>DOSSIER F I S C A L I T E I T
De wet van de natuur DE NIEUWE BEREKENING VAN HET VOORDEEL VAN ALLE AARD DIE DOOR DE REGERING WERD INGEVOERD, IS ALS EEN DONDERSLAG INGESLAGEN IN DE FLEETWERELD. MAAR HOE ZIT HET NU EIGENLIJK PRECIES? WAT IS DE REËLE IMPACT VAN DEZE DERDE VERSIE, NA DE OPEENVOLGENDE AANPASSINGEN? VOOR HET ANTWOORD GINGEN WIJ TE RADE BIJ SPECIALISTEN TER ZAKE EN BIJ DE FLEET MANAGERS VAN DE MERKEN VOLKSWAGEN, AUDI, SEAT EN ŠKODA.
e opmaak van de begroting 2012 door de regeringDi Rupo heeft overal tandengeknars veroorzaakt. Na de onzekerheid van het begin van het jaar is het nu tijd om de nieuwe maatregelen te analyseren. Met één begrip dat telkens weer opduikt: het Voordeel van Alle Aard (of VAA). Indien een werknemer, manager of zaakvoerder zijn bedrijfswagen voor privédoeleinden gebruikt – met name voor zijn woon-werkverkeer – schrijft de fiscus hem een VAA toe. Terwijl dat voordeel in 2011 nog
D
bepaald werd op basis van een forfaitaire afstand tussen woonen werkplaats (minder dan 25 km/meer dan 25 km, of een forfait van 5.000/7.500 km per jaar), wordt het VAA sinds januari 2012 berekend op basis van de CO2-uitstoot en de ‘cataloguswaarde’ van het voertuig. Er kan dus alleen sprake zijn van een VAA als het voertuig ter beschikking wordt gesteld voor privégebruik, gratis of in ruil voor een vergoeding door de gebruiker die
H e t VA A wo rd t vo o r t a a n b e re ke n d o p b a s i s va n d e CO 2 - u i t s t o o t e n d e ‘c at a l o g u s wa a rd e ’ va n h e t vo e r t u i g .
14
Fleet Magazine 02/2012
FISCALITEIT
kleiner is dan het forfaitair berekende VAA. Dienstwagens die uitstuitend voor professionele doeleinden worden gebruikt en ’s avonds op de bedrijfsparking blijven staan, zijn dus niet onderhevig aan de nieuwe reglementering. Een belangrijke kanttekening: deze nieuwe berekeningswijze moet de regering ongeveer 200 miljoen euro opleveren. Invoering van de factor ‘leeftijd’ De nieuwe reglementering in verband met het VAA zou al heel snel tot ‘creatieve oplossingen’ kunnen leiden. De regering heeft daarop geanticipeerd door de factor ‘leeftijd’ in te bouwen en zo te vermijden dat via een ‘achterpoortje’ het VAA verminderd wordt door een nieuwe auto te verkopen als tweedehands. In die zin werd beslist om een ‘correctiecoëfficiënt’ toe te passen op de cataloguswaarde: in de berekening van het VAA zal deze waarde elk jaar met 6% verminderen, met een gecumuleerd maximum van 30%. Met andere woorden, zodra de auto meer dan 5 jaar oud is (ongeacht of hij nieuw of tweedehands werd gekocht), gerekend vanaf de eerste inschrijving, stopt de ontwaarding: het VAA wordt dus steeds berekend op minimaal 70% van de nieuwwaarde. De berekeningsregel voor de werknemer Om het bedrag van het VAA te berekenen zijn er verschillende parameters:
1. de cataloguswaarde van het voertuig 2. de CO2-coëfficiënt van het voertuig Deze coëfficiënt bedraagt 5,5% voor de dieselvoertuigen met een CO2-uitstoot van 95 g/km en voor de benzinevoertuigen die 155 g CO2/km uitstoten. Voor iedere gram CO2 boven die referentiewaarden stijgt de coëfficiënt met 0,1%, tot een maximum van 18%. Omgekeerd daalt de coëfficiënt eveneens met 0,1% per gram CO2 onder de referentie, tot een minimum van 4%. 3. de berekeningsformule ([cataloguswaarde] x [CO2-coëfficiënt] x [6/7] x [leeftijdscorrectie]) Opmerking: het belastbare voordeel kan nooit lager zijn dan 1.200 euro per jaar (voor het fiscale jaar 2012). Berekening van de cataloguswaarde Zoals eerder vermeld is de ‘cataloguswaarde’ een van de belangrijkste factoren in de berekening van het VAA. En de derde definitie die door de wettekst wordt gesuggereerd, biedt in dat verband geen manoeuvreerruimte. Voor nieuwe en tweedehandse auto’s gaat het om “de catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties en werkelijk betaalde belasting over de toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of ristorno”. Er wordt dus met geen en-
DOSSIER <
kele korting rekening gehouden, ook niet met fleetkortingen. Gezien het risico dat de wetgever neemt om veroordeeld te worden voor het heffen van belasting op niet-verschuldigde btw, d.w.z. de waarde van het verschil tussen de btw op de catalogusprijs en de werkelijk geïnde btw op het factuurbedrag (waarbij rekening wordt gehouden met een eventueel toegekende korting), houdt het nieuwe voorstel voor de btw enkel rekening met dit laatste bedrag bij de bepaling van het VAA. “In sommige gevallen is het niet zo eenvoudig om de catalogusprijs van een auto te bepalen, bij gebrek aan een centrale database die als referentie zou kunnen dienen”, verklaart Stéphane Verwilghen, voorzitter van Renta, de Belgische federatie van autoverhuurders: “Sommige leasingbedrijven hebben de gewoonte om de aankoopprijs van hun voertuigen op te slaan in gegevensbanken, maar dat geldt niet voor alle spelers op de markt.” Een tweede probleem voor de vaststelling van de catalogusprijs houdt verband met de opties die tegen een lagere prijs worden aangeboden in packs. Gezien het feit dat deze situatie zou kunnen leiden tot fiscale onzekerheid, vraagt Renta zich af of “er geen overgangsmaatregelen genomen zouden moeten worden met het oog op een leefbaar systeem. In de toekomst zouden de sector en de fiscus het eens kunnen worden
“Het nieuwe VAA zal de fleetmarkt misschien niet zozeer beïnvloeden qua volume, maar veeleer de downsizingtrend van de motoren versterken.” FEBIAC
Fleet by D’Ieteren 02/2012
15
>DOSSIER F I S C A L I T E I T
over een referentiedatabase voor prijzen. Voor de bestaande voertuigen zou men ofwel het oude systeem kunnen handhaven en de parameters aanpassen om tot het gewenste rendement te komen, ofwel een forfait kunnen afspreken voor de opties, in de vorm van een percentage van de waarde van het voertuig.” Wat zal de werknemer betalen? De twee tabellen rechts, die op 28 februari jongstleden werden voorgesteld tijdens de Fleet Corner-avond van EuroFleet Consult, vermelden de gemiddelde impact per voertuigcategorie en afhankelijk van het stelsel waaronder de gebruiker valt (‘fiche 281.10’ of ‘persoonlijke bijdrage’). De cijfers zijn gebaseerd op bedrijfswagenvloten met een park van meer dan 100 voertuigen van uiteenlopende merken, en hebben betrekking op ‘recente voertuigen’ (minder dan 12 maanden oud) en ‘voertuigen 2008’ (die de gemiddelde waarde van het rijdende wagenpark vertegenwoordigen, rekening houdend met het feit dat een bedrijfswagen gemiddeld 4 jaar in de vloot blijft). Om de gehanteerde categorieën te situeren vermelden we een aantal modellen van onze merken, die aan de criteria van EuroFleet beantwoorden: • Segment B: ŠKODA Fabia, VW Polo, SEAT Ibiza… • Segment C: VW Golf, Audi A3, ŠKODA Octavia… • Segment C+: SEAT Altea XL, VW Touran… • Segment D: Audi A4, VW Passat… • Segment H: Audi A6… • Segment H2: prestigevoertuigen We moeten opmerken dat deze cijfers nog geen rekening houden met de nieuwe manier om de ‘reële btw’ te berekenen, zodat deze waarden nog verlaagd zullen worden. Het is ook belangrijk om te weten dat de segmenten B tot D in
16
TA B E L F I C H E 2 8 1 . 1 0 Invloed op nettosalaris, waarde in euro
© EuroFleet Consult
5000 km (2011)
7500 km (2011)
RECENTE VOERT.
VOERT. 2008
RECENTE VOERT.
VOERT. 2008
S E G M E NT B
-3
-10
-27
-41
S E G M E NT C
+4
-6
-24
-41
S E G M E NT C +
+19
+34
-17
-15
S E G M E NT D
+28
+20
-3
-17
S E G M E NT H
+108
+72
+71
+30
S E G M E NT H 2
+369
+419
+322
+347
TA B E L 2 P E R S O O N L I J K E B I J D R A G E Invloed op nettosalaris, waarde in euro
© EuroFleet Consult
5000 km (2011)
7500 km (2011)
RECENTE VOERT.
VOERT. 2008
RECENTE VOERT.
VOERT. 2008
S E G M E NT B
-5
-19
-52
-78
S E G M E NT C
+8
-12
-46
-77
S E G M E NT C +
+35
+45
-31
-28
S E G M E NT D
+53
+37
-6
-31
S E G M E NT H
+202
+134
+133
+55
S E G M E NT H 2
+1199
+784
+1044
+649
de fleetmarkt circa 80% van het rijdende wagenpark vertegenwoordigen, en het segment H2 minder dan 5%.
1,6 l TDI of een ŠKODA Octavia Combi 1,6 l TDI rijdt, zal gemiddeld 50 euro minder betalen aan VAA!
In de praktijk trekken onze merken deze gemiddelden naar beneden. Hier vindt u overigens twee voorbeelden (met 0% korting) van de evolutie voor een werknemer onder het stelsel ‘fiche 281.10’: Voorbeeld 1: Voor de bestuurder van een Golf 1,6 l TDI BlueMotion (99 g CO2/km) die in het vorige systeem viel onder het statuut ‘woont minder dan 25 km van zijn werkplaats’, stijgt het VAA met 2,24 euro. Voorbeeld 2: Een werknemer die in het vorige systeem werd belast op basis van het statuut ‘woont verder dan 25 km van zijn werkplaats’ en die met een Audi A1 Sportback
Ook de werkgever betaalt Het VAA heeft ook gevolgen voor de kosten van de werkgever of zelfs voor een manager met een zelfstandig statuut. Voor hen wordt het VAA berekend volgens de volgende formule: ([1/7] x [bedrag van het VAA voor de werknemer]). Het bedrag dat uit deze berekening resulteert, wordt beschouwd als niet-aftrekbare kosten, zonder dat enig overgedragen verlies in rekening mag worden genomen. Dat betekent dus dat ook verlieslatende bedrijven belasting zullen moeten betalen. <
Fleet Magazine 02/2012
FISCALITEIT
DOSSIER <
N E FA ST voor het milieu? FEBIAC vreest dat de nieuwe berekeningswijze van het VAA voor firmawagens de verspreiding van steeds ‘groenere’ auto’s in de bedrijfsvloten zal afremmen. Dat blijkt in ieder geval uit de reactie van Michel Martens, Directeur Studiediensten van FEBIAC: “We moeten kijken hoe de fleetmarkt zal reageren op de wijzigingen die werden doorgevoerd op het vlak van de belasting op bedrijfswagens. Het nieuwe VAA zal de fleetmarkt misschien niet zozeer beïnvloeden qua volume, maar veeleer de downsizingtrend van de motoren versterken.” Ook een daling van het gemiddelde uitrustingsniveau van bedrijfswagens behoort tot de mogelijkheden, denkt men bij FEBIAC: “Om hun VAA te beperken zullen werknemers waarschijnlijk minder veeleisend worden op het vlak van comfort-, veiligheids- of milieu-uitrusting. Dat zou ook de huidige trend richting milieuvriendelijker wagenparken in gevaar brengen en evenzeer de btw-inkomsten voor de Staat doen dalen.” Michel Martens ziet nog een ander pervers effect van de nieuwe reglementering: “Aangezien de waarde van het voertuig in de nieuwe berekeningswijze van het VAA veel zwaarder doorweegt dan de CO2 -uitstoot, worden elektrische en hybride auto’s benadeeld. Die zijn namelijk duurder, omdat ze een beroep doen op geavanceerde milieutechnologie.”
Reactie van onze fleet managers “Ondanks de invoering van de nieuwe wetgeving verwachten wij geen grote daling van onze verkoop. Wij beschikken namelijk over een uitgebreid gamma van voertuigen die aangepast zijn aan verschillende gebruikstypes, met zowel benzine- als dieselvarianten. Bovendien zijn de BlueMotion-versies bijzonder efficiënt op het vlak van CO2-uitstoot. En we mogen ook niet vergeten dat de forfaitaire bepaling van het VAA op basis van de nieuwe formule enkel van toepassing is op particuliere voertuigen, voertuigen voor dubbel gebruik en minibusjes. Voor voertuigen die voldoen aan de fiscale definitie van ‘lichte bedrijfsvoertuigen’, blijft het oude berekeningsstelsel op basis van ‘reële kosten’ van toepassing.”
L U C D E ST U Y V E R , Key Account Manager Commercial Vehicles Import
“Ik kan niet stellen dat we echt blij zijn met de nieuwe berekening van het VAA, maar SEAT is altijd heel competitief geweest, zowel op het vlak van de CO2-uitstoot als wat de catalogusprijzen betreft. Resultaat: ons gamma omvat talloze modellen die recht geven op een minimaal belastbaar VAA van 100 euro per maand. In de loop van het jaar lanceert SEAT voor de Ibiza een nieuwe benzinemotor met automatische cilinderuitschakeling, die bijzonder goed zal scoren op het vlak van verbruik. Zelfde vaststelling voor de Exeo, die zijn CO2-uitstoot ziet dalen dankzij een stop-startsysteem. Meer dan ooit wijst de trend in de richting van de downsizing en krijgen wij steeds meer aandacht van kmo’s die hun wagenpark echt als werkinstrument gebruiken.”
B E R N A R D B O U C K A E RT, Fleet Sales Manager SEAT
Fleet by D’Ieteren 02/2012
17
>DOSSIER F I S C A L I T E I T
“Ik denk dat de nieuwe regelgeving te snel tot stand is gekomen, zonder dat (vooral in het begin) de markt en de specialisten ter zake geraadpleegd werden. Het gebrek aan duidelijkheid dat heerste en nog altijd heerst, heeft tot gevolg dat heel wat bedrijven en automobilisten wachten om een nieuw voertuig te bestellen. Alleen de regering kan een einde maken aan deze situatie, door helder te communiceren om de speculatie te stoppen. Hoe dan ook bekleden de Volkswagen-modellen een sterke positie. Zeker voor wie in 2011 onder het 7.500 kmstelsel viel: in de meeste gevallen is de situatie volgens de nieuwe wetgeving zelfs voordeliger. Voor de anderen (5.000 km) is het verschil heel redelijk.”
ST E F H O L E M A N S , Brand Fleet Manager Volkswagen
“Al jarenlang werken de ingenieurs van Audi aan de daling van de uitstoot en het verbruik. Dat is waar onze slogan ‘Vorsprung durch Technik’ helemaal tot zijn recht komt. Wat de catalogusprijzen betreft, hanteert Audi al een hele tijd een stabiele en coherente politiek. Onze officiële prijzen zijn vaak lager dan die van andere premiummerken, wat ons vandaag in het voordeel brengt. Ik nodig alle automobilisten uit om zelf de vergelijking te maken met onze concurrenten. Daaruit zal blijken dat het resultaat van de berekening heel gunstig is. Concreet betekent dit dat vele van onze bestaande en toekomstige klanten morgen hetzelfde VAA zullen betalen, of zelfs een lager VAA voor een Audi die krachtiger, zuiniger en beter uitgerust is.”
J O R I S S P I G T, Audi Fleet Manager
“Net als onze concurrenten hebben wij met de nieuwe berekeningswijze van het belastbare VAA simulaties uitgevoerd voor de modellen van ons merk. Over het algemeen – en dat is geen verrassing – zien we een stijging. Maar we moeten de vergelijking wel nuanceren, want voor een gebruiker die vroeger onderworpen was aan de 5.000 km-regel, is de situatie helemaal anders dan voor iemand die onderworpen was aan het forfait van 7.500 km. Zo zien sommige gebruikers van een Octavia of Superb 1,6 l TDI hun belastbare voordeel van alle aard zelfs verminderen. Er zijn dus niet alleen verliezers, maar het is wel zaak om in de toekomst verstandig te werk te gaan bij de keuze van een bedrijfswagen. Downsizing zal nog belangrijker worden. In afwachting zijn de grote fleetklanten, voor wie de omvang van hun wagenpark een grote rol speelt, zeer voorzichtig.”
X AV I E R J A S P E R S , Fleet & Special Sales Manager ŠKODA
18
Fleet Magazine 02/2012