Concept schoolplan

Concept schoolplan 2015-2019

Oberonstraat 2, 4624 VM Bergen op Zoom. Brinnummer 15IS

Inhoud 1

Inleiding ............................................................................................................................ 5

2

Visie en Missie .................................................................................................................. 7 2.1

Bestuurlijke visie ............................................................................................................... 7

2.2

Onderwijs ......................................................................................................................... 7

2.3

Personeel ......................................................................................................................... 7

2.4

Leiderschap ...................................................................................................................... 8

2.5

Organisatie ....................................................................................................................... 8

3

Schoolgegevens ............................................................................................................... 9 3.1

Schoolsituatie ................................................................................................................... 9

3.2

Leerlingpopulatie .............................................................................................................. 9

3.3

Evaluatie kwaliteitscyclus ............................................................................................... 10

3.4 4

3.3.1

Evaluatie (kwaliteitscyclus) ........................................................................... 10

3.3.2

Tevredenheidsonderzoeken ......................................................................... 10

3.3.3

Audits ............................................................................................................ 11

3.3.4

Inspectiebezoeken........................................................................................ 11

3.3.5

Werkbezoeken LPS ...................................................................................... 11

3.3.6

Jaarplannen .................................................................................................. 13

3.3.7

Kwaliteitsverslag ........................................................................................... 13

3.3.8

Jaarverslag ................................................................................................... 13

Swot ................................................................................................................................ 14 Identiteit .......................................................................................................................... 15

4.1

Strategisch beleidsplan LPS .......................................................................................... 15

4.2

Strategisch beleidsplan school ....................................................................................... 15

5

4.2.1

De bezieling van de organisatie. ................................................................. 15

4.2.2

De bronnen van de bezieling. ....................................................................... 16

4.2.3

De levensbeschouwelijke identiteit op school. ............................................. 17

4.4

De school, een veilige plek. .......................................................................... 19

4.5

Gekozen actiepunten.................................................................................... 21

Onderwijs ........................................................................................................................ 22 5.1


5.2

Strategisch beleidsplan school ....................................................................................... 23 5.2.1

Ons onderwijs aanbod .................................................................................. 23

5.2.2

Opbrengstgericht werken op onze school .................................................... 33

C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

2

6

5.2.3

Kwaliteitsbeleid (zie verder beleidsparagraaf): ............................................ 34

5.2.4

Passend onderwijs: ...................................................................................... 34

5.2.5


Personeel ....................................................................................................................... 37 6.1


6.2


7

6.2.1

Scholing en ontwikkeling .............................................................................. 37

6.2.4

Leren van elkaar ........................................................................................... 38

6.2.5

Goed werkgeverschap.................................................................................. 38

6.2.6


Leiderschap .................................................................................................................... 39 7.1


7.2


8.

7.2.1

Scholing en professionalisering .................................................................... 39

7.2.2

Gesprekken als ontwikkelinstrument ............................................................ 40

7.2.3

Managementfuncties .................................................................................... 41

7.2.4

Ontwikkelen van leiderschapstalenten ......................................................... 41

7.2.5

Autonomie en leiderschap ............................................................................ 41

7.2.6


Organisatie ..................................................................................................................... 42 8.1


8.2


9

8.1.1

Financiën ...................................................................................................... 42

8.1.2

Huisvesting ................................................................................................... 43

8.1.3

Marktgerichtheid ........................................................................................... 43

8.1.4

Maatschappelijke ontwikkelingen. ................................................................ 43

8.1.5

Inrichten organisatie ..................................................................................... 43

8.1.6

Expertise en Innovatie Centrum (EIC).......................................................... 44

8.1.7

Ouderparticipatie .......................................................................................... 44

8.1.8

GMR/MR/Leerlingraad.................................................................................. 44

8.2.9


Kwaliteit als uitgangspunt ............................................................................................... 45 9.1



3

9.2

Strategisch beleidsplan school ....................................................................................... 45 9.2.1



4

1

Inleiding

Het schoolplan 2015-2019 is gebaseerd op het Strategisch Beleidsplan 2.1. van de Lowys Porquinstichting. Uitgangspunt van het beleidsplan is dat jaarlijkse ontwikkelingen deel kunnen uitmaken van supplementen, waardoor een meer flexibel beleidsontwikkeling mogelijk is. Het schoolplan is een vertaling van het strategisch beleidsplan naar ontwikkelingen binnen de schoolcontext. Het schoolplan van het Kwadrant school voor praktijkonderwijs geeft de koers aan voor een periode van vier schooljaren en zal verder geconcretiseerd worden in de verschillende jaarplannen. In het jaarplan 1 zal steeds op basis van de PDSA -cyclus een vertaling worden gegeven van het verlopen proces en vervolgens een uitwerking van vervolgstappen beschrijven. Het schoolplan is uitgewerkt op basis van vijf resultaatgebieden, die onderling verbonden zijn (identiteit, onderwijs, personeel, leiderschap en organisatie). Belangrijke uitgangspunten voor het Kwadrant zijn: -

Leerlingen leren maximaal en stromen uit naar arbeid. Leraren geven goed en daarmee betekenisvol les. Het klimaat voor leerlingen is veilig, stimulerend en ambitieus. De directie ontwikkelt en bewaakt de kwaliteit van de school. Wetgeving Voortgezet onderwijs voor praktijkonderwijs.

Wetgeving VO 10f voor Praktijkonderwijs: “Praktijkonderwijs is onderwijs voor leerlingen voor wie vaststaat dat overwegend een orthopedagogische en orthodidactische benadering is geboden, en het volgen van het onderwijs in een van de leerwegen, genoemd in de artikelen 10, 10b en 10d, al dan niet in combinatie met het volgen van leerwegondersteunend onderwijs, bedoeld in artikel 10e, niet leidt tot het behalen van een diploma of een getuigschrift voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 29.” “Praktijkonderwijs bestaat uit een gedeelte waarin aangepast theoretisch onderwijs, persoonlijkheidsvorming en het aanleren van sociale vaardigheden worden verzorgd, en een gedeelte waarin de leerling wordt voorbereid op het uitoefenen van functies op de arbeidsmarkt. Praktijkonderwijs wordt zo veel mogelijk op basis van de kerndoelen verzorgd en is er op gericht dat leerlingen zo veel mogelijk het referentieniveau Nederlandse taal en het referentieniveau rekenen bereiken die voor het praktijkonderwijs zijn vastgesteld op grond van artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. Praktijkonderwijs bereidt de leerling voor op functies binnen de regionale arbeidsmarkt op een niveau dat ligt onder het niveau van de entreeopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs” “Het praktijkonderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen per schooljaar ten minste 1000 klokuren praktijkonderwijs ontvangen. De leerlingen ontvangen per dag ten hoogste 5,5 uren praktijkonderwijs, voor zover het betreft aangepast theoretisch onderwijs, persoonlijkheidsvorming en het aanleren van sociale vaardigheden”.

1

PDSA = Plan, Do, Study en Act


5

“Het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs kan, met inachtneming van de tweede volzin van het derde lid en van lid 3a, indien dat ten behoeve van de leerling noodzakelijk is, bij het aanbieden van dat onderwijs afwijken van de voorschriften”.


6

2

Visie en Missie

De Lowys Porquinstichting stelt zichzelf de bevordering van het Rooms-Katholiek en Protestants Christelijk onderwijs ten doel in de regio West-Brabant en Tholen. “Eenheid in verscheidenheid” is de slogan die leidend is voor alle scholen en het bevoegd gezag. Deze eenheid in verscheidenheid is vertaald in vier kernbegrippen die leidend zijn voor de (levensbeschouwelijke) identiteit waardoor wij ons laten leiden in ons handelen: * kwaliteit * betrokkenheid * ruimte * innovatie

2.1

Bestuurlijke visie

Het strategisch beleid is gericht op innovatie in een verantwoorde context. Een ingebouwde borgingscyclus zorgt voor een proces waarbij het bevoegd gezag en de schooldirecteur te allen tijde zicht houden op de mogelijke risico’s voor de continuïteit van de organisatie. Het bevoegd gezag stimuleert dat op alle niveaus van de organisatie gestalte wordt gegeven aan de benoemde en statutair bepaalde identiteit in een interzuilaire context, waarbij bijzondere aandacht is voor waarden en normen en alle medewerkers en leerlingen zich kunnen ontwikkelen in een sociaal veilige omgeving.

2.2

Onderwijs

Het bevoegd gezag verwacht van het team van de school dat deze in kunnen spelen op het veranderende leren van de aan die school toevertrouwde leerlingen en dat ruimte wordt gecreëerd voor divergentie (creatief denken) en talentontwikkeling voor elke leerling in een steeds verder digitaliserende leeromgeving. De school is ambitieus, heeft een duidelijke focus op onderwijsresultaat en houdt rekening met de diversiteit en de belangen van de leerlingen ouderpopulatie, waarbij het onderwijsaanbod is afgestemd op de mogelijkheden van de school. De school heeft een duidelijke visie op het pedagogisch en didactisch handelen en draagt dit ook nadrukkelijk uit. Binnen deze visie is aandacht voor zingeving, duurzaamheid en welbevinden van leerlingen en medewerkers.

2.3

Personeel

Het bevoegd gezag verwacht van en faciliteert voor zijn medewerkers een ‘Éducation Permanente’, een beroepsleven lang leren, waarbij iedereen wordt aangesproken op eigen verantwoordelijkheid in de lerende houding en het onderzoekend handelen. Daarbij is iedereen zich bewust van de eigen attitude C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

7

en het niveau van de eigen cognitie om goed onderwijs op de middellange termijn te kunnen blijven realiseren. Daarnaast wil LPS een goed werkgever zijn. Het personeelsbeleid is hierop afgestemd.

2.4

Leiderschap

Het bevoegd gezag stimuleert ontwikkeling en professionalisering. Om dit te realiseren dienen leidinggevenden zich verder te ontwikkelen en vaardigheden te verwerven om actief leiding te kunnen blijven geven aan veranderende (onderwijskundige) ontwikkelingen binnen de eigen werkplek én, desgevraagd, op bovenschoolsniveau.

2.5

Organisatie

De Lowys Porquinstichting is ingericht naar een toezichthoudend bestuursmodel, waarbij het bevoegd gezag het bevoegd gezag vormt en schoolleiders, onder eindverantwoordelijkheid van het bevoegd gezag , integraal verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit binnen de school. Innoverende initiatieven worden gestimuleerd, beoordeeld en getoetst aan de financiële haalbaarheid, die gericht is op het budgetneutraal houden van de toegewezen middelen. Daarnaast vindt er een inhoudelijke haalbaarheidstoets plaats op basis van aanwezige competenties, expertise en vaardigheden. De organisatie is marktgericht en wenst proactief rekening te houden met maatschappelijke ontwikkelingen, al dan niet gebonden aan omgevingsfactoren.


8

3

Schoolgegevens

3.1

Schoolsituatie

Het kwadrant bevindt zich aan de Oberonstraat 2 in Bergen op Zoom, aan de buitenrand van de bebouwde kom. Het gebouw is eigendom van de Lowys Porquinstichting. De school is bereikbaar met het openbaar vervoer. Het gebouw is volledig ingericht op het volgen van praktijkonderwijs. Gymlessen worden in sporthal Gageldonk, sporthal aan de Populierenlaan of op sportpark Rozenoord gegeven. Deze accommodatie wordt van de gemeente Bergen op Zoom gehuurd. Onze Yourtime-activiteiten worden op verschillende locaties georganiseerd, zoals het CKB, muziekschool, sporthal de Karmel, gebouw-T etc. Het Kwadrant is een school voor praktijkonderwijs voor Bergen op Zoom en omgeving, inclusief het eiland Tholen. De school maakt onderdeel uit van de Lowys Porquinstichting, een stichting van basisscholen in Bergen op Zoom en omgeving. Het Kwadrant is een katholieke school, maar heeft vanwege haar regionale functie alle ruimte voor leerlingen van andere gezindten. Binnen het team is iedere functionaris verantwoordelijk voor één of meer taken zoals vastgelegd in ons taakbeleid. Veiligheid ontstaat door een duidelijke structuur van regels, afspraken en handhaving. “Geen angst kennen als je naar school gaat, maar plezier ervaren op school”. Daartoe vallen er bijvoorbeeld geen lessen uit en is er vervanging geregeld. De school onderschrijft het handelingsprotocol veilige school ondertekend door alle VO-scholen in Bergen op Zoom. Het Kwadrant werkt samen met andere scholen, instellingen en bedrijven. Er is een hechte samenwerking tussen scholen voor praktijkonderwijs in de provincie Noord Brabant regio 11a en 11b. Dit geldt voor directies, medewerkers en leerlingen. Vakdocenten onderhouden bilaterale contacten met onze collega-praktijkscholen. We organiseren sportactiviteiten met de scholen voor praktijkonderwijs. Om de twee jaar hebben we een PRO-dag in Brabant. Het samenwerkingsverband voor voortgezet onderwijs “Brabantse Wal heeft ondermeer ten doel een samenhangend geheel te zijn van zorgvoorzieningen voor zorgleerlingen. Het bestuur van het samenwerkingsverband werkt aan een goede zorgstructuur voor voortgezet onderwijs in de regio Bergen op Zoom. De directeur vertegenwoordigt de Lowys Porquinstichting in dit bestuur. Het stagebureau werkt samen met bedrijven, instellingen zoals MEE en gemeentelijke instellingen zoals het ISD. Het zorgadviesteam werkt samen met gemeentelijke instellingen zoals het veiligheidshuis, de leerplichtambtenaar, de wijkagent, Spring en de GGD.

3.2

Leerlingpopulatie

Het Kwadrant is een school met een multicultureel karakter en als zodanig een goede afspiegeling van de samenleving. De leerlingen hebben een praktijkonderwijsbeschikking. De leerling-populatie bestaat uit leerlingen die in de leeftijd variëren van 12 tot 18 jaar en voor wie vaststaat dat zij overwegend op een orthopedagogische- en orthodidactische benadering aangewezen zijn. Uit gegevens van ons onderzoek naar tien jaar opbrengsten van Het Kwadrant blijkt, dat onze leerlingen bij instroom gemiddeld 13,1 jaar oud zijn met een gemiddeld IQ=70,1. Leerlingen die uitstromen zijn gemiddeld 18,0 jaar oud en hebben een gemiddeld IQ van 70,6 waarvan 40 procent meisje en 60 procent jongen. 78% van de leerlingen stroomt regulier in en 22% komt het Kwadrant binnen via zij-instroom. Tot 2015 stroomde C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

9

53% uit naar werk, 45% naar vervolgopleiding en 2% naar overige bestemming. Na 2015 zal -door wetgeving en onderwijsontwikkelingen- waarschijnlijk het percentage uitstroom naar arbeid verhogen.

3.3 3.3.1

Evaluatie kwaliteitscyclus Evaluatie (kwaliteitscyclus)

Om excellent praktijkonderwijs te organiseren is een reguliere evaluatie van de kwaliteitscyclus nodig. De scores en bevindingen uit onderzoek, vragenlijsten en werkgroepen worden door de werkgroep opbrengsten Kwadrant (WOK) en het beleidsadviesteam (BAT) geanalyseerd en besproken. Vervolgens worden uit de verbeterpunten acties afgesproken (PDSA). Twee keer per schooljaar is er een werkbezoek van het College van Bestuur en de directeur Beleid en Kwaliteit van de Lowys Porquinstichting waarin bevindingen en opbrengsten worden besproken. De directeur heeft om de zes weken een reguliere evaluatie over het werkproces en de opbrengsten met de Stagebegeleider, de afdelingsleiders, de zorg coördinator en de Intern Begeleider. In het Jaarplan staan de ontwikkelingen en bijbehorende acties van alle geledingen op het Kwadrant en in het jaarverslag zijn de resultaten en opbrengsten hiervan beschreven. In het professionaliseringplan staan de ontwikkelingen van de medewerkers, waarvan de opbrengsten tijdens de reguliere evaluaties met intern begeleider worden besproken. Met de zorg coördinator zijn er ook reguliere evaluaties en daarnaast stellen we jaarlijks doelen en evalueren we de resultaten. De leeropbrengsten van de onderbouw en bovenbouw registreert de kwaliteitsmedewerker in het kwaliteitssysteem MICS en presenteert deze regelmatig tijdens de teamvergadering. Daarnaast zijn er de reguliere evaluaties met de afdelingsleiders bedoeld om de geleverde kwaliteit te bespreken. Met de kwaliteitsmedewerker bespreekt de directeur de leeropbrengsten. De stagecoordinator registreert in de uitstroommonitor voor praktijkonderwijs waar leerlingen in uitstromen, dat ze gaan werken of studeren en de kengetallen over nazorg. De gegevens van de uitstroommonitor worden in meerdere werkgroepen bestudeerd. De ProZO enquêtes organiseren we jaarlijks voor leerlingen, ouders en medewerker en stage bedrijven. De scores van de ProZO-enquêtes analyseren we en verwerken we tot actiepunten. Ten slotte vragen we jury Excellente Scholen om feedback op ons gevoerde kwaliteitsbeleid en krijgen hier middels een uitgebreid rapport een verslag van. 3.3.2

Tevredenheidsonderzoeken (ProZO!)

ProZO! is het kwaliteitszorgsysteem van, voor en door het praktijkonderwijs. Het bevat vragenlijsten waarmee onder meer leerlingen, ouders, personeel en stagebedrijven kunnen worden bevraagd op hun tevredenheid met de school. Zo krijgen we zicht op de sterke punten van de school. De respons van ouders en leerlingen wordt door het Platform periodiek aangeleverd bij www.scholenopdekaart.nl. De beheeromgeving van ProZO! is in de zomer van 2014 vernieuwd. De vragenlijsten en de onderdelen van de aanvraagprocedure zijn daarbij hetzelfde gebleven. De ProZO! resultaten worden vanuit het secretariaat periodiek aangeleverd bij www.scholenopdekaart.nl. Jaarlijks vragen middels ProZo naar de tevredenheid van de leerlingen, ouders en medewerkers. Om de twee jaar vragen we de stagebedrijven naar de tevredenheid. De scores vergelijken we met de landelijke scores en de scores van de praktijkscholen uit de regio Breda. Deelnemers aan de vragenlijsten krijgen een terugkoppeling.


10

3.3.3 Audits in kader van de Excellente School Resultaten(citaat uit juryrapport 2014): “De school behaalt zeer goede resultaten, breed opgevat, op verschillende terreinen: drie ringen resp. kernvakken; andere vakken; sociale vaardigheden/ burgerschap/ cultuur/ vorming”. De omstandigheden waarin de school werkt “De school weet optimaal om te gaan met de omstandigheden waarbinnen de school moet werken (soort leerlingen, variëteit leerlingen, locatie enz), de school streeft naar inzicht in de leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen”. Inrichting van het onderwijsproces “De school heeft een goed inzicht in de schoolfactoren die aantoonbaar bijdragen aan deze resultaten in brede zin en geeft een duidelijke koppeling tussen deze factoren en de visie van de school op goed onderwijs”. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten “De school realiseert verbetering van de onderwijsresultaten door het onderwijsproces en de schoolorganisatie te versterken. Het lerend en verbeterend vermogen van de school is evident”. Het excellentiebeleid van de school “De school is niet alleen een zeer goede school maar ook een bijzondere school met een opvallend profiel dat in de school als geheel doorwerkt en de reputatie van de school wordt extern bevestigd. Voor de jury is van groot belang dat de criteria en indicatoren alleen in gezamenlijkheid werken, geen enkel kenmerk leidt afzonderlijk tot een excellente school”.

3.3.4

Inspectiebezoeken

3.3.5

Werkbezoeken LPS

Algemeen Status: Verantwoording: Bijzonderheden:

basisarrangement Groen portfolio leerlingen en de resultaten vanuit het vervolgonderwijs/arbeid School voor Praktijkonderwijs. Het in beeld brengen van de opbrengstkwaliteit is voor de school voor praktijkonderwijs voortdurend een ingewikkelde klus. Er is uitvoerig onderzoek gedaan naar de uitstroom van de laatste jaren. Daarbij is gekeken naar de plaats waar de leerling terecht is gekomen na twee jaar. In het kader van Passend Onderwijs participeert de school in het samenwerkingsverband VO.

Marap C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

11

“De verslaglegging van deze school wijkt af van de overige scholen binnen de Lowys Porquinstichting. De opbrengsten en de kwaliteit van het onderwijs vragen om een aparte verslaglegging. Zie hiervoor de beide delen van Het Kwadrant ontrafeld, dat enkele jaren geleden opgesteld is en dat steeds wordt geactualiseerd”. “In toenemende mate is de school in staat het verwachtingspatroon en het realiseren hiervan middels het volgen van de leerling na de schoolperiode, te verfijnen en af te stemmen. De school is nadrukkelijk bezig om de kwaliteit binnen de school te borgen. Daarbij heeft de school contact met vergelijkbare scholen om tot een vorm van benchmark te komen”. “In de overzichten is dan ook zichtbaar hoe Het Kwadrant “scoort” ten opzicht van collega-scholen (= positief)”. “De school stuurt nadrukkelijk op kengetallen (werkgroep IOK) om de doorstroomcijfers helder en duidelijk te hebben. Deze worden per half jaar ook besproken met de ouders van de leerlingen. Daarbij is veel aandacht voor de thuissituatie van de leerling. Naast het IOP hebben alle leerlingen nu ook een beschreven ontwikkelingsperspectief (OPP). Viermaal per jaar wordt dit gecommuniceerd met de ouders”. “Met het kwaliteitssysteem en Volgmodule wordt de leerling gevolgd bij instroom, assessment, uitstroom, uitstroom 0 en nazorg na 2 jaar. Ook hierbij is een koppeling met een landelijke uitstroommonitor om de kengetallen goed in beeld te hebben”.

Schoolverslag “De school werkt samen met het bedrijfsleven om te zorgen voor goede stageplaatsen. Met behulp van ABC (arbeids- en beroepencompetenties) wordt zo goed mogelijk gezorgd voor een motiverende, lerende en op tijd komende leerling. In het zoeken naar (geschikte) stageplaatsen heeft de school grote problemen om deze te vinden voor de leerling(en). Hierdoor kan een spanningsveld gaan ontstaan, omdat zonder stagetrajecten de leerlingen hun opleiding niet af kunnen ronden en doorstroming naar vervolgonderwijs of arbeid in het gedrang komt. Contacten met de gemeentelijke overheid levert niet altijd het gewenste resultaat op”. “Een andere zorg is het niveau-verhogend maatschappelijk beeld van jonge mensen die in het arbeidsproces moeten komen. De leerling uit het praktijkonderwijs loopt een groot risico om door het uitblijven van stageplekken uiteindelijk te maken te krijgen met een grote kans op werkeloosheid. Met als gevolg sociale isolatie en/of andere maatschappelijke problemen”. “De school heeft veiligheid hoog in het vaandel staan (veiligheid binnen de opleiding, sociale en fysieke veiligheid) en zet daar ook flink op in”. “Op Vensters voor verantwoording staan de kengetallen van de school”.


12

3.3.6 Jaarplannen Per kalenderjaar is er een jaarplan van het Kwadrant. Het jaarplan bestaat uit de onderdelen: zorg voor kwaliteit, onderwijs, opbrengsten, personeel en organisatie, financieel en materieel en organisatiegegevens. Elke onderdeel beschrijft de verschillende acties voor het kalenderjaar volgens de PSDA-cyclus. 3.3.7

Kwaliteitsverslag

Per kalenderjaar schrijft de Lowys Porquinstichting een kwaliteitsverslag over het Kwadrant. Twee keer per jaar brengt het College van Bestuur en de directeur Kwaliteit en Beleid een werkbezoek aan de school. Middels een format worden de volgende onderdelen besproken. - Algemeen: jaarplan, teamnascholing, formatie, inzet identiteitsbegeleider, verbinding tussen jaarplan, schoolplan en Strategisch Beleidsplan 2.0. - Onderwijs: scores tevredenheid ouders, leerlingen, medewerkers en stage bedrijven ProZO, KVC/ABC leerlingvolgsysteem, stand van zaken OPP/IOP, en de samenwerking binnen Passend Onderwijs. - Financiën: Exploitatie, taakstelling, meerjarenbegroting, huisvesting en MOP. - Personeel: Overplaatsing, PPP, Verzuim/ Arbo, individuele talenten/problemen, organisatie van feedback en reflectie, ontwikkeling directeur, functiemix en PLG-deelname. 3.3.8

Jaarverslag

Per kalenderjaar is er een jaarverslag van de Lowys Porquinstichting. Hierin is opgenomen een bestuurverslag, verslag door de Raad van Toezicht en de jaarrekening. De jaarrekening is opgesteld onder de verantwoording van het College van Bestuur van de LPS en door Dyade Zuid-West Nederland. De jaarrekening wordt gecontroleerd door accountantskantoor PWC.


13

3.4

Koers Bepalen.

In het visiedocument “Koers Bepalen” van de vereniging Landelijk Werkverband wordt een interne analyse beschreven met sterkten & zwakten en een externe analyse met kansen & bedreigingen. In de onderstaande SWOTI (strenghts, weaknesses, opportunities, threats en issues) wordt e.e.a. verbeeld. Praktijkonderwijs profileert zich als opleider naar werk, voor jongeren die prima kunnen werken maar die niet in staat zijn een startkwalificatie te behalen. De verwachting is dat meer werkgevers open zullen staan voor het werken met jongeren met een arbeidsbeperking. Werkgevers dienen zoveel als mogelijk en zo vroeg mogelijk betrokken te worden bij het organiseren van leerplekken naar werkplekken. De overheid trekt zich op veel domeinen terug, waardoor onze (ex)leerlingen minder dan voorheen een beroep kunnen doen op professionele ondersteuning, niet alleen bij werk maar ook bij zelfstandig wonen. In het rapport wordt de verwachting beschreven dat wanneer de scholen voor praktijkonderwijs erin slagen hun opbrengsten in termen van zelfstandig functioneren op de verschillende domeinen inzichtelijk maken, zullen ze gemeenten meer aan hun zijde vinden. Verder staat er in het rapport dat scholen binnen het samenwerkingsverband hun krachten moeten bundelen. Belangen van de leerlingen en niet institutionele belangen dienen voorop te staan. Hiervoor is leiderschap nodig; denken in kansen waarbij leerlingen het beste uit zichzelf halen. Duurzame relaties met werkgevers, gemeenten en andere scholen zijn nodig om te komen tot een sterk regionaal netwerk. Excellent praktijkonderwijs vraagt een grondhouding gericht op leren & innoveren. Jezelf en elkaar blijven bevragen: Hoe effectief is hetgeen wat we doen? Wat kunnen we leren van anderen?


14

4

Identiteit

4.1

Strategisch beleidsplan LPS

Duurzame onderwijsverbetering heeft behoefte aan stevige wortels. Voor de identiteit van LPS en de scholen in het bijzonder zijn dat de bezieling van de organisatie, de bronnen van deze bezieling, de ontwikkeling en de organisatie van de levensbeschouwelijke identiteit en de school als een veilige plek voor elk kind, elk teamlid en elke ouder. Duurzame identiteitsontwikkeling gaat hand in hand samen met elke proces die zich op de groei van de kwaliteit van ons onderwijs richt. Dit vraagt om een integrale benadering waarbij het voeden van en het waken over de bezieling simultaan verloopt met de pedagogische en didactische ontwikkelingen. We zetten in op zinvol onderwijs-dat-er-toe-doet én resultaatgericht werken. Dat doen we binnen de Lowys Porquinstichting met zijn allen, ieder vanuit zijn of haar eigen opdracht of verantwoordelijkheid.

4.2 4.2.1

Strategisch beleidsplan school Vertrouwen en bezieling in de organisatie.

Waar staan wij als het Kwadrant voor: De kern van de missie van het Praktijkonderwijs is gelegen in de specifieke kwaliteiten en mogelijkheden van de doelgroep, de leerlingen in relatie met de lokale arbeidsmarkt. We gaan uit van de kracht en mogelijkheden van het individu volgens het gedachtengoed van de positieve psychologie. Maatwerk leveren is het fundament van het Praktijkonderwijs. De leerling-kenmerken, die voor een deel ook in de wet zijn omschreven, worden bevestigd in de landelijk vastgestelde indicatiecriteria voor Praktijkonderwijs (tot 2018 geen opting-out). Daarnaast zijn er leerling-specifieke kenmerken die door Het Kwadrant, school voor Praktijkonderwijs, worden herkend en waarmee in het onderwijs rekening wordt gehouden. De richting van de missie is gelegen in de einddoelen van Praktijkonderwijs: toeleiding naar de arbeid en zelfredzaamheid. In het Meerjarenplan Praktijkonderwijs wordt deze richting verbeeld in de (top van de) piramide.

Wat is waardevol voor ons: De visie van Het Kwadrant is: “Samen op weg bereikt ieder zijn doel”. De kern van de visie is erin gelegen dat de vraag van de arbeidsmarkt en aanbod van de leerling op elkaar worden afgestemd. Het algemeen onderwijskundig aanbod van de school is tot stand gekomen op basis van vraag en behoefte van leerling, ouders, arbeidsmarkt en maatschappij. De mentor van een leerling heeft hierin een coachende rol. Hiermee leggen we de basis vast voor toeleiding naar arbeid en zelfredzaamheid in de maatschappij. Het OPP/IOP gebruiken we als middel om individuele leerling-doelen te realiseren middels de cyclus PDSA. De samenwerking met de leerling, ouders en de mentor is erop gericht om doelen te bereiken die we hebben afgesproken. De mentor coacht in het leerproces de leerling, de ouders en andere betrokkenen. C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

15

Hoe verbeelden we dat, hoe geven we dat vorm: Het Kwadrant, school voor Praktijkonderwijs maakt deel uit van de Lowys Porquinstichting. De stichting stelt zich de bevordering van rooms - katholiek en protestants - christelijk onderwijs ten doel. Het Kwadrant staat midden in een samenleving die in toenemende mate gekleurd wordt door de aanwezigheid van andere culturen, godsdiensten en levensbeschouwingen. We kiezen ervoor om op Het Kwadrant leerlingen gevoelig te maken voor een bepaald mensen wereldbeeld, dat ons via verhalen, symbolen, feesten en rituelen uit de christelijke- en andere tradities worden verteld. De rijkdom van die verhalen, feesten of rituelen vinden wij waardevol voor leerlingen van deze tijd. We blijven daarbij steeds zoeken naar hedendaagse- en verantwoorde vormgeving. Daarin spelen een aantal zaken een centrale rol: - respectvolle omgang met elkaar in een sfeer van gastvrijheid. - waarden en normen staan centraal. - leerlingen en mentoren/ docenten communiceren over levensbeschouwelijke vragen in de taal van hun eigen godsdienst, maar ook in de taal van andere godsdiensten. - verschillende geestelijke stromingen worden aan de orde gesteld. - er is zorg voor leerlingen en docenten in moeilijke omstandigheden zoals ziekte, scheiding en rouw om een verlies. Mensen mogen bij ons zichzelf zijn, anders dan anderen, hoe dan ook. Anderzijds vragen we ieder om met elkaar rekening te houden, voor elkaar te kiezen en daar ook naar te handelen. Wij kiezen voor elk mens, wat niet belet dat er feitelijk gedrag is dat we niet accepteren. We bieden ze veiligheid en geborgenheid.

4.2.2

De bronnen van bezieling.

Wat zijn de waarden en normen van de school In plaats van concentreren op het probleem of de afwijking komen onze bronnen van bezieling veel meer vanuit de positieve psychologie, een stroming binnen de psychologie. Het gaat over drie onderwerpen: -

positieve ervaringen die mensen kunnen hebben, zoals geluk, hoop en liefde positieve eigenschappen, zoals vitaliteit, doorzettingsvermogen en wijsheid positieve instituties oftewel manieren waarop instellingen een positief verschil kunnen maken binnen de maatschappij.

Martin Seligman heeft de positieve psychologie onder de belangstelling gebracht tijdens zijn voorzitterschap van de Amerikaanse Psychologische Associatie in 1998. Een andere pleitbezorger van de positieve psychologie is de Amerikaanse psycholoog Mihaly Csiksentmihalyi (bekend van het begrip flow). Inmiddels zijn tienduizenden psychologische studies verricht naar "positieve" fenomenen als betrokkenheid, coping, tevredenheid, zelfvertrouwen, leren, persoonlijke ontwikkeling en motivatie) Een groot deel van die studies is overigens verschenen vóórdat Seligman en Csikszentmihalyi de positieve psychologie op de kaart zetten, wat laat zien dat een substantieel deel van de in de positieve psychologie bestudeerde onderwerpen ook al veel aandacht in de traditioneel georiënteerde psychologie kreeg.


16

Wat is de levensbeschouwelijke bron Psychisch welbevinden: De Wereldgezondheidsorganisatie WHO onderscheidt drie componenten van welbevinden: emotioneel welbevinden, psychologisch welbevinden en sociaal welbevinden. Het bevorderen van welbevinden is noodzaak voor het individu; welbevinden kan namelijk bijdragen aan veerkracht. Onderzoek toont aan dat mensen die meer welbevinden ervaren, beter in staat zijn om met dagelijkse stress factoren en ingrijpende gebeurtenissen in het leven om te gaan. Uit bevolkingsonderzoek blijkt dat psychisch welbevinden systematisch gerelateerd is aan leeftijd, geslacht, sociaal-economische status en etniciteit. De innerlijke bevrediging van behoeftes aan autonomie, competentie en verbondenheid leidt tot de ervaring van geluk. Volgens het rapport van het Trimbos-instituut kent het psychisch welbevinden verschillende dimensies:      

Doelgerichtheid, een gevoel van richting in het leven en de ervaring van zinvolheid in heden en verleden Persoonlijke groei, een gevoel van voortgaande ontwikkeling, een perceptie van de eigen persoon als groeiend en ontwikkelend Autonomie, zelfbepaling, weerstand tegen de sociale druk om op een bepaalde manier te denken Omgevingsbeheersing, effectief gebruik van je mogelijkheden Zelfacceptatie, herkenning en acceptatie van de eigen persoon, inclusief positieve en negatieve eigenschappen. Positieve relaties, vertrouwensvolle relaties met anderen, bezig met het welzijn van anderen.

Naast het psychisch welbevinden wordt sociaal welbevinden onderscheiden. Waar psychisch welbevinden verwijst naar het optimaal functioneren van het individu, verwijst sociaal welbevinden naar zelfontplooiing in de maatschappij

4.2.3

De levensbeschouwelijke identiteit op school.

Waar bevinden we ons als school het Kwadrant Het Kwadrant heeft leerlingen met een christelijke- en islamitische achtergrond. In toenemende mate zijn er ook leerlingen niet verbonden met een geloofsgemeenschap. Een gemeenschappelijk kenmerk is dat leerlingen niet voor het Kwadrant als school kiezen, maar worden verwezen. Leerlingen schamen zich soms voor het feit dat zij gebruik maken van praktijkonderwijs en niet op het VMBO zitten. Met name in de onderbouw is dit een gespreksonderwerp. Op welke groeikansen zetten we in Samen met de identiteit begeleider pakken we het bovenstaande gesprekonderwerp aan. Wij willen handelen vanuit de kracht van de leerling, hun ouders en sociale netwerk. Het Kwadrant heeft groeikansen op dit gebied en wil de mogelijkheden van leerling en hun sociale netwerk inzetten. Opmerkelijk is dat leerlingen en ouders in de bovenbouw meestal accepteren dat zij gebruik maken van praktijkonderwijs en dit waarderen. Onze uitdaging is erin gelegen om deze acceptatie van onderbouwleerlingen en hun ouders positief te beïnvloeden. Welke hindernissen ruimen we op Hindernissen zoals schaamte en onbegrip voor praktijkonderwijs pakken we aan door basisscholen en ouders te informeren over de kansen die praktijkonderwijs hen te bieden heeft. De intaker bezoekt basisscholen om over onze activiteiten te vertellen. We staan regelmatig met successen in de krant en streekkrantjes. Met het predicaat Excellente School willen we aangeven dat de kwaliteit van het Kwadrant dik in orde is. Daarnaast willen we het contact met de ouders en leerlingen in de onderbouw kwaliC:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

17

tatief en kwantitatief verbeteren. Gesprekken over het OPP/IOP van de leerling is hiervoor een belangrijkonderdeel.


18

4.4

De school, een veilige plek.

Handelingsprotocol Veilige School Het Kwadrant werkt aan een veilige school door lik op stuk beleid te voeren bij incidenten. Voor onze populatie leerlingen is het belangrijkrijk dat ze zich veilig weten in de school. We werken samen aan veiligheid met andere scholen in de gemeente en regio. Het Kwadrant heeft een veiligheidscoördinator aangesteld welke regulier overleg heeft met de directeur en de bouwcommissie. In 2006 sloten de gemeente Bergen op Zoom en de scholen uit het voortgezet onderwijs het convenant Veilige School af. Dit convenant bevat vooral procedurele informatie. Eind 2010 is dit convenant aangevuld met een handelingsprotocol voor het voortgezet onderwijs. In dit handelingsprotocol staan per veiligheidsonderwerp (bijvoorbeeld alcohol en drugs) afspraken hoe het te voorkomen, hoe erop te reageren en welke stappen er gezet dienen te worden wanneer grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt op school. Communicatie vooraf met betrokken organisaties over de gewenste aanvliegroute, verantwoordelijkheden en verwachtingen is belangrijk om te komen tot individueel maatwerk. De afspraken in dit handelingsprotocol zijn opgesteld door de gemeente, de schoolbesturen, de politie en een aantal zorgpartners die actief zijn in de gemeente Bergen op Zoom. Denk hierbij aan het aansluiten bij de monitorgroep (bestaande uit de gemeente, de politie en een afvaardiging vanuit de scholen) en het aansluiten bij het jaarlijkse bestuurlijk overleg dat over het onderwerp ‘veilige school’ plaatsvindt. Bij dit overleg (welke plaatsvindt in het najaar van elk jaar) is een afvaardiging van de schoolbesturen aanwezig, evenals de betrokken gemeentelijke bestuurders. Toelichting agressie tussen leerlingen Wanneer zich agressie, geweld en/ of intimidatie voordoet tussen leerlingen, naar leerlingen toe of vanuit ouders richting leerlingen dan treedt het anti-pestprotocol van de school in werking. Ook kan de meldcode Huiselijk Geweld worden toegepast, afhankelijk van het soort incident. Het kan zijn dat door het volgen van de afspraken die zijn vastgelegd in het anti-pestprotocol/ meldcode Huiselijk Geweld de ‘casus’ kan worden gesloten (registratie vindt plaats conform agressieprotocol). Mocht er sprake zijn van (acute) dreiging, dan wordt gelijk de politie ingeschakeld, waarbij door het Kwadrant melding danwel aangifte wordt gedaan. De politie kan de casus doorzetten naar het Veiligheidshuis, mocht er meer zorg nodig zijn. Mocht er geen sprake zijn van een dreiging, maar nog wel zorg bestaan, dan wordt het CJG ingeschakeld door de zorg coördinator om te sparren. Zij kunnen de casus oppakken of doorzetten naar het Veiligheidshuis, mocht er sprake zijn van ernstigere zorg. Bij elk traject dient nazorg (al dan niet door het Kwadrant en/ of slachtofferhulp) te worden ingezet. Toelichting agressie tussen leerlingen en /of ouders Wanneer zich agressie, geweld en/ of intimidatie voordoet tussen leerlingen (en/of ouders) en leerkrachten dan treedt het anti-pestprotocol van de school in werking. Het kan zijn dat door het volgen van de afspraken die zijn vastgelegd in het anti-pestprotocol de ‘casus’ kan worden gesloten (registratie vindt plaats conform agressieprotocol). Mocht er sprake zijn van (acute) dreiging, dan wordt gelijk de politie ingeschakeld, waarbij door de school melding danwel aangifte wordt gedaan. Zowel bij het inschakelen van het anti-pestprotocol als de inzet van politie blijft een vorm van nazorg noodzakelijk. Afhankelijk van het soort incident kan de nazorg door de school worden georganiseerd of door een andeC:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

19

re instantie, zoals slachtofferhulp. Op het Kwadrant hanteren we schoolregels:

De 11 Gouden regels van het Kwadrant: Veiligheid: Ik gedraag me zodat de ander zich prettig en veilig voelt. Ik pest niet. Respect: Ik draag gepaste kleding en schoeisel. Ik zorg dat ik aangenaam ruik. Ik heb respect voor de ander en de omgeving. Houding: Ik bereid me voor: heb de juiste spullen bij me, bedrijfskleding aan en materiaal klaarleggen. Ik ben op tijd. Ik heb een heb een positieve en actieve houding. Ik laat zien dat ik me verantwoordelijk ben voor mijn toekomst. Gedrag: Ik houd me aan de afspraak over eten, drinken in het gebouw en schoolterrein. Ik houd me aan de afspraak over de mobiele telefoon in het gebouw en het schoolplein. we spreken elkaar aan op professioneel gedrag: We verwachten dat alle betrokkenen zich aan sluiten bij de normen en waarden van de school. Dit betekent op respectvolle wijze omgaan met elkaar en de omgeving. Wij verwachten dat ouders de regels van de school accepteren en hun kind stimuleren zich aan deze regels te houden. Anti-pestprocotol van het Kwadrant Het anti-pestprotocol van Het Kwadrant bevat achtergrondinformatie en een theoretische achtergrond over pesten. Het is in werking gesteld vanaf augustus 2015 en in samenwerking met de GGD en Spring beschreven. Het protocol beschrijft de stappen en activiteiten die op verschillende niveaus worden uitgevoerd, op schoolniveau, op groepsniveau en individueel niveau. Aan de ene kant wordt er aandacht besteed aan preventie van pesten, maar ook bevat het protocol richtlijnen bij de aanpak van geconstateerd pestgedrag. Dit anti-pestprotocol is bedoeld voor alle medewerkers op Het Kwadrant, de leerlingen, maar ook voor de ouder(s)/verzorger(s ) van de leerlingen. Zij spelen een belangrijke rol in het signaleren en melden van pestgedrag. Cyberpesten is een specifieke vorm van pesten. Er zal hier een aparte paragraaf aan worden besteed. Alle leerlingen van Het Kwadrant dienen zich veilig te voelen op school. Wanneer leerlingen zich veilig voelen, kunnen zij zich optimaal ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken, kunnen leerlingen en volwassenen elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Met het anti-pestprotocol streven wij ernaar met elkaar pestgedrag te voorkomen en te bestrijden. Het anti-pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordiging van de school, de leerlingen en de ouder(s)/verzorger(s) waarin is vastgelegd dat we pestgedrag op school niet accepteren en deze volgens een vooraf bepaalde handelwijze aanpakken. De mentor van een groep is aanspreekbaar voor ouders, verzorgers. Regelmatig betrekken mentoren collega’s bij het vinden van een oplossing. Voor medewerkers is de directe leidinggevende aanspreekC:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

20

baar. Op het Kwadrant hebben we een vertrouwenspersoon, die aanspreekbaar is in geval van forse problematieken.

4.5

Gekozen actiepunten

De PLG gezonde school werkt planmatig aan de invoering van een gezonde school. De gezonde schoolkantine startten we in 2010 en vroeg om radicaal veranderen van beleid. We hebben nog alleen gezonde producten in de schoolkantine. We hebben een rookverbod op school ingesteld en stimuleren een gezonde levensstijl door samenwerking met de GGD. Zo nemen we elk jaar een BMI bij de leerlingen af. Huidige situatie Theorie lessen Kooklessen 75% gezond. Kantine 77% gezond Ongeveer 60% 1 blokuur. YTC. OPP/IOP ontwikkelen. ABC ontwikkelen.

1.

Voeding.

2.

Beweging.

3.

Relationele ontwikkeling.

4.

Genotsmiddelen.

-

5.

Fysieke Veiligheid.

-

6. 7.

8.

Persoonlijke verzorging. Sociaal emotionele ontwikkeling.

-

Milieu.

-

Algeheel verbod. Lessen i.s.m. GGD en Kentron. Lik op stukbeleid. Handelingsprotocol Veilige School. Ontwikkelen pestprotocol. Lessen Zorg & Welzijn. Promotie. Rots & Water. Signaleren en verwijzen. Lessen SOVA. AT. Werkdruk welke soms resulteert in klaagcultuur.

Gewenste situatie Theorie lessen leerlijn 1 t/m 5. Kooklessen 100% gezond. Kantine 100% gezond. -

80% 2 blokuur klas 1 en 2. Theorielessen bewegen. YTC Gebruik OPP/IOP. ABC gebruiken. Betrokkenheid ouders beter. Seksuele Vorming. Algeheel verbod. Meer lessen i.s.m. GGD en Kentron. Betrokkenheid ouders beter. Actueel Lik op Stukbeleid. Actueel HP Veilige School. Pestprotocol gebruiken. Rots & Water 2 leerkrachten.

-

Leerlingen zijn zich bewust van goede persoonlijke verzorging. Klas 1,2 3 in rooster. BB R&W. AT ook in BB.

-

-


Werken volgens ideeën van Positieve Psychologie.

21

5

Onderwijs

5.1


Scholen binnen LPS profileren en specialiseren zich met een eigen onderwijsconcept, waarbij aandacht is voor zingeving, duurzaamheid en leerlinggericht onderwijsaanbod. Dit betekent dat de scholen van onze stichting eigen keuzes maken, waarbij zij het onderwijs zo inrichten dat rekening wordt gehouden met kind kenmerken, omgevingsfactoren en bestaande en nieuwe leer strategieën. De veranderende techniek vraagt, behalve het ontwikkelen van vaardigheden, ook om een systematische wijze van nadenken over de wijze waarop leerlingen leren en kennis vergaren. Onze scholen formuleren hun doelen ambitieus op of boven de LPS-normeringen en voldoen minimaal aan het basisarrangement van de onderwijsinspectie. Kwaliteitsbeleid betekent in onze stichting dat alle scholen de kwaliteit van het onderwijs geborgd hebben en ondergebracht in een cyclisch proces, waarbij verantwoording wordt afgelegd. Het Kwadrant heeft een helder omschreven ondersteuningsprofiel en is daadwerkelijk instaat om de leerlingen met een Pro-indicatie die zij onder hun hoede hebben, de zorg te bieden die nodig is. Onderwijsresultaten: -

Vervolgsucces is beschreven in de uitstroommonitor. Cognitieve eindresultaten zijn beschreven in het kwaliteitssysteem. www.scholenopdekaart.nl geeft een overzicht van onze onderwijsresultaten. Het gaat om de volgende indicatoren:

  

Behaalde diploma’s en certificaten: het aantal en het percentage leerlingen dat de school verlaat met een certificaat of diploma, vergeleken met de vergelijkingsgroep Uitstroom leerlingen: laat zien waar leerlingen geplaatst worden na het verlaten van de school; met vergelijkingsgroep. Bestendiging uitstroom leerlingen: laat zien waar leerlingen één én twee jaar na het verlaten van de school verblijven, met vergelijkingsgroep.


22

5.2

Strategisch beleidsplan school

figuur 2

Het kwaliteitssysteem van het Kwadrant: Het kwaliteitssysteem is opgebouwd met de elementen Intake, Assessment en Uitstroom. De scores van de verschillende testen en toetsen monitoren we in dit systeem. Daarnaast is het leerlingvolgsysteem (LVS) ondergebracht in het kwaliteitssysteem MICS. De kritische competenties (KC) worden hierin geregistreerd. Een kritische competentie is opgebouwd uit een kritische vakcompetentie (KVC) en arbeids- en beroepencompetenties (ABC). Elke leerling werkt aan een of meerdere kritische competenties. Voor elk vak is er in het kwaliteitssysteem een leerlijn met KC opgenomen, waarin de scores per leerling worden genoteerd. Een leerling werkt op basis van een ontwikkelingsperspectief aan persoonlijke competenties, sociale vaardigheden (ik & de ander) en arbeidsvaardigheden. Het schooljaar is in 4 periodes verdeeld. Na elke periode scoort de mentor de resultaten per leerling in het LVS. Hierbij is een goede communicatie met de leerling, ouders, mentor en (vak)docenten van belang. Tevens is het LVS een selectiesysteem waaruit kan worden opgemaakt of een leerling kan doorstromen naar arbeid of opleiding. In het leerlingvolgsysteem zijn de kritische competenties benoemd op basis van informatie uit o.a. Promotie, Deviant, Melba, MBO-kwalificatiesysteem, Platform PRO, referentieniveau 1F, het werkveld en de maatschappij.

5.2.1 Onderwijs aanbod: Wonen, Werken, Vrije Tijd en Burgerschap Het Kwadrant leidt leerlingen op naar een actieve deelname in de maatschappij en arbeid. Het is een voorbereiding op de domeinen: werken, wonen en vrijetijdsbesteding. Goed burgerschap (bewust en betrokken) krijgt op het Kwadrant betekenis binnen bovengenoemde domeinen. In het praktijkonderwijs is de focus van de leerling gericht op arbeid. Daarnaast wordt goed burgerschap in de vorm van een goede relatie tussen leerling, ouder en leerkracht binnen de school als uitgangspunt genomen. Zowel C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

23

onder lestijd, pauzes en andere vrije momenten is het doel om met respect om te gaan met mensen, natuur en omgeving. In het overzicht hieronder is te zien dat elke leerling werkt op basis van een ontwikkelingsperspectief aan individuele doelen. In het individueel ontwikkelingsplan beschrijft de leerling de doelen op korte termijn. De kritische competenties (belangrijke vaardigheden) die in het OPP/IOP worden opgenomen, zijn in het groepsplan nauwkeurig beschreven. De resultaten hiervan worden vervolgens per leerling gescoord en geëvalueerd.

Domeinen Praktijkonderwijs “Het Kwadrant” WONEN - WERKEN – VRIJE TIJD BURGERSCHAP ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF (O.P.P) & INDIVIDUEEL ONTWIKKELINGSPLAN (I.O.P.) Intake(I) Assessment(A) Uitstroom(U) Nazorg(U2) Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Oriëntatie breed Oriëntatie persoonlijke interes- Individuele vaardighe- Volgen en se en capaciteiten den t.b.v. arbeidsondersteuKiezen van beroepsrichting markt en maatschappij ning klas 1 klas 2 klas 3 klas 4 klas 5 / (klas6) Nazorg Entree Groepsplan Groepsplan Groepsplan Groepsplan Groepsplan Indivimonitoren klas 1 klas 2 klas 3 (breed klas 4 (smal klas 5 dueel van de oudpakket) pakket) aanbod leerling, waar nodig begeleiding Snuffel Voorbereidende Oriënterende Plaatsingsstage stage stage (P3+4) stage VUP1 VUP2 VUP3/assessme VUP4/ DSA USA5/6 nt Figuur 3

Het ontwikkelingsperspectief (O.P.P.) : Hierin staat alle informatie die voor de huidige en toekomstige ontwikkeling van de leerling relevant is. De informatie wordt structureel vergaard en aangevuld in dit document. 1x per jaar wordt het voorlopig uitstroom perspectief (V.U.P.) geformuleerd. (zie bijlage O.P.P.) Het V.U.P. geeft aan wat het advies vanuit de school is betreffende niveau en uitstroomrichting. Dit V.U.P. komt tot stand na een op overeenstemming gericht gesprek tussen ouders , leerling en school. Tevens worden er in het O.P.P. eventuele extra ondersteuning (zorg)en aanpassingen / afwijkingen van het groepsplan beschreven. Het individueel ontwikkelingsplan (I.O.P). Hierin staan de individuele ontwikkelpunten betreffende Nederlands, rekenen en de Arbeids-en Beroepscompetenties. Vanaf klas 3 komen hier de individuele ontwikkelpunten vanuit de certificeringsvakken en van uit stage bij. Tevens is er ruimte voor eventuele andere ontwikkelpunten of belangrijke informatie waarmee op dat moment rekening moet worden gehouden. Het I.O.P. is een levend document wat ten alle tijden kan worden bijgesteld ten behoeve van de ontwikkeling van de leerling .

Doorstroomadvies (D.S.A.). Doel van een doorstroomadvies is om duidelijkheid te scheppen voor de leerling en ouders wat het perC:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

24

spectief is. Aan het eind van klas 3 bepaalt de leerlingbespreking of een leerling in de A-stroom (arbeid) of O-stroom (onderwijs) van klas 4 komt. Dit op grond van gegevens die in het OPP vermeld staan. De leerlingen die naar de O-stroom gaan, krijgen aan het eind van klas 3 een 0-meting m.b.v. niveautest TNT en RNT van Deviant. Dit betreft onderdelen van Nederlands en rekenen. Leerresultaten bepalen voor de leerlingen van de O-Stroom klas 4 (en 5 ) mede het doorstroom- of uitstroomadvies. In het doorstroomadvies staan: of er een kans is op doorstroom naar niveau 2. Dit is gebaseerd van didactische resultaten. Of een succesvol verloop in ENTREE haalbaar is op grond van motivatie en arbeidscompetenties en stageresultaten en of Het Kwadrant de leerling toelaat tot de samenwerkingsgroep ENTREE. Uitstroomadvies(U.S.A.) Het doel van het uitstroomadvies is om duidelijkheid te scheppen in de kans van slagen uit te stromen van arbeid of onderwijs. Voor de leerlingen van klas 5/6 of ENTREE3 wordt in januari het uitstroomadvies uitgebreid geformuleerd en toegelicht. In het uitstroomadvies staan: uitslagen van de AMN-test (Alleen voor ENTREE-leerlingen, niet voor leerlingen van klas 5/6), ABC-rapport uit MICS (wel voor leerlingen uit klas 5/6 en een toelichting op de didactische gegevens/werkhouding in theorielessen/werkhouding op stage en toelichting op de intrinsieke of extrinsiek motivatie om uit te stromen naar werk of onderwijs Het uitstroomadvies bevat (samenvatting) adviezen van de leraren en stagebegeleiders, een formulering van het uitstroomadvies op grond bovenstaande gegevens. Hierin staat: of er wel of geen kans is op doorstroom naar niveau 2. Dit op basis van didactische resultaten. Of een succesvol verloop bij niveau 2 haalbaar is op grond van motivatiewerkhouding en stageresultaten.

Fase 1 oriëntatie breed: In fase 1 oriënteren de leerlingen in de klassen 1 en 2 zich zo breed mogelijk. Het onderwijsaanbod richt zich op belangrijke algemene- praktische- socialeen communicatieve vaardigheden m.b.t. wonen, werken en vrije tijd. Er is veel aandacht voor de persoonlijke begeleiding van de individuele leerling. Fase 2 oriënteren op persoonlijke interesses en capaciteiten: In fase 2 oriënteren leerlingen in de klassen 3 en 4 zich op hun persoonlijke interesses en capaciteiten: “wat kan ik” en “wat wil ik”. Leerlingen maken een keuze voor een bepaalde beroepsrichting. (Klas 3: keuze voor een breed vakkenpakket , klas 4 keuze voor een smal vakkenpakket) Leerlingen kunnen (school)certificaten behalen behorende bij het gekozen vakkenpakket. Leerlingen gaan in deze fase een gedeelte van hun schooltijd op stage. De aandacht is gericht op de specifieke- praktische-, socialeen communicatieve vaardigheden ten behoeve van hun toekomstige plek op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Fase 3 focus op arbeids- en maatschappelijke competenties: In fase 3 neemt stage een groot deel van de onderwijstijd in beslag. De leerlingen zitten in de klassen 5 en 6. De aandacht is gericht op de individuele competenties ten behoeve van hun toekomstige plek op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Daarnaast worden gewerkt aan de kritische competenties van Nederlands , rekenen en burgerschap . Ook in deze fase kunnen leerlingen (school)certificaten behalen. e

e

Een speciale 5 / 6 klas is de Entreeklas. De Entree-leerlingen krijgen eerst 3 algemene basismodules aangeboden. Wanneer deze voldoende zijn doorlopen, kan een leerling kiezen verder te gaan in een van de onderstaande profielen: 1. Assistent Logistiek 2. Assistent Dienstverlening en zorg 3. Assistent Procestechniek C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

25

4. 5. 6. 7. 8. 9.

Assistent Bouwen, wonen en onderhoud Assistent Verkoop/retail Assistent Mobiliteitsbranche Assistent Horeca, voeding of voedingsindustrie Assistent Installatie- en constructietechniek Assistent Plant of (groene) leefomgeving

Naast één halve dag les op het Kellebeek College NOVA en 2 dagen les op het Kwadrant, lopen de leerlingen 2 dagen stage (BPV) bij een geaccrediteerd bedrijf dat past bij het gekozen profiel. Het resultaat is; het behalen van het Entreediploma. Klas 6 is bedoeld voor leerlingen die wat betreft hun leeftijd of ontwikkeling nog een (deel van een ) jaar extra blijven. De aandacht is gericht op de individuele behoeften van deze leerling ten behoeve van hun toekomstige plek op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Fase 4 is nazorg georganiseerd: de In de 4 fase is nazorg georganiseerd. In deze fase, die geen deel meer uitmaakt van de schoolloopbaan van de leerlingen, wordt de leerling 2 jaar lang gemonitord. Waar nodig wordt de oud-leerling ondersteund op de werkplek en het wordt de werkgever geadviseerd over de verdere loopbaanontwikkeling van de leerling in het bedrijf. Onderwijskundige ontwikkelingen op het Kwadrant: De komende jaren werken we verder aan de onderstaand onderwijskundige aspecten. De BAT-leden hebben de aspecten ontwikkeld en werken vervolgens aan de invoering ervan. Het zijn onderwijskundige aspecten die invloed hebben op ons ortho-didactisch en pedagogisch handelen. Regelmatig is er terugkoppeling in de ontwikkelgroepen, het BAT en de teamvergadering. Hierin organiseren we een cyclisch proces. OPP/IOP

Ondersteuningsprofiel

Doorstroom- en uitstroomadvies

Kritische competenties

Eindportfolio

Leesbaar maken voor ouders/ leerling Werken met OPP/ IOP

Actueel houden van ondersteuningsprofiel

Beschrijven en kaderen.

Beschrijven procedure

Werken met KC in alle groepen

Werken met eindportfolio

Evalueren en aanpassen

Afstemmen in SWV-VO Brabantse Wal

Beschrijven procedure entree-opl./ smalle opl. Visie vormen MBO1 / MBO2 met Kellebeek-Nova Evalueren en aanpassen



Medewerkers informeren

Figuur 4.

De onderwijskundige keuzes zijn gemaakt op basis van wetgeving en prioriteiten. Voor elke leerling is een wettelijk verplicht ontwikkelingsperspectief beschreven waarin doelen zijn geformuleerd waaraan gewerkt wordt. Het Kwadrant kiest ervoor om jaarlijks een ontwikkelingsperspectief te beschrijven dat voldoet aan de wettelijk gestelde eisen. Hierover hebben we regelmatig overleg met OC&W en inspectie. Naast het OPP is er een individueel ontwikkelingsplan welke door de leerling is geschreven. De mentor organiseert voor beide documenten een breed overleg. De coachende vaardigheden van de mentor zijn hierbij belangrijk. Het ondersteuningsprofiel van het Kwadrant wordt jaarlijks geactualiseerd. De positie van het Kwadrant als enige school voor praktijkonderwijs in het samenwerkingsverband Brabantse Wal is aan verandering onderhevig. Met de wet op Passend Onderwijs hebben we te maken met nieuwe feiten en afspraken, die we in het ondersteuningsprofiel verwerken en beschrijven. C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

26

Leerlingen die de interne entree-opleiding in samenwerking met het Kellebeekcollege volgen, stromen voortaan uit naar werk. Er zullen waarschijnlijk maar weinig leerlingen met een entree-diploma naar MBO2 niveau doorstromen. Hiermee stromen de meeste leerlingen met een entree-diploma uit naar arbeid. Het Kwadrant ontwikkelt de kritische competenties in een volgsysteem. Dit is een proces waarbij we aansluiten bij de actuele maatschappelijke- en arbeidssituatie. Arbeids- en beroepencompetenties met de bijbehorende deelvaardigheden hebben we beschreven en benoemd. De leerlingen werken in een eigen groep op individueel niveau met deze kritische competenties. In het eindportfolio verzamelt de leerling met de mentor de prestaties en bewijzen van de gehele schooltijd. In de groepen 5/6 wordt het eindportfolio gevuld met relevante stages, certificaten en diploma’s. Het eindportfolio is opgebouwd met voor de samenleving belangrijke prestaties, waarmee een leerling kan tonen wat hij in de schoolperiode heeft bereikt. Nieuwe leerstrategieën ontwikkelen we in het kader van taalbeleid, de Borus-systematiek en aanpak ste van kritische competenties. 21 century skills organiseren doordat taal en rekenen kernvakken zijn. De inhoud van deze vakken worden betekenisvol georganiseerd. De kritische competenties zijn gericht op samenwerken, socialeen culturele vaardigheden, communiceren, kritisch denken en probleem oplossen. ICT-geletterdheid is een aspect dat de komende jaren onze aandacht heeft. Onder leiding van de ICT-ambassadeur zal dit aspect op meerdere niveaus in de school worden geanalyseerd en ontwikkeld.

figuur 4b.

HET STAGEBUREAU. Het stagebureau is centraal gelegen in Het Kwadrant en daarmee makkelijk toegankelijk . Het stagebureau heeft deze prominente plek in het gebouw omdat wij stage- en arbeidstoeleiding van leerlingen erg belangrijk vinden. In het bureau werken 4 medewerkers. De stagebegeleider geeft leiding aan de stagebegeleiders. Zij zijn professioneel geschoold o.a. als jobcoach en houden zich voortdurend op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van stage / arbeidstoeleiding. Het stagebureau C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

27

willen we voor de toekomst borgen en uitbreiden omdat de coaching en begeleiding van leerlingen naar arbeid een belangrijke opdracht is van onze school. Een breed netwerk van stagebedrijven en professionals van MEE, UWV, ISD en Spring zijn een belangrijk onderdeel van het netwerk. De Borismethodiek is opgebouwd uit oriëntatie op beroep en loopbaan, een opleidingstraject op maat en leren in het bedrijf en hierbij ligt de focus op arbeid. De geleverde kwaliteit van het stagebureau wordt regulier gevolgd en geëvalueerd. De uitstroommonitor is hiervoor een belangrijk meet instrument wat door het Kwadant wordt gebruikt. Doel van het Kwadrant is 90% uitstroom naar arbeid en/of onderwijs, structureel contact met werkgevers. We willen een werkgeversbenadering. Het netwerk anders organiseren en aangepast aan participatiewet. Meer eenheid in het lesprogramma binnen school – stage: zoals opdrachten voor alle stagiaires die de verbinding tussen lessen en stage leggen. De BORIS-systematiek vertrekt vanuit de leerling is regisseur van eigen toekomst! Bedenkt zelf (coaching!) wat hij moet leren / nodig heeft om te bereiken wat hij voor ogen heeft.


28

Instroom

1

2

3

4

5

U

Figuur 5. Schema “trechtermethode”

Het stagebureau organiseert de volgende stages: 1 Snuffelstage

2 Voorbereidende stages

Leerlingen van klas 2 én zij-instromers van hogere klassen krijgen de mogelijkheid om twee maal een dagdeel mee op stage te gaan met een oudere leerling (buddysysteem).  Oriënteren (breed) waardoor zij een betere profielkeuze kunnen Doel: maken (einde schooljaar kiezen voor een breed vakkenpakket).  Checken of de keuze voor een stage is wat de leerling ervan verwacht heeft.  Realistische kijk op stage.  Leerlingen worden “gedwongen” om alvast na te denken over stage en toekomst.  Bijkomend doel voor de oudere leerling: leiding nemen, uitleg geven van wat de werkgever van jou als stagiaire verwacht, vertellen welke taken allemaal bij deze stage horen.  Bevestiging van het gekozen profiel / of juist inzicht dat Resultaat: leidt tot aanpassing van de keuze.  Realistische blik op stage: leuke en minder leuke taken, op tijd moeten zijn, enz. 5 jaar ervaring met de snuffelstages leert ons dat we zeker door moeten gaan met deze vorm van stages. Leerlingen zijn enthousiast. Zonder deze snuffelstages zouden ze nog niet doordrongen zijn van het feit dat ze nu alvast moeten nadenken over stage en toekomst. Ook voor de oudere leerling blijkt het een positief effect te hebben. Hij groeit doordat hij de jongere leerling mag vertellen over de stage. Bedrijven werken daarom graag mee. e Het 3 leerjaar staat in het teken van het assessment. Dit kun je zien als een uitgebreider VUP (voorlopig uitstroom perspectief). Voor het inhoudelijke zie bijlage “Het Kwadrant in beeld” 8.2 Assessment. Voorwaarde om deze stage te mogen doen: De leerling kan zelfstandig reizen. De leerling is gemotiveerd. De leerling is voldoende aanwezig op school.  Het goed in beeld brengen van de toekomstwensen van de leerDoel: lingen, van de kwaliteiten van de leerlingen en de beperkingen. Een goed beeld geven van wat een leerling nodig heeft om de stage tot een goed einde te brengen (begeleiding).  Bepalen stagegeschiktheid.  Bepalen uitstroomrichting.  Bepalen niveau: A of O stroom.


29

Beeldvorming van kwaliteiten leerling

3 Oriënterende stages en plaatsingsstages.



Resultaat:

Bevestiging van het gekozen smal profiel / of juist inzicht dat leidt tot aanpassing van de keuze.  Stagegeschikt dan door naar oriënterende stage in klas 4. Niet stagegeschikt, dan in klas 4 wel stage lopen, maar werken aan competenties die nog niet in orde zijn. Dit kan een aanwijzing zijn dat de leerling in de toekomst extra begeleiding nodig heeft in arbeid(stoeleiding).  Mentor, vakdocenten, ABC-docent en stagedocent geven hun positief of negatief advies over de profielkeuze van de leerling.  Vanuit de praktijkproeven worden adviezen gegeven m.b.t. toekomstige stage (welke begeleiding werkt het beste bij deze leerling).  Didactisch niveau.  (Voorlopig) Uitstroomadvies: Arbeid met ondersteuning, arbeid, arbeid via vervolgonderwijs. Het formulier assessment wordt afgestemd op/met het OPP. Alle onderdelen en stappen van het assessment zijn verwerkt in de procedure OK. Iedere betrokken medewerker weet wanneer welk onderdeel verwerkt moet worden. e Tijdens het 4 leerjaar lopen leerlingen 2 dagen per week stage in een bedrijf.

Doel:



 



 Versmallen

Resultaat:  



Nazorg:

Naast de basiscompetenties wordt van stagiaires verwacht dat zij meer competenties kunnen laten zien. Er is namelijk een opbouw; ieder leerjaar komen leerlingen een stap dichterbij het moment dat zij een goede assistent-medewerker in een bedrijf zijn. Hetzelfde geldt voor de keuze van uitstroom: zie schema of (trechterprincipe) Van wensberoep naar kansberoep. Voor stagedocenten: Weten of leerling het wml kan verdienen en hierop anticiperen (oudergesprek – leerlinggesprek… niet te behalen competenties laten vallen en óf kansberoep aanpassen óf inschakelen ondersteuning vanuit participatiewet). Einde schooljaar moet duidelijk zijn of de leerling kan en wil deelnemen aan de Entree-opleiding. e In het 4 leerjaar lopen leerlingen 2 dagen p.w. stage en in het e 5 leerjaar 3 of meer. Einde schoolcarrière weten leerlingen wat hun kansberoep is. e Einde 4 klas weten leerlingen of zij rechtstreeks naar werk uitstromen of uitstromen naar werk via de tussenstap van een vervolgopleiding (niveau 1 of niveau 1 en 2). Tijdens deze 2 leerjaren wordt goed vastgelegd hoe leerlingen functioneren in hun stage (stageverslag in Magister / MICSrapport)en in aanmerking komen voor ondersteuning in arbeidstoeleiding en behoud van werk.

Bij uitstroom van Het Kwadrant wordt door de leerling en de stagecoordinator een nazorgcontract getekend. Dit contract heeft een geldigheidsduur van 2 jaar.  Als de leerling werkt in een bedrijf en vindt dat dit niet naar wens Doel: verloopt kan hij vragen of zijn voormalige stagebegeleider bemid-


30



delt. Wanneer een oud-leerling ontslagen wordt en hij heeft een hulpvraag voor zijn voormalige stagebegeleider dan wijst deze stagebegeleider hem de juiste weg naar de gemeente of naar het UWV.

Netwerk: Het stagebureau onderhoudt diverse netwerken: 1. Een groot netwerk van bedrijven voor alle vormen van stage. 2. Al jaren onderhoudt het stagebureau contact met MEE (arbeidsconsulente) en UWV (arbeidsdeskundige). Al in vroegtijdig stadium worden beperkingen van leerlingen geconstateerd en in het netwerkoverleg besproken waarna de beste weg naar werk gevonden wordt. 3. Sinds de invoering van de participatiewet is de Gemeente een belangrijke partner. De gemeente is verantwoordelijk voor werk voor jongeren. Het Kwadrant heeft een goed samenwerkingsverband met de Gemeente Bergen op Zoom, Steenbergen en Woensdrecht en met de Gemeente Tholen.

Medewerkers Stagebureau:

Toekomst stagebureau:

Het Kwadrant gaat werken met onderdelen van de Boris-systematiek: 1. Als leerlingen op school komen hebben zij een wensberoep. Dit kan ver afliggen van het beroep dat zij ooit kunnen uitoefenen. Dat maakt niet uit. Met het wensberoep gaat de leerling aan de slag. De leerling kijkt / snuffelt zo mogelijk in het bedrijf van zijn wensberoep. Zoekt op welke competenties hij nodig heeft om dit beroep daadwerkelijk te kunnen gaan doen. Hij zoekt alles op wat met dit beroep te maken heeft. Hij ontdekt hoe hij zelf is, krijgt een beeld van zichzelf en wat bij hem past. En gaandeweg ontdekt hij of zijn wensberoep enigszins aan moet passen. “Automonteur” worden is niet voor iedereen weggelegd, maar “werken in een omgeving met auto’s” kan dat wel zijn (wasstraat, tankstation, autopoetsbedrijf). 2. Leerjaar 1 en 2 blijven oriënterend. Verschil is dat leerlingen vanaf dag 1 nadenken over werk als toekomst. Ook “doorleren” is gericht op werk. Verschil is ook dat leerlingen meer dan nu zullen oriënteren buiten de school, in echte bedrijven. Daarnaast biedt Boris een aantal instrumenten die gebruikt kunnen worden t.b.v. arbeidsoriëntatie. Als leerlingen op snuffelstage gaan dan doen zij dat met opdrachten. Zij moeten een actieve vragende houding laten zien. Van bedrijven wordt verwacht dat zij alle taken laten zien, dus ook hoe gereedschappen schoongemaakt moeten worden. Zo levert het de leerling een eerlijk beeld over dat beroep. 3. Tijdens de 5 leerjaren ontdekt de leerling met welk werk hij het meest affiniteit heeft (binnen-buiten werken, meer technisch – meer met mensen). Dit hangt af van wat voor persoon je bent.


31

4. Ook belangrijk is de arbeidsmarktanalyse: is de keuze voor een beroep reëel? Is er werk in? 5. Wanneer bovenstaande duidelijk is dan zoekt de leerling (stagebegeleider) een werkgever die de leerling voor het beroep wil opleiden. In dit stadium is het belangrijk dat school en (potentiele) werkgever goed samenwerken: Welke vaardigheden kan het bedrijf de leerling aanleren? Welke de school? Om dit precies vast te leggen worden alle kerntaken volgens de werkprocessen (uit het kwalificatiedossier, zie schema 1 en 2) met het bedrijf doorgenomen: Welke vaardigheden kunnen in dit bedrijf geoefend en afgetekend worden? Welke vaardigheden op school of elders? Van alle medewerkers van Het Kwadrant wordt een denkomslag verwacht: de leerling is zelf regisseur van zijn toekomst (dit vergt wel goede coaching), leerling de ruimte geven om dingen te ontdekken, ….. Stagebegeleiders worden geschoold (werkgeversbenadering, netwerk aanpassen, werken volgens werkprocessen van het kwalificatiedossier).

Het Zorgadviesteam (ZAT)

Doelen van het ZAT: Ten aanzien van de leerlingen, ouders en gezin:  Bijdragen aan oplossingen voor hulpvragen/onderwijsbehoeften van leerlingen en eventueel van de gezinnen waaruit ze afkomstig zijn.  Tijdig realiseren van passende hulp of zorg.  Zorgen voor afstemming en samenhang in hulp en zorg.  Bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van de leerling.  Bijdragen aan volwaardige onderwijsdeelname van de leerling.  Bijdragen aan goede leerprestaties en ontwikkelingskansen van de leerling. Ten aanzien van de schoolpraktijk:  Ondersteunen bij problemen van docenten met leerlingen.  Versterken van de (preventieve) leerlingenzorg op school.  Signaleren van trends in problemen en ondersteuningsbehoeften bij leerlingen.  Vroegtijdig signaleren en volgen van ondersteuningsbehoeften en risico’s op school.  Bijdragen aan veiligheid op school.  Bijdragen aan passend onderwijs.


32

Strategieën van het ZAT: Het Zorgadviesteam komt regulier om de 6 weken bij elkaar. De werkwijze in stappen is als volgt: Stap 1: Signaleren van de onderwijsbehoefte * De leerling inbrengen tijdens een leerlingbespreking en/of bouwoverleg * Je zorgen delen met ouders * Afspraken maken in het IOP Zijn de resultaten niet naar wens, dan verder met stap 2. Stap 2: Indienen van een zorgformulier bij de zorgcoördinator. Dit met medeweten van ouders of anoniem. Stap 3: De zorgcoördinator bepaalt de ernst van de problematiek. (indien ZAT waardig dan stap 4) Stap 4: De leerling wordt ingebracht in het (multidisciplinaire) ZAT-overleg. Stap 5: De ondersteuningsbehoeften worden opgesteld. Stap 6: De ondersteuningsbehoeften worden uitgevoerd. Stap 7: De ondersteuningsbehoeften worden geëvalueerd. Stap 8: De leerling vervolgt zijn/haar schoolloopbaan zonder inbreng van het ZAT. Resultaten van het ZAT: De resultaten van het Zorgadviesteam worden per schooljaar in kaart gebracht en geëvalueerd met de zorg coördinator en de directeur. Uit het leerlingvolgsysteem Magister halen we informatie over de volgende vier hoofdpunten: aanmelding, diagnose, actie, uitstroom.

5.2.2

Opbrengstgericht werken op het Kwadrant

figuur 6.

Het huidige kwaliteitsbeleid op Het Kwadrant is gestart in 2008 met een onderzoek naar de opbrengsten van Het Kwadrant. Het onderzoeksrapport " Het Kwadrant ontrafeld" gaf aan dat er 5 pijlmomenten C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

33

opgenomen dienden te worden in het kwaliteitsbeleid. De vijf pijlmomenten zijn: Instroom(I), Assessment (A), Uitstroom(U), Jaar 0 (jJr0, direct na de Uitstroom) en Jaar 2( Jr2, 2 jaar na uitstroom. Bij de opbrengsten van de vijf pijlmomenten valt te denken bv. score didactisch niveau, stage geschiktheid, behaalde certificaten, plaatsing in arbeid etc. Jaarlijks worden de opbrengsten op deze 5 pijlmomenten bepaald en geanalyseerd. Op basis van deze analyse worden voorstellen naar het management gedaan. Op basis van deze voorstellen stelt de directie haar (aanname)beleid bij. De school kan zo snel inspelen op bv. de veranderingen bij de Instroom ( zowel de reguliere (IS) als de verlate (ZIS; zij-instroom). De school hanteert bij kwaliteit het credo: Evalueren is leren Beschrijving van de normen die wij ons stellen voor de komende vier jaar en hoe wij die denken te gaan bereiken met in acht neming  van de wijze waarop wij sturen met behulp van meten, analyse, interveniëren en evalueren van tussen en eindopbrengsten.  van pedagogische en didactische mogelijkheden die wij daar bij zien en welke ontwikkeld moeten worden in de komende vier jaar.

5.2.3

Kwaliteitsbeleid (zie verder beleidsparagraaf):

Beschrijf hoe de kwaliteit geborgd is in een cyclisch proces en hoe verantwoording wordt afgelegd. Beschrijf wat er nog nodig is om dit verder te ontwikkelen en/of te realiseren.

5.2.4

Passend onderwijs:


34

Onderwijsondersteuningsprofiel Doelen: Besturen van scholen in een regio Brabantse Wal werken samen om iedere leerling een passende onderwijsplaats te bieden. Met een schoolprofiel kunnen ouders, school of andere betrokkenen nagaan welk onderwijs- en ondersteuningsaanbod onze school biedt. Kan onze school deze ondersteuning niet bieden dan zullen wij samen met de ouders en leerling op zoek gaan naar een school met een profiel dat beter aansluit op de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Zie ook de website van het samenwerkingsverband Brabantse Wal. https://www.swvbrabantsewal.nl/voortgezet-onderwijs Strategieën: Elke school binnen het SWV-VO biedt basisondersteuning en mogelijk ook extra ondersteuning. Dit ondersteunings-aanbod is beschreven op vijf velden. Daarmee zijn de profielen van de scholen uit ons samenwerkingsverband met elkaar te vergelijken. De vijf velden zijn: -

Aandacht en tijd Onderwijs Expertise Ruimtelijke omgeving Samenwerking

Belangrijke elementen van het onderwijs op Het Kwadrant zijn het werken met een IOP/OPP, stagebegeleiding/arbeidstoeleiding en zinvolle vrijetijdsbesteding. Resultaten: We beogen goed onderwijs te verzorgen voor leerlingen die aangewezen zijn op Praktijkonderwijs. Het onderwijs ondersteuningsprofiel stellen wij jaarlijks bij. Het Kwadrant hecht grote waarde aan een goed kwaliteitssysteem. Het kwaliteitssysteem is erop gericht dat diverse medewerkers cyclisch aan de kwaliteit werken (PDCA). Jaarlijks worden de verschillende (leer)opbrengsten van Het Kwadrant geëvalueerd en de processen bijgesteld.

5.2.5

Gekozen actiepunten

YourTime is een project van Het Kwadrant en is ontwikkeld i.s.m. TripleSport. Het project is bedoeld om kennis te maken met de vele mogelijkheden om je vrije tijd zinvol in te vullen. YourTime organiseert sport, cultuur en kunstactiviteiten. We werken hierbij samen met verenigingen en instanties. Gedurende het schooljaar bieden we verschillende activiteiten aan in 6 periodes. Een periode bestaat uit zo’n 6 weken. Op vrijdagmiddag onder leiding van een leerkracht en een externe deskundige worden de activiteiten gerealiseerd. In elke periode zijn er 12 verschillende activiteiten. Op de website www.yourtimehetkwadrant.nl schrijven leerlingen in voor een bepaalde activiteit. YourTime heeft een eigen YourC:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

35

TimeCoach die leerlingen in hun vrije tijd coachen naar een vereniging of club. Daarnaast bieden we andere geïnteresseerde scholen aan om YouTime binnen hun eigen organisatie te starten.


36

6

Personeel

6.1


LPS beschouwt het personeel als het grootste kapitaal van de organisatie met daarbij specifieke aandacht voor welbevinden, taakgerichtheid en ontwikkeling. Hierbij staat de kwaliteit in het uitoefenen van het vak voorop. De werkdruk bij medewerkers moet beheersbaar zijn middels een verantwoorde en passende taak-toedeling. Dit houdt in dat alle medewerkers in staat zijn onderwijs vorm te geven dat past in de 21ste eeuw en verantwoordelijkheid te kunnen dagen voor de eigen professionele ontwikkeling en daarbij te kunnen participeren en lerende netwerken. Goed werkgeverschap houdt in dat LPS zorg draagt voor levensfase bewust personeelsbeleid, de mogelijkheid biedt voor mobiliteit en het welbevinden van de medewerkers hoog in het vaandel houdt. De stichting besteedt zorg aan het opbouwen van een functiehuis, waardoor leerkrachten binnen de stichting kunnen doorgroeien naar LB en LC functies. Het Kwadrant onderscheidt de onderstaande verantwoordelijkheden: Netwerken Onderwijskundig beleid Personeels- en organisatorisch beleid Profilering School Dagelijkse gang Beheer schoolgebouw

6.2 6.2.1

Strategisch beleidsplan school Scholing en ontwikkeling

 Leidinggevenden worden gestimuleerd om middenmanagementopleiding te volgen en het merendeel van de leraren hebben een Master SEN behaald. De medewerkers van het stagebureau volgen specifieke opleidingen gericht op stagebegeleiding. Vakdocenten en gespecialiseerde leraren volgen vakgerichte opleidingen en bijscholingscursussen. Het doel hiervan is dat medewerkers goed voorbereid zijn op toekomst in wonen, werken, vrije tijd en burgerschap.  De ontwikkeling van competenties 21st century skills is verankerd in de kritische competenties beschreven in het leerlingvolgsysteem. Dit systeem is ontwikkeld door het Kwadrant en wordt geëvalueerd en aangepast. Het Kwadrant sluit aan bij de vraag van de arbeidsmarkt, maatschappij en de mogelijkheden van de leerling.  Het bekwaamheidsdossier wordt door de medewerker jaarlijks aangepast. De interne begeleider is mede verantwoordelijk voor de kwaliteit en inhoud.  Master denken werkniveau van de directeur wordt jaarlijks onderhouden door opleidingen, studiebijeenkomsten en presentaties te bezoeken.  Inzet van de gesprekkencyclus is belangrijk om de kwaliteit van medewerkers hoog te houden. Het Kwadrant legt de lat hoog omdat we werken met kwetsbare jongeren.


37

6.2.4

Leren van elkaar

 Medewerkers van het Kwadrant maken deel uit van lerende netwerken in en buiten de school. Binnen de school hebben we werkgroepen en Professionele Leergemeenschappen. Buiten het Kwadrant zijn we lid van verschillende netwerken op het gebied van arbeid, YourTime en onderwijs.  Het Kwadrant is onderdeel van het traject divergent leren van de LPS. Met een klas voeren we een experiment uit waarmee we de hypothese willen onderzoeken dat leerlingen meer leerrendement hebben als ze zelfgemotiveerd aan hun toekomst werken.

6.2.5

Goed werkgeverschap

 Conform de Cao-VO 2014 faciliteren we jonge- en oudere leerkrachten om hun taken behorende bij de functie, goed uit te voeren. Zie hiervoor ook onderdeel 4.2.2. Bronnen van Bezieling.  De afspraken van de functiemix waarin het Kwadrant LC en LD functies creëert, verlopen volgens plan zoals is afgesproken met de Lowys Porquinstichting.

6.2.6 Gekozen actiepunten 

Voor elke medewerker is er een actueel PPP en voeren we de afspraken uit van de gesprekkencyclus. Het Kwadrant stelt hoge eisen aan de medewerkers om de gestelde doelen te bereiken. Hiervoor is een goede samenwerking op alle niveaus en gebieden een voorwaarde. Actiepunt in de communicatie is elkaar aanspreken op de successen en verbeterpunten.


38

7

Leiderschap

7.1


Leiderschap vraagt van medewerkers door alle lagen van onze organisatie heen, dat men in kan spelen op de veranderingen in de maatschappij en het veranderende leren van kinderen. Dit betekent onder andere dat men uitdagende en inspirerende doelen stelt met een focus op de lange termijn, dat men proactief handelt en durft te experimenteren (ondernemende houding). Het betekent ook dat men een open, nieuwsgierige en kritische houding moet kunnen aannemen. Kijkend vanuit verschillende perspectieven een eigen richting durft te kiezen en kennis en ervaring wil delen met anderen (onderzoekende houding). Onze schoolleiders geven vanuit een autonome positie, met verantwoordingsplicht aan het bevoegd gezag, sturing aan professionele medewerkers en onderwijsinnovatie. Van onze leidinggevenden vraagt dit een master werken denkniveau om, in gezamenlijkheid (zowel op school- als bovenschools-niveau), cyclisch te kunnen werken aan professionele- en onderwijsontwikkeling en innovatie en vervult men ook de rol van voorbeeld als lerende professional. Naast autonomie is er ook aandacht voor de integrale rol van onze schoolleiders. Onze schoolleiders zijn in staat om te wisselen tussen de verschillende rollen, zodat de aanwezige expertise en financiële middelen flexibel en zo optimaal mogelijk worden ingezet. Ook op organisatieniveau is dit van belang, zodat de beheerlast van onze schoolleiders niet te groot wordt en er optimale aandacht kan zijn voor onderwijskundig en (zoveel als mogelijk) integraal leiderschap.

7.2 7.2.1

Strategisch beleidsplan school Scholing en professionalisering

Ons scholingsbeleid is met 4 kapstokken voor scholing gedefinieerd: 1. Verplichte scholings- en trainingsactiviteiten met betrekking tot kwaliteitsverbetering van het (praktijk)onderwijs of de organisatie vanuit het perspectief van de visie van Het Kwadrant 2. Scholings- en trainingsactiviteiten vanuit het strategisch beleidsplan 3. Scholings- en trainingsactiviteiten conform de CAO-VO 2014 4. Scholings- en trainingsactiviteiten die men wettelijk verplicht is om te volgen (BHV, vertrouwenspersoon), of die bijdragen aan de uitvoering van de functie Het scholingsplan is opgesteld door de Intern Begeleider en vervolgens vastgesteld door het managementteam, met instemming van de PMR. De medewerkers van het praktijkonderwijs zijn de professionals die dit mogelijk maken door met de leerling in gesprek te zijn om te bepalen wat de leerling nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen. Daarnaast zijn ze ook in gesprek met de omgeving; met werkgevers, met ouders en met maatschappelijke organisaties om zicht te krijgen op wat de leerling nodig heeft om in de maatschappij te kunnen (blijven) functioneren. C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

39

De medewerker speelt daarbij een cruciale rol als begeleider van het proces van formuleren van haalbare, maar ook uitdagende leerdoelen, inrichten van het leerproces en reflectie op het resultaat. Het vraagt heel specifieke competenties van docenten; vertrouwen van de leerling (en ouders), goed luisteren naar leerlingen, hoofd- en subdoelen kunnen onderscheiden maar ook met elkaar in verband brengen, inschatten wat de leerling aan kan en wat net niet, een leertraject (groot of klein) didactisch effectief arrangeren, reflecteren op resultaat, leerlingen leren reflecteren, samenwerken (met interne en externe partijen), enz. Het succes van het praktijkonderwijs staat of valt met de professionaliteit van de docenten/begeleiders van de leerlingen. Als school voor Praktijkonderwijs onderschrijven we dat goed vakmanschap noodzakelijk is. Vandaar dat we investeren in de ontwikkeling en professionalisering van groot belang achten. Het Kwadrant is een school voor Praktijkonderwijs met een betekenisvol, toekomstgericht en positief leer- en leefklimaat, zodat als een leerling de school verlaat, zich sociaal kan redden. Weet hoe zich te gedragen in verschillende situaties en kan zichzelf staande houden. De leerling heeft geleerd zich aan te passen aan wisselende omstandigheden. Is sociaal vaardig en is in staat met anderen te communiceren. Ons onderwijs kenmerkt zich door in te zetten op functionele competenties/ vaardigheden en (arbeids)houding als burger en werknemer en mens Komen tot verantwoorde keuzes t.b.v. zichzelf en hun omgeving. Op basis hiervan is het scholingsplan tot stand gekomen Beschrijven (en evt. verwijzen) wat de ambities zijn op het gebied van scholing en professionalisering met het oog op een aantoonbaar master denken werkniveau (van de schoolleider) en de ondernemende en onderzoekende houding van alle medewerkers binnen de school.

7.2.2

Gesprekken als ontwikkelinstrument

De gesprekkencyclus wordt op het Kwadrant als ontwikkelinstrument gebruikt. Medewerkers die op het Kwadrant werken hebben de opdracht om zich te ontwikkelen. Medewerkers krijgen regulier feedback over hun prestaties. Medewerkers die opvallen door excellente prestaties, kunnen worden genomineerd voor een extra beloning van de Lowys Porquinstichting. De directeur streeft ernaar om jaarlijks 10% van de medewerkers hiervoor te nomineren. Het liefst organiseren we collega’s in hun kracht, waarbij ze hun ontwikkelde competenties op school kunnen inzetten. Medewerkers die opvallen door zwakke prestaties, worden gecoacht door interne leidinggevenden/ deskundigen zoals direct leidinggevenden en de intern begeleider. Als de resultaten van medewerkers langere tijd onder de maat blijven, dan volgt een extern traject in nauwe samenwerking met de Lowys Porquinstichting. Op het Kwadrant hanteren we de afspraken van de gesprekkencyclus zoals is afgesproken door de Lowys Porquinstichting. We gebruiken de verschillende formats voor ondersteunend personeel en onderwijsgevend personeel: zoals het planningsgesprek, het voortgangsgesprek en het beoordelingsgesprek. Medewerkers van het stagebureau, de onderbouw en de bovenbouw hebben de bovengenoemde gesprekken met de stagecoordinator of afdelingsleider. BAT-leden voeren deze gesprekken met de directeur. Medewerkers ondertekenen de gespreksverslagen en worden daarna aangeboden aan het College van Bestuur ter ondertekening. Alle verslagen zijn digitaal opgeslagen in het docentenvolgsysteem (DVS) en in de bruine stalen kast. De gesprekkencyclus als ontwikkelinstrument is van grote waarde om de kwaliteit van de medewerkers op het Kwadrant te verbeteren en te borgen. De Lowys Porquinstichting geeft hierin het voorbeeld door duidelijkheid voor de medewerkers te bieden. Leidinggevenden op het Kwadrant begeleiden en coachen de medewerkers zodat zij voornamelijk positieve ervaringen hebben. Medewerkers functioneren C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

40

het beste als zij in hun werk regelmatig geluk, hoop en liefde ervaren. Hiervoor dienen zij vitaliteit, doorzettingsvermogen en wijsheid te bezitten. Een positieve insteek is nodig om op het Kwadrant succesvol te werken.

7.2.3

Managementfuncties

Het Kwadrant werkt met verschillende managementfuncties zoals deze zijn opgenomen in het functiebouw voor praktijkonderwijs (2006). Om de 3 a 4 weken spreken onderstaande medewerkers over beleid in het beleidsadviesteam (BAT). De directeur is integraal verantwoordelijk voor de school. De afdelingsleider is verantwoordelijk voor het organiseren van onderwijs in de onderbouw of bovenbouw. We hebben een afdelingsleider voor de onderbouw en een afdelingsleider voor de bovenbouw. De stagecoordinator is verantwoordelijk voor de organisatie stage op school. De intern begeleider is verantwoordelijk voor de opleidingen- en coaching van medewerkers. De zorg coördinator is verantwoordelijk voor de speciale zorg op het Kwadrant. Om de zeven weken is er een reguliere evaluatie gepland met de directeur en de leidinggevenden (jaarplanner). Daarnaast is er elke week een overleg gepland met de directeur en de verschillende leidinggevenden. Gebleken is dat korte lijntjes tussen de medewerkers, leidinggevenden en de directeur de communicatie ten goede komt.

7.2.4

Ontwikkelen van leiderschapstalenten

Leiderschapstalenten zijn nodig om te kunnen functioneren op het Kwadrant. Leiderschapscompetenties ontwikkelen we daarom tijdens studiedagen voor het team en op individueel niveau. In gesprekken in het kader van de gesprekkencyclus en reguliere overleggen tussen leidinggevenden bespreken we leiderschapstalenten van onze professionals. Medewerkers geven aan wat hun ambities zijn en leidinggevenden maken een inschatting of- en hoe deze ambities verder ontwikkeld kunnen worden. Leiderschapstalenten kunnen op verschillende niveaus binnen het Kwadrant worden ingezet. Afgelopen jaren hebben verschillende Kwadrant medewerkers gekozen om binnen de Lowys Porquinstichting hun leiderschapstalenten verder te ontwikkelen wat soms resulteerde in mobiliteit binnen de LPS.

7.2.5

Autonomie en leiderschap

Twee keer per schooljaar brengt het College van Bestuur en de directeur Kwaliteit en Beleid een werkbezoek aan het Kwadrant waarin volgens een vooraf vastgesteld format de plannen, ontwikkelingen en behaalde resultaten worden besproken. De directeur licht de gespreksonderwerpen toe. Naast deze reguliere werkbezoeken is er maandelijks overleg tussen de directeur, het CvB en de directeur Kwaliteit en Beleid. De reden hiervan is dat het Kwadrant werkt aan verbetering van haar positie binnen de LPS en het samenwerkingsverband Brabantse Wal. De strategie hierbij is om collega’s en scholen te informeren wat de mogelijkheden voor leerlingen op het Kwadrant zijn.

7.2.6

Gekozen actiepunten

Het Kwadrant werkt aan verbetering van haar positie binnen de LPS en het samenwerkingsverband Brabantse Wal. De strategie hierbij is om collega’s en scholen te informeren wat de mogelijkheden voor leerlingen op het Kwadrant zijn.


41

8.

Organisatie

8.1


Digitalisering, individualisering en onderwijskundige maattrajecten zijn ontwikkelingen waarmee rekening dient te worden gehouden. Nieuwe ontwikkelingen komen in hoog tempo naar het onderwijs. Het is de taak van de Lowys Porquinstichting en het Kwadrant hierop efficiënt en doordacht op te reageren of te anticiperen. Dat vraagt om keuzes om een balans te vinden om verantwoord te kunnen interveniëren binnen de onderwijsconcepten. Daarbij spelen verschillende netwerken een grote rol. Leidinggevenden hebben zicht op regionale ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het functioneren van de school en kunnen daar meer marktgericht op inspelen. Tevens zal LPS gedurende de planperiode anticiperen op het huisvestingsbeleid, het organiseren en verwerken van de financiën en de wijze van inkoop. Nieuwe inzichten en maatschappelijke vraagstukken liggen ten grondslag aan het nadenken over een aangepaste bestuurlijke inrichting. Vertrouwen en autonomie van de professional vormen hierbij het uitgangspunt. Beleidsontwikkelingen zullen vanuit een collectieve agenda meer adhocratisch op basis van talent en professionele kwaliteiten ontwikkeld kunnen worden. Horizontale verantwoording wordt meer belangrijk. Ouders zijn serieuze gesprekspartners voor zowel directies van scholen als het bevoegd gezag.

8.2 8.1.1

Strategisch beleidsplan school Financiën

Middels de meerjarenbegroting en de formatie meerjarenbegroting is er overzicht van wat de komende 4 jaren de financiële situatie is. Het is de opdracht en ambitie om de bekostiging exploitatie en – personeelskosten niet te overschrijden (13% en 87%). In de meerjareninvesteringsplanning beschrijven we de investeringen die nodig zijn om goed praktijkonderwijs te organiseren. Deze investeringen worden over meerdere jaren afgeschreven. We hebben ook inkomsten uit verhuur van lokalen, catering, vrijwillige ouderbijdrage en van het SWV-VO Brabantse Wal. Per leerling willen we de komende vier kalenderjaren een financiële buffer van € 800,- opbouwen. Het Kwadrant investeert in de ontwikkeling van medewerkers, veilige aantrekkelijke lokalen/werkplaatsen en de eerder beschreven onderwijskundige ontwikkelingen. Op basis van de Exploitatie meerjarenbegroting wordt het financieel beleid beschreven. De afgelopen jaren was er een krimp van het aantal leerlingen op het Kwadrant. We verwachten dat het leerlingaantal de komende jaren zal stabiliseren op 150. Door deze krimp hebben we de formatie fors gereorganiseerd. In de formatie meerjarenprognose staan de medewerkers genoemd met de werktijdfactoren en de begrootte salariskosten. In een apart overzicht staan de Bapo- en pensioengerechtigden. De (P)MR beschikt over een exploitatie-begrotingsoverzicht en is op de hoogte van de algemene financiële situatie.


42

8.1.2

Huisvesting

Het gebouw is eigendom van de Lowys Porquinstichting. Jaarlijks ontvangen we een vergoeding voor huisvesting van de gemeente Bergen op Zoom op basis van het leerlingaantal. Het gebouw is aangepast aan de eisen van modern praktijkonderwijs. Het onderhoud is middels een meerjarenonderhoudsplan MOP beschreven. Dyade organiseert het realiseren van het MOP. De school heeft een bouwcommissie bestaande uit 4 leden; de conciërge, directeur, veiligheidscoördinator en een stagebegeleider. Om de 6 weken bespreken zij de actiepunten en controleren ze of deze worden uitgevoerd. De Lowys Porquinstichting is een onderzoek gestart naar de visie op huisvesting van de verschillende scholen. Het Kwadrant heeft hierin aangegeven dat huidige de locatie van het gebouw aandacht verdient. Want de geschikte plaats voor een school voor praktijkonderwijs is toch tussen de stagebedrijven en instellingen.

8.1.3

Marktgerichtheid

Het Kwadrant is gericht op de regionale arbeidsmarkt en werkt hierin samen met de praktijkscholen uit de regio Breda. We maken deel uit van een netwerk van werkgevers in West-Brabant en Zeeland. Samen met de gemeenten Brabantse Wal en Tholen organiseren we een warme overdracht van leerlingen. De ISD, het UWV en MEE hebben regulier overleg met het stagebureau. Kenmerken van de regionale arbeidsmarkt laten we meewegen in strategische beleidskeuzes. De PR-activiteiten zijn erop gericht om het Kwadrant positief in het nieuws te brengen. Praktijkonderwijs in het algemeen en het Kwadrant in het bijzonder is nog bij veel mensen onbekend. Medewerkers van het Kwadrant informeren geïnteresseerden over de school. Wij informeren de lezers van BN/deStem en de Bergse Bode met artikeltjes over activiteiten en resultaten. Met de schoolgids, informatieblad, de nieuwsbrief voor ouders en medewerkers informeren we direct betrokkenen. De Website en Facebook gebruiken we om geïnteresseerden met onze werkzaamheden te boeien. Een flyer over het Kwadrant wordt aan elke basisschool verstrekt. De directeur is lid van de PLG- PR van de Lowys Porquinstichting.

8.1.4

Maatschappelijke ontwikkelingen.

Het Kwadrant werkt samen met externe partners. We hebben een warme overdracht met SBO van leerlingen voor de intake. Dit geldt voor de 3Master en basisscholen van de Lowys Porquinstichting maar ook voor scholen buiten de LPS. Zijinstromers komen meestal vanuit het SWV-VO Brabantse Wal en van andere PRO-scholen. Het stagebureau heeft externe partners in het kader van stage en toeleiding naar arbeid. Zoals stagebedrijven, MEE, ISD, GGZWNB, UWV, SDW en WVS. Het zorgadviesteam heeft externe partners zoals Mentaal Beter, Spring, GGZWNB, IVO-commissie en verschillende tafels binnen het SWV-VO. Voor de uitstroom in de bovenbouw hebben we externe partners zoals de Zeeuwse- en West-Brabantse werkgevers, Kellebeekcollege, Markiezaatscollege, Da Vincicollege, PROBreda, de Zwaaikom en ISD Brabantse Wal. De participatie wet en de wet op het passend onderwijs geven de kaders aan waarbinnen we praktijkonderwijs organiseren. De toelatingscriteria voor praktijkonderwijs zijn door de Tweede Kamer landelijk vastgesteld. De doelgroep is hiermee tot en met 2018 aangegeven. Door de wetgeving is de focus op arbeid gericht en werken we samen met externe partners om leerlingen uit te laten stromen naar arbeid. Vervolgopleidingen zoals MBO2 en MBO3 lijken steeds lastiger toegankelijk omdat de eisen zijn aangescherpt.

8.1.5

Inrichten organisatie

Ontwikkelingen die op bestuursniveau plaatsvinden, krijgen ruimte op het Kwadrant om tot ontplooiing te komen als het gaat om kwaliteitsbeleid, de ICT-ambassadeur, de gesprekkencyclus, Public Relation, Passend Onderwijs, divergent leren, huisvesting en financieel beleid. Het Kwadrant is de enige school C:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

43

voor voortgezet onderwijs binnen de Lowys Porquinstichting. Bovengenoemde ontwikkelingen vragen daarom meestal om een aanpassing voor het Kwadrant. Zo vertegenwoordigt de directeur in goed overleg met het College van Bestuur de Lowys Porquinstichting in het samenwerkingsverband Brabantse Wal. Tevens is de wetgeving voor voortgezet onderwijs op details anders geregeld i.v.m. het basisonderwijs.

8.1.6

Expertise en Innovatie Centrum (EIC)

Het Kwadrant maakt gebruik van het EIC. Het expertise- en innovatie centrum gebruiken we als we voor een medewerker of een klas een expertise op school missen. Bijvoorbeeld een logopedist om de taalvaardigheid van een leerling en of medewerker te verbeteren. Ook zetten we experts in als we handelingsverlegen zijn op leerlingen of groepsniveau. Enkele medewerkers van het Kwadrant verrichten werkzaamheden voor het EIC.

8.1.7

Ouderparticipatie

Ouderparticipatie is een speerpunt. We betrekken ouders regulier bij de afspraken die we maken betreffende het OPP en IOP. De doelen die leerlingen zichzelf stellen, bereiken we in gezamenlijkheid. De rol van de ouders en verzorgers hierin zijn belangrijk. We gebruiken de netwerken van ouders om leerlingen binnen een bedrijf of instelling te organiseren.

8.1.8

GMR/ MR/ Leerlingraad

De huidige leerlingenraad is op 18 november 2008 opgericht. Inspraak van de leerlingen is belangrijk voor het Kwadrant en met de leerlingenraad is de vertegenwoordiging of afvaardiging georganiseerd. In de leerlingenraad zitten ongeveer 10 leerlingen en een (vaste) docent. Ze bespreken onderwerpen zoals schoolregels, aanpassingen van het schoolgebouw etc. De leerlingenraad organiseert het schoolfeest en praten mee over de sportdag en schoolreis. Ze bespreken ook klachten van leerlingen en docenten. Ideeën spreekt de leerlingenraad met de directeur, het docententeam en de leerlingen. Het is een actieve- en dynamische raad, die zich inzet voor een leefbare en aangename school. De medezeggenschapsraad (MR) vergadert 8 keer per jaar volgens een vast vergaderrooster. De MR bestaat uit twee personeelsleden en twee ouders. De besproken onderwerpen worden zowel door ouders- als de personeelsgeleding geagendeerd. Elke 6 weken komt de personeelsgeleding van de MR bij elkaar om specifieke personeelszaken te bespreken. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad(GMR) wordt door de scholen van de Lowys Porquinstichting vertegenwoordigd. De MR ontvangt de agenda en de notulen en kanzich d.m.v. de voorzitter laten vertegenwoordigen.

8.2.9

Gekozen actiepunten

Het kwadrant betrekt de ouders bij de afspraken en uitvoering van het OPP/ IOP. We vinden het belangrijk dat ouders met de mentor doelen formuleert en deze realiseert; dat ouders achter het handelen van de school staan. We hebben het IOP leesbaar voor ouders en leerlingen gemaakt, om de inbreng van hen te vergroten.


44

9

Kwaliteit als uitgangspunt

9.1


Alle ingezette interventies binnen LPS zijn gericht op kwaliteit en hoge onderwijsresultaten. Kernpunt van de stichting is het ontwikkelen en laten groeien van leerlingen, die succesvol zich verder kunnen ontwikkelen in het voortgezet onderwijs. Talentontwikkeling vraagt om onderwijs dat aansluit bij de leerbehoefte en de leerstijl van leerlingen. Onderwijsgevenden zijn zich hiervan bewust en kunnen hierop anticiperen.

Onderwijsresultaten en uitkomsten van observatieinstrumenten vormen de basis van onderwijskundige ontwikkelingen. Het analyseren van data, gekoppeld aan realistische doelen geven de leraar mogelijkheden nieuwe, effectieve interventies in te zetten om leerlingen vervolgstappen te laten zetten in hun ontwikkeling. Hiermee wordt de inrichting van het onderwijs in een cyclus gebracht. Door leraren en andere functionarissen binnen de school te laten samenwerken binnen het opbrengstgericht werken (OGW), ontstaan vele mogelijkheden om samenwerkend leren te stimuleren (inrichten leergemeenschappen). De inrichting van de kwaliteitszorg (PDSA) vormt daarmee de basis van het denken en handelen binnen de scholen en de stichting.

9.2

Strategisch beleidsplan Kwadrant

Het Kwadrant is een school voor praktijkonderwijs in de regio Bergen op Zoom. Wij nemen de mening van onze stakeholders serieus en kiezen ervoor om op basis van analyse van data speerpunten in ons beleid te formuleren. Op de website www.scholenopdekaart.nl zijn de opbrengsten gepubliceerd zodat belanghebbenden deze opbrengsten kunnen vergelijken met andere scholen. We vragen jaarlijks naar de mate van tevredenheid van onze stakeholders middels ProZO. De scores vergelijken we met de landelijke- en regionale scores. Het Kwadrant hanteert de PDSA-cyclus omdat we willen aansluiten bij de vraag van de arbeidsmarkt en de leerling. ProZO geeft een beeld van de tevredenheid van ouders, leerlingen, medewerkers, stagebedrijven en instellingen. Hieruit komen onze sterke- en verbeterpunten naar voren. Sinds 2006 werken we met deze vragenlijsten. De uitstroommonitor biedt een overzicht van opbrengsten op leerling niveau die aan het wettelijke kader voor praktijkonderwijs worden getoetst. Het beleidsadviesteam (BAT) stelt het beleid vast waarin speerpunten zijn geformuleerd. Op basis van anaC:\Users\Ab de Laater\Documents\Kwadrant PrO\Schoolplan Kwadrant 2015-2019 vs 7.docx

45

lyse van de opbrengsten door kwaliteitsmedewerker bespreekt het team of doelen zijn gerealiseerd. en WOK Plan, Do, Study en Act. is de cyclus die we hanteren voor onderwijsvernieuwingen zoals hieronder zijn beschreven in het overzicht. Voor sommige ontwikkelingen gebruiken we korte cycli zoals bij het leerlingvolgsysteem met kritische competenties. Bij andere ontwikkelingen zoals het ondersteuningsprofielwerken is een cyclus van een schooljaar. De analyse van opbrengsten wordt uitgevoerd door de kwaliteitsmedewerker. De conclusies die we uit de data trekken komen uit de verschillende werkgroepen en verzamelen we in he beleidsadviesteam BAT. Aandachtspunt is het afronden van projecten en ontwikkelingen. In het BAT en de teamvergadering zijn de interventies geagendeerd en worden daarmee regulier besproken. In het Jaarplan zijn de ontwikkelingen benoemd en in het jaarverslag staan de resultaten hiervan. Om de 6 weken is er een evaluatie gepland met de leidinggevenden en de directeur waarin de interventies waarvoor een leidinggevende verantwoordelijk is, worden besproken en genotuleerd.

9.2.1

Gekozen actiepunten

Onderwijskundige ontwikkelingen: OPP/IOP

Ondersteuningsprofiel

Doorstroom- en uitstroomadvies

Kritische competenties

Eindportfolio

Leesbaar maken voor ouders/ leerling Werken met OPP/ IOP

Actueel houden van ondersteuningsprofiel

Beschrijven en kaderen.

Beschrijven procedure

Werken met KC in alle groepen

Werken met eindportfolio


Afstemmen in SWV-VO Brabantse Wal

Beschrijven procedure entree-opl./ smalle opl. Visie vormen MBO1 / MBO2 met Kellebeek-Nova Evalueren en aanpassen



Medewerkers informeren

Figuur 4.

Personele ontwikkelingen: Goed werkgeverschap en – werknemerschap heeft onze aandacht. Het Kwadrant wil betrokken medewerkers faciliteren in hun functie en verantwoordelijkheden. We willen gebruik maken van hun competenties op de gebieden kritisch denken, communiceren, sociaal- en culturele vaardigheden, ictgeletterdheid en probleemoplossend vermogen en deze verder ontwikkelen. De doelgroep in het praktijkonderwijs is soms complex en verwacht professioneel handelen van de medewerkers. Samenwerking en communiceren met interne- en externe partners is een kenmerk van onze school. De organisatie is naar buitengericht en vraagt van de medewerkers een nieuwsgierige, ondernemende en betrokken grondhouding. We zijn opzoek naar kansen in de brede zin, waarbij coachende vaardigheden en strategieën doelbewust worden ingezet.

Transitieplan.     

werkgelegenheidsbehoud; hierin is het reorganisatieplan en afvloeiingsvolgorde beschreven. de lessentabel; hierin is aangegeven hoe de leraren en leraarondersteuners worden ingezet. het aantal lessen dat maximaal aan een leraar kan worden opgedragen (taakbeleid); de spreiding van de lesweken over de 37,8 onderwijsweken die beschikbaar zijn voor onderwijs; klassengrootte; theorielessen max. 15 leerlingen en praktijklessen max. 8 leerlingen.


46



werkdruk; aanpak en beleid. Omgang met de normjaartaak.

Organisatorische ontwikkelingen: Sinds de krimp en de crisis werkt het Kwadrant systematisch aan haar Public Relation. De directeur maakt deel uit van de PLG PR binnen de Lowys Porquinstichting. Het tastbare resultaat is dat de relatie met onze stakeholders is onderzocht. Uit het onderzoek is gebleken dat onvoldoende bekend is wie we zijn en wat we doen. De interventies zijn erop gericht om aan onze belanghebbenden te informeren wie we zijn. Acties die wij ondernemen zijn:           

Publiceren van activiteiten in regionale krant en reclamebladen. Deelname aan netwerken werkgevers, onderwijs en overheid. Actieve deelname aan het samenwerkingsverband Brabantse Wal. Ontwikkelen van een flyer voor basisscholen. Publiceren van een nieuwsbrieven voor ouders. Een actuele website van het Kwadrant en YourTime. E-mail adressen ouders en inlogmogelijkheid op website. Facebook waarop schoolactiviteiten staan vermeld. Deelname aan procedure Excellente Scholen. Eindportfolio. Reclameborden in de regio.


47

Concept schoolplan

Recommend Documents