De natuur van de Blokweer 2014
1
De natuur van de Blokweer.
De natuur van de Blokweer in 2014. Inleiding. Bij het beheer van natuurparken zijn twee zaken belangrijk. Ten eerste de biodiversiteit en ten tweede de landschappelijke aantrekkelijkheid. Deze twee zaken hebben alles te maken met de bezoekers en hun motivatie om de natuur op te zoeken. Wat onder natuur wordt verstaan is op zijn zachtst uitgedrukt nogal verschillend. Het grasveldje achter het huis wordt net zo goed natuur gevonden als de wildparken in Oost-Afrika. Veel plezier beleeft de ene bezoeker op zijn dagelijkse wandeling door het park gewoon omdat het groen rustgevend is. De andere bezoeker struint het park af op zoek naar de eerste bloeiende orchidee of de roep van de eerste tjiftjaf, om later nog vele malen terug te komen om vlinders te fotograferen. Natuurbeleving in de ruimste zin van het woord vormt de basis van het beheer. Hierbij gaan biodiversiteit en landschappelijke aantrekkelijkheid hand in hand. In deze vijfde “Natuur van de Blokweer” vindt u een visie waar we als beheerders met het park naar toe willen. Door de bezuinigingen op de openbare ruimte is het noodzakelijk te benadrukken dat kwaliteit van onze omgeving achteruit gaat. De beheerders van het natuurpark doen er alles aan om dat niet te laten gebeuren.
“Hoog bezoek voor de zonnehoed”.
2
De natuur van de Blokweer.
Biodiversiteit en beheer. Afgelopen jaar is vooral gelet op zangvogels en libellen. Het park is door zijn open structuur en afwisseling van struweel, ruigtekruiden en opgaande begroeiing ideaal voor zangvogels. Libellen hebben vooral baat bij water zonder veel begroeiing en luwe plekken langs de oevers. Het vergroten van de biodiversiteit in parken en plantsoenen is voor een belangrijk deel een menselijke activiteit. Soorten komen daar waar het milieu gunstig is en het milieu is maakbaar. Dankzij bestendig beheer lukt het ons het milieu van het park zodanig te houden dat de meeste soortgroepen zich handhaven. Voorbeelden: paddenstoel- en vlindervriendelijk zoombeheer ten behoeve van ruigtekruiden waar vlinders kunnen overwinteren, struweelbeheer voor zangvogels en soortgerichtbeheer voor orchideeën, ijsvogel, parnassia. Het aantal plantensoorten is toegenomen. In het park zijn soorten bij gekomen zoals moseik, ierse klimop, bindwilg, dwergkroos, en zeegroene rus, in de kloostertuin zijn soorten toegevoegd. Er zijn ook soorten weggebleven. Vooral soorten van open, kale grond. Soortenrijkdom is altijd variabel. Soorten die verleden jaar in het park aanwezig waren zoals pijlkruid en wilgenroosje bleven dit jaar weg. Het kan zijn dat ze er in 2015 weer staan. En zo worden we elk jaar verrast en (een beetje) teleurgesteld. Het beheer in de komende jaren zal meer op plantengemeenschappen toegespitst moeten zijn. De vraag hierbij is welke soorten er ontbreken in een plantengemeenschap en waarom? En kunnen we ze kunstmatig toevoegen? Net zoals in 2013 zijn de orchideeën geteld en zijn we gestopt bij 500. Verwacht wordt dat het aantal zal toenemen. Parnassia krijgt het elk jaar moeilijker. Het houdt nog stand op de ecologische oever van de kreek door het donkere bos maar wordt bijna overwoekerd door rode klaver. Het zou zeker helpen als we in mei/juni maaien op die plekken waar we parnassia verwachten al zou dat ten koste gaan van de orchideeën. Orchideeën zijn beter bestand tegen de concurrentie van klaver en zelfs riet. Een terugblik op de plantengroei van de laatste vijf jaar geeft een beeld hoe het park zich ontwikkelt. Door de vruchtbare kleigrond geeft de vegetatie in de zomer een overweldigende groei te zien. Het riet van ecologische oevers dat in augustus gemaaid wordt groeit erg snel weer aan. Plaatselijk wordt er dan in oktober nog een keer gemaaid. Hoe zich dat in de komende jaren gaat ontwikkelen is de vraag. Het kan zijn dat bij voortdurend verschralingsbeheer het riet dunner en lager wordt en minder massa gaat vormen. De hoop is ook gevestigd op de verspreiding van de parasitaire grote ratelaar die er voor zorgt dat klavers en grassen niet zo hard groeien. Aan de waterkant zal het riet altijd overdadig groeien door de invloed van het voedselrijke slootwater.
3
De natuur van de Blokweer.
Zangvogels. Vooral het westelijk gedeelte, de strook parallel aan de Vriendschapslaan, is rijk aan zangvogels. Een wandeling vanaf de Westerblokker bij de natuurspeeltuin in noordelijke richting naar de Koewijzend in de maanden april en mei levert de volgende zingende vogels op: winterkoning (2 ), merel, roodborst, fitis, groenling, tuinfluiter, bosrietzanger, zwartkop(3), grasmus, heggenmus, tjiftjaf, zanglijster (2), spotvogel. Het gezang wordt begeleid door het koeren van houtduiven en het geroffel van de grote bonte specht. In de rietkragen van de grote vijver, poelendal en langs de kreek in het donkere bos laten kleine karekieten zich horen. Het is de kunst om de zangvogelrijkdom te behouden door de beplanting op een goede manier te onderhouden. We zijn een aantal jaren geleden begonnen met het weghalen van de boomvormers langs de paden en op plaatsen waar het struweel zich goed moet ontwikkelen. Bomen en dicht struweel gaan niet altijd goed samen. De ontwikkeling van braamstruweel op enkele plaatsen is gunstig voor veel zangvogels. Wat de waarnemingen betreft was 2014 aan de schrale kant; geen roerdomp en geen ransuil, waarschijnlijk was de winter niet streng genoeg.
Ruime zomen met dicht struweel; voorwaarde voor zangvogels en vlinders.
4
De natuur van de Blokweer.
Hoogstamboomgaard. Het behouden van oude land- en tuinbouwgewassen is een logisch gevolg van het onderzoek naar het nut van genenbronnen. Onderzoek naar resistentie tegen ziekten en plagen moet kunnen terugvallen op levend materiaal. Gelukkig hebben we in West Friesland nog een aantal plaatsen met levend erfgoed. De hoogstamboomgaard met 88 soorten appels, peren en pruimen is daar een onderdeel van. In 2014 is aansluiting gezocht bij stichting De Oerakker. Deze stichting stelt zich ten doel om oude cultuurgewassen te behoeden voor uitsterven. De oerakker beschikt over veel kennis en kent een uitgebreid netwerk.
5
De natuur van de Blokweer.
De weiden. Op één van de hooiweiden is in het voorjaar van 2010 een proefvlak uitgezet met het doel om veranderingen in de vegetatie te kunnen waarnemen. Elk jaar zijn in de voorjaarsmaanden maart, april en mei de soorten binnen het proefvlak genoteerd en is hun aantal geschat. Vóór 2010 werden de weiden alleen begraasd en niet gemaaid. Met het maaien is in juni 2010 begonnen. Door deze verandering is in 2011 het aandeel zachte dravik in het proefvlak aanzienlijk toegenomen van 50 % in 2010 tot 90 % in 2014. De grasmat is in het voorjaar open. Er groeit speenkruid dat in de loop van het voorjaar afsterft. De zachte dravik, een éénjarige grassoort, krijg ruimschoots de kans om te kiemen, groeien en zaad te vormen voordat de maaimachine komt. Als een weide alleen begraasd wordt krijgen de éénjarige grassen minder kans om zaad te vormen en zijn ze niet overheersend aanwezig. Overigens neemt het aantal soorten in het proefvlak af, van 14 in 2010 naar 12 soorten in 2014. Het zijn de ruigtekruiden akkerdistel, ridderzuring en gewone melkdistel die verdwenen, veldgerst kwam er bij. De weide “Het hoge land” kent in het noordelijk gedeelte bij de huizen van de Kwekerij een grote soortenrijkdom. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de grondsoort die daar zandiger is. In een vlak van 20 x 20 meter werden in juni 2014 29 plantensoorten geteld.
De kloostertuin `Nieuw Licht` . De kloostertuin is een aantrekkelijke buitenruimte geworden, een populaire tuin voor natuurfotografen en bruidsreportages. Er staan veel plantensoorten met een verhaal. Een verhaal over de teeltwijze, de bereidingswijze en gebruik. Er zullen in de komende jaren meer soorten bijkomen. Naast de gebruiksplanten, medicinaal, verf en voeding staan er veel akkeronkruiden en sierplanten. In principe zijn alle planten met een natuurlijke uitstraling welkom. Afgelopen jaar werden bestaande bloembedden groter gemaakt en er zijn twee bloembedden bijgekomen. Om de kleigrond voor bewerking geschikt te maken wordt elk bloembed opgehoogd met zand en zwarte grond. Hiermee wordt een drogere en warmere standplaats voor de kruiden verkregen. Een absolute verrijking is de bijenstal van Bert Balk. Hiermee krijgt de kloostertuin een extra functie. De plantensoorten van de kloostertuin staan in een aparte lijst vermeld.
6
De natuur van de Blokweer.
Landschappelijke aantrekkelijkheid van het natuurpark. Wat is de meest aangename afstand van de beplanting tot een wandelpad? Wat moet de afstand zijn tussen oever en beplanting? Welke ruimte neemt een volwassen beuk in, en kan dat op die plek? Waar maken we doorkijkjes en waar moet het park besloten zijn? Het zijn vragen over ruimtelijke verhoudingen waar de beheerder een antwoord op moet geven. Met schep en zaag worden ruimtes gemaakt vooral langs de schelpenpaden en de ruiterpaden. Langs de graspaden die hier en daar door de beplanting lopen wordt de beplanting zo veel mogelijk met rust gelaten. Alleen takken die de wandelaar in de weg groeien worden weggehaald. Voorrang wordt gegeven aan spontaan opgekomen eiken, berken en essen. Als ze op plaatsen staan waar ze in de toekomst het uitzicht belemmeren worden ze verplant. Ook wilgen worden gespaard. Wilgen kruisen gemakkelijk met elkaar waardoor de kans op “nieuwe” soorten redelijk groot is. Juist in de Blokweer waar al zoveel soorten wilgen staan.
Bekendheid. Er waren in 2014 zeven rondleidingen voor groepen die meer over het park en het beheer wilden weten. Hiervan waren drie groepen buurtbewoners, twee landelijk opererende groepen en 2 groepen uit de gemeente Hoorn. Het natuurpark Blokweer zal door natuurlijke variatie en landschappelijke aantrekkelijkheid, de hoogstamboomgaard, wilgencollectie en de kloostertuin een begrip worden in de regio.
7
De natuur van de Blokweer.
Vrijwilligerswerk en ecologisch beheer. In de Rijksnatuurvisie 2014, te vinden op www.biodiversiteit, wordt gesteld dat “de natuur midden in de samenleving thuis hoort en niet alleen in beschermde gebieden”. Dit brengt de natuur wel erg dichtbij huis en het natuurpark Blokweer van 2009 en gedeeltelijk van 2003, is zijn tijd dus ver vooruit. De buurtbewoners kunnen immers op een steenworp afstand met 450 plantensoorten kennismaken. Afgezien van het belang van natuur in beschermde gebieden begint de rijksoverheid nu de stadsnatuur en biodiversiteit binnen de gemeentegrenzen ook noodzakelijk te vinden. Praktisch zou dit betekenen dat er bij het gemeentelijk groenbeheer meer gelet wordt op het verhogen van de natuurwaarden. Dus niet klepelen, niet snipperen, het schouwafval afvoeren en nog meer arbeidsintensieve onderhoudsmethoden. De vraag is wie dat werk moet uitvoeren. Daar heeft de Rijksnatuurnatuurvisie ook een oplossing voor: “Mensen kunnen zelf meer doen om hun omgeving groen te houden. De natuur naast de deur draagt vaak meer bij aan onze welvaart dan we vaak denken.” Ja, ecologisch beheer is belangrijk en: de burger moet zelf aan de slag. Ook hier loopt MAK Blokweer voor het rijksbeleid uit. Er zijn immers al sinds 2003 al vrijwilligers aan de slag in de natuur van het gebied en het aantal vrijwilligers groeit nog steeds,
Geschiedenis: Vrijwilligerswerk 2004, riet wordt geplant voor de waterzuivering.
8
De natuur van de Blokweer.
Tot slot: Zijn parken belangrijk? In het Grote Groenonderzoek 2013 dat in Amsterdam werd gehouden bleek dat 89% van de Amsterdammers wel eens een park bezoekt. Het bezoek aan de recreatiegebieden in de directe omgeving van de stad was in de vijf jaren voorafgaand aan het onderzoek gedaald. Het onderzoek toonde aan dat de inwoners van Amsterdam meer belangstelling hadden voor het groen in de buurt, dan voor het recreatiegroen buiten de stad. De parken werden in het onderzoek ook met een cijfer gewaardeerd. Hierbij scoorde het Thijssepark het hoogst van alle Amsterdamse parken met een 8,4. Niet verbazingwekkend; het is een park met een grote rijkdom aan inheemse plantensoorten en het wordt zorgvuldig onderhouden. Amsterdam is Hoorn niet en het monumentale Thijssepark is niet te vergelijken met het jonge natuurpark Blokweer. Toch zijn er overeenkomsten. De inheemse plantenrijkdom, de gevarieerde begroeiing en het ecologisch onderhoud hebben beide parken sterk gemeen. Het natuurpark moet nog ouder worden maar het ligt in de bedoeling van de beheerders om de uitstraling van het Thijssepark te benaderen. Uiteraard ook wat de score betreft.
Kloostertuin december 2014
9
De natuur van de Blokweer.
Bijlagen: 1. Plattegrond van het park. 2. Verslag van de libelleninventarisatie 2014. Han Smit De soortenlijsten. In de lijst van in het park voorkomende planten zijn de kloostertuinplanten aangegeven met een k. De vogel- en vlinderwaarnemingen komen weer van waarneming.nl; met dank aan de waarnemers! Ook veel waarnemingen werden mondeling doorgegeven.
Geraadpleegde lit. en websites.: Triomf van parken en groen in de gemeente Amsterdam. Londo, M., “Naar meer natuur in tuin park en landschap”. Maes, B., “Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen”. Veldgids plantengemeenschappen van Nederland, uitg. KNNV. Wilde flora deel 1 t/m 5, Weeda Swaenepoel, determinatietabel wilgen. Waarneming.nl Biodiversiteit.nl
“De natuur van de Blokweer” is een jaarverslag over het Natuurpark Blokweer in Hoorn. Het is bedoeld om belanghebbenden en belangstellenden op de hoogte te houden van de ontwikkelingen en resultaten van ecologisch beheer in het park.
MAK Blokweer, Januari 2015, Hans Timmerman
10
De natuur van de Blokweer.
Kaart natuurpark Blokweer
Kloostertuin
Manege Smulbos
Ruige Hoek
Wilgenfeest Ratelaarvallei
-
Wilgenfeest Kastanjeheuvel
Hoge Land
Vriendschapslaan Grote vijver
Moerasbos
Donkere Bos
Heuvelweide
Oude Land
Rietkreek Vleermuizen vijver
Natuurspeelplaats
Molshoop Poelendal Kadettenland
rozenblok
Bijlage 1
11
De natuur van de Blokweer.
Boomgaard
Bijlage 2. Jaarverslag 2014, Libellenwaarnemingen Mak Blokweer. Dit jaar is begonnen met het inventariseren van het natuurpark op aanwezigheid van libellen. Het gebiedje is erg waterrijk en de aanwezigheid van waterstructuren met een verschillend karakter schept de juiste voorwaarden voor de aanwezigheid van diverse soorten libellen. Andere randvoorwaarden, zoals aanwezigheid van struweel en ook ondiep water dragen hieraan bij. Het gebied wordt dmv van een uitgekiend maaibeheer onderhouden. Dit is vooral belangrijk voor de sloten en aangrenzende oevers die door het gebiedje lopen. We hebben het hier over een ecoparkje op zeeklei. Dat houdt dus in dat de vegetatiegroei uitbundig is. Het riet kan hier meer dan manshoog worden en het probleem hierbij is dat zeker in volledig rietomzoomd water van gering oppervlak ( slootjes) nauwelijks libellen voorkomen. Voor het handhaven van een goede libellenfauna is beheer dan ook bittere noodzaak. Eigenlijk kunnen we stellen dat rietbeheer van de waterstructuren hier een vestigingsvoorwaarde is voor een aantal soorten. Zonder maaibeheer van de plasdras gedeelten van het park zou het voorkomen van heidelibellen wel eens onmogelijk kunnen zijn. Door het afmaaien van het riet in augustus komt voor hen pas het geschikte biotoop vrij voor de eiafzetting, die bij deze soort in ondiep water aan de oever op plasdras zones en in oevers met lage vegetatie plaats vindt. Ook in de zomerperiode is aanvullend beheer in het plaatselijk vrijmaken van de oeverzone van riet belangrijk voor de aanwezigheid van libellen. Winst kan behaald worden door op geschikte plaatsen de oever over een lengte van 5-10 meter vrij te houden van riet en dit riet af te voeren. Interessant neveneffect is dat op die plaatsen ook verrijking van de flora zal plaatsvinden! De concurrenten in licht en plaats worden immers weggenomen. Waarnemingen Het terrein is dit jaar 10 x onderzocht op de aanwezigheid van libellen. Daarbij werden 16 verschillende soorten geteld, waarvan 1 bijzondere waarneming omdat het gaat om influx onder invloed van een sterke oostelijk stroming. Hiermee werd een exx van de soort Sympetrum danae ( Zwarte heidelibel) gezien, een soort die vrijwel uitsluitend voorkomt in echte heidegebieden op hoogveen. Als we deze buiten beschouwing laten komen we dus op 15 soorten. Geen slechte score voor stedelijk gebied. Het gaat hier om algemene soorten die overal in Nederland gezien worden. 12
De natuur van de Blokweer.
Een leuke soort is de viervleklibel,( Libellula quadrimaculata) hier op foto. Een soort die zich erg thuis voelt in een milieu zoals dit.
Een andere leuke soort, die hier in augustus massaal aanwezig was, is de kleine roodoogjuffer ( Erythromma viridulum). Deze juffer heeft een voorkeur voor water dat begroeid is met fijnbladige waterplanten die enigszins boven het water uitsteken zoals blaasjeskruid bv. Dit jaar werden 965 libellen gezien. Op 31 juli werden er bijna 200 dieren geteld! ( de aantallen geven eigenlijk een grootte orde weer. Grote groepen worden altijd geschat. De werkelijke aantallen liggen altijd hoger)
Soorten: aeshna mixta
Paardenbijter
Ischnura elegans
Lantaarntje
Erytromma najas
Grote roodoogjuffer
Erytromma iridulum
Kleine roodoogjuffer
Phyrrossoma nymphula
Vuurjuffer
Libellula quadrimaculata
Viervlek
Aeshna cyanea
Blauwe glazenmaker
Aeshna isoceles
Vroege glazenmaker
Orthetrum cancellatum
Gewone oeverlibel
Sympetum striolatum
Bruinrode heidelibel
Sympetrum vulgatum
Steenrode heidelibel
Sympetrum danae
Zwarte heidelibel
Coenagrion puella
Azuurwaterjuffer
Coenagrion pulchellum
Variabele waterjuffer
Lestes viridis
Houtpantserjuffer
Anax imperator
Keizerlibel
13
De natuur van de Blokweer.
Soorten en aantallen per waarnemingsdag: nederlandse naam Paardenbijter Lantaarntje Bruinrode heidelibel Steenrode heidelibel Steenrode heidelibel Houtpantserjuffer Kleine roodoogjuffer Blauwe glazenmaker Gewone oeverlibel Houtpantserjuffer Steenrode heidelibel Bruinrode heidelibel Paardenbijter Blauwe glazenmaker Kleine roodoogjuffer Bruinrode heidelibel Bloedrode heidelibel Lantaarntje Paardenbijter Gewone oeverlibel Lantaarntje Steenrode heidelibel Bruinrode heidelibel Kleine roodoogjuffer Variabele waterjuffer Vroege glazenmaker Vroege glazenmaker Grote keizerlibel Steenrode heidelibel Houtpantserjuffer Blauwe glazenmaker Bruinrode heidelibel Vroege glazenmaker Zwarte heidelibel Grote keizerlibel Azuurwaterjuffer Paardenbijter Lantaarntje Kleine roodoogjuffer Blauwe glazenmaker Grote keizerlibel Lantaarntje Kleine roodoogjuffer Kleine roodoogjuffer Gewone oeverlibel
wetenschappelijke naam Aeshna mixta Ischnura elegans Sympetrum striolatum Sympetrum vulgatum Sympetrum vulgatum Lestes viridis Erythromma viridulum Aeshna cyanea Lestes viridis Chalcolestes viridis Sympetrum vulgatum Sympetrum striolatum Aeshna mixta Aeshna cyanea Erythromma viridulum Sympetrum striolatum Sympetrum sanguineum Ischnura elegans Aeshna mixta Orthetrum cancellatum Ischnura elegans Sympetrum vulgatum Sympetrum striolatum Erythromma viridulum Coenagrion pulchellum Aeshna isoceles Aeshna isoceles Anax imperator Sympetrum vulgatum Chalcolestes viridis Aeshna cyanea Sympetrum striolatum Aeshna isoceles Sympetrum danae Anax imperator Coenagrion puella Aeshna mixta Ischnura elegans Erythromma viridulum Aeshna cyanea Anax imperator Ischnura elegans Erythromma viridulum Erythromma viridulum Orthetrum cancellatum 14
De natuur van de Blokweer.
datum 21-8-2014
13-8-2014
31-7-2014
24-7-2014
13-7-2014
aantal 3 4+ 2 7+ 4 ~6 7 2 4 3 2 2 6+ 2 50+ ~10 1 15+ 40+ 6 3+ 2 5+ 130+ 2 3 1 3 1 2 1 3+ 2 1 3 1 5+ 40+ 20+ 1 1 25+ 75+ 100+ 6+
Vroege glazenmaker Gewone oeverlibel Grote roodoogjuffer Lantaarntje Grote keizerlibel Vroege glazenmaker Grote roodoogjuffer Azuurwaterjuffer Lantaarntje Gewone oeverlibel Vroege glazenmaker Grote keizerlibel Grote roodoogjuffer Variabele waterjuffer Azuurwaterjuffer Lantaarntje Gewone oeverlibel Grote keizerlibel Grote keizerlibel Vroege glazenmaker Viervlek Vroege glazenmaker Variabele waterjuffer Azuurwaterjuffer Lantaarntje Variabele waterjuffer Vuurjuffer Azuurwaterjuffer Lantaarntje Grote roodoogjuffer
Aeshna isoceles Orthetrum cancellatum Erythromma najas Ischnura elegans Anax imperator Aeshna isoceles Erythromma najas Coenagrion puella Ischnura elegans Orthetrum cancellatum Aeshna isoceles Anax imperator Erythromma najas Coenagrion pulchellum Coenagrion puella Ischnura elegans Orthetrum cancellatum Anax imperator Anax imperator Aeshna isoceles Libellula quadrimaculata Aeshna isoceles Coenagrion pulchellum Coenagrion puella Ischnura elegans Coenagrion pulchellum Pyrrhosoma nymphula Coenagrion puella Ischnura elegans Erythromma najas
Hoorn, 25-9-2014 Han Smit
15
De natuur van de Blokweer.
4-7-2014
11-6-2014
10-6-2014
23-5-2014
16-5-2014
3 6+ 6+ 10+ 2 9+ 50+ 50+ 50+ 3 5 4 20+ 10+ 10+ 20+ 1 2 1 2 3+ 1 ~5 ~20 ~50 1 1 ~3 1 ~10