donderdag
26.03.2015 20.00 Concertzaal 19.15 Inleiding door Ignace Bossuyt
Collegium Vocale Gent Bach. Johannespassie
Passies vóór Bach Het vroegste bericht omtrent een gezongen (gereciteerde) passie – de evangelische beschrijving van het lijden en de dood van Christus – is dit van de pelgrim Egeria die Jeruzalem bezocht in de 4e eeuw na Christus en er de religieuze ceremonies tijdens de Goede Week bijwoonde. Tot de 12e eeuw bleef het gebruikelijk het passieverhaal te laten reciteren in een halfdramatische vorm. De verdeling over drie partijen dateert van de 10e eeuw. De diaken (de verteller-evangelist) zong reciterend op een middentoon, de celebrant reciteerde de woorden van Christus op een lage toon en de subdiaken reciteerde de commentaren van het volk op een hoge toon. De reciteerformules en de tempi waren verschillend. De eerste aanwijzing dat voor de commentaren van het volk (‘turba-passages’) een koor werd gebruikt, dateert uit de 14e eeuw. In de late 15e eeuw, beïnvloed door theologische leerstellingen over de ‘imitatio christi’ ontstonden niet alleen de passiespelen, maar ontwikkelde de aanvankelijk quasi louter didactische passie zich door grotere dramatische contrasten en het gebruik van meerstemmigheid (in het begin enkel in de turba-passages, vanaf de 16e eeuw ook voor de woorden van Christus) langzamerhand tot een oratorium, ja, zelf tot een soort religieuze opera. Omstreeks het midden van de 16e eeuw werden ook het zogenaamde ‘exordium’ – de titel Passio Domini nostri – en de ‘conclusio’ op een tekst die los staat van het passieverhaal, polyfoon behandeld. Ook passies op Duitse tekst, geschikt voor Luthers gebruik, deden hun intrede, zoals de Mattheuspassie uit 1550 van Luthers vriend Johannes Walter (1496-1570), een voorbeeld dat door vele latere Lutherse componisten zoals Heinrich Schütz gevolgd werd.
Al sinds het midden van de 15e eeuw bestond er een ander type passie: de motetpassie waarbij de volledige tekst op muziek werd gezet als een reeks meerstemmige motetten. Aanvankelijk schreven vooral katholieke componisten, werkzaam in Italië, dergelijke doorgecomponeerde passies. Er waren drie types. Bij een eerste werd de volledige tekst gebracht door de verteller. Bij een tweede type werd de tekst samengesteld uit fragmenten uit de vier evangeliën, de zeven woorden van Christus aan het kruis, het exordium en de conclusio, de zogenaamde ‘summa Passionis’. Een derde type was met een ingekorte tekst afkomstig uit één evangelie (enkel in protestants Duitsland). Het oudste voorbeeld (in manuscripten uit 1507 en 1514) van een ‘summa Passionis’ wordt toegeschreven aan Antoine de Longueval en werd vermoedelijk geschreven voor de privékapel van paus Julius II. De bekendste lutherse motetpassies zijn deze van Joachim a Burck (1568), Leonard Lechner (1594) en Christoph Demantius (1631).
Uitvoerders en programma
Biografieën
Collegium Vocale Gent: koor en orkest Philippe Herreweghe: dirigent Thomas Hobbs: tenor (evangelist) Florian Boesch: bas (Christus) Grace Davidson: sopraan Damien Guillon: alt Robin Tritschler: tenor Peter Kooij: bas (Pilatus) Matthias Lutze: Petrus Griet De Geyter: Ancilla Stephan Gähler: Servus
Collegium Vocale Gent (BE) werd in 1970 opgericht op initiatief van Philippe Herreweghe. Het was een van de eerste ensembles die de nieuwe inzichten over de uitvoering van barokmuziek toepasten op de vocale muziek. Voor elk project verzamelt het Collegium Vocale Gent de optimale bezetting, waardoor het een breed repertoire kan uitvoeren van renaissancepolyfonie tot hedendaagse muziek. Barokmuziek, meer bepaald het oeuvre van Johann Sebastian Bach, staat centraal in de concertkalender van het ensemble. Ondertussen bracht Collegium Vocale Gent zo’n 80 opnames voort met renaissancepolyfonie, barokmuziek, klassieke en romantische oratoria en hedendaagse muziek. Het ensemble en zijn dirigent zijn de centrale gasten op de jaarlijkse Bach Academie Brugge.
— Johann Sebastian Bach (1685-1750) Johannespassie, BWV245 (versie 1724) Er is een pauze voorzien.
Philippe Herreweghe (BE) profileerde zich met Collegium Vocale Gent, La Chapelle Royale en Ensemble Vocal Européen als specialist van renaissance- en barokmuziek. Zijn levendige, diepgaande en retorische aanpak van dit repertoire wordt alom geprezen. Met het Orchestre des Champs-Elysées legt hij zich sinds 1991 ook toe op het klassieke en romantische repertoire. Sinds 1997 is hij muziekdirecteur van deFilharmonie, met een focus op een verfrissende lezing van (pre-) romantische muziek. Enige jaren geleden richtte Philippe Herreweghe het platenlabel Phi op, dat inmiddels al elf cd’s uitbracht met zeer divers repertoire van Collegium Vocale Gent, het Orchestre des Champs-Elysées en violiste Christine Busch. In 2010 ontving de dirigent de prestigieuze Bachmedaille van de stad Leipzig.
Later werd de evangelietekst aangevuld met poëtische bespiegelingen die muzikaal werden vertaald in tussengevoegde solo-aria’s (al of niet met voorafgaand recitatief) en passende koralen gezongen door het koor of de gemeente. Van deze ‘oratorium-passies’ zijn vooral de Johannespassie van Thomas Selle (1641) en de Mattheuspassies van Johann Sebastiani (1663) en Johann Theile (1673) bijzonder interessant. De Johannespassie van Alessandro Scarlatti (ca.1700) is een van de beste en laatste voorbeelden van een Latijnse passie in de stijl van de 17e-eeuwse Italiaanse ‘seconda prattica’, sinds Monteverdi de componeerstijl van de ‘modernen’ voor wie muziek vooral in de tekst gesuggereerde gevoelens dient uit te drukken. Johan Huys
Met Nederlandse boventiteling VOCAAL
Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van Bloemblad.
Reflectie en drama in de Johannespassie van J.S. Bach Thomas Hobbs (GB) studeerde aan het Royal College of Music en zong sindsdien bij ensembles als I Fagiolini, Dunedin Consort en Classical Opera Company. De afgelopen tijd trad hij op met vooraanstaande (oudemuziek-) orkesten als Accademia Bizantina, Pygmalion, Akademie für Alte Musik Berlin en het Bournemouth Symphony Orchestra. Florian Boesch (AT) geldt als een van de beste liedzangers van het moment met concerten op de grote wereldpodia. Hij is een van Nikolaus Harnoncourts favoriete zangers en werkte de afgelopen jaren geregeld met onder anderen Roger Norrington, Simon Rattle, Iván Fischer en Valery Gergiev. Hij was bovendien te zien in verschillende Händel- en Mozart-ensceneringen met onder meer René Jacobs. Grace Davidson (UK) studeerde viool en zang in Londen, naast een opleiding tot kok, en specialiseerde zich vervolgens in renaissanceen barokmuziek. In de loop der jaren kwam daar ook later repertoire – met name solopartijen in de muziek van Eric Whitacre – tot film- en popmuziek bij. Ze is te horen op opnames van The Sixteen, het Orchestra of the Age of Enlightenment, London Symphony Orchestra en vele anderen. Damien Guillon (FR) ontwikkelde zich als contratenor in Versailles, en in Basel bij Andreas Scholl. Tegelijkertijd onderlegde hij zich in het orgel- en klavecimbelspel. Guillons repertoire reikt van Engelse renaissanceliederen tot barokke opera’s en oratoria en sinds kort profileert hij zich ook met zijn eigen ensemble Le Banquet Céleste.
Robin Tritschler (UK) werd in 2012 verkozen tot BBC New Generation Artist, wat leidde tot optredens met de verschillende BBC-orkesten in heel het Verenigd Koninkrijk, waaronder de Proms. Als liedzanger deed hij podia als Wigmore Hall, het Aldeburgh Festival en KlavierfestRuhr aan, terwijl hij daarnaast een drukke concert- en operacarrière uitbouwde. Op het label Wigmore Hall Live verscheen een liedrecital met Malcolm Martineau. De bas Peter Kooij (NL) begon zijn carrière op 6-jarige leeftijd als solist in een jongenskoor. Ruim tien jaar later studeerde hij zang aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium. Zijn repertoire omvat muziek van Heinrich Schütz tot Kurt Weill. Hij nam al meer dan 100 cd’s op, waaronder de integrale Bach-cantates met het Bach Collegium Japan onder leiding van Masaaki Suzuki.
Leipzig, Nicolaikirche, 7 april 1724. Johann Sebastian Bachs Johannespassie wordt uitgevoerd tijdens de liturgie op Goede Vrijdag. In Leipzig was een uitgebreide muzikale passie tijdens de Goede Week toen nog geen gevestigde traditie, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Hamburg. Wel was in een minder belangrijke kerk in 1717 een passie van Georg Philipp Telemann uitgevoerd, maar in de hoofdkerken, de Thomas- en de Nicolaikirche, kwam dit gebruik pas in voege in 1721 dankzij Johann Kuhnau, de voorganger van Bach als Thomascantor. Bachs Johannespassie, zijn eerste monumentale werk na zijn aanstelling in 1723, was dan ook een waar ‘proefstuk’, zowel voor de componist zelf als voor de geestelijke overheid en de gelovige gemeenschap. Bach sloot zich hiermee aan bij een type passie dat niet beperkt bleef tot de tekst van het evangelie, maar waarin het passieverhaal met commentaren werd aangevuld, die muzikaal vooral werden uitgewerkt in de vorm van aria’s. Hierin worden bepaalde ideeën of emoties uitgediept, zodat de gelovige zich meer kon inleven in Jezus’ lijden. Andere toegevoegde commentaren waren bestaande liedteksten met hun overeenkomstige melodieën: de koralen, geput uit de rijke liederenschat in de volkstaal die met Luther zelf vanaf het begin van de 16e eeuw was uitgebouwd. Zo onderbreekt Bach het evangelieverhaal na de volgende mededeling bij Christus’ gevangenneming: ‘Simon Petrus volgde Jezus, en ook nog een andere leerling’. Hierna volgt een tekst die begint met de woorden: Ich folge dir gleichfalls mit freudigen Schritten: ‘Ook ik volg je met vreugdevolle passen’. De zakelijke mededeling krijgt een religieuze interpretatie, ze wordt betrokken op het leven van de gelovige hier en nu: zoals de apostelen Jezus in zijn passie willen volgen, zo ook volgt de
gelovige Christus in zijn lijden. Bach werkt dit idee uit als een aria voor sopraan, traverso en basso continuo. De muziek interpreteert de tekst door de techniek van de imitatie als uitdrukking van de navolging van Christus. Het verhaal gaat verder met de confrontatie tussen Jezus en de hogepriester. Een dienaar slaat Jezus in het gezicht. Hier onderbreekt Bach de evangelietekst met een toepasselijk koraal: Wer hat dich so geschlagen. Terwijl in de ariatekst Ich folge dich gleichsam de individuele gelovige uiting geeft aan zijn betrokkenheid bij Jezus’ passie, sluit in de koralen de hele gelovige gemeenschap zich mede-lijdend bij het gebeuren aan. Die verschillende teksten worden ook muzikaal anders uitgewerkt, met als resultaat een bijzonder gevarieerd geheel. De evangelietekst wordt gebracht als een verhaal in de vorm van ‘recitativo secco’, een muzikale voordracht geïnspireerd door het declameren van een tekst: overwegend syllabisch (één toon per lettergreep) en zonder woordherhalingen. De solostem van de verteller wordt alleen ondersteund door de basso continuo. Op dezelfde manier worden de woorden van de personages vertolkt (Jezus, Pilatus, de hogepriester …). Waarheidsgetrouw is voor de woorden van groepen (de soldaten, de omstanders …) een koor voorzien. Commentaren worden vooral omgezet in aria’s, naar het model van de opera en het oratorium: ze zijn muzikaal sterk uitgewerkt, met veel tekstherhalingen, uitgebreide, vaak virtuoze zangpartijen en een essentiële inbreng van instrumenten, die met de zangstem dialogeren. De koralen zijn doorgaans vierstemmige akkoordische zettingen, met de bestaande melodie in de bovenstem. Het zijn de reflecterende rustpunten binnen een erg dramatische context, die Bach overigens sterk in de verf
Collegium Vocale Gent zet. Als componist van de laatbarok, die er op uit is teksten een levendige verklanking te geven, laat Bach geen gelegenheid voorbijgaan om de toehoorder het drama zonder omwegen te laten meebeleven, niet via complexe symboliek of al dan niet vergezochte getallentheorieën, maar met ‘klinkend materiaal’ dat herkenbaar is en direct te begrijpen – en te ontroeren. In zijn eerste grote vocale compositie voor Leipzig stelt Bach alles in het werk om zijn bedrevenheid met een ‘sprekende’ muziektaal te demonstreren. Na zijn verloochening weent Petrus bittere tranen: und weinete bitterlich. Niemand ontsnapt aan de emotie bij het horen van de indroevige melodie op die woorden. En de geselslagen die Jezus ondergaat voel je lijfelijk in de harde, eindeloos lange lijn op geiselte in het recitatief Barrabas aber war ein Mörder. Ook bij dit vreselijke lijden past commentaar: eerst een arioso, een tussenvorm tussen recitatief en aria, Betrachte, meine Seel’, gevolgd door een aria Erwäge, wie sein blutgefärbter Rükken, twee diepzinnige reflecties om de gelovige intens te betrekken bij Christus’ passie. De keuze van de instrumenten getuigt van Bachs subtiel gevoel voor klankkleur in functie van het emotionele gehalte van de tekst: viola d’amore en teorbe, eerder intieme instrumenten die uitnodigen tot meditatie. Vooral ook de koren zijn indrukwekkend door hun dramatische impact. De veroordelingscène, vanaf de doornenkroning door de soldaten (Und die Kriegsknechte flochten eine Krone) tot aan de kruisgang naar Golgota (Da überantwortete er ihn) is overweldigend: in afwisseling tussen verhalende gedeelten en zes grandioze koren stuwt Bach het drama van Christus’ lijden naar een verpletterende climax. Alleen het koraal Durch dein Gefängnis, Gottes Sohn
zorgt voor enige verademing. Aansluitend volgt alweer een schitterend moment: in de basaria Eilt, ihr angefocht’nen Seelen wordt de gelovige opgeroepen Christus te volgen naar Golgota. De dramatische impact wordt nog verhoogd door de vragende uitroepen van het volk: Wohin?
Koor
Orkest
sopraan Grace Davidson Griet De Geyter Magdalena Podkoscielna Dominique Verkinderen
eerste viool Christine Busch Dietlind Mayer Baptiste Lopez
Toch ligt in het Johannesevangelie niet zozeer de nadruk op Jezus’ lijden als mens, maar eerder op zijn goddelijkheid die onaangetast blijft: hij is Gods gezant die de blijde boodschap naar de mensheid brengt. Zijn lijden en kruisdood zijn een passage op zijn terugtocht naar de Vader. Hij kent geen conflicten: geen bloed en tranen in de hof van Olijven, geen luide kreten als hij sterft – alleen: Es ist vollbracht. De aria die hierop aansluit is een van de hoogtepunten in deze passie: inhakend op de laatste woorden van Christus begint de aria met Es ist vollbracht (op dezelfde melodie), begeleid door de viola da gamba, prachtig met haar ietwat nasale, introverte klank. Opmerkelijk is vooral het heftige, strijdvaardige middendeel: Der Held aus Juda siegt mit Macht. Christus triomfeert als de koning, als de heerser. Dit blijkt ook dadelijk uit het beginkoor: Jezus is en blijft de heerser, ondanks zijn lijden. Herr, unser Herscher, een grootse inzet, waarin de vloeiende lijn van de strijkers contrasteert met de snijdende dissonanten in de blazers. Lijden en overwinning verzoenen zich met elkaar. Muzikaal verzoent ook Bach op onnavolgbare wijze drama, reflectie, theologische duiding en emotionele betrokkenheid.
alt Damien Guillon Cécile Pilorger Alexander Schneider Bart Uvyn
Ignace Bossuyt
tenor Robin Tritschler Stephan Gähler Johannes Gaubitz Dan Martin bas Peter Kooij Matthias Lutze Bart Vandewege Robert van der Vinne
tweede viool Caroline Bayet Isabelle Farr Regine Schröder altviool Kaat De Cock Deirdre Dowling cello Ageet Zweistra Harm-Jan Schwitters violone Miriam Shalinsky orgel Maude Gratton hobo Marcel Ponseele Taka Kitazato traverso Patrick Beuckels Amélie Michel fagot Julien Debordes luit Matthias Später viola da gamba Romina Lischka
In de kijker
Edo de Waart © Jesse Willems
Steven Isserlis © Kevin Davis
vr 24.04.15 / 20.00 / Concertzaal Elgar. The Kingdom / deFilharmonie, Groot Omroepkoor & Vlaams Radio Koor Het moet een van de grootste uitdagingen zijn in de Engelse muziek: een trilogie van oratoria over de stichting van de Kerk. Edward Elgar geraakte niet verder dan het tweede luik, The Kingdom, dat enkele van de meest beklijvende passages bevat die Elgar ooit schreef. Het staat buiten kijf dat de componist op het moment dat hij dit werk schreef op het hoogtepunt van zijn orkestrale kunnen was.
vr 08.05 — zo 10.05.15 Domein Steven Isserlis In het tjokvolle Domein Steven Isserlis staat Schumann centraal, een componist wiens late werk gloeit met een ‘gevaarlijke glans’. Verwacht u aan een Soirée Schumann met Kurt Van Eeghem, gepassioneerde uitvoeringen door deFilharmonie met Philippe Herreweghe, een solorecital én een familievoorstelling. Maak kennis met een energiek, eclectisch en enthousiast cellist.
BESTEL UW TICKETS NU OP
Gezellig tafelen voor of na een voorstelling met een verrassing op vertoon van het concertticket. www.concertgebouw.be/servies. Coverbeeld: Collegium Vocale Gent © Michiel Hendryckx / V.U. Katrien Van Eeckhoutte, ’t Zand 34, 8000 Brugge
Praat na de voorstelling gezellig na in het Concertgebouwcafé of vertel ons wat u ervan vond op (@concertgebouwbr). of Twitter Facebook