,*4w"^
^^^^m^^^
mtmmmmi
WEEKBLAD
Udacti« •* Adm. Naiordelnd« 8. Uiden -
Cl ME MA 5^ THEATER
10 et.
20ste j a a r g a .. g
No. 36-28 SEPT. Wo
«SgSf^Pf1^
»■i,,
-z^,
<<
p
\<0^' ■
Werner Klingler regisseerde de Rolf Randolffilnn „Wetterleuchten um Barbara". Het draaiboek heeft Hans Sassmann geschreven naar den gelljknamigen roman van Irmgard Wurmbrand.
• Hans Albers vertolkt de hoofdrol in de Ufafilm „Freibeuter und Frauen". Het draaiboek is van Otto B. Wendler en J. Tralow.
• Ludwig Schmitz, Hilde Jansen en Rolf Weih spelen de belangrijkste rollen in de Terra-film „Mit Familienanschluss". Het draaiboek voor deze vroolijke film werd geschreven door Carl Bunje en Hermann Pfeiffer.
/■x
• De Euphono-film zal een rolprent opnemen, getiteld „Gesprengte Ketten'.'.
• De Bavaria Filmkunst kondigt een rolprent aan, getiteld ,,P K . .. meldet!" De rolprent behandelt de lotgevallen van een soldaat der „PropagandaKompanie".
**j9*k,t
^
Albert Florath, Gisela ühlen, Kurt Waitzmann en Rath Eweler in de film „Zwischen Hamburg und Haiti!" (Fo
D« DuHseH« danseres lis« Meudtner, dl« ook 1« ons land vool succes oogstte. (Foto Godhlad d» GreoO
Paul Wegener in de Ufa-film „Zwielicht".
(foto KlHtch) '■
De Tobis zal een film vervaardigen, getiteld „Bayreuth". Deze film behandelt het leven van Richard Wagner.
• Ernst Marischka schreef het draaiboek voor de Algefa-film „Nie verwehte Klänge". Het onderwerp van deze film is het leven van Wolfgang Amadeus Mozart. De productieleiding is in handen van Kurt Ulrich en F. W. Gaik.
• Paula Wessely speelt de hoofdrol in de Wien-fiim „Heimkehr". Regisseur is Gustav Ucicky,; de productie is in handen van Erich von Neuster. Gerhard Menzel schreef het draaiboek, de muziek is gecomponeerd door Willy Schmidt- Gentner.
• Hermann Pfeiffer zette de Terra-film „Für die Katz" in scène. De belangrijkste rollen zijn in handen van Lina Carstens, Hilde Jansen, Carsta Lock, Eduard von Winterstein en Rudolf Platte. De muziek is van Hans Ebert. Karl Ludwig Diehl zal de hoofdrol spelen in de Tobis-film „Titanic", een film, waarvoor Kurt J. Braun en Pelz von Felinau het draaiboek hebben samengesteld' Willy Birgel vertolkt een belangrijke rol in de Ufa-film „ . . . Reitet für Deutschland". Regisseur is Arthur Maria Rabenall. Fritz Reck-Malleczewen, Richard Riedel en jiozef Maria Frank zijn de auteurs van het draaiboek.
• Brigitte Homey speelt de vrouwelijke hpofdrol in de Bavaria-film „Das Mädchen von Fanö". De verdere medespelenden zijn Viktoria von Ballasko, Gustav Knuth, Joachim Gottschafk en Paul Wegener. De regie is in handen van Hans Schweikart.
• Arthur Maria Rabenalt zet de Terra-film „Achtung! Feind hört mit!" in scène. De medespelenden zijn René Deltgen, Kirsten Heiberg, Lotte Koch, Michael Bohnen, Christian Kayssler en Ernst Waldow. De muziek componeerde Franz Grothe.
• R. Ä. Stemmle zal de Ufa-film „13 Jungen" ensceneeren. Aan de camera staat R. Baberske, het decor is van E. Hassler.
'
Els« Brink speelt een belangrijke rel in de Ule-fllm „Heimatland". (foto GoW«*«)
m )E KOMT VANWEGE WITSCH1 . . ." ZEI MURMANN EN DEMPTE ZIJN DREUNENDE STEM WAT.
om >
C
RECHERCHEUR STUDER Rechen deur Studer van de Bciner Kantons-politie heeft den arrestant Erwin Schlumpt, verdacht van moord, naar de gevangenis in Thun gebracht. Als hij hem een uur daarna in zijn cel wil gaan opzoeken, blijkt dat de man zich heeft opgehangen. Studer bevrijdt hem en ontdekt, dat hij nog niet dood is. Hij heeft medelijdeu met Schlumpf. die een ongelukkige jeugd heeft gehad en reeds een paar maal voor kleine misdrijven is veroordeeld. Schlumpf had daarna werk gevonden op een boomkweekerij, waar men tevreden over hem was. Hij had ook een meisje. Sonja Witschi. waarmee hij 100 gauw mogelijk wilde trouwen. Maar op een avond wordt de vader van Sonja vermoord gevoaden en Studer arresteert Schlumpf, die een betrekkelijk groot bedrag aan geld bij lieh had. Al« de arrestant weer Is bijgekomen, probeert Studer in een vertrouwelijk gesprek het noodige van hem te weten te komen. Het eenlge wat hij echter verneemt, is dat Sonja Witschi nog een broer had. Armin, dien den verdachte niet mocht lijden. Etwln kan echter niet vertellen waar hij geweest is op den tijd, dat de moord werd gepleegd. , Bij een gesprek, dat Studer heeft met den rechter van instructie, blijkt, dat dezen den rechercheur eigenlijk een eigenwijzen kerel vindt. Na eenig langs elkaar heenpraten zegt Studer ten slotte waar het op staat; dat hij overtuigd is van de onschuld van den beklaagde en dat hij diens belangen zal verdedigen. Wordt het onderzoek naar de misdaad niet 166 gevoerd, als hij het verlangt, dan neemt hij zijn ontslag om vrijer te kunnen optreden. De beide mannen beginnen elkaar beter te begrijpen en de rechter van instructie zegt buider toe. dat deze het onderzoek zal mogen lelden. Toevallig komt Studer m contact met den eigenaar van de boomkweekerij. waar Schlumpf heeft gewerkt. Het blijkt, dat deze, Ellenberger geheeten. bijzonder begaan is met het lot van den jongen, terwijl Studer een paar eigenaardigheden aan zijn kleeding ontdekt. Den volgenden ochtend wordt hij door den rechter van Instructie naar Gerzensteln gestuurd, het plaatsje, waar de moord la gepleegd, In den trein ontmoet hij Sonja Witschi: het valt hem op, dat zij een grooten heeren-vulpenhouder — een Parker — gebruikt om haar naam te schrijven in een boek, In Gerzensteln aangekomen, volgt hij haar en ziet, hoe zij Iets overhandigt aan een kappersbediende, die voor de deur van een winkel staat, Studer laat »ich In de kapperszaak scheren en bemerkt, dat de bediende nu den vulpenhouder, dien Sonja gebruikte, in het zakje van zijn witte jas heeft. Als hij daarover een opmerking maakt, antwoordt de bedlende, dat de vulpen een erfenis van Sonjas vader is.
In den hoek knetterde er een luidspreker — en plotseling kreeg Studer een schok. Wat de man ergens, heel ver weg, aan den microphoon vertelde, ging ook hem aan. De jongeman, die afwezig met de kwast in den pot met zeep had gewreven, hield met deze bezigheid op en bleef bewegingloos staan. Zeer nadrukkelijk zei de verre stem: „Voordat wy ons middagconcert voortzetten, heb ik nog een korte mededeeling van de kantonspolitie in Bern te doen: Sinds gisterenavond wordt de heer Jean Cottereau, meesterknecht op de boomkweekerij van Ellenberger, Gerzensteln, vermist. Er schynt hier sprake te zijn van een brutale ontvoering, waartoe het motief tot heden nog niet is vastgesteld. De vermiste keerde gisterenavond in gezelschap van zijn patroon, den heer Ellenberger, met den trein van tien uur uit Bern naar huis terug. Juist toen zy den weg door de velden wilden inslaan, die buiten het dorp Gerzensteln ligt, werden zy van achteren door een auto met gedoofde lichten aangereden. De heer Ellenberger viel met zyn hoofd tegen den rand van een steen en kreeg een lichte hersenschudding. Toen hy uit een korte bewusteloosheid bykwam, zag hy, dat zyn begeleider Jean Cottereau verdwenen was. Van den auto viel geen spoor meer te bekennen. Hoewel hij hevige hoofdpijn had, begaf de heer Ellenberger zich naar het bureau van de kantonspolitie. Een door den korporaal der gendarmerie Murmann met behulp van eenige inwoners op touw gezette klopjacht in de omgeving van het dorp had geen resultaat. Tot nu toe is er van den vermiste nog geen spoor gevonden. Het signalement van den vermiste luidt volgens de kantonspolitie als volgt: Lengte één meter zestig, corpulent, rood gezicht, weinig haar, zwart kostuum.... Aanwijzingen, die leiden kunnen tot.,.." De jongeman deed een paar schuifelende passen. Een klikje. De stem verstomde. Toen kwam de jongeman terug. Het krassen van het mes op den scheerriem was duidelijk te hooren. „Is het mes goed?" vroeg hy, toen hy één kant van Studers gezicht had geschoren. Studer bromde. Toen viel er weer een zwygen. De jongeman was klaar. Studer waschte zich boven den waschbak. „Aluin?" vroeg de jongeling, terwijl hy rhythmisch op de gummibal van een vaporisator drukte. „Neen," zei Studer. „Poeder." Anders werd er niets gezegd.
to tn m 70 O
m
By hL. _ _ bet tafeltjeEacmê^n den salon een stapel ingenaaid '—ik natrüen titel van het bovenste boekje. „Herinneringen van John Kling," stom^^JpTEn er onder: „Het geheim van de roode vleermuis." Studer grijnsde onder zyn snor toen hy den salon verliet. Winkels, luidsprekers, gendarmes. „Dat Gerzensteln," mompelde Studer. Aan ieder huis was er een bord aangebracht, rechts en links van de straat: Slagery, Bakkery, Levensmiddelen, Kantoor van de Coöperatie, Sigarenhandel, daar tusschen een herberg, dan nog een Zum Klösterli, Zur Traube Dan weer: Slagerij, Bakkerij, enzoovoort. Overal uithangborden, links en rechts, waar je keek. En toen, eindelijk, terwyl Studer al dacht, dat hy zich in den weg vergist had, zag hy een breed, net huis, van grijzen steen gebouwd, met een uitnoodigend dak: de herberg „Zum Bären". De rechercheur vroeg een kamer en kreeg er een onder het dak. Het vertrek was zindelijk en rook naar hout; het raam aan den achterkant verleende uitzicht op een weide, die bedekt leek door een wit, bloeiend schuim. Na de weide volgde er een roggeveld, van teer-violette kleur. En het bosch, als decor, toonde op een zwarten dennengrond de lichtgroene vlekken van eenige loofboomen. Deze kleuren bevielen Studer uitstekend 1 Hij bleef een paar minuten voor het venster staan, pakte toen zijn koffer uit, wiesch zyn handen en ging weer naar beneden. Tegen de kellnerin zei hy, dat hij ongeveer over een half uur zou komen eten. Toen ging hy op zo* naar de kazerne van de gendarmerie. En toen hy de dorpsstraat doorliep, voorbij de vele uithangborden, viel hem een tweede eigenaardigheid van Gerzensteln op. Uit ieder huis klonk er muziek: nu eens onaangenaam luid door een openstaand raam, dan weer wat gedempter, als de ramen gesloten waren. „Gerzensteln, het dorp van de winkels en luidsprekers," mompelde Studer, en het was hem alsof hy met deze woorden een deel van de sfeer van het dorp had gekarakteriseerd Korporaal Murmann van de gendarmerie zag er uit als een gepensionneerde beroepsworstelaar. Zyn tuniek stond open, en ook zyn hemd was niet heelemaal gesloten. „Salü," zei Studer. „Ha, Studer!" — En of hy nog altyd biljart speelde? Hy moest zyn jas uittrekken. Toen verhief Murmann zyn stem tot een schallenden roep met een langgerekt I-geluid, en die roep gold mevrouw Murmann. Maar het was niet duidelijk of zy Emmy of Anny heette. Maar dat maakte in den grond ook geen verschil. „Witte of roode?" vroeg Murmann. „Bier," zei Studer kort. De schallende roep verhief zich voor den tweeden keer en nu klonken er twee I-geluiden door het huis. Er kwam ook antwoord, en dat was al even schallend. Alleen een octaaf hooger. Daarop verscheen mevrouw Murmann in het gat der deur, en ze zag er uit als een standbeeld van Helvetia uit de tachtiger jaren, met een intelligent gezicht. Of zij Studer nog kende? wilde Murmann weten, en de intelligente Helvetia knikte. Toen vroeg zy, of Studer reeds gegeten had. Hy had gezegd, dat hy in „Zum Bären" zou eten, antwoordde Studer, waarop de beide groote menschen samen boos werden. Dat was niet goed — het was toch vanzelfsprekend, dat Studer hier zou eten — tegen het dreunende duet was niet op te tornen. Gelukkig begon er ergens boven een derde stem te kryschen, waarop mevrouw Murmann — heette zy nu Emmy of Anny? — afscheid nam. Studer moest beloven, beslist te komen om het avondeten met hen te gebruiken. „Ja, h'm", zei Studer, dronk zyn glas uit, zuchtte: „Ah!" en zweeg. „Ja," zei Murmann, dronk zyn glas uit, klokte, kreeg tranen in zyn oogen van het koolzuur en zweeg toen eveneens. Het was rustig in het kleine bureau. In een hoek stond een oude schrijfmachine, waarvan de toetsen geel glansden; maar ze was groot en solide en paste by korporaal Murmann. Door een raam,
dat openstond, keek Studer in een tuin. kleine palraboompjes omzoomden de bedden, waarin de spinazie reeds opgekomen was. Maar in het midden van den tuin, daar waar de palmboorapjes verdraaide arabesken vormden, stonden doorschynend roode tulpen. De gele viooltjes, die zy bescheiden omgaven, waren reeds aan het verwelken. „Je komt vanwege Witschi. ." zei Murmann en dempte zijn dreunende stem wat. Het jtekrUsch boven was verstomd, en Murmlnn wilde het blijkbaar met graag "^a^zSttudeTen stak zyn beenen uit. De stoel was gemakkelijk; hij had leuningen voor de armen. Studer nam er zijn gemak van en keek knipoogend den tuin in. waarin de zon reeds scheen. Maar het zonlicht bleef niet lang; het grauw verscheen weer — alleen de tulpen bleven dóór-gloeien.... Studer dacht aan zijn onderhoud met den rechter van instructie. Hoeveel speldepnkken had hy toen niet moeten verduren. Dan was Murmann een andere kerel, hoewel hy geen roodzyden overhemd droeg „Het is hier stil," zei Studer na een poosje, waarop Murmann lachte. Ja, hy had geen luidspreker, zooals de andere Gerzensteiners. Toen moest ook Studer lachen. En daarop zwegen ze alletwee weer. Tot Studer vroeg, of Murmann Schlumpf voor schuldig hield. „Onzin!" zei Murmann alleen. En dit eene woord gaf den rechercheur Studer meer zekerheid dan alle criminologische en psychologische spitsvondigheden hü elk•!ar die hü tot nu toe had moeten aUooren, om in zichzelf de overtuiging te bevestigen, dat Schlumpf onschuldig was. , , ♦ „ u',, »pt Studer wist, dat Murmann een zwygzaam karakter had. Het was niet Temakkelyk om hem aan het praten te kr«gen. Ja. de woorSen dfe men in alledaagsche onbelangrijke gesprekken bezigde, die zaten hem tamelijk los in den mond. Maar «oodra het om K^ionoriikPr dincen cine, was een woord zooals by vooroeeia ^onz^'bifnaelenvell waard als de gedegen uitweidingen van een expert. . . « Studer kende het dorp Gerzensteln nog niet, zei Murmann na 1 0 een poosje. Hy had een pijp gestopt e". -« ,^langzaam. "Ik ben nu gauw zes jaar hier," zei Murmann. „ün ik Ken oe menschen h"er.8Ik kan niets beginnen. Ik moet oppassen. Diplomatie, weet Ie . (Hij zei „diplomatfeieie" en kneeo zyn eene oog dicht) Goed dat je gekomen bent. Het zit namelyfc zoo...." Hy strekte 'zün armen horizontaal voor zich uit, de krachtige polsen dicht tegen e?kaar"edrukt om vooral duidelijk te doen uitkomen, hoe machteloos hy was.... ^etT-^hTna een poosje. „Aeschbacher de burgemeester". .." en zweeg toen weer geruimen tijd. „Maar Ellenberger!.... En hü kniooerde met zyn rechteroog. ,, „. , „ „„„, „Maar Cottereau is verdwenen...." merkte Studer op en nam een slok uit zyn glas. „Maak je daar maar geen zorgen over." zei Murmann gemoede^^Z^riXWiSeVéen officier van justitie gewaarschuwd, waardoor het door de radio is afgeroepen? .Ik?" vroeg Murmann, en wees met zyn grooten, behaarden wijsvinger op zyn borst. „Ik?" En of Studer misschien niet goed wys was dat M zulke domme vragen deed? Dat had toch Etfenberger «daan om een grapje te hebben. BeromÜnster, had Ellenberger fedacM, was ookniet voor niets gebouwd. Men moest dien menfchen daar wat te doen geven. En den talrijken luisteraars ... Studer overwoog, dat&t Gerzensteln een merkwaardig dorp was en Sn Inwoners nog merkwaardiger. Maar hy bes oot korporaal Murmann niet langer lastig te vaflen; bovendien stond zyn eten in ^um Bären" reeds op hem te wachten. Daarom nam hij JfscheTen bdoofde, des avonds te zullen terugkomen Murmann scheen deze bescheidenheid op prijs te stellen, want hy zei by het afschefd: „Oin te praten was er altyd nog tijd, en zoo omstreeks h* middaguur had hS altyd slaap. Als men zoo lederen avond de wacW moest controleeren in het heele district, dan was men overdag liet helder." En by deze woorden geeuwde hy omslachtig.
En zoo stond Studer weer op de geasphalteerde straat. Rechts en Unks, zoover de blik reikte: winkels, winkels, winkels.... En de huizen waren niet stom S^orTe ^reSToo^d'e gesloten ramen en door de geopende, jodelde Gritli Wenger.... Ze jodelde een Zondag in AToff een, die er genoeg van heeft. Hpt snek was taai en de groente zwom in al te veel nat. De
richten te bestudeeren. Zijn stemming werd f ^ ^^fÄ ^
de keUnerin met een bruuske handbeweging een mannelijke stem Set woord af, die in een hoek zachtjes zwamde over (ie beslu ten, dfe de Nationale Raad in de laatste week genomen had; toen zei ze ft*Wond r Het klonk als' een onderdrukte uitroep van vreugde en Studer begon opmerkzaam te worden, zooals iedereen ook de meest solide man, opmerkzaam wordt wanneer er in z£i onmiddeTlSke nabijheid uiting wordt gegeven aan een teedere verhOU
pirsf" zei de jongeman kort. Het was een duidelijke negatie. T« Armin " zei de kellnerin geduldig, een beetje verwytend. "AVÄ Studer bekeek den jongen eens wat beter. Deze hoorde tot hS soort jongelui, die over een^zeer rykelijken haardos beschiklen en deVeiin den vorm van een permanent over bun hoofd c^hiXn De blauwe jas was in het middel zoo nauw, dat hy horizontale ploSlrof de wijde lichte broek bedekte de schoenen en sleepte byna over den grond. (Wordt vervolgd).
WAT
■^ a
ei
o
•'S « 3
u
1)
O
S « fi > ^
N
äort
Verplaatst de spelken? Neemt men een scherm, dat veel licht doorhandeling ons nu voor laat, dan krijgt men in het midden een felle lichtkorten tijd naar Zuidplek, ontstaan door de belichting, en bij de opname Amerika, dan wordt dat komt deze op de filmstrook. Maakt men gebruik filmpje te voorschijn van een geheel ondoorzichtig beeldscherm, dan gehaald en in het ateheeft men enorme hoeveelheden licht noodig om lier op een speciaal het beeld aan de voorzijde van het beeldvlak beeldvlak vertoond, — helder genoeg te krijgen. Want men moet er aan waarbij dan de achterdenken, dat het immers voor het beeldvlak niet kant van dit vlak . donker kan zijn, omdat de spelers zich bewegen wordt belicht, terwijl in het normale opnamelicht. Het licht, dat dus de spelers zich aan de aan de achterzijde op het beeldvlak wordt gericht, voorzijde van dit vlak moet dientengevolge sterker zijn dan het licht aan bewegen. De acteurs en de voorzijde, het geproduceerde filmbeeld mag niet de op deze wijze geprovaag en arm aan contrasten worden. De lichtbron duceerde film worden mag ook weer niet onbeperkt van grootte zijn, dan tezamen gefotograVoorbeelden van beeldcombinaties want groote stroomsterkten leiden tot een schadefeerd door de opnamelijke warmtestraling op de film. Den regisseur en de productieleiding gebeurt camera, waardoor de indruk ontstaat, dat de hanDe Duitsche industrie heeft lang gezocht naar het meermalen, dat door bepaalde combideling inderdaad plaats vindt op de in het draaimiddelen en manieren om al deze bezwaren te naties twee verschillende opnamen tot één boek aangegeven plaats. Daardoor komen geschilondervangen. De Tobis bij voorbeeld heeft voor enkel beeld of verschillende klankopnamen tot een derde of gefeckende achtergronden te vervallen. eenigen tijd patent genomen op een werkwijze, enkele klankstrook gecombineerd moeten worden. Deze achtergronden hebben alle nadeelen van de waarbij het projectievlak voorzien wordt van een In zooverre het gaat om het illustratieve gedure vervaardiging (willen ze ten minste overtuilaag, die het licht vasthoudt, terwijl de belichting deelte van de filmstrook, spreekt men van beeldgend zijn) en zijn daarenboven star en onbeweeglijk. van de scène voor het beeldvlak zoodanig gecombinaties, die echter niet mogen worden verMen heeft eens geprobeerd ze beweeglijk te maken schiedt, dat het scherm van dezen kant af het wisseld met truc-combinaties. Film-trucs komen door den achtergrond te schilderen op een reusachlicht niet vasthoudt. De gevolgen van deze werkbijna altijd neer op verbluffende effecten, raadseltigen trommel en dan dezen trommel te laten rondwijze is een verhoogde helderheid van het beeld, achtige gebeurtenissen, of lachwekkende momendraaien. Hierbij heeft men evenwel het nadeel, dat terwijl de contrasten scherper worden. Men heeft ten. De experimenten voor het combineeren van de omvang van" dezen „achtergrdndtrommel" veel in den beginne geprobeerd de contrasten van het beelden daarentegen hebben alleen ten doel een te gering is om uitgestrekte landschappen of opgeprojecteerde beeld te behouden, door de spelers zooveel mogelijk natuurgetrobw en overtuigend eenvolgende beelden van een stad op te nemen, voor het beeldvlak niet van voren, maar van opzij effect van het beeld te bereiken, zonder dat de terwijl zich, nadat de trommel eenmaal volledig te belichten. Deze mogelijkheid was natuurlijk toeschouwer in den bioscoop derf indruk krijgt, dat rondgedraaid is, de geteekende achtergrond noodminder voordeelig voor de artistieke beeldvorming er is gewerkt met technische middelen. zakelijkerwijs moet herhalen, hetgeen natuurlijk en men heeft daarom geprobeerd om voor de beZooals de naam combinatie-experiment reeds niet bljdraagttot verhooging van de illusie. lichting van de scène op den voorgrond geel licht aanduidt, gaat het er om, verscheidene afzonderMen heeft daarom al spoedig besloten den achte gebruiken, daarbij tegelijkertijd gebruik makende lijke beelden bijeen te brengen. Er zijn gevallen tergrond „filmisch" beweeglijk te maken en vond van een beeldscherm, dat dit licht niet weerkaatst. in de geschiedenis van de speelfilm-productie, een goed en bruikbaar middel in de achtergrondDaardoor zou het mogelijk zijn het projectie-appawaarin men van een dergelijk experiment niet kón projectie. raat en de opname-camera beide aan één kant op afzien, aangezien zij alleen bevredigend konden te stellen, waardoor de nadeelen van projectie aan De combinatie-techniek kan men feitelijk verworden opgelost door deze techniek. Talrijker deelen in drie verschillende werkwijzen: de zuivere de achterzijde komen te vervallen. Voor dit doel echter zijn de gevallen, waarin men uit economiworden als lichtbron kwiklampen gebruikt. achtergrond-projectie, waarover wij hieronder nog sche overwegingen tot beeld-combinatie komt. uitvoeriger zullen schrijven, het combineeren als Ten slotte is men er toe over gegaan de afteeMen stelle zich het volgende geval voor: in het vervolg van het copieer-proces, en de reeds sinds kening van een heldere lichtvlek in het midden kader van de handeling wordt de plaats van het lang bekende „Dunning'-werkwijze. van het beeldvlak door filters te ondervangen of filmgebeuren op weinige honderden meters na, het scherm te voorzien van een oppervlak, dat laten we zeggen, naar Zuid-Amerika verschoven. De achtergrond-projectie heeft de grootste bedaarvoor geschikt is. Men heeft dus in verscheiHet zou een ongehoorde verhooging van de proteekenis en deze techniek is dan ook het meeste dene richtingen pogingen gedaan, de achtergrondductiekosten beteekenen, wanneer men dan wilde toegepast, zoodat zij thans een belangrijk onderwerkwijze te verbeteren en thans heeft men op probeeren het geheele technisch personeel en de deel is geworden van de filmtechniek. dit moeilijke terrein noemenswaardige resultaten betrokken tooneelspelers naar Zuid-Amerika te ledere operateur weet, dat de projectie van een bereikt. De daarmee mogelijk geworden opnamen sturen, om daar die paar honderd meter film op filmbeeld aan de achterzijde van het beeldvlak te nemen! zijn zoo natuurgetrouw, dat ze den toeschouwer zware technische problemen stelt. De aard van voorkomen als echte opnamen. Het terrein van de Dan behelpt men zich door gebruik te maken het scherm, dat den achtergrond vormt, is van achtergrondprojectie wordt nog aanzienlijk moeivan de combinatie-techniek. Zij heeft niets te beslissende beteekenis voor de overtuigingskracht ijker als men denkt aan kleuropnamen, maar voormaken met decors of filmbouwwerken. Een cader opgenomen scène. De projectie aan de voorioopig is het nog niet .zoo ver. Het zij voldoende, mera-man, die om welke reden dan ook eens in zijde is onmogelijk omdat de acteurs, die zich beer op te wijzen, dat reeds thans pogingen in deze Zuid-Amerika vertoeft, neemt bij die gelegenheid vinden vóór het geprojecteerde beeld, schaduwen richting -zijn ondernomen. eens een paar markante scènes op van het landop het vlak werpen, die iedere illusie te niet schap, van de steden, of van de dieren- en planDe achtergrond-werkwijze wil men ook bruikzouden doen. Tegelijkertijd zouden gedeelten van baar maken voor plastische beeldopnamen, door tenwereld, en stuurt deze opnamen naar zijn het projectie-beeld door de spelers worden gedekt. firma. Hier worden zij ontwikkeld en liggen dan als achtergrond een dubbel-projectie te benutten, Het is dus noodzakelijk over te gaan tot projectie waarbij de beide geprojecteerde filmbeelden zich klaar om gebruikt te worden, wanneer men ze aan de achterzijde. eens noodig heeft. van elkaar onderscheiden door hun polarisatieMaar welke sóórt beeldvlak moet men gebruitoestand.
3
ö
01 "O
«
II 1 C
u
J3—
u -O JA
Ui
jS j«
o-S ^d u
rt
.^> Ai
Ui
O >
- ♦-*
G
y •w N
I
Ui
-o
it
a g ^ g
N
en y
c rt rt •g C C
rt
y
13Ul ^ ü M V 3
S3^
i XJ ^
"-> y N
bO« rt -O
6rt OH
C y y y
en ^
en -C y rt +J 't)
JSP-^
a
2 x
ff* <^ u u c T3
c
■' .
-
-O
y X
3
'■O «
y
-6 3
G ^
rt
Ui
G -w
rt
N Z
0
-O
rt rt —1
rt
e
c y
X u
0
y
Hl
y O
Ui
rt
e « > E
Ui
y
^ rt rt
U y
C y
«
C
1^ 0,0, tn
G _
2.^ ^ rt
y -O
C C
rt
ä "rt « W
N 13
ï G2
- E y
o wfs 'M
>
—1
I
E^P Oy
o
> N
§< N ;
ü
u
> -O
Ui
•aT3 e g •o h --G
' -G Sen
■ -H IH
C _-.
«
o X
«rt ° > 2
3'S
G <
-o 6^
bO
G - :G^
c y v
O G —< ui :jr>
I gf00 >•
c
en
W y
1 •s N
^ 3 -G «-. .tj Ui ij
i523
c
rUi
^ ü.a y y
y
ä
"
5 «
«
G
C
So S G
."O
^ffi: ü >^ « ê
ë s
y
-O
2 ^a (2^ 2
c 3
y
Ui
-O Ai
Ui
rt rt c
y
X
y
<+H
l^ " 4-*
(A
a jj X
■^
rt
J5 o »>
o -o
O U en T) N U- O" u C —Ö G
y O N ü
W y y
H. G X c ï rt ü Ui
Ai
en
rt - _ bC G C
1) i"*N
-
E „
£ G w
a ^
I-
S a c a -G
en- -w -r-i ■ 3 y 3 -3 C G
n^ «
13
'M
O
y
G. «
1^ (^ >• rt r ;PQ
y V O y -O N W u
E rt
y ?>-. O Ui
en
O
C
OH
03
• »H ff
bfl C o c :cr> en rt
u
Cl »n
^ _M
en
y y
'. X ß *■> ; X y rt éj
a
bOg N
G
5 rt 2 O W bb"« c G 2. ja bb :
.M
bOM
rt Ë_. fa rt ?
y
N
3 y
.a . « S y
4-1
8S
c
c
S «o
3w ..
|H
Srt
tn.
C y
AS
rt rt
-3, :
. c o S
,
y
Ui
X
O:G^
§ E
y
X
rt rt
bo y
3^!
a c
y
bO y
'O
X •«
Ui
•» _a c ••
IH
cn
c
Ui
y •^ ö N ^ A! O y
_i ■ -1
'M
y bß
c rt
O X
8
M
c
rt
1
u u y o s
y
O
y
Ö y -O
O
'u -G
c
y y
y ^ y "O -w
E ËUi
3 y -t! u § 3 .—. :^ rt X rt bo-o PH
X
^ O c
rt
«rt
Ui
a v
y rt ..a P X rt y —
G
11 Sy
-rt 1
g a
^ *3^
y
T?
3
y
<
C y
a S
c o
x y ^
O O
o'y bß g
X
rt
G
UI
rt r3 o ?
""'
v
X
y ^ y Ml_. A!
Ivä«. ' rt:S 'o $ Pü g go •S c
a
« ,. c, 'S - u 9 rt lä
t£ * y c -^ IS rt
O 2 £u :
a.E^.^rt ^ -
. rt^ti W)rt ^ N
«1
^ a a «
V
N
O O
J-So£?.a Ë > x ^ ^ _r «n o S» dl ö ö ^ y JJ "O *» G
t.
a-s a . rt«^ X
"O en AS
f-C
5
N "O y
> ff
••3 ^ .—1
^2
rt^
u > rt
G P 'H'O y C rt Jt Xe
ÖO y
a H
>
a^'S
V U c
Ä
O
'
y
y o
^^ u "O y tn
y
6~ O y
en
y
y - >
Ui
O O
y _
S § _.6*2c wo —c« « ^; "o o. £* Mi Ui
y J-i
X
Ui
rt
y y
y
Ui
O
O
S3 o
rt
">
U
G
§
rt
Ui
C
o c «fi :^> N >
.a
x-^ tx^
y
§1 S u
-^ -M
c -o
V e 2 2 O rt
>
bO« y bß bßc ♦J y
e c Eo
s
«^
O ^y ,y
.
3 41 O ^ o^ N.a ■3 -^ > ■3 "^ —.
II
Ti I -4-1 "— W y "^ q, rt ü g -O *.- x. rt « isrt 6o J
Ou« S:&-3 Ai
:
a
o E 2 3
"-I-I O O-J XI
SDS rt y a O
ff* 2 G E rt >
43 3
Ai
0T
rt
O
o^
a soa
'o ^
rt o ' M)
c
uc as 0c w • c
O
a
O O
S rt
N
■u' £1 rt G ■+< «3
U ^ "O S O.0 O. w
ic
'T
U ^
y
rt
E
^ 1 ^o c o : S .J*
2 G C y
2
C
«
c u c bo y x y u O en Ui -o y >
:«"C1 S. N -o
G en "2 V 4j
?
y
C
^f 1 1
rt ?•
«-O U > 't! ""
O « ^ y O
.—1
• § g ^
^ o G 2 5 • n y -* .2"«
si
«O O a
b*6 •n N y rt:G
C
rt
E 'G» ^ 3 O o u,
00 ^
rt
1 d ïG» ^ ff ^^ ff ^yc^yC'-jy
T)
g^
rt
-G^
y v
y
e o -g wi u «
A! "" NCÖiS^wi rt 13 y a G
O g y X
at»
«H
V
0
Ui
o
ij
-o
u
2
u
C « e« 0,0« > 5 a o^i Q J5 g y S>OCulo^Ë0rt
y "O
g |3 y +-<
2t
1
ÖJD y C O
"O o .2 ^ :^> tn ."OJi^ e ^ ? O-C C o t> x w O J« en ?» co W
c
Sh Ui S y y rt C
-
IISff-3
U!
>
-o c
•o -o
- c rtir u N Ö > 2 v u
y rt O'1
ÜOy
«
O c O c y rt Ai
3 •O
N «
«-o o
X IG U O X ^G rt
c-
3
S'O "3 rt O y
!> Xi
6
C-G
c . rt y ^ E C :^ rt *"
_a -O r> «
-G S^ « bpÖ
•O
4:s E.
rt « C X XT en
ff
-O < C u, rt C 1 y Ö -o
cn
O
• -' G'
t^
O-S-
H
rt »i u< u
O
Ui SUi y
8
rt
bc
rt >=3
y
-O
bO
O y
t,
M
O J^ üß I
-
O rt X
C N y ."O
^2 O
y
üS
y y
O O
boa y ra
rt ö. -O O
Ui
s
O
S3-O
'S a ^x g T3 c .. yaS-ß y-O e« 13
^ 3 bD rt
-
o X rt S
y
^ §^ ?
u g
Tf^X
J4
X
y
G y P y
Ui
O
^ O f! <£ O OH
.
y y
G-^
rt "O <X
X
tn A! o 2^2^ 2 -0
Se*3
•O y «•
y
-
Cc« bO
rt
Ui
S
4>
g^ ,. 2Pi g
rt
rt
e—vär«
0
"
■■^
1 t c C-- y rt bCöO E'c3 .2s 2
I
in
.U
•o Ö 3 > ü-« E §
« y-B-* y t, «13^ « (H N „ ^ Ö ÏJ - rt-« 3 ;=! ^ g•T3-, O N
Ui
■-< rt ^3
y >
Ö
H
= ^J « « S
-30
Ui
^^ •, s 9 a.« u w ei e ui• en C N ï rfl > \I o o •",> o-G o :5>—< S« rt C u N -, ^ ^ rt y a-o 2^ " y " y
y
O
u u V o
-o
2^^ ^e« aC
Ui rj.
-O
C
ü45:l>2 *5 -S :=1 2 c ja
c 4> aw
g S 58
si
W)X „ <ü "G W ^
a «
ï
« c s v c o^
X ■G rt
ÖO ■ y . X ,rt
y —■
X
XI
rt rt
rt 2 u C SM
3
c«
V
O
JS N
Ui
x. «
C
2^ c
11
a
q
-O u O
-d
a d
-
i.a ar ^
1
u u *-• .
C
HJ
C
« fï O -O N
u M W
-C o
...j} e J2 e „
c
1^
C I3
o o 11 S'S a 5o ti
W
ft.1«
8 3
2
4> N
WC««
-O u O
-O
-O
c
« c •o a
u
o o
u
tl u -ß
>
-o
O O
c S^
u
Q
c
4i
en
-o
va S I? ^ äs
"-Cu
-o
cl
u M u
C
U Ö
C
Sa
V
C
c
•I-i
ai
u o o >
J> t> *J e
CU
D U
•c
u ba
1 "O u « fi 1
So
,—1
-T3
3
-T3 W3
-o
c
■u" a C 3 C y
O bß
y
•O
o O
y
O
MV^^^H
o3 ffS S f* a o
n W-i" B- p CL
gm" ^ 3 rt
p
»—
pr 5 o n oi
: >S § ~CfQ
—
rt
!-►
ft
Ö" O-
p
o. CL
P O
I
i
o . Q. P
§
^ft
a>«£.
&.
Ö-JÖCB" f» a <» 2 2 5 ft
TE« NP 3 « N h
a <
8 W
Sart«
H
^. 9^ M
E-OM-
ft ^
0*
I"
SS.OfQ ft t» S"» p o <{ Ï+»S P ^, .Wft • Sa ia: H 3
3 ^ to
ut ft
(»ft rt-JJ
^ w ff ^?S^a3 ^ preß c P P ft
S*» ^ P*
r» n w 5
53
'
l-3§"3ö
o"
* » a- g 3 y ft TC*
ft
< faa " Ë3 S &•
^ O-U
11
»i ö >t «JS: P ir a^ ft. ;
■-' ft 3. ^ o i_ ft
■•
o
^ jr £ 2 o;
I
■.
■
■
■"."■■
■
•
;
■■
—^^^—
^"
Mr. Dawson slaat een nieuwen slag EEN COMPLEET VERHAAL Drie mannen leunden tegen de toonbank van een koHie-tentje in een der achterafbuurten van New York. Ongeveer twee nieter buiten de grens van het lichtschijnsel eener acetyleen-lamp passeerde de vage schim van een politie-agent, die op zijn ron3ë=^as. Een paar seconden later reeds was hij weer In de schaduw van den laten avond verdwenen De houder van de koffie-tent kauwde op een lucifer, zorgvuldig in de duisternis spiedend naar niéuwe klanten. Na een poosje verscheen er een meisje In den lichtcirkel der lamp, maar misschien zou zij zich in de volgende seconde alweer schuchomrin 'LL 8ende duisternis hebben teruggetrokken, als een der mannen voor de toonbank haar niet had opgemerkt. „Kom maar hier, misslel" riep hij. „Er Is hier niets om bang voor te zijn, hoorl -. Bill, een kop thee,' voegde hij er aan toe. Moed vattend, kwam het meisje nader. De man
'.JJ^. I?aar onmiddellijk.
had
"afgesproken, taxeerde haar
„Dienstmeisje, hoogstens kamenier, buiten betrekking, en aan den grond," stelde hij vast. Hij glimlachte in zichzelf. Mr. Jim Dawson ontmoette wel graag menschen, die tegenslag in het leven haddenl Die waren gewoonlijk niet erg kieskeurig omtrent het soort baantje dat hun werd aangeboden. En... kieskeurigheid kwam niet te pas bij het werk, dat Mr. Dawson gedaan wenschte te hebben. „Alsjeblieft, missiel" zei hij, den kop thee naar haar toeschuivend, „een kop lekkere warme thee voor je. „Bill," riep hij toen, „doe er een koek bij voor haar. . ." . Het meisje bedankte hem met een Mjken blik; de manier waarop zij in beet, beviel Mr. Dawson uitstekend. graag menschen, die honger hadden. dan veel gemakkelijker om met hen neeren.
vriendede koek Hij zag Het was te rede-
„Zoo, dat heeft zeker gesmaakt?" vroeg hij, toen het meisje den leegen kop weer neerzette. „Ja... eh... dank u wel... Ik voel me nu veel beter. . . Hij zag, hoe haar lippen trilden. Het scheelde niet veel, dacht Mr. Dawson, of ze zou gaan huilen. Hij was er zeker van, dat ze niet geheel en al onhandelbaar zou zijn. Hij wenkte wWat meer in het tent,"e te k<"nen. ankeert er 8an? r L '? Buiten betrekking?" Ze keek hem wat verlegen, misschien zelfs wat achterdochtig, aan. Dawson was een man van middelbaren leeftijd, met een scherp geteekend, maar niet onknap gezicht. Zijn haar grijsde reeds wat bij de slapen, doch dit gaf hem in sommige oogen iets charmants. In ieder geval boezemde zijn gezicht vertrouwen In. En dit scheen het meisje ook te vinden. „Ja," mompelde ze. „Ik heb mijn ontslag gekregen. En... en... al mijn gespaarde geld is OP- Ze bekende het met de mededeelzaamheid die menschen, welke in moeilijkheden zitten, soms eigen is. !-JMrJDawSOn knikte "«denkend, een tikje meeijdend, en het meisje beet onderwijl op haar lip. Toen legde Mr. Dawson met een vaderlijk gebaar zijn hand op haar arm. „Dat is jammer, werkelijk jammer," zei hij. En toen, nadenkend: „Misschien kan ik Iets voor je doen Wat... eh... wat voor soort betrekking had je? „Ik... ik... was zooiels als kamermeisje, en ik kreeg mijn ontslag omdat mevrouw... omdat mevrouw eenige sieraden miste. Ze zei, dat ik ze gesto... eh... weggenomen had. En nu kan ik geen andere betrekking krijgen, omdat ik geen getuigschriften heb." Mr.. Dawson .knikte. Hij was tevreden. „Wees maar niet al te bezorgd," zei~fiij , Ik geloof, dat ik wel iets voor je kan doen. Kom morgenochtend maar even bij me aan." Hij zocht in zijn zak en haalde een kaartje
te voorschijn. Kaartjes had hij genoeg - in alle soorten. „Alsjeblieft, missiel Kom morgen maar even aan dit adres, dan zullen we eens zien wat we doen kunnen. Intusschen moet je dit maar. " , V
0
6
d
n
vol
e
de
in
HÓ || k ^ *in de ! hand. ^ dollar-biljetten
doch
st0
te
P
h
"
r
twee
Tl ?fuje. .niet ■"•* dergelijke engelachtige onschuldsbetuigmgen aankomen. " „Maar..." ■"JecZi* aa.n **" 9rond' meisje, vergeet dat n.etl Er i, niemand, die het ook maar iets kan schelen, wat er met je gebeurt. Je bent ont,e de hfu"' ^"1 at en hebt gestolen, ..."„
brZZ 0 " " ortend, toen zij een bezoek bracht aan de keurig Ingerichte flat van Mr. Dawson, kwam dit heerschap direct tot de zaak Hio-nü ^ u j Zitten•" "' hij' mel een "itnooL1?tt.19ebaar van zijn ,,and «•■r een gemakkehjken stoel wijzend. „Ik denk niet, dat u bezwaar zuJt hebben om een behoorlijke betrekking te aceepteeren bij een «erste-klas dame, „Ashton, Milly Ashton," zei het meisje „Nou, wat denkt u er van, miss Ashton?" n ' ?„ ■••ils1u daar voor wgen kon. Mr. Dawsonl - Ze keek hem bijna smeekend aan Mr. Dawson glimlachte. „Ja, daar kan ik wel voor zorgen I De berekkmg die ik op het oog heb, is bij Pamela W . 1schr^ïterMilly knikte.
a
e
ZZ " af"'^*«" 'OTflen, die je nobdig hebt Maak je daar maar geen zorgen overl Ik zal je eens wat vertellen ..." Hij boog zich vertrouwelijk voorover. „Pamela Lynne schreef een vriendin" om haar wJ'8,?!"' *i'B*en1B?chnet meisje voor haar wlrt, dat zoo half en half in he« huishouden, en half en half kamenier kon zijn. Haar vriendin schreef haar terug, dat zij wel iemand wist, maar... dien brief heeft Pamela Lynne nooit in handen gekregen. Dien brief heb ik ontvangen " Mr. Dawson lachte veelbeteekenend, en Milly keek met-begrijpend, misschien zelfs onnoozel. Mr. Dawson begon tenminste te lachen. „Ik heb namelijk een goede kennis, die bij Pamela Lynne in betrekking is. Zoodoende kwam die brief In mijn handen. Mijn kennis had hem in een andere envelop gedaan en hem aan mij gestuurd. ' „Maar waarom?" vroeg Milly, met verbaasde oogen. „Wel, opdat Ik het handschrift zou kunnen namaken en .iemand anders aanbevelen. Jou bij voorbeeld 1" ' Milly rtaarde hem aan, zonder iets te kunnen zeggen. Ze begreep er niets van. En dat zei ze... „Pamela Lynne verdient heel veel geld met haar boeken," zei Mr. Dawson. „En zij houdt erg voel van allerlei sieraden. Juweelen, parelen, en zoo. Dat wil zeggen: als de couranten het ten"""^Zf'l het rechte e,nd hebben, maar dat zal wel. Wel, -als ik nu iemand heb, die een poosje haar intrek in haar huis kan nemen en daardoor uitvinden, waar zij precies haar juweelen bewaart, dan zou mij dat natuurlijk een heeleboel moeite besparen als ik ze kom halen." Milly scheen nu iets te gaan begrijpen. „U... u wilt dus, dat ik... dat ik zal stelen .. . riep ze op een toon van afschuw uit „Neen neenl" zei Mr. Dawson, bijkans verontwaardigd. „Absoluut nietl Ik wil nooit, dat mijn assistenten het eigenlijke werk doen. Dat doe ik zélf. Jouw aandeel is alleen, uit te vinden waar de juweelen worden bewaard, en mij een seintje te geven, wanneer de kust vrij is." Milly stond op. Ze was zeer geagiteerd. 0 dal kan ki" "* ■L.-..blij... blijven. „
ik
niet
doen
-
lk
w'1
eerlijk
„Kom, houd nu op met die sentimentaliteit" jf'-i ;Arawson' nu 0P ''> beurt verontwaardigd. „Waar zul je een betrekking vinden als je met op mijn voorstel ingaat? En wat wil je dan gaan doen? Van honger sterven? Kom, bij
!• mevrouw
Ik heb ze niét gestolen"
Bleek, maar vastbesloten, naar de deur.
wendde Milly zich
„Het_spijt me, maar... maar ik kan het niet doen. Het zou .. . gemeen zijn." „Luister nu eens goed naar me, missiel Ik heb een heeleboel menschen, die voor me werken Als je met op mijn voorstel wilt ingaan, zal ik jou ergens de schuld van geven. Ik zal in ieder geva maken, dat je wordt opgeborgen. Daar zal ik voor zorgen I" „Wat bedoelt angst-oogen. Mr. 6,1
beste kind," rei Mr. Dawson, „ik kan
van
IL? i'SLti**- i6 y** in ieder 9eval Sèèn andere betrekking. En dat is waar het om gaat"
- AI eens van gehoord?"
„Ja. Ik heb ook wel eens iets van haar gelezen. Maar zal zij mij zonder getuigschriften aannemen? „Mijn
„Dat is niet waar.
sieraden
Dawson
vroeg
Milly
met
groote
nam een sigaret uit zijn koker
' alvorens te antwoorden. „Als je de couranten goed hebt gelezen de laatste dagen, zul je hebben gezien dat een jongeman vijf jaar heeft gekregen wegens valschheid In geschrifte. Dat was mijn werk. Ik pleegde de valschheid in geschrifte, en gaf hém de schuld MIJ had geprobeerd mij te verraden," besloot hij verklarend. AI
Ze
u?"
OP
„O.. ." zij Milly ontdaan, terwijl er een vreeselijk visioen van gevangenissen en cellen voor haar opdoemde. Mr. Dawson boog zich weer wat voorover Zijn oogen leken nu venijnig-groen. Ze schenen door Milly heen te dringen. Op zijn gezicht was geen spoor van innemendheid meer te ontdekken. „Ik zal jou van iets nog veel ergers de schuld geven, missiel Als je hier weggaat, zul je gevolgd worden. Je zult dag en nacht gevolgd worden, tot we je te pakken hebben. Denk daar eens goed over na. Niemand zal zich ook maar een haar bekommeren om hetgeen je overkomt, niemand heeft belang bij hetgeen ie gebeurt..." Milly scheen niet meer de kracht te hebben zich rechtop in haar stoel te houden. Ze haalde een zakdoekje uit haar taschje en bette even haar oogen. Mr. Dawson leunde achterover en genoot van zijn sigaret. Hij kon zich de weelde veroorloven te wachten. Hij begreep, dat het meisje niet aan del val, die hij voor haar had opgezet, zou kunnen ontkomen. Ze mocht alles gerust eens goed ■ overdenken; dan zou ze wel wat handelbaarder worden. Toen Milly haar zakdoekje weer in haar taschje borg, gooide Mr. Dawson wat er over was van zijn sigaret in het aschbakje en werd hij opnieuw zakelijk. „Je zult er waarschijnlijk niet langer dan een week hoeven te blijven," zei hij. „Je kunt gemakkelijk alles wat ik moet weten, binnen een week te weten komen. Hierna krijg je een aardig cadeautje van me in geld; je gaat weg en geniet van het leven tot het op is, en dan kom je weer bij me terug, waarna we een ander baantje voor je vinden. Hoe zou je ooit gemakkeliiker door het leven kunnen komen?" Mr. Dawson keek haar afwachtend aan, maar de innerlijke zekerheid, hoe haar antwoord moest luiden, sprak uit zijn blik. „Wanneer ... moet ik beginnen?" vroeg Milly. met een stem. die duidelijk aantoonde, dat al haar weerstand was gebroken. Mr Dawson keek haar even door zijn half toegeknepen oogen aan. „Misschien denk je, dat je de betrekking kan aannemen en me dan aan de politie of aan Pamela Lynne verraden?" vroeg hij zachtjes
Milly scheen te schrikken. Mr. Dawson glimlachte sarcastisch. „Mr. Dawson wordt gearresteerd, hè, en Milly Ashton heeft een goede betrekking, en is voor haar heele verdere leven van de dankbaarheid harer meesteres verzekerd, nietwaar? — Begrijp de situatie echter goed, missie." Mr. Dawson boog zich voorover, zoodat zijn gezicht geen halven meter meer van het hare was verwijderd. Er was nu een pertinent-dreigende blik in zijn oogen. „Je zou niet ver komen, zelfs niet al werd ik gegrepenl Vergis je in dit opzicht nietl Indien je probeert mij te verraden, loop jij er in en zul je krijgen wat je verdientl" _ Milly week onwillekeurig wat achteruit. Mr. Dawson zag met genoegen, dat zij bang voor hem was. Hij haalde een verzegelde envelop uit zijn zak. „Dat is dus goed begrepen," zei hij. „Hier is de brief, kant en klaar geschreven," vervolgde hij toen. „Ik doe hem vandaag op de bus. Hij is geadresseerd aan mijn assistente, die reeds bij Pamela Lynne in betrekking is, maar wier werkzaamheden helaas niet van dien aard zijn, dat zij mij gemakkelijk en zonder achterdocht te wekken, de informaties kan verschaffen, die ik noodig heb. Zij krijgt dezen brief morgenochtend, en stuurt de ingesloten envelop daarna aan Pamela Lynne. Denzelfden ochtend, dat Pamela Lynne den brief ontvangt, meld jij je aan en krijgt de betrekking. Dat is gemakkelijk, nietwaar?" Milly knikte. . Mr. Dawson'stak den brief weer in zijn zak, en haalde er een velletje papier uit, dat hij aan Milly gaf. . . .n „Alsjeblieft, missie, dat is een afschrift van den brief, dien ik aan Pamela Lynne heb geschreven. Alles wat je hebt te doen is te lezen wat ik over je heb gezegd en overmorgen jezelf aan te melden voor de betrekking. En den eersten keer, dat je een middag of een avond vrij hebt, kom je hier weer bij me." Milly nam het velletje papier aan. Met de angstige belofte te zullen doen wat haar was opgedragen, ging zij heen, klaarblijkelijk verheugd te kunnen vertrekken. Mr. Dawson glimlachte tevreden. Het was beslist een enorme bof geweest, dat hij juist tegen dat meisje was opgeloopen, toen hij er een voor een baantje noodig had. Natuurlijk zou hij de voorkeur hebben gegeven aan een meer ervaren handlangster, maar het meisje waarop hij had gerekend, was door de politie gearresteerd. Enfin, per slot van rekening was alles toch nog goed gegaan en had hij geen reden om te klagen. Mr. Dawson was overtuigd, dat Milly een zeer geschikte helpster zou kunnen zijn, tof de politie haar, evenals de rest, zou inrekenen. Mr. Dawson had zelfs dikwijls zijn best gedaan, om zijn handlangers te laten arresteeren. Hij had een speciale techniek om de verdenking van zichzelf op een ander over te brengen. Toen Milly, een paar dagen later, hem weer een bezoek op zijn flat bracht, was Mr. -Dawson één en al aandacht. „Al iets te weten gekomen?" vroeg hij direct. Milly knikte lusteloos. „Ze bewaart haar juweelen in een kleine safe in den muur, boven het hoofdeinde van haar bed." Milly's stem klonk dof, alsof alle leven "uit haar geweken was. Mr. Dawson grijnsde. „Een speciaal slot?" Milly haalde de schouders op. „Dat weet ik niet. Het lijkt me, zoo te zien, heel gewoon." ii „Enfin, dat komt er niet erg op aan, zei Mr. Dawson vertrouwelijk. „Een slot geeft mij geen moeite. Waar ligt haar kamer? Vertel me eens, hoe het huis is ingedeeld, hoe de kamers en gangen liggen."
Hij ondervroeg haar net zoo lang, tot hij genoeg scheen te weten en hij zich een juiste voorstelling kon maken van de inrichting van de woning. Toen duwde hij haar een tabletje in de hand. „Indien je de kans krijgt, laat dit dan vallen in haar melk of koffie of wat zij anders drinkt vóór het naar bed gaan. Het zal haar geen schade doen. Het zal alleen maken, dat zij wat vaster slaapt, meer niet. - Zijn er vannacht logé's in huls?" Milly schudde haar hoofd. „Goed. Dan kom ik vannacht, om een uui* of een, twee. Sluit de deur van de keuken niet af. Je hoeft niet op te blijven. Je gaat gewoon zooals altijd naar bed. Ik doe alles wat noodig is." Dien nacht, om half twee zoowat, drong Mr. Dawson op meesterlijke wijze zonder eenig gerucht te maken het huis binnen, vond zonder moeite den weg naar Pamela Lynne's slaapkamer en liep regelrecht in de armen van de twee rechercheurs, die daar op hem wachtten. Den volgenden ochtend zat Pamela Lynne, de schrijfster, glimlachend aan haar bureau. Haar idee om een werkend meisje zonder betrekking te imiteeren, had haar alle gegevens uit dé eerste hand verschaft, die zij noodig had voor haar nieuwen roman ... '
Vrij van pijn - met FYRACYLI BostMJdl all* pijnen, welke de lidiaamtgettlldhwd nodeelig beïnvloeden, bijv. hoofdpijn, kiespijn, zenuwpïjnen, rheumaliek etc.
Ontdiadelijk voor hart on
maeg. Bij Apotheken en Drogisten 3 poedert 15 et. — 3 tabletten 13 et. — 20 tabletten 45 et. Probeart
terllond
FYRACYl
BELANGRIJK BERICHT AAN AL ONZE ABONNEES In verbond met de wijziging van de Wet op de Omzetbelasting zien wij ons verplicht om de abonnementskosten met ingang van het no. van 5 October 1940 met het bedrag dezer belasting te verhoogen. Aan abonnees, die het blad per week betalen, zal in het vervolg voor elk ex.. naast den gebruikelijken prijs van 10 ets. voor omzetbelasting 1 cent in rekening worden gebracht. De Admlnlitratle.
Wist zij maar, welk onheil haar mooie, witte tandepjjbedreigt'
Ki*
;
If-K'
vl
Aan de voorkant wit, aan de achterkant AANGETAST DOOR -TANDSTEEN /"WAT DE TANOSPt€GEU\ V T£ ZIEN GAF /
Solidox,de nieuwe tandpasta.maakt de tanden hagelwit en beschermt ze tegen tandsteen door het bijzondere preparaat Sulforicinoleaat Weet U zeker, dat Uw tanden gezond zijn? Ze zien er van voren schitterend wit en gezond uit, maar zijn ze aan de achterzijde niet aangetast door tandsteen? Tanden, aangetast door verborgen tandsteen, bedriegen door de „schone schijn". Zorg dat Uw tanden worden, wat ze schijnen: werkelijk gezond en vrij van tandsteen. Geef ze 's morgens en 's avonds een zachte, veilige behandeling met Solidox. Solidox is geen gewone tandpasta. Het maakt de tanden niet alleen blinkend wit, maar het bevat Sul
foricinohaat (Ned. Octr. 19178). het aparte preparaat, dattandsteen voorkomt en verwijdert. Solidox werkt zo zacht en veilig, dat ze tevens het tere tandglazuur beschermt. Alleen Solidox heeft deze unieke dubbele werking. Gebruik voortaan uitsluitend Solidox en Uw tanden zullen aan de achterzijde even schoon en wit zijn als aan de voorzijde. Ga bovendien tweemaal per jaar naar Uw tandarts; dan is de ver zorging van Uw tanden volmaakt. Alleen Solidox houdt Uw gebit vrij van tandsteen, wit en gezond!
SOLIDOX TEGEN TANDSTEEN
Alleen Solidox heeft de eigenschap. Uw tanden wit te houden en ze te beschermen tegen tandsteen door het bijzondere preparaat Sulforicinoleaat
wmrm.
'■■-*.■
.■:"/'*-r-
W-M-:*:
'■•
Wel, keere keeren, hè? mannen zijl routineerd i werk en d om gaat hetl een zeer tempo
"NWS
g^-J
fe&s
T&f %!.'?**
.—*,*_ir- .,»6»3
^/V -^v,^ Een turfstekerlj in een drooggelegden polder.
D, «-token turf wordt ^^^^0^^^^^ -^-^
«
„Wel, keeren is keeren, hè? Die turf ligt op
'J». s
„Leuke bezigheidl Blij dat Ik niet hoefl Geloof maar gerust, dal je mei hoofdpijn uit zoo n mijn tevoorschijn kruipti" zegt onze vriend Nurks, blij dat hij kan mopperen. Hier moeten wij het eens over hebbenl Unze pessimist dacht aan kolen; het Is een zwartkuker, dus dacht hij aan donitere donkere mijn mijnschachten, rateSt..av.,.~.., .—
-^
If u
Nu de herfst reeds voelbaar is, beginnen we aan ons kacheltje te denken, en als we „kachel" denken, dan denken we automatisch verder: „brandstof". Uit het een en ander volgt dus, dat brandstof momenteel een actueel artikel mag heeten, en we vonden dat wij den herfst niet konden laten passeeren zonder U iets over dit actueele artikel te vertellen. Den dag dat wij op stap gingen om slof voor dit artikel te verzamelen, ontmoetten wij onzen vriend Nurks, den pessimist. „Waar ga je heen?" was zijn vraag. „Kennis verzamelen omtrent brandstoffen," is ons antwoord.
ONDER EEN
F* *&!&&■
WIJDEN BLAUWEN HEMEL
'^•♦-v
>•: <
f
r,
3^3 _JHfc.
^25 ï
Het steken van de turf is geen zwaar werk; het mes glijdt er door als boter. ^\.
Op den veen-pudding. — De man rechts iaat zien, dat hij een stikkel heeft gebruikt, die de breedte van twee turven tegelijk snijdt.
.
-.A-j,
;
-:> -.
;
Hoe de turven gestapeld worden. Foto'« /.P. ä R.S.
.
f* ■ v.
Êxi
-itó
gen aan dit, wel Is waar i"t«res?an*e «" $' ontbeerlijke, maar sombere bedr.jf. Neenl WIJ gaan ook wel warmte zoeken, maar in een
TOFFENFABRICATIE
RA
t
lende lorries, zwoegende mijnwerkers met zwarte lichamen, sleden die we m de verte zien liggen In een grijsblauw waas. W.j - ae optimisten - gaan echter geen bezoek bren-
b-T
/
!
y>
stapels ie drogen en af en toe draai«n .w* d.e" boel eens om, dan trekt aan den onderkant het vocht er ook uit. Daarginder zijn ze (>nog aan het stikken, da kunt U ook nog zien. Wij kijken een beetje wantrouwend De term „stikken" Is ons stedelingen alleen bekend als ein gebrek aan zuurstof of een bewerk.ng van een lapje stof onder d' P"1^'"6-Kiik Steken," helpt zijn dochter hem. „MJ*, da"s nog allemaal vast daar, en nou steken ze met stlkkels, dal zijn scherpe ijzers, precies de afmeting van de turf, af." , . . . j» ^„ Inderdaad, hel tweede reepje land heeft een heel ander aanzien als het eerste, waar de losse turf op elkaar gestapeld Is. Hier zien we een soort vasten pudding van een paar decimeter hoogte, vijftien meter breed en ongeveer honderdvijfllg meter lengte. Maar hoe komt die veenmassa daar nu/ 'Met April gaan we met de baggermach.ne de" reepen land langs en steken van den rand het veen weg. Dus leder jaar komt er een beetje meer water. Het veen wordt machinaal !n de baggermachlne fijngesneden en het land opgespoten. Het is dan een zachte brij, kijkt U
""ülngs den kant wordt een handje opgediept; laag van 0.5 tot 2 meter onder de opperhet Is een rulle, zachte massa. vlakte. . . U raadt het: wij gaan turfsleken. Niet ,En wordt dat nou die harde turf? in een ratelenden, rookerigen, hoo dpijnverwek„Ja zeker. Als dat nu even gelegen heett. kenden trein, maar we gaan op de «iets er heen gaän we met een speciaal soort planken turf„Waarheen?" vraagt U angstig en denkt trappen. We staan er dan boven op en stammisschien aan de zadelpijn van het laatste pen het vaster aan; zoo ^9 te eerste klas burweek-end naar Zandvoort. Weest U maar me gerturf. Verderop steken ze de turf, die Is lang bang Wèèr U woont... overal is zoo n turfstekenj zoo vast niet." ... .. „_ te vinden. Daarvoor hoeft U niet naar Drente. Een paar man staan op een afstand uit een Wij wonen bij voorbeeld in. . Amsterdam. anderhalf meter dikke laag veen turf te steken Vlug het belastingplaatje aan de linker revers Dit veen ligt dus droog en wordt steeds verder van Uw colbertje... Rozengrach, Admiraal de afgegraven. Deze turf Is veel '««r, omdat ze Ruyterweg met de vreeselijk leelijke huizen en niet fijngemalen en aangestampt wordt Toch is dan... ineens ligt de heele heerl.jkhe.d open dit laagveen, want het heeft zich onder wate voor U: een helderblauwe lucht, een eindeloos gevormd en is later drooggelegd. Was dit met vlakke polder, boompjes en spitse kerktorentjes het geval geweest, dan zou het later met de aan den horizon. Vlak bij U ^ee echte Caggermachine naar boven gehaald zijn. Waren levensgroote molens. Wat is ons land toch we zoo moedig geweest om naar Drente te mooi. Dan, Ineens, aan Uw linkerhand, knjgt fietsen, dan hadden we de losse, bruine turf van t het landschap het uiterlijk van doorregen spek hóógveen gezien. Dit zijn Plantende.e'e"' .^ reepje land, reepje water, reepje land, reepje van zich heele lagen op den «"^ond ge water... Dit over een lengte van **"* lovormd hebben en die vergaan z.jn. We tref en meter en een breedte van b.jna een kilometer. daar ook wel . plassen aan, waaronder zich ,Aha," zegt U, „de IJsbaan. „Nee zeg ik, laagveen bevindt, maar die zijn van later „de turfstekerij," Wanneer we een boer aanherkomst. . ■ ,u_ jspreken, blijk Ik gelukkig gelijk te hebben. Ik Beide soorten turf geven een goede hitte, de soreek expres van een boer, want bij zijn veeburgerturf brandt alleen veel langerl Ö "eekt hij ook nog turf. Dit laatste geef En als alles nu opgebaggerd 1$, wat dan? namelijk niet altijd bezigheid. De 0^'e duur "Dan komt de Heide^ Maatschappij en de is van April lot September. Al melkkarnend boiel wordt drooggelegd." het beste bewijs, dat hij boer Is - verklaart hij Aha," denken wij hardop, „dus komt er dan ons het werk. , ....' ï' L " l „Ja, nu komt U op een verkeerden tijd, op 0 EUTar na de drooglegging kunnen we er ders te z,en het oogenblik Is er niet »". . .S" ^ L dan alwier op zaaien en het Is een vruchtbare keeren." Dat we op een 'verkeerden ld zijn bodem, die zich dan gevormd heeft. deert ons niet. Als je bij 'n voetbalwedstrijd komt Onder het verhaal is de melk tot heerlijke neuzen, wordt er ook niet net n goaltje gemaakt. oele boter geworden - wij fietsen nogmaals „Keeren, wat Is dat?" het prachtige polderlandschap door en öntmoeten onzen vriend, den pessimist die weer over
Zooals men hier kan zien is de droge turf bijna de helft kleiner dan de natte.
donkere mijnen denkt... Maar wij welen wel beter.
^"
-
^^
die om politieke redenen met prins Solojew moet trouwen en zich In haar wanhoop tot hem wendt - door, haar als cornet in zijn eigen reg.ment mee te laten trekken. Dit alles echter tégen Maria Theresia's plannen in, hetgeen Trenk duur ^NoTéén^aal laat Maria Theresia echter genade voor recht gelden; Trenk mag zijn uniform behouden, en de kleine prinses ziet in, dat zij in **bf*n*™ h«r land Solojew's vrouw moet worden. Op het verlov.ngs.eest m k stee Deinartstein ziel Trenk de geheimzinnige gravin St. Croix terug en ontdekt, da zij in contact staat met prins Solojew, waaruit hij begrijpt, dat hier sprake moet
kè^Jui V. 4 V. ■ ,'
zijn van spionnage. , Zonder zich lang *e bedenken, ontvoert hij prinses De.nartstem en brengt haar weer onder in z'n regiment. De keizerin looft een groote belooning uit voor w.e Trenk te pakken krijgt, dood of levend. Dit kan onzen held niet deren. Op zt, rigen houtje gaatl hij de spionnen na tot in de voorposten van het Oostenrijksche leger. Daar loopt Hij in de val . . . en wel in de armen van gravin St. Cro.x, die in werkelijkheid de zuster van den Franschen legercommandant Is. Er is maar één keus: de dood of generaal worden in het Fransche leger. Hij kiest het laatste
»
.„
'
-.,» !
/
en komt daardoor in het Fran^haJlOBffcW«^
ililMilll
ï:
M 4
|
-<.;■
van«i|nHni4b«r«p>.N
Regie: Herbert Selpir>
Tobis-film PERSONEN:
De jonge Trenk / De oude Trenk / De Pruisische Trenk Hans Albers Maria Theresia Käthe Dorsch Prinses Deinartstein Sybille Schmitz Gravin St. Croix Hilde Weissner Natalie Alexandrowna Elisabeth Flickenschildt Laud on Harun Bashi
Hans Nielsen Qskar Sima en anderen
Het avontuurlijke bloed van baron Von der Trenk speelt hem parlenl het drijft heni naar vreemde landen, doet hem strijden in vreemde legers. Hij brengt het ten slotte tot Russisch majoor, doch moet dan vluchten, aan-
voor de oogen te draaien, krijgt de legerplannen in handen en bereikt na een dolle vlucht zijn regiment. Als overwinnaars komenTrenk •n zijn dappere Pandoeren uil den strijd. Tol belooning ontvangt hij van Maria Theresia het gouden zwaard van de Hongaarsche Kroon, terwijl hij prinses Deinartstein tot zijn vrouw maaktl
gezien hem anders een liefdesaffaire met de geliefde van prins Solojew noodlottig zou zijn geworden. Hij keert terug naar het landgoed van zijn vader. De oude Trenk brengt zijn zoon spoedig aan het verstand, dat hij rn plaats van( steeds vreemde beeren te dienen, nu zal moeten strijden! voor de jonge keizerin Maria Theresia, die bedreigd wordt. Kort daarop vormen vader en zoon uit ejgen middelen een Pandoerenregiment. Aan het hoofd van de troep staat de jonge Trenk, vechtend en overwinnend voor de keizerin, ledereen spreekt nog slechts van Trenk, den Pandoer. Als het gedecimeerde Pandoeren-regiment naar Weenen terugkeert, om nieuwe ruiters te werven, komt 't tot ruzie en vechtpartijen tusschen Trenk en zijn mannen, ruw geworden door 't vele oorlogvoeren, en de keurig opgepoetste cavaleristen van het vaderland. Trenk zelf duelleert in een herberg meit officieren van de dragonders en leert daar de beeldschoone gravin St. Croix kennen, een mysterieus persoontje wier werkzaamheden in het duister liggen. Tevens helpt hij de jonge prinses Deinartstein vluchten -
Hans Albers en Hubert von Meyerinck.
weet
de
'^^leiding een rad
■■
E PANIEK TE MOSKOU e zes en twintigste Mei van het jaar 1896 zou
voor
Rusland
een
uiterst
die het achterste stonden, zagen, dat de bekers
OP LEVEN EN DOOD
gewich-
en
dag zijn. Op dien datum zou namelijk vorst Nikolaas II in de kathedraal van
uitgedeeld te worden.
fo\k moest zijn, waren er toch verscheimet
een
gevoel
van
be-
ling het tijdstip steeds nader zagen komen, ^rom
eigenlijk?
-
Wel, omdat de zes
twilitigste Mei van ónze tijdrekening de t ie n d e
Mei
der
Russische
en alle bijgeloovige lieden heel veel
-
-
zijn,
een
of
vraag,
andere
uitstekend.
en
levensmiddelen
de
plechtigheid
heerscher
van
gedenkbekers
cadeau
zouden
krijgen.
Reeds vroeger hadden zich bij kroningsfeesten zulke menschenmenigten verzameld, dat men dit volksfeest dag
-
want
zoo
kon
men
der kroningsplechtigheden
men
-
zelve
niet meer op de
durfde
groot
veld
geven,
bulten
laatsten
inderdaad
pleinen
maar
liet
den
het
plaats
noe-
van de stad
ergens vinden.
op Bij
een de
kroningsfeeiten van Alexander lil waren er vierhonderdduizend Rusland
menschen
deelen
van
naar Moskou gestroomd, maar nu ver-
wachtte men zelfs een Van
uit alle
heinde en
verre
eens zoo groot aantal! zwermden
de
menschen
maar
langzaam schuifelend
verder
komen.
De
straten en pleinen van Moskou leken wel vluchtelingenkampen, onmogelijk,
want
het
dat iedereen
was een
behoorlijk onder-
zoodat er nog maar steeds nieuwe scharen mannen, vrouwen en kinderen kwamen toestroomen. Als
een
der
keizerlijke
geschenken
zou
er,
zooals gezegd, ook een beker uitgedeeld worden.
Vooral dit voorwerp wilden de menschen
gaarne
in
hun
bezit
krijgen,
daar
de
initialen
van den keizer en de keizerin er in gegraveerd stonden
en
hij
bovendien
met
het
Russische
wapen en het jaartal versierd was. Vierhonderdduizend
pakjes
beker, werden
er ook
levensmiddelen
uitgereikt
nog -
-
een
behalve stuk laken
lagen
gereed
de en om
bovendien
was,
ordelijk
bijzondere
verloop,
niet,
maatregelen te
verschrikkelijk
nog
een
ernstige
namelijk
bezaaid
met groote gaten en kuilen, die men verzuimd had dicht te maken. Voorts had men een twintig meter diepen put, die zich midden op het veld
bevond, slechts met dunne
en
het
die de verant-
zich
met
er
gaten
honderden geduwd,
planken
vulde.
in
de
In
het deel van
het veld, waarop Je
menschenmenigte
neergevlijd
en
breede
zich
het
gedeelte,
hebben,
greppel.
in
Daar
afwachting waarop
bevond zich overheen
de
de put
weinige
een
zouden
zooals er misschien nog nimmer bij een dergelijke
gebeurtenis
zwakken
had
werden
plaats
gevonden.
door de sterken
De
onder den
voet geloopen, stervenden en zwaar gewonden vulden gaten en kuilen, en den put..-. Een
om tien uur des avonds groeps-
ooggetuige,
die wij
slechts
vrij
betreden, waarop de
zullen
citeeren omdat hetgeen hij beschrijft té erg is, vertelt ongeveer het volgende:
mee gerekend, dat men te doen had met menschen, wien iedere vorm van discipline vreemd was, en die slechts één doel kenden: zich
In
ieder geval meester te maken van de geschen-
„Verscheidene menschen hadden daar al uren gewacht. Toen nu des avonds de fabrieken en winkels
begonnen
leeg
te
stroomen,
werd
de
menigte nog grooter. Den ganschen nacht door drongen er steeds meer menschen op het veld samen. Om vijf uur des ochtends kon er geen sterveling meer bij. De greppel vóór de tenten,
ken. Reeds hadden zij een vollen nacht en dag
die misschien vijftig of zestig meter breed was,
gewacht, en het was dus begrijpelijk, dat hun on-
was volgpropt met menschen, die heel dicht op
geduld van uur tot uur toenam. Vergeefs pro-
elkander stonden. Men kon zijn been niet ver-
beerde rnen hen te kalmeeren. Het gedrang om
zetten of zijn hand opheffen, zóó dicht stond men
tot het veld waar de uitdeeling zou plaats heb-
naast elkaar. Reeds vanaf drie uur des morgens
ben, door te dringen, werd steeds heviger. Reeds
hoorde
hoorde
schen,
men
hier
en
daar
menschen
gillen. . .
De politie stond volslagen machteloos. Zij beerde den
stroom
te
stuiten,
doch had
proeven
stond
men die er
uitdeeling
meeren.
drang
maar onafwendbaar werden
bewustzijn
opeens
eenige tenten
goed kunnen probeeren een woeste zee te kalLangzaam
het roepen en het
hadden
waren
der
finks
vooraan de
belast,
menschen
steunen
verloren.
die
toegegeven
en
van menToen
ont-
beweging.
lieden,
waren
met aan
Bij de den
begonnen
de
de eerste rijen menschen in de richting van de
pakketten tusschen
gracht geduwd.
deren echter weigerden dit. Daardoor ontstond
En toen opeens riep er iemand: ,,Ze zeggen, dat er slechts
vierhonderdduizend
pakjes
zijn,
afscheiding was aangebracht, werden kapot geduwd,
de
menschen schenken
agenten
achteruit
gedrongen
bestormden de kramen om op te
eischenl
Het
en de
afgezette
de ge-
terrein
was in een ommezien vol met dringende, scheldende
en
gillende
menschen.
De gansche dan een
Men ging vooruitl De touwen, waarmede de
De
geschrokken
begonnen deze in het wilde weg om zich heen te
gooien, in de hoop op die manier zich de
menschen
van
scheelde
niet
kramen te echter
het
lijf
veel,
te
pletter gedrukt.
nooit
kunnen
houden,
of zij doen,
werden
want
het
tegen
de
Dwazer hadden
zij
want
nu
degenen.
strijd
had
misschien
kwartier geduurd, en
niet langer
reeds om
even
zes uur begaf de menschenmenigte zich de stad in, overal de verschrikkelijke mare verspreidend. Het veld zag er afzichtelijk uit. Mannen, grijsaards, vrouwen, en kinderen lagen daar, onherkenbaar
verminkt.
Overal
vond
men
lichaams-
deelen ... Het was zóó'n verschrikkelijke aanblik, dat verscheidene menschen in onmacht vielen..."
politiebeambten wisten geen raad; daarom grepen ze met volle handen in de geschenken en
gooien. An-
er een langzaam, maar onweerstaanbaar gedrang naar links . ..
en wij zijn wel met eens zoo velen. Maak dat je er bij komt. . . Vooruit. . . I"
de menigte te
Ondanks deze ramp, werden de feesten niet afgebroken, en zelfs vertoonde de tsaar zich nog op
dienzelfden
dag
op
het
veld
in
het
2, Dien van Neelen op de fiets.. . Deze Inwoonster van Valkenswaard, die bij jong en oud bekend is, en die ook haar dorpsgenooten wel kernt omdat zij er dertig jaar lang. . . baker is geweest, maakt nog dagelijks gebruik van haar rijwiel! Voorwaar een unicum. Pas toen zij vijftig jaar was, heeft zij leeren fietsen. 3 — 4. Afgewisseld door fiksche regenbuien werden op de Sintelbaan te Amsterdam de districts-athletiekkampioenschappen gehouden, die ondanks de ongunstige weersomstandigheden nog verschillende fraaie resultaten opleverden. — 3. Goed beschut wachten de dames-athleten hun beurt af. 4. Modderballet tijdens de 5000 meter.
ont-
menschen
terwijl ook
menschenlichamen
afge-
gedrang
seconden ontstond er een ongeloofelijke paniek,
kermis werd gehouden. Men had er echter niet
vanzelfsprekend
komen vond. Bovendien was het weer uitstekend,
had
kuilen
voor
vervolgens het terrein te
naar de stad toe; de vervoermiddelen zaten volgepropt en op de wegen kon men soms alleen
politie
of
fout gemaakt. Het veld was
over de
gewijze tusschen de tenten worden doorgelaten
die volgens eeuwenoud
nieuwen
De
doodgedrukt
om de pakketten in ontvangst te nemen en dan
Toen begonnen zich evenwel de enorme volks-
den
ver-
werden
bad
bevalt
met geen pen te beschrijven. Drieduizend men-
deze menschen-
politie-commissaris,
deel te ontstond,
schen werden verminkt.
stond,
de
de menschen
schitterend
hun
dat nu
geloofde
diepe,
gevoel van beklemming te wijken.
ter gelegenheid
maakten
men de helft van
uitreiking plaats zou
niets bijzonders, en reeds begon bij velen het
namens
zorgen
ook
Het gedrang
dekt. Reeds toen het allereerste
had
bal in het Kremlin werd gegeven, gebeurde er
gebruik
hoe
Tusschen
het programma, en zonder eenig incident. Ook
massa's te verzamelen,
wat kon
nog te probeeren
machtigen.
massa zonder iets zou moeten afschepen. Toch
enorme
laas de kroon op het hoofd, waarna de plech-
een
uitgedeeld,
volk
Met
tige zalving volgde. Alles verliep precies volgens
er
nog
het
nemenl
gere Rusland gebruikelijk was, zette men Niko-
dag, toen
ernstige
dat het noodig
groote pracht en praal, zooals dit in het vroe-
volgenden
ook
opdat
thans
het
stonden
Geen wonder dan ook, dat de auto-
woording
heid, èn wel op een manier, die zij ongetwijfeld
den
lagen,
opgeslagen,
uitreiking,
riteiten zich
zélf niet voor mogelijk hadden gehouden. alles
de
duizend!
Helaas werd hun voorgevoel dit keer bewaar-
verliep
na
tenten
plaats op
klaar
tal gegadigden bedroeg zeker wel achthonderd-
ramp met zich brengen zou.
Aanvankelijk
en
Naast de
deze
Vierhonderdduizend pakkettenl Maar het aan-
was,
en dat waren er
althans
kramen
waar
maken.
hebben, dat déze dertiende in ieder geval een zou
veld
zich,
en
schenen er een voorgevoel van te
ongeluksdag
enorme
d e r -
tijdrekening
werden
begonnen zij uit alle macht te dringen om al-
k\ dit een feestdag voor het geheele Rus-
die
cadeaux reeds
1. Noodzakelijke restauratie. De uit de 15de eeuw dateerende St.-Laurenskerk te Alkmaar ondergaat een algeheele restauratie, met medewerking van Rijksmonumentenzorg. — Dat dit dringend noodzakelijk is, bewijst deze foto van het poortje aar de Langestraat.
zoodat zij waarschijnlijk te laat zouden komen,
tot tsaar aller Russen worden gekroond.
lenschen,
andere
en omdat zij wisten dat er niet genoeg waren,
1 F N R K fl. K S SPANIMf. NDE AVO N'UREN. NAAR WAARHF.ID VERTELD
LITEITEN
voor
dezen eeredag gebouwde paviljoen aan de weinige menschen, die ongedeerd gebleven -waren... De gegevens voor dit artikel lijn ontleend aan: Dr. Albert Hermann ; Katastrophen, Naturgewalten und Menschenschicksale,
5. Ruim 6600 vierkante meter glas Is er verwerkt In de ruiten van het nieuwe gebouw der Rijksverzekeringsbank te Amsterdam. Een speciale installatie, welke electrisch langs den gevel wordt verplaatst, stelt den glazenwasscher in staat zijn omvangrijk werk te verrichten. De oplossing van dit onderhoudsvraagsluk Is uniek in Europa. 6. Een zeldzaamheid. geslachten, die alle te Het zijn vier Jacobussen geboren op 15 Augustus 9 September 1911
Op deze foto ziet u vier Amsterdam zijn geboren. de Jong, achtereenvolgens 1848, 26 November 1884, en 18 Februari 1939.
7. De bekende actrice Corrie Korevaar is te Amsterdam in hel huwelijk getreden met den heer M. Wallis de Vries. - Het bruidspaar met de ouders bij het verlaten van het stadhuis. (Foio'»: V.F.B., Pa»; Archief)
—^^^^^^^""
•\
hebben gemaakt, en daarom ben ik blij, dat Jullie gekomen bent. Morgen zullen we gaan zien wapr Je het best Je tenten kunt opslaan ...
PETER ROBERTS EN DE TOTEM EEN
In de barre eenzaamheid van de Noordelijke Vereenigde Siaien vochi Peier Roberts een lijken strijd uit.. .
heftigen inner-
COMPLEET VERHAAL DOOR
Peter Roberts stond met gebalde vuisten voor Het afgodsbeeld. Zijn gezicht was van woede, onberedeneerde woede, vertrokken. Plotseling schoot zijn rechtervujst naar voren en trof het beeld.met groote kracht, zoodat het op zijn voetstuk wankelde. „Hier. w hier... dat is voor jou," riep hij, terwijl zijn vuist op den leelijken houten kop neerbeukte. „Hier. . . Je wil me niet vertellen waar Janson het goud verborgen heeft... En daarom . .. hier . . ." Maar plotseling liet hij zijn vuist als verlamd zakken. En zijn stem daalde bijna tot een gefluister toen hij zei: „En tóch ben jij de eenige vriend, dien ik heb..." Het licht van de ondergaande zon viel precies op het in afschuwelijke lijnen gesneden gezicht van den totem, en door het ondefinieerbare spel van glinstering en schaduw was het net, alsof de afgod grijnsde... De mond scheen in een vreeselijken hoon open te vallen Roberts staarde er even met groote oogen naar, wierp toen een bijkans schuwen blik naar de half leege whiskey-flesch die achter hem op de tafel sfond, als zocht hij daar de verklaring voor het vreemde verschijnsel. Ontstemd wilde hij zich van het beeld afdraaien, maar bedacht zich toen. „Bij den hemel," siste hij, „soms zou ik er bijna een eed op durven doen, dat je werkelijk leeft . . . Zou ik durven zweren, dat ik je in de lange, donkere nachten tegen mij hoor fluisteren. Het is, alsof je in de laatste vijf jaren langzaam tot leven gekomen bent... en misschien, als ik je behoorlijk behandel, vertel jij me den een of anderen dag wel, wat Janson geprobeerd heeft mij te vertellen . . ." Hij zweeg en klopte den totem op het hoofd, tusschen de uitpuilende oogen: „Kom, vriend ... goede vriend . . . vertel Roberts nou eens, waar Janson het goud heeft verborgen.. . Kom, ' vriend ..." Plotseling hield hij op. Was hij gek geworden? Hadden de eenzaamheid en de ontbering werkelijk zijn verstand beneveld? - Hij had zich deze vraag in de laatste dagen herhaaldelijk gesteld. Nooit voelde hij zich zóó vreemd en zonderling als wanneer hij teruggekeerd was van zijn jaarlijkschen tocht in de omgeving, wanneer er andermaal twaalf maanden vóór hem lagen, waarin hij geen menschelijk gezicht zou zien, geen menschelijke stem zou hooren, behalve dan dat er gf en toe misschien eens een Indiaan voorbij zou komen. Hij wist ook, met onafwijsbare zekerheid, hoe over een paar jaar het antwoord op die vraag zou luiden. Vallenzetters en goudzoekers waren reeds vaak dien weg opgegaan. Maar den hemel zij dank — hij zou uit deze eenzaamheid kunnen vluchten, zoodra het wesr lente werd. Hij zou dan móéten vluchten, omdat hij het in deze hel van verlatenheid niet langer zou kunnen harden. Met een rilling als van innerlijken afschuw, begaf hij zich naar de deur. Buiten stierf de zoele Juni-avond langzaam weg en ging over in een vale schemering, waarin geuren zweefden van de planten, die in den korten zomertijd bloeiden. Hij stond daar en liet den koelen adem van den avond langs zijn verhit voorhoofd strijken, terwijl hij naar de rivier keek, die zich als een blauw-zilveren ketting door het landschap slin-
gerde, de rivier die reeds zoo langen tijd den spot had gedreven met al zijn pogingen om er rijkdommen aan te ontworstelen. Toen richtte hij zich plotseling hoog op. Want zonder eenige voorafgaande waarschuwing waren er twee vreemden in den bocht van het smalle pad verschenen. Langzaam, hun voeten wat slepend, zoodat er kleine stofwolkjes uit den weg schenen op te rijzen, bewogen zij zich voort. De een was een jonge man - Roberts kon zelfs in het schemerige licht zien, dat hij een flinke, stoere gestalte had en een vriendelijk, regelmatig gevoi'md gezicht. De ander was - en hij constateerde hel niet zonder schok - een meisje; zelfs geen onaardig meisje. Ze droeg een blauwen overall en blonde haren hingen wat verward om het gezicht. Achter hen aan kwamen twee pakpaarden, hoog beladen. Roberts voelde hoe zijn hart plotseling snel begon te kloppen. Pijnlijke herinneringen schoten door zijn hersens. Er waren geen blanke vrouwen op de nederzetting waar hij ieder jaar heenging om zijn inkoopen te doen. In tien lange jaren had hij geen enkele aantrekkelijke vrouw gezien ... Met de gastvrijheid, die vanzelfsprekend is in de streken waar de eenzaamheid heerscht, had Roberts zijn gasten ontvangen en hu zij tegenover hem zaten in zijn hut, na gegeten en gedronken te hebben, en terwijl zij absurd jong leken zooals zij naast elkaar op de kleine bank in het flikkerende kaarslicht hadden plaats genomen, luisterde hij naar hetgeen zij hem vertelden. „Dus jullie willen je hier vestigen," zei hij, nadat zij uitgesproken waren, en er was een klank van twijfel in zijn stem. „Nou, ik weet het niet. Niet, dat ik niet blij zou zijn als jullie hier kwamen wonen. De hemel weet het beter... Maar jullie zfjn te jong, veel te jong voor dit barre land . .. Was het, waar jullie vandaan komen, niet beter dan hier?" „Misschien wel — maar voor ons in geen geval," verklaarde de jongeman, wiens naam John Davies bleek te zijn, bitter. „We zijn juist een jaar getrouwd, Mary en ik. We hadden een aardig huisje bij Chesuncook. Maar in de afgeloopen winter werd ik ziek, en toen konden wij de hypotheek niet aflossen. Daarop kwam er een droge zomer; het gewas groeide niet en de oogst mislukte. Dat beteekende het einde, en we moesten elders ons fortuin zoeken. Omdat we geen geld hadden, dachten we dat het het beste was hierheen te komen, waar de grond nog vrij is. We hebben niets dan onze hoop, maar misschien dat we met vallenzetten en goudzoeken, en wat boeren als nevenbedrijf, in ons onderhoud zullen kunnen voorzien." „In ieder geval," viel het meisje hem in de reden, en haar stem had den lieven klank, waardoor vrouwen zich in den bloeitijd van hun liefde onderscheiden kunnen, „in ieder geval zal het voor ons niet zoo eenzaam zijn, want' wij hebben elkaar..." - Ze glimlachte dapper tegen den jongen — want dat was hij eigenlijk nog - en Roberts knikte. Hij sprak wèloverlegd, zooals menschen doen, die altijd in de eenzaamheid verkeeren. „Ja, jij hebt je vrouw, kerel... Ik had er
ook een... een meisje, tot zij met een ander trouwde... en ik hierheen ben gegaan." Zijn blikken dwaalden naar de Jonge vrouw en In de diepte van zijn oogen glansde het verlangen, dat haar komst had opgewekt. „Misschien is zij nu al dood... Ik weet het niet... Nooit een vrouw gehad te hebben is het ergste, kerell Nu heb Ik hèm..." - Hij knikte in de richting van den totem. Het nog aarzelend toevende licht der ondergaande zon viel op het grijnzende gezicht van het groteske afgodsbeeld. Hij had gezien hoe hun blikken reeds verschillende keeren schuw naar den hoek waren gegaan, waarin de totem stond. „Die is nu mijn eenige afleiding," vervolgde hij. „Je moet hier iets hebben om wat tegen te kunnen zeggen, anders word je krankzinnig. Mijn vroegere compagnon, Janson, heeft hem eens van een ouden Indiaan gekocht en hem buiten naast de deur gezet. Hij was altijd een liefhebber van vreemde dingen. Vijf winters geleden heb ik hem naar binnen gehaald." De jongeman scheen als het ware gefascineerd door de verwrongen gelaatstrekken van het afgodsbeeld. „Zei je, dat je wel eens tegen hem praatte?" — Er was een spoor van onrust in zijn stem, en zijn oogen versmalden zich terwijl hij Roberts aankeek. Hij herinnerde zich eigenaardige verhalen over eenzame trappers, die hij vroeger had gehoord of gelezen. Roberts beantwoordde zijn blik. „Zeker praat ik wel eens tegen hem," zei hij, „en soms geloof ik, dat hij antwoordt geeft... dat hij me vreemde dingen toefluistert.. . Maar hij vertelt me nooit, waar mijn compagnon het goud verborgen heeft. .." Hij boog zich over de tafel, plotseling actief nu het onderwerp ter sprake kwam, waarom zijn gedachten reeds jaren onafgebroken draaiden. „We hebben werkelijk pech gehad, kerel," zei hij. „We vonden een goud-ader in de bocht bij de Pine Creek. Stukken goud, zoo groot als duiveneierenl We waren opeens rijk, en maakten al plannen om hier weg te gaan. Toen, op een dag, ging ik jagen bij de rivier. Ik bleef een week weg, en toen ik terugkeerde, lag Janson op sterven. Er was iets bij hem verkeerd gegaan van binnen; hij was nooit heelemaal gezond geweest. Hij moet met sterven op mij hebben gewacht, want toen ik de hut binnenkwam, slaakte hij een langen, diepen zucht... „Het goud... ik sterf... daarom heb ik het goud ... verborgen... Je zult het vinden in..." Toen greep hij naar zijn keel; zijn gezicht werd blauw; een heesch geluid siste om zijn lippen en... en toen was het afgeloopen. En van dien dag af probeer ik uit te vinden, waar hij ons goud heeft verborgen ..." Roberts lachte kort, maar er was geen vreugde in zijn lach. „Zooiets is genoeg om iemand tot een zonderling te maken, wat? Denk je eens in ... Zes jaar geleden zou ik een rijk man geweest zijn, verlost van deze duivelsche wildernis, vrij om te gaan waarheen ik wilde, als mijn compagnon nog zes seconden langer had geleefdl Zes jaar lang graai ik nu al in de rivier om weer wat goud te vinden, genoeg om terug te keeren, maar ik heb nog bijna niets... en hij staat daar en grijnst en fluistert tegen mij. . . En hij wèèt, hoe ik me voel ..." Hij knikte in de richting van den totem. Het meisje glimlachte gedwongen toen Roberts opstond. „Ja," zei hij, „hij zou me beslist krankzinnig
Drie weken later was de nieuwe hut klaar, gebouwd van dunne dennenstammen en zware blokken pijnhout. De beide Jonge menschen waren gelukkig in het vooruitzicht een nieuw leven te kunnen beginnen, en dankbaar tegenover Roberts voor de hulp en den raad, die hij steeds bereid was hun te geven, ook al vroegen zij niet om het laatste. Toch hadden zij veel goeden raad noodig, wint zooals Roberts bij zichzelf vaststelde, waren er nog nooit twee groener menschen de wildernis ingetrokken. Ze waren ook zoo jong, zoo ontroerend Jong, zoo inconsequent in hun vreugde, meer geneigd tot de liefde en een lach dan tot het treffen van voorbereidingen voor den winter. Terwijl zij de waarschuwing van hun eersten tegenslag schenen vergeten te rijn, leken zij wel twee vlinders die dansten In het gouden zonnelicht zonder zich te bekommeren om de gevaarlijke kortstondigheid van het bestaan. De Jonge man had zoo goed als geen kennis van het vallenzetten; tóch ga* hij hoog op van al het bont, dat hij het zijne zou kunnen noemen zoodra de sneeuw zou gaan vallen, en het meisje praatte lachend en enthousiast over het goud, dat hij uit de rivier in de bocht bij Pine Creek zou vinden . . . Reeds hadden zij het er over, hoe zij hun eersten vacantie-locht zouden maken. Bont... goud... vancantie-tocht... Roberts moest inwendig lachen, maar... hel deed hem pijn. Hel had hem, ervaren goudzoeker en wapper. zes Jaar gekost om nog niet eens voldoende bijeen te schrapen om naar de bewoonde wereld te kunnen terugkeeren. Hij had Iwee kleine zakjes met goud onder den vloer van zijn hut verborgen - maar ten koste van hoeveel lijden en ontbering naar lichaam en ziel had hij ze bijeengeschraaptl Wal voor lot moest dezen beiden onervaren menschen dan in de wildernis wachten? Een winler... hoogstens Iwee of drie... dan zou de jeugd en frischheid van deze Jonge vrouw verdord zijn; de Jongen zou zijn -opgewektheid en levensmoed hebben verloren; ze zouden stil en in zichzelf gekeerd worden terwijl de Jaren voorbijgingen; hun guUe lach zou niel langer de stilte doorbreken. Mei onafwendbare zekerheid zou het Noorden hun levensmoed breken; zou hel hun jeugd, hun hoop en hun liefde vernielen. Vreemde herinneringsbeelden, een vage ongedurigheid verstoorden Roberts' gemoedsrust. Hij voelde zich ongelukkiger dan hij ooit geweest
herfst. John had een claim afgebakend en begon op edht amateur-achtige wijze naar goud te zoeken in de rivier. Hij was soms ook verscheidene uren achter elkaar weg wanneer hij op zoek ging naar een geschikte streek om er zijn vallen te zetten. Van zijn kant ging Roberts dan vaak even kijken hoe Mary het maakte. En toen kwam de dag, dal John op aandringen van Roberts zijn hut verliet om in de nederzetting, op zeventig mijl afstand gelegen, inkoopen te gaan doen voor den winter. Ofschoon hiermede al zijn geld gemoeid zou zijn, was het toch dringend noodzakelijk, daar weldra de tijd gekomen zou zijn, waarop hel ondernemen van zoo'n groolen tocht niet meer mogelijk was. Bovendien moest hij zijn claim laten inschrijven, zoodat hij, alles bij elkaar, zeker -wel een dag of tien zou wegblijven. Onderweg stopte hij even bij de hut van Roberts. „Houd een oogje op Mary," riep hij. „Ik ga onze voorraad halenl" En toen zei hij, wal ongerust, terwijl hij naar de bergtoppen wees, die boven het dal oprezen: „Ik geloof, dat er een boschbrand hierheen onderweg is. Geloof Je, dat het geraden is voor mij, om weg Ie gaan? Je weel, hoe snel die branden zich kunnen uitbreiden." Roberts keek even naar de bergtoppen, waarboven rook hing. En plotseling hoorde hij als een innerlijke slem: John móét gaan ... ^ „Er zijn altijd branden hier in den zomer, zei hij.' „Ik denk, dat deze ontslaan is door het onweer van verleden week. .. Maar hel vuur breidt zich niet naar dezen kant uil, en ik zal heusch wel goed voor je vrouw zorgen." De Jongeman glimlachte dankbaar. „Na heigeen Je allemaal voor Mary en mij hebt gedaan, zou ik je alles durven toevertrouwen," antwoordde hij. Hij wierp zich in hel zadel. Roberts sloeg hem gade, terwijl hij het péd afreed, twee pakpaarden achter zich aan. Een wteek ging voorbij. Het was intens heel. Roberts werkte maar weinig op zijn claim bij de zoo goed als opgedroogde rivier. In plaats daarvan ging hij bijna lederen dag des middags een paar uur naar Mary. Hij hielp haar in den tuin - ze waren nu bezig er door een smallen goot water heen. Ie brengen uit de kreek - of ze zalen voor de deur in hel gulden zonlicht te praten. Toen kwam de dag, waarop hij Mary vond, terwijl zij lag Ie slapen in het hooi, dat naast hel verblijf der paarden was opgetast. Hij kwam voorzichig naderbij, om haar niet wakker te maken. En toen, plotseling, gebeurde het verschrikkelijke ... Gedachten, die hij tot dan loe
mei geweld had teruggedrongen naar den achtergrond van zijn denken, schoten onweerstaanbaar naar de oppervlakte. Heel zijn zelfbeheersching van tien lange Jaren viel weg. Hier was, wat hij al die Jaren had gemist: hij voelde, dat Mary de tweede in zijn leven was, die zijn hunkering naar geluk en naar liefde had welen te wekken . . . Deze gtedachle rees als een vlam van begeerte fel omhoog in zijn wezen ... . . . Langzaam deed zij haar oogen open. „O ..." zei ze, zich nonchalant' een geeuw veroorlovend tegenover een zóó goeden bekende, „ik had zoo'n verschrikkelijken slaap. Ikben blij dal Je er bent... Ik vind het niets prettig, den heelen dag alleen te moeten zijn ...' Glimlachend stak zij haar hand naar hem uil. „Help mij eens overeind. - Ben je er pas?' Roberts trad naar voren... aarzelde..-: bleef staan . .. stak haar toen ruw zijn hand toe en rukte haar bijna overeind. Zijn vingers bleven zich even om haar pols klemmen; hij keek haar een oogenblik aan met een blik die haar lichtelijk verbaasde. . . trok haar half naar zich toe .. . . j ' Maar toen, haar open en niels-vermoedenden blik ziende, besefte hij plotseling wèt hij eigenlijk dacht. Hij schrok van zichzelf... Hij was toch geen schurk, geen ellendeling. . . Mary vertrouwde hem zooals haar man hem had vertrouwd, geen enkele verkeerde gedachte was bij hen opgekomen ... Hij liet haar hand los, week achteruit.. . „Ja," mompelde hij heesch. „Ik ben net gekomen ... alleen maar om even Ie zien hoe Je het maakt.. ." Hij scheen moeite te hebben de woorden uil zijn keel te wringen. „Ik ga weer weg ... nu . .." Plotseling was hij verdwenen ... Mary volgde hem met haar blikken, terwijl hij zonder omkijken hel pad afliep. Er was verbazing in haar om zijn vreemd gedrag. De drie volgende dagen verscheen Roberts niet meer in de hut. In plaats daarvan doolde hij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat rond in de bergen, zichzelf afmattend door ieder middel dal binnen zijn bereik viel. Laat keerde hij lerug naar zijn hut, moe, doodop soms, maar slapen kon hij niet. Want hel was nu, dat de totem weer begon te spreken. Terwijl hij in zijn bed lag, trachtend zijn koortsachtig-woelende gedachten tot rust te brengen, hield Roberts zich eerst voor, dat het slechts het ruischen van de rivier was, of hel
Hij ging bijna ' lederen avond naar hun hul, de smalle brug overstekend, die over de rivier liep, en altijd weer begroette hem een hartelijke roep van John en een glimlach van Mary wanneer hij hel smalle pad opliep, dal naar de deur van hun huisje leidde. Hij bleef dan een poosje zitten rooken en pralen, terwijl er voortdurend een vreemde pijn aan zijn hart knaagde wanneer hij het gracieuze bewegen van het meisje door het vertrek met gretige blikken volgde. Mary mocht hem graag; ze scheen een vermoeden te hebben van Roberts' fijne natuur, die onder de grimmigheid van hel Noorden schuil was gegaan, doch die nog sprak uit zijn wezen dat er achter de diep gekerfde groeven van zijn gezicht af en loe leek op te glanzen. Ze deed allerlei kleine karweitjes voor hem; stopte zijn sokken, verstelde zijn gehavende kleeren, gaf hem spottenderwijs raad hoe hij . moest koken. Maar vreemd: wanneer hij weer terugkeerde naar zijn hul en moeizaam hel smalle pad er heen afzwoegde, leek het alsot het leven toch veel eenzamer en droever was geworden dan voordal zij waren gekomen. . . Maar hij sprak niel meer tegen den totem. De geestelijke knak, ontstaan door de eenzaamheid, was voorbij, hield hij zichzelf voor. Aan het einde van de eerste week droeg hij hel afgodsbeeld naar builen en zette hel waar het had gestaan vóórdal hij hel binnen had gebracht, zoodat het nu naar de hut van John en Mary leek te gluren. Juni ging voorbij, en Juli eveneens. De zomer hield zijn doodsslaap in hel gulden bed van den
'V; V>'*^
LANDSCHAP IN NOORD-AMERIKA.
(Fo(o LuHtchltfbau Zeppelin)
. zuchten van den wind door de boomen, en steeds vocht hij wanhopig tegen de wilde' gedachten, die in hem opwelden. Maar toen, plotseling, In den derden nacht, verstond hij de woorden die er gefluisterd werden en hij wist, dat ze komen moesten uit den afzichtelijk grijnzenden mond van het afgodsbeeld.
Verblind door den rook, de moccasins half „Goud ... Goud ... In de rivier ..," hoorden van zijn voeten gebrand, en zijn kleeren reeds zij hem roepen, toen hij wat dichter bij was gedeeltelijk verschroeid, vroeg hij zich een gekomen. oogenblik ontdaan af, of hij soms verdwaald Roberts bleef een oogenbïik onbeweeglijk kon zijn, maar toen ontdekte hij plotseling voor staan; toen voelde hij, terwijl er een eigenaarzich uit het glimmerend schijnsel van water. dige glimlach op zijn gezicht verscheen, in zijn „De rivier. . . Den hemel zij dankl" zak, waar de twee leege goudzakjes zaten. Hij ploeterde verder, zijn knieën knikkend, „Je kunt haar gemakkelijk tot de Jouwe mahet zweet druipend langs zijn berookt, zwart „Maar Roberts, na alles wat Je voor ons hebt ken, idioot. Je kans is nu gekomen. . . Je hebt gezicht, waarin de oogen met bloed doorloopen gedaan ... Je hebt het leven van mijn vrouw nog een paar dagen om de brug over de rivier waren. Hij waadde door den stroom en slaagde gered en het was door Jouw raad, dat ik het onklaar te maken ... John zal er In vallen, en er met inspanning van al zijn krachten in, den goud vond ... wil Je er nu werkelijk niets van nooit zal iemand meer iets van hem hooren .. . overkant te bereiken. Terwijl hij zelf bijna beEn dan wordt zij van jou .. ." aannemen? Bovendien was het zoo'n verschrikzwijmde, legde hij zijn last neer. . . kelijke tegenslag voor je, dat je makker je niet Rusteloos wentelde hij zich op zijn andere zij. Hij maakte het laken los, en zag dat zij onmoar kon zeggen waar Jullie goud was, dat ik „Wat? Je zegt, dat ze je vertrouwen? Welnu, gedeerd was. Heur oogen waren nog gesloten. de gedachte niet kan verdragen Je nu alleen wat zou dat? Is dat niet juist je kans? Zij zal Hij snelde naar de rivier, keerde terug met hier achter te laten ..." nooit in jou den moordenaar van haar man water in zijn tot een kom gevormde handen. zien. . . En dat zij je vertrouwen. .. wel, herRoberts schudde zijn hoofd; dwong zich te Na eenige oogenblikken kwam zij bij, een blikglimlachen. inner Je, dat list en kracht de wetten van het van angst in haar oogen, een kreet van beNoorden zijn . . ." „Neen, kerel, daar hoever\ wij nu niet meer nauwenis opwellend uit haar keel. Ze staarde over te praten I Je hebt nu net genoeg om een Roberts kreunde. De nacht was smoorheet. De naar den overkant, waar het gordijn van vuur kleine boerderij te beginnen op een beter en luwe wind, die plotseling van richting scheen brullend verder schoof. Met een dappere pominder afgelegen plekje... ik heb mijn eigen veranderd, droeg een brandlucht aan, die door ging, slaagde zij er in haar zelfbeheersching te de open deur naar binnen kwam. goud daar onder den vloer... nog maar een * herkrijgen. Ze keek naar Roberts, en er was jaar en dan ga ik ook terug... En misschien „Ik ... ik kèn het niet doen . . ." mompelde een vereerende blik in haar oogen. hij. „Ik kèn het niet... Ik ... ze vertrouwen kom ik voor dien tijd nog wel te weten waar „Je... je bent daar twèè keer doorheen geJanson het goud heeft verborgen ..." mij ... en dan, wanneer ik het volgende jaar gaan. .. voor mijl" zei ze. „Hoe zal ik je ooit Hij schraapte zijn keel. Er moest een einde terugga, is er misschien een ander, die mij weer kunnen bedanken?" Haar stem klonk ontroerd. noodig heeft. . ." komen aan deze pijnlijke oogenblikken. Hij was Roberts staarde haar aan. Vreemde gedachEen golf heete, met rook geladen lucht, sloeg overtuigd, dat ook John de spanning moest ten woelden in zijn hersens. Ze hoefde hem de kamer binnen. Een verwensching slakend, merken, die er bij dit afscheid heerschte - niet niet dankbaar te zijn. Hij had het liefste gered alleen bij hem . . . sprong Roberts uit zijn bed, trok zijn kleeren wat hij op de wereld kende - alleen was dit Hij greep Johns hand. en moccasins aan en begaf zich naar de deur liefste niet van hèm. . . van de hut. Hij wankelde naar buiten . . . deed „Vaarwel, kerel . . . Dit avontuur is ten einde: Mary glimlachte hopeloos. „Dat is een ramp, een paar stappen terug bij het zien van den mèèr geluk een volgenden keerl En zorg goed niet?" zei ze. „De winter staat voor de deur, voor je vrouwl" hellen gloed, die in zijn gezicht sloeg en die en we zijn alles kwijt. . . Ons geld, de hut.. . een flakkerend schijnsel op het grijnzende geJohn wierp zich in het zadel, en zijn paard de gereedschappen. . . We zijn geruïneerd, tenzicht van den afgod wierp. Een scherpe rookstapte een eind het pad op. Roberts wendde zich zij John goud vindt in de Pine Creek. .. lucht prikkelde zijn neusgaten. De lucht was tot Mary, terwijl zijn hart dapper fluisterde: Goud in de Pine Creek . . . Een hoop, die van de hellingen der bergen naar beneden ge„Den hemel zij dank, dat ik het gedaan heb . . .1" als een hoon klonk in Roberts' oorenl Toch komen en kringelde zich nu als een roode, vuZe zat reeds te paard. Er was een onzegbaar bleven deze woorden in zijn gedachten hangen. rige slang door het droge gewas van de velTerwijl hij in den koelen ochtend voor de teedere blik in haar oogen terwijl zij hem aanden, hem van Mary scheidend door een ring deur van zijn hut zat, en Mary sliep in zijn keek. Plotseling boog zij zich naar hem over. van vlammen . . . Even bleef het stil. . . eigen bed, hoorde Roberts twee stemmen. De Gedurcide een oogenblik staarde hij als verstem van zijn hunkering naar geluk en liefde, „Vaarwel ... en dat de hemel je zegenel" dwaasd om zich heen. De gedachte schoot door die hem den weg wees om aan zijn verlangen fluisterde zij. Toen deed zij haar paard keeren rijn brein, dat zijn eigen hut veilig was, omdat en reed weg .. . te voldoen — nu, na den brand zou hij juist de breede rivier er vóór lag, maar. . . heel gemakkelijk de brug kunnen verzwakken, Roberts stond onbeweeglijk terwijl hij haar Plotseling begon de afgod weer te fluisteren. zoodat John in de rivier moest vallen wanneer nakeek. Waar het pad een kromming maakte Maar Roberts klemde zijn tanden op elkaar . . . hij ze betrad — en de stem van zijn eer, zijn hielden zij even stil, om hem toe te wuiven. Hij geweten. Hij dacht aan al de ontberingen die beantwoordde hun groet bijna mechanisch, en Terwijl Mary rusteloos in haar bed lag, werd % hij hier geleden had, hier In de barre eenzaamtoen waren zij verdwenen. zij gekweld door droomen, die voor een deel heid, en hij dacht aan de gezegende uitkomst, Langzaam ging zijn hand omhoog, tot ze zijn geboren werden uit een nieuw, vreesaanjagend wanneer hij hel volgende Jaar naar de bewoonmond aanraakte waar haar lippen een ondeelbesef, dat in haar hart gegroeid was. de wereld zou kunnen terugkeeren. baar oogenblik gerust hadden .. . Het was haar, alsof zij stond op den rand En toen zag hij een visioen van Mary. . . „Ik... ik geloof dat zij het weet. . ." stavan een grooten, rooden kuil, waarin een geMary, die van John hield, met wien ze gelukmelde hij toen. weldig monster brulde en schreeuwde om zijn kig was.. . maar wier leven en geluk nu hopeHij draaide zich om en strompelde naar de prooi ... dat zij achteruit week, bang, niet voor loos geruïneerd waren door het onheil, dat haar deur van zijn hut. Het afgodsbeeld staarde hem zichzelf zoozeer, maar voor iets dat haar kostgetroffen had... Of.. grijnzend aan. Plotseling schoten- er allerlei woorbaarder was dan haar hartebloed. Plotseling stond hij op; zijn oogen waren den door zijn brein. „Johnl Johnl" Ze schreeuwde het uit, en zat rood-omrand en pijnlijk, maar er lichtte een „Idiootl" scheen de glurende totem te zegplotseling recht overeind in bed. En toen, overgloed in van een innerlijke 'zekerheid. En tergen. „Idioot! Kijk wat Je dwaze inval heeft gemand door vrees, snelde zij naar de deur. wijl hij naar de afgebrande hut keek, waarin daan ... Ga hen achterna en vertel hun de Het monster brulde en schreeuwde nog heel het geluk van Mary tot eenige uren gewaarheid. Haal hen terugl Haal hèèr terug ... I steeds... ze zag nog immer zijn vurige oogen leden nog veilig besloten was geweest, wist hij Denk aan de jaren, die nog voor Je liggen . .." en zijn tong, die als een vlam telkens buiten opeens met stelligheid wat hij doen moest. „Neen..." kreunde Roberts, „neen..." den muil schoot. Ze uitte een kreet van schrik Hij sloop zijn hut binnen, wierp een langen En opeens maakte een hevige woede tegen toen ze de gedaante van een man het pad zag blik naar de slapende vrouw, draaide zich toen het afgodsbeeld zich van hem meester. Plotopsnellen. abrupt om en nam de beide met goud gevulde seling begreep hij, dat hij dat ding moest ver„Gauwl Om 's hemelswil, gauwl" Roberts zakjes, die hij onder een lossen plank in den nielen, omdat het hem anders krankzinnig zou stootte de woorden hijgend uit. Zijn wenkbrauvloer verborgen had. Het goud, dat hij gedurenmaken . . . wen waren afgeschroeid, zijn gezicht zag zwart, de een moeizamen arbeid van zes lange jaren Hij wierp een snellen blik om zich heen, en en zoo leek hij wel een demon, die uit den aan de rivier had ontworsteld. greep toen met een schichtige beweging den nacht was opgerezen. Hij wees naar den feilen Een half uur later had hij zich een weg gebijl die tegen een houten blok bij de hut stond gloed. „We zijn door het vuur ingesloten, maar baand door de verbrande velden en was hij en eer hij zelf wist wat hij deed, sloeg hij met we kunnen door de rivier nog ontkomen . . . druk bezig aan het eind van Johns nieuwen claim. alle macht op den totem los. Het is onze eenige kans ..." Nog terwijl hij bezig was, zag hij John, die in „Je zult me er niet onder krijgen..." schreeuwHij snelde de hut binnen, greep een laken snelle vaart het pad kwam oprijden zonder hem de hij. „Je zult me er niet onder krijgen. .. van het bed, duwde het in een teil met water te zien. Vertel op, waar heeft Janson hel goud verbordie bij de deur stond, sloeg het toen om Mary Tegen twaalf uur zat John in Roberts' hut, gen . . .11" heen, die als verdwaasd van angst was. Voor hand in hand met Mary. Ze staarden hopeloos De bijl kwam niet felle slagen op hel houten zijn eigen gezicht bond hij een natten handvoor zich uit, naar hun verbrande hut, waarvan afgodsbeeld neer en toen opeens klonk er een doek, wierp Mary toen als een zak over zijn de stammen en blokken nog na-gloeiden. eigenaardig geluid en Roberts viel op zijn hanschouder en wankelde naar den ring van vuur. . Roberts trad op hen toe. den en knieën. Eerst znuwachtig lachend maar Met zijn hoofd omlaag, drong hij de hel binnen „Kerel," zei hij, „ik heb eens nagedacht. Over toen snikkend van opluchting, graaide hij langs op de eenige plaats, waar de vlammen het dien claim van je. Ik ben er een paar dagen den grond ... laagst schenen. De lucht om hem heen siste, de geleden wezen kijken. Heb Je al eens een onderDe zon kwam langzaam boven de bergen uil gloeiende hitte bemoeilijkte zijn ademhaling. zoek aan het einde er van ingesteld? Er is een en vergulde de knielende gedaante van een man, Plotseling voelde hij, hoe» het lichaam van Mary kans, dat Je dèar wat goud zult vinden . . ." die gretig grabbelde naar de stukken goud, die als willoos neerhing, er hij wist, dat zij beLaat dien middag kwam John hard naar huis uit het holle afgodsbeeld waren gevallen, waarin wusteloos was geworden. rennen. Hij schreeuwde luid en onverstaanbaar. Janson ze verborgen had . . .
<.':
[pnlk 1%
,ia
^g<
[l!
w m4Ä V
n
•• «*■ *■«■ »Hfl,«,,. .^
y
%
r
1720—09.
V
u 720—10.
■
.
iTrtof. «et ruim
„„hriri*** TT. aUerlief8te i^taJbovensWif' ™£L malen. 20_io, Dit ^^ opg^tf ordje « eemge rokje *ul?f *
sluit m
dett
jlt
patroon verarm
1720—11.
-
m Pair.i>ef^ie
meisjesjas va
aoodigd: MS »' *patr00n ^^ » r'M breeavo. .aar.
te
stof 6^
de van
"an de
h
ierb, Pst ro Modell,en ^'yn "e/ 'aar bi r <>sir,af;e ««e ::' *dm ini. "an s ( ffen de. ons bi'ad Prijs '0, 25 "an Per stuk.
g&flë
'17«)—M.
dilemna".
(fote Mira - Den Haag)
Midden in de enorme kamer - wel geteld staan er drie divans ert twe* schrijftafels - een zaal bijkans, met openslaande balcondeuren en plafond-hooge ramen, die een schilder in verrukking zouden brengen vanwege de kostelijke lichtvalling. staat een mollige bruine fauteuil. Het licht van den zonnigen Septemberdag valt overdadig op de ruggen van dichte rijen boeken, op kleurige kostuumontwerpen achter glas aan de wanden en op een fotografische vergrooting van _een Perzisch miniatuurtje, dat een elegante jongedame in beeld brengt, die haar heer en meester een kop geurige thee overhandigt terwijl deze voornaam en hooghartig zich koestert 'n de schaduw van een fantastisch gevormden boom Het moet aangenaam ontwaken zijn met den blik op dit gebaar van vrouwene genegenheid. Ik vermoed het slechts, maar de gastheer, die mijn gedachten heeft geraden, bevestigt het en merkt op, dat het «|.-LS' w.«nneer een vrouw er iederen morgen op zoo onopW J2e «II n ' T WL0rdt herinnerd. dal een kop thee wel smaken zall De vrouw des huizes begrijpt dien wenk, maar daar het reeds tegen elf uur loopt, komt ze met een kom chocolade aanoragen en het gebaar, waarmee mij die lafenis wordt toegereikt is niet minder gracieus dan van de Perzische juffrouw met het goudkleurige gewaad boven één van de drie divans De bru-me fauteuil blijft inmiddels onbezet. De gastheer lang slank en nriet een paar ironisch lachende oogen achter een dik rt«"ü "w 'J 'V' de VOOrkeUr "" te 9eVen het interview staande af te doen Als ik er reeds aan twijfel of hij nog wel zal gaan zitten valt hij op eén der armleuningen neer, plant zijn voeten op de zitting en miskent zoo de goede kwaliteiten van een vakkundig en smaakvol vervaardigd meubelstuk Lang blijft hij zoo ook niet zitten, want Johan de Meester ir hX^n .en aCteUr uan het Resident!e Tooneel, is een beweeglijk heer. Dat junior achter zijn naam is reeds sedert eenige jaren verdwenen „Sedert den dood van mijn vader." De blik gaat naar het kleine portretje aan den muur vanwaar de oude heer wiens literair-journalistieke arbeid aan de N.R.C, de letterkundige
tikr9'"9HV^
aChti9
1
"IT
alle linies hiel
P '•»•vlw.n - ons een
,. UT"!.*- Hel is niet pretti9 onder de °°3e" van den bekendsten en talentvolslen kunstredacteur, welke kende, een interview aan diens zoon af te nemen/vooral t 'n0" JS00 b,we«'»,iik '« a'* kwik. Zoowel letterlijk als HTÄ ,?•.Meeïtr nie» "«"9 OP één plaats blijven zitten. HIJ heeft in zijn leven dan ook al heel wat gezworven en reeds op jeugdigen leeftijd lange jaren in het buitenland gewerkt Wie weMirM wellicht ons land fl TL
OPSaat erVa a rl dat hi M^TR | ' zel,s in het Theatre du l TL ' SSel r™ Vu 5" X het Théêtre de la P°tièr« ^ P"«» 9astregie heeft gevoerd. Dat zijn echter nuchtere vermeldingen, maar men moet hem daarover zelf hooren vertellen. Het was de tijd
s'chaoi6*
rmSCh.e ^""'r1«'- Dr. de Gruyter was dit gezel
schapje in de oor ogsjaren begonnen als fronttooneel. Gedeeltelijk in uniform gekleed, speelde men „Jozef in Dothan". Uit dit 5eze schapje groeide het Vlaamsche Volkstooneel. Toen dr de Gruvter directeur van den Koninklijken Schouwburg te Äntverpen Ä k eeg De Meester de leiding van het troepje. Vijf jaren heef hg er gewerkt. Er heerschten daar toestanden, die men thans
fantastisch zou noemen
Anderhalve maand werd er op één stuk
Dan lWee è drie re etities kwameleoeordhetaan P «" he" SÏ vo ^K licht • u b^wToin - Het was in de dagen, dat de Vlaamsche | «»
iuLTT9»
t 9en e ! 1 r
™ri
,iep
-
0veral
tegenwerking, en
ju.st die tegenstand gaf den leden van het kleine gezelschapje voor h ' deLn u^ti6" ^i* amSCh U strijden"
alleS
^roverende enthousiasme om ,ot het publiek te bren en 9 .
t00neel
ni^R Warfn.in1GLL, be9onnen. m«r ik gaf er de voorkeur aan naar Brusse te trekken, waar hel Fransche tooneel bloeide. In een klein straatje achter de Beurs, de Rue Plétins, bevond zich «,l T? "u1. Van e^ Katholieke Arbeiderso^anisatie. Die zaal had een klem (ooneeltje met een opening van misschien
touwttr.
touwtjes
vlaaiTch
T Tet!r- PP
■
het tooneel hin en
0
d
e
d
"ors aan
maar dat hnderde niet. Geld voor goede decors had64
r - ^f L
Peelden
er
"
Marieke
^an Nimwegen" in
enStl jl we oTlr «„■ . «H^iWaS a,les er9 Primitie,' al beschikten dood !„ ? 9l voortreffelijke acteurs. De pers zweeg ons echter dood en toeschouwers, behalve de weinige Vlaamsche intellectueelen die in Brussel woonden, s «,.«..,,... _ .. kwamen er niet. We waren echter Het echtpaar De Meester jong en overmoedig en wanneer (fo(o .,R/m./W - Den Ha.9) men ons werk meende te moeten
m
^^—^
nieuwe opvatting uit. Tol nu toe had men in miskennen dan zouden we in he hart ons land, bij de opvoeringen onder regie van van Frankrijk de waardeering gaan oogsten die Verkade. Wilde's taal als serieuze salon-taal uit ons toekwam. We trokken naar Panjs en het die dagen aanvaard. De Meester verwierp die gelukte ons een zaal in het Theatre des Champs gedachte. Hij liet het stuk spelen naar de Elysées ter beschikking te krijgen. Iemand slaagmusical comedy toe. omdat hij de mening is de er in het beroemde première-publiek voor toegedaan, dat ook Wilde den draak slak met ons te mobiliseeren en alhoewel niemand er zijn figuren. • . . een woord van verstond, was het een doorslaand Men kan daarover van gedachten wisselen en succes. De Fransche kranten schreven vol waarhel is prettig mei een man van De Meesters deering en bewondering en ook de Belgische ontwikkeling en ervaring daarover te pralen. HIJ bladen moesten nu wel aandacht besteden aan zit vol ideeën en over hel tooneel en alles wat het succes van een Vlaamsch gezelschap in daarmee verband houdt, zou hij dagen kunnen Parijs Zoo kreeg ik contact met Jules Delacre, praten. Zeker, hel tooneel ondervindt de nadie in het Brusselsche Théatre du Marais een deelen van de verduistering en van andere beFransch avant garde-tooneel bezat. Ook in palingen, maar anderzijds wordt daardoor de Brussel stond men toen niet meer afwijzend gelegenheid geschapen lot intensief werken. Het tegenover ons streven en het publiek kwam. reizen en trekken staal, 't is te hopen maar kort, De bekroning van ons werk werd evenwel de geheel stil. _ . Ui^j* opvoering welke we op uitnoodiging van KoBehalve zonnebaden op Scheveningen biedt ning Albert in het paleis te Laeken gaven van dat voor De Meester de gelegenheid «Ich geStrawinsky's „Geschiedenis van den boldaat heel en al te verdiepen in 't groote werk dal hij in de vertaling van Nijhoff. Dat was de eerste voorbereidt, dat de gebeurtenis van hel lookeer dat in het palets een Vlaamsche opvoering neelseizoen zal worden; de opvoering van werd gegeven. De Koning had honderd WaalGoethe's „Faust", deel I en II in een voorsche en eenzelfde aantal Vlaamsche intellecstelling. .. tueelen genoodigd die in het kleine hoftheater, Een kostelijke opgave voor een regisseur, hel dat voor Leopoldll werd gebouwd, door elkaar geweldigste drama aller lijden voor hel voetwerden geplaatst, hetgeen de verbroedering in Mcht te kunnen brengen. Er zal bekort dienen de hand zou werken. Zelfs waren de Vlamingen te worden, want deel 1 en II tezamen zouden ér in geslaagd Stijn Streuvels met een kar af evenveel tijd vorderen als drie ä vier gewone te halen en naar Laeken te brengen stukken in verzen. In ons land zijn de beide Het gesprek komt dan weer op het reizen. deelen nog nooit in één voorstelling voor het Stapels foto-albums bewaren de herinnering aan voetlicht gebracht. ,., . . j u Maar zoo zal dan eindelijk een Nederlandsch De Meesters tochten. De snapshots van zijn Rusregisseur gelegenheid krijgen hel grootsche sische reis liggen nu zoo voor het grijpen. levenswerk van Duitschlands groolsten dichter Ik ga Tsjechow's „Kersentuin" regisseeren. voor hel voetlicht te brengen. Er zou h.erove Daarbij zijn die foto's van niet te onderschatten heel wat te zeggen zijn: over den '^oud, over waarde. Je ziet er de sfeer op, waarin hel stuk zal worden gespeeld. Vooral voor de decors regie-opvattingen en wat d'es ^ .I,J- *°" heirleger van commentatoren heeft in dep 'oop zijn die kiekjes schitterend materiaal. der jaren gepoogd den lezer hel doordringen De interviewer bewaart de herinnering aan in dén Faust te vergemakkelijken en misschien een prachtige opvoering van dit drama in hel Haagsche Odeon Theater door het Moskauer Künstler Theater en maakl daar een opmerking over. Aanstonds is De Meesters aandacht geboeid. Hij heeft zijn plaats op de armleuning van den bruinen fauteuil weer ingenomen. „Ik heb nog niemand ontmoet die het stuk van de Russen heeft gezien. Een Nederlandsch gezelschap heeft het nog nooit gespeeld. Maar hoe kwam U dan tot die keuze? . 'jeder gezelschap heeft wel eenige lievelingsideeën in reserve. In dat opzicht hebben Dirk Verbeek en ik vaak dezelfde favorieten. Vrijwel tegelijkertijd opperden we het plan „De Kersentuin" uit te brengen, ledere acteur, die het stuk gelezen heeft, is er dol op, al vergt het van den acteur psychologisch heel veel. Het is echter een stuk dat je niet zoo maar kunt uitbrengen. Je moet er een eigen publiek voor hebben. En dat hebben wij in de residentie verworven. Er is contact tusschen het publiek van den Schouwburg en ons gezelschap Dan kun je wat wagen. Vergeet U niet dat dit stuk het uitgangspunt van een geheel nieuwen tooneelstijl was. Tsjechow brak met alle resten van de oude theatraliteit. Het is een stuk vol menschelijkheid, eenvoud en waarachtigheid. Fie Carelsen zal er de hoofdrol in spelen. Hebt U haar gezien in „Roofvogels"? Prachtig was dal. hè? Zij speelt de rol van de eigenares van den Kersentuin. Die rol werd eens gespeeld door Knipr Tsjechowa, de echtgenoole van den schrijver. Ze maakte deel uit van een klein, onbeteekenend gezelschapje dat nieuwe wegen op tooneelgebied insloeg. Daarom gaf Tsjechow er zijn stuk aan. Blijkbaar maakte de hoofdrolvertolkster ook buiten het stuk om diepen indruk op den schrijver, want korten lijd later werd zij zijn echtgenoole." , Ongetwijfeld mag men nieuwsgierig zijn naar de wijze waarop De Meester dit sluk voor hel voetlicht zal brengen. In het vorige seizoen regisseerde hij vier stukken: „De Ernst van Ernst , „Roofvogels", „Nummer 6" en „De Koopman •van Venetië". Bij de regie van Wilde's „Ernst van Ernst" ging De Meester van een geheel o Johan de Meester als Lucifer met Caro van Eyck als Raphael in Vondels treurspel. (foto Mir» - Den Haag)
juist daarom duizenden afgeschrikt. Ongetwijfeld krijgt de toeschouwer in hel tweede deel van den Faust zijn ontroering niet zoo kant en klaar opgeschept als het geval is met de op het gevoel werkende Grelchen-figuur in t eersle deel. Het zwaartepunt heeft men steeds op ^reetje gelegd," zegt De Meester, „maar het tweede dee is belangrijker." De regisseur zegt het Goethe s vriend Eckermann na, die na de lezing van het voltooide handschrift, in 1831, lol den grijzen dichlervorst opmerkte: „In dit tweede dee openbaart zich toch wel een veel rijkere wereld dan in het eerste." . , Die rijke wereld, dit uit het innerlijkste zieleleven opgebloeide poëem, onuitputtelijk aan wijsheid en schoonheid, deze geheele Faust, hij T van begin tot einde de uilbeeld.ng van ^et is/'zegt De Meester, „de groei van een menschenziel. . , Zoo met diezelfde liefde en overgave, hee« De Meester nog eens gewerkt om een groot kunstenaar nader tol het hedendaagsche publiek te brengen. Dat was een vaderlandsche figuur, het was Rembrandt. „._,_.... «, Reeds toen hij bij Prof. Carl Frohch. te Berlijn in de geheimen van het filmbedrijf werd ingewijd, schreef hij een draaiboek voor een Rembrandt-film. Dal draaiboek maakte vele omzwervingen, maar leidde toch eindelijk lol de verwezenlijking van vele en velerlei plannen. Hel resultaat was de bekende Rembrandt-film in ons land heeft De Meester slechts eenmaal meegewerkt aan hel lot stand komen van een film, terwijl hij in de verfilming van Pygmalion de rol van Prof. Higgins vertolkte. Toch heeft het tooneel hem niet losgelaten. De film heeft hel in zijn leven niet gewonnen. Hij bleef hel tooneel trouw en dal hij met alleen als regisseur, maar ook als acteur groote verdiensten heeft, wie zou dal. zeker na zijn prachtige creatie als Lucifer in Vondels onvergankelljk schoone treurspel, willen tegensprekeg||
BU M © IR
i. 'M
I
§ V
-o u m u ' CU* o u
c > u u
rj
♦J
N
V
T!
f—(
«
>
- rt I) C
u u
o
j.
'I
os os
C
u 6C c 'c 9 w '*
o^ :
U
• • • C u «^ C T3
-a c
Hl o
-T3
> Ji • S
J5
«5
«.« c >
W).
'TJ
S U H V, C
J3 u tn u Ö Q «< N <« _, C
co
Ui
e c O
•3 2 c
a| 1 . «i 's d s
Sb o N o
Kaartlegster: „Een man in uniform staat op het punt in uw leven te komen ..." (Das. III. Blatt)
■
„Hindert niet - hij komt direct terug, 't Is elastiekl"
a
S w> :
i
O
8 ri 2 .
s
W
3 S « ëu
>
«
OS
|s ■5 « *i 'ä" 1 ij "« Ma
u
u
u
«
N
'T1
«
c
u u
O
00
o
J:
2--. ^cö-ig
Echtgenoot (zijn vrouw met een nieuwe foto van hem verrassend): „Nou, hoe bevalt je die foto?" Zij: „Hoe kan die foto me nu bevallen? Er ontbreken twee knoopen aan je jas." „Ha, zie je het nu eindelijk? Daarom heb ik die foto juist laten makenl"
O
u
^ S.l « ë5 I' ? W3 •'->
-O
c o
-a
U
13 ^ ^ ^ j
• -w o «
N U
i
v. «
c Q u —i -o
s
„Merkwaardig, Marie, ik zou er een eed op durven doen, dat Ik daarnet mijn bril heb opgezet!" (III. Beobachter)
-^
is o,*'133'
«I
■
3'S,J5.-,-&»2!LH ^5 I-H « «J
dl
^
C
r «
J >■
J5 N
Hij werd gearresteerd en trok zijn regenjas aan om met de politie mee te gaan. „Do« Je winterjas aan!" riep zijn vrouw, tusschen haar tranen door. „Mijn winterjas? Midden in den zomer ... ?" „Je krijgt minstens een half jaar, en dan kom je er midden in den winter uit..."
cS
u
V
e ö>2 g
„Als u mijn huiswerk maakt, pappie, zal ik u vertellen waar mams uw pijp heeft verstopt." (Die Koralle)
l Il§a13gl| ^1 O'S-? "Ö Ö R „ 13 C S *• ^11 ö
s
:
f &f^.wF
C3 -« H « rt ö ^
J3 -JJ 'S M) «
'•2'Fs 2
o, w o B _
> äs 5) w 5 ^ V
u'-e
N
>
sCS ^J<«
g aj|3. J3 N
rt ? e 3
— C 4J Ö
"rt
•o, ^H es u ? s 5 älS**
i|ssl-8lti.ri1^§lra 1—1
SP05 1] fe C4
U
Si
O
aflt ggt^ttNg^1' .f'a a»^ 8 ^
8| ö SPil'S IJ? S e-S-2 O
.Geloof je nu, dat mijn remmen in orde zijn?"
, .."U mo1*t niet op hij Ja wel met rust."
heni
,etten
' mijnheer. Loop gewoon door, dan laat
^i
§
" " Sr u
g ö
1
O f«
■M
11
1 "
(N O
v 13
*' , ^ ?r o
o o
2.^
CS o.
OQ
f» n ^ <*?
n .
rt
ir
p I-I P ^ OTQ
« ö
a
CA
S rt
ï
o N tr1 « »o n w
«j
M
3
o ZT«■v £._ 3
pS§S3"2rtrtnrtO
rt
rt « 2
3
w.
O.
=. g
<
^ rt
o CL
_
3 ' p
Ti
<"§
iT
CL
s
3rt
3
3" P P
N
3
115
S
§§ p ^
3^n.
P p
O
i-t rt
I
3
34?
«w 3
X*
^ S
P P <-*■
1
3
5k U.
x-p
«f
O
=
< 'S^SIE'CL^ rt
«.«:
Oft^^lZOlN werker met zijn partner, Mej. R. G^a<:el['. voor het Polygoonjournaal gedanst is. Wij laten voor onze lezers en lezeressen hieronder de beschrijving volgen.
ff n, g"
• ö-
o ^ c rt • « I-I rt 3 rt ü o „^ - ffi 'n 3 rt o. g.?^ m?^ c 2 SP rt TT 3 o rt e rt ^ »^ PT* EL 3 CL rt ^wJ rff?s ■ - 2 - rt rt g,
'Srt
N
3
2-CL355 go •
s
S'ft 3 ^ I'S-
rtrt
^^8 o*§5"3
t
rt> M■ 3 &• ^ <• &• s 3
t
ff a I "
3
ë•1
8-
ff
rt ? 3 — § 8 s ö 3 ^i
<» 3 ^ s f S
Fig. 1. De Film-pas. Stap voorwaarts met den I.V. op den teen, knie ontspannen (tel' 1). Strek de knie en druk den hiel aan den grond (tel en). Herhaal dit met r.l.r. (tel 2 en, 3 en, 4 en) • Zwaai gelijktijdig met de armen, 2 maten.
3 Äs-3 ^^—a o
g g ä a-S «
:J
FILMPAS 1940 4/4 maat (muziek de Cosy-trot of een andere foxtrott). Snelheid ongeveer 46 maten per minuut. Heer begint met den I.V., dame r.v. De partners staan naast elkander, het gezicht in de dansrichting. Beschrijving voor den heer.
rtpSgoa-orHT1 3" PP ►1
P
5.^R-3^S:OS
P
3
on? Si p n p en; 2-SLS G. rt cS o*tw rt •H rt 5' < Q, ^ rt rt , t« ff JLöd? (Tl N 3 -" Art" r^ CL ".OP D-2.Ó5 ff ÄCL (ï5 P :
P
■f ^ o.© 3»
Q.S K3 X
rt
ä
*" rt
CL
s
SN
O 3 CW
os: o o.
3
1 ê-'r 11
P
fa *—*
rt
KV
va: p er. f» 5^ p n ^ 3 a.■ P•13 't li f» c rt f» Q. O C- rt rt p Si ■" ►+ X 3 a-S. rt . p ff 3 5 3 r. S ft Q P cro g rt it N>—*—^2 s! .K*' < 3^ N C < ^J- ^ 3 o: • „ CL "1 P O rt P rt p Q. g rt t« M rt^^" rt S-3 BVSg rt rt __ rt **2 « a-a^ Q. 5 1 M 3 Scg .0. p sr S rt 3 PWO- g3 ar rt.013: < < N O rt rt rt a «. ►O p3 PP-3P OO sr CL rt ?3 ^ 5- •< 1-1 rt 'T)
-. 5 rt f» rt a
5
Sä"3 g 3 05 &■' 3crp "" ^ P O -rt p •*• trCfQ
K p
CL rt
N
^^^™
a
CL rt © 5 ^ 3 *5 ^ 2L ST
il
■— = >*-
rt
H^H
■"""■■^^^
^ c rt 5 3n ft P
De Cirkel
Fig. 2. De stel-pas. Heet met r.arm, dame met l.arm om de taille. Plaats l.v. op den teen voorwaarts (tel 1). Ontspan r.knie en druk r.hiel op den grond (tel en). Plaats l.v. op den teen achterwaarts (tel 2). Ontspan r.knie en druk r.hiel op den grond (tel en). Vervolgens 2 filmpassen (tel ? en 4 en) 2 maten. Herhaal figuur 2, 2 maten.
P
3
3P
Fig. 3. De cirkel. Heet en dame beiden r.arm om de taille, en gaan met 4 filmpassen rond naar rechts, waarbij met de l.hand wordt gewuifd. 2 maten. Fig. 4. De chassé-sprong.
Staan weer naast elkaar als in fig. I. 2 filmpassen voorwaarts (tel 1 en, 2 en).
ssH
Do Slel-pat
s-H,^ a.« rs-a a-^-ë ^a^ I
Bij den aanvang van het nieuwe dansseizoen staken wij ons licht eens op, bij onzen medewerker Tom Muelink, dansleeraar te Amsterdam, die ons het volgende vertelde: „Er is door het Comité van Opbouw der Nederlandsche dansleerarenorganisatie een eenheidsprogramma opgesteld, dat naast vele nieuwe variaties (van Hollandsche dansleeraren afkomstig) in het bestaande dansprogramma een nieuwen dans bevat, die eveneens van vaderlandschen bodem stamt. Deze dans is de inmiddels reeds bekende Filmpas 1940, welke o.a. door onzen mede-
De Chassé-sprong Nu iets naar elkaar draaien tot tegenover elkander. Dan heer I.V., dame r.v. zijwaarts, anderen voet aanschuiven, vervolgens kleine sprong op l.v., dame r.v. (tel 3 «"• 4) (Chassé's) en gelijktijdig anderen voet achterwaarts opheffen (tel en) , 2 maten, herhaal fig. 4, beginnen met den anderen voet (doch ruggen naar elkaar), 2 maten. Nu in normale danshouding. Fig. 5. De cftassé rond, met 4 chassé's, zooals beschreven in fig. 4, 2 draaien rechts, 4 maten, herhalen, totaal 16 maten. Tijdens den geheelen dans kijkt men elkaar aan, behalve bij de herhaling van fig. 4\ (foto's Z. D. Fraenkel, Am»terdam)
VeOR ELKE
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 18 SEPTEMBER OPLOSSING. KRUISWOORDR AADSEL
KOL N E 0
E|
tr 1
Z
i£ia ME R K Lh^ N K EJT
ui
RFOO S
% i
IS'T E
LL N
Al K R A M MIE N
MME N
E 6
T E K E N
E E
sV
0
In deze roulette moeten woorden worden ingevuld (in de richting v«n de wijzer« v«n de klok, in ieder vakje één letter) van de volgende beteekenii: 0—IJ = rund 19 —21 = '«»•«tbrek, weerdoor de kont gaat bederven 2—25 — voorzetsel 17— 6 = boomtak 27—13 = voorzette! 36 = muzieknoot 11—10 = ttoot 5—33 — deel van een boom 1— 9 = interett 22—28 — houding 12—26 = natuur
n
-
EIT
L|A 0 £ _II0 E fc| ' "
Bij juiste invulling zijn er drie woorden ontslaan: van 0—36 = vaccinatie „ 11—33 = handbedekkend gevett van een degen „ 1—2» = vaatttaand bedrag
1 E R
Tl MU A
«1OE n|
KRUISWOORDRAADSEl
OPLOSSING INVULRAADSEL D B K M B J E 0 L
R A A C
C E 0
1
U
u
D 0 K 1
1
T
E 6 6
7T
A E p E
t n R E
E B ß 8 T T
N T T 1
R R M V
E M A A S
^ï"
A R
H 0
i
L
T
E E R M
<, L K E E
B L A L
E C
E A N IJ E V A E
TH
L
"ii"
T 1
E L M A fl D A M n S T S DOOR
DE
MAND
VALLEN
1. 5. 8. 11. 13.
DE PRIJSWINNAARS
FILMSTERPUZZLE
ROULETTERAADSEL
Horizontaal: vogel gekneed mengtel etralen schieten muzieknoot afkorting op recepten
14. eind
17. meitjetnaam 19. korengewa« 20. zangstem 21. hert 23. kleedingttuk 24. vogel 26. tchrede 28. namelijk (afkorting) 29. muzieknoot 30. katt 35. aanloop, vuur 36. metaal
Horizontaal! 1. vod 3. huid 6. plantje 7. jongentnaam 8a. laattt 10. it het werk van een landbouwer 12. voorzettel 13. bolgewat 15. lidwoord 16. natuur 18. afkorting van een gewicht 20. meitjetnaam 21. rund 22. afkorting indien men onbekend wentcht te blijven 23. regitter 24. boom 27. bid (Latijn) 29. uitroep 30. afkorting van een inhoudtmaat 33. afkorting van een titel 34 en 41. naam van de afgebeelde. filmtter 37. muzieknoot 38. afkorting op recepten 39. voorzettel 43. voorzettel 44. voorzettel 46. kleur 48. laagte tuttchen heuvels 49. verharding van de opperhuid 1. 2. 4. 5.
Verticaal: verdriet vitch lengtemaat jongentnaam
2
1'
■'' ii
10
■■
1d
5
^3
5
4
5*
9
12
15 18
23 27
■
■
19
'SS*
51
m
w
1
16
m
58
28
|^H 46
6. meterton (afkorting) 8. voorzetsel 9. lang buigzaam dun hout 11. zintuig 13. vaat 14. meitjetnaam 17. in het jaar
19. 21. 25. 26. 28. 31. 32.
1?
14
'
^^^B
22
42
1^
!:
20
35
34
»45
^
TM 30
■ ■J ■ ■ 6
1^ aanhoudend lachen bepaald toort brood een keelgeluid mond (zeew.) traag bereide dierenhuid beenig gedeelte in vleetch
24
2b
1
29 i>t
36
■;w
26
■
H| 40
■^ ^H 35. tpinrag wegnemen 36. afkorting van een lengtemaat 40. wat getproken wordt 42. familielid 45. familielid 47. landbouwwerktuig
Wij ttellen een hoofd prijt van ƒ 2.50 en tien filmfoto't betchikbaar om te verdeelen onder de goede oplossers.
OPLOSSING STERRAADSEL
1. 2. 3. 4. 5.
vogel muzieknoot tuttchenwerptel familielid lidwoord
INVULRAADSEL
P
1
M
K
7. 9. 10. 12. 13. 15. 16.
LAi. ' ZIIlIIE
TTTT
'[»[«['
B|*|li|c
-———
-1±J_± 0
sees
o > TT
—i——
^.J_
'
OPLOSSING KAMRAADSEL
W
G
0
n
n
U
E
T
M
&
M
E
A
A
T
E
,fi
T
L
V
M
E
1
E
R
D
M
E
M
K
R
A
N
D
J
A
N
A
18. 22. 25. 27, 30. 31. 32. 33. 34.
SCHAKELWOORDRAADSEL
hongerig deel van een matt den lezer heil (Lat. afk.) voegwoord meitjetnaam naar beneden gaan Turkache tarwe (Zuid-Afr.) vlijtig troep lengtemaat voertuig meitjetnaam meisjesnaam persoonlijk voornaamwoord ala no, 25 verticaal meitjetnaam
DE
•ven
nerf
leed
oom
•er aar
rook
pook over weg
eik lier iet
an,woord in
»•octob^ïr^Arv.. Noordeinde 8, Lelden. Op
'• "nden
briefkaart of enveloppe vermelden : Amateur-Detective 9 October. DE OPLOSSING VAN HET VOORLAATSTE FOTO-PROBLEEM ^
^ie van onze lazert kan om zeggen, wat dit gedeelte van een foto voorstelt? Wij zullen weer een prijs van f. 2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, dia ons *-n goed antwoord zenden. De verdeeling der
filmpuzzle
verwierf:
mejuHrouw K. den Hartogh, 's-Gravenhage; den heer M. Mudde, Ukkerkerk; den heer W. Nales, Rotterdam; den heer H. Beekman, Amsterdam; den heer Th. Bekhof, Apeldoorn; den heer C. J. de Heiden, Leiden; den heer J. Gruben, Deventer; den heer H. Hartogsöhn, Winschoten; den heer A. J. Wijtenburg, Amsterdam.
Voor goede oplossingen van iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 4 prijzen van ƒ 2.50 elk en 16 troostprijzen.
Sl!!Sln„Sr,C^l,d* OP .T .•"•'"•'. ""rblj alle Inzenders ven l^d^Xy'V^u' k'7r hebb>n "P ''•, -"Mgenvan
OPLOSSING FILMSTERPUZZLE VOORZETRAADSEL
de
ONZE PRIJZEN.
AMAriiui^DErrrTiA/r
d
Den hoofdprijs van
de heer A. M. Warnier, Scheveningen.
mejuHrouw L. Timmer, Winschoten;
6. voegwoord
———— "lil"!0
De troostprijzen konden worden toegekend aan: mevrouw Van Baren, Blauwkapel; mevrouw J.Cohen-Maas, Amsterdam; mevrouw Bruens, Amsterdam; mejuHrouw D. M. H. Jarigse, Twello; mejuHrouw M. Donker, Amsterdam; den heer W. Spoel, Schiedam; den heer E. Unkel, Amsterdam; den heer D. Krook, Schiedam; den heer D. Steeman, Amsterdam; den heer Ch. den Arend, Rotterdam; den heef P. A. Smits, 's-Gravenhage; den heer J. v. Oeveren, Amstelveen; den heer F. P. Harte, Rotterdam; den heer S. Halbersma, Leeuwarden; den heer N. Boots, Z.O.-Beemster; den heer C. v. OeHelen, Deventer; den heer J. B. Huizer, Rotterdam; den heer W. Hofland, 's-Gravenhage; den heer M. Swemmelaar, Rotterdam; den heer H. de Priester, Borsele.
De troostprijzen vielen ten deel aan:
Verticaal:
OPLOSSING KWADRATENRAADSEL
De hoofdprijzen werden dere week verworven door: mevrouw F. A. v. d. Bosch-v. E$. 's-Gravenhage; mejuHrouw D. J. de KnijH, 's-Gravenhage; mejuHrouw T. Dlsne*, 's-Gravenhage; den heer R. Bloemheuvel, Apeldoorn; den heer F. v. d. Stijl, 's-Gravenhage.
De hoofdprijs ven f, 2,50 kon deze week worden toegekend aan: mej. D, do Ruller', Zoetermeer, De troostprijzen vielen ten deel aan: mej, N, Boersma, Leeuwarden; mej, CMTrlmp, Rotterdam,
«
^^^FW
,
vwr
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
medeklinker spinneweb los gelaten draden van geweven stof maaltijd houden een dikke, weeke substantie dakbedekking medeklinker De te gebruiken letters: a, a, a, e, e, e, e, e, e, f, f, g, g, i, L L L L L n> n' r, r, t, t.
Door in de cirkelt klinkert en in de vierkanten medeklinkers te plaatten, verkrijgt men in deze (iguur zet rijen woorden, elk van vijf lettert. Verwijder nu de middeltte letter van ieder dezer woorden, waardoor andere woorden van vier lettert elk zullen overblijven. De omtchrijving dezer woorden vindt men hieronder gegeven. De verwijderde lettert, d.w.z. de letter» uit de horizontale rij no. 7, vormen tezamen den naam van een gemi«. 1. dierenhuid (bereid) 2. uittchot van fruit 3. wattafel, waaruit de honingbij haar woning bouwt 4. dient tot aftluiting 5. twee bij elkaar behoorendc dingen 6. die in Denemarken woont
DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 9 Oct. in te zenden aan Dr.Puzzelaar,Noordeinde 8, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 9 Oct.
——^
HISTORISCH
ALLERLEI HAENDELS INVALLEN. De beroemde componist Handel hield xeer veel van de vreugden van de tafel en van den wijn. Op een keer had hij verscheidene musici bij zich te eten genoodigd. Midden onder den maaltijd, riep Händel plotseling uit: „Daar valt mij iets in. .." Hij stond op en begaf zich naar de kamer er naast, »jn studeerkamer. •. Zijn gasten verzochten hem, zich vooral niet te geneeren: het zou hun werkelijk spijten, indien door hun schuld een van zijn geniale invallen voor de wereld verloren ging... Händel bedankte voor deze woorden, doch hij kreeg, weer teruggekomen, daarna nog zoo vaak „invallen", dat eindelijk een der gasten opstond en nieuwsgierig door het sleutelgat Hans van Meerten,
Corrie Kore-
keek... Hij zag nu echter, dat Händel heelemaal met bezig was met muziek te schrijven, doch met. ..
vaar en Louis Saalborn.
Qe N.V. Het Nederlandsch Tooneel gaf in den Amsterdamschen
Stadsschouwburg de première van „Een
Hans van Meerten, Cerrie
Amster-
Korevaar,
darrische
Eduard Palmers en Anton Roemer.
jongen
DERTIG SECONDEN LIEFDE DOOR DE N.V. „HET RESIDENTIETOONEEL" OPGEVOERD IN DEN STADSSCHOUWBURG TE 'S-GRAVENISGE TT 8«^ldige aanbidderren rdfs mlZf^ ^J ' e. ma,,Cen' ^^n** """naars, Althans . . . als men Aldo de BenedeW maa ae L"'ndle^e,flr'f hauPpen in zich vereenigen blijspel heeft geschreven en dien men ^.t^llX.'n ' ^ IUChti9e' ^^ amUSante ma9 ö^n, wat er i^ menig rematch vrouw^^ toevertrouwen te be-
gaa, ^Zrtot S'd^efSjn" t^n ^TTt'^ ^ de —'^ hoofdpersoon ook hun meening niet ov" lun^n ÏA). Me^dÏ^Ï 11%™ A ^ ^ ^^ « een man, die puur en alleen uit bewonderino * n 1. J i P ^ hart: wat idenkt U van van een jonge, mooie vrouw wacht waS^nl^. T '^f^ da9 Voor het h™ m0 beloond ziet. als zij hem (natuurMik T onoêluM?„% ! "^ dif Xijn geduld eindeliik den auto rijdt; die aan haar een gecompliceerd, h^l \ van haar echtgenoot overJ ÜMeeken dankt; die via zü3vocaat e.n XÄ *** ^ "^^ en een 'evenslang
of
Guus Oster
al, Amsterdamsche het buskruit.
Jongen
ontdekt
(FoU).t VFB)
m
het buskruitverraad in 1622" van mr. Jacob van Lennep. Hierbij een drietal scènes uit deze opvoering.
wijn drinken! . ■ . Het geval werd later verklaard. Händel had van een zijner vereerders een paar flesschen Bourgogne gekegen. Het was niet voldoende om er ook zïjn gasten van te laten deelen; Händel verlangde er echter te veel naar, om dezen wijn bij zijn diner te kunnen ontberen. Daarom had hij er deze list op verzonnenl EEN ONTMOETING. Op zekeren dag zag Leonardo da Vinci in het klooster Santa Maria Novella, waar hij zijn werk „De slag bij Anghiari" had tentoongesteld, een jongeman, die
r
■
1
ving uit het Paradijs zijn afgebeeld. Hij was geheel in den aanblik van het meesterwerk verzonken, en toen men hem vroeg, hoe hij het vond, antwoordde hij: „Het is zóó prachtig, dat het wel de deur van het Paradijs zou kunnen zijnl" GOETHE EN ZIJN SLAGER.
Dit is een uitstekend receptje voor Uw man tegen zijn rheumatiek In een paar minuten zelf gemaakt. Wanneer U of Uw man al lang last heeft van rheumatiek, neem dan eens een proef met dit recept om de pijn te verdrijven. Haal bij Uw apotheker of drogist 85 gram terpentijn en 15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd). Een 15 grams-fleschje Rheumagic-olie kost maar 65 cent, dus met de terpentijn bent U voor ongeveer drie kwartjes klaar. Schud deze twee bestanddeelen in een schoone flesch goed door elkaar, maar zorg ervoor dat U het niet in Uw oogen krijgt. Uw rheumatiek-olie is nu gereed. Bevochtig de pijnlijke plaatsen ermede, zonder te wrijven of te masseeren en de pijn verdwijnt direct. U zult blij zijn dit receptje gevonden te hebben, want het is werkelijk uitstekend. Loop even langs Uw apotheker of drogist en haal het vandaag nog in huis.
REEDS VERZEKERD BUDE
HAVBANK?
Zoo neen, vraagt haar lage tarieven
Goethe's tachtigste verjaardag BANK werd in Weimar SCHIEDAM door iedereen meegevierd. Alle huizen LEVENSVERZEKERING-LIJFRENTE waren versierd en straalden des avonds in den glans van Het advertentiegedeelte van ons een illuminatie. De nummer van menschen gaven op 12 October dien dag vaak op wordt afgesloten op Indien de benoodigde terpentijn de meest naïeve 1 October niet'verkrijgbaar is. kunt U eenzelfde wijze van hun verhoeveelheid brandspiritus gebruiken. eering voor zijn genie blijk. Zoo ook de slager Auerbach, die Goethe reeds vele jaren had bediend. Boven de noodlg om deze annonce uitgeknipt In open enveloppe als drukwerk deur van zijn winkel aan ons op te zenden, ontvangt U uitvoerige brochures over het had hij een reusachtig transparant aangebracht, waarop te lezen stond: Vermeldt uw naam en adres op de achterzijde der enveloppe en „Wat mijnheer adresïeert ttn : CINEMA & THEATER „ „ ^ „. _ Goethe is in zijn vak. Is slager Auerbach in het zijne!" V7W^UIC *.tii TV/I-« Goethe zelf vond zwijger. Toen hij 'n feestmaaltijd, te zijner eere het hoogst vermakelijk, toen hij des avond door gegeven, moest bijwonen, en de eene toespraak de versierde en verlichte stad reed en hij deze op de andere volgde, bleef alleen hij . . . zwijgen. hulde zagl Toen fluisterde iemand hem toe: , ,Vereerde meester, zouden wij nu, na zooveel redevoeringen, ook niet op een woordje van u mogen hopen?" Busch knikte, alsof hij zich in zijn lot DE JUBILARIS SPREEKT. wilde schikken; hij tikte tegen zijn glas, en ieders oogen hingen aan zijn lippen. Maar Busch De bekende Duitsche teekenaar-dichter stond niet op; hij glimlachte slechts wat verBusch, de groote opmerker van menlegen en riep toen, onder doodsche stilte: „Ober, schelijke zwakheden, van wien ontelbare gevleu-
VOOR SLECHTS f/* CENT
HERSTEL VAN uw HAARGROEI
Dr. H. NANNING's Pharm. Fabriek N.V., DEN HAAG
gelde
woorden
bekend
zijn,
was
een volleerd
nog een pilsl"
lire van haar man, den ta^darC elscht en die tenlÄ"^"3" ^"^ en Vij,ti9 dui"nd bereid blijkt afstand te doen van al z i'n Lht J --' .', een Wat rusti9er O^oeting, J en VOOr eén kus van zi n dat een phenomeen of niet? J a-ngebedene?! ü
^ïp^ri ïikrA^uUt^SA üralvr\de 9racie- G-ia -
ÓÓk lta,i aansch romantischl - een be'etje JeXld SVwiSrA ï^^^^ e meer als ik U bewonderaar in kwestie niet van charm» „Jl J ■ },, vertel, dat dé mi grijzend aan de slapen, "én me" ^^^0^""^, houd ^ Zt ^ ^^n i^H voor een vrouw aantrekkelijk maakt Én zeker zöuït U "^ en .bl,k' dat een man bUiki>" ben als U, zooals zij, gehuwd waart met *„ I u IST,'3 S siemm>^ begrepen heb-
verschrikkelijk vervelenden en weinfg ondernemlnde56^15 ,|'tSOen"ike'. -"r dan ook blijkt om via dien eenen kus van deVonde^Ä^ f""•"•«•" Ver90edin9 En hoe het nu ten slotte afloopt met dien kus en ^!» r ^te ^"«enl vertel ik U natuurlijk niet. Veel beter doet U dit phenomeen"'3 en met haar bewonderaar, zelf te gaan zien. U zult een middag va„ |Uchtiaamu««.n?n e«n.man «" van een kus de enkele zwakke plekken over het hoofd z"et U zu^tTh " f^'lT' f'^ **" ">'"** waardeeren om die kleine, fijne trekjes die *i« r„l ,?■, Fre1kel' als de «anbidder, Grazia van Mimi Boesnach bewondere.; evenafs dln ^7 jk maAen' U Zult de si^"J« nora, die ter gelegenheid van hun zilveren bruiloft fn '„ mind P^ GuStaV0 en tante Êl*>Napels „doen". Ook de kosleliik» «»J«,^ • "ott "? .", maand Rome en aansch-opvliegend en LÏgTn tempetmënt^" Ad0,phe En9erS' ltalischouwburg waard. En ten slltte l^A UTl' '■ *?? 9an9 naar den prettig een uurtje in een tandartJnZ /* m,sscLh'en Ook wel eerrs ta U de patiënt is? "^rtsenkamer door te brengen zonder dat
* Theo Frenkel. (Foio Archief)
Al de Meeren van m'n man ruiken naar sisrarenroofc. Ik moet ze af en toe flink luchten ...
... En dan die rookersadem, dät is akelig! Ik heb m'n man al vaak gevraagd, het rooken te laten.
Och, gun hem z'n sigaar. Ze rooken zoo graag. Maar geef hem wat erbij ■ • •
Een doos Wybert-tabletten. Dat houdt den adem rein en beschermt tegen het rookerskuchje.
•ff * V'
Redactie «sn Adm. Noordeind« 8, Leiden - Prijs per kwartaal fl. 1.30 - Gironummer '«880
CIMEMA& THEAtER 10 et.
20ste ] air gang No. 37- S OCT.l94fr
é
v; ^ ?
«
(
<
jlf-ü :.C