Zienswijzen Kostentoedelingsverordening 2014 [Versie 12 september 2013]
Nr.
Indiener
Datum
Zienswijze
Reactie waterschap
1.
Provincie Drenthe Postbus 122 9400 AC Assen
19 juli 2013 Post in 1216
Verzoek om de periode voor het indienen van een zienswijze te verlengen met drie weken. Dit omdat de terinzagelegging voor een aanzienlijk deel plaatsvindt in de vakantieperiode. Dit kan afbreuk doen aan de mogelijkheid van uitwisseling van de wederzijdse standpunten. Ook omdat het voorgenomen bestuurlijk overleg niet plaatsvond is het gewenst daarvoor alle ruimte te bieden.
De periode voor het indienen van een zienswijze is per brief (met kenmerk 1278) verlengd tot en met 2 september 2013.
(uitstel)
29 augustus 2013 Post in 1403
Aanvulling zienswijze: 1. In plaats van de provincie de mogelijkheid te bieden een zienswijze in te dienen had de provincie graag gezien en eerlijk gezegd ook verwacht dat het waterschap de provincie in een eerder stadium had betrokken bij het voorstel. Blijkbaar geeft het waterschap de voorkeur aan een formele en strikt procedurele benadering. 2. De provincie ontwerpt en richt haar wegen zo in dat de beheerkosten voor het waterschap beperkt blijven. Met de waterschapsbelangen wordt derhalve terdege rekening gehouden. Het zou ik de rede liggen wanneer het waterschap daar bij het vaststellen van het belastingtarief voor verharde wegen rekening mee hield. Vooralsnog blijkt het tegendeel het geval. De provincie ziet, gelet op de inspanning die zij als wegbeheerder ten aanzien van de belangen van het waterschap levert, geen enkele rechtvaardiging in een verhoging van het tarief met 100% en maken daar dan ook ernstig bezwaar tegen. Daarnaast wijst de provincie nog op het volgende: 3. Om het tarief te kunnen vaststellen moet de oppervlakte van de verharde weg worden berekend. De oppervlakte van de verharde weg wordt namelijk tegen een hogere tarief belast en de oppervlakte van het overige deel van de weg tegen het normale tarief. Er zal een splitsing moeten worden gemaakt tussen het verharde en het overige gedeelte. In het concept is niet opgenomen hoe deze splitsing wordt gemaakt. Er ontbreekt derhalve een duidelijke en goed gedefinieerde grondslag. Gelet op bovenstaande verzoekt de provincie af te zien van het voornemen tot verhoging van het belastingtarief voor verharde wegen.
Ad 1. Proces kostentoedeling: Het waterschap maakt bij de voorbereiding van de nieuwe kostentoedeling gebruik van bepaalde actuele gegevens zoals WOZ-waarden gebouwd, oppervlakte natuur, wegen enz. Vervolgens wordt een rapport opgesteld door een extern deskundig bureau en moet op basis daarvan bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden. Eerder starten met het proces kostentoedeling is vanwege het ontvangen van bepaalde gegevens over 2012 niet mogelijk. De termijn van terinzagelegging kon ook niet anders worden gekozen. Het waterschap moet per 1 januari 2014 een goedgekeurde en in werking tredende kostentoedelingsverordening hebben teneinde waterschapbelastingen te kunnen heffen. Ad 2. De kostentoedelingsverordening moet volgens wettelijke regels tenminste eens per vijf jaar worden geactualiseerd. De kosten van de zorg van het watersysteem worden toegedeeld aan de volgende categorieën belastingplichtigen: ingezetenen, eigenaren agrarisch en overig ongebouwd, eigenaren natuurterreinen en eigenaren gebouwd. In de Waterschapswet is geregeld dat de waarde van infrastructuur (wegen, spoorwegen) deel uitmaakt van de categorie agrarisch en overig ongebouwd. Een gevolg hiervan is dat de waarde van infrastructuur meetelt bij de waardering van de totale waarde van ongebouwd. Dit wordt ook wel de „weeffout‟ in de waterschapsbelastingwetgeving genoemd. Bij amendement van de Tweede Kamer is de mogelijkheid opgenomen om een tariefdifferentiatie openbare verharde wegen toe te passen. De waarden voor ongebouwd en wegen/spoorwegen zijn behoorlijk gestegen ten Pagina 2 van 14
opzichte van de waarden van het huidige kostentoedelingspeiljaar 2008. Naast de eerder genoemde „weeffout‟ heeft dit een extra verhogende werking in de kostentoedeling. Enkele waterschappen in Nederland hebben reeds eerder tariefdifferentiatie toegepast waaronder ons buurwaterschap Hunze en Aa‟s. We zien nu landelijk bij de waterschappen dat het voornemen bestaat, via de bevoegdheid tot toepassing van tariefdifferentiatie wegen, om de effecten van de weeffout te verachten voor de categorie agrarisch en overig ongebouwd. Er is om deze reden gekozen om in de conceptverordening uit te gaan van het toepassen van tariefdifferentiatie verharde wegen, vervolgens de procedure te volgen en het is de bevoegdheid van het Algemeen Bestuur om de kostentoedelingsverordening vast te stellen waarna deze stukken ter goedkeuring aan de provincies Drenthe en Overijssel worden verzonden. Er zal nader overleg met de provincies plaatsvinden over de goedkeuring. Het toepassen van tariefdifferentiatie is een bestuurlijke bevoegdheid hetgeen door de rechter in de jurisprudentie ook wordt bevestigd. Ad 2. en 3. Logisch is dat bij het ontwerpen en reconstrueren van wegen gelet wordt op de beheerkosten. Dit geldt voor provinciale en gemeentelijke wegen en indirect dus ook voor onderhoud door het waterschap. Uiteraard waarderen wij dat gelet wordt op de beheerskosten voor het waterschap en dat de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk worden gehouden. De waardetoekenning gaat over hoofdzakelijk het verharde deel en het deel dat dienstbaar is aan de weg. Nadere afbakening is nodig en wordt met behulp van een geografisch informatiesysteem door het waterschap gedaan. De perceptiekosten worden zo laag mogelijk gehouden. Deze analyse wordt eenmalig uitgevoerd, waardoor de kosten eenmalig zullen zijn. Pagina 3 van 14
Er is geen sprake van 100% verhoging van het tarief, maar van 100% toepassing van tariefdifferentiatie voor verharde wegen. Dit leidt vervolgens naar een andere waardeverhouding en aanpassing van het tarief. Uiteindelijk resulteert dit in een verlaging of verhoging van de aanslagen voor de verschillende categorieën. Op grond van artikel 122 lid 3 sub b Waterschapswet heeft het waterschap de mogelijkheid de heffing maximaal 100% hoger vast te stellen voor verharde openbare wegen, indien het Algemeen Bestuur voor 1 juli 2012 geen tariefdifferentiatie toepaste. De wetgever heeft zo de mogelijkheid geboden voor waterschappen om ruimte te creëren om de effecten van de weeffout te verzachten. Op 3 september 2013 heeft het waterschap een brief met kenmerk 1458 aan een aantal belanghebbenden (waaronder provincies, gemeenten en natuur beherende instanties) verzonden met een korte inhoudelijke toelichting op het proces van de totstandkoming van de kostentoedelingsverordening. In deze bestuurlijke brief is ook ingegaan op de wijze van communiceren door het waterschap. Het waterschap verwijst naar de teksten hierboven onder ad 1 en naar de inhoud van de bestuurlijke brief. 2.
Gemeente Aa en Hunze Postbus 93 9460 AB Gieten (procedureel, vakantieperiode, lastenverschuiving)
19 juli 2013 Post in 1215
1. In procedureel opzicht vindt Aa en Hunze het kwalijk dat een dergelijk voorstel om de Kostentoedelingsverordening te wijzigen niet besproken is met de gemeente. Vanuit de goede bestuurlijke verhoudingen tussen de gemeente en het waterschap werd een dergelijke eenzijdige activiteit niet verwacht. Ook de terinzagelegging in de vakantieperiode past niet in goede bestuurlijke verhoudingen, omdat daardoor adequaat reageren wordt bemoeilijkt. Deze handelwijze verdient niet de schoonheidsprijs. 2. Inhoudelijk zijn de bezwaren van principiëler aard. De voorgestelde lastenverschuiving komt via de gemeentebegroting bij de burger terecht. De gemeente staat geen andere mogelijkheid open dan zelf extra inkomsten te genereren tegenover de in rekening gebrachte extra kosten voor openbare verhardingen. Door de voorgestelde verschuiving betalen burgers in het gebied, via de gemeente, voor de
Ad 1. Zie hierboven zienswijze 1, onder Ad1, Ad 2. De hoogte van de watersysteemheffing wordt bepaald in drie stappen. Eerst wordt het kostenaandeel voor ingezetenen bepaald. Vervolgens wordt het aandeel in de kosten bepaald voor de eigenaren van onroerende zaken. In de derde stap wordt de hoogte van de watersysteemheffing voor elke individuele heffingsplichtige vastgesteld (belastingaanslag). Om de weeffout te verzachten (uiteraard daarbij blijvend binnen de wettelijke mogelijkheden en kostentoedelingssysteem) kan het niet anders dan Pagina 4 van 14
3.
Gemeente MiddenDrenthe Postbus 24 9410 AA Beilen
19 juli 2013 Post in 1218
(uitstel, vakantieperiode, lastenverschuiving)
21 augustus 2013 Post in 1365
financiële verlichting van een beperkte groep eigenaren van ongebouwde onroerende zaken. Het zou gepast zijn dit via het eigen belastinggebied zou regelen en gemeenten daar niet mee te belasten. Het verzoek is de voorgestelde wijziging van de Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer Hunze en Aa’s 2009 niet door te voeren.
dat dit leidt tot verhoging van een andere categorie. Dit zou kunnen door verdere ophoging van het ingezetenenpercentage of door toepassing van tariefdifferentiatie. Bij de vorige kostentoedeling in 2008 is reeds gekozen voor de bestuurlijke keuze tot ophoging van het ingezetenenpercentage. De keuze voor tariefdifferentiatie heeft het effect dat de tariefstijging voor agrarisch en overig ongebouwd wordt beperkt. Opgemerkt wordt dat de totale belastingopbrengst van het waterschap niet wijzigt en de lasten macro-gezien door de kostentoedeling niet toenemen. Er is sprake van een (geringe) verschuiving binnen de categorieën.
Midden-Drenthe kan niet instemmen met de voorgestelde wijziging van de kostentoedelingsverordening. De gemeente is in verband met de vakantieperiode niet in de gelegenheid de zienswijze verder te onderbouwen. Een verhoging van de waterschapslasten zal in ieder geval een verhoging van de gemeentelijke lasten betekenen. Direct of indirect zullen deze hogere lasten aan de burgers moeten worden doorberekend. Mede gezien de moeilijke financiële situatie waarin veel bezuinigd moet worden is dit een onacceptabele ontwikkeling. Midden-Drenthe behoudt zich het recht voor de nadere onderbouwing van de zienswijze op een later moment kenbaar te maken. Deze ontvangt het waterschap uiterlijk op 28 september 2013.
De periode voor het indienen van een zienswijze is per brief (met kenmerk 1279) verlengd tot en met 2 september 2013.
Ad 1. Zie hierboven onder zienswijze 1, Ad1. Aanvulling zienswijze: 1. Voordat er inhoudelijk op de voorgenomen wijziging wordt ingegaan, laat de gemeente weten dat zij de door het waterschap gevolgde procedure teleurstellend vindt. Zonder vooraf met belanghebbenden binnen het beheergebied te overleggen, wordt het voorstel verzonden. De gemeente had het gewaardeerd dat het waterschap voorafgaand aan de voorgenomen wijziging een toelichting had verzorgd. 2. Inhoudelijk heeft de gemeente tegen de voorgestelde wijziging van de kostentoedelingsverordening de volgende bezwaren: Een verhoging van de waterschapslasten betekent in ieder geval een verhoging van de gemeentelijke lasten. Direct of indirect zullen deze hogere lasten via de gemeentebegroting aan de burgers moeten worden doorberekend. Mede gezien de moeilijke financiële situatie,
Ad 2. Zie hierboven onder zienswijze 2, Ad 2. De wetgever heeft de mogelijkheid geboden om voor waterschappen ruimte te creëren om de effecten van de weeffout te verzachten. Op grond van artikel 122 lid 3 sub b Waterschapswet heeft het waterschap de mogelijkheid de heffing maximaal 100% hoger vast te stellen voor verharde openbare wegen, indien het Algemeen Bestuur voor 1 juli 2012 geen tariefdifferentiatie toepaste. Op grond van dit artikel heeft Reest en Wieden geen mogelijkheid de heffing maximaal 400% hoger vast te stellen, omdat het Algemeen Pagina 5 van 14
4.
Natuurmonumenten Postbus 9955 1243 ZS ‟s-Graveland (lastenstijging 33%, gehanteerde kostentoedelingssystematiek, bestuursakkoord water)
31 juli 2013 Post in 1286
waarin veel bezuinigd moet worden, vindt de gemeente dat een onacceptabele ontwikkeling. Daarnaast bestaat na wetswijziging de mogelijkheid om een tariefdifferentiatie van 400% toe te gaan passen. Hiermee worden de lasten nog verder verhoogd. Als motivatie voor de tariefdifferentiatie worden de hogere piekafvoeren en verontreinigingen van afstromend wegwater aangewend, waardoor het watersysteem extra wordt belast. De gemeente onderhoudt wegen als voorziening voor haar burgers. Er zijn sinds 2012 niet ineens 100% meer wegen aangelegd. Het afstromende water vanaf de wegen is minder verontreinigd als het afstromende water van landbouwpercelen. De gemeente ontvangt geen inkomsten tegenover het weggebruik. Dit in tegenstelling tot agrariërs die hun gronden gebruiken voor hun bedrijfsvoering en daaruit inkomsten genereren. Ook de provincie heeft inkomsten uit de opcenten in de wegenbelasting. De totstandkoming van de hoogte van het huidige en nieuwe tarief is onvoldoende onderbouwd. Het is bijvoorbeeld of er een relatie is tussen de kosten en de (nieuwe) hoogte van tarief. De samenwerking in de (water)keten komt onder druk te staan als het waterschap eenzijdig aan andere partijen een lastenverzwaring toedeelt. De gemeente hecht net als het waterschap aan goede bestuurlijke verhoudingen. De gemeente gaat er van uit dat het waterschap de genoemde argumenten meeweegt in het voornemen om de kostentoedelingsverordening te wijzigen. Naar mening van de gemeente zou dat moeten resulteren in het intrekken van de voorgestelde wijziging.
Bestuur deze verhoging niet voor 1 juli 2012 heeft toegepast. Het waterschap Reest en Wieden kan dus – voor zover zij dit al zou willen – geen tariefdifferentiatie van 400% toepassen. Het is een correcte constatering dat er niet ineens 100% meer wegen binnen de gemeente Midden-Drenthe aanwezig zijn. Toepassing van 100% tariefdifferentiatie is niet meer als een toegestaan fiscaal instrument. De stelling dat het afstromende water van wegen minder is verontreinigd als dan dat van landbouwpercelen delen wij niet. Het betreft wel andersoortige verontreinigingen. In het kader van de kostentoedeling voert dit te ver om hierop verder in te gaan. Wij zouden het betreuren dat de samenwerking met onze partners door deze wijziging in de kostentoedeling onder druk komt te staan. Wij staan als waterschap en gemeenten voor een belangrijke opgave. In een bestuurlijke brief van 3 september 2013, nummer 1458 hebben wij toelichting gegeven over de wijze van communicatie. Dit had natuurlijk anders gekund. Het waterschap heeft echter tegelijk aangegeven hoe dit proces intern, extern en bestuurlijk verloopt en dat het niet de bedoeling is geweest om onze partners hiermee te overvallen.
Natuurmonumenten wil graag enkele opmerkingen plaatsen bij de ter visie liggende kostentoedelingsverordening en de daarbij behorende notitie “Bestuurlijke keuzes in verband met vaststelling kostentoedelingsverordening waterschap Reest en Wieden”. Het heeft Natuurmonumenten verbaasd te constateren dat er sprake is van een stijging van de lasten voor “natuur” van 33%, terwijl “landbouw” slechts stijgt met 14%, “gebouwd” daalt met 6% en de kosten voor “ingezetenen” gelijk blijven. In de bestuurlijke notitie wordt niet ingegaan op deze sterke lastenstijging juist voor natuurterreinen. Natuurmonumenten vindt de hoogte van deze lastenstijging extra wrang, gezien het feit dat grote delen van de door Natuurmonumenten beheerde natuurterreinen een belangrijke functie vervullen bij het waterbeheer van het waterschap. Natuurmonumenten hoeft als voorbeeld maar te wijzen op de inrichting van het Dwingelderveld als klimaatbuffer. Een plaats als
De hoogte van de watersysteemheffing wordt bepaald in drie stappen. Eerst wordt het kostenaandeel voor ingezetenen bepaald. Vervolgens wordt het aandeel in de kosten bepaald voor de eigenaren van onroerende zaken. In de derde stap wordt de hoogte van de watersysteemheffing voor elke individuele heffingsplichtige vastgesteld (belastingaanslag). De categorie onroerende zaken wordt gebaseerd op onderlinge waardeverhoudingen. De methode voor deze waardebepaling staat voorgeschreven in het Waterschapsbesluit. Hier mag het waterschap niet van afwijken. De gemiddelde waarde per hectare van de natuurterreinen wordt gesteld op 20% van de gemiddelde waarde per Pagina 6 van 14
Meppel is hiermee in staat droge voeten te houden. De sterke stijging lijkt voort te komen uit de door het waterschap gehanteerde kostentoedelingssystematiek. Bij waterschap Hunze en Aa‟s wordt in de notitie “Kostentoedeling 2014” van 3 juli 2013 expliciet ingegaan op de methode van kostentoedeling. Daar is gekozen voor een methode die volgens het waterschap betekent dat “niet één groep van belastingbetalers op deze wijze veel meer stijgt dan de rest”. Voor een dergelijke benadering heeft het waterschap helaas niet gekozen. In het “Bestuursakkoord Water” (2011) hebben rijk, provincies, gemeenten, waterbedrijven en de waterschappen vastgelegd dat de lokale lasten slechts “gematigd” zullen stijgen, waarbij “uitgangspunt hierbij is dat er geen onevenwichtige verschuiving van de lokale lasten optreedt”. Natuurmonumenten constateert dat bij het waterschap de sterkte stijging van de kosten voor natuurterreinen ten opzichte van de kostenontwikkelingen bij de andere sectoren, niet voldoet aan dit uitgangspunt van het ook door het waterschap onderschreven “Bestuursakkoord Water”. Natuurmonumenten verzoekt het waterschap daarom de kostentoedeling te heroverwegen en te kiezen voor een methode die er toe leidt dat de kostenstijging in lijn met het “Bestuursakkoord Water” en meer evenredig over de verschillende sectoren is verdeeld.
hectare van de agrarische gronden binnen het gebied van het waterschap. Dit is vastgelegd in artikel 6.9 lid 2 van het Waterschapsbesluit. De waarde van agrarische en overige gronden is binnen het gebied van het waterschap Reest en Wieden gestegen met bijna 50%. De waarde van natuur stijgt hiermee evenredig met de waarde van agrarische grond. Nadat de waardebepaling is verricht, wordt er gekeken naar de waardeverhouding. De Unie van Waterschappen heeft hier voor een model opgesteld. Hieruit blijkt dat de waardeverhouding voor natuur met 0,2% stijgt. Dit brengt met zich mee dat het tarief voor de categorie natuur met 33% stijgt. Op basis van de begroting 2013 betekent dit voor het tarief dat voor de categorie natuur € 2,82 per hectare betaald moet worden. Dit was € 2,12 per hectare. Weliswaar een forse stijging in procenten maar, niet van het tarief. Ter illustratie: voor ongebouwd bedraagt het tarief € 55,14 per ha. De keuze voor tariefdifferentiatie heeft het effect dat de tariefstijging voor agrarisch en overig ongebouwd wordt beperkt.(in absoluut getal dus bijna € 4,00 verhoging). Aangenomen wordt dat Natuurmonumenten niet bedoeld te vragen om extra verhoging van het tarief natuur om een meer „evenredige kostenverdeling voor de verschillende sectoren‟ te bereiken. Bedoeld wordt kennelijk een mindere verhoging dan 33% dat echter door de opgehoogde waarden en kostentoedelingssystematiek (bijv. wettelijk percentage van 20% van de waarde van agrarische grond) niet mogelijk is. Op bladzijde 5 van het Bestuursakkoord Water staat inderdaad (citaat) “dat de lokale lasten van burgers en bedrijven gematigd stijgen conform het gestelde in het regeerakkoord.” De lokale lasten voor burgers en bedrijven worden door alleen deze nieuwe kostentoedeling niet verhoogd. Wel vindt een (geringe) verschuiving plaats binnen de belastingcategorieën. Pagina 7 van 14
5.
Staatsbosbeheer Regio Oost Postbus 6 7400 AA Deventer
2 augustus 2013 Post in 1298
(lastenstijging 33%, gehanteerde kostentoedelingssystematiek, bestuursakkoord water)
6.
Gemeente Meppel (uitstel, motivatie tariefdifferentiatie,
14 augustus 2013 Post in 1337
Staatsbosbeheer wil graag enkele opmerkingen plaatsen bij de thans ter visie liggende kostentoedelingsverordening en de daarbij behorende notitie „Bestuurlijke keuzes in verband met vaststelling kostentoedelingsverordening waterschap Reest en Wieden‟. Staatsbosbeheer constateert dat er een stijging is ten laste van de gronden met de bestemming natuur van maar liefst 33%, terwijl de gronden met de bestemming „landbouw‟ slechts stijgen met 14%. De categorie „gebouwd‟ daalt met 6% en de kosten voor „ingezetenen‟ blijven gelijk. In de bestuurlijke notitie wordt niet ingegaan op deze hoge stijging ten laste van de terrein beherende organisaties. Staatsbosbeheer vindt de hoogte van deze lastenstijging niet in verhouding tot de integrale doelen, mede gelet op de functie die de door Staatsbosbeheer beheerde natuurterreinen vervullen bij het waterbeheer van het waterschap. De sterke stijging lijkt voort te komen uit de het waterschap gehanteerde kostentoedelingssystematiek. In de brief van Natuurmonumenten (zienswijze 4.) wordt ingegaan op het waterschap Hunze en Aa‟s dat een andere systematiek hanteert. Staatsbosbeheer onderschrijft de redenering van Natuurmonumenten. In het voorstel van het waterschap wordt de categorie zwaar belast ten gunste van andere categorieën. ((Bij waterschap Hunze en Aa‟s wordt in de notitie “Kostentoedeling 2014” van 3 juli 2013 expliciet ingegaan op de methode van kostentoedeling. Daar is gekozen voor een methode die volgens het waterschap betekent dat “niet één groep van belastingbetalers op deze wijze veel meer stijgt dan de rest”.)) In het „Bestuursakkoord Water‟ (2011) hebben rijk, provincies, gemeenten, waterbedrijven en de waterschappen vastgelegd dat de lokale lasten slechts „gematigd‟ zullen stijgen, waarbij „uitgangspunt hierbij is dat er geen onevenwichtige verschuiving van de lokale lasten optreedt‟. Staatsbosbeheer constateert dat bij het waterschap de sterke stijging van de kosten voor natuurterreinen ten opzichte van de kostenontwikkelingen bij de andere sectoren, niet voldoet aan dit uitgangspunt van het ook door het waterschap onderschreven „Bestuursakkoord Water‟. Staatsbosbeheer verzoekt het waterschap dan ook de kostentoedeling te heroverwegen en te kiezen voor een methode die er toe leidt dat de kostenstijging in lijn is met het „Bestuursakkoord Water‟ en meer evenredig over de verschillende sectoren is verdeeld.
Zie reactie hierboven op zienswijze 4 van Natuurmonumenten.
De gemeente Meppel kan niet instemmen met de voorgestelde tariefdifferentiatie van 100% voor openbare verharde wegen, die in de Kostentoedelingsverordening is opgenomen. De gemeente ziet in de door het waterschap ter inzage gelegde stukken ook geen enkele
De periode voor het indienen van een zienswijze is per brief (met kenmerk 1395) verlengd tot en met 2 september 2013. De op 30 augustus 2013 verzonden aanvullende
Hieraan wordt toegevoegd dat het waterschap Hunze en Aa‟s reeds een tariefdifferentiatie kende. Overigens zullen - naar het zich laat aanzien bijna alle waterschappen in Nederland in 2014 gebruik gaan maken van de mogelijkheid tot tariefdifferentiatie openbare verharde wegen. De algemene besturen van de waterschappen in Nederland zijn, binnen de wettelijke mogelijkheden, autonoom in het toepassen van bepaalde bevoegdheden zoals ophoging van het ingezetenenpercentage en het toepassen van tariefdifferentiaties.
Pagina 8 van 14
vakantieperiode)
motivatie waarom deze differentiatie nodig en rechtvaardig is. Helaas is de gemeente in verband met de vakantieperiode niet in de gelegenheid om de zienswijze verder te onderbouwen. De keuze om in de vakantieperiode de verordening ter inzage te leggen, zonder vooraankondiging aan de belanghebbenden, vindt de gemeente bijzonder ongelukkig. De gemeente vraagt dan ook uitstel van de reactietermijn, zodat de nadere onderbouwing van de zienswijze aan het waterschap kenbaar kan worden gemaakt. 3 september 2013 Nog niet geregistreerd
Aanvulling zienswijze: De gemeente Meppel kan niet instemmen met de voorgestelde tariefdifferentiatie van 100% voor openbare verharde wegen, die in de concept Kostentoedelingsverordening is opgenomen. De motivatie hiervoor is als volgt: Het waterschap geeft geen onderbouwing voor de keuze om de tariefdifferentiatie voor wegen toe te passen. De UvW dringt erop aan om terughoudend om te gaan met tariefdifferentiaties. Tariefdifferentiatie is nadrukkelijk bedoeld voor uitzonderingssituaties en de wetgever verwacht dat er spaarzaam gebruik van wordt gemaakt. In dit licht kan het waterschap de tariefdifferentiatie niet toepassen, zonder te specificeren waarom voor het beheersgebied een uitzonderingssituatie zou gelden vanaf 2013. Het waterschap geeft de gemeente hiermee ook geen gelegenheid inhoudelijk te reageren op de onderbouwing. Het nieuwe tarief voor verharde openbare wegen is niet onderbouwd. Het waterschap kiest voor de maximale tariefverhoging van 100% voor verharde openbare wegen, zonder te onderbouwen hoe dit tarief is opgebouwd. Het waterschap geeft niet aan wat de relatie is tussen de kosten en de hoogte van het (nieuwe) tarief. De keuze doet geen recht aan de intentie van de Samenwerkingsovereenkomst waterschap-gemeenten uit 2012. Het waterschap werkt met de inliggende gemeenten samen op een aantal thema‟s. Doel is om gezamenlijk de lastenverzwaring van de burgers te verminderen. De keuze voor de tariefdifferentiatie wegen toe te passen betekent voor de gemeente een lastenverzwaring, die uiteindelijk opgebracht wordt door de burgers. In een tijd waarin de gemeenten al een zware financiële opgave kennen, moet dat door het waterschap als medeoverheid worden voorkomen. Daarbij komt dat de tariefdifferentiatie voor het waterschap ook extra kosten met zich meebrengt. Het waterschap geeft zelf al weer dat de uitvoering van de tariefdifferentiatie voor wegen hogere perceptiekosten met zich meebrengt. Immers, alle openbare wegen moeten worden onderscheiden op individueel perceelniveau. Dit
zienswijze is op 3 september 2013 per e-mail en op 4 september 2013 per post binnengekomen en verwerkt in de zienswijzen. In de (aanvullende) zienswijze worden dezelfde argumenten aangevoerd als door de andere indieners. Voor de beantwoording van de zienswijze wordt kortheidshalve verwezen naar de argumentatie zoals hierboven onder de zienswijze 1, 2 en 3 is beschreven. Aanvullend: In lijn met de verwachting van de wetgever om spaarzaam gebruik te maken van de mogelijkheid van het toepassen van tariefdifferentiaties heeft het waterschap er voor gekozen alleen de tariefdifferentiatie wegen in te voeren en dus niet voor waterbergingsgebieden.
Pagina 9 van 14
levert een verhoging op van de uitvoeringskosten bij het heffen van de belasting. Het doorvoeren van de tariefdifferentiatie betekent dus tweezijdig een lastenverzwaring en dat is in het licht van onze Samenwerkingsovereenkomst niet acceptabel. De gemeente merkt tot slot op dat zij het opvallend vinden dat er geen tariefdifferentiatie voor waterbergingsgebieden is ingevoerd. In paragraaf 2.3.2. van het AB-voorstel geeft het waterschap aan dat er binnen Reest en Wieden een aantal gebieden zijn waarin sprake is van een vorm van waterberging. Het waterschap motiveert echter niet waarom voor deze gebieden geen lager tarief (tot maximaal 75%) wordt toegepast. Daarmee lijken de keuzes voor tariefdifferentiatie enigszins arbitrair en niet gestoeld op het meer redelijk verdelen van de lasten, zoals de Waterschapswet beoogd. Naast de bovenbeschreven inhoudelijk reactie wil de gemeente ook de teleurstelling kenbaar maken in de gevolgde procedure. De afgelopen jaren is er geïnvesteerd in een nauwere samenwerking van de inliggende gemeenten met het waterschap. Daaraan wordt afbreuk gedaan door de Kostentoedelingsverordening ter inzage te leggen, zonder vooraf met de gemeenten als belanghebbenden te hebben gesproken. Zeker gezien het waterschap kiest voor een ter inzage termijn in de zomerperiode, was op zijn minst een aankondiging passend geweest. De gemeente zou het waarderen als er met de gemeente (en de buurgemeenten) het gesprek wordt aangegaan over de verordening en de zienswijzen hierop, voordat er wordt overgegaan tot vaststelling. Dit zou in lijn zijn met de wijze van samenwerking die er wordt beoogd met de Samenwerkingsovereenkomst. De gemeente gaat ervan uit dat de zienswijze meeweegt in het voornemen om de Kostentoedelingsverordening te wijzigen. Naar mening van de gemeente zou dit moeten resulteren in het intrekken van de tariefdifferentiatie voor wegen. 7.
Gemeente Hoogeveen (uitstel, vakantieperiode)
14 augustus 2013 Post in 1338
De gemeente Hoogeveen kan niet instemmen met het toepassen van een tariefdifferentiatie verharde openbare wegen van 100%. De gemeente wil dan ook van de mogelijkheid gebruik maken om een zienswijze aan het waterschap te zenden. Helaas is de gemeente als gevolg van de vakantieperiode niet in de gelegenheid om deze zienswijze gefundeerd en onderbouwd aan het waterschap te overleggen. Wel kan de gemeente melden dat een dergelijke voorgestelde verhoging (van 100%) in deze financieel economische moeilijke tijden, onacceptabel vinden. De gemeente behoudt zich dan ook het recht voor de nadere onderbouwing van de zienswijze op een later moment aan het
De periode voor het indienen van een zienswijze is per brief (met kenmerk 1396) verlengd tot en met 2 september 2013. In de (aanvullende) zienswijze worden dezelfde argumenten aangevoerd als door andere indieners. Voor de beantwoording van de zienswijze wordt kortheidshalve verwezen naar de argumentatie zoals hierboven onder 1, 2 en 3 is beschreven. Pagina 10 van 14
waterschap kenbaar te maken. Het waterschap ontvangt deze uiterlijk op 1 oktober 2013. 29 augustus 2013 Post in 1408
Aanvulling zienswijze: Het waterschap geeft geen onderbouwing voor de keuze om de tariefdifferentiatie voor wegen toe te passen. De Unie van Waterschappen (UvW) dringt er op aan om terughoudend om te gaan met tariefdifferentiaties. Tariefdifferentiatie is nadrukkelijk bedoeld voor uitzonderingssituaties en de wetgever verwacht dat er spaarzaam gebruik van wordt gemaakt. In dit licht kan het waterschap de tariefdifferentiatie niet toepassen, zonder te specificeren waarom voor het beheergebied een uitzonderingssituatie zou gelden vanaf 2013. Alleen het tarief voor verharde openbare wegen wordt gedifferentieerd. Hierover verbaast de gemeente zich enigszins, want waarom wordt de tariefdifferentiatie niet toegepast over alle groepen zoals genoemd in artikel 122 van de wet. De kosten van het watersysteembeheer worden immers via één bestemmingsbelasting, de zogenaamde watersysteemheffing, verhaald op alle belanghebbende categorieën belastingplichtigen. Door tariefdifferentiatie voor één enkele groep onevenredig te verhogen wordt de belastingdruk op deze groep onevenredig verhoogd. De toepassing van tarieven met diverse tariefdifferentiaties kan leiden tot een complexe tarievenstructuur. Zoals de UvW aangeeft in de handreiking tariefdifferentiatie, staat dit op gespannen voet met de doelstelling om het belastingstelsel eenvoudiger en doorzichtiger te maken. Daarnaast geeft de UvW in de handreiking de aanbeveling om binnen de categorie natuurterreinen geen differentiatie aan te brengen en voor alle overige categorieën gelijke tariefdifferentiatiepercentages te hanteren (categorie gebouwd en ongebouwd). Dit met het oog op de eenvoud en transparantie van het belastingstelsel. Het komt dan ook willekeurig en onredelijk over om het tarief van een onderdeel uit de hele groep met 100% te verhogen en de andere tarieven ongemoeid te laten. De nieuwe kostentoedelingsverordening doet geen recht aan de doelstelling uit het Bestuursakkoord Water en de samenwerkingsovereenkomst uit 2012 tussen Reest en Wieden en de inliggende gemeenten. Doelstelling is om de stijging van lasten voor burgers en bedrijven de komende jaren te beperken danwel te verminderen. Het toepassen van een tariefdifferentiatie voor wegen, betekent voor de gemeente een lastenverzwaring, die uiteindelijk Pagina 11 van 14
door de burger betaald moet worden. Daarnaast zal de uitvoering van de tariefdifferentiatie leiden tot hogere perceptiekosten en daarmee ook tot hogere lasten voor de burger. Tenslotte wil de gemeente de teleurstelling uitspreken over de gevolgde procedure. De afgelopen jaren is er hard gewerkt aan een goede samenwerking tussen het waterschap en de inliggende gemeenten in het beheergebied. Aan dit samenwerkingsproces wordt nu afbreuk gedaan door vooraf aan de ter inzage legging van de kostentoedelingsverordening geen gesprek aan te gaan met de gemeenten danwel de gemeenten te informeren. Daarbij wil de gemeente nog opmerken dat een ter inzage legging tijdens de vakantieperiode hoogst ongelukkig is gekozen. Op basis van bovenstaande motivering verzoekt de gemeente het waterschap de kostentoedelingsverordening te wijzigen en de voorgestelde tariefdifferentiatie van 100% voor openbare wegen niet door te voeren. 8.
Gemeente De Wolden Postbus 20 7920 AA Zuidwolde (Dr.) (samenwerking, onderbouwing, berekening)
16 augustus 2013 Post in 1352
De gemeente De Wolden kunnen niet instemmen met de lastenverhoging door de invoering van tariefdifferentiatie van 100% voor verharde openbare wegen. In allerlei verbanden zowel ambtelijk als bestuurlijk wordt er binnen het beheergebied van Reest en Wieden samengewerkt tussen waterschap en gemeente. De samenwerkingsovereenkomst 2012 is hier een concretisering van. Het doel van deze overeenkomst is een besparing te bereiken in de waterketen. De gemeente vindt het teleurstellend dat een dergelijk voorstel, welke voor de gemeenten grote financiële gevolgen heeft, zonder toelichting of overleg met de gemeenten aan het algemeen bestuur wordt voorgesteld. Het waterschap geeft onvoldoende onderbouwing voor de keuze om tariefdifferentiatie voor wegen toe te passen. De totstandkoming van de hoogte van het huidig en nieuwe tarief is onvoldoende onderbouwd. De relatie tussen de kosten en de hoogte van het tarief is niet gegeven. Er ligt geen berekening aan ten grondslag waarom deze tariefdifferentiatie 100% zou moeten zijn. Tariefdifferentiatie is nadrukkelijk bedoeld voor uitzonderingssituaties en de wetgever verwacht dat er spaarzaam gebruik van wordt gemaakt. In dit licht kan het waterschap de tariefdifferentiatie niet toepassen, zonder te specificeren waarom voor het beheergebied van het waterschap een uitzonderingssituatie zou gelden vanaf 2013. Het invoeren van tariefdifferentiatie gaat voor het waterschap extra kosten met zich mee brengen. Voor de vaststelling van aanslag dient er bijvoorbeeld op perceelniveau een onderscheid te maken naar de oppervlakte van de openbare wegen. Het gevolg van deze verhoging
In de (aanvullende) zienswijze worden dezelfde argumenten aangevoerd als door andere indieners. Voor de beantwoording van de zienswijze wordt kortheidshalve verwezen naar de argumentatie zoals hierboven onder 1, 2 en 3 is beschreven.
Pagina 12 van 14
9.
Gemeente Steenwijkerland Postbus 162 8330 AD Steenwijk (onderbouwing, stijging tarieven afgelopen jaren, samenwerking, procedure)
19 augustus 2013 Post in 1359
in de uitvoeringskosten is dat dit uiteindelijk een onnodige lastenverhoging oplevert voor de burgers in het beheergebied. De gemeente gaat ervan uit dat het waterschap de door de gemeente genoemde argumenten meeweegt in het voornemen om de kostentoedelingsverordening te wijzigen. Naar mening van de gemeente zou dat moeten resulteren in het intrekken van de door het waterschap voorgestelde wijziging. De gemeente Steenwijkerland maakt bezwaar tegen door het waterschap in de verordening voorgesteld tariefdifferentiatie van 100% voor openbare verharde wegen. Reden van het bezwaar is: Het waterschap geeft onvoldoende onderbouwing voor de keuze om het tarief met 100% te verhogen. Wat is de reden dat het rechtvaardigt om deze tariefstijging toe te passen. Zijn de door het waterschap genoemde hogere piekafvoeren en verontreinigingen van afstromend wegwater waar door het watersysteem extra wordt belast dermate gestegen dat een verdubbeling van de hierbij behorende kosten in 2014 noodzakelijk? De gemeente heeft hiervoor geen aanwijzingen. Hierbij merkt de gemeente nog op dat de tarieven voor het watersysteem de afgelopen jaren 3 jaar al ca. 27% zijn gestegen; De voorgestelde tariefdifferentiatie leidt tot lastenverzwaring voor de gemeente, (als ook bij de burgers van het waterschap, namelijk bij de uitvoering van het heffen van de belasting), die indirect bij de burger terechtkomt. In het kader van de samenwerking tussen gemeente(n) en het waterschap is het eenzijdig opleggen van lastenverzwaringen niet acceptabel. Mede ook in het licht van het onlangs met het waterschap gesloten waterakkoord. Juist hierin wordt gestreefd naar samenwerking met onder andere als doel kosten te besparen. Deze lastenverzwaring welke zonder overleg tot stand is gekomen past hier dan ook niet in; Tenslotte merkt de gemeente nog op dat de uitvoerbaarheid van de wijziging problemen zal gaan opleveren indien enkel verharde wegen worden aangeslagen, hetgeen niet mogelijk is omdat deze niet specifiek uit het kadaster zijn te halen. Hiermee wordt bewerkstelligd dat niet enkel dat verharde weg wordt aangeslagen, maar ook bermen en sloten die kadastraal onder hetzelfde nummer vallen. Proces: Tenslotte wil de gemeente opmerken het te betreuren hoe de procedure is gelopen. Op geen enkele wijze zijn zij als belanghebbende betrokken geweest of geïnformeerd bij het voornemen om de tarieven voor de openbare verharde wegen te verhogen.
In de (aanvullende) zienswijze worden dezelfde argumenten aangevoerd als door andere indieners van zienswijzen. Voor de beantwoording van de zienswijze wordt kortheidshalve verwezen naar de argumentatie zoals hierboven onder 1, 2 en 3 is beschreven. Aanvullend: De tarieven voor watersysteemheffing van de afgelopen jaren op basis van de huidige kostentoedeling waren: Tariefontwikkeling Watersysteembeheer Inwoners Gebouwd Agrarisch en overig ongebouwd Bos en natuur
begroting 2013
begroting 2012
begroting 2011
102,01 0,048% 55,14
98,17 0,0452% 52,52
87,67 0,0402% 45,92
2,12
2,03
1,64
De door de gemeente genoemde stijging van 27% in de afgelopen 3 jaren zal betrekking hebben op de door de gemeente ontvangen aanslagen waterschapbelastingen. In 2012 is er sprake geweest van een sprong in de tarieven gebaseerd op kostentoename ondanks de inzet van financiële reserves. Verder wordt opgemerkt dat het waterschap voordat de belastingverordening wordt vastgesteld een procedure doorloopt met betrekking tot de kostentoedeling. Het is bij het waterschap en gemeenten niet gebruikelijk dat voor vaststelling van een belastingverordening (bijvoorbeeld over rioolheffing) overleg plaatsvindt met belastingplichtigen. Het waterschap heeft overigens voorafgaande aan Pagina 13 van 14
10.
Gemeente Westerveld Postbus 50 7970 AB Havelte (uitstel, stijging waterschapslasten)
19 augustus 2013 Post in 1360
De gemeente gaat er van uit dat de zienswijze aanleiding voor het waterschap geeft om met de gemeente in gesprek te gaan voordat de verordening wordt vastgesteld. Naar de mening van de gemeente zou dat moeten resulteren in het intrekken van de door het waterschap voorgestelde wijziging.
de formele terinzagelegging o.a. de gemeenten en provincies geïnformeerd bij brief van 8 juli 2013. Bij brief van 3 september 2013 is nog eens een nadere toelichting verstrekt.
De gemeente Westerveld deelt mee dat zij niet kunnen instemmen met de door het waterschap voorgestelde wijziging van de kostentoedelingsverordening. Een verhoging van de waterschapslasten zal een verhoging van de gemeentelijke lasten betekenen. Direct of indirect zullen deze hogere lasten aan de inwoners moeten worden doorberekend. Mede gezien de huidige financiële situatie waarin bezuinigd moet worden, vindt de gemeente dat een onacceptabele ontwikkeling. De gemeente behoudt zich het recht voor de nadere onderbouwing van de zienswijze op een later moment kenbaar te maken. Het waterschap ontvangt deze uiterlijk op 28 september 2013.
De periode voor het indienen van een zienswijze is per brief (met kenmerk 1409) verlengd tot en met 2 september 2013. Hierboven is al eerder ingegaan op het argument dat er ten gevolge van de nieuwe kostentoedeling geen sprake is van verhoging van lasten, wel van verschuiving binnen de categorieën. Toepassen van tariefdifferentiatie openbare verharde wegen betekent inderdaad dat gemeenten meer gaan betalen (afhankelijk van hoeveelheid oppervlakte verharde wegen). Bij een andere keuze zou een andere categorie meer gaan betalen. 3 september 2013: Gemeente Westerveld heeft geen aanvullende zienswijze ingediend. Uit telefonisch contact op 3 september 2013 is gebleken dat er door de vakantieperiode geen mogelijkheid was voor 2 september 2013 een aanvullende zienswijze in te dienen. De gemeente blijft bij haar eerder per brief van 19 augustus 2013 ingediende standpunt.
Pagina 14 van 14