De Brief Boudewijn Büch Gezelschap Büchmania Jaargang 9 Nummer 9 1 oktober 2011 Inhoud nieuwsbrief De Brief nummer 9:
Schrijfster Hella Haasse op 93 jarige leeftijd overleden Schrijven was voor Hella Haasse een manier van leven Bezoek aan begraafplaats Zorgvlied, een verslag Darwin, Wallace en de anderen door Alexander Reeuwijk Ginkgo Biloba in de herfst op zijn mooist, dus neem deel aan onze activiteit in de Hortus in Leiden Boom in de buurt Twee-één voor de dikke dodo! 'De papieren man' zet een punt achter vijf jaar literaire berichtgeving It’s Elvis Time organiseert feestavond
Met dank aan voor het insturen van bijdragen aan: René van Haaster, Arjan Honkoop, Rinny Kooi, Eric van Rooij en Luc Sour. Heeft u nieuws voor de nieuwsbrief, mail dan naar:
[email protected] Bijdragen bij voorkeur aanleveren in Word en in platte tekst. Illustraties als jpg of opgenomen in een Word-bestand. Bij voorkeur géén pdf. Inscannen kan, maar sla het document dan op als jpg. Bij voorbaat dank.
Robert-Jan Trügg en Karin Piters
1/16
Schrijfster Hella Haasse op 93 jarige leeftijd overleden Door Marije Willems Bron: NRC.nl
Schrijfster Hella Haasse is donderdag 29 september op 93-jarige leeftijd overleden. Dat maakte haar uitgeverij zojuist bekend. Haasse geldt als een van de grootste naoorlogse schrijvers van Nederland. NRC-redacteur Arjen Fortuin vanmiddag in NRC Handelsblad over het overlijden van Haasse: “Met Haasse sterft de laatste van de ‘grote vier’ van de naoorlogse Nederlandse literatuur. Bij de kritiek stond Haasse lang enigszins in de schaduw van de mannen Harry Mulisch, Gerard Reve en W.F. Hermans, maar de afgelopen jaren werd zij algemeen erkend als een van de allergrootsten. Ze werd geëerd met diverse publicaties en prijzen. De afgelopen jaren ging Haasses gezondheid achteruit. Vorige maand gaf ze ‘een laatste interview’ aan De Groene Amsterdammer. Schrijven deed ze al jaren niet meer, zei ze. ‘Met enige moeite lukt mijn eigen naam nog, maar brieven schrijven gaat niet meer. En dicteren vind ik vreselijk. Ik schrijf in mijn hoofd. Ik bedenk verhalen, of ik ze nu op papier zet of niet.’ Als verhalenverteller en groot observator is Haasse, geboren op 2 februari 1918, de afgelopen zestig jaar één van de meest geliefde auteurs van Nederland geweest.” Op haar uitdrukkelijke verzoek vindt de uitvaart van Hella S. Haasse in besloten familiekring plaats. Over enkele maanden zal er een voor het publiek toegankelijk programma georganiseerd worden waarin haar oeuvre centraal staat. Er is gelegenheid het condoleanceregister te tekenen bij uitgeverij Querido in Amsterdam.
Hélène Serafia Haasse werd op 2 februari 1918 geboren in Batavia, Jakarta. Tijdens de oorlog begon ze te schrijven. Oeroeg, haar prozadebuut, betekende meteen haar grote doorbraak. Haar indrukwekkende oeuvre bestaat daarnaast uit romans zoals Het woud der verwachting (1949), Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarheid van karakter (1978) en Heren van de thee (1992). Naast toneelstukken schreef zij ook essays en lezingen, die zijn uitgegeven in de verzamelbundels Uitzicht en Inkijk.
2/16
Haasse is een van Nederlands meest vertaalde auteurs. Als enige schreef zij driemaal het Boekenweekgeschenk, zo meldt haar uitgeverij Querido. Haar werk verschijnt in negentien landen in vertaling.
Kroonprins Willem Alexander en kroonprins Filip van België te midden van (l) de schrijvers Cees Nooteboom, Hella Haasse en rechts Monika van Paemel en Harry Mulisch tijdens een bezoek aan de Frankfurter Buchmesse in 1993. Foto NRC / Vincent Mentzel.
Haase werd bekroond met vele prijzen Haasse heeft vele prijzen op haar naam staan, waaronder de Constantijn Huygensprijs, de P.C. Hooftprijs, de Annie Romeinprijs, de Dirk Martensprijs en tweemaal de NS Publieksprijs. In 2004 ontving zij voor ‘de artistieke en menselijke waarde van haar veelzijdige oeuvre’ de prestigieuze Prijs der Nederlandse Letteren. De schrijfster was erelid van de Belgische Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent en van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in Leiden; zij had een eredoctoraat in de Letteren aan de Rijksuniversiteit Utrecht en aan de katholieke Universiteit Leuven. In 1992 ontving Haasse van koningin Beatrix de Eremedaille in Goud voor Kunst en Wetenschap in de Huisorde van Oranje. Het Franse ministerie van Cultuur benoemde haar tot Commandeur de l’Ordre des Arts et des Lettres, en in 2000 tot Officier de la Légion d’honneur.
3/16
Eind 2006 werd gestart met de uitgave van haar romans in het Verzameld werk. Op 2 februari 2008, haar negentigste verjaardag, werd het digitale Hella Haasse Museum geopend, waarin haar leven en werk in tekst en beeld te zien is.
Schrijven was voor Hella Haasse een manier van leven Door: Aleid Truijens Bron: de Volkskrant De kwaliteit van Haasses werk is boven iedere twijfel verheven. Zij was een schrijfster die gelezen en bewonderd werd door een groot publiek, maar zij werd ook hogelijk gewaardeerd door de literaire kritiek en de academische literatuurbeschouwers. Zij was zo'n 'klassieke' auteur wier werk door iedereen gelezen en begrepen kon worden. Haar tijdloze werk is even helder en toegankelijk als diepzinnig en erudiet, en daardoor zeer goed vertaalbaar. Vrijwel haar gehele oeuvre is vertaald in het Frans, Duits en Engels.
Hella Haasse in 2009 in theater Carré in Amsterdam, tijdens de slotmanifestatie van Nederland Leest.© ANP
Waarnemen, ervaringen die ze met zich meedraagt onder woorden brengen, samenhang aanbrengen in haar observaties, beschouwde ze als de voornaamste taak van een schrijver. Hella S. Haasse ging daarmee door zolang haar gezondheid het toeliet. Haar oeuvre was nooit 'af'. Schrijven was haar manier van leven; schrijvend verstond zij zich met de wereld. In beschouwingen en interviews herhaalde ze het vele malen: 'Ik besta pas als ik iets heb gedaan met wat ik waarneem.' Dat zou pas ophouden bij haar dood. (...) Oeroeg, in wezen een tijdloos, universeel verhaal over vriendschap die verstoord wordt door ideologie, heeft gedurende het hele leven van de schrijfster tot discussies geleid. Kon een kind van 'totoks', de bevoorrechte, koloniale kaste, iets begrijpen van de vernedering en het vrijheidsverlangen van de 'inlander'? Het was de kritiek die de schrijver Tjalie Robinson bij verschijning van de novelle uitte, en de echo van die kritiek klonk ruim vijftig jaar later nog. In een interview met Arjan Peters in de Volkskrant (20-11-2009) gaat Haasse er, met een
4/16
zucht, nog eenmaal op in: 'Een buitengewoon oude koe werd daar uit de sloot omhoog getakeld. Het is geen dode koe meer, het is een skelet! De verteller zegt meteen dat ‘Oeroeg' onbegrijpelijk anders' is dan hij; daarmee pleit hij er voor, niet te pretenderen dat je de ander zomaar kunt kennen, al is het je beste vriend. Hij is niet blij met die scheiding, hij stelt vast dat die bestaat. (...) Ook als essayiste was Haasse groot. Zij is een van de weinige Nederlandse auteurs die zich diepgaand heeft beziggehouden met het werk van collega-schrijvers, zoals Simon Vestdijk, Anton Koolhaas en Jan Wolkers. Zij schreef onder meer over achttiende-eeuwse vrouwen, over kastelen in Nederland en Frankrijk, over reizen naar haar geboorteland en over detective- en horror-romans. Zelf was ze verzot op romans waarin het onverklaarbare, het duivelse en spookachtige een rol speelt. Ze beoefende dat genre zelf ook – in De meester van de neerdaling (1973), De wegen der verbeelding (1983) en Fenrir (2000) - zij het op een literaire, typische Haasse-manier: een spel met werkelijkheid, verbeelding en begoocheling.
Bezoek aan de begraafplaats Zorgvlied, een verslag Door: Arjan Honkoop Vanaf de zeer bijzondere ALV vergaderlocatie was het slechts een minuut of tien lopen naar de 16 hectare grote begraafplaats Zorgvlied. “Vlied” dus met een “d” Niet vernoemd naar het water vlakbij, maar naar een plek waar de zorgen vlieden (wegtrekken, voorbijgaan). Met een groep van ongeveer 20 personen stonden we keurig op tijd bij het (rijks) monumentale hek te wachten tot de rondleiding zou beginnen. Tot dat moment was het best goed en vooral droog weer geweest. Maar zoals dat misschien wel moet bij een bezoek aan een begraafplaats, werden we tijdens ons wachten door de weergoden vermaakt met een plensbui en een paar onweer klappen. Persoonlijk was ik zeer content met de Zorgvlied paraplu die in de receptie voor het pakken staan. De rondleiding werd gegeven door Marcel Bergen en Irma Clement. De schrijvers van het boek Wandelen over Zorgvlied. Tijdens de wandeling vertelden zij onder meer over de ontstaansgeschiedenis en de aanwezig rijksmonumenten op de begraafplaats. De totale lengte aan paden is zestig kilometer en er zijn ongeveer 17.000 graven. Speciaal voor Büchmania zijn we langs een groot aantal schrijvers en dichters gelopen. Zorgvlied is de eerste begraafplaat in de omgeving van Amsterdam aangelegd in de Engelse landschapsstijl. Het is gelegen aan de linkeroever van de Amstel
5/16
en is op 1 november 1870 in gebruik genomen. Het lag toen in de gemeente Nieuwer-Amstel,. Het is nog altijd van de gemeente Amstelveen, maar door een gemeentelijke herindeling ligt Zorgvlied wel binnen de grenzen van Amsterdam. Het oorspronkelijke ontwerp is van Jan David Zocher en de uitbreiding van 1882 is van zijn zoon Louis Paul Zocher. Het werd al snel een begraafplaats voor de elite. Dit is nog altijd goed te zien aan de pronkgraven die aanwezig zijn. Ook nu nog moeten de grafstenen en monumenten passen bij de sfeer van de “wijk” waar het graf in ligt. De weergoden waren ons gunstig gezind en buienradar had gelijk. We waren nog geen tien minuten onderweg of het plenzen ging over in regenen en toen we even later bij het mausoleum van Oscar Carré (1891) stonden was het droog. Het monument verkeert in een matige staat en is dringend aan restauratie toe.
Het is een Nederlandse gewoonte dat graven na een tijd worden geruimd. Een graf van veertig of vijftig jaar oud is op veel begraafplaatsen een uitzondering. Ook op Zorgvlied zijn op die wijze veel grafmonumenten, nadat de grafrechten waren verlopen, gewoon in stukken geslagen en als puin afgevoerd. De bijzondere graven die er nu nog zijn worden gelukkig beter beoordeeld op hun historische en culturele waarde. Maar ondanks de ruimingen zijn op Zorgvlied nog de nodige graven te zien met grafsymboliek zoals: gebroken zuiltjes, verbroken ketens, doodshoofden, omgekeerde toortsen, de slang Ouroubos en de zeis. Alles om ons stervelingen maar te herinneren aan de eindigheid van het leven of een beter leven na de dood. Zoals hierboven al is aangegeven, is Zorgvlied misschien wel de bekendste Nederlandse begraafplaats voor de ‘Rich and Famous’. Was het dat in vroeger eeuwen al, dan is dat zeker nu het geval. Tijdens de wandeling kwamen we langs de graven van: Leen Jongewaard, Ton van Duinhoven en zijn vrouw Ina van Faassen (1), Annie M.G. Smit (2), Paul Biegel met zijn Zoon Arthur (3),
6/16
K. Norel, Frans Kellendonk, Adriaan Venema, (4), Jip Golstein, Ramses Shaffy (5), Louis Bouwmeester, Herman Heijermans, Martin van Amerongen (6) en Ischa Meijer.
Speciale aandacht kreeg natuurlijk het graf van Antonie Kamerling. De vertolker van de vaderfiguur in de film De kleine blonde dood naar het boek van Boudewijn Büch. Volgens de rondleiders stond er pas sinds kort een steen op. De steen was in dit geval zeer grote opengemaakte geode met aan de binnenkant paarskleurige halfedelstenen. Wat vreemd genoeg wel ontbrak was een naam en een datum. Misschien moet dat nog komen. Een geplastificeerde kaart in een lijst gaf wel duidelijk aan wie hier begraven is. Namens Büchmania heeft Robert-Jan op het graf een bos rode rozen gelegd. e laatste decennia zijn begrafenisrituelen in Nederland erg veranderd. Denk hierbij aan de begrafenis van Manfred Langee en Pim Fortuin. Heel veel is tegenwoordig mogelijk. Zo is ook de vormgeving van grafmonumenten mee veranderd. Op Zorgvlied is een speciale hoek waar met grafmonumenten erg veel mogelijk is. Het monument met de denkende man en voor Herman Brood zijn hier voorbeelden van. Misschien toevallig, maar bijna recht tegenover Herman zijn graf staat een keurige stenen party tafel met de flessen wijn erbij.
7/16
Op onze wandeling kwamen we verder nog langs de graven van: Victor van Vriesland, Arthur van Schendel, Israel Querido, Martin Bril, Jacques Gans en M. Vasalis.
Het laatste bezoek van onze “overleden schrijvers wandeling” was aan het graf van de recent overleden schrijver Harry Mulisch. Alleen nog een eenvoudig groen bordje gaf aan waar hij zijn laatste rustplaats heeft gevonden. Het Boekenbal zal nooit meer hetzelfde zijn. Na nog even te hebben stilgestaan, konden we na twee uur wandelen bij de speciale schrijversherdenkingsplaats, zittend in de zon, genieten van een koffie of thee tussen de eeuwige rust van Zorgvlied.
Darwin, Wallace en de anderen door Alexander Reeuwijk Donderdag 29 september verscheen Darwin, Wallace en de anderen, Evolutie volgens Redmond O’Hanlon van de hand van Alexander Reeuwijk. In de befaamde in originele 17e eeuwse staat herstelde bibliotheek reisde Alexander Reeuwijk samen met Redmond O’Hanlon. Een reis die bijna een jaar in beslag nam en hen dagelijks gezamenlijk deed eten bij de Chinees op de hoek vlakbij.
8/16
Garrelt Verhoeven, hoofdconservator van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam heette de volle zaal welkom bij de presentatie en ging met een korte introductie Emile Brugman van Uitgeverij Atlas voor. Na deze introducties volgde een, zoals we van de heren gewend zijn, geanimeerd gesprek tussen Alexander Reeuwijk en Redmond O’Hanlon onder leiding van Robbert Dijkgraaf. De eerste exemplaren van het boek werden aangeboden aan Midas Dekkers, Remco Daalder, Tijs Goldschmidt, Erik Zevenhuizen, Michael Richardson en Kester Freriks. Zij werkten allen mee aan het boek. Tijdens de borrel was er gelegenheid tot de aanschaf van het boek en het laten signeren door de schrijver en medewerkers (waarvan ruim gebruik werd gemaakt). Vanzelfsprekend was er tevens gelegenheid tot bezichtiging van de Artis Bibliotheek. “In de Amsterdamse Artis Bibliotheek, omringd door zeldzame natuurhistorische werken (zoals de eerste druk van Charles Darwins On the Origin of Species), reist Alexander Reeuwijk samen met Redmond O’Hanlon door de geschiedenis van de evolutie. Het verslag hiervan wordt gelardeerd met de smeuïge verhalen van O’Hanlon, praktijkvoorbeelden van de evolutie uit de aangrenzende dierentuin Artis en gesprekken met Remco Daalder, Midas Dekkers, Kester Freriks, Tijs Goldschmidt, Michael Richardson en Erik Zevenhuizen. Robbert Dijkgraaf schreef het voorwoord.” Rijk geïllustreerd. Bindwijze: Paperback Aantal Pagina’s 272 ISBN: 9789045018782 Prijs: € 24,95 Verschenen: 29 september 2011
Ginkgo Biloba in de herfst op zijn mooist, dus neem deel aan onze activiteit in de Hortus in Leiden Zondag 16 oktober organiseert Büchmania een activiteit rondom de Ginkgo Biloba in de Hortus Botanicus in Leiden. In deze periode is de Ginkgo Biloba op zijn mooist dus daarom hebben we juist nu een fraaie activiteit voor u georganiseerd. Zoals u allen bekend is, was ook Goethe getroffen door de Ginkgo Biloba.
9/16
Programma Het programma dat we voor u hebben samengesteld ziet er als volgt uit: Wanneer: Zondag 16 oktober 2011 Waar: Hortus Botanicus Rapenburg 73 Leiden. Tijd: Verzamelen in het restaurant bij de entree van de Hortus Botanicus vanaf 13.30 uur. Aanvang 14.00 uur: Lezing over de Ginkgo Biloba door oud-hortulana Carla Teunen. 14.45 uur: Ginkgo rondwandeling door de Hortus Botanicus onder leiding van Carla Teunen. 15.30 uur: Pauze met Koffie / Thee. 16.00 uur: Lezing over Engelbert Kaempfer de ontdekker van de Ginkgo door Arjan Honkoop. 16.45 uur: Einde programma. tot 18.00 uur: vrije toegang tot de Hortus Botanicus.
Het aantal bezoekers is beperkt dus graag snel aanmelden bij Arjan Honkoop
[email protected] De prijs is inclusief: entree, koffie, twee lezingen en de rondleiding. Afrekenen op de dag zelf. Prijs Leden met museumjaarkaart moeten deze op de dag meenemen. -
Leden met museum jaarkaart € 9,00 Leden zonder museumjaarkaart: € 13,Niet leden € 16,--
10/16
Boom in de Buurt Door: Rinny E. Kooi
‘Onverwoestbare’ Ginkgo biloba De takken staan voor het laatst getekend bruin tegen strakgespannen blauw. Een paarse lentewolk stijgt zwevend en felle valken krijten rauw om het horst in de wiegende kruin. Werklieden in bleekblauwe kielen trekken de stugge staaldraad schuin en zon blijft op een zaagblad wielen. Hans Warren (1921-2001) in ‘Te vellen boom’ Er was eens een negentigjarige Ginkgo biloba. Trots en fier hief de boom zijn takken omhoog tegen het strakgespannen blauw. Toen kwam er een boze donderbui die zijn bliksemschichten op de boom losliet. Deze kreeg een geweldige opdonder. En hoewel hij zijn takken fier omhoog bleef heffen was de boom in zijn hart gekwetst. Een aantal takken ging dood en boven in de boom begon het gekwetste hart, de kern van de stam, hol te worden. En alsof de boom niet erg genoeg geplaagd was zag ook nog een paddenstoel kans zich op de stam te vestigen.
Paddenstoel In mijn boek ‘Bomen in de buurt’ is ook de Ginkgo besproken. Ik vertel allerlei bijzonderheden over deze boom, zoals de herkomst, naamgeving, de vorm van de bladeren, bloei- en voortplantingswijze, religieuze betekenis, producten die ervan gemaakt kunnen worden en de relatieve ongevoeligheid voor aantastingen. Ik schreef: “In het algemeen is de
11/16
Ginkgo zeer bestendig tegen aanvallen door insecten, schimmels (paddenstoelen), bacteriën en virussen. Bovendien kan de boom goed tegen luchtvervuiling in een stedelijke en industriële omgeving. In het buitenland (New York, Tokyo) wordt hij om die reden aangeplant als straatboom. Ook in ons land wordt de Ginkgo als straatboom aangeplant, bijvoorbeeld in Rotterdam en Voorhout.”
Het boek was ‘nog vers van de pers’ toen Prof. Dr. J. Lever mij belde en vertelde dat in Amsterdam in de Albrecht Dürerstraat een paddenstoel in een Ginkgo groeide. Dat was reden die paddenstoel te gaan bekijken. Het bleek dat de dikrandtonderzwam, Ganoderma australe (Fr.) Pat. (synoniem G. adspersum (Schulzer) Donk, zich daar had gevestigd. In de Leidse binnenstad is G. australe onder andere aangetroffen op de beuk, de eik, de esdoorn en de paardenkastanje (J.P.H.M. Adema., 2008. Vliegenzwammen op het Rapenburg. Paddenstoelen in de binnenstad van Leiden. Uitg. Ginkgo, Leiden.). Niet lang nadat ik de paddenstoel in Amsterdam had bezocht vond ik dezelfde soort ook in een Ginkgo in Het Plantsoen. Hans Adema bevestigde mijn waarneming. Het gaat om de boom die in het Plantsoen staat aan het water tegenover Plantsoen nr. 43. Vanuit onze wijk is hij vanaf de Zoeterwoudsesingel ter hoogte van het nr. 53 te zien. Ik realiseer mij dat het waarnemen van de dikrandtonderzwam in een loofboom niet zo bijzonder is maar dat dit wel het geval is als hij in een Ginkgo zit. Immers een Ginkgo wordt nooit door schimmels aangevallen.
Boom als plaaggeest De Ginkgo wordt niet alleen lastig gevallen door ‘lastposten’, de boom ‘plaagt’ zelf ook. Het is opvallend dat stadsvogels deze soort mijden als zij volop in blad zitten. Auto’s die in de Albrecht Dürerstraat onder deze boom staan worden nooit bevuild met uitwerpselen, dit in tegenstelling tot elders onder bomen geparkeerde wagens (pers. med. J. Lever). Zodra de bomen in de herfst hun bladeren laten vallen gaan de vogels er wel in zitten. Mogelijk geven de bladeren een voor vogels ‘vieze’ geur af. De Ginkgo kan zich heel goed handhaven in een stedelijke omgeving. Hoewel uit de hier gepresenteerde informatie duidelijk is dat deze soort niet onaantastbaar is voor 12/16
plaagorganismen kan wel worden gesteld dat het verstandig zou zijn Ginkgo ook in Leiden als straatboom te gebruiken. Kap Ik ben dit verhaal begonnen met de blikseminslag in een Ginkgo. Het gaat om de eerder genoemde Ginkgo in Het Plantsoen. Het was een forse boom en werd eind van de jaren negentig door de bliksem getroffen en begon daarna van bovenuit te rotten en hol te worden. De renovatie van Het Plantsoen die een aantal jaren geleden heeft plaatsgevonden heeft deze boom ook geen goed gedaan. Ook heeft de boom last van de schimmel (de paddenstoel). Op diverse plaatsen onderaan de stam waren de vruchtlichamen zichtbaar. De boom zou er niet dadelijk aan dood gaan maar mogelijk wel zwakker worden en daarom wilde de gemeente hem kappen. Dat vond ik erg jammer omdat ik graag wilde volgen hoe de paddenstoel in de stam zich zou ontwikkelen. Zou de boom de schimmelinfectie kunnen overleven? De gemeente heeft hem toen op mijn verzoek op ca. 2,5 meter hoogte afgezaagd. In het voorjaar van 2008, op een zonnige dag, werd voor deze Ginkgo het gedicht van Hans Warren werkelijkheid. “De takken ‘stonden’ voor het laatst getekend bruin tegen strakgespannen blauw” toen de werklieden langs kwamen om hem om te zagen. Uitlopen In het verleden heeft een Ginkgo een opmerkelijke aanval overleefd. Een Japanse notenboom was de enige boom die na de atoombom op Hiroshima op 6 augustus 1945 nog overeind stond. Op 1 km afstand van de bominslag stond een Ginkgo naast een Japanse tempel. De tempel werd vernietigd maar de zwaar beschadigde boom liep weer uit zonder belangrijke deformaties. Die boom is nu beschermd en wordt beschouwd als een symbool van hoop. De trap van de nieuw gebouwde tempel heeft men eromheen gebouwd. Ook de Ginkgo in Het Plantsoen is geweldig gaan uitlopen. Slapende okselknoppen in de stam zijn geactiveerd en daaruit zijn twijgen tevoorschijn gekomen. De stam wordt nu omringd door allerlei twijgen, een enkele is zelfs crica 2,5 meter lang. Uiteraard zijn de paddenstoelen nog aanwezig. Een enkele twijg wordt zelfs omringd door zo’n zwam. Een jonge twijg is niet sterk genoeg om zich door deze harde paddenstoel te boren. Daarom moet de zwam rond de twijg zijn gegroeid. Zal de boom net als de Ginkgo uit Hiroshima de ‘aanval’ overleven? We wachten het af. Maar het is wel een bijzonder verschijnsel dat zich aan de rand van onze wijk heeft voorgedaan. In december 2009 verscheen dit artikel in de Wijkkrant van de Professoren- en Burgemeesterswijk in Leiden.
Twee-één voor de dikke dodo! Ingezonden door: Eric van Rooij Niet alleen bij Büchmania is de interesse naar de dodo groot. Ook in wetenschapsland is men nog niet uitgepraat over deze vogel. Er is nog steeds een leuke discussie gaande over het feit of deze knuffels nou dik of dun waren. In het vooraanstaande Duitse blad “Naturwissenschaften” werd hier een artikel aan gewijd. Het blad Vogels van de Vogelbescherming Nederland (nummer 04/11) plaatste onderstaand artikel naar aanleiding
13/16
van de Duitse publicatie. In ieder geval is het nu twee-één in het voordeel van de dikke dodo! Dodo: Dik of dun? De wetenschap is als het om dodo’s gaat in twee kampen verdeeld. Het ene kamp denkt dat de dodo een dikke vogel was. Het andere kamp denkt dat de ruim 300 jaar geleden uitgestorven duifachtige hooguit tien kilo heeft gewogen en een slanke uitstraling had. De dodo zou een dik image hebben gekregen door tekenaars die de vogel in de negentiende eeuw stevig aangezet zouden hebben. Maar inhoudelijke argumenten zijn er ook, zo blijkt uit recent onderzoek. Delphine Angst, een promovenda in paleontologie aan het Natural History Museum in Paris (USA) vergeleek 75 fossiele botten van de poten van de dodo met de pootbeenderen van 323 andere vogelsoorten. Op basis van het bekende gewicht van al deze soorten concludeert Angst dat de dodo rond de tien kilo moet hebben gewonen. “Klopt niet”, stelt Antoine Louchart, verbonden aan de Université de Lyon in Frankrijk. Hij vindt dat de omvang van het dijbeen bepalend moet zijn bij het berekenen van het gewicht van de dodo. De gemiddelde draagkracht van alle onderbeenbotten is volgens de paleo-ornitholoog minder relevant. Volgens Louchart zouden dodo’s best 18 kilogram gewogen kunnen hebben. Zijn conclusie wordt gesteund door de Nederlandse dodoonderzoekster Hanneke Meijer.
'De papieren man' zet een punt achter vijf jaar literaire berichtgeving Ingezonden door René van Haaster zaterdag 17 september 2011 door Dirk Leyman/Hans Cottyn De papieren man zet vandaag een punt achter zijn berichtgeving. Precies vijf jaar lang hielden we de vinger aan de pols van het literaire - en boekennieuws in de Lage Landen en verre omstreken. Nu hebben de makers - na rijp beraad, zoals dat heet - besloten om er de stekker uit te trekken. De redenen zijn uiteenlopend. Feit is dat het beheren en updaten van deze site een intense, veeleisende en dagelijkse bezigheid was. Een berenklus, zonder meer. Die hebben we lang met veel plezier, liefde en inzet gedaan, bovenop en naast een drukke baan. We hebben ondertussen zowat elke literaire prijs gecoverd, elke faits divers de revue zien passeren, elk geveild manuscript gescand én over elke schrijver van aanzien bericht, in ettelijke duizenden nieuwsstukjes. Nu lijkt de tijd rijp voor andere projecten. En jawel. Er is ook een leven buiten de
14/16
literatuur. Toen De papieren man vijf jaar geleden door Dirk Leyman werd opgericht, was het literaire nieuws op het internet een ietwat verwaarloosd genre. Spoedig evolueerde De papieren man tot een vanzelfsprekende aanwezigheid in het digitale literaire landschap in Nederland en Vlaanderen. Kort nadien voegde Hans Cottyn zich bij het initiatief én voerden Leyman en Cottyn geleidelijk samen de redactie. We bleken een leemte op te vullen en snel lezerszieltjes te winnen. De papieren man groeide uit tot een volwaardige nieuwssite (in 2009 bekroond met de Dutch Bloggie voor beste literaire site). Met nogal wat nevenrubrieken, een agenda en webfeeds én een geolied netwerk van medewerkers (Johan Eeckhout, Wineke de Boer, Marjolein Corjanus, Evita Bonné). Gaandeweg werd dat voor de twee kernredactieleden de grootste uitdaging: volharding en discipline én tijd tussen andere opslorpende werkzaamheden door. Dus we moesten wel gaan stroomlijnen, plannen én vooruitkijken. Een blog als De papieren man is immers zoveel als een hongerige baby die je elke dag moet voeren, voortdurend om aandacht schreeuwend. Intussen zijn er talloze, andere literaire berichtensites opgedoken, meestal onder de vleugels van krant of weekblad. En spelen de sociale media alsmaar sneller op de bal, ook inzake literair doorgeefluik. Daarom behoudt De papieren man wel zijn Twitter- en Facebookaccount, waarop af en toe nog een link of een bericht zal worden gepost. Zonder druk, gewoon omdat we dat prettig vinden of iets willen signaleren. De papieren man blijft zichtbaar én beschikbaar als archiefsite van de voorbije vijf jaar intens schrijven over literatuur, tot nut van het algemeen. Met veel plezier verwijzen we voor literaire berichtgeving naar collega's als NRC Boeken, waarmee De papieren man bijna vijf jaar fraai heeft samengewerkt, Knack Boeken, De Contrabas, JJ Pollet, Guardian Books en vele andere (die u in de nieuwsfeeds rechts op de site vindt). We willen de vele dagelijkse lezers van De papieren man bedanken, voor de talloze prachtige en hartverwarmende reacties, voor de steun en het enthousiasme. We bedanken ook alle medewerkers, onze subsidiegever, het Vlaams Fonds voor de Letteren, adverteerders en samenwerkende partijen als NRC Boeken, DWB, Athenaeum Boekhandel, Schrijverspodium, onze websitebouwers, vormgevers enz. En we danken vooral: geduldige geliefden, die lang, soms te lang, moesten wachten tot de literaire waan van de dag weer eens bedwongen was. Is dit een definitief einde van de site? Never say never. Maar voorlopig houdt De papieren man voor lange tijd de benen stil.
It’s Elvis Time organiseert feestavond Ingezonden door Eric van Rooij Op 1 oktober a.s. organiseert de Officiële Nederlandse Elvis Presley Fanclub It’s Elvis Time een fantastische feestavond in het Ontmoetingsgebouw aan de Louis Davidsstraat 2 te Den Haag. De avond begint om 18.00 en zal duren tot 23.00 uur. Deze avond is tevens de start van de festiviteiten rondom het 50 jarig bestaan van de fanclub It’s Elvis Time.
15/16
Op deze avond treden voor u op: Glen D. Hardin, de pianist en arrangeur van Elvis Bill Baize, zanger van de Stamps Quartet, achtergrondzanger bij vele Elvis concerten. Debby en Terry Mike Jeffrey. Terry Mike heeft de rol van Elvis gespeeld in de Amerikaanse musical Elvis waarmee hij een paar jaar de Verenigde Staten heeft getrokken en tenslotte een tijd op Broadway heeft gestaan. En dan het “geweld” uit Nederland. Om te beginnen hebben we Mark Elbers. Mark is gevraagd om in een Hollywood film de stem van Elvis te verzorgen, dus over zijn kwaliteit hoeven we het niet meer te hebben. De avond begint met de Nederlandse rockabillyband Rockadile. Op de avond is ook een uitgebreide shop met heel veel verschillende Elvis artikelen aanwezig. Ook wordt een (verkoop) tentoonstelling gehouden door een kunstenaar die zijn Elvis doeken aan het publiek toont. Dit alles voor slechts 39 euro per persoon. Kaarten zijn aan de zaal verkrijgbaar.
16/16