De Brief Boudewijn Büch Gezelschap Büchmania Jaargang 10 Nummer 3 23 april 2012 Inhoud nieuwsbrief De Brief nummer 3:
Goed nieuws vanaf Zuidpool: twee keer zoveel keizerpinguïns als gedacht Harry Mulisch krijgt eigen museum Column: Schooier De Gids van 23 februari 2012 SO TO BED Boudewijn Büch -- 21 februari 1998 De privé boekenkast van enkele beroemdheden Libraries of the Rich and Famous: Part One Libraries of the Rich and Famous: Part Two Boudewijn Büch -- Soms droom ik alle muren leeg
In deze nieuwsbrief nieuws dat u al even van ons te goed had. Een 4e nieuwsbrief volgt deze 3e snel op. Daarin veel nieuws over de komende twee activiteiten van Büchmania, waaronder alles over het weekend in de Kwakel 20 t/m 23 juli a.s. Mis het niet. Heeft u nieuws voor de nieuwsbrief, mail dan naar:
[email protected] Bijdragen bij voorkeur aanleveren in Word en in platte tekst. Illustraties als jpg of opgenomen in een Word-bestand. Robert-Jan Trügg en Karin Piters
1/15
Goed nieuws vanaf Zuidpool: twee keer zoveel keizerpinguïns als gedacht Bron: NRC.nl, 14 april 2012 Door: Pim van den Dool Met behulp van satelliettechnologie heeft een groep Amerikaanse, Britse en Australische onderzoekers het aantal keizerspinguïns op Antarctica nauwkeurig proberen te tellen. De verrassende conclusie: er zijn op de Zuidpool twee keer zoveel keizerspinguïns als werd aangenomen.
Foto Reuters / Martin Passingham
Vanuit de ruimte maakten de onderzoekers foto’s met zeer hoge resolutie van de verschillende kolonies pinguïns die ze wisten te traceren en zo telden de wetenschappers ongeveer 600.000 keizerspinguïns op Antarctica. De techniek maakt het volgens Peter Fretwell van de organisatie British Antarctic Survey mogelijk ieder jaar een nauwkeurige meting uit te voeren naar het aantal pinguïns en zo goed te beoordelen hoe gezond de populatie op de Zuidpool is. Ook is het volgens hem in het kader van de klimaatdiscussie van groot belang dat nu duidelijk hoeveel pinguïns er precies op Antarctica zijn. Nog even wat feitjes uit het onderzoek: de wetenschappers telden 595.000 pinguïns in plaats van de 270.000 tot 350.000 die ze hadden verwacht. De honderdduizenden pinguïns werden geteld in 44 verschillende kolonies, waarvan er zeven nog niet eerder ontdekt waren. Onderzoekster Michelle LaRue noemt de tellingen op de site van de BBC “een enorme stap vooruit in de Antarctische ecologie”. Klik op de link hieronder voor een fragment over keizerspinguïns in de beroemde BBCnatuurdocumentaireserie 2/15
Earth:http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=MfstYSUscBc
Harry Mulisch krijgt eigen museum Bron: ANP, 4-3-2012 Harry Mulisch krijgt zijn museum. De eigenaar van het appartement aan de Leidsekade in Amsterdam waar de vorig jaar overleden schrijver woonde, is bereid de ruimte ter beschikking te stellen. 'De bal ligt nu bij de gemeente', schrijft Het Parool. De Stichting Vrienden van het Harry Mulisch Huis, met in het bestuur onder meer Marcel van Dam en Mulisch' weduwe Kitty Saal, probeert met het Letterkundig Museum in Den Haag het museum van de grond te krijgen. De begane grond van Leidsekade 103 moet worden ingericht als ontvangst- en expositieruimte en zo dienen als dependance van het Haagse museum. Op de eerste verdieping is de werkkamer van Mulisch, die sinds zijn dood onaangetast is gebleven.
3/15
Column: Schooier woensdag 22 februari 2012 door Karel ten Haaf bron: TZUM Literaire weblog een eigenzinnige blik op de literatuur http://www.tzum.info/2012/02/column-karel-ten-haaf-schooier/
O ironie: in een stuk over typ- of zetfouten zelf een naam verkeerd spellen. Ik deed het vorige week: Ernst Braches, samensteller van Verzamelde gedichten van Boudewijn Büch, verhaspelde ik consequent tot Brachus. Gelukkig is op internet eenvoudig te herstellen wat in druk tot een beschamend erratum leidt. Maar goed, ik had het over het tweede gedicht op de eerste tekstpagina van de Verzamelde gedichten van Büch. ‘O en A’ heet het, en de opdracht luidt ‘Voor N’. Samensteller Braches nam het over uit een artikel van Harry G.M. Prick in het ‘periodiek Tegendeel (jaargang 3, nummer 10, oktober-december 1986), want de eerste publicatie, in oktober 1966 in Neo-Ter nummer 1, heeft hij niet onder ogen gehad – ongetwijfeld niet uit gemakzucht (‘Ik heb nou toch een bron’), gezien de zeer uitgebreide ‘Aantekeningen bij’ (pp. 176-256) en ‘Bronnen van’ (pp. 264-318) de door hem verzamelde gedichten. Waarschijnlijk was het nummer van Neo-Ter onvindbaar vanwege de kleine oplage van dit door drie middelbare scholieren uitgegeven blad. Die drie waren Harry Kramp, Roeland Smeets en Gideon den Tex. In het artikel De onstuimige geschiedenis van literair tijdschrift Neo-Ter (in: Büchmania Magazine nummer 3, oktober 2006) schrijft Arjan van Olst over de eerste publicatie – in Neo-Ter dus – van ‘O en A’: Prick vermeldt in zijn boek Een andere Boudewijn Büch (2005) dat hij op zaterdag 2 november 1974, ter gelegenheid van Boudewijns eerste bezoek aan zijn woning, een aantal spullen van hem kreeg, waaronder de nummers 1 en 2 van Neo-Ter. Over dit eerste nummer zegt hij: “Het eerste nummer bevatte een gedicht van Boudewijn Maria Ignatius Büch, getiteld ‘O en A (voor N)’, aldaar toegeschreven aan Gideon den Tex.” En vervolgens drukt Prick het complete gedicht zelfs af. In de noten van Prick staat ook: “Aan zijn zending van de betreffende Neo-Ter-aflevering verbond Boudewijn de kanttekening dat hij destijds (in 1966) van de hooggeleerde geoloog
4/15
Emile den Tex diens in 1946 te Bussum verschenen bundel ‘Pithecanthropus erectus’ cadeau kreeg. Omdat Boudewijns gedicht over ‘kleine mannetjes’ ging, was hij ‘in schaamte’ voor dat vers. [‘]Ik durfde het niet te publiceren, maar Gideon vond het versje erg mooi terwijl hij er ook niets van begreep en drukte het af, hetwelk ik toestond maar dan wel als Gideon zijn naam eronder zou zetten’, zoals inderdaad gebeurd is.” Over het door Büch ontvangen boek Pithecanthropus erectus zegt mede-redactielid Roeland Smeets: “Bij Gideon kwam ik vaak over de vloer. Onze ouders waren ook bevriend. Ik weet dan ook heel zeker dat Boudewijn niet alleen Emile den Tex, Gideon’s vader, niet kende, maar ook dat hij zeker geen boek van hem gekregen heeft.” Den Tex zelf kan zich hier ook niets van herinneren. Pithecanthropus erectus is overigens geen (dicht)bundel, maar een novelle van 39 pagina’s (Kroonder Bussem [sic! - KtH], 1946, Bayard Reeks 8). [p. 28] Büch loog dus over zijn bezoek aan huize Den Tex – so what. Maar hoe kan de titel van een nooit van de schrijver cadeau gekregen boek, tijdens een bezoek dat nooit plaatsvond, ervoor zorgen dat Boudewijn Büch zich zo schaamde over de in zijn gedicht voorkomende ‘kleine mannetjes’ dat hij het alleen onder andere naam wilde laten publiceren? En waarom dan niet onder een pseudoniem, maar onder de naam van Neo-Ter-redacteur Gideon den Tex? Roeland Smeets, ex-klasgenoot van Büch, vertelt aan Arjan van Olst: “Toen de eerste ‘Neo-Ter’ verscheen had ik Boudewijn een jaar of twee niet meer gezien, want we hadden toen allebei het Bonaventure Lyceum verlaten”, aldus Smeets. Ze zouden elkaar later nog één keer tegenkomen. En wel door de oproep tot het insturen van kopij voor het tweede nummer in 1967. Büch heeft deze kopij bij Smeets zelf ingeleverd, ergens tussen oktober 1966 en maart 1967. Op dat moment waren zowel Smeets als Den Tex aanwezig. Volgens Den Tex heeft ‘Roeland hierbij het woord gevoerd’ en heeft hij Büch zelf, toen of op enig ander tijdstip, niet gesproken. [p. 29] Volgens Smeets publiceerde Boudewijn Büch dus niet in Neo-Ter nummer 1, maar pas in nummer 2 (maart 1967). In dat nummer staat geen poëzie van Büch, maar proza: ‘Anabasis: een reisverhaal’. Via de mail meldt Gideon den Tex, tegenwoordig vertaler (onder meer van Nicci French): Ik was al[s] scholier ook dichter en heb zelfs met Roeland Smeets een literair blad gehad, ‘Neo-ter’. In dat blad is Boudewijn Büch gedebuteerd. Mooi verhaal: een paar jaar terug kwam ik er achter dat die schooier van een Büch een gedicht van mij gestolen had en dat doodleuk in zijn verzameld werk gezet had. Dit onder het mom van: dat ik het gedicht aan hem geschonken zou hebben. Dus: het op pagina 9 van de Verzamelde gedichten van Boudewijn Büch afgedrukte gedicht ‘O en A’, met de opdracht ‘Voor N’, is niet geschreven door Büch maar door
5/15
Gideon den Tex. Het in 1995 in Verzamelde gedichten (en later ook nog in In gedichten [2004]) opgenomen vers wijkt alleen in de titel iets af van Den Tex’ origineel: in Neo-Ter luidt die O en A (voor N.) – anders dan Prick meldt in Een andere Boudewijn Büch dus met een punt na de N. Die ‘N’ in de titel slaat volgens Den Tex op Nicoline Hulsing. Zij kreeg in het najaar van 1966, tijdens een feest in het ouderlijk huis van Den Tex, het gedicht O en A (voor N.) persoonlijk van hem overhandigd. Het gedicht is aan haar opgedragen, omdat ‘Gideon en ik in die tijd een mooie romance beleefden’, aldus Hulsing. Aldus Arjan van Olst (op pagina 27 van Büchmania Magazine nummer 3). Aldus Karel ten Haaf
De Gids van 23 februari 2012 Wederom in het VARA programma DeGIdsfm een fragment uit De Wereld van Boudewijn Büch. DeGids.fm wordt gepresenteerd door Deborah Blekkenhorst en op werkdagen uitgezonden om 11.00 uur. De wereld van Boudewijn Büch was een programma over de reizen van Büch, over eiland bezoeken, soms over Mick Jagger, soms over Goethe, maar altijd - juist - over Boudewijn Büch. In energieke monologen voor de camera, sleepte hij op geheel eigen wijze de kijker zijn wereld in. Die lag soms duizenden kilometers ver weg, soms verrassend dichtbij. Boudewijn Büch maakte in 2001 zijn laatste wereld van Boudewijn Büch. Hij overleed nog hetzelfde jaar.
http://degidsfm.vara.nl/Fragmentendetail.9963.0.html?&tx_ttnews%5Btt_news%5D=57230&cHash=a81dc1f199e2b6b670499e cd98b166e2 6/15
SO TO BED DAGBOEKFRAGMENTEN
Boudewijn Büch -- 21 februari 1998
Maandag 20-21 februari 2012 Bron: http://sotobed.blogspot.com/2012/02/boudewijn-buch-21-februari-1998.html Lummel en lees. Vandaag op kantoor een kandidaat ontvangen voor de functie van producer/-ster. Wat een droevigheid! Kon na vijf minuten nauwelijks verhelen dat het sollicitatiegesprek geen enkele zin had. In de vroege avond bij een kopje thee mijn natuurhistorische artikelen doorgenomen. Wil daar eventueel een boek van maken, nadat ik uiteraard alles geheel herschreven en uitgebreid heb, maar de lust tot het maken van boeken zal mij wel blijven ontbreken. Verstandig artikel over de tragische olifant Jumbo in American history (februari 1998, p. 38 en verder; ik schreef een tijdje geleden en stukje over het beest; het reusachtige dier kwam als circusolifant van Barnum om het leven bij een treinongeluk in Amerika anno 1885). Ik had gisteren een – althans wat mij betreft – ontroerende ontmoeting bij Albert Heijn. Ik kwam binnen met mijn boodschappentas. Zij stond haar gulden uit haar boodschappenkarretje terug te grabbelen. Zij lachte. Ik zei: 'Nou, dan zal ik je maar eens een hand geven', en vroeg of ze écht geen last heeft gehad van de talloze stukjes die ik een paar jaar geleden over haar schreef in mijn televisiecolumn in de Nieuwe revu. In die stukjes schreef ik dat ik verliefd op haar was. En dat is ook werkelijk zo. Nog steeds. Maar het werd uiteraard niks en het zal ook nooit wat worden. Nu ontmoette ik haar voor het eerst in levenden lijve. Ik ben voorbestemd tot allenigheid. ‘Dan ga ik maar,’ zei ze ietwat schutterig. ‘Ja, ja,’ zei ik nog onzekerder. Daar ging ze, Caroline de Bruijn, dat leuke meisje met die zwarte krulletjes uit Goede tijden, slechte tijden. [Ben over de ontmoeting met de actrice een gedicht aan het schrijven. Het vlot niet erg. Dit heb ik tot nu toe: GOEDE TIJDEN, SLECHTE TIJDEN
7/15
Het verlangen tussen statiegeld en kassabon; daar sta je in de hal van Albert Heijn. Ik ben de Romeo van het supermarktbalkon en in jouw tas zit zout, afwasmiddel en azijn. Je lacht en ik zeg de dingen zoals ze komen: zinledigheid alsof liefde in de dood moet wonen. Het is de schoonheid van de grote stad: ... ]
* Een boekenkast op reis. Persoonlijke kroniek 1998 * Boudewijn Büch (1948-2002)
De privé boekenkast van enkele beroemdheden Door Roderick Nieuwenhuis
Bibliotheek van Richard A. Macksey, professor aan Johns Hopkins University,
De privé bibliotheken van beroemdheden als Karl Lagerfeld, Woody Allen en Dianne Keaton: ze waren laatst te bezichtigen op de boekenblog bookriot. Na veel enthousiaste reacties besloot de blog met een vervolg te komen. Meest tot de verbeelding sprekende naam in libraries of the rich and famous: part two is die van muzikant Sting. Hieronder alvast de foto van diens bibliotheek in zijn Londense huis.
8/15
De mooiste bibliotheek behoort volgens bookriot toe aan Richard A. Macksey, professor aan John Hopkins University. Zijn in totaal 70.000 titels tellende privé bibliotheek (bovenaan deze pagina afgebeeld) behoort toe tot de grootste bibliotheken van zijn thuisstaat, Maryland. Maar de knusse bibliotheek van Julia Child mag er ook zijn:
9/15
Libraries of the Rich and Famous: Part One Bron: http://bookriot.com/2012/03/14/libraries-of-the-rich-and-famous-part-one/ As I’ve been unpacking boxes and realizing that I don’t even have enough bookshelves to put my books on, I decided to torture myself and look at homes of people who can dedicate an entire room to being a library (most likely with the help of an uber-expensive designer to organize and make it look scrumptious). Would you like to be tortured too? Brace yourself… Karl Lagerfield’s Personal Library: Not as cozy as I would pick for my own, but I would pay money to look through those titles… that’s a LOAD of books, folks! Aren’t you the least bit curious what is on those shelves?
***** Diane Keaton’s Personal Library: Loving the lighting, loving the colors, the writing on the wall is pretty cool — but where are the chairs? I like to be able to sit down while perusing (or reading, for that matter).
10/15
***** Woody Allen’s Personal Library: Although I’m highly disgusted when someone marries their daughter (please, people… he helped raise her – adoptive/step-daughter/what-ever-kindof-name-you-put-in-front-of-the-word daughter equals daughter), his library rocks. It’s comfortable, cozy, and old-school east coast-looking; love it.
***** Keith Richards’ Personal Library: This is a sweet personal library, but really… what did we expect from Keith Richards. I would really like to know what he has on his shelves.
***** William Randolph Hearst’s Library: This is a dream of a library. If it was mine, I would invite all of my friends over and we would have a big library party; everyone would be offered
11/15
something to nosh on and then instructed find a place in the room and be super quiet while we all enjoyed devouring the books. Rocking party, I know… that’s how I roll.
Libraries of the Rich and Famous: Part Two Here we are again… you didn’t think I’d leave you hanging with only one installment of fabulous libraries did you? What if we pooled together money and created a house where there were no rooms what-so-ever beside libraries? All different, all wonderful, all ours? Devine. Let’s get going on that, shall we? In the meantime, grab a napkin because you’re about to be drooling over these lovelies… Thanks to a reader from last week pointing out Neil Gaiman’s library to me. HELLO, this manreads. Think he’s read all of these, or might some of these be his to-be-read shelves?!?
12/15
***** Sting’s beautiful library at the top of his staircase in London is beautiful. Very law schoolphilosophy vibe going on here… I dig it. Do you?
***** Um, yes please! This is the library of designers Mark Badgley and James Mischka’s in their weekend house. I’ll take the weekend house and the library. The black painted wood adds a modern twist to this library, and I enjoy that they combined an eating area with their books. In fact, I think this would inspire me to have a reading dinner party. Wine, books, friends, and a game guessing passages from books? I’m there.
***** 13/15
Here is Julia Child’s personal library from when she lived in Cambridge, Massachusetts. This cozy, warm, neutral-toned library makes me want to curl up next to that fireplace and get lost in a book — or possibly a conversation with Julia and Paul about the books they own. Can you imagine the books that must be in that library? Paul was known as a very smart, well read man… I’m sure they have some treasures in there. If the walls could speak.
***** This by far is my favorite library we’ve featured, and probably my favorite personal library that I’ve ever seen. It belongs to Professor Richard A. Macksey. Macksey is an author in his own right along with being a well-known, beloved professor at Johns Hopkins University, and co-founder of the university’s Humanities Center. He is the owner of one of the largest personal libraries in the state of Maryland, with over 70,000 ($4 million worth) books and manuscripts along with art work. Macksey’s course on Proust is famous among underground students at Johns Hopkins, and he is known to hold graduate level courses in his famous library.
14/15
Boudewijn Büch -- Soms droom ik alle muren leeg =====================================
Bron: http://laurensjzcoster.blogspot.com/ Maandag 20 februari 2012 Soms droom ik alle muren leeg Geen tekst, geen regels op papier. Letterloos en zonder kijkplezier. Een huis dat in de tijd verzweeg, dat sterven uit de voegen drijft waar wonen niet beschrijft de woorden zinloos langs de wanden, maar dakloos de bestanden vervliegen uit het fundament van deze dode letters D en O. Een taal voor neergang resistent onwerkzaam op het doodsniveau. Gebeiteld in het Lege huis van Leven: Hier werd verleden nooit geschreven. Boudewijn Büch (1948-2002) uit: Verzamelde gedichten (1995) 21 februari 1998 ==================================== Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail. Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l Geplaatst door Krupke.
15/15