keer en gaat weg. Het jongetje huilt en de beroepskracht zegt 'huil maar'. Ondertussen lopen ze naar het raam. Het jongetje mag eventjes zijn speen in. Na een paar minuten vraagt de beroepskracht of hij wilt spelen. Dit wil hij wel. Hij legt de speen in zijn tas en gaat spelen. Persoonlijke competentie "De beroepskrachten helpen het kind bij contacten met andere kinderen als dit nodig is of de situatie onveilig wordt". Voorbeelden: - Twee jongetjes hebben een bezem vast. Een jongen roept hard 'om de beurt'. De beroepskracht kijkt van een afstandje naar de twee jongens. Eén van de jongetjes loopt weg en gaat iets anders spelen. De beroepskracht ziet dat de situatie is opgelost en gaat verder met hetgeen ze bezig was. - Twee jongetjes hebben één auto vast. Ze roepen hard naar elkaar. De beroepskracht gaat naar de jongetjes toe. De beroepskracht vraagt aan de jongens wat er aan de hand is. Ze vertellen dat ze allebei met de auto willen spelen. De beroepskracht lost in overleg met de jongetjes de situatie op. Eén jongetje mag met de auto spelen en het andere jongetje gaat een puzzel maken. Sociale competentie "De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. (...) Zij bieden spel dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen". Voorbeeld: De kinderen zijn binnen aan het spelen. Een groepje meisjes is in de huishoek aan het spelen. Twee jongetjes spelen in de bouwhoek en ook spelen er kinderen aan tafel. Twee kinderen willen met 'superzand' spelen. De beroepskracht legt twee dienbladen met het zand erop, naast elkaar op tafel. De kinderen staan naast elkaar en spelen met het 'superzand'. De kinderen kletsen met elkaar en lachen naar elkaar. Ze laten aan elkaar zien wat ze aan het maken zijn. De kinderen hebben overleg met elkaar als ze allebei een zelfde mesje willen gebruiken. De kinderen maken hier een afspraak over waar ze allebei tevreden over zijn.
4 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
Normen en waarden "De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld (...)". Voorbeelden: - In de gesprekken met de kinderen kijken de beroepskrachten de kinderen aan en praten met vriendelijke stem. - De kinderen en de beroepskrachten zitten in de kring. Ze gaan zo eten. De kinderen hebben een broodtrommel op schoot. Voordat ze gaan eten geeft de beroepskracht aan dat je eerst je eten eet. Als je klaar bent mag je weer praten. Tijdens het eten begint een kind te praten. Met een zachte stem vraagt de beroepskracht aan het kind of ze al klaar is met eten. Het meisje geeft aan van niet. De beroepskracht vertelt dat ze dan eerst haar eten moet opeten. Ook de beide beroepskrachten eten eerst hun eten. Op basis van de observaties is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk op alle competenties voldoet. Voorschoolse educatie Peutercentrum De Karbonkel is een peutercentrum met een antroposofische werkwijze. Het peutercentrum werkt ook met de methode Kaleidoscoop. Deze methode is geïntegreerd in de antroposofische werkwijze. De beroepskrachten hebben bijscholingen en opleidingen gevolgd om met VVE-methode Kaleidoscoop te werken. Tijdens het inspectiebezoek zijn de certificaten door de toezichthouder in gezien. De houder heeft een opleidingsplan 'VVE Scholing en deskundigheidsbevordering SPA 2014- 2015' opgesteld. In dit plan wordt het scholingsprogramma voor de beroepskrachten beschreven. Deskundigheidsbevordering voor de methodes 'Kaleidoscoop' en 'LOGO 3000' zijn onder andere in het opleidingsplan opgenomen. Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw I. Tijmensen (manager)) • Interview anderen (aanwezige beroepskrachten tijdens de inspectie op 09-06-2015) • Observaties (tijdens de inspectie op 09-06-2015) • VVE-certificaten • Opleidingsplan voorschoolse educatie
5 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Er is van 6 beroepskrachten een verklaring omtrent het gedrag ingezien. Zij beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie Het diploma van 6 beroepskrachten is ingezien. De beroepskrachten beschikken over een diploma die voldoet aan de gestelde eisen. Opvang in groepen Peutercentrum De Karbonkel heeft één stamgroep met maximaal 16 kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Er wordt aan de gestelde voorwaarden voldaan. Beroepskracht-kindratio Peutercentrum De Karbonkel biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Er worden maximaal 16 kinderen opgevangen met 2 beroepskrachten. Er worden voldoende beroepskrachten ingezet in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen. Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie • Interview anderen (aanwezige beroepskrachten tijdens de inspectie op 09-06-2015) • Observaties (tijdens de inspectie op 09-06-2015) • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Presentielijsten
6 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de documenten over de veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en uitvoering. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De beroepskrachten zijn op de hoogte van de afspraken om de risico's omtrent veiligheid en gezondheid te reduceren. Dit is gebleken uit het gesprek met de beroepskrachten en de observatie op de groep. Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie • Interview anderen (aanwezige beroepskrachten tijdens de inspectie op 09-06-2015) • Observaties (tijdens de inspectie op 09-06-2015)
7 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
8 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Peutercentrum De Karbonkel : 16 : Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Peutercentra Arnhem Roermondsplein 20 4 6811JN ARNHEM www.spa-arnhem.nl 41046861
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Suze Derksen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Arnhem : Postbus 9029 : 6800EL ARNHEM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
09-06-2015 03-07-2015 09-07-2015 14-07-2015 14-07-2015 14-07-2015
: 21-07-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 6 juni 2015 heeft de jaarlijkse inspectie van Peutercentrum “De Karbonkel” plaats gevonden. De inspectie is in een prettige sfeer verlopen en de inspecteur heeft een goed beeld kunnen krijgen van de werkwijze en de met name de pedagogische praktijk binnen het peutercentrum. We zijn erg blij met de positieve beoordeling van de inspecteur.
12 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 09-06-2015 Peutercentrum De Karbonkel te ARNHEM
Grensoverschrijdend gedrag Intentieverklaring
In mei 2013 heeft Stichting Peutercentra Arnhem de intentieverklaring ‘grensoverschrijdend gedrag in de kinderopvang’ ondertekend. Interne vertrouwenspersoon
Er is een intern vertrouwenspersoon, mevrouw F. de Jager, aangesteld. Zij is regelmatig op de locatie aanwezig. Ouders en beroepskrachten kunnen de vertrouwenspersoon ook telefonisch of per email bereiken. Externe vertrouwenspersoon De externe vertrouwenspersonen zijn mevrouw M. Haagmans en mevrouw M. van den Brink. De beroepskrachten en de ouders kunnen de extern vertrouwenspersonen telefonisch bereiken. Beleid grensoverschrijdend gedrag
SPA heeft een protocol ‘grensoverschrijdend gedrag en gedragsregels SPA’ opgesteld. In het protocol is onder andere informatie opgenomen over het begrip grensoverschrijdend gedrag, de gedragsregels en de stappen na signalering (incl. benadering interne of externe vertrouwenspersoon). Informeren beroepskrachten, ouders en kinderen Uit de gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij een beeld hebben van wat grensoverschrijdend gedrag inhoud. De beroepskrachten kunnen voorbeelden geven van grensoverschrijdend gedrag. Op de locatie is het protocol met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag aanwezig. De beroepskrachten kunnen dit protocol ten alle tijden raadplegen. De ouders zijn op verschillende wijze geïnformeerd over de afspraken met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag. Eind 2014 hebben de ouders een nieuwsbrief ontvangen. Tevens ontvangt elke ouder een informatiebrochure bij aanmelding van hun kind bij het peutercentrum. In deze brochure wordt benoemd dat er afspraken zijn over grensoverschrijdend gedrag. In de brochure wordt aangegeven dat ouders voor meer informatie (bijv. de contactgegevens van de vertrouwenspersonen) de website van SPA moeten raadplegen. Op de website kunnen ouders en beroepskrachten het volledige protocol inzien.
Gebruikte bronnen: Protocol ‘grensoverschrijdend gedrag en gedragsregels SPA’, versie maart 2015 Pedagogisch werkplan Interview beroepskrachten Observatie op de groep Website Informatiebrochure