Gemeente Den Haag DSO en OCW
Dans- en Muziekcentrum Aan het Spuiplein
la group
28 augustus 2012
2011-154 rp 05
Inhoud
Introductie
3
Conclusies uit de interviews
5
Conclusies uit de benchmark
6
Conclusies uit de werksessie
8
Wat wel? Wat niet? Tien aanbevelingen
10
Bijlagen
la group
1. Lijst geïnterviewden
25
2. Benchmark projecten
26
Colofon
27
2
1. Introductie
Aanleiding Sinds 2007 wordt gewerkt aan plannen voor een Dans- en Muziekcentrum aan het Spuiplein in Den Haag. Dit ter vervanging van het bestaande Lucent Danstheater en de Dr. Anton Philipszaal en de integratie van het Koninklijk Conservatorium in één complex. Neutelings Riedijk Architecten is geselecteerd om een gebouw voor de nieuwe functies te ontwerpen. Rond 2009 werd gesproken over een totale investering van ruim € 220 miljoen, in 2010 van € 200. Mede door de huidige economische tegenwind wordt kritisch naar het plan gekeken, ook door de Haagse politiek. De status quo is dat de gemeente Den Haag wil optimaliseren en, waar mogelijk, versoberen. Uitgangspunt daarbij is wel dat de betrokken functies (danszaal/NDT, concertzaal/RO en Koninklijk Conservatorium) een plaats krijgen in een vernieuwd plan. Het denken gaat uit van de kansen die er liggen voor het Spui-plein en de stad heeft bij die locatie, en niet meer alleen van de huisvestingsbehoefte van de instellingen. De belangen zijn het creëren van een levendige en krachtige plek die extra bezoekers trekt naar Den Haag Nieuw Centrum – vanuit Den Haag zelf en van buiten Den Haag – en die bijdraagt aan de (internationale) uitstraling van Den Haag.
la group
Gemeentelijk kader van deze opdracht Parallel aan dit traject loopt een aantal andere trajecten: er wordt tegelijkertijd gewerkt aan onder andere een stedenbouwkundig raamwerk voor Spuiforum en omgeving, een communicatiestrategie en een financiële scan. In de besluitvorming komen de uitkomsten van deze trajecten bij elkaar. Aanleiding voor de opdracht ligt in het verhogen van de publieke aantrekkingskracht en het verbeteren van de exploitatie van het concept. Vraag aan LAgroup De gemeente heeft LAgroup gevraagd haar te ondersteunen bij het bedenken van een gebouw-/gebiedsconcept waarin de eerder genoemde doelen worden bereikt. De focus ligt daarbij op een cluster van voorzieningen aan het Spuiplein. Maar in het denken daarover heeft een visie op het Spuiplein als geheel en op het achterliggende Wijnhaven-II kwartier een rol gespeeld. Cultuur is een belangrijke drager in het concept en is leidend. Naast cultuur zijn ook commerciële voorzieningen mogelijk; in ieder geval functies die een gunstige invloed hebben op de publieke aantrekkingkracht van het cluster . Vragen voor de korte termijn waren: • Welke functies kunnen het publiekskarakter en de verblijfskwaliteit van het Spuiplein versterken? • Wat zijn realistische referenties voor een dergelijk cluster van functies?
3
Introductie • Hoe zou globaal een functioneel programma er uitzien ? • Welke (markt)partijen zouden bij de realisatie en exploitatie een rol kunnen spelen? Navolgende rapportage geeft een antwoord op deze vragen. Voor de beantwoording van de vragen hebben wij de volgende stappen uitgevoerd: 1. Een startbijeenkomst met een brede ambtelijke groep, betrokken bij het project vanuit verschillende werkvelden. 2. Een aantal besprekingen met de gemeentelijke stuurgroep. 3. Achttien een-op-een interviews met externe experts en met vertegenwoordigers van een aantal culturele instellingen (voor een overzicht zie bijlage 1). 4. Een benchmark van tien interessante en inspirerende projecten (zie bijlage 2) 5. Een werksessie met vertegenwoordigers van de gemeente (DSO en OCW) en van de bij het plan betrokken culturele instellingen (NDT, RO, Gastprogrammering en KC). Op basis van de interviews, de benchmark, de vergaderingen, de werksessie en onze eigen expertise zijn wij tot de volgende conclusies en aanbevelingen gekomen.
la group
4
Conclusies (1) Interviews Uit de 18 interviews (zie bijlage 1) zijn de volgende belangrijkste conclusies te trekken: De huidige situatie • Men is overwegend negatief over het huidige Spuiplein. Het Spuiplein is geen plein. Het is lelijk, kil, koud en tochtig. De meeste functies staan niet met de entree maar met hun rug of zijkant naar het plein. • Het is een kansrijke locatie qua ligging, bereikbaarheid en de huidige functies. • Het is een cultuurplein, maar het wordt niet als zodanig beleefd. De plannen • Het idee van een cultuurcomplex met internationale allure wordt breed gedragen, maar men is overwegend niet positief over het concept van begin 2011 van Neutelings Riedijk. De ambitie • Cultuur moet de drager van het complex c.q. het plein worden. Commercie wordt door de experts gezien als ondersteunend aan de cultuurfunctie. De meeste geïnterviewden dachten aan horeca en (specialiteiten)winkels (design, mode, boeken, muziek, etc).
la group
• Grootschalige commercie hoort er volgens de geïnterviewden niet bij. Men was ook van mening dat het geen winkelplein of derde horecaplein (in navolging van het Plein en de Grote Markt) moet worden. • Het moet een plein worden met een hoge(re) verblijfskwaliteit. Het moet ‘de huiskamer’ van de stad worden. • Het plein/de openbare ruimte moet door de culturele instellingen herkenbaar worden geprogrammeerd. • Pathé, de bibliotheek en het stadhuis ontvangen grote aantallen bezoekers, maar deze vinden nu hun weg niet of nauwelijks naar het Spuiplein. Er moet een samenhang tussen deze functies en de (andere) functies aan het plein ontstaan. • Het plein moet primair overdag en ‘s avonds een functie hebben, niet ‘s nachts. • Alleen het plein voor het Centre Pompidou in Parijs wordt genoemd als het om succesvolle vergelijkbare pleinen gaat. Passende functies • Naast de culturele functies en naast horeca en (specialiteiten)winkels wordt gedacht aan congres- en vergaderfaciliteiten, een hotel, een art bioscoop (*) en wonen. (*) Een bioscoopconcept tussen een arthouse/filmhuis en een mainstream bioscoop in.
5
Conclusies (2) • Er wordt getwijfeld aan de geschiktheid van Hulshoff op die plek. (De mogelijkheid voor horeca op de begane grond is een optie) Marktpartijen • De gemeente is eerst aan zet. De geïnterviewden vinden merendeels dat er eerst een integrale visie voor het hele gebied, inclusief Wijnhaven II, ontwikkeld moet worden en dat de (potentiële) samenhang tussen de functies eerst duidelijk moet worden. • In deze fase zijn de marktpartijen derhalve niet aan zet met betrekking tot de plannen voor het Spuiplein; de gemeente daarentegen wel.
Benchmark Uit de benchmark (zie bijlage 2) hebben we de volgende hoofdconclusies gedestilleerd: Levendigheid • Omdat het vooral gaat om avondactiviteiten, dragen de meeste referentieprojecten met alleen een podiumfunctie slechts beperkt bij aan de levendigheid van de omgeving. • Terrassen spelen een belangrijke rol in de levendigheid van de openbare ruimte en verhogen de verblijfskwaliteit (MAS, ODE, Sony Center, Federation Square, GETZ). Pleinen zonder terrassen zijn overwegend stille pleinen. Gecombineerde functies • De combinatie van theater- en congresfuncties komt relatief veel voor (Harpa, La Llotja & Kings Place). Alle drie zijn aan de rand van het centrum gerealiseerd. • Slechts een van de benchmarkprojecten combineert een podiumfunctie met een museale/presentatiefunctie (Kings Place), waarbij de presentatiefunctie bovendien beperkt is qua omvang. • Van de cultuurfuncties zijn het met name de musea (MAS, Federation Square), de bibliotheken (ODE) en de bioscopen(Sony Center) die grote aantallen bezoekers trekken.
la group
6
Conclusies (3) Gecombineerde functies (vervolg)
Financiering
• De combinatie cultuur en (grootschalige) retail komt maar in twee gevallen voor (CCRC, GETZ). Hoe succesvol dit is, is vooralsnog onbekend omdat beide projecten (nog) niet gerealiseerd zijn.
• Van de tien projecten zijn er twee gerealiseerd zonder subsidies (CCRC en Kings Place). In CCRC is de relatie commercieel versus cultureel ongeveer 50 : 50, maar de grote theaterzaal (5.000 stoelen) wordt twee keer per week door een kerkgemeenschap gehuurd. In Kings Place is de verhouding commercieel versus cultureel circa 93 : 7 qua vierkante meters.
• Combinatie van cultuur en grootschalige commerciële leisure komt nauwelijks voor. • Een aantal projecten combineren een culturele functie met een evenementenplein (Federation Square, Grand Canal, MAS, Harpa, La Llotja en Sony Center). • Alleen op het Oosterdokseiland (ODE) in Amsterdam maakt een Conservatorium deel uit van het project.
• In een aantal gevallen is de horeca niet in de plint gerealiseerd, maar op het dak of binnen in het complex (Harpa, La Llotja, Grand Canal, ODE en MAS) en soms zowel in de plint als binnenin. Horeca op het dak is niet per se succesvol.
Ligging • Ligging aan het water (soms met fonteinen) speelt in zes van de projecten een (belangrijke) rol (MAS, Harpa, Kings Place, Grand Canal, ODE, Sony Center). • Groen in de openbare ruimte wordt nauwelijks ingezet in de benchmark projecten.
• Vier voorbeelden hebben een mixed use karakter, inclusief wonen en kantoren (GETZ, Sony Center, Grand Canal, ODE). Kings Place is mixed use inclusief kantoren.
la group
7
Conclusies (4) Werksessie gemeente en culturele instellingen De volgende conclusies zijn gebaseerd op de werksessie met de gemeente (Leonard Kok, Paul Broekhoff, Mathijs Gordijn en Carsten Hof) en de culturele instellingen (Niels Veenhuizen, Dick van der Meer, Ronald van Gastel en Henk van der Meulen). Samenhang • Bijna alle aanwezigen waren het eens dat de ontwikkeling van de Spuiplein samenhang moet vertonen met de herontwikkeling van Wijnhaven II (gebouwen, functies, openbare ruimte). • Het gaat niet om een masterplan met het karakter van een blauwdruk, maar om een visie die als toetsingskader dient voor deelontwikkelingen. • Het integrale plan kan gefaseerd in de tijd gerealiseerd worden. Mixed use • Men is van mening dat de voorkeur uitgaat naar mixed use, een menging van bijvoorbeeld woningen, winkels, hotel, kantoren, congresfaciliteiten én cultuur.
la group
Multifunctioneel • De deelnemers waren van mening dat de (grote) zalen multifunctioneel moeten zijn, met andere woorden dat deze voor verschillende functies c.q. genres ingezet moeten kunnen worden. Om dit mogelijk te maken, moet er in de techniek en akoestiek geïnvesteerd worden. Functies/profiel • Het Spuiplein moet primair een cultureel profiel hebben. • Men is van mening dat naast NDT, RO en GP, ook het KC een belangrijke rol speelt in het concept, dat KC een must have is. Maar ook vinden de deelnemers dat niet alle KCfuncties onder één dak hoeven plaats te vinden. • De levendigheid op het plein en in het gebied zal zich voornamelijk ‘s middags en ‘s avonds afspelen, minder in de ochtend en niet na 24.00 uur. • De culturele instellingen zijn van mening dat het plein een verblijfsplein moet zijn terwijl de vertegenwoordigers van de gemeente hierover sterk verdeeld zijn. • Een evenementenfunctie kan gehandhaafd worden, maar dat hoeft niet de schaal te hebben die het nu heeft. 8
Conclusies (5) Werksessie gemeente/instellingen Functies/profiel (vervolg) • Er is een verschil in waarneming tussen de gemeente en de instellingen als het gaat om de mate waarin de combinatie van cultuur en congressen kansrijk is. De gemeente is daar positief over, terwijl de instellingen noch positief noch negatief zijn. • Wel delen de meesten de mening dat een goede balans tussen grote en kleine zalen en de aanwezigheid van voldoende breakout rooms belangrijk is voor het welslagen van de combinatie culturele en congresfuncties. • Er is discussie over de vraag of het beheer van het complex vooral ‘content’ gedreven (op inhoud) moet zijn, of dat het vooral gericht moet zijn op optimale bezetting en gebruik van het complex, met respect voor de culturele doelstelling. Dit dient nader te worden onderzocht. Leidende partij • Men is overwegend van mening dat de gemeente leidend moet zijn en dat de commerciële partijen in deze fase zich niet of nauwelijks zullen committeren aan het project.
la group
9
Aanbeveling 1 In samenhang ontwikkelen Het gebied – Spuiplein en Wijnhaven II – moet in samenhang ontwikkeld worden en niet als een op zichzelfstaande kavel. Dit is een breed gedragen standpunt. Dit betekent dat de samenhang tussen het Spuiplein en Wijnhaven II en tussen de diverse functies in deze gebieden expliciet gemaakt moeten worden. Om dit inzichtelijk te maken, moeten de volgende vragen beantwoord worden: 1.
Wat is de onderlinge relatie tussen de culturele functies (NDT, RO, GP en KC)?
2.
Wat is de onderlinge relatie tussen deze culturele functies (NDT, RO, GP en KC) en de overige culturele functies (Bibliotheek, Nieuwe Kerk, Theater aan het Spui en Filmhuis Den Haag)?
3.
Wat is de relatie tussen de bestaande en beoogde culturele en commerciële functies?
4.
Hoe kunnen deze functies elkaar versterken?
5.
Wat is de relatie tussen binnen en buiten, en tussen de functies en de openbare ruimte?
6.
Hoe lopen de publieksstromen en hoe zit het met de spreiding in tijd en ruimte?
la group
10
Aanbeveling 2 Modulair ontwikkelen Vanuit een visie waarbij de samenhang tussen de gebieden en de functies helder wordt weergegeven, zou het gebied modulair en gefaseerd gerealiseerd moeten worden. Het is niet realistisch, gezien de omvang en de benodigde investeringen, om het gebied in één keer te willen realiseren. Maar de stip aan de horizon, daar waar men naartoe wil werken, moet wel helder zijn.
Het faseringsplan zou deel moeten uitmaken van de samenhangende visie. ODE (Oosterdokseiland) in Amsterdam is een voorbeeld van een omvangrijk gebied met culturele en commerciële functies dat vanuit een samenhangende visie gefaseerd wordt ontwikkeld, waarbij de gemeente het voortouw nam.
la group
11
Aanbeveling 3 Mixed use Een tweede breed gedragen standpunt is dat het Spuiplein en Wijnhaven II een mixed use karakter moeten hebben. De volgende functies werden door de geïnterviewden en in de gesprekken veelvuldig genoemd: 1. Wonen 2. Hotel(s) 3. Culturele functies 4. Congres- en vergaderfuncties 5. Winkels, maar dan specialistisch c.q. thematisch aansluitend bij andere functies 6. Horeca 7. Kantoren in beperkte omvang Ook voor deze aanbeveling is ODE een interessante referentie (zie ook aanbeveling 2).
la group
12
Aanbeveling 4 De gemeente moet nu leidend zijn Marktpartijen verwachten van de gemeente een samenhangende visie op het gebied en de bijbehorende functies. Van daaruit zouden ze op termijn interesse kunnen tonen, maar eerst is de gemeente aan zet. Een bijkomende factor is het feit dat een dergelijk project een lange ontwikkeltijd kent en gezien de onzekere economische tijden zijn de meeste potentiële investeerders en exploitanten op dit moment logischerwijs terughoudend. Dit wordt onderstreept door ontwikkelingen zoals ODE Amsterdam waar de culturele functies (bibliotheek en conservatorium) leidend waren en de commerciële functies volgend.
la group
13
Aanbeveling 5 Cultuur is bepalend De meeste partijen en betrokkenen zijn van mening dat een cultureel profiel bepalend moet worden voor het Spuiplein en directe omgeving. De huidige en nieuwe culturele functies moeten hierop een sterke stempel drukken. Aangezien vele van de culturele functies podia zijn en dus met name ‘s avonds hun aantrekkingskracht hebben, is er ook gesproken over de mogelijkheid om, naast de bibliotheek, een museale/kunsttentoonstellingsfunctie te realiseren, die overdag bezoekers trekt. Zowel de betrokkenen van de gemeente als de culturele instellingen zijn van mening dat het Koninklijk Conservatorium een belangrijk onderdeel van het profiel is. Het Conservatorium brengt verjonging en levendigheid met zich mee, zowel overdag als ‘s avonds.
la group
14
Aanbeveling 6 Een geschikte combinatie - cultuur en congressen Zowel de geïnterviewden als de vertegenwoordigers van de gemeente zien kansen in het combineren van de culturele functies met congres- c.q. vergaderfuncties. De culturele instellingen zijn hierover gereserveerder; zij willen voorkomen dat het remmend zou werkt op de culturele programmering van de zalen. Dit risico kan worden beperkt bij een goede beheerstructuur van het complex en moet verder worden verkend met de culturele instellingen en de gemeente. Wij zien interessante mogelijkheden voor het combineren van deze twee functies. Het bereikbaarheidsprofiel en de brandpuntligging in het centrum van Den Haag zijn sterke uitgangspunten voor deze combinatie. De congresfunctie concentreert zich voornamelijk overdag door-de-week, terwijl de cultuurfuncties zich (met uitzondering van het repeteren) vooral op de avonden richten, met een sterke concentratie in de weekenden. Een breed gedragen voorwaarde voor het realiseren van de congresfunctie, is het hebben van een voldoende aantal kleine zalen en breakout rooms. Daarnaast geven de experts aan dat de congresfunctie is gebaat bij horizontale fysieke verbindingen en in mindere mate door verticale verbindingen. Dit zou dus gevolgen moeten hebben voor de beoogde footprint van het complex. Het bieden van hoogwaardige congresfaciliteiten in het centrum van Den Haag versterkt haar positie als stad van vrede en recht en als de regeringsstad van Nederland.
la group
15
Aanbeveling 6 Een geschikte combinatie - cultuur en congressen/vergaderingen/events
Wat?
Cultuur
Wat?
Optredens in de: • Grote zalen • Kleine zalen • Oefenruimtes
Vergaderen in de: • Grote zalen • Kleine zalen • Breakout rooms • Oefenstudio’s
Feesten & partijen en evt. catering van de zalen en overnachtingen
Voor wie?
• Cultuurbezoekers vnl. uit Den Haag en omgeving • Studenten aan het KC
• Bezoekers aan eendaagse en meerdaagse bijeenkomsten • Nationaal en internationaal
• Bezoekers aan feesten & partijen uit Den Haag en omgeving • Bezoekers aan de bijeenkomsten
Door wie?
Samenwerking tussen de volgende functies:
• NDT, RO, GP en KC
• (Inter)nationale zalenexploitant of hotelketen
• (Inter)nationale 4sterren hotelketen
la group
Congres
Hotel
16
Aanbeveling 7 Commerciële functies ondersteunend of leidend? De externe partijen waren overwegend van mening dat de commerciële functies ondersteunend moeten zijn aan de culturele functies. De volgende commerciële functies werden, naast wonen, het vaakst genoemd: 1. Horeca (met terrassen) 2. Hotel(s) 3. (Specialiteiten)winkels 4. Congres- en vergaderfaciliteiten 5. Art bioscoop 6. Galerie Dit zijn ook de commerciële functies die het vaakst voorkomen in de benchmark projecten. Door een enkeling zijn grootschalige formules genoemd, zoals een ‘stadsvariant van IKEA’. Welke functies dit precies zouden kunnen zijn en of deze functies zullen bijdragen aan de levendigheid en aantrekkelijkheid, vraagt nader onderzoek. We twijfelen of dit haalbaar en wenselijk is. Voorbeelden zoals de ArenA Boulevard in Amsterdam laten zien dat deze functies (zoals Saturn op ODE in Amsterdam) weliswaar de trekkracht en de financiële haalbaarheid van een gebied kunnen vergroten, maar niet per se de levendigheid en aantrekkelijkheid van dat gebied versterken. Wel bieden middelgrote leisurefuncties, zoals Legoland Discovery Centre, mogelijk kansen.
la group
17
Aanbeveling 7 Commerciële functies ondersteunend Voorbeelden van ondersteunende horecafuncties:
Kwalitatief goede horeca. Snelle service voor overdag (kantoorpersoneel, passanten) en ‘s avonds (cultuurbezoekers). Combinatie kleine hapjes en maaltijden. High service coffeehouse met een hoge verblijfskwaliteit zoals Starbucks of de Coffee Company. Een third place waar mensen kunnen eten, drinken, werken en/ of ontspannen. Terrassen aan de zonzijde om levendigheid in de openbare ruimte te creëren. Vnl. overdag en aan het begin van de avond. Voor cultuurbezoekers, kantoorpersoneel en winkelend publiek.
la group
18
Aanbeveling 7 Commerciële functies ondersteunend Voorbeelden van ondersteunende detailhandel:
Combinatie boekwinkel, kantoorbenodigdheden, (internet)café en verkoop etenswaren, zoals RED (Read, Eat & Drink) in Rome. Voor cultuurbezoekers, winkelend publiek, studenten en kantoorpersoneel. Kunstgalerie, mogelijk in samenwerking met een van de Haagse musea en/of Filmhuis Den Haag. Voor cultuurbezoekers en voor in cultuur geïnteresseerden.
Specialistische meubel c.q. designwinkel zoals Gispen, Vitra of Droog Design.
la group
19
Aanbeveling 7 Commerciële functies aanvullend Voorbeelden van aanvullende detailhandel:
Grootschalige winkelketens zoals Saturn of Media Markt, met een grote aantrekkingskracht (primair voor financiële redenen).
Onderscheidend meubelconcept zoals de Duitse keten Stilwerk (primair voor financiële redenen).
Grootschalig stadscafé-restaurant zoals Dauphine in Amsterdam, met lange openingstijden.
la group
20
Aanbeveling 7 Commerciële functies aanvullend Voorbeelden van aanvullende leisure/hotel/overig:
Een (vernieuwd) 4-sterrenhotel kan naast aanvullend ook ondersteunend zijn, met name voor een congres- en vergaderfunctie.
Relatief kleinschalige bijzondere leisurefunctie, bijvoorbeeld een ‘art bioscoop’ – met een programmering tussen Filmhuis en Pathé in, zoals The Movies (Amsterdam)of Lux (Nijmegen). Legoland Discovery Center, zoals in Berlijn (Sony Center) en Duisburg.
la group
21
Aanbeveling 8 Multifunctionaliteit en flexibiliteit De snelle maatschappelijke en economische ontwikkelingen maken het essentieel om de flexibiliteit en multifunctionaliteit van het complex te waarborgen. Bepaalde genres staan na verloop van tijd (mogelijk) onder druk, terwijl andere genres in opkomst zijn; en ieder genre heeft haar specifieke technische en akoestische eisen. Naast de culturele genres moeten de zalen en ruimtes ook voor commerciële functies gebruikt kunnen worden. Hiermee wordt de (financiële) rentabiliteit vergroot. Maar flexibiliteit en multifunctionaliteit brengen hogere eisen en dus hogere kosten met zich mee. Dit vraagt in eerste instantie om een hogere investering, maar voorziet op termijn in een gunstiger exploitatie.
la group
22
Aanbeveling 9 Doe het goed of doe het niet Een aspect waar alle partijen het over eens zijn, is dat het plan voor het Spuiplein voor Den Haag een belangrijke kans is, maar dat de gemeente het goed moet doen of (vooralsnog) niet moet doen. Als het niet mogelijk is om aan de hiervoor genoemde voorwaarden te voldoen, dan kan de gemeente het project beter uitstellen tot een moment waarop het wel mogelijk is.
Dit is een uitgelezen kans voor Den Haag om zich verder te profileren, op een toonaangevende locatie en een van de weinige plekken in de binnenstad waar nog ontwikkelruimte is. Veel cultuurgebouwen en -gebieden in andere steden hebben dit (in het verleden) aangetoond. Dit is ook het geval bij de meeste benchmark projecten.
la group
23
Aanbeveling 10 Wat moeten de gemeente en overige betrokkenen bij voorkeur vooral niet doen? 1.
De diverse functies, zowel cultureel als commercieel, gefaseerd, maar niet los van elkaar ontwikkelen. Het voordeel zit namelijk vooral in de combinatie van functies, in het wederzijds versterken van elkaar; dit maakt het ontwikkelen van het gebied wel complex(er).
2.
Niet concurreren met de twee andere horecapleinen in Den Haag, namelijk het Plein en het Grote Marktplein. Dit leidt tot verdunning en verspreiding. Horeca moet dus ondersteunend zijn aan de hoofdfuncties.
3.
Niet inzetten op grote horecaketens zoals McDonalds of Burger King. Zij versterken de culturele uitstraling van het gebied niet.
4.
Niet concurreren met de overige winkelgebieden in Den Haag. Niet inzetten op grote winkelketens zoals Media Markt of Saturn omdat zij slechts beperkt bijdragen aan de levendigheid en aantrekkelijkheid van het gebied. Ook hebben ze een behoorlijke verkeeraantrekkende werking. De enige reden om hierop in te zetten is een financiële reden.
5.
Niet inzetten op monofunctioneel, maar op mixed use.
la group
24
Bijlage 1
Geïnterviewden
1.
Casper Hulsman, Bouwinvest
2.
Cees Kimmel, VVE Binnenstad
3.
Gerad Schoenaker, DHNC
4.
Ron Droste, Rabobank Den Haag
5.
Dirk Lips, Libéma
6.
Caro van Eekelen, Accor Hotels
7.
Rudolph Schöningh, Accor Hotels
8.
Gerben Plasmeijer, Obsession/IDEA
9.
Job Keja, Skonk Works
10. Hans Steenbergen, Food Inspiration 11. Jacques van Veen, Amsterdam UitBuro 12. Tanja Dik, Stage Holding 13. Marieke Bolle, Nieuwe Kerk
14. Dick van der Meer, directeur Gastprogrammering a.i. 15. Robert van Leer, managing director NDT 16. Ronald van Gastel, manager internal affairs NDT 17. Niels Veenhuizen, zakelijk directeur Residentie Orkest 18. Henk van der Meulen, Koninklijke Conservatorium
la group
25
Bijlage 2
Benchmark projecten overzicht
Inspirerende gebouwen 1.
MAS, Antwerpen
2.
Harpa, Reykjavik
3.
La Llotja de Lleida, Lerida/Lleida
4.
Kings Place, Londen
Mixed use ontwikkelingen 5.
CCRC, Singapore
6.
GETZ, Amsterdam
7.
Sony Center, Berlijn
8.
Grand Canal Theatre & Square, Dublin
9.
Oosterdokseiland, Amsterdam
10. Federation Square, Melbourne De uitkomsten van de benchmark zijn weergegeven in een separate rapportage.
la group
26
Colofon De onderstaande personen hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze rapportage: Onderzoeksteam Stephen Hodes, LAgroup Geer Schakel, LAgroup Roel van Herpt, LAgroup Erik Grootscholte, LAgroup 28 augustus 2012 LAgroup bv Postbus 1558 1000 bn Amsterdam T. 020-5502020 E.
[email protected] W. www.lagroup.nl
Aangezien dit rapport alleen bedoeld is voor intern gebruik, is door ons niet onderzocht of er beeldrecht bestaat op de gebruikte afbeeldingen. Mocht dit rapport of mochten de daarin opgenomen beelden toch worden gebruikt voor externe doeleinden, dan moeten hierover nadere afspraken worden gemaakt.
la group
28 augustus 2012
27