DATUM VERGADERING BĨJLAGE(N) AGENDAPUNTNUMMER
27ĴUI1İ 2013
COMMISSIE
0 MBH (12 juni 2013)
4
6 . î
B1300270 AAN DE V E R E N I G D E V E R G A D E R I N G
INGEKOMEN STUKKEN: Z I E N S W I J Z E N B E G R O T I N G S W I J Z I G I N G AQUON 2 0 1 3 EN PROGRAMMABEGROTING AQUON 2 0 1 4 - 2 0 1 7
1. I n g e k o m e n s t u k over: Zienswijzen op de begrotingswijziging 2013 en Programmabegroting 20142017 van Aquon
2.
3.
Rubriek
0 A.
Voor kennisgeving aannemen
O B.
Behandelen bij het desbetreffende punt van de agenda
ū C.
In handen stellen van het college voor het uitbrengen van een voorstel
ū D.
In handen stellen van het college ter afdoening
Motivering Op 5 april 2013 heeft waterschap Hollandse Delta de Begrotingswijziging Aquon 2013 en de Programmabegroting Aquon 2014-2017 ontvangen met het verzoek hierop zienswijzen in te dienen. Bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen Volgens de Wet Gemeenschappelijke Regelingen ligt de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen op ontwerpbegrotingen van GR's bij het algemeen bestuur van de deelnemers aan de GR, in dit geval dus bij de vv. Conform het Delegatie en Mandaat besluit waterschap Hollandse Delta, vastgesteld op 22 november 2012, heeft de Verenigde Vergadering deze bevoegdheid gedelegeerd aan het college van D&H. Voorwaarde hierbij is dat de vv goed en tijdig wordt geïnformeerd. Bij het opstellen van het Plan van Aanpak "Sturen op Rendement" door Aquon is afgesproken om de begrotingswijziging 2013 pas in het voorjaar 2013, gelijktijdig met de programmabegroting 2014-2017, in te dienen, waardoor het mogelijk wordt om op basis van de meest actuele inzichten de begrotingswijziging bij te stellen. Zienswijzen De zienswijzen zijn in de D&H vergadering van 21 mei 2013 vastgesteld en verwoord in een brief aan het Dagelijks Bestuur van Aquon. De brief is als bijlage bijgevoegd, verwezen wordt naar de inhoud daarvan.
waterschap
Hollandse Delta
DATUM VERGADERING ONDERWERP
27jUnİ 2013 PAGINA 2 Zienswijzen begrotingswijziging Aquon 2013 en Programmanbegroting Aquon 2014-2017
secretaris-directeu
dijkgraaf,
drs. A.A. van Vliet
ing. J.M. Geluk
Bijlagen (4) - Aanbiedingsbrief Begrotingswijziging Aquon 2013 en Programmabegroting Aquon 2014-2017 - Begrotingswijziging 2013, dd 5 april 2013 - Programmabegroting 2014-2017, dd 5 april 2015 - Brief naar Aquon met zienswijzen WSHD
VERZONDEN DATUM
uw
BRIEF VAN
21
mei
3 0 ME! 2013 2013
5 april 2013
CONTACTPERSOON
E. Hoffmann
DOORKIESNUMMER
088
uw KENMERK
E-MAILADRES
ONS KENMERK
AANTAL BIJLAGEN
974
37
21
e.hoffmann@wshd-nl
U1303848
INGEKOMEN NR. ONDERWERP
Zienswijzen op Begrotingswijziging 2013 en Programmabegroting 2014-2017 waterschap
Hollandse Delta
Dagelijks bestuur AQUON Postbus 328 4000 AH Tiel
Geacht bestuur,
Via E-mail op vrijdag 5 april 2013, 16:25 uur, hebben wij van u de Programmabegroting AQUON 2014-2017 en de Begrotingswijziging Aquon 2013 ontvangen met het verzoek hier op zienswijzen in t e dienen. Middels deze brief doen wij u onze zienswijze toekomen. Voor de goede orde merken wij vooraf op dat de Verenigde Vergadering van ons waterschap de bevoegdheid t o t het indienen van zienswijzen op ontwerpbegrotingen van Gemeenschappelijke Regelingen heeft gedelegeerd aan ons college. AQUON is op 1 juli 2011 van start gegaan als Gemeenschappelijke Regeling van negen waterschappen. Ten behoeve van de oprichting van AQUON is in 2009 een Business Case opgesteld, die in 2010 is aangepast naar aanleiding van het besluit van waterschap Rivierenland en hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden om ook toe te treden tot AQUON. De toegezonden stukken zijn uw reactie op het verzoek van de waterschappen om visie op de toekomst van Aquon en de noodzakelijke (bedrijfsvoering) maatregelen te geven. Wij stellen vast dat Aquon daartoe een fors bedrag, in 2013 maar ook in de jaren daarna, aan additionele middelen nodig acht maar denken dat dit onvermijdelijk is. 1. Begrotingswijziging 2013 Wij stellen vast dat Aquon de komende jaren voor forse inspanningen staat. Inspanningen die voortvloeien uit het door Aquon vastgestelde Plan van Aanpak "Sturen op Rendement" die t o t gevolg hebben een, met name in 2013, fors hogere bijdrage van de deelnemende waterschappen. Dit zal moeten leiden t o t een efficiënter bedrijfsvoering gericht op stijgende productiviteit en rendement. Hoewel wij de hoogte van de extra benodigde middelen zeer fors vinden, beseffen wij dat het maatregelen zijn die genomen moeten worden en vragen u het Plan van Aanpak zonder uitstel uit te voeren. 2. Programmabegroting 2014-2017 In de begroting 2014-2017 is voor de kostenstructuur voor het eerst afgeweken van de begroting zoals deze was opgenomen in de Business Case AQUON+. Het uitgangspunt van de 'garantieregeling' is t o t 2016 nog onverkort van toepassing. De dalende trend in de meetvraag zet ten opzichte van de afgelopen jaren door maar lijkt zich vanaf 2014 te stabiliseren op circa 10 miljoen ILOW punten. Handelsweg 1 0 0
Het is naar onze mening de taak en uitdaging van de directie van AQUON om te komen tot een zodanig flexibele organisatie dat mutaties in de meetvraag voor eeatatlres belangrijk deel opgevangen kunnen worden en in een mate waarin de prijs per ILOW
2 9 8 8 DC
Postbus 2980
cc
Ridderkerk 4103
Ridderkerk
telefoon 088 974 30
00
fax 0 8 8 9 7 4 3 0 0 1
i n t e r n e t www.wshd.nl
[email protected]
ONDERWERP PAGINA
Zienswijze op Begrotingswijziging 2013 en Programmabegroting 2014-2017 2
van
2
punt weer in de buurt komt van de prijs zoals werd gehanteerd in de Business Case Aquon-K Wij hebben begrip voor het feit dat AQUON nog steeds in een fase van transitie zit en verwelkomen daarom de genomen maatregelen vanuit het Plan van Aanpak om de bedrijfsvoering van Aquon te optimaliseren. Wij onderschrijven daarom de concreet gestelde doelen, met name het Verhogen van de productiviteit' en het 'versterken van de bedrijfsmatige cultuur en gedrag'. Wij blijven echter kritisch en bezorgd over de vraag of Aquon zich de flexibiliteit weet te verwerven die noodzakelijk is om de dalende meetvraag (deels) op te vangen. Binnen bovenstaande algemene opmerkingen over kostenniveau en organisatiedoelen hebben wij nog enkele specifieke vragen: 1.
2.
De transitie naar één LIMS systeem is essentieel en een belangrijke voorwaarde voor efficiënt werken (blz. 12). Onduidelijk is in welke mate de begroting hierdoor wordt beïnvloed c.q. afneemt en welke revenuen dat vanaf april 2014, wanneer ook hydrobiologische werkzaamheden in LIMS zijn ingebouwd, gaat opleveren. Meetvraag externen (blz. 14); onduidelijk is nog in welke mate Aquon inzet op het verwerven van productie voor derden, hetgeen een aantrekkelijke optie is om de kosten voor de deelnemers in Aquon omlaag te brengen.
Tot slot geven wij u mee dat de Verenigde Vergadering van waterschap Hollandse Delta zich zorgen blijft maken over de kostenontwikkeling van Aquon en de snelheid waarin de transitie zich voltrekt. Het beeld dat in de programmabegroting wordt geschetst van een dalende bijdrage voor ons waterschap is welkom maar nog niet in lijn met de daling van onze meetvraag. Ons college gaat akkoord met de voorliggende begrotingswijziging 2013 en de (meerjaren)begroting 2014-2017.
Hoogachtend, dijkgraaf en heemraden, secretaris-directeur
drs.
dijkgraaf,
-Vliet
Handelsweg 100 2988 DC Ridderkerk Postadres Postbus 4103 2980 CC Ridderkerk t e l e f o o n 088 974 30 00 fax 088 974 30 01
i n t e r n e t www.wshd.nl
[email protected]
College van Dijkgraaf en Hoogheemraden Dagelijks Bestuur Breda, 5 april 2013 Concept Aanbieding jaarverslag 2012, begrotingswijziging 2013, begroting 2014, meerjarenprognose 2015-2017. Geacht college, Het Dagelijks Bestuur van AQUON biedt u hierbij een set samenhangende documenten aan, waarin de ontwikkeling wordt geschetst vanaf de vorming van AQUON, naar een eigenstandige organisatie met daarbij zicht op de toekomstige rendementsverbeteringen. De samenhang is in onze ogen essentieel om het benodigde herstel aan te geven dat vanaf 2014 bereikt zal worden na het financieel grote tekort in 2012 en inzicht te verkrijgen in bijgestelde begroting voor 2013. Voordat hier nader op wordt ingegaan wenst het Dagelijks Bestuur deze ontwikkelingen graag in een historisch perspectief te plaatsen. Historisch perspectief
Bij de start van de gemeenschappelijke regeling AQUON op 1 juli 2011 zijn de laboratorium activiteiten van de waterschappen op afstand komen te staan. Voor een aantal waterschappen was dit reeds een bestaande situatie omdat een aantal jaren eerder reeds vergelijkbare GR-organisaties waren ontstaan. Gebleken is dat binnen die voormalige waterschap afdelingen, die tot dan toe in redelijk beschutte omstandigheden hebben kunnen functioneren, een gedegen productiecultuur ontbreekt. Een flinke cultuur omslag moet dan ook nog plaatsvinden om tot een efficiënte productieomgeving te komen en een zakelijke verhouding met de partners. Vanaf de oprichting is de organisatie in een fase van transitie gekomen deze zal doorlopen tot 2014. Vanaf 2014 zullen vele rendementsverbeteringen worden bereikt. Inmiddels is wel gebleken dat de inverdieneffecten voor de eerste transitiejaren in de business case te optimistisch zijn ingeschat evenals de geprognosticeerde meetvraag. In de begin fase zijn als de drie belangrijkste sleutelprojecten om tot een efficiënte organisatie te komen benoemd: het herhuisvesten van de activiteiten op 3 locaties, het ontwikkelen van 1 eigen Laboratorium Management Systeem (LIMS) en het harmoniseren van vooral de uitvoering van de chemische analyses voor de waterschappen. Een efficiënte organisatie zal pas eind 2013 worden bereikt omdat nu nog wordt gewerkt vanuit 5 locaties, nog sprake is van 4 losstaande LIMSsystemen en van separate ICT-infrastructuur die nog eigendom is van de waterschappen. Door vertragingen in het nieuwe LIMS moeten de bestaande LIMS-en worden aangepast aan de harmonisaties en is veel manuele invoer en controle noodzakelijk. De herhuisvesting wordt in Q3 van 2013 afgerond en het nieuwe LIMS wordt eind Q3 operationeel. Alle rendementsverbeteringen vanaf 2014 zijn in de betreffende documenten opgenomen. De harmonisatie van de vraag aan de zijde van de waterschappen en de noodzaak tot bezuinigen leidt tot een meetvraag die structureel lager is ten opzichte van de uitgangspunten in de business case. De financiële consequenties die daaruit voorvloeien worden ook door vertaald naar de verbonden partijen en derhalve ook naar de gemeenschappelijke regeling AQUON die zich daar ook op zal moeten aanpassen. Ons laboratorium is een productieomgeving, maar is niet zonder meer vergelijkbaar met commerciële chemische laboratoria. Die hebben zich gespecialiseerd op het uitvoeren van analyses. De toegevoegde waarde van AQUON is juist dat het nemen van monsters gecertificeerd wordt verzorgd en ook hydrobiologisch onderzoek tot de onderzoekactiviteiten behoort. Gebiedskennis en historisch besef zijn hierbij van groot belang. De praktijk wijst uit dat vergelijkingen met andere laboratoria vooral gebruikt moeten worden om er voor te zorgen dat de juiste producten met elkaar worden vergeleken.
Vooral op het gebied van hydrobiologie is een flinke verhoging van de gemiddelde productiviteit per medewerker nodig om een structurele bijdrage te leveren aan de dekking van de integrale kosten. Dit laatste maakt deel uit van het plan van aanpak sturen op rendement. In onderlinge vergelijking met andere Waterschapslaboratoria neemt AQUON in deze opstartfase overigens een gemiddelde positie in. De doorstart van de bedrijfsvoering van de latende organisaties naar een professionele P&C cyclus voor AQUON heeft een enorme inspanning gevraagd. Deze komt meer en meer op orde, hetgeen in 2013 zal leiden tot beknopte maandcijfers en gedegen kwartaalrapportages. De afstemming met de waterschappen over de meetvraag en over de planning van de werkzaamheden behoeft nog verdere verbetering, maar ook daar worden voor 2014 de nodige effecten verwacht.
Doorvertaling in de s a m e n h a n g e n d e documenten
Het is essentieel dat de bijgesloten documenten in hun onderlinge samenhang worden beoordeeld. Het jaar 2012 heeft zoals het jaarverslag aangeeft een zeer teleurstellend negatief resultaat laten zien, waarbij het effect van de bijsturing pas vanaf 2013 zichtbaar wordt. Het plan van aanpak Sturen op Rendement is daar het resultaat van, met een voorgenomen bijgestelde begroting 2013 tot gevolg. Met de begrotingswijziging 2013 geven we u inzicht geven in de extra inspanningen die AQUON moet verrichten in de laatste fase van de transitie. In deze aangepaste begroting 2013 zijn alle incidentele posten opgenomen voor huisvesting, voor de vertraging in de ontwikkeling van LIMS en daardoor voor de inefficiënties binnen de primaire processen. Deze incidentele kosten beperken zich tot 2013. Verder is door een aantal zware, trieste ziektegevallen sprake van een hoger langdurig ziekteverzuim. In de begrotingswijziging is eveneens rekening gehouden met de vermindering van de opbrengst derden. Het jaar 2014 wordt dan ook het jaar waarin de echte rendementsverbeteringen zichtbaar zullen zijn. De concentratie op drie locaties en de beschikbaarheid van 1 LIMS maken het mogelijk om als één bedrijf te opereren en ten opzichte van 2013 een verhoging van de productiviteit van 20 7o te realiseren door een enorme reductie van ingehuurd personeel en een forse reductie van de uitbesteding. 0
0
Deze stijging van de productiviteit zet zich in de jaren daarna door met ca. 3 Zo per jaar. De onderbouwing hiervan treft u aan in de meerjarenprognose 2015-2017. De verbeterde productiviteit maakt het mogelijk om nog minder werk uit te besteden en ook de inhuur tot een minimum te beperken. Met de huidige vooruitzichten van een krimpende vraag zal ook de vaste formatie in de loop van de jaren worden teruggebracht. De financiële consequenties van voorgaande zijn verwerkt in de verschillende documenten en op hoofdlijnen weergegeven in de bijlage "kengetallen in één oogopslag". Vertrouwen in de ontwikkeling
Het jaar 2013 zal nog veel inspanning vragen van de medewerkers van AQUON en betrokkenheid van de partners. De verwachtingen zijn hoog gespannen. Het vertrouwen is bij het Dagelijks Bestuur aanwezig dat de weergegeven rendementsverbeteringen behaald worden, maar ook de waterschappen hebben daarbij een uitermate cruciale rol. Zowel vanuit de rol als eigenaar, maar ook vanuit de rol als opdrachtgever. De opbouwend kritische houding van de afgelopen periode heeft ons geweldig geholpen om ons einddoel te bereiken. Dat doel is een exclusief voor de waterschappen werkend waterschapslaboratorium zijn, dat tegen een zo scherp mogelijk tarief monsters neemt, deze analyseert en de partners voorziet van een goed resultaat en advies.
I
Met vriendelijke groeten,
J. Vos Voorzi
Piet-Hein Kolft Secretaris
s
BIJLAGE: KENGETALLEN IN 1 OOGOPSLAG Meetvraag (ILOW-punten) en Omzet (C) 28
24
ra 20 Exploitatielasten S o m omzetvooígangers
O 16
Meetvraag B u s i n e s s C a s e Meetvraag
12
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Jaartal
Kosten per ILOW punt (C) 2,40
2,20
2,00
1,80 Kosten per I L O W punt Tarief 2012 met inflatieontwikkelmg
1,60 2012
2013
2014
2015
2016
2017
Jaartal
Personele bezetting 250
150
İ f
ra
- E i g e n personeel
100
<
- I n h u u r personeel 50
- T o t a l e personele inzet
2013
2014
2015
2016
2017
Jaartal
Productiviteit 65.000 n 60.000 ĩ E
55.000
c 50.000
3
ILOl
9- 4 5 . 0 0 0 S 40.000 •Gemiddeldeproductiviteit I m d w
2 c 35.000
İ 30.000 2013
2014
2015 Jaartal
2016
2017
Toegerekende kosten naar waterschap 2012-2017 C 6.000.000 C 5.000.000 C 4.000.000 C 3.000.000
• 2012
C 2.000.000
• 2013
C 1.000.000
i i 2014
c-
• 2015 a 2016 «2017
•4?
Meetvraag in ILOW-punten per waterschap 2012-2017 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000
• 2012
1.000.000
• 2013
H
500.000
ïï
a 2014 • 2015 • 2016 • 2017
áť
vfc*
9^
pouon
Memo
instituut voor vvŵrondţ-rrje'k en ad^es
Aan:
College van Dijkgraven en Heemraden Dagelijks Bestuur
Van: Steller: Betreft: Datum:
Dagelijks Bestuur AQUON Monique van der Valk/ concerncontroller AQUON Eerste begrotingswijziging AQUON 2013 4 april 2013
Op 6 juli 2012 heeft het Algemeen Bestuur van AQUON de begroting 2013 vastgesteld op C 19,7 min. Dit bedrag is in lijn met het in de Business case AQUON+ opgenomen bedrag. Op deze begroting zijn een aantal wijzigingen van kracht. Een aantal van deze wijzigingen is reeds geaccordeerd door het AB (meerkosten transitie en herijking in Plan van Aanpak Sturen op Rendement), maar hebben nog niet geleid tot een formele begrotingswijziging. Bij het opstellen van het PvA Sturen op Rendement is afgesproken om de begrotingswijziging 2013 in het voorjaar in te dienen, gelijktijdig met de programmabegroting 2014-2017. Daardoor werd het mogeljk om op basis van de dan geldende inzichten de begrotingswijziging indien nodig bij te stellen. Inmiddels is deze excercitie uitgevoerd en is duidelijk dat naast de reeds bekende C 1,7 min een aanvullende wijziging van C 2,3 min. vereist is. De totale begrotingswijziging komt daarmee op C 4,049 min. Hiervan heeft C2 miljoen een incidenteel karakter. In het vervolg van de notitie wordt de ontwikkeling en opbouw nader toegelicht. Allereerst wordt in onderstaande tabel de ontwikkeling vanuit de vastgestelde begroting naar de voorliggende begrotingswijziging weergegeven.
Personele kosten
c
9.961,240 i
10.191.452
C
9.991.452 C
11,802,166
e
1,840.926
Uitbesteding
e
1.1ŪŪ.ŪŪŪ e
1.100.000
e
2.400.000 c
2.400,000
c
1.300.000
Materiele kosten
«
3.841.255
ť
3.841.255
e
3.841.255 c
3.309,417 c
-531.838
Kapitaalslasten
e
2,729.743 c
2.840.743
c
2.840.743 c
1.799.247 c
-930.496
Overige i n d i r e c t e lasten
c
2.038.119 c
2.038.119
c
2.328,119 c
4.458,528 c
2.420.409
Onvoorzien
e
50.000
e
TOTAAL
c
19.72D.357
t
5Ü.ŪŪŪ c 20.061.569
f
50.000 c 21.451.569
t
23.769.358
e
-50.000
«
4.049.001
Herschikking over kostensoorten Ten behoeve van het opstellen van de programmabegroting 2014-2017 is op basis van de reële verwachtingen op detailniveau de begroting 2013 opgebouwd. Uit deze excercitie kwam een herverdeling van de posten over de verschillende kostensoorten naar voren. Deze herschikking wordt, ten behoeve van de monitoring en bewaking gedurende het jaar meegenomen bij het doorvoeren van de begrotingswijziging 2013. De herschikking heeft met name betrekking op de indirecte lasten, de kapitaallasten en de materiele kosten.
1
In onderstaande overzicht wordt vervolgens de opbouw van het bedrag weergegeven. Naast de bekende posten is aangegeven welke additionele middelen benodigd zijn, inclusief een beknopte toelichting. Daarnaast is per post aangegeven of deze een incidenteel (I) of structureel (S) karakter heeft. ļH|||HH Toelichting
t Eerder besproken
wijzigingen 1
Transitie Plan van Aanpak Sturen o p R e n d e m e n t
1
Verandermansger
C
341.212 B e s p r o k e n en vastgesteld i n AB 5 d e c e m b e r 2011
e
1.390.000 B e s p r o k e n en vastgesteld in AB 30 n o v e m b e r 2012
C
e Wijzigingen
in het kader van de
152.750 A a n g e k o n d i g d bij b e s p r e k i n g Plan van Aanpak S t u r e n o p R e n d e m e n t
1.833,962
herhuisvesting
P r o j e c t k o s t e n h u i s v e s t i n g 2012
1
C
587.000 In 2 0 1 2 g e a c t i v e e r d e k o s t e n t.b.v. huisvestingsplan 2012 (leges, advīeskosten)
Exploitatie h e r h u i s v e s t i n g 2013
1
C
315.000 E x p l o i t a t i e l a s t e n b e h o r e n d e b i j huisvestingsplan 2013 ( v e r h u i z i n g , p r o j e c t l e i d i n g , o p l e v e r k o s t e n )
e 902.000 Overige
wijzigingen
V e r s n e l d afschrijven o u d e LIMS-en
1
M e e r k o s t e n i n t e r n e p e r s o n e e l s l a s t e n t . o . v . PvA M e e r k o s t e n i n h u u r { u i t s t e l l i m s , ziekte}
TOTAAL
C C
1
C
C C
30.000 I n h a a l a f s c h r i j v i n g ì.v.m. r e s t w a a r d e o u d e LIMS-en 700.000 H e r i j k i n g p e r s o n e e l s l a s t e n b e h o r e n d e bij vastgestelde f o r m a t i e (o.a. t o e p a s s i n g I n d . Keuze Budget) 533.039
Uitstel LIMS en v e r v a n g i n g z i e k t e v r a g e n m e e r t i j d e l i j k e capaciteit dan g e r a a m d
1.263.039 4.049.001
Herhuisvesting Twee posten hebben betrekking op de herhuisvesting. In het voorbereidingstraject in 2012, gericht op verbouw en uitbreiding op de drie locaties zijn de voorbereidingskosten, onder meer bestaande uit gemeentelijke leges en advieskosten (aanbesteding, tekeningen), geactiveerd als projectkosten (totaal C 587.000). In het eerste kwartaal van 2013 is er een andere keuze gemaakt ten aanzien van de herhuisvesting, waardoor de geactiveerde kosten in 2013 in één keer ten laste van de exploitatie komen. In de berekeningen zijn in het kader van het voorstel herhuisvesting 2013 incidentele kosten opgenomen voor de activiteiten die gerelateerd zijn aan het verlaten van de panden in Boxtel en Rotterdam (verhuiskosten, opleverkosten) en de projectleiding (C315.000). De herhuisvesting heeft een sterk kostenverhogend effect in 2013. Doordat in de huidige plannen een fors lager investeringsniveau is dan geraamd, zijn de structurele kosten na 2013 lager dan eerder voorzien. Structurele mutaties Met uitzondering van de toename op uitbesteed werk met Cl.300.000 en het effect van de herijking van de personeelslasten die behoren bij de vastgestelde formatie (salariskosten en sociale lasten, effect C 700.000) hebben de mutaties een incidenteel karakter en hangen ze samen met de transitiefase van AQUON, welke eind 2013 nagenoeg afgerond zal zijn. Daarbij moet opgemerkt worden dat voor de kostenstijging die samenhangt met het uitbesteed werk (+C 1,3 min) geldt dat de kosten richting 2017 weer stapsgewijs zullen afnemen met C 1,3 miljoen naar een omvang van C 1,1 min. Lagere opbrengsten derden In de bijlage is de verdeling van de kosten naar de deelnemers opgenomen. In deze verdeling is rekening gehouden met opbrengsten vanuit werk door derden van C300K Ten opzichte van de vastgestelde begroting (C 825K) een verschil van C 525K, welke leidt tot navenant hogere kosten voor de deelnemers. Kostenverdeling In de vastgestelde programmabegroting werd C18,9 min toegerekend naar de deelnemers. Op basis van de voorliggende begroting wordt C23,5 min toegerekend. Het verschil í+4,6 min) wordt verklaard vanuit de begrotingswijziging van ruim C 4 min. en vanuit het effect vanuit de lagere opbrengsten derden van ruim C 0,5 min. In de bijlage is de aangepaste kostenverdeling opgenomen. Naast de absolute omvang is ook de onderlinge verdeling, ten gevolge van wijzigingen in de meetvraag, veranderd.
2
Bijlage 1 Kostenverdeling In onderstaande tabellen is de kostenverdeling van herziene begroting opgenomen. In 2013 w o r d t de verdeling voor een deel nog gebaseerd op de verevening. Bij a) zijn verschillende opgaven van de meetvraag opgenomen. Bij b) en c) wordt vervolgens de verdeling weergegeven o.b.v. de meetvraag zoals deze een jaar geleden is opgenomen in de begroting en o.b.v. de huidige stand van zaken ten aanzien van de uitgebracht offertes.
a)
Meetvraag 2013, BC AQUON+, Begroting 2013, Offertes 2013
Meetvraag 2013
Delfland
760.000
687.547
709.255
Brabantse Delta
1.745.900
1.151.287
1.419.616
Hollandse Delta
2.786.000
2.584.045
1.584.258
913.814
865.679
940.263
DeDorrrrel
1.082.316
911.650
852.220
Rjnland
2.266.500
1.862.885
1 865.912
A a en Maas
ScHeland en de Kh'rrpenerwaard Rvierenland Stichtse Rijnlanden
totaal AQUON
618.000
639.748
625.190
2.346.061
1.831.250
1.556.952
521.745
625.707
823.047
13.040.336
11.1S9.798
10.376.713
Kostenverdeling, inclusief verevening op basis van meetvraag uit begroting 2013 Kostenverdeling atxv. Begroting 2013 Sleutel verevening 2033o.b.v. begroting2013
m
na? ^ íaamrfaM^ngZrJE» oixv, mwrtwtaagen a. b.v. rreeturaag en
5,49*
Delfland
687.547
Cļ9C
Brabantse Delta
2.697.431
1739.740
9,20*
Brabantse Delta
1839 OXi
1151287
0,63
Hollandse Delta
4.036482
3.904.817
20,65*
Hollandse Delta
Z785.00C
2584,045
0,93
Aaenľvfeas
2.112601
1864,452
9, se*
A a e n ľvbas
1030.54:
865. 679
Q8É
De Domme!
1037.62S
911650
0,85
Rijnland
2148.600
Delfland
1333.494
1037.789
De Domfnel
L SSL 230
1675.633
s,8ex
Rijnland
4.035768
3.649.524
19,30*
893.991
953.423
5,049-í
3.759.805
3.023.520
15,99*
Stichtse Rijnlanden
seo.saj
1063.622
5,62*
Totaal deelnemers
Z1461743
i a 912.519
100,00*
Schieland e n de Krirrpenerwaard Rivierenland
76aoa
Schīeland e n de Kri mpenerwaard Rivierenland Stichtse Rijnlanden TOTAAL
639.748 1831250
1» Q7S
521745
625707
12C
13.067.578
1X159.798
687.547
54,340
50935
738.482
5,87*
1745900
1151287
445.960
418.016
1569.303
1248*
Hollandse Delta
2786.000
2.5S4.C45
151466
141.975
2726.020
216996
Aaenfvbas
913.814
865.679
36101
3.1.839
899.518
7,16*
De Dommel
1082316
911650
128.000
119.979
LCB1629
ą2»
Rijnland
2266.500
1.862.885
302.711
283.744
2.146.629
17,08*
618.000
639.748
2.346.061
1831250
Schieland e n de Kri mpenerwaard Rivierenland Stichtse Rijnlanden
521745
2193.165
1504.686
1410.404
32570.202
625.707
625.707
11159.798
5,8796
5,7896 C
Brabantse Delta
9,20:Í
12,48*;
116696 C
2737.223
Hollandse Delta
20,6696
216996
2143% e
5.028.653
9,89ĩí
7,1696
7,83*5 f.
Sleutel 2013 Totaal o.b.v. begroting2013
Delfland
A a e n IVBas DeDorrrrel Rijnland . hieland en de Krirrpenenvaarri Rivierenland Stichtse Rijnlanden Totaal deelnemers
1356.C53
1838013
8,86*1
8,2196
8,3796 C
1964.429
39,30*;
17,0396
17,6396 C
4.138131
5,04*5
5,09*
5,0396 e
1191623
35,99*;
17,45*
37,0396 C
4.C09.C87
5,6254
4,98*
5,3496 C
1206.149
103,0096 e
23.469.358
100,00*;
100,0096
5,03* 17,4596
361915
13.040336
Totaal deelnemers
639.748 386108
Q87
618.CO0
Brabantse Delta
760000
c
Z 346.061
Sleutel meetvraagindusief garantieregeling o.b.v. begroting2013
Delfland
1862.Sa
4,98* 100,00*
Kostenverdeling, inclusief verevening op basis van meetvraag uit offertes 2013
Kostenverdeling o.b.v. Offertes 2013 SJeute! verevening o.b.v. offertes 2013
Sieutrfjaarretoenírgíon-raaj
ŭwajrrigíîerde
Gecorrigeerd»
j a * r e k e r i n g 2009
jaarrekening 2009
a b - v . meetvraag e n o.ixv. Ūrr*sdTrijvíng
meetwraagen
prîjspeif 2011
760.000
709.255
0,93
Brabantse Delta
1.839.000
1.419.616
0,77
13,489*
Hollandse Delta
2786000
1584.258
0,57
A a e n Maas
1.010.544
940.263
0,93
De Dommel
1.037.628
852220
o,s;
Rijnland
2148.600
1.865.912
0,87
618.000
625.190
1,01
2.346.061
1.556.952
0,6É
521.743
823.047
1,5Ě
13.057.578
10.376.713
Delfland
1.113.494
1.070.554
6,03*
Brabantse Delta
2697.431
2145.219
12 05 /,
Hollandse Delta
4.086.482
2394.013
Aaenfvtaas
2 1 1 2 6D1
2025.087
11,40*
De Dommel
1851230
1.566.399
8,82*
Rit nl and
4.085.768
3.655.454
20,589ŕ
893.991
933.727
5,25*
3.759.356
2.570.635
14,48*
Stichtse Rijnlanden
860.830
3.399.075
7,88*
Totaal deelnemers
21461743
17.7581163
100,00*
Sdiieland e n de Kri mpenerwaard Rivierenland
Delfland
3
Schieland en de Krirrpenerwaard Rivierenland Stichtse Riinlanden
TOTAAL
Sleutel meetvraag i rri i e í e f garantieregeling o.b.v. offertes 2013
760.000
709.255
33.808
743.063
60O*
Brabantse Delta
3.745.900
1439.616
244.733
217.378
1.636.994
13,23*
Hollandse Delta
2786.000
1584.258
901.307
800.630
2384.885
19,2796
Delfland
38.059
940.263
933.814
De Dorrmel
1082316
852.220
172.572
153.296
1005.516
8,13*5
Rijnland
2265.500
1.865.912
300.441
266.882
2132794
17,2496
61S.CC0
625.390
625.190
5,05*
2082676
3683*
823.047
665*
Schieland e n de Kri mpenerwaard
940.263
7,6026
A a e n rvaas
2346.061
1556.952
Stichtse Rijnlanden
521.745
823.047
Totaal deelnemers
13.O40.336
10.376.733
Rivierenland
591.832
2248.923
525.724
1997.717
Sleutel 2013Totaal o.b.v. offer tes
60396
6,0096
60196; C
Brabantse Delta
12,08*;
33,2396
12,9496 C
3.037.330
Hollandse Delta
13,4896
39,2796
17,8296 C
4.383.374
Aa e n IVaas
31,40*;
7,6096
8,55* C
2006.572
De Dorrmel
8,8296
8,1396
83096 C
1947.839
20,5896
17,24*;
18,0796 C
4.241.565
5,2596
5,0596
5,1096 ê
1197.147
Delfland
Rijnland Schieland en de Kri mpenerwaard
1430.684
14,4896
16,8396
162496 C
3.831.848
Stichtse Riinlanden
7,8896
6,6596
69696 C
1.633.002
Totaal deelnemers
100,0096
100,0096
Rivierenland
100,0096 f
23.469.358
32.374.430
100,0096
Apparatuur Investeringen: Mneraleaie(GC-RD) PAKs (r-T^C-r^iyUv) OCB/PCB slib (GC-ECD) Nieuwe methodes (QC-ľvB) duchtige (GC-M3 purçje&trap) INKP pesticiden (LOMS/M3) TQM3 OCBPCB waterbodem Mcrccoulometer TOC Kwikmonitor (2x) ICP-lvB Mcrowave/digiprep lvbnstervoorte»verk'i^ IVM3 (1 of 2x) UtvulrobotCFA(2x) Cuvettentest gerobotiseerd SpectofotometerH- automatisering B2VSP1000(3x) CZVSP1000(2x) Deeltjesgrootte (2x) VNfeegrobot (2x) Temperatuur registratiesysteem Discrete analyser (1x) Titratie-eenheid (2x) Ķjeltec Destructiebiokken NKj Diverse apparatuur Hydrobiologie •verse apparatuur IVcrstemame Diverse apparatuur Chemie
2013
80.000 200.000 300.000 200.000 70.000
400.000 70.000 120.000 100.000 150.000
160.000 60.000
100.00C 70.00C
2.080.000 Realisatie en onderhanden werk vanuit 2012 CFA (gerealiseerd) Kwikanalyser CETAC systeem (gerealiseerd) Qscreet Analyser (onderhanden werk) Ruorprobe (gerealiseerd) TSQ Vantage LOIVB (orderhanden werk)
Huisvesting en ICT UM3 UM3 extra ICT werkplekapparatuur ICT software Huisvesting - aankoop Huisvesting - verbouw Huisvesting - inrichting ICT Infra LAN
104.344 246.753 351.097
1.400.000 500.000 225.885 149.00C 5.405.65C 467.968 133.10C 80.00C 8.361.602
Totaal investeringen 2013
10.792.699
Bijlage 2 Overzicht investeringen 2013 Hieronder is het overzicht van de investeringen waarvan de aanschaf en of afronding voor 2013 op de planning staat. De posten zijn opgenomen in de programmabegroting 2014-2017. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het in de begroting 2013 opgenomen overzicht investeringen betreft de opname van de aankoop van de panden (C5,4 min), de verbouw van de panden (C0,6 min), de investeringen inzake het ICT netwerk en de werkplekapparatuur (C 0,5 min) en de verwachte meerkosten voor het LIMS (welke samenhangen met de vertraging (extra personele inzet) (C0,5 min). Ten aanzien van de apparatuur geldt dat een deel van de voor 2012 voorziene investeringen naar 2013 doorgeschoven is, daarnaast is op basis van de uitkomsten van de harmonisatie de lijst nogmaals bekeken. Overigens is opname in de investeringslijst geen grond voor aanschaf, daarvoor is een DT besluit vereist. De investeringen in 2013 hebben effect op de exploitatie vanaf 2014.
PQuon Instituut voor w a t e r o n d e r z o e k e n a d v i e s
Programmabegroting AQUON 2014 - 2017
Versie 1.1 05042013
0
1
Inhoudsopgave
1
INHOUDSOPGAVE
2
2
VOORWOORD
4
3
INLEIDING
6
3.1 3.2
3.3
3.4
4 4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
EEN NIEUWE ORGANISATIE AAN ZET
6
DE TAKEN VAN A Q U O N 3.2.1 Algemene ontwikkelingen schetsen 3.2.2 Monstername en Logistiek 3.2.3 Chemisch onderzoek 3.2.4 Hydrobiologisch onderzoek
6 6 7
7 8
ONTWIKKELINGEN 2 0 1 4 - 2 0 1 7
8
3.3.1
Interne ontwikkelingen
8
3.3.2
Externe ontwikkelingen
8
ORGANISATIEDOELEN 2 0 1 4 2 0 1 7 3.4.1
Concrete doelen
3.4.2
Prestaties
9 9 10
DE BEGROTING, 2014 EN HET MEERJARENPERSPECTIEF
12 1
INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN 4.1.1
2014
4.1.2
2015 tot en met 2017
2
12 13
GEVRAAGDE PRODUCTIE 2 0 1 4
13
4.2.1
Meetvraag deelnemers
4.2.2
Meetvraag derden
13 14
4.2.3
Planbaarheid
14
BENODIGDE MIDDELEN 2 0 1 4
IS
4.3.1
Relatie formatie en meetvraag
15
4.3.2
Uitbesteding
15
4.3.3 Materiele kosten 4.3.4 Kapitaallasten 4.3.5 Indirecte lasten 4.3.6 Investeringen 4.3.7 Kostenstructuur 4.3.8 Tarief GEVRAAGDE PRODUCTIE TOT EN MET 2 0 1 7 4.4.1 4.4.2
Meetvraag deelnemers Meetvraag derden
4.4.3
Planbaarheid
-
16 16 16 16 16 17 17 17 17 18
BENODIGDE MIDDELEN TOT EN MET 2 0 1 7
18
4.5.1 4.5.2 4.5.3 4.5.4
Formatieve vertaling meetvraag Uitbesteding Materiele kosten, Kapitaallasten en Indirecte lasten Investeringen
18 19 19 19
4.5.5 4.5.6
Tarief Rendement
19 19
BEGROTINGSTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN 4.6.1 4.6.2
20
Loon/prijsindex Rente en afschrijving
20 20
Pagina 2 van 3 2
5
BEGROTING NAAR P R O G R A M M A
20
6
DE PARAGRAFEN
22
6.1
INLEIDING
22
6.2
AFNAME EN TARIEVEN
22
6.3 6.4
6.5 6.6
6.7
7
6.2.1
Tarieven
6.2.2
BTW op activiteiten
22 22
KAPITAALGOEDEREN
22
WEERSTANDSVERMOGEN
23
6.4.1
Weerstandscapaciteit
6.4.2
Risico's
23 23
VERBONDEN PARTIJEN
25
BEDRIJFSVOERING
25
6.6.1
Planning a Control
25
6.6.2
Kostentoerekening
25
6.6.3
EMU saldo
25
6.6.4
Topinkomens
25
FINANCIERING
25
6.7.1
Treasury, algemene ontwikkelingen
6.7.2
Treasurybeleid AQUON
25 26
6.7.3
WetFido
26
6.7.4
Kasgeldlimiet
26
6.7.5
Renterisiconorm
26
6.7.6
Informatievoorziening
27
BIJLAGEN
28
7.1
TABELLEN MET TOEREKENING KOSTEN NAAR DEELNEMERS
0
7.2
INVESTERINGEN 2 0 1 2 - 2 0 1 7
0
Pagina 3 van 3 2
2
Voorwoord
Voor u ligt de begroting 2014 en de meerjaren prognose 2015-2017 van AQUON. AQUON heeft na de start op 1 juli 2011 een traject van transitie doorgemaakt. Een aantal bepalende factoren om tot een efficiënte organisatie te komen zijn eind 2013 afgerond, zoals: de concentratie van de huisvesting van 5 naar 3 laboratoriumlocaties, de implementatie van één eigen ICTinfrastructuur in plaats van de verbinding met de ICT omgeving van de diverse waterschappen, één LIMS-systeem in plaats van de 4 LIMS-systemen van de latende organisaties en één productencatalogus. Vanaf 2014 wordt daardoor vanuit een meer stabiele situatie gewerkt en wordt het rendement de komende jaren verbeterd dooreen verhoogde productiviteit.
Het dagelijks bestuur,
J.A.M.Vos
Pagina 4 van 32
3 3.1
Inleiding Een nieuwe organisatie aan zet
Na de start op 1 juli 2011 is een aantal forse transitieprojecten uitgevoerd om de vier latende organisaties te integreren in AQUON: het herinrichten van de organisatie, het concentreren van de huisvesting van vijf laboratoria naar drie die dan ook in eigen bezit zijn, de harmonisatie van werkmethoden in één producten en diensten catalogus (PDC) en één dienstverleningsovereenkomst (DVO), het overgaan van vier LIMS-systemen naar één, van vijf ICT-infrastructuren naar één en van vier administratieve processen naar één. Tijdens deze verbouwing bleef de winkel open. Dit heeft geleid tot overlast en irritatie voor onze klanten, tot incidentele financiële tegenvallers voor onze eigenaren én tot forse inspanning, maar ook onzekerheid voor onze medewerkers. In de loop van 2013 komen deze sleutelprojecten successievelijk gereed en zal onze prestatie verder verbeteren. Sinds de oprichting van AQUON is de meetvraag fors gedaald ten opzichte van de meerjarenprognose die de Waterschappen voorafgaand aan de oprichting hebben afgegeven. Dit is een trend die zich naar verwachting zal doorzetten in de komende jaren. Dit zal zijn weerslag krijgen in deze begroting en de meerjarenprognose. Vanaf 2014 concentreren we ons volledig op: het nemen van monsters, het analyseren hiervan en het leveren van een goede kwaliteit aan onze klanten tegen een redelijke prijs. Dit zal gebeuren binnen het financiële kader zoals wij die afspreken in deze begroting. Natuurlijk zullen we op onderdelen nog onvolkomenheden ontmoeten, maar de basis is meer solide om dergelijke zaken op te pakken en te verbeteren. Om deze doelstelling te realiseren wordt gestuurd op: 1. Het verhogen van de productiviteit per medewerker 2. Het in samenspraak met de klanten managen en optimaliseren van de vraag (opdracht verstrekking, planning, afstemming en realisatie). 3. Het benutten van ruimte voor flexibiliteit in de organisatie: werktijden/roosters, flexibele schil, contracten met leveranciers 4. Het versterken van bedrijfsmatig cultuur/gedrag: "hands o n " managementstijl, persoonlijke verantwoordelijkheid, betrokkenheid, kostenbewustzijn, openheid. 5. Het versterken van deskundigheid om hogere productiviteit, kwaliteit en rendement te realiseren. Deze maatregelen hebben hun uitwerking in deze programmabegroting. 3.2 3.2.1
De taken van AQUON Algemene ontwikkelingen schetsen
Om kennis te bundelen, te borgen, te ontwikkelen en efficiëntie te behalen voert AQUON in exclusiviteit de bemonstering en analyse van het natte milieu uit voor haar partners. De neerwaartse trend van de meetvraag zal zich verder door zetten. Dit wordt veroorzaakt door druk op de budgeten bij de deelnemende partners, hetgeen leidt tot heroriëntatie op de meetvraag. Het onderling inzicht van de meetvraag tussen de waterschappen geeft mogelijkheden om de omvang van meetprogramma's te reduceren op basis van de "best practice". In nieuwe kaderstelling is de frequentie voor monitoring programma's verlaagd, zoals bijvoorbeeld voor van het meten op de zuiveringen. Ook nieuwe beoordelingsmethodieken bij de waterschappen leiden tot verlaging van meetprogramma's, zoals bijvoorbeeld het gebruik van waterkwaliteitskaarten ten behoeve van waterbodemonderzoek. Pagina 6 van 32
We zien een ontwikkeling op het gebied van onderzoek naar medicijn resten, waarbij in samenwerking met NEN en andere waterschapslaboratoria onderzoeksmethoden worden afgestemd. Dit zal in de (naaste) toekomst tot een nieuwe vraag leiden. Door productontwikkeling zien we kansen om meer te meten in het veld en voor een deel meer te meten op afstand. Ook deze mogelijkheden worden met de deelnemende partners de komende jaren verder uitgewerkt. 3.2.2
Monstername en Logistiek
Een van de belangrijke onderscheidende factoren van AQUON ten opzichte van commerciële laboratoria is het feit dat AQUON de monstername voor de waterschappen verzorgd en daarna de benodigde analyses laat uitvoeren. Bij monstername is ook alle logistiek inbegrepen om er voor te zorgen dat de monsters op de goede laboratoriumlocatie worden aangeleverd. Op het gebied van monstername en logistiek zien we de volgende ontwikkelingen: « Het clusteren van monsternemers in kostenefficiënte bedrijfshuisvesting (in Den Bosch en Breda) leidt tot verlaging van kosten, robuustheid van de teamomvang, efficiënt gebruik van aanwezige kwaliteiten en middelen, betere aansturing en reductie in de coördinatie. » Een belangrijk deel van de bemonstering vindt plaats onder AS2000 erkenning. Het opleiden van meer gecertificeerde AS2000 monsternemers zal leiden tot reductie van de uitbesteding. » Het introduceren en verder doorvoeren van procesautomatisering zal leiden tot efficiëntie verbetering. Zo zal de inzet van GIS (Geografische Informatie Systemen), die aansluiten bij die van de waterschappen en de toeleveranciers, leiden tot efficiëntie in gegevensuitwisseling, verhoging van de productie, vereenvoudiging van de rapportage en vermindering van de kans op fouten. « Grondwatermetingen worden momenteel reeds in het veld gemeten, maar nog niet op afstand ingelezen. De verwachting is dat dit in 2014 wordt doorontwikkeld tot uitlezen vanaf afstand, waardoor verdere efficiency wordt bereikt. » Het meten op afstand voor diverse andere disciplines zal in samenspraak met de waterschappen nader worden beoordeeld. Procesautomatisering in relatie tot laboratoriumactiviteiten kunnen daarbij wellicht beter op elkaar worden afgestemd, waardoor monitoring programma's verder kunnen worden geoptimaliseerd. « De technische ontwikkelingen maken het in de toekomst meer en meer mogelijk om parameters in het veld vast te gaan stellen in plaats van het nemen van een monster en het analyseren daarvan in het laboratorium. Bij een enkel waterschap zijn hier eerste ervaringen mee opgedaan. Vanuit de samenwerking met de waterschappen zal ook AQUON daarin een bijdrage gaan leveren en waar mogelijk en efficiënt dergelijke technieken gaan hanteren. 3.2.3
Chemisch onderzoek
Na 2013 zijn de analyses op de verschillende locaties geconsolideerd. De concentratie van onderzoeksmethoden resulteert in bundeling van analyses van dezelfde soort. Omdat de capaciteit van apparatuur daardoor ten volle kan worden benut, ontstaan efficiënte productieomgevingen, waarmee een hoger rendement wordt behaald. » Analyses met een korte houdbaarheid (nutriënten, microbiologie) worden op alle locaties uitgevoerd; » In Leiden is de waterbodemstraat een geoptimaliseerd laboratoriumproces waar alle waterbodems van de GR gemeten worden onder AS3000 accreditatie. Door implementatie van de OCB-analyse op TQMS zal mogelijk een verdere efficiency kunnen worden behaald. Onderzoek hiernaar start in 2014. Een verscherpte analyse kan leiden tot minder afvoer van baggerspecie en daardoor kostenbesparing bij de waterschappen. » In Tiel wordt het merendeel van de wateranalyses met een stevige omvang uitgevoerd (CZV, stikstof, fosfaat, metalen). Deze analyses kunnen verder worden geoptimaliseerd door verregaande automatisering/robotisering. Een project hiertoe start in 2014. Maatschappelijk
Pagina 7 van 3 2
»
3.2.4
zijn er ontwikkelingen gaande over de CZV- en Kjeldahl-analyse die door AQUON gevolgd worden. In Breda worden bestrijdingsmiddelen gemeten met hoogwaardige apparatuur. De focus ligt hier op het automatisering van de voorbehandeling (kwaliteitsverbetering, kostenverlagend). Daarnaast worden allerlei arbeidsintensieve analyses (toxiciteit, microscopisch slib) uitgevoerd die vanwege de specialistische kennis lastig of niet uitbesteed kunnen worden. In samenwerking met STOWA en andere waterschapslaboratoria wordt een landelijke geharmoniseerde analyse opgezet voor hormonen/geneesmiddelen. Hydrobiologisch onderzoek
Op het gebied van hydrobiologisch onderzoek zijn de volgende ontwikkelingen te melden: « De uitvoering van hydrobiologisch onderzoek wordt (vooral) bepaald door de inzet in mensuren. Efficiency is niet, zoals bij chemie, te behalen uit grote aantallen productie door inzet van bulk apparatuur, maar moet komen uit standaardisatie, duidelijkheid in de meetvraag en verwachtingen van de klant, optimalisatie in veldwerk en determinatiemethoden, efficiënte rapportageprocessen en optimale inzet van medewerkers in hun expertisevelden. Procesautomatisering door onder andere LIMS zullen een efficiënte bedrijfsvoering mogelijk maken. « Het vakgebied van hydrobiologie is in ontwikkeling, waarbij landelijk het handboek hydrobiologie als leidraad is vastgesteld. Het ontbreken van normen maakt dat de doorvertaling van het handboek naar uitvoeringsmethoden in afstemming met de waterschappen veel tijd vraagt om tot standaardisatie te komen. » De productiecapaciteit van het team zal aanzienlijk worden opgevoerd door een efficiëntere inrichting van de werkprocessen en een gerichte inzet van expertises van medewerkers daarbinnen. Daarnaast worden medewerkers opgeleid, hetgeen door het ontbreken van externe opleidingen de nodige tijd en begeleiding vraagt. « Standaardisatie van methoden moet leiden tot duidelijk werkprocessen, die zich begin 2014 laten vertalen in de uitbreiding van het LIMS met een hydrobiologie module. Die uitbreiding zal de hydrobiologische processen nog efficiënter maken. « Het effect van een hogere productiviteit van de productieve medewerkers resulteert in een aanzienlijke vermindering van de uitbesteding in de komende jaren. 3.3 3.3.1
Ontwikkelingen 2 0 1 4 - 2 0 1 7 Interne ontwikkelingen
De concentratie van huisvesting, de inrichting van de integrale ICT-infrastructuur en de beschikbaarheid van één LIMS maken het mogelijk om het werkplezier en de productiviteit substantieel te verhogen. Dit is ook noodzakelijk om onze doelstellingen te realiseren. Op basis van deze nieuwe situatie zullen we werkprocessen en werkroosters optimaal op elkaar afstemmen, opdat een monster zo snel mogelijk genomen kan worden, zijn route door het lab kan maken en gerapporteerd wordt. De dalende meetvraag zal er toe leiden dat de formatie in de komende jaren zal krimpen en in pieken kan groeien tot een flexibele schil van 20 Zo. Het succes van AQUON zal gedragen worden door betrokkenheid en bedrijfsmatig gedrag. Directie en management hebben hierin een belangrijke verantwoordelijkheid en zijn het voorbeeld. Om betrouwbaarheid en rendement te realiseren zal er strak gestuurd worden op kostenreductie door uitbesteding te minimaliseren, de productiviteit te verhogen, de faalkosten te reduceren en de informatievoorziening te optimaliseren. 0
3.3.2
Externe ontwikkelingen
AQUON werkt vanuit een exclusiviteit voor haar partners, hetgeen wederzijds geldt. De verwachting is dat de dalende meetvraag zich zal doorzetten, ook al is nog onduidelijk in welke mate. In deze
Pagina 8 van 3 2
meerjarenraming zijn twee scenario's opgenomen om in een dalende trend mee te bewegen. Daarnaast zullen we conform de afspraken vanuit de meer stabiele situatie de externe acquisitie bij derden de komende jaren opvoeren en versterking zoeken in de samenwerken met de andere ILOW laboratoria (die ook bezig zijn met opschalen). Ook het samen met de waterschappen versterken van het zakelijke partnerschap is een belangrijk aandachtspunt in de komende jaren. 3.4
Organisatiedoelen 2014 2017
AQUON heeft als hoofddoel om haar positie als meest natuurlijke partner van de waterschappen te vestigen in de komende jaren, waarmee de exclusiviteit als vanzelfsprekend en waardevol wordt ervaren. Dit doel dient het belang van onze klanten, onze eigenaren en onze medewerkers. 3.4.1
Concrete doelen
Om het hoofddoel te realiseren zijn voor de periode 2014-2017 de volgende subdoelen gesteld: » Het verhogen van de productiviteit van de organisatie, een verbetering per medewerker (primair en ondersteunend proces) oplopend naar 3396 in 2017 (ten opzichte van Q l 2013). o De concentratie van de huisvesting en van de uitvoeringsmethoden, het feit dat we op één ICT-infrastructuur en met één LIMS werken en een strakke budgetbeheersing zullen er voor zorgen dat vanaf 2014 de productiviteit per medewerker groeit, o Het verder ontwikkelen van de bedrijfsmatige cultuur, strakke budgetbeheersing en de afstemming op de meetvraag maken het mogelijk om een verdere stijging tot 3396 in 2017 te realiseren. « Versterken van bedrijfsmatig cultuur/gedrag: "hands on" managementstijl, persoonlijke verantwoordelijkheid, betrokkenheid, kostenbewustzijn, openheid. o Vanuit budgetverantwoordelijkheid de organisatie sturen en verbeteren is de cultuur die de directie en het management zullen laten zien en zullen verlangen van elkaar en van de medewerkers. o Directie en management zijn betrokken bij de werkvloer, zijn aanspreekbaar en nemen verantwoordelijkheid voor de uitvoering, o Het bestuur maakt de beleidskeuzes en zal actueel worden geïnformeerd over de realisatie en de afwijkingen. « Management van de vraag optimaliseren (opdracht verstrekking, planning, afstemming en realisatie) tussen klanten en AQUON, om optimale bezetting te realiseren: o Prognose meetvraag volgend jaar van de klanten binnen in Q l van voorgaand jaar. o Definitieve meetvraag (8096 planbaar en 2096 variabel) van klanten ontvangen en afgestemd voor 1 november van voorgaand jaar. o Leveren van de offerte voor 1 december van het voorgaand jaar aan de klanten, o Opdrachtverstrekking voor 15 december van het voorgaand jaar door de klanten, o Maandelijks monitoren van de voortgang van de opdracht en eventueel aanvullende opdrachten, afwijkingen bespreken en rapporteren, o Door in samenwerking met de klanten de meetvraag beter te reguleren, zal er minder worden uitbesteed/ingehuurd en zal de productiviteit van de organisatie stijgen. « Ruimte voor flexibiliteit in de organisatie: werktijden/roosters, flexibele schil, contracten met leveranciers o Op basis van de nieuwe huisvesting en de verdeling van de analysemethoden worden werkroosters optimaal aangepast op het monsteraanbod. Hierdoor maakt het monster na planning een snelle routing tot moment van rapportage, o Goed zicht op de ontwikkeling van de meetvraag maakt het mogelijk om te sturen op de omvang van de vaste formatie en op de flexibele schil. Hiermee zal de productiviteit van de organisatie stijgen.
Pagina 9 van 3 2
Goed zicht op de ontwikkeling van de meetvraag maakt het mogelijk om keuzes te maken over zelf doen en uitbesteden, o De verhoogde productiviteit maakt het voor AQUON mogelijk om werk uit te voeren voor derde, we zullen dit binnen de gestelde kaders van bestuur doen maximaal 596. Op basis van bestuursakkoord water liggen er kansen in de samenwerking met andere overheidslaboratoria. Deskundigheid versterken om hogere productiviteit, kwaliteit en rendement te realiseren, o Directie en management ontwikkelen zich versterkt om de bedrijfsdoelen te realiseren, de voortgang hiervan wordt periodiek besproken, o Ook binnen het management van medewerkers zal actief gestuurd worden op het functioneren en de ontwikkeling van medewerkers. o
*
3.4.2
Prestaties
De monitoring van de doelrealisatie kent een kwalitatieve en kwantitatieve onderdelen. Kritische prestatie indicatoren zijn een goed instrument om de prestaties meetbaar te maken. AQUON kent voor 2014 de volgende kpi's: a) Voortgang productie (in 96 ten opzichte van uitgebrachte offertes) b) Voortgang exploitatie (in 96 ten opzichte van voor de betreffende periode geraamde uitgaven) c) Voortgang investeringen (in 96 ten opzichte van voor de betreffende periode geraamde investeringen) d) Uitbestedingen, uitgesplitst naar Hydrobiologie, Monstername en Logistiek en Chemie (in 96 ten opzichte van voor de betreffende periode geraamde uitgaven) e) Aantal klachten (laatste maand, huidig jaar, 12 maands, 96 op tijd beantwoord) f) Beantwoording klantvragen (laatste maand, huidig jaar, 12 maands, 96 op tijd beantwoord) g) Ziekteverzuimpercentage (laatste maand, huidig jaar, 12 maands) h) Ziekmeldfrequentie (laatste maand, huidig jaar, 12 maands) i) Bezetting, uitgesplitst naar intern en extern (in 96 ten opzichte van voor de betreffende periode geraamde inzet) j) Productiviteit perfte (ILOW-punten per ingezette fte (huidig jaar)) k) Tijdigheid (96 resultaten tijdig gerapporteerd, huidig jaar) In 2013 wordt reeds gestart met het per kwartaal rapporteren van de scores op bovenstaande onderdelen. Voor de onderdelen e, f, g, h en k zal op basis van de scores t / m Q3 eind 2013 de streefwaardes bestuurlijk worden vastgesteld. Deze indicatoren zullen ook de basis set vormen voor de jaren na 2014. Ervaringen en/of veranderde inzichten kunnen er toe leiden dat er een bijstelling plaats zal vinden.
Pagina 10 van 3 2
4
De begroting, 2014 en het meerjarenperspectief
In dit hoofdstuk wordt vanuit inhoudelijke uitgangspunten op hoofdlijnen de financiële ontwikkeling van AQUON voor het begrotingsjaar 2014 en het meerjarenperspectief 2014-2017 gepresenteerd. 4.1 4.1.1
Inhoudelijke uitgangspunten 2014
Het jaar 2014 kan gezien worden als het eerste reguliere jaar van AQUON, de transitieactiviteiten zijn afgerond, hierdoor zijn de randvoorwaarden aanwezig om het gewenste rendement te realiseren. Hieronder worden voor een aantal onderdelen de gehanteerde uitgangspunten nader toegelicht. Personele inzet In 2014 vindt een sterke afbouw plaats van de ingezette capaciteit. Deze wordt met name gerealiseerd in de sfeer van de externen. Het aantal uitzendkrachten neemt af met 17fte naar 8, de inzet van interne adviseurs wordt met ruim C300.000 teruggebracht naar C100.000 en de interne formatie wordt gelijkgesteld aan de bezetting. Met de realisatie van één ICT-omgeving, één LIMS, geharmoniseerde methodes en de concentratie naar 3 locaties in 2013 kan in 2014 wordt ingezet op het op stroomlijnen en op orde brengen van de bedrijfsprocessen. Dit leidt tot verbetering in de dienstverlening richting de waterschappen (doorlooptijden, tijdigheid), maar ook tot mogelijkheden tot het vergroten van de productiviteit per medewerker. In 2014 zal dit zich met name vertalen naar een kleinere omvang van uitbesteed werk, waarmee een eerste slag wordt gemaakt in de realisatie van het gewenste rendement. Huisvesting In de begroting is uitgegaan dat de werkzaamheden uitgevoerd worden vanuit drie locaties, aangevuld met twee bedrijfshallen voor M&L (Breda en Den Bosch). Voor de laboratoria wordt uitgegaan van aanschaf van de panden in Breda en Leiden in 2013 en huur van de bedrijfshallen. LIMS In 2013 wordt voor de Monstername en Logistiek en de Chemische Analyses een nieuw LIMS geïmplementeerd. Hiermee wordt de belangrijkste voorwaarde gecreëerd om efficiënt te werken. Het bedrijfs breed werken wordt hierdoor gefaciliteerd, de kwetsbaarheid van de organisatie wordt sterk verkleind en het wordt mogelijk om door middel van een goede eenduidige informatievoorziening processen te monitoren en waar nodig bij te sturen. Ook het opzetten van de gewenste informatievoorziening richting de klanten wordt hierdoor mogelijk. De planning is dat begin 2014 ook de Hydrobiologische werkzaamheden in het LIMS ingebouwd gaan worden, zodat bij de start van het seizoen 2014-2015, op 1 april 2014 sprake is van een echt bedrijfs breed LIMS. Harmonisatie In 2013 is de harmonisatie afgerond. Daarmee kunnen de teams van AQUON zich weer volledig richten op de uitvoering van het primaire proces. Zoals al aangegeven bij personeel zal dit zich in de begroting vertalen naar een aanzienlijke afname van de totaal ingezette capaciteit. Hoewel dit minder kwalitatief te maken is, zal harmonisatie in 2014 ook leiden tot een verbetering van de dienstverlening. Op termijn zal de harmonisatie een belangrijke succesfactor zijn voor het verhogen van de productiviteit per medewerker, hetgeen noodzakelijk is voor de realisatie van het gewenste rendement. Cultuurverandering: Oriëntatie op productie Pagina 12 van 32
Zoals gesteld worden in 2013, met het afronden van de transitiefase een organisatie neergezet die in staat moet zijn met efficiencyslagen het gewenste rendement te halen. De nadruk ligt daarbij op de "harde" zaken, zoals systemen, methodes e.d. Hoewel dit belangrijke voorwaarden zijn, zijn zij niet voldoende. Binnen AQUON zal de komende jaren, zo ook in 2014, ingezet moeten worden op het versterken van het bedrijfsmatig denken op alle lagen in de organisatie. Duidelijkheid in doelen, zowel inhoudelijk als financieel, en voorbeeld gedrag vanuit het management spelen daarbij een belangrijke rol.
4.1.2
2015 tot en met 2017
In de jaren na 2014 zullen de hiervoor geschetste ontwikkelingen verder bijdragen aan het optimaliseren van de bedrijfsvoering van AQUON. Deze zullen zich in financiële zin met name vertalen in een verdere daling van de personele inzet (intern en extern) en in een lagere omvang van het uitbestede werk. Vanaf 2016 zal de omvang van de formatie de resultante zijn van de omvang van de meetvraag, het uitbestede werk en de productiviteit. Op basis van de huidige prognoses wordt in 2017 ten opzichte van 2014 een daling van het personeelsbestand met circa 25 fte verwacht. Deze hangt enerzijds samen met de teruggelopen meetvraag, anderzijds met een verhoging van de productiviteit. De terugdringing van het uitbesteed werk heeft daarbij een dempend effect op de daling. In de begroting is deze daling meegenomen. Een daling met een dergelijke omvang zal waarschijnlijk niet alleen met natuurlijk verloop geëffectueerd kunnen worden. AQUON zal hiervoor in 2014, wanneer de prognoses richting de toekomst duidelijker zijn, een specifiek plan van aanpak maken. Daarbij zullen eventuele afvloeiingskosten een plek krijgen.
4.2 4.2.1
Gevraagde productie 2014 Meetvraag deelnemers
Uit de vanuit de waterschappen afgegeven raming voor de meetvraag in 2014 blijkt dat de daling die in de eerdere jaren was ingezet voor 2014 doorzet. Wederom daalt de meetvraag met circa 1 miljoen ILOW punten ten opzichte van het voorgaande jaar. De vanuit de deelnemers geraamde meetvraag bedraagt ruim 10,1 miljoen punten. In vergelijking tot de oorspronkelijke omvang uit de business case AQUON+ een daling van 2496. De mutatie op waterschapniveau is niet eenduidig; een aantal waterschappen bij de meeste ligt de meetvraag 2014 relatief dicht bij de meetvraag 2013. Met name de verwachting vanuit het waterschap Hollandse Delta is opvallend; dit waterschap laat in de periode 2012-2014 een sterke daling zien van circa 1 miljoen ILOW punten. De meetvraag is overigens beïnvloed door een nadere uitwerking van de afspraken rondom gedwongen winkelnering, vooral ten aanzien van waterbodemprojecten. Voor dergelijke projecten geldt dat de monstername en logistiek en de analyses exclusief werk voor AQUON betreft. Voor de aanpalende werkzaamheden (o.a. toetsing en rapportage) geldt dat het waterschap vrij is in de organisatie hiervan, ook buiten AQUON om. Meetvraag deelnemers 2012-2014
Pagina 13 van 32
724.298
687.547
676.000
Brabantse Delta
1.658.619
1.151.287
1.344.131
Hollandse Delta
Delfland
2.578.432
2.548.045
1.606.230
Aa en Maas
996.804
865.679
801.125
De Dommel
995.669
911.650
900.000
1.923.124
1.862.885
1.618.280
Rijnland Schieland en de Krimpenerwaard Rivierenland
677.700
639.748
645.000
1.884.477
1.831.250
1.821.198
Stichtse Rijnlanden
659.531
625.707
692.000
Totaal deelnemers
12.098.654
11.123.798
10.103.964
Derden
171.732
200.000
200.000
TOTAAL
12.270.386
11.323.798
10.303.964
Meetvraag Business case
13.646.036
13.490.336
13,513.536
-1096
-169É
-2494
4.2.2
Meetvraag derden
Voor de productie voor derden wordt uitgegaan van een omvang van 200.000 ilow punten. Vanuit voorzichtigheid wordt in de toedeling van de kosten uitgegaan van een omzet van C300.000. Meetvraag vanuit derden is onder voorwaarden, aantrekkelijk voor het rendement van AQUON, hiermee wordt een deel van de vaste kosten van AQUON door derden gedekt. 4.2.3
Planbaarheid
Bij de uitvraag van de meetvraag 2014 is aan de waterschappen gevraagd welk deel van het werk tijdig te voorzien en dus goed planbaar is en welk deel dat niet is. Uit de reacties blijkt dat op totaal niveau circa 696 (640.000 ILOW punten) minder goed planbaar is. Dit betreft veelal de waterbodemprojecten. Opvallend in het verschil tussen de waterschappen. Bij vijfwaterschappen bedraagt het percentage niet planbaar tussen de 096 en 396, de andere vier laten een percentage tussen de 1196 en 1496 zien.
Pagina 14 van 32
4.3
Benodigde middelen 2014
Voor 2014 bedraagt de begroting circa C 21,2 min.
Personele kosten
C
12.054.972 C
12.139.656 C
11.802.166 C
10.682.532
Uitbesteding
C
3.316.3SO C
3.272.550 C
2.400.000 C
2.142.000
Materiele kosten
C
3.849.923
e
3.309.417 C
3.087.749
Kapitaalslasten
C
1.847.007
e
Huisvesting
c
Overig
c
Overige indirecte lasten
2.938.257
250.730 c
245.660 C
770.286
e
1.553.587 C
1.953.991
1.509.617
í
2.240.924 c
4.554.559 c
4.458.528 c
2.551.723
«
23.309.206 c
24.665.369 í
23.769.358 c
21.1SS.2S2
1 TOTAAL
Ten opzichte van 2013 is er sprake van een daling van circa C 2,6 min. In de begroting 2014 is ten opzichte van 2012 rekening gehouden met een inflatie van 296. De absolute omvang hiervan bedraagt circa C350.000. Hiermee rekening houdend zijn de totale kosten in absolute zin circa C 2,9 min. lager. De verlaging van de kosten hangt onder meer samen met het wegvallen van separaat gepresenteerde incidentele lasten 2013 (C 1,1 min.) en met de verlaging van de externe inhuur en de uitbestede werkzaamheden (circa Cl,2 min.). In de begroting is ook de verschuiving vanuit indirecte lasten naar de kapitaallasten zichtbaar. Deze heeft met name te maken met huisvestingskosten en ICT. Vanaf 2014 worden deze niet meer ingekocht bij de waterschappen, maar zijn de panden in eigen bezit en heeft AQUON de ICTwerkzaamheden ge-outsourced. Naast de verschuiving tussen kostensoorten leiden beide ontwikkelingen ook tot een financieel voordeel (samen C0,5 min.). Tot slot is 2014 het eerste jaar dat de exploitatie ruim onder de som van de begroting van de voorgangers ligt, en daarmee het jaar waarin de financiële baten van de fusie duidelijk zichtbaar worden. 4.3.1
Relatie formatie en meetvraag
Zoals al eerder toegelicht is er voor gekozen om in 2014 nog niet te kiezen voor een rechtstreeks aan de meetvraag gerelateerde formatie. AQUON is in 2014, na een fusieperiode van 4 jaar, met daarbinnen een transitiefase van 2,5 jaar, gebaat bij rust. Vanuit die rust kan vervolgens gewerkt worden aan de processen, waarbij doelmatigheid in de brede zin de doelstelling is. Dit betekent dat in onderlinge balans dienstverlening naar de klanten, professionalisering, kwaliteit en efficiency geoptimaliseerd worden. In 2014 ligt de focus op de afbouw op de externe capaciteit. Het aantal uitzendkrachten neemt af met l ľ f t e naar 8, de inzet van interne adviseurs wordt met ruim C300.000 teruggebracht naar C100.000 en de interne formatie wordt gelijkgesteld aan de bezetting (168 fte). 4.3.2
Uitbesteding
De totale uitbestedingen nemen af van C2,4 min. in 2013 naarC2,15 min. in 2014 (excl. inflatie C C2,l min.). De daling is met name gerelateerd aan het meer in eigen beheer doen (capaciteitsvraagstuk), hetgeen onder meer door het beter plannen van het werkaanbod vanuit de waterschappen en de operationele werkzaamheden door AQUON gerealiseerd wordt.
Pagina 15 van 32
4.3.3
Materiele kosten
De daling van de materiele kosten worden met name veroorzaakt door de outsourcing van de ICTinf rastructuur. Deze leidt op jaarbasis tot een verlaging van de kosten met circa C250.000. 4.3.4
Kapitaallasten
De kapitaallasten stijgen ten opzichte van 213 in 2014 met ruim C0,9mln. Deze stijging hangt sterk samen met het investeringsniveau in 2013. Deze is, mede door de aankoop en verbouw van de panden in 2013 relatief hoog. De vertaling hiervan naar de kapitaallasten wordt pas in 2014 zichtbaar. Van de stijging wordt C0,5 min. verklaard vanuit het investeringsniveau vanuit huisvesting, het restant wordt verklaard vanuit het investeringsniveau van apparatuur (C0,3 min.) en ICT (0,1 min.). 4.3.5
Indirecte lasten
De indirecte lasten daling in 2014 met circa C2mln. naar C2,6 min. De daling hangt sterk samen met de overname van de panden; hierdoor daalt de af te dragen huur met ruim C 916.000. Daarnaast zijn onder deze kostensoort in 2013 2 belangrijke incidentele lasten opgenomen. Zo komen de gemaakte kosten t.b.v. de planvorming huisvesting in 2012 (C 587.000), die waren geactiveerd als projectkosten, nu de plannen gewijzigd zijn in één maal ten laste van de exploitatie 2013 gebracht. Daarnaast zijn in 2013 ook C315.000 aan exploitatielasten die samenhangen met de herhuisvestingsactiviteiten in deze kostensoort opgenomen. Tot slot is in 2013 ook de projectbegeleiding voor het ICT-infra project op deze kostensoort verantwoord (C 120.000), waarmee de mutatie 2013-2014 grotendeels verklaard is. 4.3.6
Investeringen
Voor 2013 wordt een hoog investeringsniveau voorzien. Meer dan de helft is gerelateerd aan de aanschaf (C5,5 min.) en verbouw (C0,5 min.) van de panden. Voor ICT betreft het hoofdzakelijk de realisatie van het LIMS en de kosten die gemaakt worden voor hardware in het kader van de implementatie van de eigen ICT-infrastructuur. Voor apparatuur is er deels sprake van investeringen die deels voor 2012 waren voorzien. Daarnaast zijn de investeringen gerelateerd aan de fusie; veranderde geharmoniseerde methodes, herschikking van productie over de locaties met dientengevolge andere volumes zijn daarbij belangrijke aspecten.
Appparatuur Apparatuur, voorzien voor 2 0 1 2 Huisvesting
216.394 -
-
ICT
216.394
2.080.000
1.070.000
351.097
-
6.005.718
-
2.354.885
52.708
10.792.699
1.122.708
In bijlage 2 zijn de bedragen nader uitgesplitst. 4.3.7
Kostenstructuur
Voor 2014 is voor het eerst afgeweken van de begroting, zoals deze was opgenomen in de business case AQUON+. De begroting is op rekeningniveau opgebouwd, waardoor het eenvoudiger is analyses te maken van de opbouw van de begroting. Zo is er gekeken naar de kostenstructuur van de begroting. Daaruit blijkt dat 3496 van de begroting een vast karakter heeft en 996 een variabel karakter heeft. Een relatief groot deel is heeft een semivast karakter. Deze zijn op korte termijn vast maar op middellange termijn deels variabel. Een belangrijk deel van deze categorie betreft personeel gerelateerde kosten.
Pagina 16 van 32
7.843.511
33%
10.070.532
429Ä
S e m i v a s t - overig
3.831.324
1694
Variabel
2.023.952
Vast S e m i vast - personeel
10094
23.769.358
4.3.8
Tarief
Voor 2014 wordt per geproduceerd ILOW punt een tarief van C2,05 voorzien. Wanneer er voorcalculatorisch een kostenverdeling wordt opgesteld, inclusief toepassing van de garantieregeling bedraagt het tarief Cl,67.
T a r i e f BC
1,48
1,46
1,46
T a r i e f w e r k e l i j k / p r o g r . Begr.
2,01
2,10
2,06
T a r i e f w e r k e l i j k / p r o g . Begr ĩ n c l . gar
1,85
1,84
1,67
4.4
Gevraagde productie tot en met 2017
4.4.1
Meetvraag deelnemers
In de jaren 2014 wordt een stabilisering van de omvang van de meetvraag vanuit de deelnemers voorzien van circa 10 min. punten. In onderstaande staafdiagram is de ontwikkeling over de periode 2012-2017 weergegeven. Uit het staafdiagram komt tijdens de business case periode het dempende effect van de garantieregeling naar voren.
14.000.000 12.000.000 m Meetvraag Business case
10.000.000 8.000.000
• Meetvraag werkelijk
6.000.000 B Meetvraag werkelijk încľ garantieregeling
4.000.000 2.000.000
2012
4.4.2
2013
2014
2015
2016
2017
Meetvraag derden
Voor de productie voor derden wordt ook voor de jaren na 2014 uitgegaan van een omvang van 200.000 ILOW punten met een omzet van C300.000. Hiervan uitgaande ontstaat de volgende verdeling van de bijdragen tussen deelnemers en derden.
Bijdrage deelnemers
C
24.278.964 «
23.469.358 C
20.888.282 C
20.113.491 C
19.295.994 «
Bijdrage derden
C
386.405 C
300.000 C
300.000 C
300.000 C
300.000 C
19.141.766 300.000
Totale opbrengsten
f
24.665.369 C
23.769.358 C
21.188.282 C
20.413.491 C
19.595.994 C
19.441.766
Pagina 17 van 3 2
4.4.3
Planbaarheid
Voor de jaren na 2014 is geen uitvraag gedaan naar de planbaarheid van de meetvraag. De betrouwbaarheid van een dergelijke opgave zou beperkt zijn. De verwachting is overigens dat met het verbeteren van de informatievoorziening richting de waterschappen als klant het eenvoudiger wordt om de meetvraag te analyseren, waarmee het (gezamenlijk) zicht op de meetvraag zal verbeteren.
4.5
Benodigde middelen tot en met 2017
In onderstaande tabel wordt voor de jaren 2013-2017 de begroting weergegeven. Daarbij is voor 2013 de aangepaste begroting opgenomen. Ook is voor 2012 de som van de begroting van de voorgangers en het jaarresultaat 2012 weergegeven. Sorn b e g i o t i n g voorgangers
9.602.364
Personele kosten
t
12.054.972 c
12.139.556 C
11.802.166 C
10.682.532 C
C
9.599.570
Uitbesteding
í
3.316.380 c
3.272.550 c
2.400.000 C
2.142.000 c
1.768.680 c
1.432.631
1.082.432
Materiele kosten
f
3.849.923
2.938.257 c
3.309.417 C
3.087.749 c
3.069.394
3.109.557
3.171.748
Kapitaalslasten
t
1.847.007
c
Huisvesting
c
250.730 c
245.60» c
770.286 c
Overig
í
1.509.617 e
1.553.537 c
1.953.991 c
4.554.559
ï
4.458.528 e
2.551.723
24.665.369 t
23.769.35S c
Overige i n d i r e c t e lasten
c
2.240.924 e
TOTAAL
c
23.309.206 e
f
21.188.282 I
10.240.863
757.314 c
« 2.706.797 1 1.870.443
20.413.431
746.741 c
738.278
1.957.173 c
2.041.115
2.750.321 c
2.805.328
19.595.994 c
19.441.766
Waar in 2013 de begroting nog dicht bij het niveau van de voorgangers ligt, ligt de begroting vanaf 2014 op een aanzienlijk lager niveau. Dit heeft deels te maken met het wegvallen van de incidentele kosten, daarnaast neemt de productiviteit van de organisatie toe.
C 25.000.000
« 20.000.000
• Begroting Ďusinesscase
• Jaarl asten AQUON werkelijk/P rog begr «10.000.000
2013-2017
C5.000.000
In bovenstaand staafdiagram is de begroting afgezet tegen de begroting uit de business case. Hieruit blijkt dat in 2015 de begroting nagenoeg op het in de business case geschetste niveau ligt. In de jaren daarna daalt de begroting van AQUON verder. 4.5.1
Formatieve vertaling meetvraag
In de begroting is de opgenomen formatie, en daarmee de begroting van de personele kosten vanaf 2016 gerelateerd aan de opgegeven meetvraag. De formatie daalt ten opzichte van 2013 in 2016 en 2017 met 25, respectievelijk 28 fte. De daling betreft voor een belangrijk deel het primaire proces, maar ook voor de ondersteunende en leidinggevende capaciteit wordt een daling voorzien.
Pagina 18 van 32
4.5.2
Uitbesteding
De kosten van uitbesteding dalen over de hele periode naar een totaal van 1,1 miljoen in 2017. Dit bedrag is gelijk verdeeld over de achterliggende oorzaken, capaciteit en kennis. 4.5.3
Materiele kosten, Kapitaallasten en Indirecte lasten
Deze kostensoorten laten geen specifieke ontwikkeling zien. De omvang van de kapitaallasten wordt uiteraard bepaald door de ontwikkelingen en aanzien van de investeringen. Voor de ander posten is de gehanteerde prijsindex de belangrijkste factor voor de ontwikkeling van het kostenniveau 4.5.4
Investeringen
In de jaren na 2014 worden met name investeringen in apparatuur voorzien.
2,080.000
Appparatuur 216.394
Apparatuur, voorzien voor 2012
1.070.000
1,000.000
800,000
700.0Ũ0
351.097
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Huisvesting
-
6.006.718
ICT
-
2.354.885
52.708
43,923
216.394 10.792.699
1.122.708
1.043.923
-
800.000
700.000
In bijlage 2 is een nader specificatie opgenomen. 4.5.5
Tarief
Voor de jaren 2012-2017 gelden de volgende (voorcalculatorische) tarieven.
T a r i e f L3C
1,48
1,46
1,45
T a r i e f w e r k e l i j k / p r o g r . Begr.
2,01
2,10
2,06
1,47 2, CO
T a r i e f w e r k e l i j k / p r o g . Begr í n c l . g a r a n t i e r e g e l i n g
1,85
1,34
1,67
1,63
1,95
1,89
2,50
2,00
í —
ľ
• Tarief BC 1,50 • Tarief werkelijk/progr. Begr. 1,00 BTarief werkelijk/prog. Begr i n c l . 0,50
2012
4.5.6
2013
2014
2015
ÌX
2016
garantieregeling
2017
Rendement
Het rendement van AQUON, vertaalt naar de tarieven blijft achter bij hetgeen aanvankelijk voorzien was. Het blijkt lastig om de kostenstructuur dermate flexibel te maken om de door de daling van de meetvraag weggevallen schaalvoordelen goed te maken. Wanneer de som van de begroting van de voorgangers fictief met 296 wordt geëxtrapoleerd naar 2017 wordt wel inzichtelijk welke bate er in absolute termen gerealiseerd wordt. Hieruit blijkt dat in 2013 voor het eerst een positief saldo ontstaat.
Pagina 1 9 van 3 2
Personele kosten
12.792.S33 C
13.048.689 C
Uitbesteding
c
3.316.330 f
3.382.708 C
3.450.362 f
3.519.369 e
3.539.756 c
3.661.551
M a t e r i e l e kosten
c
3.849.923
c
3.926.921 c
4.005.460 c
4.085.569 c
4.167.2S0 c
4.250.626
1.999.260 f
2.039.245
12.054.972 C
12.296.071 f
12.541.993
C
Kapitaalslasten
c
1.847.007 c
1.883.947 c
1.921.626 c
1-960.053 í
Overige indirecte lasten
«
2.240.924 f
2.285.742 c
2.331.457 f
2.378.086
TOTAAL
í
23.J09.206 í
23.775.390 t
AQUON Programmabegr
C
24.665.369 í
23.769.358
Resultaat
f
-1.356.163
C u m m u l a t i e f resultaat
4.6
-1.356.16J
1
*:
24.250.898
21.188.282 ť
6.032 c
3.062.6İ6
-1.350.131 f
1.712.485
f
«
13.309.663
2.425.648 c
2.474.161
24.735.916 f
25.230.634 í
25.735.247
20.413.491 c
19.595.994 c
19.441.766
4.322.424 c
5.634.640 1
6.293.481
b.014.909 t
11.669.550 c
17.963.031
Begrotingstechnische uitgangspunten
4.6.1
Loon/prijsindex
Voor de compensatie van de loon- en prijsontwikkeling is uitgegaan van een stijging van 296 per jaar over de totale periode. 4.6.2
Rente en afschrijving
Voor de afschrijvingen zijn de termijnen gehanteerd zoals vastgelegd in de financiële verordening. Voor het LIMS is artikell3 lid 5f toegepast, de inschatting is dat 7 jaar een realistische inschatting is voor de afschrijvingstermijn van dit systeem. Voor de rente is gerekend met 3,496. Dit percentage is in lijn met de laatst afgesloten lening en ligt boven het huidig gangbare rentepercentage.
5
Begroting naar programma
Het begrip programma is in het Waterschap besluit gedefinieerd als 'een samenhangend geheel van activiteiten op basis waarvan het algemeen bestuur het beleid van het waterschap vaststelt'. De dienstverlening van AQUON bestaat uit monsterneming, analyseren en rapporteren en advisering. Gezien de samenhang tussen deze werkzaamheden is dit geheel samengevat in één programma en worden er geen andere programma's gehanteerd. In hoofdstuk 3 en 4 worden de taken, ontwikkelingen, doelstellingen en de inzet van middelen van het programma van AQUON behandeld.
Pagina 20 van 32
6
De Paragrafen
6.1
Inleiding
In deze paragraaf worden de verplichte onderdelen uit de begrotingsvoorschriften voorde waterschappen (BBV) behandeld. 6.2
A f n a m e en t a r i e v e n
6.2.1
Tarieven
Voor de periode 2012-2017 zijn de volgende tarieven berekend.
T a r i e f BC
1,48
1,46
1,46
1,47
T a r i e f w e r k e l i j k / p r o g r . Begr.
2,01
2,10
2,06
2,00
T a r i e f w e r k e l i j k / p r o g . Begr i n c l . g a r a n t i e r e g e l i n g
1,85
1,84
1,67
1,63
6.2.2
1,89
1,95
BTW op activiteiten
Voor de diensten die AQUON aan de deelnemende waterschappen levert geldt dat deze btw-vrij kunnen worden uitgevoerd. Er kan dan overigens geen vooraftrek plaatsvinden. Op de diensten die door AQUON voor derden worden verricht, rust overigens wel een btw-plicht. Dat heeft echter geen consequenties voor de deelnemende organisaties. Uitgangspunt van de begroting 2014-2017 is dat er. Bestuurlijk is afgesproken dat we maximaal 596 mogen werken voor derden. Als de verrichtingen voor derden boven de 1096 uitkomen, dan vallen de analyses voor de deelnemers ook onder de btw-plicht.
6.3
Kapitaalgoederen
In deze paragraaf staat normaliter het beleidskader voor het onderhoud van kapitaalgoederen. Daarbij wordt aangegeven om welke kapitaalgoederen het gaat, wat het ambitieniveau daarbij is en hoe het beheer, zowel operationeel als financieel, wordt uitgevoerd. Het is algemeen aanvaard (mede gelet op wettelijke aansprakelijkheid) daarbij tenminste een zodanig niveau te kiezen dat er geen achterstallig onderhoud in de kapitaalgoederen optreedt. Uitgangspunten in de begroting 2014 zijn 3,496 rekenrente en een afschrijvingstermijn, in lijn met de verordening beleidsfunctie en verantwoordingsfunctie AQUON 2011 en afhankelijk van de aard van het kapitaalgoed, van 5 tot 15 jaar. Daarnaast worden alleen investeringen boven C 25.000,opgenomen. In de periode 2014-2017 worden verschillende investeringen gedaan. In de onderstaande tabel staat een overzicht van deze investeringen opgenomen.
2.080.000
Appparatuur Apparatuur, voorzien voor 2Ū12
216.394
1.070.000
l.ŪŨO.CÛO
800,000
700.000
800.000
700.000
351.097 6.006.718
Huisvesting ICT 216.394
2 354,8S5
52.708
43.923
10.792.699
1.122.708
1.043.923
AQUON heeft nog geen integrale nota voor haar kapitaalgoederen. Deze nota wordt eens in de vier jaar opgesteld. Jaarlijks wordt in de begroting en de jaarrekening gerapporteerd over de kapitaalgoederen, de belangrijkste ontwikkelingen (begroting) en eventuele resultaten (jaarrekening). In 2013zal de eerste nota worden opgesteld. Pagina 22 van 32
Naast de reguliere vervangingsinvesteringen t.b.v. het primair proces wordt in 2013 ook het nieuwe LIMS-systeem operationeel. AQUON actualiseert maandelijks het liquiditeitenoverzicht. Daarin wordt voortschrijdend de financieringsbehoefte bepaald. De planning ten aanzien van de realisatie van de investeringen is daar een essentieel onderdeel van. 6.4
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen bestaat uit weerstandscapaciteit en de risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. Het weerstandsvermogen is een bedrag dat AQUON nodig heeft om de niet structurele financiële tegenvallers, samenhangend met de geïnventariseerde risico's, op te kunnen vangen ten einde haar primaire taken te kunnen voortzetten. Het betreft derhalve het saldo tussen de weerstandscapaciteit en de risico's die AQUON loopt. Onderdelen van deze paragraaf zijn: «
Weerstandscapaciteit (reserves en voorzieningen)
«
Risico's
Hieronder worden de beide onderdelen nader uitgewerkt.
6.4.1
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen waarover AQUON kan beschikken om niet-begrote kosten (tegenvallers), die zich onverwachts voordoen en die aanzienlijke gevolgen voor de financiële positie hebben, op te vangen. Voor AQUON gaat het daarbij om reserves, (eventuele) mogelijkheden om tarieven te laten stijgen, aantrekken van werken voor derden (maximaal 1096 van de omzet) en de vrije ruimte in de begroting. AQUON heeft geen reserves en zal geen reserves opbouwen om niet-begrote kosten die zich onverwachts voordoen op te vangen. Wel is in 2011 door het AB het besluit genomen dat AQUON vooruit ontvangen gelden moet reserveren voor de te verwachten frictiekosten Sociaal Plan. In 2011 zijn 7596 van de maximaal begrote kosten bij de deelnemers in rekening gebracht. Er is rekening gehouden met een afschatting van 2596; er wordt verwacht dat door natuurlijk verloop van medewerkers het Sociaal Plan niet volledig aangewend zal worden. De verwachting is dat in de loop van 2013, in samenhang met de sluiting van Boxtel en Rotterdam, de benutting van deze gelden zal groeien.
6.4.2
Risico's
Het andere element van het weerstandsvermogen zijn de geïnventariseerde risico's. Dit zijn veelal de risico's uit het verleden, de niet-voorziene zaken, de niet-verzekerde zaken, alsmede bedreigingen voor de reguliere exploitatie. De risico's die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn dus die risico's die niet op een andere wijze zijn te ondervangen (bijvoorbeeld verzekeren). Hieronder staan de door AQUON geïnventariseerde risico's opgenomen. Opbouw van een nieuwe organisatie AQUON zal in de loop van 2013 op drie locaties gehuisvest zijn. Voor een deel van de medewerkers is dit van invloed op hun reistijd en reisafstand. Dit kan tot gevolg hebben dat medewerkers individueel besluiten om een andere werkkring te kiezen. Pagina 23 van 32
Nadat vlak voor de fusiedatum een aantal mensen is vertrokken is de verwachting dat in 2013, vlak nadat de definitieve huisvesting is geëffectueerd in Breda, Leiden en Tiel dit risico tijdelijk verhoogd zal zijn. Gezien de huidige economische situatie zal dit risico beperkt zijn. Meetvraag De door AQUON in te zetten capaciteit en middelen worden afgestemd op de meetvraag van de deelnemende waterschappen. Een accurate opgave van de meetvraag is daarom essentieel voor het optimaliseren van de bedrijfsvoering van AQUON. Aan alle deelnemende partijen is conform de procedure een uitvraag gedaan naar de meetvraag voor het komende jaren. Deze meetvraag is de basis voor de begroting 2014 t / m 2017. Het blijkt voor waterschappen vaak moeilijk om in het voorjaar een goede inschatting te maken, met name van projectmatige werkzaamheden. Voor 1 november wordt daarom via het netwerk van de coördinatoren bij de afzonderlijke waterschappen een gedetailleerde uitvraag van de meetvraag gedaan. Op deze wijze wordt getracht om de meetvraag voor de waterschappen zo accuraat mogelijk te krijgen voor het komende begrotingsjaar. Met ingang van 2013 vindt er maandelijkse monitoring plaats Wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen een aanzienlijke invloed hebben op de omvang van de meetvraag, zowel in positieve als negatieve zin. Het is daarom belangrijk dat zowel AQUON als de deelnemende waterschappen dergelijke ontwikkelingen monitoren en hierover open met elkaar communiceren. Realisatie doelstellingen werk voor derden AQUON zet voor 2014in op het uitbreiding van werk voor derden naar 200.000 ILOW punten. Wanneer deze doelstelling niet gerealiseerd wordt, is er sprake van een financieel risico voor de deelnemers; hun bijdrage in de (vaste) kosten zal stijgen. De omvang is relatief laat ingeschat (2*76 van de meetvraag), waarmee dit risico beperkt is.
Het rentepercentage van toekomstige vaste geldleningen De kredietcrisis die is uitgemond in een economische crisis heeft geleid tot een situatie waarbij banken nauwelijks bereid zijn om, ook aan overheden of daaraan verbonden partijen, geld te lenen. AQUON heeft voor de bedrijfsvoering van de gemeenschappelijke regeling afgesproken dat er per kwartaal aan de deelnemers een voorschotnota wordt verstuurd gebaseerd op de begrote totale kosten en het aandeel daarin van de betreffende deelnemer in het betreffende jaar. Daarnaast worden twee bestaande leningen overgenomen door AQUON. Dit betreft: «
Delta Waterlab heeft een lening aangetrokken voor een periode van 7 jaar tegen een percentage van 4,42 Zo bij de Nederlandse Waterschapsbank. 0
«
Het GWL heeft eind 2008 een lening aangetrokken met een looptijd van 4 jaar tegen een percentage van 4,12 zó, ook bij de Nederlandse Waterschapsbank. Deze lening moet eind 2012 worden terugbetaald. 0
In 2011 heeft AQUON ter financiering van de aankoop van het pand in Tiel de eerste lening afgesloten bij de Nederlandse Waterschapsbank. Het betreft een lening tegen een percentage van 3,38 Zo met een looptijd van 10 jaar. 0
AQUON heeft de wens om in 2013 nog meer gelden aan te trekken ten behoeve van: «
Overname vaste activa; Pagina 24 van 32
»
Overname van de gebouwen van Breda en Leiden
«
Aflossing lening afgesloten door GWL
»
Financiering investeringsprogramma
Voor het aangaan van leningen is een aanpassing van de GR vereist. Deze staat gepland voor 2013.
In de begroting is rekening gehouden met een rentepercentage van 3,496. Indien blijkt dat AQUON in de jaren nieuwe leningen nodig heeft, dan bestaat de kans dat het rentepercentage afwijkt. Het risico is dat een lening tegen een hoger rentepercentage wordt aangetrokken. Dit levert een direct financieel nadeel voor AQUON op. 6.5
Verbonden partijen
Bij het opstellen van de begroting 2014-2017 heeft AQUON geen verbonden partijen. 6.6 6.6.1
Bedrijfsvoering Planning 8i Control
De activiteiten in het kader van de planning en control cyclus zijn door AQUON sinds medio 2012 gepland. De uitvoering hiervoor wordt steeds meer geoptimaliseerd. In 2014 zal, na de implementatie van het nieuwe LIMS hierin een grote verbetering gemaakt kunnen worden. In de eerste helft van 2013 wordt de integrale beleidsnota planning en control aan het algemeen bestuur voorgelegd. 6.6.2
Kostentoerekening
De begrote kosten over de jaren 2014 t / m 2017 worden conform hetgeen is vastgelegd in de in het AB van 26 maart 2012 vastgestelde notitie "Afspraken rondom kostenverdeling AQUON o.b.v. Business Case AQUON+ "toegerekend naar de deelnemers. 6.6.3
EMU saldo
Artikel 4.22 van het Waterschapsbesluit schrijft voor dat een paragraaf over het EMU-saldo moet worden opgenomen in de begroting en jaarrekening. Aangezien AQUON de nettolasten met de deelnemers verrekend heeft zij geen exploitatiesaldo. 6.6.4
Topinkomens
De wet openbaarmaking uit de publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) verplicht tot het verstrekken over bezoldiging van personen in loondienst die een hogere beloning ontvangen dan het gemiddelde belastbaar loon van ministers. Er zijn geen personen in loondienst van AQUON waarop dit van toepassing is. 6.7 6.7.1
Financiering Treasury, algemene ontwikkelingen
Wet fido De Wet financiering decentrale overheid (Wet fido) is per 1 januari 2001 van kracht geworden. Deze wet heeft tot doel een solide transparante financiering en kredietwaardigheid van decentrale overheden te bevorderen. In de Wet fido zijn een aantal voorschriften opgenomen waaronder het opstellen van een treasurystatuut en het opnemen van een treasuryparagraaf in de begroting en de jaarrekening. In het treasurystatuut zijn algemene bepalingen opgenomen over het te voeren treasurybeleid en -beheer en de bijbehorende instrumenten. Het AB van AQUON heeft in 2011 Pagina 25 van 32
treasurystatuut AQUON vastgesteld. De treasuryfunctie omvat daarbij alle activiteiten die zich richten op het bepalen van het beleid voor het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.
Risicobeleid Het risicobeleid van AQUON is gedetailleerd uiteengezet in het treasurystatuut vastgesteld in de ABvergadering van 4 juli 2011. Uitgangspunten hierbij zijn: « De attitude ten aanzien van financiële transacties en is defensief en risicomijdend. « Er vindt zoveel mogelijk spreiding van toekomstige renterisico's plaats. « Eventueel overtollig geld wordt zodanig uitgezet dat dit geen financiële risico's met zich meebrengt. * Financiële instrumenten zoals opties, derivaten of termijncontracten worden alleen gebruikt voor het afdekken en verminderen van financiële risico's. AQUON zal deze instrumenten niet toepassen. Entevisie AQUON heeft een eerste lening afgesloten. Daarnaast wordt zodra mogelijk de bestaande lening van DWL overgenomen. In de begroting 2014-2017 wordt voor de financiering vooralsnog van een rentepercentage van 3,496 uitgegaan. 6.7.2
Treasurybeleid AQUON
Het treasurystatuut van AQUON is in de algemeen bestuursvergadering van 4 juli 2011 vastgesteld. Een belangrijk kader voor het treasurybeleid is de begroting 2014-2017. Op basis van deze begroting wordt inzichtelijk: « De kapitaalbehoefte op de korte termijn. « De kapitaalbehoefte op de lange termijn. * De relatie met de meerjarenraming. In 2012 is het treasury beleid nader uitgewerkt.
6.7.3
Wet Fido
In de Wet fido zijn enkele normen opgenomen waaraan de financieringspositie van AQUON moet voldoen. Deze normen worden hieronder nader toegelicht.
6.7.4
Kasgeldlimiet
Dit is de grens waaraan decentrale overheden hun activiteiten met kortlopende middelen mogen financieren in 1 jaar. Elk kalenderkwartaal wordt het gemiddelde van de kortlopende middelen getoetst aan de kasgeldlimiet. Voor waterschappen is het wettelijk vastgestelde limiet bepaald op 3096 van het begrotingstotaal. Voor 2014 bedraagt de kasgeldlimiet 3096 van C 23.769.358 is C 7.130.808 6.7.5
Renterisiconorm
Het bedrag aan aflossingen en het bedrag aan leningen dat in aanmerking komt voor renteherziening mag in dat betreffende jaar de renterisiconorm niet overtreffen. Voor waterschappen is in de wettelijke norm bepaald dat 3096 van de bestaande lening portefeuille opnieuw afgesloten mag worden. Voor AQUON geldt dat hiervoor nog geen volledige afspraken over de financiering gemaakt zijn. In de loop van 2012 zullen de benodigde leningen voor de overname van de activa en de
Pagina 26 van 32
gebouwen worden afgesloten. Hierbij zal rekening worden gehouden met de hiervoor genoemde wettelijke norm. 6.7.6
Informatievoorziening
In de Wet fido zijn bepalingen met betrekking tot de rapportageverplichtingen opgenomen. Het betreft een rapportageverplichting van het directie aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling AQUON. Om aan deze verplichting te voldoen, rapporteert AQUON in de planning en control producten over treasury. Dat gebeurt op de volgende wijze: Omschrijving
Soort rapportage
Programmabegroting
Treasuryparagraaf
Bestuurlijke rapportage
Kasgeldlimiet, liquiditeitspositie
Programmarekening
Treasuryverslag Renterisiconorm
Pagina 27 van 32
7
Bijlagen
Pagina 28 van 32
7.1
Tabellen met toerekening kosten naar deelnemers
2014 De if land Br.ibintíe Delta Huil irnl-,e DiľStd A3 en Maas De Dommel Ri inland Schieland en de KAnpan Rivierenland SüLhi.e Rijrlar-den Totjjl deelnemers
760.000 Î.839.0Ū0 2.785.000 913.B14 1.093.716 2-1Ĩ5-200 618.000 2.346.061 521.745 13.063.536
676.000 1.344.131 1.6O6.230 SO 1.125 900. TOO 1.61B.280 645.000 1.821.198 692.000 10.103.964
6,695s 13,3056 15,9TA 7,9336 B.31W 16,M* e.38% ia.02% e.85% 100,0094.
1.397.519 2.778.770 3.320.616 1.65Ō.194 L860.602 3.345.527 1.333.431 3.765.027 1.430.596 20.8SS.2S2
63.0OO 371.152 884.328 84.517 145.287 425.190 385.345 2.İ59.JW
59.271 349.185 832.458 79.515 136.638 «00.025 J lij. 5 38 2.219.679
735.271 1.693.316 2.433.688 BSO. 640 1.036.638 2.018.305 Ő45.MC 2.183.736 S32.000 12.321.64 i
5,971» 13.74Í4 19,79M 7,UK a.41% 16,3B14 5,2334 17,73* 5,62/4 100.00H
1.246.267 2.870.130 4.133.513 1.492.66ĩ 1.757.162 3.420.378 1.093.260 3.701.380 1.172.924 20.888.282
151.251 -31.360 -812.902 Í63.531 103440 -75 451 240.172 53.647 257.672 0
2015
Hollandse Delta DM Dommei Schieland en de Krimpen
Totaal deelnemers
2017
2016
Delfland Brabantse Delta Hollandse Delta A3 eri Maas De Dommel Rl inland Schieland en de Knmpen Rivierenland Stichtse Rijnlanden Iota.il deelnemer»
656.D00 1.151.574 1.658.696 801.125 90Ū.D00 1.476.500 582 000 1.915 313 725.OOŪ 9.866.194
S.65% 11,S7» 16,8154 8.12* 9.1294 14,97-36 5,9051 19,41* lOO.DOţį
1.282.934 3.252.212 3.244.026 1.566.915 1.760.192 2.3B7.633 1.13.3 2 = 7 3.745.882 1.417.932 ľ).?ľj.994
Delfland Brabantse Delta Hollandse Delta Aa en Maas I s CCT nsi R |n snd Schieland en de Kri mpenerwaard Rivierenland :.ti :htL-ť Rijrljiufen Totaal deelnemen
656.000 1.344.131 1.662.730 801.125 900.00D 1.474 44E 5Ě2 D-JC 1.958.518 6Ē8.Ū00 10.066.952
6,52* 16,52* 7 96* E 3« 14,65^4 ţ TOT 13,4511 e.63% 100,00-!'*
1.247.349 ľ.555.793 3.161.591 1.523.296 1.711.301 2.303 517 1.10h.Ě43 3.734.016 1.308.195 19.1 11.766
Investeringen 2012-2017 Apparatuur Investeringen:
2012
2013
Minerale Olie (GC-FID) PAK"s (HPLC-FLU/UV) OCB/PCB slib (GC-ECD) Nieuwe methodes (GC-MS) vluchtiqe (GC-MS pu-qe&trap) N/P pesticiden (LC-MS/MS) TQMS O C B P C B waterbodem Microcoulometer TOC Kwikmonitor (2x) İCP-MS Microwave/diqiprep Monstervoorbewerkinq-robot MVB (1 of 2x) Uitvulrobot CFA (2x) Cuvettentest gerobotiseerd Spectofotomeīer4- automatisering BZVSP1000(3x) CZVSP1000(2x) Deeítiesqrootte (2x) Weeqrobot (2x) Temperatuur reqistratiesvsteem Discrete analyser (1x) Titratie-eenheid (2x) Kįeltec Destructieblokken NKį Dfverse apparatuur Hydrobiologie
2014 35.000
2015
2016
2017
100.000 80.000 300 000 200.000 300.000 200.000 70.000
200.000 70 000 70.000 150.000
150.000
50.000 400 70 120 100 150
000 000 000 000 000 110.000 50 000
160 000 60 000 100 000 75.000 80 000 100.000 70.000
Diverse apparatuur Monstername Dŕverse apparatuur Chemie CZVdestr ZS/BS+SP1000 Pipetrobot fracties Sediqraaf+AS (18 posities) Ven/anqen DA Tiel/Breda/Leiden Vervanqen weeqrobot Breda LCMS/MS TQMS water
50.000 100.000 65.000 90.000
100.000 50.000 400 000
475.000 75 000
550.000
75.000
0
2.080.000
1.070.000
1.000.000
800.000
700.000
0
0
0
0
52.708
43.923
Realisatie e n onderhanden werk vanuit 2012 CFA (gerealiseerd) Kwikanalyser CETAC systeem (gerealiseerd) Discreet Analyser (onderhanden werk) Fluorprobe (qerealiseerd) T S Q Vantage LC-MS (onderhanden werk)
121.462 59.500 0 35.432 216.394
104.344 246.753 351.097
Huisvesting en ICT 1 400 0G0 500.000 225.885' 149.000' 5.405.650 467.968 133.100 80.000'
LIMS LIMS extra ICT werkplekapparatuur ICT software Huisvesting - aankoop Huisvesting - verbouw Huisvestinq - inrichtinq ICT Infra LAN
Totaal investeringen 2012-2017
0
8.361.602
52.708
43.923
0
0
216.394
10.792.698
1.122.708
1.043.923
800.000
700.000
0