RIS164033c_29-MEI-2009
DANS- & MUZIEKCENTRUM SPUIPLEIN
Functioneel-ruimtelijk Programma van Eisen
FUNCTIONEEL-RUIMTELIJK PROGRAMMA VAN EISEN DANS- EN MUZIEKCENTRUM SPUIPLEIN
COLOFON
Opdrachtgever Project Projectnummer Datum Status Auteur(s) Bijdrage Autorisatie inhoud Autorisatie gehanteerde normbladen
X0152.01.01/HD/LAR
: Gemeente Den Haag : PvE dans- en muziekcentrum : X0152.01.01 : 30 november 2008 : definitief : Hans Ditters, Eva Hermans Michiel Otto, Laura Roos : Theateradvies, Peutz : Jaap ‘t Hart : ---
30 november 2008/Versie: definitief
INHOUDSOPGAVE
pagina
VOORWOORD
1
SAMENVATTING
2
1.
INTRODUCTIE
5
1.1
Inleiding
5
1.2
Doel van het Programma van Eisen (PvE)
2
1.3
Aanpak Programma van Eisen
2
1.4
Resultaat
2
1.5
Leeswijzer
3
2.
PARTICIPANTEN
4
2.1
Nederlands Dans Theater
4
2.1.1
Organisatie
4
2.1.2
Activiteiten
4
2.1.3
Huidige huisvestingssituatie
5
2.2
Residentie Orkest
5
2.2.1
Organisatie
5
2.2.2
Activiteiten
5
2.2.3
Huidige huisvestingssituatie
5
2.3
Stichting Gastprogrammering
2
2.3.1
Organisatie
2
2.3.2
Activiteiten
2
2.3.3
Huidige huisvestingssituatie
2
2.4
Stichting Exploitatie Muziekcentrum en Danstheater
2
2.4.1
Organisatie
2
2.4.2
Activiteiten
2
2.5
Koninklijk Conservatorium
2
2.5.1
Organisatie
3
2.5.2
Activiteiten
3
2.5.3
Huidige huisvestingssituatie
3
X0152.01.01/HD/LAR
30 november 2008/Versie: definitief
3.
VISIE EN AMBITIE DANS- EN MUZIEKCENTRUM
4
3.1
Ambitie
4
3.2
Kroonjuwelen
6
3.3
Samenwerking en integratie
8
3.4
Magneten: het dans- en muziekcentrum in de omgeving
9
3.4.1
Het huidige Spuiplein
9
3.4.2
Het dans- en muziekcentrum en het Spuiplein
9
3.5
Relatie met nabijgelegen instellingen
12
4.
GLOBALE GEBOUWINDELING
13
4.1
Het gebouwconcept
13
4.2
Ruimtelijke relaties
14
4.3
Footprint van het gebouw
16
5.
RUIMTESOORTEN
17
5.1
Inleiding
17
5.2
Gezamenlijk te gebruiken ruimten
17
5.2.1
Uitvoeringszalen
17
5.2.2
Publieksvoorzieningen
22
5.2.3
Gezamenlijke ontmoetingsruimten
23
5.2.4
Kantoorwerkplekken - algemeen
24
5.2.5
Gezamenlijke facilitaire ruimten
24
5.2.6
Opslagruimte
25
5.2.7
Werkplaatsen
25
5.2.8
Laad- en losruimten
26
5.2.9
Overige, gezamenlijk te gebruiken ruimten
26
5.3
Eigen ruimten KC
26
5.3.1
Instrumentenbergingen
26
5.3.2
Ruimten t.b.v. de School voor Jong Talent
26
5.3.3
Dansvakopleiding
27
5.3.4
Muziekvakonderwijs
28
5.3.5
Instituut voor Sonologie, Art of Sound en Art Science
30
5.3.6
Overige onderwijsruimten KC
32
5.3.7
Kantoorwerkplekken KC
32
5.4
Ruimten KC, bestemd voor medegebruik
32
X0152.01.01/HD/LAR
30 november 2008/Versie: definitief
5.4.1
Elektronicawerkplaats
32
5.4.2
Dans- en muziekstudio’s
33
5.4.3
Bibliotheek/mediatheek
33
5.4.4
Collegezaal
33
5.5
Eigen ruimten NDT
33
5.5.1
Kleedruimten en rustkamers
34
5.5.2
Dansstudio’s
34
5.5.3
Kantoorwerkplekken NDT
34
5.6
Ruimten NDT, bestemd voor medegebruik
35
5.6.1
Fitnessruimte
35
5.6.2
Spreek- en behandelruimte (para)medici
35
5.6.3
Inspeelruimte/koorruimte
35
5.6.4
Studio ten behoeve van Educatie en GP
35
5.7
Eigen ruimten RO
35
5.7.1
Slagwerkruimten
36
5.7.2
Kantoorwerkplekken RO
36
5.8
Ruimten RO, bestemd voor medegebruik
36
5.8.1
Repetitie-/inspeelruimten
36
5.9
Eigen ruimten GP
36
5.10
Ruimten GP, bestemd voor medegebruik
36
5.11
Eigen ruimten SEM
36
5.12
Presentatieruimten voor collectie muziekinstrumenten gemeentemuseum
36
6.
RUIMTEBEHOEFTE
38
6.1
Ruimtebehoefte basisprogramma
38
6.2
Ruimtebehoefte surplus
38
6.3
Parkeren
38
6.4
Verantwoording berekening oppervlakte en inhoud
39
6.4.1
Uitvoeringszalen en nabijgelegen ondersteunende ruimten
39
6.4.2
Overige uitvoeringsondersteunende ruimten
39
6.4.3
Publieks-/gastruimten en –voorzieningen
39
6.4.4
Studio’s, repetitieruimten en overige ruimten voor gezelschappen; zorg- en fitnessruimten 39
6.4.5
Ruimten voor het KC
39
6.4.6
Kantoren en kantoorondersteunende ruimten
40
6.4.7
Algemeen
40
X0152.01.01/HD/LAR
30 november 2008/Versie: definitief
7.
AANDACHTSPUNTEN VOOR HET ONTWERP
41
7.1
Inleiding
41
7.2
Theatertechniek en logistiek
41
7.3
Akoestiek
41
7.4
Flexibiliteit
42
7.5
Toegankelijkheid
43
7.6
Duurzaamheid en milieu
43
7.7
Veiligheid, beveiliging en toegangsbeheer
44
7.8
Kunst
45
8.
SLOTWOORD
46
BIJLAGE I
RUIMTEPROGRAMMA1
BIJLAGE II
TEKENINGEN THEATERZALEN2
X0152.01.01/HD/LAR
30 november 2008/Versie: definitief
Voorwoord
VOORWOORD De presentatie van de startnotitie voor het dans- en muziekcentrum Spuiplein aan de Raadscommissie op 23 april markeerde het begin van een intensief proces om de toekomstige plannen verder vorm te geven. Het enthousiasme waarmee de raadsleden de visie en ambities begroetten hebben de directies en medewerkers van de betrokken instellingen geïnspireerd om in een relatief kort tijdsbestek met ons een omvangrijk functioneel- ruimtelijk programma van eisen uit te werken. Wij zijn bijzonder content met de constructieve wijze waarop de deelnemers aan dit proces zich hebben ingespannen om de samenwerking en synergie in het dans- en muziekcentrum ook in ruimtelijke termen vorm te geven. Gezamenlijk konden we – kijkend over de horizon van de gebaande paden – een realistisch scenario voor 2018 voor uitwerken. Wij danken al diegenen die vanuit de betrokken instellingen en de gemeente Den Haag hun bijdrage hebben geleverd om dit programma van eisen tot een breed gedragen document te maken. Tot slot vertrouwen wij erop dat dit resultaat de besluitvorming over de afronding van de definitiefase en de start van de ontwerpfase van het dans- en muziekcentrum ondersteunt.
PRC Theateradvies Peutz November 2008
X0152.01.01/HD/LAR
-1-
30 november 2008/Versie: definitief
Samenvatting
SAMENVATTING Ambitie Den Haag heeft zich tot doel gesteld culturele hoofdstad van Europa in 2018 te worden. Adequate en passende culturele voorzieningen aan het Spuiplein zijn noodzakelijk om de ambities op het gebied van muziek, dans en theater tot volle bloei te laten komen. De gastkwaliteit dient van internationaal niveau te zijn. Met de allure van deze voorzieningen wil Den Haag zich kunnen meten met vergelijkbare steden in Europa. Het dans- en muziekcentrum Spuiplein is een majeur project dat de strategische doelstelling van zowel de stad als de betrokken culturele instellingen dient. Net als Nieuw Centrum Den Haag, de herontwikkeling van het Wijnhavenkwartier en Den Haag Internationale Stad of ‘wereldstad aan zee’ levert het dans- en muziekcentrum een belangrijke bijdrage aan de versterking en modernisering van de stad. Voor de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum is in een intensief proces met de betrokken instellingen (Koninklijk Conservatorium, het Nederlands Dans Theater, het Residentie Orkest, de Gastprogrammering en de Stichting Exploitatie Muziekcentrum en Danstheater Den Haag) een functioneel-ruimtelijk programma van eisen tot stand gebracht. Dit programma van eisen (PvE) dient als afsluiting van de definitiefase van de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum. Het beschrijft in ruimtelijke en functionele termen het multifunctionele complex dat ten behoeve van dans en muziek (zowel uitvoeringen als onderwijs) gerealiseerd zal worden. Het verschaft de opdrachtgever, de gebruikers, de toekomstige architect en adviseurs en overige betrokkenen noodzakelijke informatie over de ambities voor dans en muziek, over het functioneren van de huisvesting, over de toekomstige ‘werkomgeving’, over de aard en omvang van de investeringen en financiële exploitatie en – niet in de laatste plaats – over het te vervaardigen ontwerp. Het PvE is tot slot een belangrijk document voor de komende bestuurlijke besluitvorming over het dans- en muziekcentrum. Synergie Het dans- en muziekcentrum wordt in dit PvE niet benaderd als de ‘optelsom’ van de vijf primaire participanten die onder een dak gaan werken. Met de betrokken instellingen is zeer bewust gewerkt naar een dans- en muziekcentrum waarin gezamenlijkheid centraal staat. Iedere instelling heeft een bepaalde mate van identiteit maar het overkoepelende ‘merk’ dans- en muziekcentrum komt tot uitdrukking in de inhoudelijke en ruimtelijke synergie die in een serie workshops tot stand is gebracht. Het resultaat is een ruimteprogramma waarin ca. een derde van de ruimtes (inclusief de uitvoeringszalen) als gezamenlijke ruimten benoemd zijn. De configuratie van uitvoeringszalen biedt alle instellingen gezamenlijk de mogelijkheid om een bredere en aantrekkelijkere programmering te realiseren voor zowel de instellingen zelf, als voor de commerciële programmering.
X0152.01.01/HD/LAR
-2-
30 november 2008/Versie: definitief
Basisprogramma en surplus In het programma van eisen is onderscheid gemaakt tussen het basisprogramma en het ‘surplus’ die als volgt gedefinieerd zijn: • het basisprogramma gaat uit van de bestaande situatie waarbij de ruimten ‘opgetrokken’ zijn naar een bovengemiddeld kwaliteitsniveau en bestaande knelpunten in het functioneren volgens de huidige culturele en onderwijsprogrammering zijn opgelost. Voor de goede orde: het basisprogramma is daarmee niet gelijk aan het huidige KC, LDT en DAPZ. Ten opzichte van het voorkeursscenario 3B uit de startnotitie d.d. 12 maart 2008 betekent het basisprogramma een kwantitatieve uitbreiding van 1.200 m² bvo (een toename van ca. 3%). Deze toename bestaat hoofdzakelijk uit een verbetering van de repetitiemogelijkheden ten behoeve van de synergie tussen het KC en RO, noodzakelijke kwaliteitsverbetering van enkele dansstudio’s, vergroting van het zijtoneel van het danstheater hetgeen de gebruiksintensiteit van het hele complex ten goede komt, verbetering van de expeditieruimten en – niet in de laatste plaats – een opwaardering van ruimten die voor commerciële doeleinden ingezet kunnen worden. Verder is de kwaliteit van het basisprogramma van dien aard dat daarmee het dans- en muziekcentrum past bij de realisatie van internationale allure en gastkwaliteit; • het surplus omvat een relatief beperkte uitbreiding van het programma passend bij de ambities voor toekomstige programmering. Dit betekent een verdere kwaliteitsslag en bijvoorbeeld de toevoeging van een jazz-zaal. Tevens biedt het surplus de nodige flexibiliteit voor toekomstige ontwikkelingen. Het surplus biedt daarmee een duidelijke meerwaarde voor muziek en dans. Voor zowel het basisprogramma als het surplus geldt dat de betrokken instellingen een goede onderbouwing in de vorm van een bedrijfsplan moeten geven om een verantwoorde exploitatie mogelijk te maken.
X0152.01.01/HD/LAR
-4-
30 november 2008/Versie: definitief
Programma van Eisen
1.
INTRODUCTIE
1.1
Inleiding Als uitvloeisel van de steun die de Raadcommissie op 23 april jl. heeft uitgesproken voor de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum Spuiplein is het ruimtelijk-functioneel Programma van Eisen (PvE) opgesteld. Dit programma is in nauwe samenwerking met de betrokkenen van het Nederlands Dans Theater (NDT), het Residentie Orkest (RO), Gastprogrammering (GP), de Stichting Exploitatie Muziekcentrum en Danstheater Den Haag (SEM), het Koninklijk Conservatorium (KC) en de gemeente Den Haag tot stand gekomen. Het goedgekeurde PvE vormt het vertrekpunt voor het ontwerpproces van de te selecteren architect. Als deelopdracht van het PvE-traject doet PRC onderzoek naar de mogelijkheden voor (gedeeltelijke) handhaving of afstoting van het Lucent Danstheater. Hierover wordt separaat gerapporteerd. Abstractieniveaus PvE Voor de totstandkoming van het ruimtelijk-functioneel programma van eisen (PvE) is gewerkt op drie abstractieniveaus (zie figuur). Een goed ruimteprogramma uitgedrukt in concrete m², m³ en technische randvoorwaarden (hardware) kan alleen in samenhang met goed doordachte culturele en organisatorische uitgangspunten opgesteld worden (software: wat doen de gebruikers in de ruimten) die weer gevoed moeten worden door de ambities (mindware: wat wil men in de toekomst bereiken in de gebouwde omgeving). Deze drie begrippen vormen de leidraad voor het proces van het opstellen van het programma van eisen voor het dans- en muziekcentrum. Naast PRC zijn Theateradvies en Peutz betrokken bij het opstellen van het PvE vanwege hun specifieke expertise.
missie, visie, ambitie
Mindware
organisatie
Software
gebouw
Hardware
X0152.01.01/HD/LAR
-5-
30 november 2008/Versie: definitief
1.2
Doel van het Programma van Eisen (PvE) Dit programma van eisen dient als afsluiting van de definitiefase van de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum. Het beschrijft in ruimtelijke en functionele termen het multifunctionele complex dat ten behoeve van dans en muziek (zowel uitvoeringen als onderwijs) gerealiseerd zal worden. Het verschaft de opdrachtgever, de gebruikers, de toekomstige architect en adviseurs en overige betrokkenen noodzakelijke informatie over de ambities voor dans en muziek, over het functioneren van de huisvesting, over de toekomstige ‘werkomgeving’, over de aard en omvang van de investeringen en financiële exploitatie en – niet in de laatste plaats – over het te vervaardigen ontwerp. Het PvE is tot slot een belangrijk document voor de komende bestuurlijke besluitvorming over het dans- en muziekcentrum. Het ruimtelijk-functioneel PvE wordt in een later stadium nader uitgewerkt in een technisch PvE als opmaat voor de fase waarin het ontwerp tot stand komt.
1.3
Aanpak Programma van Eisen Voor het opstellen van een ruimtelijk-functioneel Programma van Eisen zijn PRC, Theateradvies en Peutz in gesprek gegaan met de participanten en de opdrachtgever over hun toekomstige mogelijkheden en ambities. De essentiële zaken van de culturele programmering, de onderwijsprogrammering en de ondersteunende processen van de gebruikers zijn blootgelegd, geanalyseerd en geplaatst in de toekomstige ontwikkelingen. Hierbij is een vertaalslag gemaakt tussen (her)inrichting van de primaire ondersteunende processen en de daarbij benodigde huisvesting. Een serie interviews met de individuele betrokken instellingen werd afgewisseld met vijf workshops. In de interviews stonden de culturele of onderwijsprogrammering, de te huisvesten functies en de ruimtelijke eisen (kwantitatief én kwalitatief) van de instellingen afzonderlijk centraal. De workshops vormden het platform waarop: • de integratie tussen de instellingen plaatsvond; • het concept dans- en muziekcentrum als één geheel uitgewerkt is; • de relatie met de omliggende functies in de stad gelegd werd.
1.4
Resultaat In dit PvE wordt het dans- en muziekcentrum niet benaderd als de ‘optelsom’ van de vijf primaire participanten die onder een dak gaan werken. In samenwerking met het Koninklijk Conservatorium, het Nederlands Dans Theater, het Residentie Orkest, de Gastprogrammering en de Stichting Exploitatiemaatschappij Muziekcentrum is zeer bewust gewerkt naar een dans- en muziekcentrum waarin gezamenlijkheid centraal staat. Iedere instelling heeft en houdt weliswaar haar identiteit maar het overkoepelende ‘merk’ dans- en muziekcentrum komt tot uitdrukking in de inhoudelijke en ruimtelijke synergie die in de workshops tot stand is gebracht. Het resultaat is een ruimteprogramma waarin: • circa één derde van de ruimten (inclusief de uitvoeringszalen) als gezamenlijke ruimten benoemd zijn; • de configuratie van uitvoeringszalen alle instellingen gezamenlijk de mogelijkheid biedt om een bredere en aantrekkelijkere programmering te realiseren voor zowel de instellingen zelf, als voor de commerciële programmering;
X0152.01.01/HD/LAR
-2-
30 november 2008/Versie: definitief
•
• • • •
een groot deel van de overige ruimten bestemd is voor medegebruik: een ruimte van de ene instelling kan mede gebruikt worden door een andere; hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan studio’s, repetitieruimten, fitnessruimte; de artiestenfoyer, het bedrijfsrestaurant, de bibliotheek- / mediatheekvoorzieningen gezamenlijk gebruikt worden; het atrium voorziet in een belangrijke ontmoetingsfunctie voor dans- en muziekcentrum en stad; het legt tevens de relatie met andere instellingen aan het Spuiplein; kantoorvoorzieningen van de instellingen geclusterd worden, onderling contact bevorderd wordt met behoud van een directe verbinding tussen kantoor en ‘werkvloer’; expeditieruimte in voldoende mate gerealiseerd kan worden, juist doordat deze gedeeld wordt.
In het ruimteprogramma is onderscheid gemaakt tussen het basisprogramma en het ‘surplus’ die als volgt gedefinieerd zijn: • het basisprogramma gaat uit van de bestaande situatie waarbij de ruimtes ‘opgetrokken’ zijn naar een bovengemiddeld kwaliteitsniveau en bestaande knelpunten in het functioneren volgens de huidige culturele en onderwijsprogrammering zijn opgelost. Voor de goede orde: het basisprogramma is daarmee niet gelijk aan het huidige KC, LDT en DAPZ; • het surplus omvat de uitbreiding van het programma passend bij de ambities voor toekomstige programmering plus de realisatie internationale allure en internationale gastkwaliteit. 1.5
Leeswijzer Door de hoeveelheid informatie, die het dient te bevatten voor diverse betrokkenen in de ontwerpfase, is het PvE met de bijlagen een omvangrijk document. Het PvE volgt de opbouw van ‘mindware’ tot ‘hardware'. Na een korte beschrijving van de participanten volgen in hoofdstuk 3 de visie, ambitie en mogelijkheden voor samenwerking en integratie (mindware en een stuk software). Hoofdstuk 4 behandelt het gebouwconcept. Hier wordt het ‘compacte model’ voor dans- en muziekcentrum uitgewerkt en de relaties tussen de verschillende functies binnen en tussen de participanten schematisch weergegeven (software). De hoofdstukken 5 en 6 beschrijven in detail de ruimtesoorten, hun gebruik en kwaliteit en hun gezamenlijke omvang (hardware). Tot slot wordt in hoofdstuk 7 een aantal aandachtspunten voor het ontwerp benoemd. Deze vormen een belangrijke richtlijn voor ontwerpende partijen in een volgend stadium van de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum. Het complete ruimteprogramma met alle afzonderlijke ruimten is opgenomen in de bijlage. 1 De raming van de investeringskosten en gebouwgebonden exploitatielasten zijn opgenomen een separate rapportage.
1
Investeringskosten zijn ook bekend als ‘stichtingskosten’.
X0152.01.01/HD/LAR
-3-
30 november 2008/Versie: definitief
2.
PARTICIPANTEN
2.1
Nederlands Dans Theater Het Nederlands Dans Theater (NDT) is, sinds zijn oprichting in 1959, een van de meest toonaangevende dansgezelschappen ter wereld. Hoewel alle dansers een klassieke vooropleiding en klassieke ballettraining hebben genoten, richt het Nederlands Dans Theater zich niet op klassieke dans, maar op moderne dans – en wel op het hoogste internationale niveau. Het NDT creëert hedendaagse dans waar muziek, licht, decor en kostuums even belangrijke pijlers vormen als de dans.
2.1.1
Organisatie De dansgezelschappen vormen de spil waar het NDT om draait. Nederlands Dans Theater I is het hoofdgezelschap met 30 volwassen en gerijpte dansers. Nederlands Dans Theater II is het experimentele en opleidende gezelschap met 16 dansers tot 23 jaar, dat voor aanwas van NDT I zorgt. Het gezelschap Nederlands Dans Theater III voor dansers van 40 jaar en ouder, is in 2006 om financiële redenen opgeheven. Het NDT is voornemens een herstart van deze groep mogelijk te maken in het kader van het 50-jarig bestaan in 2009. De directie van het NDT streeft ernaar het NDT III terug te brengen voor meer dan één serie voorstellingen. Of dat ook daadwerkelijk zal gebeuren, zal afhangen van subsidiegevers. Het NDT wordt geleid door een artistiek directeur en een zakelijk directeur, die ondersteund worden door company managers, het directiesecretariaat, de artistieke staf, de afdelingen Educatie, Productiemanagement, Kostuumatelier, Technische Dienst, Financiële Administratie, Marketing & Communicatie en Sponsoring. Aan het NDT zijn circa 120 medewerkers (104 fte) verbonden.
2.1.2
Activiteiten Het NDT is een reisgezelschap en programmeert per seizoen ca. 175 voorstellingen, waarvan 40 voorstellingen in Den Haag. NDTI en NDTII verzorgen samen 36 voorstellingen per jaar in het Lucent Danstheater (LDT): 6 programma’s met elk 6 voorstellingen. Jaarlijks bezoeken ca. 145.000 mensen de voorstellingen in binnen- en buitenland. Naar de voorstellingen in het LDT komen ca. 33.600 bezoekers per jaar, wat een bezettingspercentage van 77% inhoudt. Als onderdeel van de voorstellingen worden per jaar 8 of 9 nieuwe balletten gemaakt. In de toekomst wil het NDT dit uitbreiden tot 11 balletten per jaar en 1 extra voorstellingenserie met NDT III. De dansgezelschappen zijn regelmatig op tournee in binnen- en buitenland. Alle balletten worden in de studio’s gerepeteerd en gecreëerd. De afdeling Educatie: • richt zich op 7- tot 25-jarigen; • wil bijdragen aan hun kunstzinnige en culturele ontwikkeling; • wil hen interesseren voor bewegen en dans en het bezoeken van voorstellingen. Hiertoe worden o.a. dansworkshops, masterclasses, rondleidingen door het LDT en inleidingen georganiseerd.
X0152.01.01/HD/LAR
-4-
30 november 2008/Versie: definitief
2.1.3
Huidige huisvestingssituatie Hoewel de theaterzaal van het LDT een goede voorziening is wat betreft zichtlijnen en diverse gezelschappen er om die reden graag spelen, zijn er in de logistiek (m.n. laad en losperron) knelpunten. Bovendien is de zaal gehorig: geluiden van het Spuiplein en ook regen zijn goed hoorbaar in de zaal. Daarnaast laat de kwaliteit en omvang van de kantoorvoorzieningen en de dansstudio’s te wensen over. Het NDT heeft bovendien onvoldoende ruimte ter beschikking voor de ontvangst van sponsoren. Dit is niet bevorderlijk voor het aantrekken van nieuwe sponsoren. Bronnen: • Rapport ‘Zelfevaluatie t.b.v. visitatie: Evaluatie 2005-2008, Beleidplan 2009-2012’ – Nederlands Dans Theater, d.d. 29 november 2007; • Rapport ‘Visitatiecommissie Dans- en Operagezelschappen betreffende Nederlands Dans Theater te Den Haag’, d.d. 14 maart 2008.
2.2
Residentie Orkest Het Residentie Orkest (RO) wordt gerekend tot de top van Nederland en tot de betere orkesten in Europa. Het RO wil als toporkest een boegbeeld zijn voor cultureel Den Haag. Kernactiviteit is het verzorgen van symfonische concerten op hoog niveau voor kenners en liefhebbers, zowel in Den Haag als elders in Nederland en ver daarbuiten. Door toegenomen concurrentie van andere vormen van vrije tijdsbesteding stellen bezoekers steeds hogere eisen; het draait niet alleen meer om de podiumprestaties, maar om het geheel van een verzorgd ‘avondje uit’. De samenstelling van het potentiële publiek is aan verandering onderhevig, mede door de steeds rijker geschakeerde bevolking in de gehele Haagse regio. Het RO wil op deze tendensen inspelen door te streven naar een sterker product voor meer publiek en een stevige maatschappelijke verankering.
2.2.1
Organisatie Het RO heeft 107 musici in dienst (102 fte). Het Residentie Orkest wordt geleid door een algemeen directeur, die wordt ondersteund door het directiesecretariaat, de afdelingen artistieke zaken, orkestmanagement, marketing en communicatie, financiën en personeelszaken. In totaal zijn er circa 25 stafmedewerkers verbonden aan het Residentie Orkest. Zij worden regelmatig ondersteund door 6 à 8 vrijwilligers.
2.2.2
Activiteiten Het RO speelt in een seizoen circa 50 concerten in eigen zaal en 5 elders in de stad. Ook worden per seizoen ongeveer 100 activiteiten ondernomen op het gebied van educatie en kamermuziek. Per seizoen wordt één operaproductie met De Nederlandse Opera in het Muziektheater aan de Amstel opgevoerd en vindt er één lange tournee buiten Nederland plaats. Daarnaast worden circa 10 concerten elders in Nederland gespeeld, maar dat aantal neemt af, onder andere door sterkere concurrentie van regionale orkesten. De concerten in eigen huis omvatten normaliter 1 productie per week en circa 35-36 producties in een jaar.
2.2.3
Huidige huisvestingssituatie Ondanks de (noodzakelijke) investeringen die in 2007 zijn uitgevoerd in opdracht van de gemeente Den Haag, voldoet de huisvesting niet meer aan de wensen. De akoestiek van de grote zaal is niet optimaal.
X0152.01.01/HD/LAR
-5-
30 november 2008/Versie: definitief
Bovendien wordt de zaal met het huidige interieur en kleurstelling als te groot en te weinig intiem ervaren, is de publieksruimte te klein en zijn er geen moderne en ruime faciliteiten om sponsoren optimaal te kunnen ontvangen. Het RO mist tevens adequate repetitieruimten voor orkestsecties. Bronnen: • ‘Laat je meevoeren - Beleidsplan 2007-2012’ - Residentie Orkest, d.d. 1 juni 2007.
2.3
Stichting Gastprogrammering Naast de twee huisgezelschappen (NDT en RO) maakt ook de Stichting Gastprogrammering (GP) gebruik van het huidige complex aan het Spuiplein. De ambitie van de GP is om zoveel mogelijk mensen in aanraking te brengen met kwalitatief hoogwaardige dans en muziek. De GP wil de – van nature moeilijk toegankelijke – genres voor een breder publiek toegankelijk maken. Door programmering van aantrekkelijke voorstellingen voor een breed publiek (koffieconcerten, musicals, Nederlandstalig repertoire, multiculturele avonden etc.) probeert de GP een barrière te slechten voor publiek dat uit zichzelf niet zo gemakkelijk over de drempel van een concertzaal of theater stapt. De programmering van de GP kan daarmee een opstap vormen naar de voorstellingen van de huisgezelschappen. Daarnaast wil de GP kwalitatief hoogstaand aanbod bieden in aanvulling op de programmering van de huisgezelschappen. Dit aanbod is vooral gericht op de cultuurliefhebber. Het vult ondermeer aan met (vocale) kamermuziek, opera en jazz.
2.3.1
Organisatie De Stichting Gastprogrammering bestaat uit een directeur, die wordt ondersteund door de afdeling Marketing, Publiciteit en Educatie (in totaal 4,5 fte).
2.3.2
Activiteiten De GP brengt op jaarbasis (2006) 186 activiteiten in de genres klassieke muziek, dans, opera, jazz, koorconcerten, wereldmuziek, muziektheater, show en musical. Het aanbod omvat 62 concerten in de Dr. Anton Philipszaal, 80 in het Lucent Danstheater, en 44 in de Nieuwe Kerk (klassieke kamermuziek).
2.3.3
Huidige huisvestingssituatie De programmering van de GP is volgend op de programmering van het RO en het NDT. Het ontbreken van een duidelijk en scherp profiel van het totale aanbod van het complex (DAPZ / LDT) heeft onder andere als gevolg dat de gastprogrammering niet of niet voldoende aansluit op de programmering van het RO en het NDT. Knelpunten zijn er in de kantoorhuisvesting en publieksruimten en meer in het algemeen is de uitstraling van het totale complex aan het Spuiplein niet uitnodigend. Voor het publiek is het complex bijna letterlijk een black box, die ruimtelijk en functioneel niet goed is aangesloten op de omgeving. Bronnen: • ‘Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur – Subsidieaanvraag 2009-2012’ – Stichting Gastprogrammering, d.d. november 2007.
X0152.01.01/HD/LAR
-2-
30 november 2008/Versie: definitief
2.4
Stichting Exploitatie Muziekcentrum en Danstheater De SEM verzorgt de exploitatie van de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater voor de Gemeente Den Haag en de vaste en preferente bespelers van het complex: RO, NDT en GP. De zalen zijn eigendom van de Gemeente Den Haag en verhuurd aan de SEM met de vaste bespelers als onderhuurders. Voor de exploitatie en het beheer van het vastgoed ontvangt de SEM van de Gemeente Den Haag een exploitatie-, huur- en onderhoudssubsidie. Daarnaast ontvangt de SEM voor haar dienstverlening een vergoeding van het RO, NDT en GP.
2.4.1
Organisatie Het directieteam van de SEM wordt gevormd door de drie directeuren van het Residentie Orkest, het Nederlands Dans Theater en de Gastprogrammering. Het directieteam wordt ondersteund door een managementassistent en de afdelingen Programmazaken, Financiën, Personeelszaken, Horeca & Evenementen, Facilitaire Dienst, Technische Dienst, Kassa & Informatie en Marketing & Publiciteit (in totaal circa 38 fte).
2.4.2
Activiteiten De belangrijkste functie van de SEM is het bieden van een eigen podium en onderdak aan de drie vaste bespelers. Verder zijn de huidige activiteiten van de SEM gericht op: • het zo optimaal mogelijk faciliteren van de programmering en het verblijf van de vaste bespelers en andere gezelschappen die in het complex optreden; • het beheren en in stand houden van het gebouw in opdracht van de Gemeente Den Haag; • een grote gastvrijheid jegens bezoekers van voorstellingen, goede horecavoorzieningen en faciliteiten voor de verkoop van entreekaarten; • het exploiteren van het complex voor zakelijke partijen. Bronnen: • ‘Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur - Subsidieaanvraag 2009-2012’ - Stichting Exploitatie Muziekcentrum, d.d. november 2007.
2.5
Koninklijk Conservatorium Studeren aan het Koninklijk Conservatorium betekent studeren aan het oudste conservatorium van Nederland, een muziekinstituut dat al decennia lang garant staat voor topkwaliteit, waaraan internationale topmusici zijn verbonden als docent en waar traditie en ambacht onlosmakelijk zijn verweven met experiment en vernieuwing. Doelstellingen van het Koninklijk Conservatorium zijn de aankomende jonge musicus de hoogste ambachtelijke vaardigheid en veelzijdigheid bij te brengen om te kunnen functioneren in de veeleisende en voortdurend veranderende muziekpraktijk van vandaag de dag, maar ook om nieuwsgierigheid en creativiteit te ontwikkelen om nieuwe wegen in te kunnen slaan in het sterk in beweging zijnde internationale cultuurlandschap en daarnaast, waar gewenst, de student op te leiden tot een bekwaam pedagoog. Het Koninklijk Conservatorium biedt daartoe een volledig scala aan opleidingen voor zang en instrumenten op het gebied van de klassieke muziek, oude muziek en jazz.
X0152.01.01/HD/LAR
-2-
30 november 2008/Versie: definitief
Daarnaast kent het KC de opleiding docent muziek en uitstroomprofielen/specialisaties als Compositie, Sonologie, Art of Sound, ArtScience en Opera. Enkele van deze opleidingen zijn uniek in Nederland en geven de student mogelijkheden en kansen tot geheel nieuwe en individuele artistieke ontplooiing, tot grensverleggende ontwikkeling, tot het mede creëren van de kunst van morgen. Een sterke relatie met de actuele beroepspraktijk en internationale kunstencentra staat garant voor een voortdurende herijking van curricula en individuele studietrajecten. 2.5.1
Organisatie Aan het KC zijn circa 250 medewerkers verbonden. Het instituut heeft nationaal en internationaal een goede naam opgebouwd. Dit blijkt onder andere uit het feit dat van de circa 1.000 studenten ongeveer 65% uit het buitenland afkomstig is. Het KC is meer dan een regulier opleidingsinstituut voor musici en dansers. Zo bevat het instituut tevens de School voor Jong Talent. In deze school volgen talentvolle kinderen naast hun beeldende kunst-, muziek-, of dansopleiding het reguliere onderwijs in groep 7 en 8 van het primair onderwijs, of binnen het VMBO (theoretische leerweg), het havo of het atheneum. Daarnaast heeft het KC nog allerlei voortrajecten in huis, waarvan de meest spraakmakende de PI-programma’s zijn op de zaterdag, voor 5- tot 7-jarige violisten, pianisten, cellisten en slagwerkers.
2.5.2
Activiteiten Het Koninklijk Conservatorium (KC) biedt een breed en hoogwaardig aanbod van onderwijs, onderzoek en programmering. Het is een levendige organisatie, overdag en ’s avonds, met op jaarbasis circa 350 activiteiten en voorstellingen in eigen huis buiten de reguliere lesactiviteiten. Daarnaast wil het KC de samenwerking met andere (culturele) instellingen zoals NDT (dansvakopleiding), RO (orkestseries, stages) en Stichting Gastprogrammering (aanvullende programmering in zalen aan het Spuiplein) intensiveren.
2.5.3
Huidige huisvestingssituatie Voor wat betreft de huisvesting zijn er enkele stevige knelpunten. Voor de korte termijn zijn investeringen in het kader van bouwkundig onderhoud in het huidige gebouw onontkoombaar. Uit een in 2002 uitgevoerd huisvestingsonderzoek is gebleken dat het huidige gebouw (20.900 m² bvo) en de indeling niet (meer) zijn afgestemd op de groei en veranderende behoeften van het onderwijs. Voor de lange termijn zijn forse maatregelen nodig in het huidige complex. Als gevolg van de groei van het aantal studenten heeft het KC heeft een uitbreidingsbehoefte. Bronnen: • ‘Bachelor Muziek’, Koninklijk Conservatorium, juli 2006 • ‘http://www.koncon.nl’, website Koninklijk Conservatorium
X0152.01.01/HD/LAR
-3-
30 november 2008/Versie: definitief
3.
VISIE EN AMBITIE DANS- EN MUZIEKCENTRUM
3.1
Ambitie 2
De startnotitie ‘dans- en muziekcentrum Spuiplein’ geeft in enkele onderstaande passages beeldend de ambitie van de stad en de betrokken instellingen weer. De notitie roept een sfeer van culturele diversiteit op, een ontmoetingsplek en bruisend hart in de stad. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat is het er druk. Het Spuiplein is het baken voor cultuur in Den Haag. Film, toneel, literatuur, dans, muziek en beeldende kunst: het is er allemaal. Experimenteel en gevestigd, voor jong en oud, voor de grote en de kleine beurs - en altijd is kwaliteit het adagium. De nieuwe inrichting van het Spuiplein heeft de verbinding gemaakt met het Filmhuis en het Theater aan het Spui, al wordt het plein vooral gedomineerd door de Nieuwe Kerk, het stadhuis, de Bibliotheek, het Mercure hotel en het nieuwe cultuurcomplex: het dans- en muziekcentrum. De kwaliteit van dit centrum en haar bespelers geven het plein (inter)nationale bekendheid. Om acht uur verschijnen de eerste studenten die in het Koninklijk Conservatorium komen studeren, een half uur later gevolgd door vele tientallen jonge musici, dansers en beeldend kunstenaars voor wie de lessen aanvangen. Vanaf een uur of tien gaan de terrassen open en kun je genieten van een kop koffie met appeltaart in de zon. Je ziet de dansers van het Nederlands Dans Theater langslopen op weg naar de repetities en de musici van het Residentie Orkest passeren een uur later met de instrumenten in de hand. Door de glazen buitenkant van het Huis voor Dans en Muziek kunnen de pleinbezoekers genieten van inkijkjes in de les en repetities. ’s Avonds zie je de theatergasten genieten van een drankje in de foyer. Zelfs als het gebouw dicht is, maakt de mooie architectuur het aangezicht een plezier voor het oog en loop je er met trots langs. Bij regen zijn de terrassen op het plein gesloten het café in het complex (La Place-achtige formule) is echter vrij toegankelijk voor publiek en ook daar heeft de bezoeker inkijkjes in het dagelijkse leven van de artiesten. Hoewel het complex een inpandig bedrijfsrestaurant heeft – de huiskamer voor dansers, musici en studenten – met een gevarieerde kaart (mede met het oog op het dieet van dansers), wordt door de artiesten / studenten ook veel gebruik gemaakt van het theatercafé. Wie even vrij is, kan daar ontsnappen aan het werk. Door de verschillende roosters lopen de hele dag mensen in en uit. Ook is er een theaterwinkel waar merchandise van de gezelschappen te koop is, zowel boeken, CD’s / DVD’s, bladmuziek en andere cultuurgerelateerde items. De muziekinstrumentencollectie van het Gemeentemuseum Den Haag krijgt ook een plaats in het geheel. Op de bovenste etage van het complex bevindt zich een restaurant met een prachtig uitzicht over de stad. Het restaurant is vanaf de lunch geopend voor alle publiek. Het pand heeft een open en transparante uitstraling. Door het vele glas is van buiten te zien wat er binnen gebeurt. We zien de dansers en musici (studenten en professionals) aan het werk. De centrale publieksruimte (de hele dag vrij toegankelijk) is uitnodigend. Ook als je een kaartje komt kopen, kun je er de sfeer opsnuiven. De foyers (in het theater) zijn stijlvol en geven alle publiek het gevoel dat hier iets bijzonders te zien is.
2
‘Dans- en muziekcentrum Spuiplein’, startnotitie voor definitie van het project, L.P. Overakker, 12 maart 2008
X0152.01.01/HD/LAR
-4-
30 november 2008/Versie: definitief
Ze lenen zich ook goed voor bedrijfsontvangsten (die dan het overige publiek niet in de weg zitten). Een groot plasmascherm op de gevel brengt binnen naar buiten: beelden van optredens geven impressies van de programma’s van de bespelers van het theater (RO, NDT, GP en KC) en nodigen uit voor toekomstige voorstellingen. Bij nationale evenementen (voetbal, Koninklijke evenementen, etc.) kunnen via het scherm eveneens live TV-beelden worden getoond aan het publiek. Tevens vinden er, net zoals nu, tijdens festivals e.d. optredens in de openlucht plaats. Zo wordt het plein een plaats van samenkomst. Binnen is het complex een prettige verblijfplaats voor publiek, studenten en personeel. Het klimaat is goed. De inrichting is stijlvol, warm en functioneel. Er wordt door de samenwerking van partijen efficiënt gebruik gemaakt van de ruimte. Het hart van het gebouw zijn de zalen. Naast twee grote zalen voor dans (1.000 plaatsen) en muziek (1.500 plaatsen) zijn dat de muziek- en theaterzalen van het Koninklijk Conservatorium. Om de zalen heen zijn de foyers, oefenruimten, kantoren, e.d. gerangschikt, waarbij de foyers en oefenruimten zo open mogelijk zijn, zonder de privacy geweld aan te doen. Er zijn uitstekende faciliteiten voor zowel dansers als musici. De zalen zijn technisch uitstekend toegerust en m.n. de twee grote zalen zijn state of the art voor dans, muziek en opera. De architectuur en inrichting, ook die van kantoren, foyers en openbare ruimten nodigen uit tot het ongekende. Wie in de buurt van het gebouw komt wordt door een magneet aangetrokken; licht en geluid leiden het publiek erheen. Installaties, artists-in-residence, onderzoek in de kunsten, gastcolleges, debatten, tentoonstellingen, masterclasses, maar ook artistieke toepassingen van nieuwe technologie, kijkdozen, camera obscura, nachtelijke liveelektronica, gesonificeerde ruimten, elektrisch muziektheater. Allemaal programmaonderdelen die velen, jong en oud, zullen aanspreken en uitnodigen om, veel vaker dan nu, het Spuiplein te bezoeken. Er is aanbod vanaf € 5,- tot de top van de markt in allerlei genres. Door de diversiteit van bespelers is er vrijwel altijd wat te doen. Naast een hechte band met het vaste publiek zetten de vier instellingen zich actief in voor het opengooien van het complex voor allerlei doelgroepen van jong tot oud, van Haags tot expat en toerist. Niet alleen met voorstellingen, maar ook met educatieve projecten, community art en een summerschool. Door de nabijheid wordt de al bestaande samenwerking tussen KC en NDT / RO / GP geïntensiveerd, juist doordat er ook informele contacten tussen dansers en studenten, docenten en musici en studenten, docenten plaatsvinden. Er is een dans- en muziekgemeenschap die in de hele wereld als inspirerend te boek staat. In dit theater te worden uitgenodigd om te komen spelen, is een eer en een belevenis. Samenvattend staat het dans- en muziekcentrum voor: • een kwalitatief hoogwaardig en veelzijdig cultureel aanbod op het gebied van o.a. dans, (muziek)theater, opera, jazz, pop, lichte en klassieke muziek; • een aanbod dat gericht is op zowel de kenner als de nieuwe cultuurconsument; • een aantrekkelijk en levendig centrum waar publiek en medewerkers elkaar ontmoeten; • een samenwerkingsverband van de vier betrokken instellingen dat nauwe contacten onderhoudt en samenwerkt met andere culturele instellingen en organisaties in de stad; • een sterk verbeterde leef- en woonomgeving in het centrum van Den Haag; • een substantiële toename van toeristen en andere bezoekers aan het centrum van de stad op basis waarvan de lokale en regionale economie een stevige impuls krijgt; • kwalitatief goede educatieve activiteiten voor iedereen op alle niveaus;
X0152.01.01/HD/LAR
-5-
30 november 2008/Versie: definitief
• •
3.2
een topaccommodatie waar nationaal en internationaal bekende artiesten en culturele instellingen graag komen; een gezonde, kostenefficiënte bedrijfsvoering waarbij er een goede balans is tussen overheidsbijdragen en eigen inkomsten.
Kroonjuwelen De beschreven ambitie is richtinggevend voor het dans- en muziekcentrum. Echter, elementen uit de ambitie kunnen gemakkelijk ‘sneuvelen’ wanneer in de uitwerking ervan op een rationeler niveau keuzes moeten worden gemaakt. Daarom is het belangrijk te definiëren wat de meest bepalende elementen zijn uit de ambitie die koste wat kost overeind gehouden moeten worden om het centrum in de toekomst te laten functioneren. Men kan deze elementen beschouwen als ‘kroonjuwelen’. Kroonjuwelen zijn de belangrijkste dragers van het concept en worden op uiteenlopende manieren getoond aan de buitenwereld. Alle partijen onderschrijven de meerwaarde van de kroonjuwelen. Kroonjuwelen schitteren en zijn duurzaam, gaan over van generatie op generatie en hebben (bijna) eeuwigheidswaarde. Kroonjuwelen zijn in elk geval tijdloos. De kroonjuwelen van het dans- en muziekcentrum zijn: Topprogrammering & Topkwaliteit Mensen moeten – ook vanuit het buitenland – naar Den Haag willen komen. De combinatie van instellingen is uitnodigend om op te treden en/of les te geven en is aantrekkelijk voor bezoekers. Het dans- en muziekcentrum is een ‘must have’ voor je CV! De programmering moet aansluiten op de instellingen alsook aansluiten op de stad. Het dans- en muziekcentrum draagt daarin bij aan de citymarketing van de stad. Met andere woorden het dans- en muziekcentrum is: • nationaal & internationaal aantrekkelijk; • een unieke belevenis; • een omgeving van contrasten: grandeur – laagdrempelig, jong – oud; • een ontdekkingsreis: van het één komt het ander; • dé springplank naar de stad. Integratie & Samenwerking De combinatie van functies en de aanwezigheid van verschillende culturele instellingen maakt nieuwsgierig. Dit gebeurt zowel intern als extern. De bezoeker heeft na een bezoek aan het dans- en muziekcentrum het gevoel: “Je komt voor één instelling en krijgt de andere drie er gratis bij”. Uitstekend gastheerschap Eén keer een kaartje verkopen is geen kunst, een tweede keer wel! Het dans- en muziekcentrum nodigt mensen uit om binnen te komen en heeft een hoogwaardig aanbod van concerten, voorstellingen, maar ook repetities van het RO en KC zijn (soms) toegankelijk. Het gebouw is toegankelijk en heeft uitstraling, overal hoor je verschillende talen. Het gebouw is gericht op meerdere culturen; dit is ook terug te zien in het horeca-aanbod. Om bezoekers binnen te krijgen, binnen te houden én terug te laten komen is hoogwaardige dienstverlening en gastheerschap een vereiste. Gasten, medewerkers, gastspelers èn sponsors moeten het uitstekende gastheerschap ervaren.
X0152.01.01/HD/LAR
-6-
30 november 2008/Versie: definitief
Kortom, het dans- en muziekcentrum: • is uitnodigend; • biedt hoogwaardige dienstverlening; • is zichtbaar aanwezig in haar (directe) omgeving en in de stad. Broedplaats voor ideeën en talent Het dans- en muziekcentrum wordt een broedplaats voor alles wat met dans en muziek te maken heeft, voor jong tot oud. De samenhang met andere kunstvormen is van belang voor de instellingen. Specifiek voor het KC geldt, dat onderzoek een steeds belangrijker deel van het onderwijs gaat uitmaken. Dit betekent dat het dans- en muziekcentrum: • een uitdagende omgeving biedt; • bijdraagt aan talentontwikkeling; • een meertalig gebouw is; • studenten, medewerkers en bezoekers uit de beslotenheid haalt; • er is voor iedereen van jong tot oud. Eye catching & ear opening De uitvoeringszalen zijn voorzien van goede zichtlijnen en prima akoestiek. Dit geldt niet alleen voor de concert- en danszaal, maar ook voor de uitvoeringszalen binnen het onderwijs. Het dans- en muziekcentrum moet over een hogere kwaliteit beschikken dan de huidige zalen. Het gebouw wordt een soort kijk- en luisterdoos voor artiesten, bezoekers en passanten, met een aanzuigende werking. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze mede-eigenaar zijn van wat er gecreëerd wordt. Belangrijke aandachtspunten zijn: • zichtlijnen; • akoestiek; • landmark / icoon; • zichtbaar én hoorbaar. Uitstekend toegankelijk Artiesten moeten de keuze hebben of ze via de hoofdingang naar binnen gaan of via de are tiesteningang (2 ‘hoofdingang’). Het gebouw moet efficiënt zijn, zowel voor de eigenaar als voor de gebruikers. Ook duurzaam! Een efficiënt gebouw kan op gespannen voet staan met ‘landmark’! Kortom, het gebouw is: • voor iedereen; • een efficiënt gebouw; • uitnodigend en heeft een uitnodigende entree; • levendig. Multifunctioneel Multifunctionaliteit is belangrijk voor de exploitatie van het dans- en muziekcentrum. De intensiteit van het gebruik van zalen, studio’s, lesruimten, foyers e.d. kan verhoogd worden wat meer opbrengsten oplevert. Bij een goede configuratie van zijtoneel/-tonelen en hoofdtoneel kan bijvoorbeeld een operagezelschap kort na een dansvoorstelling een uitvoering verzorgen. Dit levert iedere keer enkele speeldagen op. Repetities van het RO kunnen plaatsvinden in ruimten met de juiste kenmerken die primair in gebruik zijn bij het KC. Foyers
X0152.01.01/HD/LAR
-7-
30 november 2008/Versie: definitief
moeten ingezet worden voor zowel de pauzes tijdens voorstellingen als voor commerciële activiteiten. Multifunctionaliteit van ruimten is essentieel voor de bevordering van de samenwerking en integratie binnen het dans- en muziekcentrum, voor de versterking van de exploitatie en – niet in de laatste plaats – voor de waarde die het complex heeft voor andere doelgroepen in de stad (denk bijvoorbeeld aan het atrium). Het hoofdstuk ‘Aandachtspunten voor het ontwerp’ vult multifunctionaliteit in de vorm van eisen aan het gebouw nader in. 3.3
Samenwerking en integratie Voor de wijze waarop de instellingen in het dans- en muziekcentrum willen samenwerken zijn vier varianten denkbaar voor het structureren van meerdere partijen in één gebouw(encomplex): • Back-to-back: geen gezamenlijke missie, geen organisatorische en ruimtelijke samenwerking; • Face-to-face: geen gezamenlijke missie, geen organisatorische samenwerking maar wel een beperkte mate van ruimtelijke samenwerking; • Hand-in-hand: geen gezamenlijke maar wel een op elkaar afgestemde missie, organisatorische en ruimtelijke samenwerking; • Cheek-to-cheek: één missie, een organisatie, één gebouw. In de definitiefase hebben de instellingen gewerkt aan een visie op de culturele programmering en de organisatorische samenwerking in het dans- en muziekcentrum. Dit heeft geresulteerd in een document dat onlosmakelijk is verbonden met het voorliggende rapport PvE. Beide trajecten – “huisvesting” en “inhoud” – zijn parallel gestart en hebben elkaar beïnvloed en versterkt. En dit zal ook in het vervolgtraject het geval zijn. Wat betreft de verwachtingen over de culturele programmering en organisatorische samenwerking is door de gemeente aangegeven dat er op het niveau van het dans- en muziekcentrum als geheel sprake moet zijn van één organisatie voor de programmering, het beheer en de exploitatie, de marketing en ondersteunende functies. De meerwaarde van het dans- en muziekcentrum is m.n. hierin gelegen, naast uiteraard de veel betere accommodering van de huisgezelschappen en het Koninklijk Conservatorium waardoor de artistieke prestaties nog verder kunnen verbeteren in de toekomst. De instellingen behouden hun eigen identiteit, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor de primaire en/of kerntaken (globaal volgens het model ‘hand-in-hand’). De verdergaande samenwerking op een aantal secundaire functies (‘cheek to cheek’) geeft hen mogelijkheden om de aandacht juist meer te richten op deze kerntaken. Uiteraard is sprake van een ontwikkelingsproces van enkele jaren waarin de instellingen de nieuwe organisatie samen handen en voeten kunnen gaan geven. Op basis van een concreet stappenplan zullen de instellingen de nieuwe organisatie de komende jaren met elkaar vorm en inhoud gaan geven en tegelijkertijd de reeds gestarte samenwerking op tal van terreinen verder – zichtbaar - uitbouwen. De instellingen onderschrijven het verwachtingsniveau van de gemeente volledig.
X0152.01.01/HD/LAR
-8-
30 november 2008/Versie: definitief
3.4
Magneten: het dans- en muziekcentrum in de omgeving
3.4.1
Het huidige Spuiplein De ‘complete binnenstad’ is een begrip dat ook wordt gebruikt in de ‘citymarketing’. Er is een positieve ontwikkeling van de Haagse binnenstad waarneembaar, mede dankzij het (compacte) winkelaanbod. Dit trekt veel dagjesmensen die mede zorg dragen voor de ‘doorbloeding van de binnenstad’. Het Spuiplein ligt nog aan de rand van de ‘complete binnenstad’, al is er wel een uitbreiding van die binnenstad gaande in de richting van het Wijnhavenkwartier, waarvan het Spuiplein deel uitmaakt. Het Spuiplein heeft op dit moment een vreemde, onduidelijke functie. Het is ooit aangewezen als plein voor evenementen en manifestaties, waardoor er geen bomen, groenvoorzieningen, ‘straatmeubilair’ en nauwelijks verlichting aanwezig zijn. Dat maakt het plein voor veel mensen onaantrekkelijk; het is geen aangenaam verblijfsgebied. Er is (nog) onvoldoende duidelijkheid over de toekomstige functie van het plein. De stedenbouwkundige ontwikkeling van het gebied moet zich richten op de aantakking van het Spuiplein en op - inpassing in - het stedelijk weefsel.
3.4.2
Het dans- en muziekcentrum en het Spuiplein Het dans- en muziekcentrum en het Spuiplein zijn met elkaar verbonden en hebben een directe relatie. De ontwikkeling van zowel het dans- en muziekcentrum gaat hand in hand met de ontwikkeling van het Spuiplein. Het dans- en muziekcentrum geeft betekenis aan het Spuiplein en het Spuiplein geeft betekenis aan het dans- en muziekcentrum. Dit heeft niet alleen betrekking op de culturele activiteiten. Aan het Spuiplein wonen ook mensen. Het is belangrijk voor het dans- en muziekcentrum dat de ontwikkeling van het culturele profiel en de evenementen in en om het dans- en muziekcentrum niet geremd worden door de aanwezige woonfuncties in het gebied. Plein en atrium Voor de omgeving van het dans- en muziekcentrum is de beoogde kleinschaligheid en beschutheid van het plein van belang. De toevoeging van groen en water, bijvoorbeeld een fontein en de toevoeging van woonfuncties in de omgeving moet de werking van het plein versterken. De functies op het plein mogen/moeten een ‘knipoog’ zijn naar de omgeving en de aan het plein grenzende functies. Een overgangsgebied tussen bebouwd en onbebouwd, tussen ‘privé’ en openbaar evenals aantrekkelijke wanden rondom het plein kunnen de kwaliteit ervan in hoge mate beïnvloeden. Dit gebied is essentieel voor de aantrekkingskracht van het dans- en muziekcentrum als geheel en daarmee voor het succes van exploitatie hiervan. Belangrijk aandachtspunt is de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het plein en het dans- en muziekcentrum. Ouderen en minder validen moeten ‘voor de deur kunnen worden afgezet’. Bovendien moet het plein toegankelijk zijn voor hulpdiensten, als brandweer en ambulance, en voor transportdiensten ten behoeve van aan- en afvoer van materialen. Het dans- en muziekcentrum moet per openbaar vervoer uitstekend bereikbaar zijn en heeft bij voorkeur een halte voor de deur. Op het plein en in het dans- en muziekcentrum vloeien culturele en commerciële activiteiten in elkaar over. In ruimtelijke termen betekent dit bijvoorbeeld de realisatie van een entreehal of atrium dat openbaar toegankelijk is zonder een deur te hoeven passeren. Vergelijk een
X0152.01.01/HD/LAR
-9-
30 november 2008/Versie: definitief
dergelijk atrium met de Passage in Den Haag of met Covent Garden in Londen: beschut, comfortabel maar niet verwarmd, grote delen van het etmaal toegankelijk, zonodig ’s nachts of op andere momenten afsluitbaar met een hek. Het is een duidelijk onderdeel van de stad en de looproutes. Er is niet zoals bij het atrium van het stadhuis een toegangsdeur die een hindernis vormt. In het atrium mengen de culturele, publieke en commerciële functies zich.
Van buiten naar binnen, van binnen naar buiten Bij de vervlechting van de stad en het dans- en muziekcentrum is een analyse gemaakt ‘van binnen naar buiten’ en ‘van buiten naar binnen’: welke functies kunnen vanuit het dans- en muziekcentrum het plein op cq. de stad in gebracht worden en welke functies van de stad kunnen het dans- en muziekcentrum in gebracht worden? Het dans- en muziekcentrum heeft niet als primaire taak het Spuiplein te bespelen. Maar wel zijn er veel mogelijkheden om, als afgeleide van en aanvulling op de culturele programmering, het openbare gebied te verlevendigen. Een atrium of een soortgelijke ruimte vervult een belangrijke rol als ruimte waar culturele activiteiten in de openbaarheid gebracht kunnen worden en waar commerciële functies een aantrekkelijke, levendige plek vinden. Afhankelijk van de weersomstandigheden kunnen bepaalde activiteiten ook buiten op het plein plaatsvinden. Het KC ziet diverse mogelijkheden om de ‘vervlechting met de stad’ tot stand te brengen: • toegankelijkheid van bepaalde repetities of examens, zeker wanneer het spelen voor publiek een educatief doel is; • uitvoeringen op een open podium (in atrium of op het plein); • workshops en masterclasses in het atrium; • tentoonstellingen (niet alleen muziekgebonden; ook het KABK zou hiervoor van de open ruimten in het dans- en muziekcentrum gebruik kunnen maken waardoor de synergie tussen de afdelingen van de academie bevorderd wordt). Bovenstaande opsomming betekent niet dat álle repetities, examens, uitvoeringen, workshops e.d. in publieke ruimten plaatsvinden. Maar juist waar het spelen in de openbaarheid een functionele, toegevoegde waarde heeft, biedt het open karakter van het dans- en muziekcentrum in de toekomst goede mogelijkheden. Het NDT kent door de aard van haar aanbod minder mogelijkheden voor het naar buiten brengen ervan. Maar bij uitzondering kunnen bepaalde voorstellingen (mede om promotionele redenen) in de openbaarheid gebracht worden. Het NDT zou een kinderactiviteit in het teken van ‘Betovering’ naar buiten kunnen brengen. Verder zijn er goede mogelijkheden voor bepaalde lezingen of deelname aan een uitmarkt. Het RO ziet goede kansen voor optreden buiten het dans- en muziekcentrum. Wanneer de inrichting van de omgeving van het dansen muziekcentrum of het atrium het mogelijk maakt, kan het orkest, of een deel ervan, in de openbare ruimte optreden in aanvulling op de plekken in de stad waar het nu speelt (zoals het Binnenhof, de Hofvijver en het Zuiderpark). GP ziet het atrium en het plein bij uitstek als een platform voor allerlei kleinschalige activiteiten. In het bijzonder leent deze omgeving zich goed voor het houden van (meerdaagse) festivals. Ook kunnen in beperkte mate musicals en uitvoeringen van jazz en kamermuziek in X0152.01.01/HD/LAR
- 10 -
30 november 2008/Versie: definitief
de publieke ruimte een plek vinden. Jong talent kan hierin een rode draad vormen. Tot slot biedt het dans- en muziekcentrum met deze open voorzieningen goede mogelijkheden voor ‘Meet & Greet events’ met artiesten. Vanuit de stad kunnen diverse functies het dans- en muziekcentrum in gebracht worden: • Publiek: ‘Openbare weg’ in de vorm van looproutes door het atrium (fietsroute over het plein naar Turfmarkt). Ruimte voor ontspanning en ontmoeting; • Commercieel: vaste en mobiele horeca en retail vinden een goede, inspirerende en daarmee commercieel aantrekkelijke plek in het dans- en muziekcentrum. Een muziekof theatercafé/-restaurant past in het profiel. De uitstraling van cultuur sluit goed aan bij de retailvoorzieningen van hoog kwalitatief niveau zoals ook in de ontwikkeling van het Wijnhavenkwartier is voorgesteld (hoogwaardige boekhandel met internetcafé als bijvoorbeeld FNAC, Apple Store, food court, winkels met muziekinstrumenten en dansartikelen, multimediawinkels, flagship-store mobiele telefonie etc.). Het dans- en muziekcentrum kan door de aanwezige ruimtesoorten plaats bieden aan congressen maar heeft niet het karakter van een congrescentrum. Het is belangrijk een goede ‘modus operandi’ te vinden tussen de culturele en commerciële programmering naar het voorbeeld van bijvoorbeeld het Barbican of South Bank Centre in Londen. Ruimtelijke randvoorwaarden Om bovenstaande activiteiten een kans te geven moet de ruimte waar het dans- en muziekcentrum en de stad in elkaar overlopen aan enkele eisen voldoen: • Plein: - groen en water; - eventueel verdiepte delen die extra beschutting en comfort brengen (zie bijvoorbeeld de niveaus -1 in Covent Garden). • Plein en atrium: - looproutes en verblijfplekken zijn enigszins van elkaar gescheiden (hoekjes waar je prettig kunt zitten); - ingerichte verblijfsplekken (bankjes e.d.). • Atrium: - toegankelijkheid atrium: geen barrière richting de stad/het plein om de toegang zo laagdrempelig mogelijk te maken; dat betekent dus ook dat het atrium geen geklimatiseerde ruimte is (wel bescherming tegen wind en regen) en er door het jaar heen temperatuurverschillen heersen; - vanuit het atrium een zichtverbinding met de foyers; nader bepaald zal moeten worden hoe het verschil in binnenklimaat tussen foyers en atrium overbrugd moet worden; - een vlakke vloer met diverse aansluitingen voor mobiele podia (elektra, water, afvoer); - ruimte op de vloer voor kioskachtige horeca en retailvoorzieningen; - voorzieningen voor het plaatsen en aansluiten van geluidsapparatuur en licht; - kwaliteit akoestiek voldoende voor het houden van voorstellingen en uitvoeringen in de open ruimte; - daglichttoetreding; - verbinding met ondergelegen parkeergarages. Activiteiten die in het besloten gedeelte van het dans- en muziekcentrum plaatsvinden kunnen zichtbaar én hoorbaar gemaakt worden. Hiertoe kan men gebruik maken van videoX0152.01.01/HD/LAR
- 11 -
30 november 2008/Versie: definitief
schermen of geluidsapparatuur die bijvoorbeeld in het atrium of op het plein de sfeer van muziek en dans naar buiten brengen. 3.5
Relatie met nabijgelegen instellingen In de directe omgeving bevinden zich andere culturele of publieke instellingen waarmee al wordt samengewerkt. Bij de ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum kan de samenwerking groeien waarbij de ruimtevoorzieningen van instellingen aan het plein kansen bieden: • het Theater aan het Spui beschikt over twee vlakke vloerzalen van resp. 400 en 180 stoelen. Bepaalde kleinere dansvoorstellingen kunnen ook in dit theater worden houden. Omgekeerd heeft het Theater aan het Spui behoefte aan een studio voor ca. 60 zitplaatsen waarvoor het in de toekomst terecht zou kunnen in het dans- en muziekcentrum. In het algemeen kunnen de aanwezige zalen in het Theater aan het Spui slechts op incidentele basis en in uitzonderingsgevallen een alternatief zijn voor de instellingen in het dans- en muziekcentrum; • de Nieuwe Kerk wordt op dit moment gebruikt door Gastprogrammering en het Koninklijk Conservatorium voor onder meer kamer- en oude muziek. Hoewel de wens van de instellingen van het dans- en muziekcentrum is om kamermuziek in een akoestisch geschiktere zaal uit te voeren, zal zeker de oude muziek een goede plaats kunnen blijven vinden in de kerk. Ook kan deze locatie voor bepaalde muziekvormen als repetitieruimte ingezet (blijven) worden; • het Filmhuis beschikt over 5 filmzalen en 2 multifunctionele zalen. Hier ligt kruisbestuiving op het terrein van beeldcultuur in het verschiet. Het Filmhuis presenteert zich met multimediale en audiovisuele programma’s onder het motto ‘grensverleggende, zinnenprikkelende zaken’. Goed denkbaar is een uitwisseling van activiteiten met het KC en gebruik van elkaars ruimten. Verder lenen de podia in het atrium zich voor bepaalde activiteiten; • bibliotheek: de openbare bibliotheek bevindt zich eveneens aan het Spuiplein. Het PvE van het dans- en muziekcentrum voorziet in een gezamenlijke bibliotheek/mediatheek voor beeld, geluid en documentatie (partituren, choreografiestukken, literatuur) op het gebied van muziek en dans. Op basis van een nadere verkenning van samenwerkingsmogelijkheden tussen dans- en muziekcentrum en openbare bibliotheek is er in organisatorisch en mogelijk ook in ruimtelijk opzicht synergie te bereiken. Daarbij dient men zich te realiseren dat de bibliotheek/mediatheek van de participanten in het dans- en muziekcentrum geen openbaar karakter heeft maar de studenten, docenten, medewerkers en artiesten van het KC, NDT en RO dient; • gemeentemuseum: met het Gemeentemuseum wordt de mogelijkheid van het inrichten van een Muziekinstrumentenmuseum verkend. Dit museum dient niet alleen een tentoonstelling te worden van historische en actuele instrumenten. Het moet juist ook plaats bieden aan de ‘beleving van muziek’: diverse interactieve opstellingen waar jong en oud de totstandkoming van muziek en het bespelen van instrumenten kan ervaren. Opslag (geklimatiseerd) van instrumenten zal omwille van het ruimtebeslag op een locatie buiten de binnenstad plaatsvinden. Het Muziekinstrumentenmuseum maakt deel uit van het surplus in het ruimteprogramma.
X0152.01.01/HD/LAR
- 12 -
30 november 2008/Versie: definitief
4.
GLOBALE GEBOUWINDELING
4.1
Het gebouwconcept De instellingen dragen bij aan de levendigheid en artistieke waarde van de ontmoeting, mede als gevolg van de samenwerking met het KC. De internationale allure van het dans- en muziekcentrum volgt niet alleen vanuit de inhoud, maar moet ook onderstreept worden door het gebouw. De architectuur van het gebouw moet inspirerend, uitnodigend en met internationale aantrekkingskracht zijn. Het gebouw wordt een icoon of landmark voor de stad. Den Haag heeft een landmark nodig dat zich kan spiegelen aan de allure van het stadhuis. De allure van deze plek moet in balans zijn met de binnenkant en de functie. Het plein heeft een belangrijke functie op deze plek en moet verbeterd worden. Hierbij wordt onder andere gedacht aan het laten aanhaken van de ‘overkant’ van het plein. Het dans- en muziekcentrum moet het plein omarmen (‘vrouwelijk gebouw’). Het gebouw moet uitnodigen tot ontmoeting en laagdrempelig zijn. In het ruime gemeenschappelijke gebied lopen de omgeving en het gebouw naadloos in elkaar over. In dit atriumachtige gebied bevindt zich de hoofdentree van het dans- en muziekcentrum.
X0152.01.01/HD/LAR
- 13 -
30 november 2008/Versie: definitief
4.2
Ruimtelijke relaties Met relatieschema’s is aangegeven hoe de diverse clusters van functies ten opzichte van elkaar gepositioneerd kunnen worden. Voor de aansluiting met het stedenbouwkundige programma van het Wijnhavenkwartier is het belangrijk vast te stellen dat het dans- en muziekcentrum een compact karakter krijgt. Bepaalde functies en betrokken instellingen dienen in elkaars nabijheid gepositioneerd te worden om de beoogde synergie en samenwerking te realiseren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de dansstudio’s van het NDT en het KC, de meeste uitvoeringszalen met bijbehorende foyers en ruimten voor sponsor-events en het cluster met kantoren (zowel dichtbij de eigen organisatie als bij de kantoren van de samenwerkingspartners). Concentratie aan een vernieuwd Spuiplein ligt daarmee voor de hand. Hierbij zijn verschillende varianten mogelijk waarbij de relaties tussen de functies en verbindingen op verschillende niveaus denkbaar zijn om een levendig gebied te creëren. Het niveau ‘begane grond’ vormt dan een belangrijk, verbindend element. De stedenbouwkundige herontwikkeling van het gebied rond het Spuiplein biedt volop gelegenheid voor de ontwikkeling van een levendig, uitnodigend en compact dans- en muziekcentrum. De uitvoeringszalen vormen het hart van het gebouw waar de instellingen omheen gegroepeerd zijn. Het KC vormt het verbindend element tussen dans (dansvakopleiding en NDT) en muziek (muziekonderwijs en RO). De GP vormt de brug tussen de uitvoeringszalen van het RO en het NDT, zij programmeren in beide zalen een uitgebreid assortiment aan voorstellingen en andere activiteiten. Hoewel de organisaties als zelfstandige eenheden herkenbaar zijn in het gebouw wordt zoveel mogelijk gezocht naar samenwerkingsmogelijkheden en synergie. Voor de kantoren geldt dat er een duidelijke relatie bestaat en de looplijnen tussen de instellingen kort zijn. Het is daarnaast van belang dat de kantoren van het RO, NDT en KC onlosmakelijk op niet te grote loopafstand van hun eigen organisatie gepositioneerd worden. Via horizontale en verticale verbindingen kunnen de juiste relaties gelegd worden. De belangrijkste ruimtelijke relaties zijn in het hierna volgende relatieschema weergegeven.
X0152.01.01/HD/LAR
- 14 -
30 november 2008/Versie: definitief
X0152.01.01/HD/LAR
- 15 -
30 november 2008/Versie: definitief
4.3
Footprint van het gebouw Vanuit oogpunt van de functionaliteit van het toekomstig dans- en muziekcentrum is bepaald voor welke functies situering op de begane grond noodzakelijk of wenselijk is. Deze benodigde ruimten zijn bepalend voor de footprint van het gebouw. Dit geldt om logistieke redenen of uit oogpunt van publiekstoegankelijkheid voor de volgende ruimten of ruimteclusters: • de kleine theaterzaal met alle daarbij behorende ruimten. De foyer van de kleine theaterzaal kan op niveau 1 gelegen zijn. De zaal loopt dan ten opzichte van de foyer naar beneden af; • de dans-/operazaal met alle daarbij behorende ruimten De foyer van de dans-/operazaal kan op niveau 1 gelegen zijn. De zaal loopt dan ten opzichte van de foyer naar beneden af.; • de bergruimte voor de flightcases van het RO (nabij expeditieruimte en loading docks / dock shelters); • de werkplaatsen voor hout- en metaalbewerking; • de expeditieruimte en de loading docks/dock shelters; • atrium/centrale hal/entreeplein; • het kassagebied; • de publieksgarderobe; • de kantine voor de leerlingen van de School voor Jong Talent, ervan uitgaande dat ook de aan de kantine grenzende buitenruimte (‘speelplaats’) op de begane grond ligt; • de stallingen voor fietsen, brommers, scooters en motoren. Het transport van en naar de concertzalen en studio’s is minder complex. Wel wordt aandacht gevraagd voor goederenliften die qua aantal, capaciteit en afmeting toereikend zijn om ondermeer te kunnen voorzien in instrumentverplaatsingen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de verplaatsing van grote decors van het NDT en operavoorstellingen naar de uitvoeringszalen en tussen de studio’s en uitvoeringszalen. De totale bruto oppervlakte van de genoemde ruimten bedraagt 8.600 m² bvo. Indien (brom)fietsenstallingen en enkele bergruimten ondergronds (niveau -1 ten koste van de ruimte voor een parkeergarage) en onder het Spuiplein worden aangelegd kan de footprint 2 terug worden gebracht tot 7.000 m bvo hetgeen ruwweg overeenkomt met het huidige kavel van DAPZ en het LDT. Geadviseerd wordt ten minste deze oppervlakte als footprint aan te houden. De oppervlakte is in het ruimtebehoefte-overzicht berekend.
X0152.01.01/HD/LAR
- 16 -
30 november 2008/Versie: definitief
5.
RUIMTESOORTEN
5.1
Inleiding In overleg met de instellingen is de ruimtebehoefte voor het totale dans- en muziekcentrum bepaald. De eisen en wensen zijn getoetst aan de kennis en ervaring van PRC, Theateradvies en Peutz. De samenwerkingsmogelijkheden en integratie van de instellingen komt hier op het niveau van de hardware tot uitdrukking. Voor het bepalen van de ruimtebehoefte zijn de volgende ruimtetypen benoemd: • gezamenlijk te gebruiken ruimten: de ruimten zijn gezamenlijk van alle instellingen, met andere woorden deze ruimten zijn niet toegekend aan één van de instellingen. De instellingen regelen onderling wie wanneer gebruik maakt van deze ruimten; • eigen ruimten: één van de instellingen is ‘eigenaar’ en gebruiker van deze ruimte; • eigen ruimten geschikt voor medegebruik: één van de instellingen is ‘eigenaar’ van deze ruimte. Anderen kunnen, met toestemming van de hoofdgebruiker, gebruik maken van deze ruimte. De belangrijkste ruimten van het ruimteprogramma worden in onderstaande paragrafen functioneel omschreven. Indien er sprake is van bijzondere, (theater)technische en/of akoestische eisen worden deze omschreven. De eigen ruimten bestemd voor medegebruik worden per instelling omschreven.
5.2
Gezamenlijk te gebruiken ruimten In de gezamenlijke ruimten komt de integratie van en samenwerking tussen de instellingen tot uiting. Met name de configuratie van uitvoeringszalen biedt alle instellingen gezamenlijk de mogelijkheid om een bredere en aantrekkelijkere programmering te realiseren voor zowel de instellingen zelf, als voor de commerciële programmering. Het gezamenlijk gebruiken van artiestenfoyer, bedrijfsrestaurant, bibliotheek-/ mediatheekvoorzieningen en het atrium voorzien in een belangrijke ontmoetingsfunctie voor dans- en muziekcentrum. Het atrium legt tevens de relatie met andere instellingen aan het Spuiplein en de stad.
5.2.1
Uitvoeringszalen In overleg met alle betrokkenen is bepaald dat het nieuw te realiseren Dans- en Muziekcentrum minimaal over dezelfde uitvoeringszalen moet beschikken als de zalen die de instellingen thans in gebruik hebben. Dit betekent dat het dans- en muziekcentrum in ieder geval beschikt over een concertzaal voor symfonische muziek (vgl. Dr. Anton Philipszaal), een danszaal (vgl. Lucent Danstheater), een kleine concertzaal (vgl. Schönbergzaal) en een theaterzaal (vgl. Kees van Baarenzaal). De nieuwe zalen zullen anders van aard, omvang en functionaliteit zijn dan de huidige. Door de betrokkenen is verder een aantal ruimten en ruimtelijke uitbreidingen benoemd, die zeer wenselijk zijn omdat deze ruimten de werkzaamheden aanzienlijk ten goede komen en een sterkere profilering van het centrum op dans en muziek mogelijk maken. Deze functies kunnen de internationale allure van het complex versterken. De toekomstige programmering en exploitatiemogelijkheden van alle zalen dienen ter onderbouwing van deze ruimten. De uitvoeringszalen vormen het hart van het gebouw. Dit is de plek waar het culturele programma getoond wordt aan het publiek.
X0152.01.01/HD/LAR
- 17 -
30 november 2008/Versie: definitief
De uitvoeringszalen hebben ieder een hoofdgebruiker (bijvoorbeeld het KC) en zijn tevens te gebruiken door de overige instellingen of externen. Derhalve behoren de uitvoeringszalen en de bijbehorende, ondersteunende ruimten tot de gezamenlijke ruimten. Danszaal De danszaal biedt plaats aan 1.000 bezoekers, waarvan 650 stoelen in de zaal en 350 op het balkon. Het aantal bezoekersplaatsen kan uitgebreid worden met circa 150 stoelen door stoelen te plaatsen op de orkestbak en door bijplaatsing van strap-on-seats. De danszaal is behalve voor dans ook geschikt voor opera en eventueel andersoortige voorstellingen of uitvoeringen. Deze zaal wordt zeer regelmatig gebruikt door het NDT en GP. Beiden hebben de wens geuit, een deel van de bezoekersplaatsen op balkons te situeren, waardoor de zaal een intiemer karakter krijgt en meer rangen kunnen worden onderscheiden. De oppervlakte van de zaal kan door de toepassing van balkons weliswaar kleiner worden, het volume mag hierdoor echter niet afnemen. De danszaal wordt uitgevoerd met een in hoogte verstelbare orkestbak en een opslagruimte ter grootte van het speelvlak. Uitgegaan wordt van een vaste bouwkundige toneelopening van 16,00 m¹ breed en 9,00 m¹ hoog. De zaal wordt uitgevoerd met een speeloppervlak van 16,00 m¹ breed en 15,50 m¹ diep. De afmeting van het totale toneel (inclusief afstopping, circulatie, portaalbrug en voordoek) is 28,00 m¹ breed en 18,00 m¹ diep. Aan het toneel zijn twee zijtonelen, een voor- en een achtertoneel verbonden. Ten minste één van beide zijtonelen is even groot als het hoofdtoneel waardoor de gebruiksmogelijkheden en de flexibiliteit van de zaal vergroot wordt. Dit zijtoneel heeft een afmeting van 20,00 m¹ breed en 18,00 m¹ diep. Het andere zijtoneel is 10,00 x 18,00 m¹. De toneeltoren heeft een vrije trekhoogte van 22,50 m¹ met daarboven een rollenzolder van 4,50 m¹ hoog. In dit gedeelte is tevens de machinekamer voor de trekkenwand opgenomen. Aan de voorzijde van het toneel en gedeeltelijk onder het toneel wordt een orkestbak voor 90 à 100 musici gerealiseerd. Het gedeelte van de orkestbak voor het toneel is trapsgewijs in hoogte verstelbaar. Dit gedeelte kan in zijn geheel op het niveau van de zaalvloer of van het toneel worden gebracht waardoor de zaalvloer of het toneel kan worden vergroot. De totale orkestbak heeft een afmeting van 18,00 x 6,50 m¹. De orkestbak is halfopen teneinde de afstand tot de dansers niet te groot te maken en een goede balans te creëren tussen zang en muziek bij opera. Naast onderstaande figuur biedt bijlage 2 een overzicht van dwars- en langsdoorsneden. De zaal en het balkon hebben een oplopende vloer met vaste indeling; de zaal heeft een hoogte van 14,00 m¹. De zaal beschikt over een eigen regieruimte. Aangrenzend aan de zaal is een stoelenberging gesitueerd waarin de zaalstoelen kunnen worden geborgen. Aan weerszijden van de regieruimte liggen editingruimten voor beeld en geluid. Er zijn 2 kleedkamers met lockers voor orkestleden en 2 groepskleedkamers (quick change rooms). Het NDT is hoofdgebruiker van de danszaal.
X0152.01.01/HD/LAR
- 18 -
30 november 2008/Versie: definitief
Concertzaal voor symfonische muziek De grote concertzaal biedt plaats aan 1.500 bezoekers en is daarmee circa 400 plaatsen kleiner dan de huidige zaal. De zaal moet voldoende flexibiliteit bieden om ook bij 1.000 tot 1.200 bezoekers een gevoel te geven dat de zaal gevuld is. Dit wordt gerealiseerd door een deel van de bezoekersplaatsen (circa 300) op het balkons te plaatsen en in de zaal een aantal strap-on-seats bij te plaatsen. Hierdoor kan tevens gewerkt worden met verschillende rangen. Het podium heeft een speelvlak van circa 12,00 x 18,00 m¹ en biedt plaats aan het orkest. Achter het podium is een balkon dat voldoende ruimte biedt aan een koor met 120 koorleden. De koorstoelen kunnen ook verkocht worden als publieksstoelen. De concertzaal heeft een afmeting van 28,00 x 40,00 m¹ (inclusief podium) en heeft een hoogte van 20,0 m¹. Deze afmetingen worden mede bepaald door de akoestische eisen (circa 20.000 m³). De zaal beschikt over een symfonisch orgel, inclusief machinekamer. De orgelruimte heeft een hoogte van 11,0 m¹. De concertzaal is voorzien van een eigen regieruimte. Aan weerszijden van de regieruimte liggen editingruimten voor beeld en geluid. Er zijn 2 kleedkamers met lockers voor orkestleden en 2 kleedkamers voor koorleden. De zaal beschikt over een aangrenzende stoelenberging Het RO is de hoofdgebruiker van de grote concertzaal. Kleine concertzaal De kleine concertzaal is een zeer belangrijke uitvoeringszaal voor het KC. De zaal wordt ingezet ten behoeve van voorstellingen (publieksfunctie) evenals onderwijs (lesfunctie, examens, voorstellingen aan publiek). De zaal is kleiner dan de huidige concertzaal van het KC met 750 zitplaatsen. De concertzaal heeft 500 zitplaatsen en is daardoor tevens te gebruiken voor zowel symfonische muziek als kamermuziek. Het podium meet 12,00 x 18,00 m¹ en biedt voldoende ruimte voor een orkest. Het podium is voor kamermuziek en kwartetten te verkleinen tot ca. 60 m². De kleine concertzaal heeft een totale afmeting van 25,00 x 20,00 m¹ en heeft een hoogte van 15,00 m¹ waardoor een zaalinhoud van minimaal 7.500 m³.
X0152.01.01/HD/LAR
- 19 -
30 november 2008/Versie: definitief
Om de concertzaal geschikt te maken voor zowel symfonische muziek als kamermuziek beschikt de zaal over een licht variabele akoestiek. Bij de concertzaal behoort ook een regieruimte en een kleine montageruimte. De regieruimte heeft een afmeting van 50 m² omdat deze tevens gebruikt wordt als lesruimte. Het KC is de hoofdgebruiker van de kleine concertzaal. Theaterzaal De theaterzaal wordt gebruikt voor dans-, opera- en muziekvoorstellingen en is een zeer specifiek element voor het KC. De zaal wordt ingezet ten behoeve van voorstellingen (publieksfunctie) evenals onderwijs (lesfunctie, examens, voorstellingen aan publiek). De zaal heeft 350 zitplaatsen. De theaterzaal wordt uitgevoerd met een in hoogte verstelbare orkestbak en een opslagruimte ter grootte van het speelvlak. Uitgegaan wordt van een vaste bouwkundige toneelopening van 12,00 m¹ breed en 7,00 m¹ hoog. De zaal wordt uitgevoerd met een toneeloppervlak van 12,00 m¹ breed en 12,00 m¹ diep. Onder het toneel bevindt zich een bergruimte ter grootte van het speelvlak. Aan het toneel zijn twee zijtonelen en een voortoneel verbonden. De toneeltoren heeft een vrije trekhoogte van 18,00 m¹ met daarboven een rollenzolder van 4,50 m¹ hoog. In dit gedeelte is tevens de machinekamer voor de trekkenwand opgenomen. Naast onderstaande figuur biedt bijlage 2 een overzicht van dwars- en langsdoorsneden. Aan de voorzijde van het toneel en gedeeltelijk onder het toneel wordt een orkestbak voor 60 à 65 musici gerealiseerd. Het gedeelte van de orkestbak voor het toneel is trapsgewijs in hoogte verstelbaar. Dit gedeelte kan in zijn geheel op het niveau van de zaalvloer of van het toneel worden gebracht waardoor de zaalvloer of het toneel kan worden vergroot. De totale orkestbak heeft een afmeting van 16,00 x 6,60 m¹. Tot de theaterzaal behoren tevens een regieruimte en de kleed- en doucheruimten voor meisjes en voor jongens. Deze kleed- en doucheruimten staan ook ten dienste van de kleine concertzaal. Het KC is de hoofdgebruiker van de theaterzaal.
X0152.01.01/HD/LAR
- 20 -
30 november 2008/Versie: definitief
Recitalzaal De recitalzaal is (mede) bedoeld om oneigenlijk gebruik van de kleine concertzaal te voorkomen. Oneigenlijk wil in dit verband zeggen: gebruik van de concertzaal door kleine groepen of enkele individuen wat de programmering van activiteiten mét publiek ernstig beperkt. De recitalzaal, met een capaciteit van circa 100 stoelen, kan gebruikt worden voor o.a. series (klavier, vocaal), repetities, examens en kleine uitvoeringen. Het podium meet 8,00 m¹ breed en 5,50 m¹ diep. De zaal moet een gezellige uitstraling en een goede akoestiek voor klassieke muziek hebben en heeft een afmeting van 10,00 x 18,00 m¹. De hoogte bedraagt minimaal 7,00 m¹. Het KC is de hoofdgebruiker van de recitalzaal. Overwogen kan worden om een studio voor elektronische of nieuwe muziek ook een publieksfunctie te geven en daarmee medegebruik van deze zaal mogelijk te maken. Dirigenten- en solistenkamers Het dans- en muziekcentrum beschikt over een gezamenlijk cluster van dirigenten- en solistenkamers. Deze ruimten worden zoveel mogelijk uniform ingericht, waardoor de flexibiliteit van inzet en gebruik van de dirigenten- en solistenkamers vergroot wordt. Indien deze ruimten niet in gebruik zijn voor voorstellingen door de instellingen of gastgezelschappen kan het KC de ruimten inzetten als (reservecapaciteit aan) studiekamers. Het RO blijft beschikken over een eigen kleedkamer voor de chefdirigent. Deze kleedruimte blijft ook in de toekomst exclusief beschikbaar voor de huisdirigent van het orkest. Daarnaast beschikt het dans- en muziekcentrum over 5 ruimten die flexibel in te zetten zijn als dirigenten- of solistenkamer.
X0152.01.01/HD/LAR
- 21 -
30 november 2008/Versie: definitief
Surplus: • Jazz-zaal: de instellingen willen zich in de toekomst graag nog breder profileren op het gebied van dans en muziek dan nu reeds het geval is. Het dans- en muziekcentrum moet Den Haag weer een plaats op topniveau geven in de internationale dansen muziekwereld. Een jazz-zaal wordt gezien als een zeer wenselijke aanvulling op het aanbod in het dans- en muziekcentrum. Deze jazz-zaal, die naast een publieksfunctie ook een belangrijke onderwijsfunctie voor het KC kan verzorgen heeft een intieme, gezellige sfeer die past bij het soort muziek, dat er gespeeld wordt. De betrokkenen refereren hiervoor aan de Bluenote-zaal in het Conservatorium van Amsterdam en het Bimhuis in Amsterdam. De zaal biedt voldoende ruimte voor 250 bezoekers en heeft een oppervlak van 300 m². De zaal beschikt over een podium van 65 m²; • 2 kleed- en doucheruimten, elk voor 8 personen (big bands); • 2 solistenkamers, elk inclusief douche en toilet; • Garderode t.b.v. de jazz-zaal; • Zijtoneel Danszaal: GP heeft nadrukkelijk de wens geuit het kleinere zijtoneel van de danszaal te vergroten tot een tweede volwaardig zijtoneel. Uitbreiding van dit zijtoneel maakt de zaal flexibeler. De haalbaarheid van deze uitbreiding moet onderbouwd worden met de toekomstige programmering van het gebouw en is niet opge5.2.2
Publieksvoorzieningen Atrium Het atrium is het openbare gedeelte van het gebouw. De openbare ruimte buiten het gebouw gaat ter plaatse van het atrium naadloos over in het dans- en muziekcentrum. Het atrium nodigt uit om naar binnen te lopen: voor een voorstelling, voor horecabezoek, om te gaan studeren of werken; het is kortom een aantrekkelijk gebied voor alle doelgroepen van het dans- en muziekcentrum en alle leeftijden. In het atrium bevinden zich de commerciële ruimten, de entree van het KC en de entree naar de uitvoeringszalen. De kassa’s zijn op een logische plek gesitueerd zodat men direct kan zien waar de kaartjes voor de voorstellingen verkocht worden. Nabij de kassa’s bevinden zich tevens de informatiebalie en bijbehorende backoffices. In het atrium zijn plekken die ingericht kunnen worden tot een open podium waar studenten, musici, bandjes en eventueel dansers zich kunnen presenteren aan het publiek. Vanuit het atrium is te zien en te horen wat er in het gebouw gebeurt. Er zijn zichtlijnen naar de foyers, inkijkjes in studio’s en oefenruimten. Deze atrium-achtige omgeving leent zich goed om een aantal zaken in de openbaarheid te brengen (‘het dans- en muziekcentrum de stad in te brengen’). Denk hierbij bijvoorbeeld aan educatieve voorstellingen van studenten van het KC, inleidingen voor de voorstellingen van het RO en NDT, spontane optredens voor publiek, etc. Voor de fysieke inrichting betekent dit het creëren van veel vlakke vloeren met aansluitingen voor mobiele podia (elektra, water, afvoer) voor diverse evenementen en activiteiten. Dit betekent tevens dat het atrium over een goede akoestiek beschikt waarbij voldoende rekening is gehouden met het houden van voorstellingen en uitvoeringen in de open ruimte. In dit gebied hebben commerciële functies van hoge kwaliteit een duidelijke meerwaarde (merchandise verkoop van de instellingen, muziekinstrumentenwinkel, winkels voor hoogwaardige audio-/multimedia-apparatuur, combinatie van boekhandel en internetcafé, Apple
X0152.01.01/HD/LAR
- 22 -
30 november 2008/Versie: definitief
Store etc.). Deze commerciële functies kunnen ook los in de ruimte staan als kioskachtige horeca en retailvoorzieningen. Belangrijke aandachtspunten zijn: • daglichttoetreding; • verbinding met ondergelegen parkeergarages; • om vanuit het atrium zicht te bieden op studio’s en repetitieruimten kan het atrium zich over meerdere niveaus (verdiepingen) uitstrekken. Activiteiten die in het besloten gedeelte van het dans- en muziekcentrum plaatsvinden kunnen zichtbaar én hoorbaar gemaakt worden. Hiertoe kan men gebruik maken van videoschermen of geluidsapparatuur die bijvoorbeeld in het atrium of op het plein de sfeer van muziek en dans naar buiten brengen. Foyers De uitvoeringszalen worden allemaal ontsloten via de foyerruimten. De foyerruimten moeten flexibel indeelbaar zijn en voorzien van vlakke vloeren zodat de ruimten op verschillende plaatsen voorzien kunnen worden van (mobiele) buffetten. De foyers staan met elkaar in verbinding, maar zijn ook afzonderlijk van elkaar te gebruiken. Ook in de foyers zijn gedeeltes makkelijk af te scheiden zodat deze gebruikt kunnen worden als extra ontvangst- / VIPruimte. Dit kan bijvoorbeeld door te werken met niveauverschillen en/of de foyers te verspreiden over verschillende verdiepingen. De routing en looproutes van het atrium naar de foyerruimten moeten zo kort mogelijk zijn waarbij alle zalen op een goede manier toegankelijk zijn. De foyers moeten ook afzonderlijk van elkaar te gebruiken zijn op momenten dat niet alle zalen in gebruik zijn. Ontvangstruimten en VIP-ruimten De ontvangstruimten en VIP-ruimten zijn gekoppeld aan de foyerruimten. In deze ruimten kunnen gezelschappen en groepen ontvangen worden, zowel voor, tijdens als na een voorstelling. Deze ruimten kunnen tevens gebruikt worden voor inleidingen voor voorstellingen en vergaderingen. De VIP-ruimten bieden meer privacy dan de ontvangstruimten. 5.2.3
Gezamenlijke ontmoetingsruimten Bedrijfsrestaurant Het bedrijfsrestaurant bedient alle instellingen in het dans- en muziekcentrum. Dit betekent dat de diversiteit in gebruikers groot zal zijn. Zowel de studenten van het KC, als de dansers van het NDT, de musici de theatertechnici en de stafmedewerkers maken gebruik van het restaurant. Het bedrijfsrestaurant moet toegerust zijn op een uitgebreid assortiment waarbij gezondheid een belangrijk thema is. In vervolg op dit PvE zal een volledig cateringconcept worden opgesteld voor het dans- en muziekcentrum. Gezien de grote diversiteit in gebruikers is het wenselijk het bedrijfsrestaurant in verschillende, eventueel af te scheiden, gedeeltes te kunnen delen. Het bedrijfsrestaurant bevindt zich op een voor alle gebruikers goed bereikbare plek in het gebouw. In verband met veiligheid en logistiek is het restaurant niet bij de uitvoeringszalen gesitueerd. De maaltijden in het bedrijfsrestaurant worden voorbereid in de bijbehorende keuken en ondersteunende ruimten. Deze keuken levert ook food and beverage aan de foyers en vipruimten. In de logistiek van het gebouw dient hiermee rekening worden gehouden zodat voorkomen wordt dat deze leveringen de publieksstromen doorkruisen.
X0152.01.01/HD/LAR
- 23 -
30 november 2008/Versie: definitief
Artiestenfoyer De artiestenfoyer is een faciliteit voor de artiesten, dansers en musici die in de uitvoeringszalen aan het werk zijn. De foyer wordt uitsluitend gebruikt tijdens repetities en voor, tijdens en na voorstellingen. Artiesten kunnen hier een hapje eten, ontspannen en andere artiesten ontmoeten. De foyer is een besloten, gezellige ruimte die met name ook door de gastgezelschappen gebruikt zal worden. De capaciteit van de foyer is gebaseerd op circa 35 zitplaatsen en is uitgevoerd met een pantry en een bar. In de artiestenfoyer is een beperkt foodassortiment beschikbaar. Voor uitgebreidere (warme) maaltijden kunnen de artiesten gebruik maken van het bedrijfsrestaurant. Er moet gezocht worden naar een logische overgang tussen het gebruik van de artiestenfoyer en het bedrijfsrestaurant. Beide voorzieningen moeten op een natuurlijke, ongedwongen manier naast elkaar gebruikt kunnen worden. Green room De green room is een ruimte bestemd voor de dansers van het NDT en de musici van het RO. In de greenroom kunnen zij ongestoord uitrusten, ontspannen en/of zich voorbereiden op een voorstelling. De green room biedt plaats aan circa 30 personen. 5.2.4
Kantoorwerkplekken - algemeen De kantoorwerkplekken voor de instellingen worden waar mogelijk geclusterd. Het behouden van de functionaliteit per gebruiker is van belang. De kantoorwerkplekken moeten daarom een relatie hebben met de eigen ‘uitvoerende’ organisatie. Clustering van de kantoorwerkplekken vergroot de mogelijkheden tot ontmoeting tussen de directeuren, het middle management en de medewerkers van de instellingen. Kortom, een prettige werkomgeving met korte loopafstanden tussen zowel de eigen organisatieonderdelen als de werkplekken van de andere instellingen. Door de kantoren bij elkaar te groeperen kunnen vergaderruimten, magazijn, archieven en print- en kopieerfaciliteiten efficiënter gebruikt worden. Ook is het eenvoudiger voor medewerkers om elkaar te ontmoeten. Dit sluit goed aan bij de ambitie om ideeën uit te wisselen, gezamenlijke producties te organiseren en verrassende combinaties tot stand te brengen. Ontmoeting tussen het personeel van de instellingen hoeft niet alleen bij de werkplekken te gebeuren. Ontmoeten vinden ook plaats bij pantry’s, in het bedrijfsrestaurant en in of bij de vergaderruimten. RO en NDT kunnen een aantal flexplekken voor stagiaires, vrijwilligers of projectmedewerkers delen. Flexplekken, vergaderruimtes en een computer- en internetroom kunnen gesitueerd worden in een gezamenlijk business centre. Voor het KC geldt specifiek, dat het gebruik van laptops zal toenemen. In de toekomst kan overal in het gebouw met een laptop gewerkt worden.
5.2.5
Gezamenlijke facilitaire ruimten Audiovisuele dienst Bundeling van de audiovisuele diensten van de afzonderlijke instellingen biedt mogelijkheden voor het realiseren van professionele voorzieningen. De organisatorische kant hiervan vergt nader onderzoek.
X0152.01.01/HD/LAR
- 24 -
30 november 2008/Versie: definitief
Horecaruimten Behalve de reeds genoemde foyers, waarin buffetruimte is voorzien en het bedrijfsrestaurant met daarbij het keukengebied en de uitgifteruimte zijn nog enkele ondersteunende ruimten benodigd. Het betreft een kantoorruimte voor het cateringpersoneel. Met name ten behoeve van de buffetten zijn een linnenkamer, een serviesopslag en een spoelkeuken benodigd. Facilitaire en technische dienst Ook het niveau van dienstverlening van de afzonderlijke facilitaire en technische diensten en de theatertechnici zal gebaat zijn bij een gezamenlijke aanpak. In het PvE zijn de kantoorruimten hiervoor nog per participant opgenomen. Wel is er al van uitgegaan dat werkplaatsen en opslagruimten gezamenlijk gebruikt zullen gaan worden. ICT-ruimten In het PvE is ervan uitgegaan dat de ICT-ondersteuning centraal zal plaatsvinden. Er komt één gezamenlijke server- en patchruimte (MER) en per participant een eigen server- en patchruimte (SER). Overige facilitaire ruimten De overige facilitaire ruimten zijn vooral de eigen opslagruimten en archieven van elk van de participanten. Deze ruimten zijn om functionele redenen zoveel mogelijk nabij de eigen kantoorruimten en uitvoeringsruimten gesitueerd. 5.2.6
Opslagruimte Decoropslag Zowel het KC als het NDT beschikken over een groot aantal decorstukken De aan- en afvoer van de decorstukken vindt plaats via de expeditieruimte, die daartoe in de nabijheid van de uitvoeringsruimten moet liggen. De decors worden buiten het nieuw te realiseren dans- en muziekcentrum opgeslagen. Rekwisieten- en kostuumopslag Het KC en het NDT beschikken over een zeer uitgebreide collectie kostuums en rekwisieten die gebruikt worden bij de verschillende workshops en producties. Deze worden in een aparte opslagruimte bewaard. De ruimte is bij voorkeur 4,0 m¹ hoog zodat een dubbele rij kostuums opgeborgen kan worden. Het kunstlicht moet van voldoende sterkte en de juiste kleur zijn voor een goede kleurweergave. Overige opslag Bij de uitvoeringsruimten wordt een aantal opslagruimten gevraagd. Deze bergingen zijn deels voor productiegebonden attributen en deels voor vaste toebehoren als dimmers, verlichting en stoelen.
5.2.7
Werkplaatsen De werkplaatsen worden gecombineerd voor alle zalen en dienen bij elkaar en in de buurt van de uitvoeringszalen gelegen te zijn. De werkplaatsen zijn bestemd voor onderhoud en reparaties voor en tijdens voorstellingen. Het betreft werkplaatsen voor houtbewerking, metaalbewerking, elektrotechniek en elektronica. De werkplaatsen vragen een centrale plaats
X0152.01.01/HD/LAR
- 25 -
30 november 2008/Versie: definitief
bij de tonelen en beschikken over voldoende opslagmogelijkheden voor materialen en technische onderdelen. De elektronische werkplaats is omschreven bij de ruimten van het KC. 5.2.8
Laad- en losruimten De expeditieruimten en laad- en losvoorzieningen vormen een belangrijk onderdeel voor het dans- en muziekcentrum. De aan- en afvoer van goederen, materialen, decors en andere productiegebonden items moet zo direct mogelijk aansluiten op de uitvoeringszalen. De looplijnen tussen laad- en losperron en de uitvoeringszalen moeten tot het minimum beperkt worden. Laden en lossen hoeft niet inpandig te geschieden, mits de locatie dit toestaat. Goede dock shelters conform de ARBO-eisen volstaan. Een voorwaarde hierbij is dat er een goede tochtwering is tijdens het laden en lossen.
5.2.9
Overige, gezamenlijk te gebruiken ruimten Hierna beschrijven we de overige, gezamenlijk te gebruiken ruimten. Nu beschikken de instellingen afzonderlijk over (een deel van) de genoemde ruimten. Uit oogpunt van functionaliteit en beheer is duidelijk dat deze ruimten in de nieuwbouw voor het dans- en muziekcentrum als geheel beschikbaar zijn. Het ligt voor de hand om het beheer van, in elk geval deze, ruimten in handen te leggen van een gezamenlijk op te richten exploitatiemaatschappij. Dit geldt evenzeer voor de uitvoeringszalen en de bijbehorende ruimten.
5.3
Eigen ruimten KC
5.3.1
Instrumentenbergingen Voor de eigen concertvleugels, slagwerk en overige (grote) instrumenten zijn bergruimten benodigd. Deze worden gesitueerd nabij de uitvoeringsruimten en de studio’s, zodat transport ervan geen problemen ondervindt.
5.3.2
Ruimten t.b.v. de School voor Jong Talent De basisschoolgroepen van de School voor Jong Talent beschikken over twee leslokalen. De groepen bestaan uit maximaal 20 leerlingen. De lokalen beschikken ieder over minimaal 6 computers en een waterpunt (met bezinkbak) voor de handvaardigheidlessen. Het basisschoolgedeelte beschikt over een eigen ontmoetingsruimte waar de leerlingen kunnen pauzeren. Dit gebied grenst bij voorkeur direct aan de buitenruimte voor de School voor Jong Talent. Voor de basisschoolleerlingen is het van belang dat de ruimten zich bevinden in een beschermde omgeving. In het AVO-gedeelte van de school wordt aan gemiddeld tien groepen onderwijs gegeven op VMBO-TL-, HAVO- en VWO-niveau. Hiervoor zijn in totaal 8 leslokalen nodig. Deze leslokalen variëren in grootte. De school beschikt tevens over een BiNaS- en handvaardigheidlokaal. Op het leerplein kunnen de leerlingen zelfstandig aan (huiswerk-)opdrachten werken; het leerplein is voorzien van computers en printfaciliteiten. De leerlingen van de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten volgen algemene lessen aan het KC. Het handvaardigheidlokaal dient zo ingericht te worden dat deze leerlingen hier tijdens tussenuren aan hun werkstukken kunnen werken (schildersezels en voldoende opbergmogelijkheden). De AVO-leerlingen van de School voor Jong Talent pauzeren in het bedrijfsrestaurant. De personeelsruimte is bestemd voor docenten, gastdocenten en pianisten AVO, muziek, dans en beeldende kunst. De ruimte is voorzien van ongeveer 6 computerwerkplekken, een grote vergadertafel en een zitje. De ruimte dient als gecombineerde
X0152.01.01/HD/LAR
- 26 -
30 november 2008/Versie: definitief
werk- en pauzeruimte. Daarom is de ruimte voorzien van een pantry. De ruimte moet plaats bieden aan circa 30 personen. De ruimten van de School voor Jong Talent bevinden zich in de nabijheid van de Dansvakopleiding en een aantal leskamers.
Surplus: Bij groei van de School voor Jong Talent heeft deze sectie van het KC behoefte aan twee extra leslokalen 5.3.3
Dansvakopleiding De dansvakopleiding maakt voornamelijk gebruik van dansstudio’s. In de studio’s krijgen zowel de leerlingen van de School voor Jong Talent als de HBO-studenten dagelijks dansles. Daarnaast worden de studio’s gebruikt voor koorrepetities en dramalessen. Er is eveneens medegebruik van de studio’s en de kleed- en doucheruimten mogelijk door het NDT. De dansvakopleiding maakt ten behoeve van blessurepreventie en herstelmogelijkheden medegebruik van de fitnessstudio van het NDT. De dansvakopleiding heeft tevens behoefte aan een spreek- en behandelruimte voor een arts en/of diëtist. Het NDT en RO kunnen tevens gebruik maken van deze ruimten. Om de druk op de uitvoeringszaal te verkleinen kunnen twee naast elkaar gelegen en gewoonlijk afzonderlijk te gebruiken studio’s geschakeld worden (aandacht voor akoestiek en geluidsoverlast). Eén (grote) studio wordt dan gebruikt als uitvoeringsruimte en de andere (middelgrote) studio als publieksruimte. Observatie tijdens de lessen is belangrijk voor het onderwijs. De grote studio’s dienen te beschikken over een balkon of observatieruimte (dit kan ook gangruimte zijn) naast de studio. Vanuit deze ruimte kunnen de docenten de leerlingen observeren en beoordelen. Alle studio’s zijn voorzien van kleed- en doucheruimten met minimaal 4 douches, voldoende schminktafels en voor iedere leerling een locker.
X0152.01.01/HD/LAR
- 27 -
30 november 2008/Versie: definitief
De dansvakopleiding maakt minimaal 1 dag per week gebruik van de theaterzaal voor repetities en het opdoen van podiumervaring. Deze lessen vinden overdag plaats waardoor de zaal ’s avonds voor andere doeleinden gebruikt kan worden. De theaterzaal wordt tijdens het schooljaar regelmatig gebruikt voor voorstellingen, repetities e.d. Bij de voorstellingen moet rekening worden gehouden met opbouw- en repetitietijd in de periode voorafgaand aan de voorstelling. Er worden regelmatig opnames gemaakt van de dans- en muzieklessen. De opnames worden individueel of met een groep teruggekeken in een videoruimte. Deze ruimte moet geschikt zijn voor minimaal 20 leerlingen en aan de docent de mogelijkheid bieden om balletoefeningen te laten zien. De ruimte kan ook gebruikt worden als algemene lesruimte. De opleiding hecht veel waarde aan uniformiteit in en de kwaliteit van balletkleding. De kleding voor de leerlingen wordt centraal ingekocht en verkocht / uitgegeven vanuit een eigen winkeltje. De winkel is voorzien van een pasruimte met spiegel. Deze functie kan eventueel gedeeld worden met het NDT of een publiekstoegankelijke balletwinkel zijn.
Surplus: Bij groei van de Dansvakopleiding heeft deze sectie van het KC behoefte aan één extra middelgrote dansstudio inclusief bijbehorende kleedruimte. 5.3.4
Muziekvakonderwijs Leskamers In de leskamers vindt het grootste gedeelte van het onderwijs plaats. Hier geeft een docent aan één of enkele studenten les. De leskamers worden over het algemeen door meerdere afdelingen – ook door de SvJT – gebruikt, met uitzondering van de leskamers voor Sonologie, Art of Sound en Art Science (zie § 5.3.5). De leskamers variëren in omvang van klein,
X0152.01.01/HD/LAR
- 28 -
30 november 2008/Versie: definitief
middelgroot tot groot. De grote leskamers zijn onder andere ruim genoeg voor twee vleugels, zodat deze gebruikt kunnen worden voor pianolessen. De lesruimten zijn allemaal voorzien van daglichttoetreding. Om een goede akoestiek te krijgen in de leskamers hebben deze ruimten geen rechte hoeken. De hoeveelheid leskamers is bepaald aan de hand de het aantal lessen per student, de inzet van het aantal fte’s docenten, de feitelijke roostering en de beleving van het huidig aantal leskamers. Bronnen: • Onderbouwing benodigde aantal lesruimtes en studieruimtes KC-2017, d.d. 30-9-2008.
Surplus: Het KC verwacht – bij gelijkblijvend studentenaantal, verdere ontwikkeling van het nieuwe curriculum en de wens om alle individuele lessen in het dans- en muziekcentrum (in plaats van bij docenten thuis) te laten plaatsvinden – een aanvullende behoefte aan: • 6 kleine leskamers van elk 20 m² fno; • 3 middelgrote leskamers van elk 32 m² fno; • 2 grote leskamers van elk 50 m² fno. Studiekamers Het Koninklijk Conservatorium biedt studenten de mogelijkheid om in het gebouw zelfstandig te studeren, repeteren en oefenen. Hiervoor is een groot aantal studiekamers beschikbaar. Deze ruimten kunnen 7 dagen per week door studenten worden gereserveerd en gebruikt om te studeren. De ruimten hebben een sterk wisselend gebruik (wisselende studenten van verschillende afdelingen). De studiekamers worden over het algemeen door meerdere afdelingen – ook door de SvJT – gebruikt. De studiekamers variëren in omvang. De kleine studiekamers zijn geschikt om alleen te studeren op een klein instrument. De middelgrote en grote studiekamers zijn tevens geschikt om in groepjes te repeteren of te studeren op vleugel, contrabas e.d. De studiekamers dienen voorzien te zijn van goede geluidsisolatie, klimaatbeheersing en akoestiek. Om een goede akoestiek te krijgen in de studiekamers hebben deze ruimten geen rechte hoeken. Ensembleruimten Als gevolg van de individualisering van het onderwijs en het meer en meer bieden van maatwerk voor de studenten is de behoefte aan ensembleruimten toegenomen. De ensembleruimten zijn geschikt voor groepen tot 20 studenten. Comboruimten De studenten van de jazz-afdeling werken in combo’s: groepjes studenten (4 à 5 personen) die samen oefenen/repeteren e.d. De combo’s bestaan vaak uit piano, drums, contrabas, aangevuld met andere instrumenten. Een comboruimte is geschikt voor groepen van 5 studenten. Piano en drums staan vast in de comboruimte, voor de bassen is een opslagruimte beschikbaar. In verband met de akoestische eisen hebben de comboruimten geen rechte hoeken. Drumcabines
X0152.01.01/HD/LAR
- 29 -
30 november 2008/Versie: definitief
De jazz-afdeling heeft gemiddeld 20 studenten drums. Op dit moment veroorzaken zij veel overlast omdat er geen geschikte ruimten zijn om te oefenen. De drumcabines zijn specifiek voor deze studenten zodat zij, zonder overlast te veroorzaken, kunnen repeteren. De drumcabines moeten voldoen aan hoge eisen ten aanzien van akoestiek en geluidsisolatie. 5.3.5
Instituut voor Sonologie, Art of Sound en Art Science Het Instituut voor Sonologie, Art of Sound en Art Science maakt gebruik van de elektronische studio’s. Elke studio heeft een eigen, unieke inrichting met apparatuur gericht op elektronische muziek, muziekregistratie en de combinatie van beeld en geluid. In totaal zijn er 15 verschillende studio’s nodig. Voor alle studio’s, de multifunctionele ruimte, dode kamer, montagekamer, mastering suite, leskamer en lesruimten Art Science geldt dat rekening moet worden gehouden met hoge geluidsniveaus. Deze ruimten moeten uitgevoerd worden als doos-in-doos-constructies in verband met geluidsisolatie en ruimteakoestische voorzieningen ten behoeve van een neutrale akoestiek bij het afluisteren. Sonologie: • Sample cell: een zeer kleine studio waarin studenten aan lesopdrachten werken; • Studio voor elektronische muziek: deze wordt gerealiseerd in plaats van de huidige collegezaal/multimediastudio, die plaats biedt aan 40 studenten en met name gebruikt wordt voor groepslessen en cursussen van het Instituut voor Sonologie.;Deze studio wordt gebruikt voor uitvoerings- en onderwijsdoeleinden; • Elektronische studio 1: deze grote muziekstudio dient als afluisterruimte voor quadrofonie. De studio heeft aangrenzend een opnameruimte die gebruikt wordt voor het ‘droog’ (reflectievrij) opnemen van geluiden. Deze opnameruimte dient te worden uitgevoerd als ‘dode kamer’ waarvan de wanden reflectievrij zijn afgewerkt; • Elektronische studio 2 (midistudio): kleine productiestudio met 4-kanaals luidsprekeropstelling; • Elektronische studio 3 (computerstudio): deze studio is voorzien van 5 computerwerkstations en biedt plaats aan 20 tot 25 studenten. Ook deze studio beschikt over een 4kanaals luidsprekeropstelling; • BEA-studio 5: klassieke spanningsgestuurde studio. Deze unieke studio biedt plaats aan 25 studenten en wordt daarnaast als productiestudio gebruikt. De studio bevat veel historische apparatuur en wordt gebruikt voor het digitaliseren van historische archiefbanden; • BEA-studio 6: studio voor live elektronische muziek. Deze studio wordt gebruikt voor diverse lessen en biedt plaats aan 25 studenten. Hier vinden tevens experimenten plaats op gebied van live elektronica, al dan niet in combinatie met traditionele muziekinstrumenten. De studio beschikt over een 5-kanaals luidsprekeropstelling; • BEA-studio 7: les- en productiestudio. Deze studio biedt plaats aan 25 studenten en wordt gebruikt voor de productie van elektronische muziek. De studio beschikt over een 5-kanaals luidsprekeropstelling. Art of Sound • Studio A: studio met opnameruimte, regieruimte en 3 booths voor het separaat opnemen van instrumenten. Deze studio wordt gebruikt voor multitrack opnames en mixage ten behoeve van de specialisaties Studioproductie en Jazz-opname;
X0152.01.01/HD/LAR
- 30 -
30 november 2008/Versie: definitief
•
•
• •
Studio B: studio die alleen bestaat uit een professioneel ingerichte regieruimte zonder separate opnameruimte. Deze studio wordt gebruikt voor nabewerking en mixage ten behoeve van de specialisaties Studioproductie en Jazz-opname; Regieruimte: deze regieruimte is gekoppeld aan de concertzaal van het Conservatorium en wordt gebruikt voor opname, mixage en editing ten behoeve van de specialisatie Klassieke opname; Montageruimte: studio ter ondersteuning van de regieruimte. Deze studio wordt gebruikt voor editing en mixage ten behoeve van de specialisatie Klassieke opname; Mastering Suite: een professionele studio met alleen regieruimte die wordt gebruikt voor mastering en mixage, editing, meetpractica ten behoeve van alle specialisaties.
ArtScience: • Drie multifunctionele lesstudio’s die gebruikt worden door de afdeling Beeld en Geluid. De studio’s zijn voorzien van 5 computerwerkplekken en bieden ruimte aan 20 studenten. Studio voor elektronische muziek De studio voor elektronische muziek is een kleine uitvoeringszaal die geschikt is voor het maken van live elektronische muziek. De zaal beschikt over een aantal zitplaatsen zodat er ook concerten elektronische muziek georganiseerd kunnen worden. De zaal is voorzien van dezelfde technische voorzieningen als de theaterzaal. Daarnaast wordt deze uitvoeringszaal gebruikt voor onderwijsdoeleinden. De zaal beschikt over een eigen regieruimte. Overige ruimten Behalve de studio’s beschikken de afdelingen over algemene kantoorvoorzieningen, een vergaderruimte, computerruimte en archiefruimte. Sonologie beschikt over een uitgebreide collectie geluidsbanden. Deze banden moeten in een geklimatiseerde ruimte gearchiveerd en bewaard kunnen worden.
X0152.01.01/HD/LAR
- 31 -
30 november 2008/Versie: definitief
5.3.6
Overige onderwijsruimten KC Naast de specifieke muziek- en dansgerelateerde ruimten beschikt het KC over een aantal algemene onderwijsruimten die door alle opleidingen en studenten gebruikt kunnen worden. Het gaat hierbij om een collegezaal met 75 zitplaatsen en een aantal computer- / internetruimten waar studenten zelfstandig kunnen werken.
5.3.7
Kantoorwerkplekken KC De kantoorwerkplekken voor de medewerkers die direct met het onderwijs verbonden zijn, zoals docenten en onderwijsondersteunend personeel zijn bij de onderwijsruimten gesitueerd. Voor de docenten is een aantal docentenwerkruimten beschikbaar waar zij in een rustige omgeving kunnen werken. De overige kantoorwerkplekken liggen in het kantorencluster, waar ook de kantoorwerkplekken van de overige participanten zijn gelegen.
5.4
Ruimten KC, bestemd voor medegebruik
5.4.1
Elektronicawerkplaats De elektronicawerkplaats is een zelfstandige facilitaire dienst binnen het KC. De werkplaats is uitermate belangrijk voor de afdeling Art of Sound vanwege technische ondersteuning, kennisoverdracht, onderhoud, ontwikkeling, meetpractica, soldeerpractica, uitleen van apparatuur en als bibliotheek. Nabij de werkplaats is een opslagruimte voor geluidsapparatuur en overige technische hulpmiddelen waarvan de werkplaats veel gebruik maakt. De werkplaats kan worden uitgebreid tot een algemene werkplaats voor elektrotechniek en elektronica, waarvan de medewerkers een functie krijgen voor het gehele dans- en muziekcentrum.
X0152.01.01/HD/LAR
- 32 -
30 november 2008/Versie: definitief
5.4.2
Dans- en muziekstudio’s De dansstudio’s en de muziekstudio’s staan primair ter beschikking van het KC. Ze kunnen echter voor repetities en zeer kleinschalige uitvoeringen mede worden gebruikt door het NDT en het RO. De dansstudio’s variëren in afmeting, maar zijn qua inrichting gelijk. Nabij de dansstudio’s zijn kleed- en doucheruimten gelegen. De muziekstudio’s worden door de verschillende muziekopleidingen gebruikt voor lessen, repetities, examens en concerten. De studio’s hebben zoveel mogelijk een algemeen karakter. Om akoestische redenen zijn er echter 2 studio’s met een specifiek karakter, te weten de slagwerkstudio en de studio voor jazz. Deze beide studio’s zijn geconstrueerd volgens het doos-in-doos principe. De studio’s beschikken elk over gemiddeld 40 zitplaatsen voor bezoekers/publiek. De studio’s zijn bij voorkeur voorzien van houten vloeren (niet te glad in verband met het plaatsen van instrumenten op de vloer. Het KC heeft behoefte aan de volgende studio’s: • Slagwerkstudio (1): deze studio is specifiek voor de slagwerkstudenten en heeft een aangepaste akoestiek voor deze instrumenten. Er moet voldoende opslagruimte bij deze studio aanwezig zijn voor de opslag van de instrumenten; deze opslagruimte maakt geen deel uit van de slagwerkstudio; • Studio voor oude muziek (2): algemene studio’s die voornamelijk door de afdeling oude muziek worden gebruikt. Deze studio wordt tevens gebruikt voor recitals; • Studio voor Jazz (1): deze studio is specifiek voor jazz. De akoestiek van deze studio is hierop aangepast; • Studio voor klassieke muziek (2): algemene studio’s die voornamelijk door de afdeling klassieke muziek worden gebruikt. Deze studio’s worden tevens gebruikt voor recitals.
5.4.3
Bibliotheek/mediatheek De bibliotheek/mediatheek van het KC kan een kenniscentrum worden op het gebied van muziek en dans en mogelijk ook voor andere participanten binnen het dans- en muziekcentrum een functie krijgen. De bibliotheekfunctie van het RO wordt geïntegreerd in deze centrale voorziening. De bibliotheek bestaat uit een uitgiftebalie, bibliotheekgedeelte, (stilte) werkplekken, het opslaggedeelte en een aantal kantoorwerkplekken. De uitgifteruimte van de bibliotheek dient in verband met de repetities in de nabijheid van de ruimten voor het KC en de grote concertzaal te liggen.
5.4.4
Collegezaal Het theorieonderwijs vindt gedeeltelijk in grotere groepen plaats. De hiervoor benodigde collegezaal van het KC heeft een capaciteit van 75 personen. De ruimte heeft een amfitheateropstelling met oplopende zitplaatsen en beschikt over audio- en visuele middelen voor het geven van presentaties en colleges. Behalve voor onderwijsdoeleinden kan deze ruimte ook als auditorium worden gebruikt door andere groepen.
5.5
Eigen ruimten NDT De eigen ruimten van het NDT bevinden zich zo dicht mogelijk bij de danszaal. Het NDT bereidt haar voorstellingen voor in de dansstudio’s en de ondersteunende ruimten.
X0152.01.01/HD/LAR
- 33 -
30 november 2008/Versie: definitief
5.5.1
Kleedruimten en rustkamers De dansers van het NDT beschikken over hun eigen, bij de studio’s gesitueerde kleed- en doucheruimten, elk voor 6 personen. Direct nabij de dansstudio’s liggen 8 eenpersoons rustkamers waar de dansers kunnen ontspannen en uitrusten voor, tijdens of na de repetities. Het NDT beschikt over een inspiciëntenkamer en een grimeruimte.
5.5.2
Dansstudio’s Voor NDTI en NDTII zijn 4 studio’s beschikbaar met 8 kleed- en doucheruimten voor de dansers, elk voor 6 personen en 2 kleed- en doucheruimten voor repetitors. Bij de kleed- en doucheruimten is een was- en droogruimte beschikbaar. Voor de dansers is er ook een rookruimte; voor hen is het niet mogelijk om even naar buiten te gaan, omdat dan door afkoeling kans op blessures ontstaat.
5.5.3
Kantoorwerkplekken NDT De kantoorwerkplekken liggen in het kantorencluster, waar ook de kantoorwerkplekken van de overige participanten zijn gelegen. Belangrijk is een relatie tussen de kantoren van het NDT en de studio’s en/of kleedkamers. De technische dienst van het NDT is gesitueerd bij de kantoren voor de artistieke directie en productie medewerkers.
X0152.01.01/HD/LAR
- 34 -
30 november 2008/Versie: definitief
5.6
Ruimten NDT, bestemd voor medegebruik
5.6.1
Fitnessruimte Het NDT heeft ten behoeve van blessurepreventie en herstelmogelijkheden behoefte aan een fitnessstudio voor krachttraining, pilates etc. Daarnaast beschikt het NDT over een therapeutisch zwembad met sauna. Deze voorziening is specifiek voor de dansers en wordt in voorkomende gevallen mede gebruikt door de dansvakopleiding van het KC. Ook de leerlingen van de School voor Jong Talent kunnen op gezette tijden en onder begeleiding gebruik maken van deze faciliteiten.
5.6.2
Spreek- en behandelruimte (para)medici Het NDT beschikt over een behandel- en oefenruimte voor fysiotherapie, mensendieck en alexandertechniek. Deze ruimte moet beschikken over omkleedruimte. Het KC is medegebruiker van deze ruimten.
5.6.3
Inspeelruimte/koorruimte De inspeelruimte / koorruimte wordt gebruikt voor het inzingen met een koor voor de voorstellingen. De koorruimte kan op momenten dat deze niet in gebruik is door het NDT of de GP gebruikt worden door het RO voor repetities met grote orkestsecties en door het KC.
5.6.4
Studio ten behoeve van Educatie en GP Het NDT verzorgt een educatie aanbod aan scholen in Den Haag en belangstellenden. Dit aanbod omvat rondleidingen, workshops, cursussen en projecten met, onder andere, het Koorenhuis. Voor het faciliteren van deze activiteiten maakt het NDT gebruik van een dansstudio. Deze studio wordt tevens gebruikt door gastgezelschappen van de GP ten behoeve van de voorbereiding op een voorstelling. Surplus: • Tweede volwaardig zijtoneel: op basis van de toekomstige programmering wordt onderzocht of het wenselijk is het tweede zijtoneel te vergroten tot een volwaardig zijtoneel; • Dansstudio NDTIII: een dansstudio ten behoeve van NDTIII is als surplus beschouwd. Deze studio wordt ook gebruikt als overloopruimte bij de overige studio’s van het NDT. De twee kleed-/doucheruimten voor NDTIII zijn eveneens in het surplus opgenomen; • Werkruimte Holland Dance Festival: de organisatie van het Holland Dance Festival werkt nauw samen met het NDT in de voorbereidingen op het festival (permanente partnership). Om deze samenwerking ook in de toekomst te faciliteren is een werkruimte voor de medewerkers van het Holland Dance Festival in het dans- en muziekcentrum benodigd die op basis van huur ter beschikking zal worden gesteld.
5.7
Eigen ruimten RO De dirigentenkamer voor de chef-dirigent ligt in de directe nabijheid van de grote concertzaal en (bij voorkeur) niet te ver van de kantoorwerkplekken. De kamer is werk- en verblijfsruimte, maar dient tevens als kleedruimte en is voorzien van een eigen douche en toilet (in de oppervlakte voorzien). De werkkamers voor de orkestmanager en voor de orkestinspecteurs en
X0152.01.01/HD/LAR
- 35 -
30 november 2008/Versie: definitief
–bodes liggen eveneens nabij de concertzaal; ook deze werkruimten hebben een relatie met de overige kantoorwerkplekken van het RO. Omdat de instrumenten eigendom zijn van het RO, zijn de instrumentenbergingen en de berging van flightcases eigen ruimten van het RO. 5.7.1
Slagwerkruimten Het RO beschikt over eigen slagwerkinstrumenten. Gezien de grootte van deze instrumenten moeten deze zo dicht mogelijk bij de concertzaal worden opgeslagen. De instrumentenberging voor groot slagwerk wordt tevens gebruikt als repetitieruimte. Voor klein slagwerk is een aparte opslag en een aparte repetitieruimte aanwezig.
5.7.2
Kantoorwerkplekken RO De overige kantoorwerkplekken liggen in het kantorencluster, waar ook de kantoorwerkplekken van de overige participanten zijn gelegen. Belangrijk is een directe relatie tussen de kantoren van het RO en ‘de werkvloer’. Nabij het podium zijn de (eigen) instrumentenbergingen en een bergruimte voor meubilair en lessenaars, die op het podium worden gebruikt, gesitueerd.
5.8
Ruimten RO, bestemd voor medegebruik
5.8.1
Repetitie-/inspeelruimten De repetities van het voltallige orkest vinden in de concertzaal plaats. Daarnaast heeft het RO de beschikking over 7 – in grootte variërende – repetitieruimten voor orkestsecties. Deze ruimten worden tevens gebruikt als stemkamer. De grote repetitieruimte voor maximaal 60 personen is tevens te gebruiken als inzingruimte voor een koor. Deze ruimten worden op basis van roosterafspraken mede gebruikt door het KC.
5.9
Eigen ruimten GP De eigen ruimten van de GP bestaan uit vooral kantoorwerkplekken. Voor de gastgezelschappen heeft de GP beschikking over een aantal eigen kleedruimten bij de uitvoeringszalen. De kantoorwerkplekken bevinden zich in het kantorencluster.
5.10
Ruimten GP, bestemd voor medegebruik Voor de door GP gecontracteerde gastgezelschappen zijn er 7 kleed- en doucheruimten, voor 6 personen elk, in de nabijheid van de dans-/operazaal. Een extra kleed-/doucheruimte heeft tevens de functie van productiekantoor voor gastgezelschappen. Medegebruik van deze kleed- en doucheruimten is mogelijk. Bij de kleed-doucheruimten moet ook een was- en droogruimte zijn. De jazz-zaal en de bijbehorende ruimten zijn bestemd voor medegebruik. Deze ruimten zijn opgenomen in het surplus.
5.11
Eigen ruimten SEM De eigen ruimten van de SEM bestaan uit vooral kantoorwerkplekken. De kantoorwerkplekken bevinden zich in het kantorencluster.
5.12
Presentatieruimten voor collectie muziekinstrumenten gemeentemuseum Overwogen wordt om een collectie muziekinstrumenten van het Gemeentemuseum op te nemen in de nieuwbouw van het dans- en muziekcentrum. Het spreekt voor zich dat een dergelijke collectie sterke raakvlakken heeft met het aanbod en de activiteiten van vooral het
X0152.01.01/HD/LAR
- 36 -
30 november 2008/Versie: definitief
RO en het KC. Overleg over de presentatieruimten voor de collectie, dat ook een belangrijke publieksfunctie zal hebben, wordt gevoerd met het Gemeentemuseum. Voor de presentatieruimten is 740 m² fno (1.000 m² bvo) opgenomen in het surplusprogramma. Surplus: 2 • Muziekinstrumentenmuseum, 740 m² fno (1.000 m bvo).
X0152.01.01/HD/LAR
- 37 -
30 november 2008/Versie: definitief
6.
RUIMTEBEHOEFTE
6.1
Ruimtebehoefte basisprogramma
Gezamenlijke ruimten KC RO NDT GP Commercieel programma Totaal (excl. comm. prog.)
m² fno 10.734 11.587 2.933 5.487 530 [398] 31.271
m² bvo 14.071 17.432 4.101 7.488 843 [598] 43.935
m³
292.845
NB.: om redenen van beheer en exploitatie zijn sommige ruimten en functies die oorspronkelijk bij één van de participanten behoorden in bovenstaand overzicht opgenomen bij de gezamenlijke ruimten (zie ook het integrale en gezamenlijke ruimtbehoefte-overzicht in de bijlage bij dit rapport)
6.2
Ruimtebehoefte surplus
Gezamenlijke ruimten KC RO NDT GP Muziekinstrumentenmuseum Totaal
6.3
m² fno 599 554 413 740 2.306
m² bvo 931 781 611 999 3.322
m³
20.750
Parkeren Motorvoertuigen Hoewel veel bezoekers door de nabijgelegen voorzieningen gebruik zullen maken van het openbaar vervoer is het parkeren van motorvoertuigen en (brom)fietsen een wezenlijk onderdeel van het programma. Goede parkeervoorzieningen versterken de gastkwaliteit. Fietsparkeren vertegenwoordigt een belangrijke functie voor een onderwijsinstelling als het KC evenals voor de dansers van het NDT. In overleg met de gemeente Den Haag is bepaald dat op basis van het toekomstig gebruik in de directe omgeving van het dans- en muziekcentrum de parkeerbehoefte zal zijn. Samengevat betekent dit dat er op werkdagen (overdag) behoefte is die varieert van 100 tot circa 300 plaatsen. Men dient zich te realiseren dat we bij het vaststellen van de behoefte uitgegaan zijn van een binnenstadslocatie in een van vier grote steden. De hoge tariefstelling zal die behoefte temperen. Voor een regionale voorziening zou de behoefte naar verwachting bij een vergelijkbaar dans- en muziekcentrum hoger zijn. De piek van 300 heeft betrekking op de momenten waarop er middagvoorstellingen of commerciële activiteiten zijn (denk bijv. aan conferenties) die een bezoekersstroom genereren bovenop de aanwezige medewerkers, docenten en artiesten. Tijdens voorstellingen zal
X0152.01.01/HD/LAR
- 38 -
30 november 2008/Versie: definitief
bij volledige bezetting van alle uitvoeringszalen in het dans- en muziekcentrum de parkeerbehoefte ‘s avonds oplopen tot circa 650 plaatsen die in of in de omgeving van het Wijnhavenkwartier beschikbaar moeten zijn. DSO van de gemeente Den Haag zal nader bepalen op welke plaatsen en in welk tijdvenster welke aantallen plaatsen gevonden kunnen worden. Fietsparkeren Vanwege de aanwezigheid van de grote groep studenten van het KC is de behoefte aan fietsparkeren in het dans- en muziekcentrum groot. In tegenstelling het parkeren van motorvoertuigen is voor de stalling van fietsen en bromfietsen ín het programma van eisen fysieke ruimte opgenomen. Immers, fietsenstallingen worden een groot deel van de dag intensief gebruikt door studenten en medewerkers. Er is minder sprake van variatie in het gebruik. Verder is het opnemen van een adequate fietsenstalling in het programma voor een goed functionerende onderwijsinstelling noodzakelijk en gebruikelijk. In totaal is er verdeeld over een kleine en een grote fietsenstalling ruimte voor 600 à 700 fietsen incl. een klein aantal 2 bromfietsen. Dit vergt een ruimte van 860 m bvo. 6.4
Verantwoording berekening oppervlakte en inhoud
6.4.1
Uitvoeringszalen en nabijgelegen ondersteunende ruimten De ruimtebehoefte is bepaald op basis van gebruikseisen, voortvloeiend uit het programmaaanbod, het artistieke beleid, de bezoekersaantallen (kengetallen) en de logistieke en functionele uitgangspunten.
6.4.2
Overige uitvoeringsondersteunende ruimten Hiervan is de ruimtebehoefte bepaald op basis van gebruikseisen, het goed en veilig kunnen werken in de verschillende werkplaatsen, de omvang van de verschillende collecties, materiaal en materieel en logistieke en functionele uitgangspunten.
6.4.3
Publieks-/gastruimten en –voorzieningen De ruimtebehoefte is bepaald op basis van gebruikseisen, bezoekersaantallen (kengetallen), exploitatieoverwegingen en benodigde capaciteiten.
6.4.4
Studio’s, repetitieruimten en overige ruimten voor gezelschappen; zorg- en fitnessruimten Het aantal studio’s is aangevuld met een studio voor educatieve doeleinden en de GP. De afmetingen van de studio’s en kleed- en doucheruimten van het NDT zijn vergroot om de werkbaarheid te verbeteren. Hierbij valt vooral te denken aan het instuderen van choreografieën op speelvlakken die vergelijkbaar zijn met die van de uitvoeringszalen. De afmetingen van de zorg- en fitnessruimten zijn afgestemd op in de eerstelijnszorg en sportaccommodaties gebruikelijke afmetingen.
6.4.5
Ruimten voor het KC De afmetingen van de ruimten voor het KC zijn gebaseerd op educatieve en artistieke uitgangspunten, aantallen toehoorders of bezoekers (kengetallen) en akoestische en functionele eisen en uitgangspunten.
X0152.01.01/HD/LAR
- 39 -
30 november 2008/Versie: definitief
6.4.6
Kantoren en kantoorondersteunende ruimten Voor de bepaling van het aantal werkkamers en werkplekken is de personeelsformatie van de participanten als uitgangspunt genomen. De afmetingen van de ruimten zijn functiegebonden bepaald, met toepassing van NEN-1824, “Ergonomie – Ergonomische eisen voor de oppervlakte van werkplekken”, uitgave 2001. Ook is arbeidsinformatieblad AI 07 geraadpleegd.
6.4.7
Algemeen Afstemming over de ruimtebehoefte heeft plaatsgevonden met de gebruikers, Theateradvies B.V. en Peutz B.V. De ruimten zijn bovendien vergeleken met nu beschikbare ruimten; waar mogelijk zijn afmetingen naar beneden bijgesteld, waar noodzakelijk zijn afmetingen vergroot ten behoeve van werkbaarheid en veiligheid.
X0152.01.01/HD/LAR
- 40 -
30 november 2008/Versie: definitief
7.
AANDACHTSPUNTEN VOOR HET ONTWERP
7.1
Inleiding Het dans- en muziekcentrum wordt een complex waarin een groot aantal functies en voorzieningen zijn ondergebracht. Het deel van de functies is gerelateerd aan de uitvoeringsruimten en de specifieke gebruiksonderdelen van het gebouw. Dit stelt, in sommige gevallen bijzondere, aanvullende eisen aan het gebouw. De belangrijkste aandachtspunten voor het ontwerp hebben betrekking op theatertechniek, logistiek en akoestiek. Daarnaast zijn flexibiliteit, duurzaamheid en toegankelijkheid aandachtpunten.
7.2
Theatertechniek en logistiek Het dans- en muziekcentrum wordt een prettige, veilige en efficiënte werkplek. Om dat te bereiken zal bijzondere aandacht besteed moeten worden aan: • logistiek; • flexibiliteit van de zalen en de in te zetten apparatuur; • functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid van de installaties. Logistiek De logistiek is in het hele complex van onschatbaar belang. In het dans- en muziekcentrum komen meerdere zalen die van buitenaf zeer goed bereikbaar moeten zijn met een aantal vrachtwagens, trailers en busjes tegelijk. Ook binnen het dans- en muziekcentrum zal veel verkeer zijn met decorstukken, grote instrumenten en technische apparatuur. Derhalve zal veel aandacht besteed moeten worden aan een logische indeling, logistieke stromen en de verkeersruimte. Voor de verkeersruimten geldt dat deze hoog en breed genoeg moeten zijn voor het verplaatsen van instrumenten. Flexibiliteit De theatertechnische installaties in de verschillende zalen moeten vooral doelmatig zijn en moeten een flexibel gebruik van de zalen mogelijk maken. Voor een optimale flexibiliteit wordt een deel van de theatertechnische apparatuur mobiel uitgevoerd, zodat uitwisseling van apparatuur tussen zalen vereenvoudigd wordt. Functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid Voorstellingen en concerten worden technisch steeds complexer. Tegelijk worden de voorstellingen met steeds minder mensen opgebouwd en begeleid. Bovendien is de opbouwtijd steeds korter. Dat stelt dus hoge eisen aan de functionaliteit en de gebruiksvriendelijkheid van de zalen en de theatertechnische apparatuur.
7.3
Akoestiek In dit Programma van Eisen zijn naar aanleiding van de discussies met de gebruikers en de door hen gewenste akoestiek het benodigde volume (hoogte) en vloeroppervlak opgenomen voor de diverse muziekruimtes. Het gaat daarbij in de eerste plaats om de zalen: • een concertzaal voor 1.500 bezoekers met een akoestiek geschikt voor de grotere sym3 fonische werken. IJkpunten zijn daarbij een adequaat volume van 20.000 m voor een geschikte nagalmtijd (van ca 2s) en luidheid voor dit gebruik. De zaal heeft balkons die bijdragen aan de ruimtelijkheid van het geluid en de zaal ook gevuld doen lijken bij een
X0152.01.01/HD/LAR
- 41 -
30 november 2008/Versie: definitief
•
•
•
•
mindere bezetting. Het podium bevindt zich goed in het zaalvolume zodat de zaalakoestiek op het podium goed te horen is; een dans/operazaal voor 1.000 tot 1.200 bezoekers met minimaal dezelfde klankontwikkeling (nagalmtijd ca 1,5s) voor muziek als het huidige danstheater. De zaal krijgt daarentegen balkons, die kunnen bijdragen aan de intimiteit van de zaal en de gewenste verstrooiing van het geluid via de zijwanden voor de ruimtelijkheid; een concertzaal met name geschikt voor kamermuziek, kamerorkesten en kleinere emsembles voor (repetities en concerten met beperkte publieke belangstelling) van een symfonieorkest; een theaterzaal geschikt voor opera (nagalmtijd ca 1s) en met gesloten brandscherm voor muziekuitvoeringen. De zaal is ten behoeve van de opera voorzien van een half2 open orkestbak van ca 100 m . Ook deze zaal is voorzien van balkons; ten behoeve van de huisgezelschappen is voorzien in een inzingruimte voor koor van 3 ca 2500 m , die ook geschikt is voor orkestsecties.
Ten behoeve van de overige muziekruimtes en de studio’s is in overleg met de gebruikers (vooral die van het conservatorium) het benodigde vloeroppervlak bepaald. Voorts is zorg gedragen voor een voldoende hoogte, die in verhouding is tot het vloeroppervlak. Met name bij de studioruimtes, maar ook bij de les- en oefenruimtes is daarnaast rekening gehouden met voldoende ruimte voor de ruimteakoestische afwerking. Gezien het beschikbare bouwkavel is het onvermijdelijk dat in het gebouw verschillende muziekruimtes boven elkaar zullen worden gesitueerd. Geluidhinder tussen deze ruimtes dient te worden vermeden. Daartoe is voldoende hoogte en breedte gereserveerd ten behoeve van geluidisolerende constructies. Het is voor de logistiek logisch dat de grote zalen onder in het gebouw zullen worden gesitueerd. Vooralsnog is voldoende ruimte gereserveerd om deze grote ruimtes als volledige geluidgeïsoleerde op trillingisolatoren opgestelde doosconstructies op te stellen. Deze worden in de hoofddraagconstructie, ten behoeve van het bovengelegen conservatorium, geplaatst. Ook voor luidruchtige (slagwerk, elektronische muziek) of zeer geluidgevoelige conservatoriumruimtes (studio’s) is de ruimte voor een dergelijke doos-in-doos constructie gereserveerd. Naast de bovengenoemde zalen en studio’s is in het conservatorium een speciale studio opgenomen voor elektronische/nieuwe muziek. In die ruimte is voldoende hoogte opgenomen voor een luidsprekerplaatsing onder en boven het eigenlijke zaalvolume. Voor de overige muziekruimten is ook voldoende ruimte voor een adequate lucht- en contactgeluidisolatie (zwevende vloeren) gereserveerd. 7.4
Flexibiliteit Flexibiliteit heeft betrekking op zowel terreinniveau (uitbreiding of inkrimping van gebouwen), gebouwniveau (functionaliteit van ruimteverdeling en ruimtegebruik) als op werkplekniveau (gebruik en kwaliteit van werkplekken). Gebouwen moeten als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen, technische vernieuwingen of organisatorische veranderingen kunnen wijzigen. Dat betekent, dat een gebouw flexibel, uitbreidbaar en veranderbaar moet zijn. Praktisch leidt dit tot het principe van scheiding van drager (de gebouwstructuur, het casco) en inbouw (de scheidingswanden en verdere inrichting). De drager wordt ontworpen om gedurende een lange periode, bijvoorbeeld 40 à 50
X0152.01.01/HD/LAR
- 42 -
30 november 2008/Versie: definitief
jaar, in stand te blijven; de inbouw kan voortdurend aan actuele eisen en behoeften worden aangepast. Ook een zonering in het gebouw kan bijdragen aan de flexibiliteit. Naarmate het wijzigen van een gebouw(deel) in verband met aanpassing aan een veranderend gebruik gepaard gaat met minder kosten en minder verbouwtijd wordt een gebouw meer flexibel genoemd. Verhogen van de graad van flexibiliteit kan een verhoging van de investeringskosten betekenen, maar betekent ook een verhoging van de (toekomst)waarde van het gebouw. Investeren in een te grote mate van flexibiliteit betekent dat een deel van de investering nooit rendement zal opleveren (teveel ruimte, te hoge exploitatiekosten, meer onderhoud, te dure verplaatsbare scheidingswanden) en kan leiden tot het niet optimaal functioneren voor het beoogde doel. Voor het realiseren van flexibiliteit moet onderscheid gemaakt worden in de volgende elementengroepen van bouwobjecten: • de draagconstructie; • de installaties; • de ruwe afbouw; • de fijne afbouw. Er moet op worden gelet dat deze onderdelen evenredig bijdragen aan de mate van flexibiliteit en dat deze onderdelen ook in dat opzicht op elkaar worden afgestemd. Flexibiliteit kan worden bevorderd door het gebruik van aspecifieke elementen en materialen. 7.5
Toegankelijkheid Bij een goede toegankelijkheid van het terrein en gebouw ondervinden alle groepen gebruikers en bezoekers in en rond het gebouw zo min mogelijk fysieke belemmeringen. Zij kunnen zich op onafhankelijke en gelijkwaardige wijze op het terrein en in het gebouw verplaatsen. Om deze reden dient het gebouw rolstoeltoegankelijk te zijn en voorzien te worden van voldoende liften. De huisvesting dient in overeenstemming te zijn met de uitgangspunten van het ‘Handboek Toegankelijkheid’.
7.6
Duurzaamheid en milieu Den Haag streeft naar een CO2-neutrale stad in 2050. Dat betekent dat op het Spuiplein energiezuinig en duurzaam gebouwd zal worden. Ook voor het dans- en muziekcentrum streeft de gemeente naar een GPR van minimaal 7. Zowel binnen als buiten het nieuwe complex wordt een duurzame omgeving ontwikkeld. De ontwikkeling van het dans- en muziekcentrum zal een flinke verbetering ten opzichte van de huidige huisvesting van de culturele instellingen betekenen, ten aanzien van onder andere efficiënt ruimtegebruik, gezond en prettig verblijfsklimaat en bouwkundige kwaliteit. De gezamenlijke huisvesting in het nieuwe complex biedt veel betere mogelijkheden voor een flexibeler en intensiever gebruik van de ruimten. Met behulp van een energieneutraal ontwerp en het toepassen van duurzame materialen, kunnen de energie- en exploitatielasten van het nieuwe complex omlaag gebracht worden. De omgeving van het Spuiplein krijgt in de toekomst meer functies, die intensiever gebruikt worden. De intensivering in het culturele programma zal uitnodigen om veel vaker en op alle tijdstippen het Spuiplein te bezoeken. Dit zorgt er onder andere voor dat het draagvlak voor het openbaar vervoer toeneemt.
X0152.01.01/HD/LAR
- 43 -
30 november 2008/Versie: definitief
Als gevolg van de maatregelen in het kader van het verkeerscirculatieplan centrumgebied zal het autoverkeer in de omgeving verminderen en het Spuiplein (deels) autovrij worden. Er wordt ingezet op inpandig en ondergronds parkeren en dubbelgebruik van parkeervoorzieningen, om een zo efficiënt mogelijk gebruik van alle ruimte en een verminderd beslag van de auto op de openbare ruimte te bereiken. Deze maatregelen bieden mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijk ingerichte openbare ruimte en een prettig verblijfsklimaat rondom het Spuiplein, wat het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer verder zal vergroten. In de verdere planvorming wordt nader onderzoek verricht naar de concrete invulling van milieuthema’s als geluid, luchtkwaliteit, afval, natuur, water en bodem. Er zal aansluiting worden gezocht bij nieuwe energietechnieken en ook de mogelijkheden voor (on)diepe geothermie worden betrokken in de verdere uitwerking. Om optimaal te profiteren van de mogelijkheden ten aanzien van duurzaamheid en intensief ruimtegebruik, zal het planproces zoveel mogelijk gebruik moeten maken van het creatieve, oplossende vermogen van de architect(en) en andere betrokken partijen. 7.7
Veiligheid, beveiliging en toegangsbeheer De veiligheid van gebouwen en van de inrichting moet voor de gebruikers te allen tijde gewaarborgd zijn. Veiligheid, beveiliging en toegangsbeheer hebben betrekking op het maximaliseren van het veiligheidsgevoel van personen in het gebouw en op het terrein door het voorkomen van inbreuken op de persoonlijke veiligheid en het voorkomen van, fysieke en psychische, overlast door niet-gewenste bezoekers. Het uitsluiten en/of minimaliseren van de risico’s die door criminaliteit of vandalisme tot schade kunnen leiden aan de eigendommen van de gebruikers en de bezoekers van het complex en voor de bedrijfsprocessen op/in het complex is eveneens van groot belang. Veiligheid in en om een gebouw omvat met name: • brandveiligheid; • toegangsbeveiliging c.q. beveiliging tegen inbraak en diefstal; • gebruiksveiligheid en • sociale veiligheid (bijv. voldoende (terrein-)verlichting en cameratoezicht ’s avonds). Voor brandveiligheid wordt verwezen naar de geldende wet- en regelgeving; tevens zullen er in de ontwerpfase in overleg met de lokale brandweer nadere eisen geformuleerd worden. Het gaat niet alleen om het nemen van organisatorische maatregelen, er zullen ook ruimtelijke, bouwtechnische en installatietechnische maatregelen getroffen moeten worden om de veiligheid in het gebouw te optimaliseren. Ruimtelijke maatregelen hebben betrekking op zonering en compartimentering, de overzichtelijkheid van het gebouw en het in goede banen leiden van de verkeersstromen. De essentie hiervan is het aanbrengen van overzichtelijkheid en het beperken van verkeersstromen in gebouwen en op terreinen, om daarmee risico's van inbraak, diefstal, fraude en calamiteiten te beperken. Hulpmiddel daarbij kan zijn het aanbrengen van een ruimtelijke zonering, opdat de meest risicovolle locaties het moeilijkst te bereiken zijn voor onbevoegden. Door voldoende aandacht hiervoor in het ontwerp kunnen kosten bespaard worden, omdat een zorgvuldig gekozen ruimtelijke indeling de omvang van aanvullende (dure) technische systemen of bewaking kan beperken.
X0152.01.01/HD/LAR
- 44 -
30 november 2008/Versie: definitief
Bouwtechnische maatregelen hebben betrekking op de brandwerendheid van het gebouw en de toegepaste materialen, op de inbraakwerendheid en op de afmetingen en logische situering van de vluchtwegen in het gebouw. Deze maatregelen zijn enerzijds bedoeld om de kans te verkleinen dat zich bepaalde gebeurtenissen voordoen. Het accent ligt daarbij op preventieve maatregelen op het gebied van brandveiligheid en inbraakbeveiliging. Anderzijds zijn de maatregelen bedoeld om de gevolgen van een gebeurtenis te beperken. Daarbij kan gedacht worden aan zowel persoonlijke letsel (vluchtwegen, brandwerendheid van wanden, deuren en kozijnen), als aan materiële schade en immateriële schade. De installatietechnische maatregelen hebben vooral betrekking op preventie, signalering, registratie, beheersing, alarmering en zelfs "ingrijpen", zoals blussen. Dit zijn maatregelen die de veiligheid vergroten door toepassing van diverse soorten technische beveiligingssystemen. In het algemeen dienen deze maatregelen ter ondersteuning van organisatorische, ruimtelijke en bouwtechnische maatregelen. Toepassing ervan moet zorgvuldig worden overwogen, omdat de kosten ervan hoog kunnen oplopen. Voor de beveiliging zal in het ontwerp van het dans- en muziekcentrum een evenwichtige keuze gemaakt moeten worden uit technische en organisatorische maatregelen tot beveiliging, recht doend aan risico’s van schade voor de gebruikers van het gebouw en aan het gebouw zelf. 7.8
Kunst Conform het beleid van de gemeente Den Haag wordt in de investeringskostenraming een bedrag opgenomen van circa € 200.000,- voor het realiseren van kunst in het dans- en muziekcentrum.
X0152.01.01/HD/LAR
- 45 -
30 november 2008/Versie: definitief
8.
SLOTWOORD Het ruimtelijk-functioneel programma van eisen markeert een belangrijk moment in het ontwikkelingsproces van het dans- en muziekcentrum. De definitiefase kan bij instemming met dit resultaat afgesloten worden. In een volgend stadium zal een verdere uitwerking in een technisch programma van eisen als opmaat dienen voor het ontwerpproces. Hoewel men dan aanlandt op een gedetailleerder niveau, dient men de ambities voor het dans- en muziekcentrum niet uit het oog te verliezen. Bij de technische uitwerking en bij het ontwerp worden de ambities ‘gematerialiseerd’. Over thema’s als allure, gastkwaliteit, flexibiliteit en duurzaamheid worden juist in die fase belangrijke keuzes gemaakt die bepalend zijn voor het resultaat in 2018.
X0152.01.01/HD/LAR
- 46 -
30 november 2008/Versie: definitief
Bijlagen
BIJLAGE I
X0152.01.01/HD/LAR
RUIMTEPROGRAMMA
30 november 2008/Versie: definitief
PRC B.V. Projectmanagement - Research - Consultancy
RUIMTEBEHOEFTE-OVERZICHT DANS- EN MUZIEKCENTRUM Uitvoeringszalen en nabijgelegen ondersteunende ruimten aantal
ruimtesoort
m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik
400
1,35
540
KC
medegebruik
opmerkingen ≥350 bezoekers; zaal 10,00 m. (?) hoog, geen balkon; daglichttoetreding in zaal gewenst
vrije hoogte
bruto hoogte
volume begane grond
KC1
1
theaterzaal, excl. omloop (theatergang), excl. voortoneel
400
10,00 m
11,00 m
5.940,0 m³
KC2
1
regieruimte theaterzaal (3,00 x 6,00 m)
18
18
1,50
27
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
81,0 m³
KC16a
1
opname- en montageruimte (beeld en geluid) theaterzaal
20
20
1,65
33
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
KC3
1
voortoneel
16
16
1,00
16
KC
medegebruik
zie maatschets
10,00 m
11,00 m
176,0 m³
KC4
[1]
toneel; speelvlak 12 m breed, 12 m diep
[144]
[144]
1,00
[144]
KC
medegebruik
zie maatschets
KC x1
1
toneel; totale oppervlakte
348
348
1,25
435
KC
medegebruik
zie maatschets; rollenzolder?
22,50 m
25,00 m
10.875,0 m³
KC5
1
zijtoneel links, breedte 4,00 m, diepte 14,60 m
58
58
1,25
73
KC
medegebruik
zie maatschets
8,00 m
8,80 m
642,4 m³
KC6
1
zijtoneel rechts, breedte 8,50 m, diepte 14,60 m
124
124
1,25
155
KC
medegebruik
zie maatschets
8,00 m
8,80 m
1.364,0 m³
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
KC
medegebruik
zie maatschets
106
106
1,25
133
KC
medegebruik
zie maatschets
2,60 m
3,00 m
399,0 m³
KC7 KC8
P.M. achtertoneel 1
orkestbak
228,6
volume overig
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
KC
medegebruik
KC x3
1
opslagruimte ter grootte van speelvlak
144
144
1,25
180
KC
medegebruik
tevens te gebruiken als stoelenberging?
3,20 m
3,60 m
648,0 m³
KC9
1
kleed-/doucheruimten dames / meisjes (cluster)
60
60
1,50
90
KC
medegebruik
tevens t.b.v. (kleine) concertzaal
2,60 m
3,00 m
270,0 m³
KC10
1
kleed-/doucheruimten heren / jongens (cluster)
60
60
1,50
90
KC
medegebruik
tevens t.b.v. (kleine) concertzaal
2,60 m
3,00 m
270,0 m³
KC14
1
concertzaal, inclusief podium
507
507
1,35
684
KC
medegebruik
500 bezoekers; zaal 15,00 m (12,00 m?) hoog; daglichttoetreding in zaal gewenst; balkon(s)?
15,00 m
16,50 m
11.286,0 m³
KC15
1
regieruimte concertzaal (3,00 x 6,00 m, tevens lesruimte, waardoor 50 m²)
50
50
1,65
83
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
249,0 m³
KC16b
1
opname- en montageruimte (beeld en geluid) concertzaal
20
20
1,65
33
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
ca. 100 bezoekers; zaalhoogte 7,00 m; daglichttoetreding gewenst
7,00 m
7,70 m
2.140,6 m³
KC x2
P.M. ondertoneel
KC17
1
recitalzaal; podium 5,50 m x 8,00 m
KC19a
1
KC19b
1 1
instrumentenberging overige instrumenten
KC19c KC x5
185
185
1,50
278
KC
instrumentenberging slagwerk
40
40
1,25
50
KC
goed bereikbaar vanuit theaterzaal en (kleine) concertzaal
2,60 m
3,00 m
150,0 m³
instrumentenberging concertvleugels
20
20
1,25
25
KC
goed bereikbaar vanuit theaterzaal en (kleine) concertzaal
2,60 m
3,00 m
75,0 m³
2,60 m
3,00 m
150,0 m³
14,00 m
17,00 m
10.489,0 m³
P.M. opslag licht- en geluidsapparatuur
medegebruik
studio voor opnames vanuit de concertzaal; beide ruimten naast/nabij elkaar
40
40
1,25
50
KC
goed bereikbaar vanuit theaterzaal en (kleine) concertzaal
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
RO
centrale opslag?
1,35
617
NDT
medegebruik
NDT1
1
dans-/operazaal, 1.000 bezoekers
457
457
NDT1a
1
balkons dans-/operazaal
196
196
1,00
196
NDT
medegebruik
aantal bezoekers 1.000, incl. balkon; zaalhoogte 14,00 m; daglichttoetreding in zaal gewenst; aparte ruimte voor rolstoelgebruikers?
NDT2
1
voortoneel
18
18
1,00
18
NDT
medegebruik
zie maatschets
14,00 m
17,00 m
306,0 m³
NDT x4
1
orkestbak
119
119
1,25
149
NDT
medegebruik
zie maatschets
2,60 m
3,00 m
447,0 m³
NDT x7
1
stoelenberging
3,20 m
3,60 m
360,0 m³
NDT3
1
toneel; speelvlak 20 (?) m breed, 15,5 m diep
NDT x1
1
NDT4
1
NDT5
1
80
80
1,25
100
NDT
medegebruik
[310]
[310]
1,00
[310]
NDT
medegebruik
zie maatschets
toneel; totale oppervlakte
504
504
1,25
630
NDT
medegebruik
zie maatschets
27,00 m
29,70 m
18.711,0 m³
zijtoneel; breedte 20,00m, diepte 18,00 m
360
360
1,25
450
NDT
medegebruik
zie maatschets
9,50 m
10,50 m
4.725,0 m³
zijtoneel; breedte 10,00 m, diepte 18,00 m
180
180
1,25
225
NDT
medegebruik
zie maatschets
9,50 m
10,50 m
2.362,5 m³
NDT1c
[1]
uitbreiding tot volwaardig zijtoneel
[180]
[180]
1,25
[225]
NDT
medegebruik
In surplus
NDT6
1
achtertoneel; breedte 24 m, diepte 15 m
360
360
1,25
450
NDT
medegebruik
zie maatschets
9,50 m
10,50 m
4.725,0 m³
NDT x2
1
ondertoneel ter grootte van speelvlak
310
310
1,00
310
NDT
tevens opslag?
2,60 m
3,00 m
930,0 m³
NDT x3
3
regiecabines zaal (2) en company box (1)
24
72
1,65
119
NDT
medegebruik
2,60 m
3,00 m
357,0 m³
NDT8
2
kleedkamers met lockers t.b.v.orkest
68
136
1,50
204
NDT
medegebruik
per kleedkamer 1 doucheruimte(?); toiletten in de nabijheid
2,60 m
3,00 m
612,0 m³
NDT10
2
groepskleedkamers (quick change rooms)
24
48
1,50
72
NDT
medegebruik
elke ruimte t.b.v. 6 personen
2,60 m
3,00 m
216,0 m³
GP6
7
kleed- en doucheruimten gastgezelschappen
24
168
1,50
252
GP
medegebruik
t.b.v. GP; elke ruimte t.b.v. 6 personen
2,60 m
3,00 m
756,0 m³
GP x1
1
kleed- en doucheruimte / productiekantoor gastgezelschappen
24
24
1,50
36
GP
medegebruik
2,60 m
3,00 m
108,0 m³
GP x2
1
was- en droogruimte gastgezelschappen
10
10
1,25
13
GP
medegebruik
2,60 m
3,00 m
39,0 m³
NDT12
1
grimeruimte voor 4 personen, kapsters en costumières
40
40
1,50
60
NDT
medegebruik
2,60 m
3,00 m
180,0 m³
NDT13
1
inspiciëntenkamer
14
14
1,65
23
NDT
medegebruik
NDT14
8
rustkamers
6
48
1,65
79
NDT
GP14
1
verblijfsruimte gasttechnici
20
20
1,65
33
GP
GP15
3
volgspotcabine
6
18
1,50
27
GP
2,60 m
3,00 m
69,0 m³
2,60 m
3,00 m
237,0 m³
medegebruik
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
medegebruik
2,60 m
3,00 m
81,0 m³
2,60 m
3,00 m
138,0 m³
1-persoons kamers met rustbank/bed
46
GP
medegebruik
nabij toneel dans-/operazaal; aanvullend op werkruimten NDT57 en NDT60 (zie kantoren)
1,65
40
GP
medegebruik
inclusief lockers
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
1,65
165
gezamenlijk
uniform uitrusten ten behoeve van flexibel gebruik bij uitvoeringszalen
2,60 m
3,00 m
495,0 m³
1,50
413
gezamenlijk
2500 m³
7,00 m
7,70 m
3.180,1 m³
784
1,35
1058
RO
medegebruik
20,00 m
23,00 m
24.334,0 m³
196
1,00
196
RO
medegebruik
28
GP18
1
werkruimte toneelmeesters en theatertechnici
28
GP20
1
kleed-/doucheruimte toneelmeesters en theatertechnici
24
24
ALLEN
5
dirigenten- en solistenkamer
20
100
ALLEN
1
inzingruimte koor / repetitieruimte orkestsectie 60p.
275
275
RO1
1
concertzaal, 1.500 bezoekers
784
RO1a
1
balkons concertzaal
196
1,65
aantal bezoekers is 1.500 (zaal en balkon(s); zaalhoogte 20 m.
RO x4
1
symfonisch orgel, incl. machinekamer
40
40
1,35
54
RO
medegebruik
hoogte 11 m.
11,00 m
12,00 m
648,0 m³
RO2
1
podium; speelvlak circa 18 m breed, 12 m diep
216
216
1,35
292
RO
medegebruik
oppervlakte afhankelijk van vorm en gebruik podium
20,00 m
23,00 m
6.716,0 m³
RO3
2
stoelenberging voor (alle) zaalstoelen
90
180
1,25
225
RO
medegebruik
RO x1
1
regieruimte en zaalversterking
32
32
1,65
53
RO
medegebruik
regieruimte met montageruimten; zicht op dirigent, orkest en zaal
RO x2
2
editing- of montageruimte beeld en geluid
20
40
1,65
66
RO
medegebruik
combineren met regiecabine; zicht op dirigent, orkest en zaal
2,60 m
3,00 m
675,0 m³
2,60 m
3,00 m
159,0 m³
2,60 m
3,00 m
198,0 m³
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
RO
medegebruik
in bruto/nuttig-factor
RO9
7
repetitieruimte, tevens stemkamer orkestsecties
57
399
1,50
599
RO
medegebruik
spraakverstaanbaarheid
4,50 m
5,00 m
2.995,0 m³
RO10a
2
kleedruimte orkest; per kleedkamer 2 doucheruimten, 1 toilet
75
150
1,50
225
RO
medegebruik
lockers in kleedruimte; toiletten in de nabijheid
2,60 m
3,00 m
675,0 m³
RO10b
2
kleedruimte koor; per kleedkamer 2 doucheruimten, 1 toilet
53
106
1,50
159
RO
medegebruik
lockers in kleedruimte; toiletten in de nabijheid
2,60 m
3,00 m
477,0 m³
RO11
1
dirigentenkleedkamer, incl. kleed- en douchegelegenheid
30
30
1,65
50
RO
ook te gebruiken door dirigent kleine zaal(?)
2,60 m
3,00 m
150,0 m³
RO13
1
kleedkamer concertmeesters (2 personen)
24
24
1,65
40
RO
ook te gebruiken door dirigent kleine zaal(?)
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
RO15
1
werkkamer orkestmanager
24
24
1,65
40
RO
nabij podium en werkkamer voor orkestinspecteurs en -bodes; ook relatie met kantorencluster
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
RO16
1
4-persoons werkkamer orkestinspecteurs en -bodes
32
32
1,65
53
RO
nabij podium en werkkamer voor orkestmanager
2,60 m
3,00 m
159,0 m³
RO20
1
instrumentenberging vleugels
20
20
1,25
25
RO
nabij podium; geklimatiseerd
2,60 m
3,00 m
75,0 m³
RO21
1
instrumentenberging lage strijkers
20
20
1,25
25
RO
t.b.v. circa 20 instrumenten (cello's, contrabassen)
2,60 m
3,00 m
75,0 m³
RO22
1
instrumentenberging harpen
8
8
1,25
10
RO
t.b.v. circa 5 harpen
2,60 m
3,00 m
30,0 m³
RO23
1
instrumentenberging groot slagwerk tevens studieruimte
156
156
1,25
195
RO
2,60 m
3,00 m
585,0 m³
RO24
1
instrumentenberging kleine instrumenten (lockers)
20
20
1,25
25
RO
2,60 m
3,00 m
75,0 m³
1
instrumentenberging klein slagwerk tevens studieruimte
2,60 m
3,00 m
270,0 m³
RO4
RO x6 RO x3
P.M. omloop rondom podium en zaal
P.M. opslag licht- en geluidsapparatuur
X0152.01.01 / Integrale ruimtenlijst dans- en muziekcentrum versie 19-11-2008
50
50
1,80
90
RO
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
RO
Datum: 15-4-2009
medegebruik
circa 80 kleine instrumenten in lockers
centrale opslag?
Blad 1 van 8
PRC B.V. Projectmanagement - Research - Consultancy
RUIMTEBEHOEFTE-OVERZICHT DANS- EN MUZIEKCENTRUM GP7
[1]
jazz-zaal, podium 6,50 x 10,00 m (als 'blue note')
300
[300]
1,45
[435]
GP
medegebruik
250 bezoekers; balkon gewenst; zaal in surplus
GP8
[2]
GP10
[2]
kleed- en doucheruimten
24
[48]
1,65
[79]
GP
medegebruik
t.b.v. GP; elke ruimte t.b.v. 8 personen; in surplus
solistenkamer (geluiddicht), incl. douche en toilet
20
[40]
1,65
[66]
GP
medegebruik
elke kamer max. 2 personen; in surplus
ALLEN
1
artiestenfoyer / orkestbar
66
66
1,45
96
gezamenlijk
tevens gebruikt als orkestbar
NDT/RO
1
'green room'
68
68
1,45
99
99
8486
NDT/RO
gezamenlijk
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik
4,00 m
4,50 m
432,0 m³
2,60 m
3,00 m
297,0 m³
2,60 m
3,00 m
225,0 m³
2,60 m
3,00 m
114,0 m³
11377
Overige uitvoeringsondersteunende ruimten aantal
ruimtesoort
P.M. decoropslag
KC/NDT
m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
gezamenlijk
opmerkingen opslag elders buiten gebouw
RO25
1
berging flightcases
60
60
1,25
75
RO
GP
1
berging flightcases gastorkest
30
30
1,25
38
GP
medegebruik
RO26
1
berging meubilair en lessenaars
60
60
1,25
75
RO
medegebruik
bij concertzaal
2,60 m
3,00 m
225,0 m³
KC126
1
hoofd elektronische werkplaats / lesruimte
20
20
1,65
33
KC
medegebruik
situering nabij Instituut voor Sonologie en Art of Sound en studio's KC
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
medegebruik
situering nabij Instituut voor Sonologie en Art of Sound en studio's KC of 'centraal'?
2,60 m
3,00 m
297,0 m³
situering nabij Instituut voor Sonologie en Art of Sound en studio's KC
1
KC127
werkplaats elektrotechniek en elektronica (algemeen)
60
60
1,65
99
KC
KC128
1
opslag t.b.v. werkplaats elektrotechniek en elektronica
36
36
1,25
45
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
KC
1
werkplaats houtbewerking (incl. opslag)
120
120
1,35
162
KC
medegebruik
4,00 m
4,50 m
729,0 m³
KC
1
werkplaats metaalbewerking (incl. opslag)
120
120
1,35
162
KC
medegebruik
4,00 m
4,50 m
729,0 m³
NDT
1
kostuumatelier, was- en verfkeuken, paskamer
270
270
1,45
392
NDT
medegebruik
2,60 m
3,00 m
1.176,0 m³
KC/NDT
1
opslag kostuums en rekwisieten
390
390
1,25
488
NDT/KC
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
1.464,0 m³
ALLEN
1
opslag lichtapparatuur
175
175
1,25
219
gezamenlijk
(eventueel) opslitsen per zaal
2,60 m
3,00 m
657,0 m³
ALLEN
1
opslag geluidsapparatuur
125
125
1,25
156
gezamenlijk
(eventueel) opslitsen per zaal
2,60 m
3,00 m
468,0 m³
4
dimmerruimte per zaal
2,60 m
3,00 m
150,0 m³
ALLEN
P.M. centraal magazijn
ALLEN
1
ALLEN
expeditieruimte
10
40
1,25
50
gezamenlijk
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
gezamenlijk
160
160
1,25
200
gezamenlijk
135,0 m³
3,20 m
3,60 m
720,0 m³
GP, NDT, RO
1
loading dock / dock shelter, 20,00 m breed, 20,00 m diep
400
400
1,00
400
gezamenlijk
opstelruimte voor 3 trailers en 1 geklimatiseerde vrachtwagen (GP, NDT en RO)
4,00 m
4,50 m
1.800,0 m³
KC
1
loading dock / dock shelter, 5,00 m breed, 20,00 m diep
100
100
1,00
100
gezamenlijk
opstelruimte voor 1 trailer/vrachtwagen (KC)
4,00 m
4,50 m
450,0 m³
ALLEN
1
loading dock / dock shelter, 5,00 m breed, 20,00 m diep
100
100
1,00
100
gezamenlijk
opstelruimte voor 1 trailer/vrachtwagen (horeca)
4,00 m
4,50 m
450,0 m³
20
X0152.01.01 / Integrale ruimtenlijst dans- en muziekcentrum versie 19-11-2008
2266
2794
Datum: 15-4-2009
Blad 2 van 8
PRC B.V. Projectmanagement - Research - Consultancy
RUIMTEBEHOEFTE-OVERZICHT DANS- EN MUZIEKCENTRUM
Publieks-/gastruimten en -voorzieningen aantal
ruimtesoort
m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
ALLEN
1
atrium / centrale hal / entree'plein' t.b.v. (max.) 2.000 bezoekers gelijktij
1200
1200
ALLEN
1
- kassagebied
64
64
ALLEN
1
- kleine (open) podia
P.M.
P.M.
KC
1
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik
1320
gezamenlijk
1,25
80
gezamenlijk
P.M.
P.M.
gezamenlijk
1,10
opmerkingen (visuele) relatie met foyergebied
7,00 m
7,70 m
10.164,0 m³
2,60 m
3,00 m
240,0 m³
- theatercafé ('Starbucks+') / kleinkunstcafé
117
[117]
1,50
[176]
commerciële programmering
gelijktijdig aantal bezoekers: 100; comm. progr.
- restaurant (incl. keuken, opslag etc.)
150
[150]
1,50
[225]
commerciële programmering
gelijktijdig aantal bezoekers: 70; comm. progr.
- winkel t.b.v. merchandising dans- en muziekcentrum
74
[74]
1,50
[111]
commerciële programmering
volledig commercieel?
- internetcafé
57
[57]
1,50
[86]
commerciële programmering
foyer t.b.v. theaterzaal KC, incl. buffetruimte
305
305
1,25
381
gezamenlijk
foyers opdeelbaar en op verschillende niveaus; (visuele) relatie met atrium
4,00 m
4,50 m
1.714,5 m³
KC
1
foyer t.b.v. kleine concertzaal KC, incl. buffetruimte
435
435
1,25
544
gezamenlijk
foyers opdeelbaar en op verschillende niveaus; (visuele) relatie met atrium
4,00 m
4,50 m
2.448,0 m³
NDT
1
foyer dans-/operazaal, incl. buffetruimte
870
870
1,25
1088
gezamenlijk
foyers opdeelbaar en op verschillende niveaus; (visuele) relatie met atrium
4,00 m
4,50 m
4.896,0 m³
foyers opdeelbaar en op verschillende niveaus; (visuele) relatie met atrium
4,00 m
4,50 m
7.339,5 m³
RO
1
foyer grote concertzaal, incl. buffetruimte
1305
1305
1,25
1631
gezamenlijk
ALLEN
1
opslagruimte meubilair (stoelen, tafels, etc.); t.b.v. foyers
250
250
1,25
313
gezamenlijk
3,20 m
3,60 m
1.126,8 m³
ALLEN
2
VIP-room, max. 20 personen
50
100
1,65
165
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
495,0 m³
ALLEN
4
ontvangstruimte, 50 personen
100
400
1,50
600
gezamenlijk
schakelbaar; deels in foyer?
3,20 m
3,60 m
2.160,0 m³
ALLEN
2
ontvangstruimte, 100 personen
150
300
1,45
435
gezamenlijk
schakelbaar; deels in foyer?
3,20 m
3,60 m
1.566,0 m³
opgenomen in oppervlakte foyers; buffetruimte t.b.v. ontvangstruimten in b/n-factor
ALLEN
P.M. buffetruimte t.b.v. foyers (totaal, vast en mobiel)
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
gezamenlijk
ALLEN
1
linnenkamer Horeca (t.b.v. buffetten en bedrijfsrestaurant)
40
40
1,45
58
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
174,0 m³
ALLEN
1
serviesopslag Horeca (t.b.v. buffetten en bedrijfsrestaurant)
40
40
1,45
58
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
174,0 m³
ALLEN
1
spoelkeuken (t.b.v. buffetten en bedrijfsrestaurant)
60
60
1,45
87
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
261,0 m³
ALLEN
1
personeelsruimte Horeca (t.b.v. buffetten en bedrijfsrestaurant)
80
80
1,50
120
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
360,0 m³
ALLEN
1
garderobe publiek (alle zalen)
235
235
1,25
294
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
[1]
garderobe publiek (jazz-zaal)
25
[25]
1,25
[31]
gezamenlijk
4,50 m
5,00 m
7.830,0 m³
3,20 m
3,60 m
500,4 m³
2,60 m
3,00 m
864,0 m³
3,00 m
216,0 m³
21
5684
882,0 m³
in surplus
7174
Studio's, repetitieruimten en overige ruimten voor gezelschappen; zorg- en fitnessruimten m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik
studio
270
1080
NDT
medegebruik
aantal
ruimtesoort
opmerkingen
1,45
1566
[270]
1,45
[392]
NDT
medegebruik
96
1,45
139
NDT
medegebruik
24
192
1,50
288
NDT
elk t.b.v. 6 personen (NDT I en II); nabij studio's
24
[48]
1,50
[72]
NDT
elk t.b.v. 6 personen (NDT III); nabij studio's
48
1,50
72
NDT
elk t.b.v. 6 personen (repetitors); nabij studio's
2,60 m
1,25
13
NDT
2,60 m
3,00 m
39,0 m³
1,45
287
NDT
afspraken nodig m.b.t. medegebruik leerlingen en studenten KC
3,20 m
3,60 m
1.033,2 m³
NDT
3,20 m
3,60 m
414,0 m³
NDT21
4
NDT22
[1]
studio (t.b.v. NDT III)
270
NDT23
1
studio t.b.v. Educatie en GP
96
NDT24
8
kleed- en doucheruimte NDT I en NDT II
NDT25
[2]
kleed- en doucheruimte (t.b.v. NDT III)
NDT26
2
kleed- en doucheruimte
24
NDT27
1
was- en droogruimte
10
10
NDT
1
fitnessstudio t.b.v. krachttraining, pilates etc.; incl. kleed-/douche
198
198
NDT
1
therapeutisch (zwem)bad (68 m²) en sauna/jacuzzi (24 m²)
NDT
1
omkleedruimte
92
92
1,25
115
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
medegebruik medegebruik
in surplus
medegebruik
KC
1
spreek-/behandelruimte arts en diëtist
22
22
1,50
33
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
NDT
1
ruimte voor fysiotherapie, mensendieck en alexandertherapie
36
36
1,50
54
NDT
medegebruik
2,60 m
3,00 m
162,0 m³
NDT x5
1
rookruimte voor dansers
12
12
1,45
17
NDT
2,60 m
3,00 m
51,0 m³
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
RO x7
P.M. ontvangst- en repetitieruimte gastorkesten
22
X0152.01.01 / Integrale ruimtenlijst dans- en muziekcentrum versie 19-11-2008
1786
gezamenlijk
2584
Datum: 15-4-2009
Blad 3 van 8
PRC B.V. Projectmanagement - Research - Consultancy
RUIMTEBEHOEFTE-OVERZICHT DANS- EN MUZIEKCENTRUM School voor Jong Talent aantal
ruimtesoort
m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik
opmerkingen
KC22
2
leslokalen groepen 7 en 8
42
84
1,50
126
KC
groepsgrootte max. 20 leerlingen
2,80 m
3,00 m
378,0 m³
KC23
1
leslokaal brugklas
62
62
1,50
93
KC
groepsgrootte max. 30 leerlingen
2,80 m
3,00 m
279,0 m³
KC24
3
leslokalen VO
54
162
1,50
243
KC
groepsgrootte max. 25 leerlingen
2,80 m
3,00 m
729,0 m³
2,80 m
3,00 m
567,0 m³
KC25
[1]
leslokalen VO
54
[54]
1,50
[81]
KC
groepsgrootte max. 25 leerlingen; in surplus
KC26
3
leslokalen VO
42
126
1,50
189
KC
groepsgrootte max. 20 leerlingen
KC27
[1]
leslokalen VO
42
[42]
1,50
[63]
KC
groepsgrootte max. 20 leerlingen; in surplus
KC28
1
handvaardigheidslokaal / atelier
80
80
1,50
120
KC
groepsgrootte max. 20 leerlingen
2,80 m
3,00 m
360,0 m³
KC29
1
BiNaS-lokaal
64
64
1,50
96
KC
groepsgrootte max. 20 leerlingen
2,80 m
3,00 m
288,0 m³
KC30
2
kleine groepsruimten
15
30
1,65
50
KC
groepsgrootte 5 leerlingen
2,80 m
3,00 m
150,0 m³
KC31
1
leerplein
57
57
1,45
83
KC
max. 20 werkplekken
2,80 m
3,00 m
249,0 m³
1
ruimte voor remedial teaching
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
KC32 KC33
P.M. gymzaal
16
16
1,65
26
KC
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
KC
gebruik fitnessruimte of extern
KC34
1
werkkamer directeur School voor Jong Talent
20
20
1,65
33
KC
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
KC35
1
werkkamer coördinator basisschool
16
16
1,65
26
KC
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
KC37
1
werkkamer coördinator muziek
16
16
1,65
26
KC
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
KC38
1
werkkamer coördinator audities
24
24
1,65
40
KC
incl. opslagruimte
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
KC39
1
werkkamer, 3-persoons, afd.-coörd. en coörd. KABK
36
36
1,65
59
KC
2 vaste, 1 wisselwerkplek; incl. bespreekruimte
2,60 m
3,00 m
177,0 m³
KC40
1
werkkamer secretariaat
28
28
1,65
46
KC
met receptiebalie en wachtruimte voor bezoekers
2,60 m
3,00 m
138,0 m³
KC41
2
spreekkamers
10
20
1,65
33
KC
oudergesprekken en mentoroverleg, 3 à 4 pers.
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
KC42
1
personeels-/pauzeruimte
84
84
1,65
139
KC
t.b.v. 30 pers.; incl. 6 computerwerkplekken
2,80 m
3,00 m
417,0 m³
KC54
1
bibliotheek / mediatheek
32
32
1,50
48
KC
samen met Dansvakopleiding
2,60 m
3,00 m
144,0 m³
4,50 m
5,00 m
3.585,0 m³
25
957
1476
Dansvakopleiding aantal
ruimtesoort
m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik
opmerkingen
KC43
2
dansstudio
239
478
1,50
717
KC
medegebruik
vrije hoogte ≥ 4,80 m; 6 m² ruimte voor vleugel; studio's voorzien van observatieruimte (balkon?)
KC44
1
dansstudio
187
187
1,50
281
KC
medegebruik
vrije hoogte ≥ 4,80 m; 6 m² ruimte voor vleugel
4,50 m
5,00 m
1.405,0 m³
KC45
3
dansstudio
142
426
1,50
639
KC
medegebruik
vrije hoogte ≥ 4,80 m; studio's schakelbaar; 6 m² ruimte voor vleugel; ook voor presentaties / info
4,50 m
5,00 m
3.195,0 m³
KC46
[1]
dansstudio
187
[187]
1,50
[281]
KC
medegebruik
vrije hoogte ≥ 4,80 m; 6 m² ruimte voor vleugel; studio in surplus
KC47
6
kleed- en doucheruimten
57
342
1,50
513
KC
medegebruik
t.b.v. leerlingen
2,60 m
3,00 m
1.539,0 m³
KC48
1
balletwinkel (uitgifte voor KC)
18
18
1,50
27
KC
indien dergelijke voorziening in commercieel programma dan deze ruimte daarin integreren
2,60 m
3,00 m
81,0 m³
KC49
1
videoruimte
48
48
1,50
72
KC
ook te gebruiken als lesruimte voor max. 24 ll.
2,60 m
3,00 m
KC55
1
kantine / foyer (t.b.v. leerlingen basisschool)
60
60
1,35
81
KC
met SvJT; als foyer bij danstudio's, bij gebruik met publiek. VOleerl. naar bedrijfsrestaurant?
2,80 m
3,00 m
KC56
1
werkkamer directeur dansvakopleidingen
20
20
1,65
33
KC
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
KC57
1
werkkamer adj.-dir. / coördinator dansvakopleidingen
16
16
1,65
26
KC
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
KC59
2
kleed-/doucheruimten balletdocenten
10
20
1,65
33
KC
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
19
X0152.01.01 / Integrale ruimtenlijst dans- en muziekcentrum versie 19-11-2008
1615
216,0 m³ 243,0 m³
2422
Datum: 15-4-2009
Blad 4 van 8
PRC B.V. Projectmanagement - Research - Consultancy
RUIMTEBEHOEFTE-OVERZICHT DANS- EN MUZIEKCENTRUM Muziekvakonderwijs aantal
ruimtesoort
m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik
opmerkingen
KC60
1
studio (klassieke muziek)
180
180
1,50
270
KC
medegebruik
hoogte 7 m
7,00 m
7,70 m
2.079,0 m³
KC61
1
studio (klassieke muziek, oude muziek)
140
140
1,50
210
KC
medegebruik
t.b.v. lessen en examens, hoogte 7 m
7,00 m
7,70 m
1.617,0 m³
KC62
3
studio (jazz, oude muziek)
120
360
1,50
540
KC
medegebruik
hoogte 7 m
7,00 m
7,70 m
4.158,0 m³
KC63
1
studio t.b.v. slagwerk
100
100
1,50
150
KC
medegebruik
akoestisch droge ruimte, hoogte 7 m
7,00 m
7,70 m
1.155,0 m³
KC64
2
ensembleruimte
60
120
1,50
180
KC
medegebruik
hoogte 5m
5,00 m
5,50 m
990,0 m³
KC65
2
combo-/ensembleruimten
60
120
1,50
180
KC
medegebruik
hoogte 5m
5,00 m
5,50 m
990,0 m³
KC66
44
leskamers, klein
20
880
1,65
1452
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
4.356,0 m³
KC67
32
leskamers, middel
32
1024
1,65
1690
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
5.070,0 m³
KC68
8
leskamers, groot
50
400
1,50
600
KC
medegebruik
2,80 m
3,00 m
1.800,0 m³
KC69
[6]
leskamers, klein
20
[120
1,65
[198]
KC
in surplus
KC70
[3]
leskamers, middel
32
[96]
1,65
[158]
KC
in surplus
KC71
[2]
leskamers, groot
50
[100]
1,50
[150]
KC
in surplus
KC72
36
studieruimten, klein
14
504
1,65
832
KC
2,60 m
3,00 m
2.496,0 m³
KC73
19
studieruimten, middel
18
342
1,65
564
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
1.692,0 m³
KC74
5
studieruimten, groot
24
120
1,65
198
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
594,0 m³
KC75
10
drumcabines
7
70
1,65
116
KC
medegebruik
2,60 m
3,00 m
348,0 m³
KC76
1
docentenwerkruimte
56
56
1,65
92
KC
2,60 m
3,00 m
276,0 m³
KC77
2
docentenwerkruimte
42
84
1,65
139
KC
2,60 m
3,00 m
417,0 m³
KC78
1
docentenwerkruimte
28
28
1,65
46
KC
KC79
4
werkkamer afdelingscoördinator
16
64
1,65
106
KC
172
4592
medegebruik
hoogte 2,55
2,60 m
3,00 m
138,0 m³
2,60 m
3,00 m
318,0 m³
t.b.v. uitvoeringen en onderwijsdoeleinden; hoogte zaal 8,00 m, bruto hoogte 14 m
nabij productiebureau
7365
Instituut voor Sonologie en Art of Sound aantal
ruimtesoort
m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik medegebruik
opmerkingen
KC80
1
studio voor elektronische / nieuwe muziek
240
240
1,50
360
KC
8,00 m
14,00 m
5.040,0 m³
KC81
1
regieruimte zaal voor elektronische muziek
24
24
1,65
40
KC
regieruimte voor opnamestudio
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
2,60 m
3,00 m
129,0 m³
2,60 m
3,00 m
270,0 m³
KC82
1
werkkamer hoofd Sonologie
26
26
1,65
43
KC
tevens kleine lesruimte; nevenruimte is studentenadministratie en archief
KC83
1
'Atarikamer'
60
60
1,50
90
KC
internet'café' t.b.v. KC
KC84
1
onderzoeksruimte / werkkamer
16
16
1,65
26
KC
KC85
1
samplecell / kleine studio
16
16
1,65
26
KC86
[1]
collegezaal / multimedia-studio
90
[90]
1,50
[135]
KC87
1
elektronische studio 1
60
60
1,50
KC87a
1
'dode kamer'
28
28
KC88
1
midistudio / elektronische studio 2
24
KC89
1
computerstudio / elektronische studio 3
KC90
1
studio BEA 5
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
KC
studenten werken hier aan lesopdrachten
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
KC
huidige Varèsezaal; plaats voor 40 personen; vervangen door studio v. elektr. muziek
4,00 m
4,50 m
90
KC
combinatie met 'dode kamer'; met name gebruikt door afdeling Compositie
3,50 m
3,70 m
333,0 m³
1,50
42
KC
combinatie met elektronische studio 1; met name gebruikt door afdeling Compositie
2,80 m
3,00 m
126,0 m³
24
1,65
40
KC
kleine productiestudio
2,80 m
3,00 m
120,0 m³
48
48
1,50
72
KC
tevens lesstudio voor 20 à 25 studenten
2,80 m
3,00 m
216,0 m³
62
62
1,80
112
KC
klassieke spanningsgestuurde studio; tevens productie- en lesstudio voor 20 à 25 studenten
3,50 m
3,70 m
414,4 m³
3,50 m
3,70 m
318,2 m³
3,50 m
3,70 m
318,2 m³
KC91
1
studio BEA 6
48
48
1,80
86
KC
studio voor live elektronische muziek; tevens productiestudio voor 20 à 25 studenten
KC92
1
studio BEA 7
48
48
1,80
86
KC
studio voor elektronische muziek; tevens productiestudio voor 20 à 25 studenten
KC93
1
bandenarchief
20
20
1,25
25
KC
KC94
1
studio A, incl. controlekamer en 3 booths
150
150
1,50
225
KC95
1
studio B
40
40
1,65
66
2,60 m
3,00 m
75,0 m³
KC
studio met aparte regieruimte en opnameruimten, hoogte 6 m
3,50 m
3,70 m
832,5 m³
KC
studio met regieruimte hoogte 5 m
3,50 m
3,70 m
244,2 m³
KC96
[1]
montagekamer
16
[16]
1,65
[26]
KC
ter ondersteuning van regiekamer; is montageruimte bij kleine condertzaal (KC16b)
2,60 m
3,00 m
KC97
1
mastering suite
16
16
1,65
26
KC
studio met regieruimte hoogte 4 m
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
KC98
1
werkkamer t.b.v. coördinator en onderwijsassistent
18
18
1,65
30
KC
2 werkplekken
2,60 m
3,00 m
90,0 m³
KC99
1
leslokaal
48
48
1,50
72
KC
t.b.v. theorielessen en presentaties aan 25 studenten
2,80 m
3,00 m
216,0 m³
KC99a
1
lesruimten Art Science
48
48
1,50
72
KC
2,80 m
3,00 m
216,0 m³
KC100
1
opslagruimte voor geluidsapparatuur
16
16
1,25
20
KC
2,60 m
3,00 m
60,0 m³
KC101
1
werkkamer werkplaatscoördinator (Art of Sound?)
16
16
1,65
26
KC
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
22
X0152.01.01 / Integrale ruimtenlijst dans- en muziekcentrum versie 19-11-2008
1072
1675
Datum: 15-4-2009
Blad 5 van 8
PRC B.V. Projectmanagement - Research - Consultancy
RUIMTEBEHOEFTE-OVERZICHT DANS- EN MUZIEKCENTRUM Kantoren en kantoor-ondersteunende ruimten aantal
ruimtesoort
werkruimten waar mogelijk combineren en ontwerpen volgens nader te bepalen werkplekconcept m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik
opmerkingen
KC102
1
werkkamer lid CvB
24
24
1,65
40
KC
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
KC103
1
werkkamer directeur a.i.
20
20
1,65
33
KC
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
KC104
1
werkruimte secretariaat CvB / directie
16
16
1,65
26
KC
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
KC105
1
werkruimte medewerker PR en communicatie
14
14
1,65
23
KC
2,60 m
3,00 m
69,0 m³
KC106
1
werkruimte sectorhoofd onderwijsondersteuning
16
16
1,65
26
KC
één cluster onderwijsbeleid?
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
KC107
1
werkruimte sectorhoofd onderwijsuitvoering
16
16
1,65
26
KC
één cluster onderwijsbeleid?
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
KC108
1
werkruimte sectorhoofd onderwijsvernieuwing
16
16
1,65
26
KC
één cluster onderwijsbeleid?
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
werkplekken voor hoofd en 3 medewerkers; nevenruimte is dynamisch archief
2,60 m
3,00 m
207,0 m³
42
42
1,65
69
KC
werkruimte advisor international students
14
14
1,65
23
KC
2,60 m
3,00 m
69,0 m³
spreekkamer studentenadmin. en advisor int. stud.
12
12
1,65
20
KC
2,60 m
3,00 m
60,0 m³
1
werkruimte financiële administratie
20
20
1,65
33
KC
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
1
werkruimte planning
12
12
1,65
20
KC
2,60 m
3,00 m
60,0 m³
KC114
1
werkruimte examenplanning
12
12
1,65
20
KC
2,60 m
3,00 m
60,0 m³
KC115
1
productiebureau
56
56
1,65
92
KC
2,60 m
3,00 m
276,0 m³
KC116
1
receptie, 2 werkplekken en balie
28
28
1,65
46
KC
2,60 m
3,00 m
138,0 m³
KC117
1
werkruimte hoofd facilitaire dienst
14
14
1,65
23
KC
één cluster facilitaire en technische dienst?
2,60 m
3,00 m
69,0 m³
KC118
1
werkruimte facilitaire dienst
28
28
1,65
46
KC
één cluster facilitaire en technische dienst?
2,60 m
3,00 m
138,0 m³
KC119
1
werkruimte technische dienst, incl. hoofd
24
24
1,65
40
KC
één cluster facilitaire en technische dienst?
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
te gebruiken door docenten van alle afdelingen
KC109
1
werkruimte studentenadministratie, incl. dynamisch archief
KC110
1
KC111
1
KC112 KC113
2 werkplekken, 'satelliet' van hogeschool
nabij afdelingscoördinatoren
KC122
1
docentenruimte
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
KC
KC125
1
werkruimte theatertechnicus
14
14
1,65
23
KC
2,60 m
3,00 m
69,0 m³
NDT50
1
werkruimte algemeen directeur
24
24
1,65
40
NDT
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
NDT51
2
werkruimte artistiek directeur
28
56
1,65
92
NDT
2,60 m
3,00 m
276,0 m³
NDT52
1
werkruimte directiesecretaris
20
20
1,65
33
NDT
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
NDT53
1
werk-/kleedkamer huischoreograaf
20
20
1,65
33
NDT
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
NDT54
2
werk-/kleedkamer gastchoreograaf
20
40
1,65
66
NDT
2,60 m
3,00 m
198,0 m³
NDT55
2
werkruimte artistieke staf (2 personen)
22
44
1,65
73
NDT
2,60 m
3,00 m
219,0 m³
NDT56
3
werkruimte Company Management (2 personen)
22
66
1,65
109
NDT
2,60 m
3,00 m
327,0 m³
NDT57
1
werkruimte hoofd TD
20
20
1,65
33
NDT
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
NDT58
1
spreekkamer TD
12
12
1,65
20
NDT
2,60 m
3,00 m
60,0 m³
NDT59
1
werkruimte secretariaat TD
12
12
1,65
20
NDT
2,60 m
3,00 m
60,0 m³
NDT60
1
werkruimte medewerkers TD
48
48
1,65
79
NDT
2,60 m
3,00 m
237,0 m³
NDT61
1
kleedruimte TD
24
24
1,65
40
NDT
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
NDT61a
3
editing-ruimten beeld en geluid
24
72
1,65
119
NDT
2,60 m
3,00 m
357,0 m³
NDT62a
1
werkruimte directiesecretaresse (tevens hfd. PZ en Fin. Adm.)
16
16
1,65
26
NDT
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
NDT63
1
werkruimte medewerkers PZ (2 personen)
20
20
1,65
33
NDT
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
NDT64
1
werkruimte Financiële Administratie (3 personen)
27
27
1,65
45
NDT
2,60 m
3,00 m
135,0 m³
NDT65
1
werkruimte hoofd Marketing & Communicatie (2 personen)
20
20
1,65
33
NDT
één cluster externe relaties?
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
NDT66
2
werkruimte medew. Marketing & Communicatie (2 personen)
16
32
1,65
53
NDT
één cluster externe relaties?
2,60 m
3,00 m
159,0 m³
NDT67
1
werkruimte Productie Management (2 personen)
16
16
1,65
26
NDT
één cluster externe relaties?
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
NDT68
1
werkruimte Sponsoring (2 personen)
16
16
1,65
26
NDT
één cluster externe relaties?
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
NDT69
1
werkruimte coördinatoren Educatie (2 personen)
20
20
1,65
33
NDT
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
NDT70
1
werkruimte (flexwerkplekken, 8 personen)
48
48
1,65
79
NDT
2,60 m
3,00 m
237,0 m³
NDT71
1
werkruimte medewerker Algemene Ondersteuning
20
20
1,65
33
NDT
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
incl. douche en toilet
NDT x6
[1]
werkruimte medewerkers Holland Dance Festival
56
[56]
1,65
[92]
NDT
NDT78
1
pantry
6
6
1,65
10
NDT
2,60 m
3,00 m
30,0 m³
RO36
1
werkkamer directeur
28
28
1,65
46
RO
2,60 m
3,00 m
138,0 m³
RO37
1
werkkamer adjunct-directeur
20
20
1,65
33
RO
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
RO38
1
werkruimte directie-assistente
16
16
1,65
26
RO
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
RO39
1
werkruimte secretariaat (2 personen)
20
20
1,65
33
RO
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
RO40
1
werkruimte hoofd Personeelszaken
16
16
1,65
26
RO
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
RO41
1
werkruimte medewerker Personeelszaken
12
12
1,65
20
RO
2,60 m
3,00 m
60,0 m³
RO42
1
werkruimte hoofd Artistieke Zaken
16
16
1,65
26
RO
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
RO43
1
werkruimte Artistieke Zaken (3 personen)
30
30
1,65
50
RO
2,60 m
3,00 m
150,0 m³
RO44
1
werkruimte hoofd Marketing & Communicatie
16
16
1,65
26
RO
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
RO45
1
werkkmr. Marketing & Communicatie; (5 pers., incl. 2 flexpl.)
50
50
1,65
83
RO
2,60 m
3,00 m
249,0 m³
RO46
1
werkruimte hoofd Financiële Zaken
16
16
1,65
26
RO
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
RO47
1
werkruimte Financiële Zaken (3 personen)
30
30
1,65
50
RO
RO55
1
pantry en ontmoetingsruimte
16
16
1,65
26
RO
P.M.
P.M.
P.M.
RO
RO59
P.M. winkeltje voor merchandising
in surplus
2,60 m
3,00 m
150,0 m³
bij kantorencluster
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
inclusief doucheruimte
GP57
1
werkkamer directeur
30
30
1,65
50
GP
2,60 m
3,00 m
150,0 m³
GP58
1
werkkamer adjunct-directeur
18
18
1,65
30
GP
2,60 m
3,00 m
90,0 m³
GP59
1
werkruimte secretariaat (2 personen)
24
24
1,65
40
GP
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
GP60
1
ontvangst- / wachtruimte
15
15
1,65
25
GP
2,60 m
3,00 m
75,0 m³
GP61
1
werkruimte Personeel & Organisatie (2 personen)
20
20
1,65
33
GP
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
GP62
1
werkruimte Financieel-economische zaken (4 personen)
34
34
1,65
56
GP
2,60 m
3,00 m
168,0 m³
GP63
1
werkruimte Horeca en Sales (2 personen)
16
16
1,65
26
GP
één cluster externe / commerciële relaties?
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
GP64
1
werkruimte Horeca en Sales (4 personen)
34
34
1,65
56
GP
één cluster externe / commerciële relaties?
2,60 m
3,00 m
168,0 m³
GP65
2
werkruimte Programmering en PR (2 personen)
16
32
1,65
53
GP
één cluster externe / commerciële relaties?
2,60 m
3,00 m
159,0 m³
GP66
2
werkruimte Programmering en PR (4 personen)
34
68
1,65
112
GP
één cluster externe / commerciële relaties?
2,60 m
3,00 m
336,0 m³
P.M.
P.M.
1,65
P.M.
GP
één cluster externe / commerciële relaties?
21
21
1,65
35
GP
2,60 m
3,00 m
105,0 m³
GP67 GP70
P.M. werkruimte Merchandising 1
werkruimte vrijwilligers (3 personen)
X0152.01.01 / Integrale ruimtenlijst dans- en muziekcentrum versie 19-11-2008
Datum: 15-4-2009
nabij secretariaat
Blad 6 van 8
PRC B.V. Projectmanagement - Research - Consultancy
RUIMTEBEHOEFTE-OVERZICHT DANS- EN MUZIEKCENTRUM GP77
1
pantry en ontmoetingsruimte
16
16
1,65
26
GP22
1
personeelsruimte schoonmaakpersoneel
32
32
1,65
53
GP31
1
postkamer
32
32
1,65
GP37
1
EHBO-/kolfruimte
16
16
1,65
GP38
1
stilteruimte
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
GP68
1
werkkamer Technische Dienst (2 personen)
20
20
1,65
33
GP69
1
werkruimte Facilitaire Dienst (2 personen)
20
20
1,65
33
KC129
1
collegezaal, 75 plaatsen
110
110
1,50
165
KC
medegebruik
ALLEN
1
bibliotheek / mediatheekfunctie (incl. KC / RO)
652
652
1,50
978
allen
gezamenlijk
ALLEN
1
opslag bibliotheek / mediatheek KC
60
60
1,25
75
allen
ALLEN
1
opslagruimte beeld- en geluidsmateriaal NDT
24
24
1,25
30
allen
ALLEN
1
bibliotheekarchief RO
24
24
1,65
40
allen
gezamenlijk
ALLEN
2
spreekkamer t.b.v. 8 personen
16
32
1,65
53
ALLEN
1
vergaderkamer t.b.v. 12 personen
27
27
1,65
45
ALLEN
1
vergaderruimte t.b.v. 16 personen
40
40
1,45
ALLEN
1
vergaderkamer t.b.v. 24 personen
60
60
1,50
ALLEN
1
vergaderruimte t.b.v. 32 personen
80
80
ALLEN
1
werkruimte ICT / systeembeheer (4 personen)
32
ALLEN
5
server-/patchruimte (SER)
8
ALLEN
1
server-/patchruimte (MER, gezamenlijk)
24
24
ALLEN
1
bedrijfsrestaurant
350
350
ALLEN
1
keuken en uitgifteruimte
120
120
ALLEN
1
spoelkeuken
60
ALLEN
1
koel- en vriesruimte
30
ALLEN
1
emballageruimte
ALLEN
1
kantoorruimte catering
ALLEN
1
repro
KC135
1
NDT79
1
RO56
GP
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
159,0 m³
53
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
159,0 m³
26
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
78,0 m³
GP
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
GP
2,60 m
3,00 m
99,0 m³
bij kantorencluster
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
495,0 m³
3,20 m
3,50 m
3.423,0 m³
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
225,0 m³
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
90,0 m³
2,60 m
3,00 m
120,0 m³
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
159,0 m³
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
135,0 m³
58
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
174,0 m³
90
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
270,0 m³
1,50
120
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
360,0 m³
32
1,65
53
gezamenlijk
40
1,65
66
gezamenlijk
1,35
32
gezamenlijk
1,45
508
gezamenlijk
1,45
174
gezamenlijk
60
1,45
87
30
1,25
38
20
20
1,25
30
30
1,65
80
80
archiefruimte
48
archief contracten en administratie
36
1
archief contracten en administratie
GP78
1
ALLEN ALLEN ALLEN
incl. 5 werkplekken bibliothecaris en medewerkers bibliotheek KC en RO
postvakjes
2,60 m
3,00 m
159,0 m³
gezamenlijke MER
2,60 m
3,00 m
198,0 m³
2,60 m
3,00 m
96,0 m³
deelbaar in kleinere ruimten
4,00 m
4,50 m
2.286,0 m³
4,00 m
4,50 m
783,0 m³
gezamenlijk
relatie met buffetten t.v.b. foyers en ontvangstruimten
2,60 m
3,00 m
261,0 m³
gezamenlijk
relatie met buffetten t.v.b. foyers en ontvangstruimten
2,60 m
3,00 m
114,0 m³
25
gezamenlijk
relatie met buffetten t.v.b. foyers en ontvangstruimten
2,60 m
3,00 m
75,0 m³
50
gezamenlijk
relatie met buffetten t.v.b. foyers en ontvangstruimten
2,60 m
3,00 m
150,0 m³
1,50
120
gezamenlijk
nevenruimte is opslag
2,60 m
3,00 m
360,0 m³
48
1,25
60
KC
2,60 m
3,00 m
180,0 m³
36
1,25
45
NDT
N.B.: gebruik van (goedkope), gecombineerde archiefruimte elders
2,60 m
3,00 m
135,0 m³
24
24
1,25
30
RO
N.B.: gebruik van (goedkope), gecombineerde archiefruimte elders
2,60 m
3,00 m
90,0 m³
archief contracten en administratie
24
24
1,25
30
GP
N.B.: gebruik van (goedkope), gecombineerde archiefruimte elders
2,60 m
3,00 m
90,0 m³
1
archief historisch materiaal (posters, brochures etc.)
60
60
1,25
75
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
225,0 m³
1
opslag nieuwe brochures, posters, merchandising, kantoormat.
72
72
1,25
90
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
270,0 m³
1
opslag Facilitaire Dienst
36
36
1,25
45
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
135,0 m³
ALLEN
1
fietsenstalling medewerkers
182
182
1,10
200
gezamenlijk
2,60 m
3,00 m
600,0 m³
KC x6
1
fietsenstalling medewerkers + studenten KC
605
605
1,10
666
2,60 m
3,00 m
1.998,0 m³
[1]
muziekinstrumentenmuseum
740
[740]
1,35
[999]
119
TOTAAL-GENERAAL
X0152.01.01 / Integrale ruimtenlijst dans- en muziekcentrum versie 19-11-2008
4813
31271
KC
7068
1,40
43935
Datum: 15-4-2009
toeslag ontwerpverlies
15%
83.163,9 m³
171.483,6 m³
95.638,5 m³
197.206,1 m³
Blad 7 van 8
PRC B.V. Projectmanagement - Research - Consultancy
RUIMTEBEHOEFTE-OVERZICHT DANS- EN MUZIEKCENTRUM Surplus-programma aantal
ruimtesoort
m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik
opmerkingen
NDT1c
1
uitbreiding tot volwaardig zijtoneel
180
180
1,25
225
NDT
medegebruik
In surplus
9,50 m
10,50 m
GP7
1
jazz-zaal, podium 6,50 x 10,00 m
300
300
1,45
435
GP
medegebruik
250 bezoekers; balkon gewenst; zaal in surplus
9,00 m
10,00 m
4.350,0 m³
GP8
2
kleed- en doucheruimten
24
48
1,65
79
GP
medegebruik
t.b.v. GP; elke ruimte t.b.v. 8 personen; in surplus
2,60 m
3,00 m
237,0 m³
GP10
2
solistenkamer (geluiddicht), incl. douche en toilet
20
40
1,65
66
GP
medegebruik
elke kamer max. 2 personen; in surplus
2,60 m
3,00 m
198,0 m³
GP
1
garderobe publiek (jazz-zaal)
25
25
1,25
31
gezamenlijk
in surplus
2,60 m
3,00 m
93,0 m³
NDT22
1
studio (t.b.v. NDT III)
270
270
1,45
392
NDT
medegebruik
in surplus
4,50 m
5,00 m
1.960,0 m³
NDT25
2
kleed- en doucheruimte (t.b.v. NDT III)
24
48
1,50
72
NDT
medegebruik
elk t.b.v. 6 personen (NDT III); nabij studio's
2,60 m
3,00 m
216,0 m³
NDT x6
1
werkruimte medewerkers Holland Dance Festival
56
56
1,65
92
NDT
in surplus
2,60 m
3,00 m
276,0 m³
KC25
1
leslokalen VO
54
54
1,50
81
KC
groepsgrootte max. 25 leerlingen; in surplus
2,80 m
3,00 m
243,0 m³
KC27
1
leslokalen VO
42
42
1,50
63
KC
groepsgrootte max. 20 leerlingen; in surplus
2,80 m
3,00 m
189,0 m³
KC46
1
danstudio
187
187
1,50
281
KC
vrije hoogte ≥ 4,80 m; 6 m² ruimte voor vleugel; studio in surplus
4,50 m
5,00 m
1.405,0 m³
KC69
6
leskamers, klein
20
120
1,65
198
KC
in surplus
2,60 m
3,00 m
594,0 m³
KC70
3
leskamers, middel
32
96
1,65
158
KC
in surplus
2,60 m
3,00 m
474,0 m³
KC71
2
leskamers, groot
50
100
1,50
150
KC
in surplus
2,80 m
3,00 m
450,0 m³
1
muziekinstrumentenmuseum
740
740
1,35
KC71
26
2306
medegebruik
999
4,50 m
3322
incl. toeslag ontwerpverlies
2.362,5 m³
5,00 m
4.995,0 m³
15,00%
2.716,9 m³
18.032,0 m³
Commercieel programma aantal
ruimtesoort
m² / ruimte
% nevenrmt. m² nevenrmt. totaal m² fno bno/fno-factor totaal m² bvo
eerste gebr.
gezamenlijk / medegebruik
opmerkingen
1
- theatercafé ('Starbucks+') / kleinkunstcafé
117
117
1,50
176
commerciële programmering
gelijktijdig aantal bezoekers: 100; comm. progr.
3,50 m
4,00 m
704,0 m³
1
- restaurant (incl. keuken, opslag etc.)
150
150
1,50
225
commerciële programmering
gelijktijdig aantal bezoekers: 70; comm. progr.
3,50 m
4,00 m
900,0 m³
1
- winkel t.b.v. merchandising dans- en muziekcentrum
74
74
1,50
111
commerciële programmering
2,80 m
3,00 m
333,0 m³
1
- internetcafé
57
57
1,50
86
commerciële programmering
2,80 m
3,00 m
258,0 m³
15,00%
2.524,3 m³
4
X0152.01.01 / Integrale ruimtenlijst dans- en muziekcentrum versie 19-11-2008
398
598
Datum: 15-4-2009
incl. toeslag ontwerpverlies
Blad 8 van 8
BIJLAGE II
X0152.01.01/HD/LAR
TEKENINGEN THEATERZALEN
30 november 2008/Versie: definitief
14600
22000
3000 1500
constructie vloer veiligheidsremweg hoogte trekken
ZIJTREKKEN
AFSTOPPING
22500 2600
zijbrug links
18000
2600
22500
BEWEEGBARE LICHTBRUG
AFSTOPPING
ZIJTREKKEN
1500
constructie vloer veiligheidsremweg hoogte trekken
ROLLENZOLDER
zijbrug rechts
achterbrug
ZIJBRUGGEN
beweegbare lichtbrug
ROLLENZOLDER
19500mm+P
18000mm+P
4500
3000
22500mm+P
ZAALPLAFOND
toneel opening 7000 toneelopening
ZIJTONEEL RECHTS
8000
ZIJTONEEL LINKS
TONEEL
ZAAL
TONEEL P=0 VLOER+ 1000-P (STRAATNIVEAU)
VLOER+
1000
1000
P=0 1000-P (STRAATNIVEAU) VASTE ORKESTBAK
ORKESTBAK
ORKESTHEFFER
±3600-P
±3600-P 3300
12000 toneelopening
3300 6600
1500
3000
12000
1200
4500
3000
2000
8500
CIRCULATIE
AFSTOPPING
SPEELVLAK
ZIJTONEEL RECHTS
voordoek en sluiertrek 2000
3600
beweegbare portaalbrug 10000mm
zijbrug rechts
zijbrug links
2600
12000
ZIJTONEEL LINKS
AFSTOPPING
CIRCULATIE
achterbrug
1500
voortoneel ORKESTHEFFERS/VOORTONEEL
16000
PRINCIPE TONEELTOREN THEATERZAAL (350) SCHAAL: n.v.t.
a d v i e s bv
t h e a t e r
PRC B.V. Goudseweg 181 2411 HK Bodegraven Postbus 1051 2410 CB Bodegraven t (0172) 63 14 14 f (0172) 61 19 02 e
[email protected] i www.prc.nl