o pi n i e
De Brandweer van het Commando Luchtstrijdkrachten “Het onder alle omstandigheden kunnen leveren van de voorgeschreven brandweerzorg aan de
CLSK-eenheden, ook tijdens expeditionair optreden” Lkol Bert KONTER
Hfd Sie Brw bij CLSK/AMO
Op woensdag 5 januari ontstond een grote brand bij het bedrijf Chemie-Pack te Moerdijk. Voor de bestrijding van deze brand werd de hulp ingeroepen van drie Crashtenders die in gebruik zijn bij de brandweer van het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK). Dit was reden voor de redactie van dit blad mij te vragen een artikel te schrijven over de brandweer van het CLSK. Het CLSK heeft op al haar vliegvelden een brandweerkorps dat zorg draagt voor de brandveiligheid op deze locaties. De taak van de CLSK-brandweer varieert van de beveiliging van het vliegverkeer tot het optreden bij brand en ongevallen binnen de beschikbare infrastructuur. Het beschikbare potentieel van de CLSK brandweer wordt echter ook regelmatig ter assistentie geroepen bij de bestrijding van grotere branden buiten de hekken van de vliegbases. Taken
Vliegtuigbrandbestrijding De transportvliegtuigen en – helikopters van CLSK verplaatsen mensen en/of goederen. Daarnaast worden missies uitgevoerd door jachtvliegtuigen en gevechtshelikopters. Ondanks het feit dat vliegen aan hoge veiligheidseisen is onderworpen en mede daardoor
een van de veiligste wijzen van transport is, vinden er toch ongevallen plaats. Ongevallen met vastvleugelige vliegtuigen vinden meestal plaats op of nabij luchthavens; helikopterongevallen vinden voor 50% daarbuiten plaats. Bij vrijwel alle vliegtuigongevallen ontstaat brand, die de grootste bedreiging vormt voor de inzittenden en de eventuele lading. Specifieke militaire vliegtuigen, zoals gevechtsvliegtuigen, kennen nog bijzondere risico’s vanwege de locatie van de brandstoftanks ten opzichte van de inzittenden en de meegevoerde munitie. Daarom dient op de vliegvelden, afhankelijk van de aard van het
Carré 4 - 2011 pagina 20
020_CA04.indd 20
4/21/2011 8:20:22 AM
vliegverkeer, een brandweervoorziening aanwezig te zijn. Het succesvol optreden bij een vliegtuigongeval is afhankelijk van een korte reactietijd en een snelle en efficiënte inzet van personeel en materieel. Hiervoor is specifiek gekwalificeerd personeel en specifiek materieel noodzakelijk en aanwezig. Het bevrijden van niet zelfredzame slachtoffers uit een verongelukt passagiersvliegtuig kan echter niet zonder de ondersteuning en inzet van de civiele hulpdiensten. Basis brandweerzorg Naast het beveiligen van het vliegverkeer draagt de CLSK-brandweer zorg voor de basisbrandweerzorg op het vliegveld. Dit houdt in het zo nodig optreden bij branden in de infrastructuur, maar ook bij ongevallen waarbij personen betrokken zijn. Verder treedt de brandweer op bij de beheersing van kleine milieuincidenten. Deze taak wordt uitgevoerd omdat het CLSK de veiligheid van het personeel wil waarborgen, vooral als deze bij een brand of een ongeval op het vliegveld is betrokken. Vervolgens is het natuurlijk belangrijk dat met deze brandweereenheid onmiddellijk kan worden ingegrepen als één van de dure en moeilijk vervangbare wapensystemen in een brandsituatie zou geraken. Hierbij kan niet alleen worden teruggevallen op de inzet van de civiele hulpdiensten in verband met de langere aanrijtijden. De basis brandweerzorg is 24 uur per dag gedurende het gehele jaar paraat. Out of Area operaties De CLSK-brandweer is veelvuldig ingezet bij Out of Area operaties. Aanvankelijk voor het leveren of ondersteunen van de vliegbeveiliging, zoals in Albanië, Eritrea en voormalig Joegoslavië. Bij de recente inzet in Uruzgan heeft de brandweer de brandbeveiliging van de vliegstrip bij Tarin Kowt (TK) verzorgd, het refuelen van helikopters met draaiende motoren beveiligd en de brandbeveiliging van Kamp Holland geleverd. Tijdens deze uitzending is de brandweer regelmatig ingezet voor de brandbestrijding van kleinere brandjes, zoals in een opslagcontainer, een keukenbrand in het Australische kamp, maar ook op het kamp van de Afghan National Army (ANA) waar 10 legeringstenten door brand verwoest zijn. De beveiliging van de vliegstrip is met uitzondering van enkele kleinschalige incidenten zonder problemen verlopen. De brandweer is ook ingezet als onderdeel van de Quick Reaction Force om met behulp van technisch hulpverleningsgereedschap slachtoffers uit een voertuig te bevrijden dat op een IED was gereden. Op dit moment levert de CLSK-brandweer nog een aandeel aan de coalitiebrandweer op vliegveld Minhad in de Verenigde Arabische Emiraten. Deze coalitiebrandweer vormt een aanvulling op de vliegveldbrandweer van Minhad omdat deze onvoldoende personele capaciteit heeft voor de beveiliging van de vliegoperaties met grotere transport- en passagiersvliegtuigen. Wet- en regelgeving
Algemeen In de wet op de Veiligheidsregio’s is vastgelegd dat
Carré 4 - 2011 pagina 21
020_CA04.indd 21
4/21/2011 8:20:32 AM
burgemeester en wethouders van een gemeente belast zijn met de organisatie van brandweerzorg, de rampen crisisbestrijding en de geneeskundige hulpverlening binnen het verzorgingsgebied van hun gemeente. Dit is ook van toepassing op het luchtmachtonderdeel dat binnen het verzorgingsgebied van de gemeente ligt. Voor specifieke situaties en/of risicolocaties bijvoorbeeld een vliegveld, die binnen het verzorgingsgebied van de gemeentes kunnen voorkomen, geldt andere wetgeving of kunnen specifieke maatregelen worden geëist. Het bestuur van de veiligheidsregio kan bij bijzondere risico’s zoals bij grote brandstofopslag of bij de petrochemische industrie het bedrijf opdragen een brandweerrapport op te maken met daarin opgenomen de mogelijke voorkomende brand- en bestrijdingsscenario’s op de betreffende locatie. Op basis van dit rapport kunnen eisen worden gesteld met betrekking tot brandveiligheidsvoorzieningen maar ook ten aanzien van de aanwezigheid en omvang van een bedrijfsbrandweer. Luchtvaart De luchtvaart heeft kort na het ontstaan een explosieve groei doorgemaakt. Daardoor ontstond na de Eerste Wereldoorlog de behoefte hiervoor (inter)nationaal regels op te stellen. Uiteindelijk heeft dit in 1944 in Chicago geleid tot de oprichting van de International Civil Aviation Organization (ICAO) om het burger luchtverkeer en alles wat daarmee samenhangt te regelen. De lidstaten van deze organisatie hebben zich verplicht hun nationale regelgeving zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met de door ICAO opgestelde regelgeving (standaards). In de ICAO regelgeving zijn in hoofdstuk 9 Annex 14 ook regels gesteld voor de brandbeveiliging op de vliegvelden. De voorgeschreven brandweermaatregelen zijn gericht op het kunnen bestrijden van de brand die ontstaat bij een vliegtuigongeval, omdat dit de grootste bedreiging vormt voor de inzittenden. De voorgeschreven capaciteit van de brandweer is afgestemd op het grootste vliegtuig dat gebruik maakt van het vliegveld. Bij een vliegtuigongeval zal vrijwel altijd een vloeistofbrand ontstaan. De grootte van het vliegtuig en de hoeveelheid brandstof die wordt meegevoerd zijn bepalend voor de te verwachten grootte van de oppervlakte van de vloeistofbrand. In vakjargon wordt dit de theoretische kritieke locatie genoemd. In werkelijkheid is gebleken dat de grootte van de te verwachten vloeistofbrand kleiner is, ongeveer 2/3 van de theoretische oppervlakte. Op basis van statistische analyse van wereldwijde ongevalcasuïstiek, is vastgesteld welke bluscapaciteit nodig is om na het arriveren binnen 60 seconden 90 % knock-down (blussing) van de te verwachten brand te kunnen bereiken en dit vervolgens onder controle te kunnen houden, zodat de zelfredzame inzittenden het vliegtuig kunnen verlaten. Passagiersvliegtuigen zijn dusdanig ontworpen dat met behulp van het cabinepersoneel alle zelfredzame passagiers binnen 90 seconden het vliegtuig moeten kunnen verlaten. Op basis van het voorgaande zijn tien zogenaamde brandrisicoklassen vastgelegd. Aan deze klassen is een voorgeschreven bluscapaciteit gekoppeld en over hoeveel voertuigen dit moet zijn verdeeld. Daarnaast is vastgelegd dat deze
brandweercapaciteit, na alarmering, binnen drie minuten ter plaatse van het ongeval ingezet moet kunnen worden onder normale zicht- en weercondities. In Nederland is dit vastgelegd in de Luchtvaartwet en uitgewerkt in de Regeling Veilig Gebruik Luchtvaartterreinen met specifiek aangegeven de noodzakelijk materiële en personele brandweercapaciteit per brandrisicoklasse. Voor de militaire vliegvelden is dit vertaald in de Militaire Luchtvaarteisen die worden opgesteld door de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA). Daarnaast zijn door de NAVO ook Standard Nato Agreements (STANAG’s) voor de brandweer opgesteld. Deze zijn een vertaling van de (inter)nationale regelgeving voor die situaties waarin militaire eenheden van verschillende NAVO-landen gezamenlijk opereren en die moeten waarborgen dat bij het samenwerken van
NAVO-partners gelijke brandveiligheidsvoorzieningen worden toegepast. Het CLSK heeft al de wetgeving en voorschriften in interne regelgeving vastgelegd, zoals het Luchtverkeersvoorschrift en het Voorschrift Brandweer voor het CLSK. Standaard brandweerzorg De verantwoordelijkheid voor de standaard brandweerzorg en ongevallenbestrijding ligt bij de lokale civiele autoriteiten. Toch is van oudsher op de luchtmachtvliegvelden een eenheid 24 uur per
Carré 4 - 2011 pagina 22
020_CA04.indd 22
4/21/2011 8:20:42 AM
dag beschikbaar om te worden ingezet bij brand- en ongevallenbestrijding. Door de ontwikkelingen in de wetgeving is deze brandweerzorg feitelijk een noodzaak geworden, omdat onder andere in het verleden diverse gebruiksvergunningen voor de militaire vliegvelden zijn afgegeven op basis van de 24-uur brandweer aanwezigheid. Ook worden met de 24-uur basis brandweerzorg de bijzondere risico’s, zoals de brandstofen munitieopslag afgedekt. Veelal zijn ook de aanrijtijden van de civiele hulpdiensten naar de vliegvelden te lang om bij brand en ongevallen in het algemeen en specifiek bij calamiteiten bij de risicolocaties, tijdig te kunnen optreden, terwijl de CLSK-brandweer binnen enkele minuten ter plaatse is. Alle infrastructuur op de CLSK-onderdelen dient qua brandveiligheid te voldoen aan het bouwbesluit. Daarenboven worden op basis
Planvorming Het optreden bij calamiteiten op de luchtmachtvliegvelden is dus vastgelegd in actuele rampbestrijdingsplannen en calamiteitenplannen. De rampbestrijdingsplannen zijn een verantwoordelijkheid van de gemeentes. In deze plannen zijn de voorkomende scenario’s vastgelegd en daaraan gekoppeld de bijbehorende maatregelen voor de civiele hulpdiensten, zoals alarmering, in te zetten eenheden, bevelvoering, etc. In de calamiteitenplannen, een verantwoordelijkheid van de vliegvelden, zijn vergelijkbare en aansluitende maatregelen vastgelegd voor de militaire eenheden en functionarissen die optreden bij een calamiteit. Er zijn vaak veel slachtoffers te betreuren bij een vliegtuigongeval met passagiers, als gevolg waarvan altijd sprake is van veel mediaaandacht. Ook de behandeling daarvan vergt specifieke afspraken die in deze plannen moeten zijn vastgelegd. De plannen moeten regelmatig worden getoetst door het houden van periodieke oefeningen op de diverse niveaus (operationeel en bestuurlijk). Tenminste één keer per vier jaar moet een grootschalige oefening worden gehouden waarbij alle disciplines en niveaus zijn betrokken. Voor een goede samenwerking tussen de civiele- en militaire hulpdiensten is het essentieel dat het beschikbare personeel en materieel op elkaar zijn afgestemd. Personeel
van interne preventieregelgeving nog bovenwettelijke eisen gesteld. Zo is bijvoorbeeld alle infrastructuur waarin wapensystemen is ondergebracht voorzien van brandmeldinstallaties. Deze installaties zijn direct gekoppeld aan de meldkamer van de vliegveldbrandweer. Regelmatig rukt de CLSK-brandweer uit naar automatische brandmeldingen. Door deze installaties is in het verleden de brandweer een aantal maal tijdig gealarmeerd waardoor ontstane branden in een vliegtuighangaar (Twente en Deelen) tijdig konden worden geblust.
Aantal De hoeveelheid personeel die noodzakelijk is om de brandweertaken te kunnen uitvoeren, is afgestemd op de voorgeschreven wet- en regelgeving. Hoeveel personeel voor de vliegtuigbrandbestrijding moet worden ingezet bij de verschillende brandrisicoklassen is in de internationale regelgeving niet specifiek vastgelegd. In Nederland is binnen de Commissie Commandanten Burgerluchtvaartterreinen (CCBL), waar de Luchtmacht ook deel van uit maakt, een inzetmodel voor vliegtuigbrandbestrijding vastgesteld. Op basis van dit model is de hoeveelheid in te zetten personeel bij de verschillende risicoklassen af te leiden. Dit inzetmodel is vertaald in de Nederlandse wet- en regelgeving in de hoeveelheid brandweerpersoneel dat per risicoklasse beschikbaar moet zijn tijdens het vliegen. De bezetting van de brandweervoertuigen die worden ingezet voor de basis brandweerzorg is in Nederland vastgelegd in de Wet op de Veiligheidsregio’s. Het aantal in te zetten voertuigen (tankautospuiten, hulpverleningsvoertuig, ladderwagen, etc.) bepaalt de hoeveelheid personeel. De bezetting van een tankautospuit is op dit moment vastgesteld op 6 personen. Uit de praktijk blijkt echter dat het merendeel van de incidenten waar een tankautospuit op uitrukt, kan worden afgehandeld met minder personeel. Onderzocht wordt of CLSK deze trend kan volgen.
Carré 4 - 2011 pagina 23
020_CA04.indd 23
4/21/2011 8:20:51 AM
Opleiding Het brandweerpersoneel op de CLSK-vliegvelden wordt zowel voor de vliegtuigbrandbestrijding ingezet als voor de basis brandweerzorg. Dat houdt in dat het voor beide taken wordt opgeleid. De opleiding voor de basis brandweerzorg is afgestemd op de opleidingseisen die voor taken als bevelvoerder en manschappen zijn vastgelegd in het besluit kwaliteit brandweerpersoneel. De opleidingen worden afgesloten met een examen onder auspiciën van het Nederlands Bureau Brandweer Examens (NBBe). Naast deze opleiding krijgt het CLSKbrandweerpersoneel een specifieke opleiding voor de vliegtuigbrandbestrijding. De inhoud van deze opleiding en de bijbehorende lesstof wordt vastgesteld binnen het CCBL. Ook deze opleidingen worden afgesloten met een examen onder verantwoordelijkheid van het NBBe. Het personeel dient de kennis en vaardigheden voortdurend op peil te houden om gecertificeerd te blijven. Het is daarom noodzakelijk tijdens de operationele diensten tijd in te plannen voor het uitvoeren van voorgeschreven elementaire oefeningen en het volgen van instructie.
gezamenlijk project met luchthaven Schiphol. Later heeft ook de luchthaven Eelde zich aangesloten bij dit project. Totaal zijn destijds 36 van deze voertuigen aangeschaft. Daarnaast beschikt de CLSK-brandweer over een standaard tankautospuit die primair wordt ingezet voor de basis brandweerzorg. Organisatie
Staf De CLSK-brandweer wordt aangestuurd vanuit de Directie Operaties van de staf Commando Luchtstrijdkrachten. Binnen de Afdeling Missie Ondersteuning is een Bureau Brandweer opgenomen bestaande uit twee functies. Dit bureau draagt zorg voor de beleidsuitvoering van de brandveiligheid bij het
Fysieke gesteldheid Niet alleen de theoretische kennis en praktische vaardigheid zijn essentieel voor het uitvoeren van de taak, maar ook de fysieke gesteldheid van het personeel. Vooral het daadwerkelijk bestrijden van een brand en het redden van slachtoffers uit een gebouw of vliegtuig vormt een hoge fysieke belasting. Op basis van een onderzoek naar deze fysieke belasting van het brandweerpersoneel is een specifiek trainingsprogramma samengesteld, dat dagelijks door het bureau sport van het vliegveld wordt aangeboden. Materieel Het meest in het oog springende voertuig van de CLSK-brandweer is zonder twijfel de E-One crashtruck. Dit brandweervoertuig, dat wordt ingezet voor de vliegtuigbrandbestrijding, moet aan specifieke eisen voldoen, vanwege de korte reactietijden en de grote hoeveelheid blusstof die in relatief korte tijd moet worden ingezet. De E-One crashtrucks beschikken over een watertank van 11.700 liter water met een geïntegreerde schuimtank voor 750 liter schuimvormend middel en twee schuim/water kanon(nen) en een bijbehorende pomp(installatie). Voor het handmatig blussen beschikken de voertuigen over drie slanghaspels, respectievelijk voor hoge druk water/schuim, middeldruk water/schuim en poederblussingen. De voertuigen zijn relatief groot en zwaar, 41 ton, maar kunnen toch in korte tijd een hoge snelheid bereiken, namelijk binnen 30 seconden van 0 tot 80 km/h. Daarnaast beschikken deze voertuigen over een uitstekende stabiliteit, wendbaarheid en wegen terreinwaardigheid. De voertuigen zijn samengesteld met een grote inbreng van de Nederlandse industrie. De fraai vormgegeven opbouw van glasvezel versterkt polyester is ontwikkeld en geproduceerd door de firma Plastisol uit Wanroy. De motor met versnellingsbak en pompaandrijving is samengesteld door de firma Drive Line Sytems (DLS) uit Dordrecht. De meeste voertuigen zijn uiteindelijk geassembleerd bij de Fa Kenbri in Stellendam. Deze voertuigen zijn begin 2000 aangeschaft in een
CLSK door middel van het vastleggen van de taakstelling van de brandweer, het opstellen van functie-eisen, het berekenen van de formatiesterkte en het vaststellen van de samenstelling, evenals het initiëren van materiële behoeftes. Het beleid voor de brandveiligheid is enerzijds gebaseerd op (inter)nationale wet– en regelgeving en komt anderzijds tot stand door het organiseren van en deelnemen aan diverse overlegfora. Vliegvelden Elke vliegbasis beschikt over een brandweerkorps.
Carré 4 - 2011 pagina 24
020_CA04.indd 24
4/21/2011 8:20:59 AM
De grootte daarvan is afhankelijk van de opgedragen openstellingstijden van het vliegveld en het typen vliegtuigen (brandrisicoklasse) dat op het vliegveld opereert. Gemiddeld bestaat een brandweerkorps uit 40 tot 60 operationele functies. Deze functies worden gevuld door militairen. De brandweer wordt aangestuurd door een Commandant (officier). Deze wordt ondersteund door een Hoofd Preparaties (Adjudant) die is belast met de opleiding en training van het personeel, evenals het beheer van het materieel, waarbij hij wordt geassisteerd door een burgermedewerker. Daarnaast is nog een Hoofd Preventie (Adjudant) in de organisatie opgenomen. De uitrukeenheid bestaat gemiddeld uit 12 tot 15 bevelvoerders in de rang van sergeant, en 24 tot 30 manschappen in de rang van korporaal. De inzet van de militaire hulpdiensten wordt geleid door een On Scene Commander (sergeant-majoor) van de brandweer. Het aantal SM functies varieert per vliegveld van twee tot vijf functies. De brandweer voert de taken uit vanuit de brandweerkazerne die zodanig is gelegen dat de voorgeschreven reactietijden voor de vliegtuigbrandbestrijding kunnen worden gerealiseerd. Daar waar dit niet mogelijk is, staat de eerst in te zetten crashtender naast de start- en landingsbaan opgesteld. De brandweerkazernes beschikken over eigen meldkamers die over directe lijnen met de verkeerstoren en de Gemeenschappelijke Meldkamer van de Veiligheidsregio beschikken. Brandweerschool Het CLSK beschikt over een eigen brandweeropleidingsinstituut dat zich bevindt op de vliegbasis Woensdrecht en onderdeel is van de Koninklijke Militaire School Luchtmacht (KMSL). Naast de initiële opleidingen worden hier ook de voorgeschreven jaarlijkse vaardigheidstrainingen verzorgd. Vliegtuigbrandbestrijding wordt niet door de reguliere opleidingsinstituten aangeboden. Daarom beschikt de Luchtmacht al vanaf de oprichting over een eigen opleidingsinstituut met specifieke voorzieningen voor de uitvoering van praktische oefeningen in vliegtuigbrandbestrijding. Aanvankelijk was dit onderdeel van de Luchtmacht Elektronische en Technische School te Arnhem. Met de verplaatsing van deze school medio jaren negentig is op Woensdrecht een ultramodern en uniek oefenterrein ingericht voor zowel het opleiden en trainen van vliegtuigbrandbestrijding, maar ook voor de reguliere brandweertaken. Veel aandacht is hierbij besteed aan verschillende oefenobjecten waarmee vrijwel alle voorkomende scenario’s kunnen worden gesimuleerd. Deze faciliteit is niet alleen hierdoor uniek, maar ook omdat milieuvriendelijke oefenobjecten zijn toegepast. In de oude situatie werd voor het maken van brand gebruik gemaakt van de daadwerkelijke vliegtuigbrandstof en voor de blussing van de daadwerkelijke blusstoffen. Dit gaf een grote belasting voor het milieu. In de huidige situatie worden alle branden gemaakt met gas als brandstof en wordt water als blusstof toegepast. Om toch een realistische situatie te creëren zijn alle brandobjecten voorzien van detectoren die verbonden zijn met een centrale computer. Door specifieke software worden realistische
Carré 4 - 2011 pagina 25
020_CA04.indd 25
4/21/2011 8:21:07 AM
brandscenario’s en brandblussingen gesimuleerd. Door toepassing van dit systeem wordt het milieu nauwelijks belast waardoor ruimschoots wordt voldaan aan de gestelde milieueisen. De opleidingen die door de brandweerschool worden verzorgd, onderscheiden zich van de cursussen die door de regionale civiele opleidingsinstituten worden verzorgd door het hoge praktijkgehalte. In alle luchtmachtopleidingen zijn ruimschoots praktijkoefeningen opgenomen, dit geldt voor zowel de reguliere brandweeropleidingen als voor de opleiding vliegtuigbrandbestrijding. Hierdoor beschikt de geslaagde cursist over voldoende praktische vaardigheden, waardoor hij/zij direct kan worden ingezet voor de taak. Deze faciliteiten worden ook door de brandweerkorpsen van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) en het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK)gebruikt. Ook de brandweerkorpsen van de regionale Nederlandse vliegvelden en van diverse NAVO-partners maken gebruik van dit oefenterrein en de opleidingen. Militair Civiele Samenwerking
De krijgsmacht stelt van oudsher in tijden van crises en rampen personeel en materieel beschikbaar aan verantwoordelijke civiele autoriteiten. Op enig moment is onderzocht welke capaciteit de krijgsmacht
structureel beschikbaar kan stellen voor de inzet tijdens crisissituaties. Hiermee is de derde hoofdtaak voor Defensie ontstaan die is vastgelegd in afspraken, de zogenoemde Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS). Defensie is nu een structurele partner bij crisisbeheersing en rampenbestrijding. De brandweer van Defensie wordt weliswaar niet als “structureel middel” beschreven maar is in het verleden al wel veelvuldig ingezet buiten de Defensieterreinen. De CLSK-brandweer wordt vaak gealarmeerd voor de inzet in de directe omgeving van het vliegveld. Dit varieert van het blussen van branden tot het verlenen van technische hulpverlening bij een ongeval. Uiteraard zal bij het arriveren van de civiele hulpdiensten de leiding over de bestrijding van het incident direct door hen worden overgenomen en afhankelijk van de situatie ook de daadwerkelijke inzet. Maar ook wordt vaak de specifieke capaciteit van de crashtruck E-One gevraagd bij het blussen van grootschalige branden tot ver buiten de vliegvelden. Omdat deze voertuigen essentieel zijn voor de bedrijfsvoering op de vliegvelden is het niet mogelijk deze voertuigen permanent beschikbaar te stellen. Toch wordt in praktijk vrijwel nooit vergeefs een beroep gedaan op de inzet van deze voertuigen. Meest recente voorbeelden zijn de inzet bij de brand op de Strabrechtse Heide en de brand bij het bedrijf Chemie-Pack in Moerdijk. Bij dit bedrijf lagen meerdere chemische stoffen opgeslagen. Bij deze enorme brand is de inzet van deze voertuigen essentieel geweest voor de definitieve blussingorme brand. De brand bij Moerdijk ontstond op woensdag 5 januari rond 14.00 uur en om 14.40 uur werd al om assistentie van de crashtruck van vliegbasis Gilze-Rijen gevraagd. Het eerste voertuig was om 15.30 uur ter plaatse en kort daarna zijn nog twee voertuigen van respectievelijk vliegbasis Eindhoven en vliegbasis Woensdrecht ingezet.
Carré 4 - 2011 pagina 26
020_CA04.indd 26
4/21/2011 8:21:17 AM
De drie voertuigen zijn in eerste instantie ingezet om uitbreiding van de brand te voorkomen. Naast het complex van Chemie-Pack stond namelijk een zeer grote opslagloods met gevaarlijke stoffen. Vervolgens is gekozen voor het opbrengen van een schuimdeken om zodoende de brand definitief te blussen. Nadat het grootste gedeelte van de brand was geblust, bleek het voor de voertuigen van de overheidsbrandweer onmogelijk om nabij en op het terrein de nablussingswerkzaamheden te verrichten, vanwege verontreinigd bluswater. Ook hiervoor waren de E-One crashtenders van grote waarde, vanwege de bluscapaciteit en de grote worplengte (± 80m) van het bluskanon op het dak van het voertuig. Nadat ook de kleinste vuurhaarden waren geblust is het laatste CLSK-voertuig op 7 januari 2011 om 01.00 uur ‘s nachts teruggekeerd naar de vliegbasis Woensdrecht. In het totaal zijn 28 brandweermannen van het CLSK ingezet. Acht van deze brandweermannen hebben zich achteraf bij de medische dienst gemeld met licht lichamelijke klachten zoals, geïrriteerde ogen, hoofdpijn en lichte ademhalingsklachten. Deze klachten zijn echter na enkele dagen weer verdwenen. Er is vastgesteld dat er geen reden is het personeel periodiek medisch te keuren. Het personeel dat is ingezet is echter wel geregistreerd, zodat bij eventueel latere optredende klachten een relatie met de inzet in Moerdijk kan worden onderzocht. Na de inzet was het noodzakelijk de voertuigen uitgebreid te inspecteren en professioneel te laten reinigen vanwege het opereren in sterk verontreinigd bluswater. De kosten van de totale CLSK-bijdrage worden in het kader van de ICMS achteraf verrekend. De toekomst
De brandweer van het CLSK bestaat uit uitstekend opgeleid en getraind personeel dat de beschikking heeft over “state-of the art” materieel. Zij is hierdoor een professionele organisatie die op de vliegvelden zorg draagt voor een uitstekende brandveiligheid en daarmee een essentieel deel van de luchtketen is. De samenwerking met de verantwoordelijke civiele hulpdiensten is bovendien op het noodzakelijk niveau. Ontwikkelingen De recente aanpassing in het functiehuis van de civiele brandweer is aanleiding dit ook bij de CLSK-brandweer
door te voeren. Vergelijkbare functieprofielen en de bijbehorende opleidingen worden aangepast. In samenwerking met de CCBL worden de specifieke profielen en opleidingen voor de vliegtuigbrandbestrijding momenteel ter hand genomen, zodat ook in de toekomst gerekend kan worden op een professionele brandweer die in een optimale samenwerking met de civiele counterpart alle eventueel voorkomende calamiteiten en incidenten op de vliegvelden succesvol kan aanpakken. Ook wordt voortdurend aandacht besteed aan de voorwaarden om optimaal (samen met de NAVO partners) onder expeditionaire omstandigheden te kunnen optreden. Hiertoe zijn momenteel vijf nieuwe brandweervoertuigen in productie die specifiek voor deze taak zijn ontworpen en voorzien van de laatste technische toepassingen. Eén Defensie Brandweerkorps De Defensie organisatie staat aan de vooravond van een grootschalige bezuinigingsslag. In het onderzoek naar de mogelijkheden hoe deze bezuinigingen te realiseren, is ook naar de brandweerorganisatie gekeken. Hieruit is gebleken dat de CLSK brandweer onlosmakelijk is verbonden met de uitvoering van de vliegoperaties en al dusdanig efficiënt is georganiseerd dat hierbij geen belangrijke besparingen zijn te behalen. Een vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd bij het CLAS en het CZSK met eenzelfde conclusie. Hoewel de brandweerkorpsen ieder hun eigen specialiteit hebben, wordt In de huidige situaties waar mogelijk al samengewerkt bij de toepassing en aanschaf van materieel, maar ook bij de inzet bij bijzondere gebeurtenissen, zoals in uitzendsituaties en voor de beveiliging van het militaire onderkomen in Heumensoord of in het kader van ICMS. Toch is aanbevolen te onderzoeken of de brandweer van de drie krijgsmachtdelen tot één Defensiebrandweerkorps zouden kunnen worden samengevoegd onder één staf waarbij kan worden gekomen tot een nog efficiëntere inzet van al het beschikbare personeel, materieel en opleidingsfaciliteiten en een wellicht nog professionelere organisatie. De besluitvorming daarover wordt binnen de diverse brandweerkorpsen met belangstelling tegemoet gezien.
Carré 4 - 2011 pagina 27
020_CA04.indd 27
4/21/2011 8:21:26 AM