De Brief Boudewijn Büch Gezelschap Büchmania Jaargang 9 Nummer 4 5 juni 2011 Inhoud nieuwsbrief De Brief nummer 4:
Is een eilandstaat nog een land als het onder zee ligt? Former fisherman turns 'castaway' to save island from disappearing into sea Meesterwerk Robert Louis Stevenson teruggevonden Darwins schildpad teruggevonden Half a dodo found in museum drawer Scheepswrak van kapitein Pollard gevonden Hoorcollege op cd over Charles Darwin en de evolutietheorie Originele tekst Tom Sawyer en Huckleberry Finn aangepast Onderzoeksbandjes hinderen pinguïns Honderd jaar Natura Docet Prinses Sophie in Weimar
Met dank aan Alex van Egmond, Mart Jansen, André Koolen en Tomas van ‘t Zand voor het insturen van bijdragen. Heeft u nieuws voor de nieuwsbrief, mail dan naar:
[email protected] Bijdragen bij voorkeur aanleveren in Word en in platte tekst. Illustraties als jpg of opgenomen in een Word-bestand. Bij voorkeur géén pdf. Inscannen kan, maar sla het document dan op als jpg. Bij voorbaat dank. Robert-Jan Trügg en Karin Piters
1/13
Is een eilandstaat nog een land als het onder zee ligt? © ap
Wat gebeurt er als alle inwoners van een eilandstaat hun land moeten verlaten? Is er dan nog steeds sprake van een land? Met een V.N.-zetel? Waar moeten ze gaan wonen en welke nationaliteit krijgen ze? Het zijn vragen die ze zich op de Marshall-eilanden beginnen stellen door het stijgende zeeniveau. De stijging van het zeeniveau is voor veel eilandjes in de Stille Oceaan al lang geen hypothese meer. Eén eiland van de Marshall Islands dreigt zelfs in twee te breken door het water. "Het wordt erger", zegt Kaminaga Kaminaga, klimaatcoördinator van het kleine land. Veel haast zit er niet achter een klimaatplan, zoals ook in Cancun weer bewezen wordt. Maar ook Kiribati, Tuvalu en andere eilandstaten vragen zich af hoe lang ze het water nog kunnen tegenhouden. "Wie aan de kust woont moet iedere dag stenen verzamelen om de muur voor zijn huis te herbouwen", zegt Kaminaga. Het land stelt in Cancun ook dat de situatie van de eilandjes geen voorgaande heeft in de geschiedenis. Landen zijn geschrapt door een breuk (zoals Joegoslavië) of door verovering. Maar internationaal hebben we geen ervaring met landen die volledig onder de zeespiegel verdwijnen. Volgend jaar zal de kwestie aan de Columbia University van New York bestudeerd worden.
Hoe lang blijft deze vlag (Marshall Islands) nog bestaan?
Onbewoonbaar Wetenschappers voorspellen dat het zeeniveau tegen 2100 met 59 centimeter zal stijgen. Maar eilanden kunnen ook onbewoonbaar worden voor de zee ze definitief overspoelt. Zo dringt zout water nu al binnen en wordt het onmogelijk om aan landbouw te doen. Verder dreigt een warmere zee ook meer tropische stormen te veroorzaken die het leven op de eilanden een hel maken.
2/13
"Stel dat een land als Tuvalu of Kiribati onbewoonbaar wordt, hebben die mensen dan nog een nationaliteit? Wat is hun positie in de internationale wetgeving?", vraagt de Australische Jane McAdam zich af. Het is niet duidelijk of er een einde aan een natie komt als de inwoners hun land door klimaatverandering moeten verlaten. Het zal volgens McAdam, die de situatie op verschillende eilandjes bestudeerde, afhangen van wat de internationale gemeenschap wil tolereren. De Verenigde Naties moeten zelf beslissen of een land in dat geval zijn zetel mag behouden. Vluchtelingen Daarnaast staat wel in een globaal verdrag dat andere landen mensen moeten opvangen als ze hun land door vervolging moeten ontvluchten. Maar over klimaatvluchtelingen staat er helemaal niets in dat verdrag. Voor de Marshall Islands wordt het nog ingewikkelder. De inwoners mogen vrij naar de VS komen om er te studeren of te werken, maar een permanent verblijf krijgen ze niet zomaar. Ook economisch is de situatie ingewikkeld, aangezien de eilanden ver uit elkaar liggen en vissers zo over een uitgestrekt gebied toegang hebben tot onder meer tonijn. Ook na de dood De klimaatconferentie in Cancun is voor de inwoners van eilandstaten van enorm belang. Als er geen diplomatieke maatregelen uit de bus komen, zullen sommige landen misschien wel aan juridische stappen beginnen denken. Uiteindelijk is de situatie voor de bewoners van eilanden beangstigend: wat zal er gebeuren met hun cultuur, hun geschiedenis, hun identiteitsgevoel, hun voorouders? "Begraafplaatsen langs de kust brokkelen af en vallen in zee", zegt Kaminaga. "Zelfs wie dood is laat het water niet met rust."
Former fisherman turns 'castaway' to save island from disappearing into sea Bron: Peng Yining reports from Xiamen Ingezonden door Alex van Egmond vanuit China, Beijng For more than 20 years Lin Beishui has lived on a remote islet in the Taiwan Straits like a modern-day Robinson Crusoe.
Without any electricity or clean drinking water on Eyuyu Island, the 56-year-old former fisherman has survived largely on the food he grows. His "best friend" is a battery radio and his only protection from typhoons that hit every year is a small brick shack.
Lin Beishui stands on the shore of Eyuyu Island, a remote islet in the Taiwan Straits. Lin has lived a solitary existence on the island for more than 20 years. [Photo/China Daily
3/13
Meesterwerk Robert Louis Stevenson teruggevonden Bron: Herald Scottland, maart 2011 Meer dan 130 jaar, nadat hij er aan was begonnen, is Robert Louis Stevenson’s eerste roman teruggevonden en gecompleteerd. Voor het beroemde Kidnapped en voor het sinistere The Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde was er nog een andere titel: The Hair Trunk. Stevenson begon aan dit verhaal te schrijven in 1877, toen hij 27 jaar oud was. Het moest dé roman worden over de zogenaamde bohemian age, waarin hij zijn ervaringen opgedaan in het artiestenwereldje van onder meer Barbizon kwijt kon. Het verhaal gaat over een groep jonge studenten uit Cambridge, die besluiten Engeland te verlaten om een wereld te creëren, die meer in lijn is met hun Boheemse levensfilosofie. Sindsdien was het boekwerk een onbekende legende in het wereldje van Stevenson. Zelfs veel kenners hadden nog nooit van het werk gehoord en degenen, die de naam wel wisten, beschouwden het verloren schat. Tot nu! Fransman Michel Le Bris, schrijver en kenner van Stevenson, heeft het boek niet alleen teruggevonden, maar ook gecompleteerd. Een werk, waarmee hij twintig jaar zoet is geweest. The Hair Trunk or the Ideal Commonwealth, zoals de volledige naam luidt, zal mei 2011 in Frankrijk verschijnen bij uitgever Gallimard. Naar goed Frans gebruik in het Frans uiteraard en ook jammer genoeg. Twee jaar was Stevenson met het manuscript in de weer om het nooit af te maken. Hij begon aan het boek in dezelfde tijd als dat hij startte met het schrijven van zijn korte verhalen voor New Arabian Nights, maar maakte het nooit af. Nadat hij een risicovolle tocht naar Californië ondernam om te trouwen met Fanny Osbourne liet hij het werk liggen. Stevenson heeft de eerste negen hoofdstukken geschreven. Le Bris de laatste zeven. De franse auteur heeft ook wel een verklaring, waarom Stevenson het werk niet afmaakte: “This dramatic period abroad, where he was abandoned by almost everyone, came to be his farewell to his years of bohemia. Once he came back to Europe there seemed to be no sense in continuing to write a novel, which was meant to be a novel of the bohemian age, whatever its literary merit. He had moved on.” Het verhaal over de wederopstanding van de roman begint in 1990. Le Bris werkte aan een biografie over Stevenson’s jonge jaren, toen hij bij het bestuderen van brieven van RLS aan Fanny Sitwell de naam The Hair Trunk tegenkwam. Na verder onderzoek ontdekte hij dat in de Beinecke Library van Yale University in de Verenigde Staten een acht pagina’s tellende samenvatting aanwezig was. Door die samenvatting ontdekte hij weer dat het 140 pagina’s tellende manuscript in januari 1915 voor $1400 was geveild bij Anderson Auction Company aan een verzamelaar van zeldzame boeken, genaamd George D. Smith. Deze Smith verkocht het werk op zijn beurt weer aan de Huntington Library in California, waar weggestopt in de krochten van de collectie Le Bris het gelukkig terugvond.
4/13
Tweederde van de roman was voltooid, maar wat te doen met de rest. Le Bris heeft door de jaren vele verhalen, essays en reisverhalen van Stevenson naar het Frans vertaald en schreef diverse boeken over hem. Hij vond daardoor dat hij voldoende bagage had om de taak op zich te nemen en aldus geschiedde. Na twintig jaar en ongetwijfeld eindeloos wikken en wegen over hoe Stevenson het afgerond zou hebben, is The Hair Trunk af. Le Bris vindt het logisch dat het boek in het Frans verschijnt, omdat de Fransen kennelijk meer hebben met Stevenson dan de Britten. Er zijn in het Frans meer titels verschenen van de hand van Stevenson dan in het Engels! Le Bris hierover: “How is it that in 2011 Stevenson’s entire work has not yet been published in English? Why is there no current edition of the Wrong Box, revised and corrected by Stevenson, available in English? Graham Greene was already calling for it in 1950! The truth is Stevenson has been hailed as a genius by the greatest, but mostly foreign, writers: Henry James, Jorge Luis Borgès, Octavio Paz, Herman Hesse, Vladimir Nabokov, Marcel Proust, Italo Calvino. The truth is America made him famous with the publication of Dr. Jekyll, not Great Britain.” Er zijn op dit moment geen plannen om The Hair Trunk in het Engels te publiceren. Hoe gênant moet het worden? Ondertussen lig ik al in mijn slaapzak voor de website van Gallimard.
Darwins schildpad teruggevonden Bron: NRC, 12 maart 2011 In 1836 keerde Darwin van zijn reis met de Beagle terug met in zijn kielzog een jonge reuzenschildpad (Geochelone nigra porteri) afkomstig van James Island (nu Santiago) onderdeel van de Galápagos Eilanden. Na zijn terugkeer was het dier echter verdwenen. Er deden verhalen de ronde dat het de 175 jaar oude reuzenschildpad Harriet zou zijn, die in 2006 in de Australian Zoo stierf aan hartfalen.
Dat gerucht kan nu echter naar de prullenbak worden verwezen. In het meest recente nummer van de Chelonian Conservation and Biology, International Journal of Turtle and Tortoise Research (Volume 9, nummer 2) wordt bericht dat Darwins schildpad is teruggevonden.
5/13
Meer dan 170 jaar lag de schildpad opgezet in het Natural History Museum in Londen en was voorzien van een verkeert depotnummer. Biologen Aaron Bauer en Colin McCarthy schrijven in het artikel Darwin's Pet Galápagos Tortoise, Chelonoidis darwini, Rediscovered, dat Darwin het diertje – het schild is 18 cm – in het begin van 1837 in het eerder genoemde museum levend toonde voor onderzoek. In augustus 1837 werd de arme testudine in opgezette toestand geregistreerd onder nummer 37.8.13.1. Drie curatoren (Gray, Günther en Boulenger) hadden bij het samenstellen van schildpadcatalogi tussen 1844 en 1889 het specimen niet herkend als Darwins schildpad, maar het beschreven als een schildpad afkomstig van Abingdon (Pinta) Island. Museumzoöloog McCarthy haalde vorig jaar de ‘schildpad met onbekende geschiedenis van de plank en ontdekte nummer 37.8.13.1 aan de binnenkant van het schild nota bene. De herkomst van de schildpad werd bepaald op inderdaad James Island, waarmee werd bevestigd dat het ging om de Chelonoidis darwini. Download hier het hele artikel: http://www.chelonianjournals.org/doi/abs/10.2744/CCB0811.1
Half a dodo found in museum drawer Ingezonden door Tomas van ‘t Zand Bonnen: Maev Kennedy en guardian.co.uk, Monday 21 February 2011 Staff at Grant Museum surprised to discover remains of extinct bird amid mass of crocodile bones during move to new home
The re-discovered dodo bones – along with a miniature model of the bird - that had previously been misidentified and stored with crocodile bones. Photograph: Sarah Lee for the Guardian Half a dodo has turned up in an Edwardian wooden box in a drawer at one of Britain's oldest natural history collections. Not much surprises the staff at the Grant Museum, where the contents include an old sweet jar full to the brim with pickled baby moles, their paws pressed pathetically against the glass, and the skull and antlers of an extinct species of giant deer which some academics bought straight off the wall of an Irish pub. 6/13
However, even they were a little startled when the dodo turned up, stored with a mass of crocodile bones. "They do have common characteristics, crocodiles and birds," Jack Ashby, the museum's learning access manager, said. "It was an understandable mistake." The dodo remains emerged as the Grant, part of University College London, moved its 70,000-item collection to a new home in an Edwardian former medical library. It may look like a collection of blackened bones, but the dodo is an exceptional find. The afterlife of the disastrously delicious flightless bird in museums is almost as tragic as its extinction in its native Mauritius in the 17th century. No complete specimen survives, although in the 19th century at least two were destroyed by curators who decided they were in unacceptably poor condition, including the one at the Natural History Museum in Oxford that inspired Lewis Carroll's dodo in Alice in Wonderland. The bones will be displayed alongside another treasure of the collection, the Grant's quagga – an extinct South African relative of the horse, resembling a zebra. The old catalogue said the collection held two zebras: it turned out that one was a donkey, and the other was the quagga, one of only seven almost complete skeletons in the world. (Almost complete because it lost a left hind leg, probably when the collection was moved to a Welsh slate mine during the Blitz.) The catalogue has been tormenting the curators: the oldest entries merely say what the object is, not how it got there. College legend says their Galapagos tortoise came back on the Beagle with Charles Darwin, but they can't prove it. The cut marks on the inside of the shell strongly suggest the rest of the poor creature went into the stew pot on board. The Grant, founded in 1827 as a teaching collection at UCL, is the last university zoological museum in London, and includes many items that were orphaned when their original homes closed. It still holds many specimens prepared by Robert Edmond Grant, the first professor of zoology and comparative anatomy in England. Other finds include the lower jaw of a crocodile, now reunited with its skull which has been on display for a century, and a fossil pterosaur assumed to be a plaster cast, which to the surprise of staff turned out to be the real thing – and a rare specimen. The new displays, lining the walls and gallery up to the ceiling, already look as if they've been there for a century, apart from interactive labels, created with the university's technology department, which will allow visitors to access or even add information through a smartphone, and the iPad on which debates will be launched about contentious issues such as animal experimentation and racial distinctions. "People are fiercely protective of this museum," manager Natasha McEnroe said. "They loved the old fashioned cases jammed full of specimens, and they didn't want a thing changed. But this new space is so beautiful, we hope people will love it even more." The Grant Museum reopend to the public on March 15 2011. Admission is free.
7/13
Scheepswrak van kapitein Pollard gevonden Ingezonden door: André Koolen en Robert-Jan Trügg Onderzoekers hebben 600 km van Honolulu het wrak gevonden van het schip The Two Brothers, een walvisvaarder uit Nantucket die in 1823 ten onder ging nadat het schip in een storm op een rif liep. De kapitein van het schip was George Pollard, die in 1820 al het schip Essex verloor na een aanvaring met een potvis. Het was deze gebeurtenis, waardoor Herman Melville geïnspireerd raakte voor het schrijven van het wereldberoemde boek Moby Dick.
Herman Melville
Het wrak of wat daarvan over is, ligt op de French Frigate Shoals in het Papahanaumokuakea Marine National Monument. De vondst is bijzonder omdat van de hele Amerikaanse walvisvloot uit de 19e eeuw slechts één schip bewaard is gebleven. Het is voor het eerst dat een gezonken walvisvaarder is aangetroffen. De speurtocht naar de identiteit van het schip begon in 2008, toen een anker typisch voor een walvisvaarder was aangetroffen op de zeebodem. In de atol waren meerdere walvisvaarders gezonken, maar later ontdekte artefacten als kookpotten, harpoenpunten, speren en onder andere driepoten om ketels met walvisvet aan op te hangen, wezen op een schip dat omstreeks 1820 gezonken moest zijn en dat was er maar één.
Het zinken van de The Two Brothers was relatief onbeduidend in vergelijking met de legendarische aanvaring met de potvis door de Essex. Nadat de Essex omsloeg, dreven Pollard en zijn bemanning in een reddingsboot nog drie maanden op zee. Ze hadden geen voedsel of drinken van boord mee kunnen nemen. Om te overleven gaf de bemanning zich over aan kannibalisme en at één van de neven van de kapitein. Toch was het het verlies van The Two Brothers waardoor Pollard definitief werd gebroken. Naar verluidt wilde hij zijn schip eigenlijk niet verlaten. Na te zijn gered door de naburige walvisvaarder Martha keerde Pollard terug naar Nantucket, waar hij zijn dagen sleet in een miezerig baantje als zogenaamde night watchman. Volgens de Nantucket Historical Association, zou Melville, die Pollard pas jaren na het verschijnen van Moby Dick voor het eerst ontmoette, over hem schrijven:
"To the islanders he was a nobody - to me, the most impressive man, tho' wholly unassuming, even humble - that I ever encountered.”
8/13
Hoorcollege op cd over Charles Darwin en de evolutietheorie Over zijn leven, denken en de gevolgen van zijn werk Ingezonden door André Koolen Voor wie tijdens het Darwinjaar niet is toegekomen aan de vele werken die over hem zijn verschenen, is er nu een overzichtelijk hoorcollege op CD over het leven en werk van Charles Darwin. Johan Braeckman, Darwin specialist aan de Universiteit Gent, behandelt in dit vier uur durende hoorcollege de belangrijkste thema’s uit Darwins leven en werk. Hij staat uitgebreid stil bij zijn persoonlijk leven, diens reis met The Beagle en natuurlijk bij zijn belangrijkste bijdrage aan de wetenschap: de evolutietheorie. Samenvatting De evolutietheorie is één van de belangrijkste wetenschappelijke theorieën. Naast een antwoord op vragen over biologische verschijnselen, biedt ze mogelijkheden om na te denken over diverse filosofische problemen. De laatste decennia vindt ze ook haar weg naar andere academische disciplines zoals geneeskunde en de gedragswetenschappen. In zijn colleges schetst Braeckman het leven van Charles Darwin. Hij zet vervolgens uiteen wat de moderne evolutietheorie inhoudt, hoe ze zich ontwikkelde bij haar grondlegger en hoe we kunnen nadenken over diverse actuele discussies omtrent de theorie. Dit hoorcollege (4 CD’s: € 34,95 - mp3: € 27,95) is in de boekhandels te koop of te bestellen en/of te downloaden op: www.home-academy.nl.
Inhoudsopgave CD 1: Charles Darwin: een geboren naturalist H1. Darwins besef van de complexiteit van de natuur H2. Erasmus Darwin en Charles’ afgebroken studies H3. Natuurtheologie, The Beagle en geologie CD 2: De ontwikkeling van de evolutietheorie H1. Vuurlanders, huwelijk en Down House H2. Spotvogels, notaboekjes en een moordbekentenis H3. De dood van Annie en de gevolgen van een brief van Wallace CD 3: De werking van natuurlijke selectie H1. Evolutie door natuurlijke selectie en de vorming van adaptaties H2. Bezwaren tegen natuurlijke selectie en de oplossingen ervoor H3. Universeel darwinisme en onbegrip over natuurlijke selectie CD 4: De betekenis van evolutie en selectie H1. Natuurlijke selectie versus intelligent ontwerp en seksuele selectie H2. De testbaarheid van de evolutietheorie en moderne visies op seksuele selectie H3. Wetenschappelijke en filosofische discussies over evolutietheorie na Darwins dood
9/13
Johan Braeckman Prof. dr. Johan Braeckman studeerde wijsbegeerte en menselijke ecologie aan de Universiteit Gent, de Vrije Universiteit Brussel en de University of California. Hij doceert aan de Universiteit Gent en was 'Socrates hoogleraar' aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde diverse boeken waaronder Darwins moordbekentenis en, samen met prof. Etienne Vermeersch, De Rivier van Herakleitos, een eigenzinnige visie op de wijsbegeerte. Productinformatie ISBN: 978-90-8530-084-7 Titel: Darwin en de evolutietheorie, een hoorcollege over zijn leven, denken en de gevolgen van zijn werk Spreker: Johan Braeckman (Universiteit Gent) Prijs: € 34,95 (4 CD’s), € 27,95 (mp3) Totale speelduur per audio-cd ± 60 minuten
Originele tekst Tom Sawyer en Huckleberry Finn aangepast Bronnen: Publishers Weekly & Yahoo News. De Adventures of Huckleberry Finn en The Adventures of Tom Sawyer van Marc Twain zijn uiteraard literaire klassiekers. In de Verenigde Staten is nu een discussie opgelaaid, omdat de uitgever NewSouth Books het plan heeft opgevat om een nieuwe editie van het boek uit te geven, maar dan zonder het woord ‘nigger’ en het woord ‘injun’ voor indianen. De afgelopen tientallen jaren zijn de klassiekers en vooral Huckleberry Finn meer en meer van de leeslijsten verdwenen, juist vanwege het veelvuldige gebruik van het woord ‘nigger’. Op sommige scholen werd het boek om die reden zelfs helemaal in de ban gedaan. Veel leraren hadden het gevoel het boek niet meer in de klas te kunnen behandelen, omdat het n-woord zo vaak - in Huckleberry Finn 219 keer -·voorkomt. Twain-letterkundige Alan Gribben van de Aubun University in Montgomery verwijst naar een uitspraak van Twain, die een klassieker kwalificeerde ‘as a book which people praise and don’t read’. Volgens Gribben is dit iets dat Adventures of Huckleberry Finn niet mag overkomen. Hij tekende daar wel bij aan: ‘This is not an effort to render Tom Sawyer and Huckleberry Finn colorblind. Race matters in these books. It’s a matter of how you express that in the 21st century.’ Veel tekstpuristen keren zich tegen de voorgestelde wijzigingen, waarbij ‘nigger’ zou worden veranderd in ‘slave’, omdat Twain de woorden ‘injun’ en ‘nigger’ gebruikte als een manier om kritiek te leveren op racisme, maar ook omdat het simpelweg onjuist is de originele tekst van een boek te veranderen. Huckleberry Finn dat uitkwam in 1884 en Tom Sawyer, dat uitkwam in 1876, zijn ook een weerspiegeling van een tijdsbeeld en volgens de puristen hoort een bepaald woordgebruik daar nu eenmaal bij.
10/13
Voorstanders wijzen er echter op dat de puristen niet moeten zeuren, immers de originele versie blijft ook verkrijgbaar en willen we nu eenmaal dat de nieuwe generatie ook met dit boek opgroeit, dan vraagt dit om deze keuze. Enfin aan deze discussie komt voorlopig geen eind. Het boek komt in ieder geval wel uit. Mark Twain's Adventures of Tom Sawyer and Huckleberry Finn: The NewSouth Edition kost $24,95 en zal verschijnen in een oplage van 7.500 exemplaren. De uitgave zal worden gebaseerd op het originele handgeschreven manuscript, wat uniek is bij een dergelijke combinatie-uitgave.
Onderzoeksbandjes hinderen pinguïns Bron:EOS maandblad over wetenschap RvB 13 januari 2011 Ingezonden door André Koolen Pinguïns uitrusten met metalen ringen om ze te kunnen identificeren verstoort de voortplanting en verlaagt de overlevingskansen van de dieren. Dat blijkt uit een Franse studie die deze week in Nature werd gepubliceerd. Pinguïns, die helemaal in de top van de voedselketen zitten, zijn uitstekende indicatoren voor de impact van klimaatverandering op de biodiversiteit. Niemand kan pinguïns met het oog van elkaar onderscheiden. Daarom gebruiken onderzoekers tot op vandaag metalen armbanden om de dieren te identificeren. Omdat voorgaande studies elkaar tegenspraken over een mogelijk negatief effect van de banden op het gedrag van de dieren, werden de banden verder gebruikt voor onderzoek. Daarnaast gebruikt men nu ook onderhuidse sensoren om de dieren via radiogolven van op afstand te kunnen volgen.
Franse onderzoekers van het instituut CNRS gingen het effect van de klassieke armband na door tien jaar lang honderd koningspinguïns te observeren op Île de la Possession in de zuidelijke oceaan tussen Zuid-Afrika en Antarctica. De onderzoekers stelden vast dat die armbanden een aanzienlijk effect hebben op het gedrag en de overlevingskansen van de pinguïns. De overlevingskans van de “geringde” pinguïns ligt 16 procent lager dan van de niet gelabelde exemplaren. De pinguïns met metalen armband brachten ook 39 procent minder nakomelingen voort. Ze komen later op het eiland om te paren en spendeerden opmerkelijk meer tijd om onder water eten te zoeken, wellicht omdat de metalen band hen bij het zwemmen hindert. De hinder bleef zelfs nog na tien jaar bestaan.
11/13
Dat is niet alleen slecht nieuws voor sommige iconische Zuidpooldieren, ook alle data over de pinguïns met armbandjes, die in de voorbije tien jaar zijn verzameld om het effect van klimaatverandering op de dieren te onderzoeken, moet worden herzien. De dieren ondervinden namelijk blijvende hinder van de onderzoeksmethode zelf. Artikel in Nature: http://www.nature.com/nature/journal/v469/n7329/full/nature09630.html YouTube: http://www.youtube.com/watch?v=FMST8TWokDQ&feature=player_embedded
Honderd jaar Natura Docet Ingezonden door Mart Jansen vanaf de Azoren In 1911 werd in Denekamp Nederlands eerste regionale natuurhistorische museum Natura Docet opgericht door onderwijzer J.B. Bernink (1878-1954). Ter gelegenheid van dit 100jarige jubileum verschijnt deze rijk geïllustreerde uitgave, met vele tot nog toe onbekende wetenswaardigheden over het tijdperk van vader Bernink en zijn dochter Heleen, die hem als museumdirecteur opvolgde. Al vanaf het prille begin van Natura Docet kwamen bezoekers vanuit het hele land naar Twente, waar meester Bernink hen persoonlijk rondleidde in zijn museum of mee op excursie nam. Graag geziene gasten waren de beroemde natuurbeschermers en veldbiologen Jac. P. Thijsse en E. Heimans, die de natuurstudie in Nederland populair maakten. Zij bezorgden het nog jonge museum veel landelijke publiciteit. Het museum was gesitueerd in de toen nog bijna ongerepte natuur van Twente, waardoor het voor bezoekers een geliefd uitgangspunt vormde voor excursies en vakanties. Daarnaast diende het museum als uitvalsbasis voor onderzoek en onderwijs door wetenschappers als prof. dr. Hugo de Vries en prof. dr. Tom van der Hammen. Vele wetenschappelijke publicaties zijn dan ook op Natura Docet ontstaan. In de uitgave komt ook de tot nog toe onderbelichte rol van veelzijdig talent Willem Dingeldein aan bod, alsmede de financiële en bestuurlijke steun die Bernink van bekende Twentse fabrikantenfamilies ontving om zijn ideaal te verwezenlijken. Een boeiend historisch portret van een bijzonder instituut. Provinciaal natuurhistorisch museum Natura Docet is het oudste regionale natuurhistorische museum in Nederland. De naam van het museum betekent letterlijk 'de natuur onderwijst'. In 1911 legde de dorpsonderwijzer J.B. Bernink de grondslag voor dit sfeervolle museum, waar de tijd lijkt te zijn stilgezet. Mineralen, fossielen, ijsvogel en paradijsvogel, vogelbekdier en krokodil. Je staat oog in oog met de Ichthyosaurus, een fossiele vishagedis. Je kunt boeiende lezingen bijwonen, een foto van jezelf laten maken onder de mammoet, fossiele vissen aanraken, lichtgevende stenen ontdekken. In de museumtuin is het landschap van Twente te zien Van Dinkeldal naar Bergvennen, broekbos, de nieuwe es en het oude bos.
12/13
Natura Docet is een museum voor groot en klein, voor iedereen is er iets te zien of te beleven. www.naturadocet.nl :Honderd jaar Natura Docet :Meester Bernink en zijn natuurhistorisch museum Willem Groothuis (1934) inventariseerde als vrijwilliger de omvangrijke archieven van museum Natura Docet in Denekamp 978.90.5730.735.5 Isbn Rubriek Geschiedenis Specificaties 256 pagina's, genaaid gebrocheerd, rijk geïllustreerd in kleur en zwartwit Prijs € 24,50
Titel Subtitel Auteur
Prinses Sophie in Weimar De Wereld van Boudewijn Büch is oneindig, het is waarlijk Büch en geen einde. Op 12 mei jl. werd bekend dat Paleis Het Loo een japon van prinses Sophie der Nederlanden, de enige dochter van koning Willem II en koningin Anna Paulowna in handen krijgt. Het is een jurk uit het midden van de negentiende eeuw. Opvallend is dat de transpiratiekringen nog te zien zijn. De jurk is helemaal met de hand gemaakt en bevat kleine baleinen en vullingen. Hoe verhoudt zich dit tot de Wereld van Boudewijn Büch? Het Loo krijgt de jurk van schrijfster Thera Coppens, die een boek heeft geschreven over de Oranjeprinses. Zij had de jurk weer gekregen van een achterachterkleindochter van de prinses. Sophie was een zeer strenge, intellectuele vrouw, met een interesse voor cultuur. Ze is de enige Oranjevorst die veel voor de wereldliteratuur betekend heeft. De prinses namelijk daar komt ie - beheerde de erfenis van Goethe en later ook van Friedrich von Schiller. Wij kunnen dit allemaal nalezen in het op 27 mei te verschijnen boek Sophie in Weimar bij Uitgeverij Meulenhoff. Dan wordt tevens de jurk aan het paleis overhandigd.
13/13