jaargang 7
• nummer 1 • april 2012
ce ntrum voor revali dati e BOUW TBC-CENTRUM GESTART
BEENPROTHESES KUNNEN BETER
PUBLISH OR PERISH
De patiënt als gast colofon Revisie is het externe magazine van het Centrum voor Revalidatie – UMCG en laat zien wat het CvR te bieden heeft aan patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs, zowel op het gebied van Revalidatiegeneeskunde als op het gebied van revalidatie Chronisch Zieken. Het CvR heeft circa 650 medewerkers, verdeeld over twee locaties: de locatie Groningen, waar de nadruk ligt op diagnostiek en behandeling in de vroege fase; de locatie Beatrixoord, met 180 bedden, waar de nadruk meer ligt op klinische en poliklinische behandeling. Revisie wordt verstuurd aan huisartsen en medisch specialisten in de drie noordelijke provincies, revalidatieartsen en revalidatiecentra in Nederland, patiëntenverenigingen, relevante beroepsverenigingen, opleidingscentra en andere externe contacten. Revisie verschijnt viermaal per jaar in een oplage van tweeduizend exemplaren. Redactie: S. van Twillert, M.J. Keijer, M.A. de Jong (eindredactie). Fotografie: Hella Porrey, Maerian de Jong Coverfoto: Bert Otten Correspondentieadres: Universitair Medisch Centrum Groningen, PK Revalidatie, M.A. de Jong, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen. E-mail:
[email protected] Tel. 050 361 3626. Vormgeving, druk en verspreiding: Koninklijke Van Gorcum Assen.
Katy van Hasselt, manager Zorg UMCG – Centrum voor Revalidatie
De ‘patiënt als par tner’ is een van onze kernwaarden. Maar daar willen we nog iets aan toevoegen: de patiënt is ook onze gast. Binnen afzienbare tijd zal het grootste deel van de zorgmarkt zijn vr ijgegeven en kan de patiënt kiezen door wie hij zich laat behandelen. Ook als revalidatiecentrum dingen we naar de gunsten van de patiënt.
In de keuze voor een zorgaanbieder spelen voor de patiënt meerdere factoren een rol: de afstand tot het centrum, het behandelaanbod, de kwaliteit van de behandeling, maar ook de sfeer, de bejegening en de uitstraling van het centrum, de zachte kant van de zorg. We hebben er dus alle belang bij om ervoor te zorgen dat de patiënt zich in het Centrum voor Revalidatie welkom voelt want als we willen dat onze klanten lovend over ons spreken, gaan we zorgen voor goede ervaringen.
4
Be e np ro th e se s ku n n e n b e te r Eerste paal TBCcentrum geslagen op locatie Beatrixoord.
14
Door patiënten als gast te behandelen, ontstaan bijzondere belevingen en mooie momenten. Patiënten die deze ervaring hebben, geven dat door aan anderen en: geen betere reclame dan mond-totmondreclame. Het komt het imago van het CvR ten goede. Laten we ons allemaal inzetten om mensen nóg meer het gevoel te geven dat ze welkom zijn, met als doel dat de patiënt zich bij vertrek niet alleen de behandelig herinnert maar ook ook de vriendelijke woorden en de persoonlijke aandacht. Het credo ‘behandel de ander, zoals je zelf behandeld wilt worden’ moeten we veranderen in: ‘behandel de ander zoals hij behandeld wil worden.’ En we bedenken dat elke patiënt anders is.
april 2012
C aroli n C ur tz e onderzocht de i nteracti e tussen ei genschappen van protheses, de mogelij kheden van de pati ënt en de ei sen di e de omgevi ng stelt aan het lopen met een prothese.
‘Groningen’ wordt met € 340.000 subsidie uitvoerder van landelijk programma.
8
Minder geld, meer publicaties Verregaande bezuinigingen dwingen tot efficiënter behandelen en stroomlijnen van onderzoek. Jan Geertzen leidt de Revalidatiegeneeskunde in Groningen door roerige tijden.
En verder: Rehab-4-Life is gestart NAH-behandeling in kader geplaatst Groeiwijzer gelanceerd HPC ontwikkelt onderwijsmodules Grenzeloos onbeperkt Coördinator voor implementatie Armprotocol Golf clinic Recensies: Pijn, waarom? Judith, ons zonnig zorgenkind Subsidies: SPRINT ontvangt subsidie van SNN, Subsidie voor Oncologierevalidatie; Fondsen voor onderzoek prothesegebruik. 2(3
Prosthetics are still a step behind.
Professor dr. Klaas Postema, professor dr. Bert Otten, dr. Carolin Curtze en dr. ir. At Hof.
Beenprotheses kunnen beter A TI KE L
B ee n proth e se s e n tr aining sprogr amm a ’s voor am p ut atie pat iënte n kunn e n word e n ve rbete rd . D at con clu d ee r t C arolin Cur tze op gron d v an h et on d e r zoe k m et als tite l Neuromechanics of movement in lower limb ampu tees w a arop ze 7 m a ar t prom ovee rd e . Cur tze on d e r zocht d e inte r a c tie tu sse n eige nsch a pp e n v an proth e se s , d e m oge lijkh ed e n v an d e patiënt e n d e eise n die d e omgeving s te lt a an h et lop e n m et ee n proth e se . Met een zelfontwikkeld meetinstrument onderzocht Curtze afwikkelprofielen van prothesevoeten; ze bleken bepalend te zijn voor de stabiliteit tijdens het staan. Maar ook schoenen bleken de uitkomst te
beïnvloeden. Curtze: “Prothesegebruikers lopen natuurlijk niet zonder schoenen. Vandaar dat we gekeken hebben wat de invloed is van sport-, wandel- en gewone leren schoenen op de prothesevoet. Met schoenen aan gaan de afwikkelprofielen van de verschillende prothesevoeten meer op elkaar lijken. Ze worden ook gelijkmatiger en rollen soepeler af.”
Compensatie
De patiënt kan alleen met het gezonde been zijn looppatroon aanpassen. Hiervoor is zijn balansvaardigheid bepalend
april 2012
- Curtze ontwikkelde een aantal tests om die balansvaardigheid te meten en ontdekte daarmee dat amputatiepatiënten in staat blijken de tekortkomingen van de prothese te compenseren. Ook blijken de eigenschappen van de prothese bij te dragen aan de balanshandhaving. Een prothese die bestaat uit een stok, geeft een puntbelasting en weinig tot geen stabiliteit. Als daar een vlak onder komt, draagt dat bij aan de stabiliteit. En als dat vlak dan ook nog een ronding heeft, ontstaat een afwikkelmogelijkheid; het drukpunt kan zich dan langs de zool verplaatsen. Omgevingseisen onderzocht Curtze op twee manieren. Ze daagde proefpersonen motorisch uit met een dreigende val. Het bleek dat geamputeerden even efficiënt zijn in het herstellen hiervan als gezonde proefpersonen, ongeacht of ze uitstappen met het prothesebeen dan wel het gezonde been. Daarnaast liet Curtze de proefpersonen over een oneffen oppervlak, een ‘struikeltapijt’, lopen. Geamputeerden bleken daarbij de zijwaartse armzwaai te vergroten om stabiel te lopen, het looppatroon zelf veranderde niet.
Als dat met een prothese ook zou kunnen, zou dat een grote vooruitgang zijn. Gewone prothesevoeten zijn passief, bionische prothesevoeten hebben wel verschillende standen maar die reageren met een vertraging. Je kunt dus niet anticiperen op een veranderd oppervlak, zoals traplopen, helling lopen of afdalen, wat je met gewoon lopen wel kunt. De aanpassing van de voet komt vaak te laat.”
Het struikeltapijt is belegd met houten blokjes
Curtze wil graag verder met onderzoek naar de klinische implicaties van haar onderzoek. “Toen we de proefpersonen over het struikeltapijt lieten lopen, zagen ze ineens dat ze veel meer konden dat ze dachten. Complexe training vergroot het zelfvertrouwen van patiënten, evenals valtraining. Ik voorzie minder medische consumptie als trainingsprogramma’s veel meer de grenzen van de mogelijkheden opzoeken.”
Patient driven
Lopen is een sterk geautomatiseerd proces. Curtze’s onderzoek toont aan dat met de huidige beenprotheses geamputeerden hun motoriek moeten aanpassen aan de technische mogelijkheden van de prothese. Ze vergroten bijvoorbeeld hun armzwaai of ze drukken zich met de gezonde voet bij elke stap op om de prothese makkelijker mee te krijgen, en patiënten met een bovenbeenprothese gaan meer vanuit de heup bewegen. Curtze: “Maar protheses zouden zich juist moeten aanpassen aan de patiënt. Prothese-ontwerp moet patient driven en niet technology driven zijn. Om een voorbeeld te noemen: met een gezond been kun je met de enkel corrigeren in zijwaartse richting.
Cum l au d e
Het College van Decanen besloot de promotie het predikaat cum laude te verlenen. De reden hiervoor was de originaliteit van het onderzoek, de sublieme en gedegen wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd en de uitstekende verdediging van haar proefschrift. De laatste keer dat een proefschrift binnen de Revalidatiegeneeskunde - RUG het predikaat cum laude kreeg was in 2002 voor het proefschrift Functional outcome after a lower limb amputation van Tanneke Schoppen. Carolin Curtze (Duitsland, 1979) studeerde Sportwetenschappen aan de Justus-Liebig Universität in Giessen. Ze was van 2007 tot 2011 als bursaal aangesteld bij de afdeling Revalidatiegeneeskunde. De begeleidingscommissie bestond uit de promotoren professor dr. Klaas Postema (Revalidatiegeneeskunde) en professor dr. Bert Otten (Bewegingswetenschappen) en dr. ir. At Hof.
4(5
De projectgroep Groeiwijzer bijeen.
AGENDA Professor dr. Corry van der Sluis houdt op dinsdag 12 juni om 16.15 uur haar oratie in het Academiegebouw va n de Rijksuniversiteit Groningen, Broerstraat 5.
K RT N I EU WS
Grenzeloos Onbeperkt werkt
Eerstelijns ergotherapie in Beatrixoord completeert keten
De stichting Grenzeloos Onbeperkt wil de kwaliteit van leven van chronisch zieken en mensen met een fysieke beperking verbeteren door een volwaardige rol in de samenleving te realiseren op het gebied van participatie, werk en inkomen. Dinsdag 7 februari hield de stichting in het Onderwijscentrum van het UMCG een workshop onder de titel ‘Kansrijke werker 3.0: Dat ben jij!’, veertien mensen met een chronische ziekte of aandoening van zeer uiteenlopende aard hadden zich voor deze (gratis) workshop opgegeven. Er werd onder meer gepraat over presentatie, werkwens en over de eerste stap op weg naar een droombaan.
Locatie Beatr ixoord van het Centrum voor Revalidatie huisvest sinds begin maar t een team eerstelijns ergotherapie. Het team is overgenomen van Thuiszorg Groningen. Na de fusie met de landelijke thuiszorgorganisatie TSN verschoof de dienstverlening naar verpleging, verzorging en huishoudelijke hulp; ergotherapie paste daar niet meer bij.
De stichting is opgericht door communicatiedeskundige Janet Bouwmeester en maatschappelijk werker/trainer Anneloes Drees. Meer informatie vindt u op: www.grenzeloosonbeperkt.nl. Janet Bouwmeester heeft ook een zelfhulpboek geschreven over hoe je positief kunt omgaan met een chronische ziekte. Het boek heet ‘Ziekelijk Gelukkig’ en is in de boekhandel te koop voor €18,95 of te bestellen via de website www.ziekelijkgelukkig.nl.
Thuiszorg Groningen sprak met potentiële overnemers van de ergotherapie. Het CvR was enthousiast omdat de klinische en poliklinische ergotherapie in het centrum aansluit bij de eerstelijns ergotherapie. Het CvR kan nu de hele keten aanbieden.
BV Beatrixoord
Om eerstelijns zorg te kunnen aanbieden, werd de BV Beatrixoord opgericht. De vijf ergotherapeuten van Thuiszorg gaan allen over naar de BV en zullen hun eigen inkomsten genereren. De ergotherapeuten behandelen de cliënten (in Groningen en Drenthe) thuis. Beatrixoord is de ‘uitvalsbasis’. De nadruk ligt voor de ergotherapeuten in eerste instantie op continuering van de werkzaamheden zoals ze die bij Thuiszorg Groningen deden. In de toekomst wordt gekeken hoe samenwerking met de ergotherapeuten van het CvR vorm kan krijgen.
De eerstelijns ergotherapeuten, v.l.n.r.: Saskia Brzesowsky, Annet Been, Annelies Eijkmans, Tom Braakhuis en Stiena Helmus.
Groei-wijzer gelanceerd Hoe begeleid je kinderen met een functiebeperking naar meer zelfstandigheid? Het Hol land Bloorview Kids Rehabilitation Hospital in Toronto (Canada) ontwikkelde een methodiek die kinderen met een functiebeperking ondersteunt in hun groei naar zelfstandigheid: Growing up Ready. Het UMCG - Centrum voor Revalidatie, RC Blixembosch en TransitieNet van het Erasmus MC maakten het toepasbaar voor de Nederlandse praktijk onder de naam Groei-wijzer. De Groei-wijzer biedt kinderen/jongeren, hun ouders en behandelaars een inzichtelijk schema met de ontwikkelingstaken van 0 tot 21 jaar. Ouders, maar ook behandelaars, kunnen het kind daarmee begeleiden in het aanleren van bepaalde vaardigheden.
Nederlandse versie
In maart 2010 startte de projectgroep, bestaande uit Ieteke Vos (projectmedewerker), Sander Hilberink en Manon Bloemen (onderzoekers) onder leiding van dr. Karel Maathuis van het CvR. In december 2011 presenteerden zij de definitieve versie van de Groei-wijzer voor meer dan 70 medewerkers uit de revalidatie en het speciaal onderwijs. Naast het CvR participeerden ook RC Blixembosch, RC Het Roessingh en RC Leijpark in het project. De grote meerderheid
Anneloes Drees en Janet Bouwmeester oprichters van Grenzeloos Onbeperkt, zijn genomineerd voor de Libelle STER award. Ze staan in Libelle 12.
april 2012
van de deelnemers in de pilot gebruikten de Groei-wijzer al en zei dat ook te zullen blijven doen. Wel blijkt uit de cijfers, dat het instrument minder gebruikt is door de wat oudere jongeren. Behandelaars zijn erg te spreken over de Groei-wijzer en kijken uit naar bredere implementatie. Ook werd aandacht besteed aan hoe de Groei-wijzer ingebed kan worden in de totale behandeling van kinderen en jongeren.
Karel Maathuis overhandigde het eerste exemplaar van de Groei-wijzer aan Luki Oderwald van het Johanna Kinderfonds, dat samen met Kinderrevalidatie Fonds Adriaanstichting en Stichting Beatrixoord een van de sponsors is. Namens de VRA ontving kinderrevalidatiearts Anke Meester een exemplaar, waarmee de VRA werd opgeroepen brede implementatie te ondersteunen. Bert Beuving, beleidsmedewerker onderwijs van de BOSK, kreeg het derde exemplaar uitgereikt. Hij onderstreepte de mogelijkheid van de Groei-wijzer binnen het speciaal onderwijs.
Tr an s iti eNet
TransitieNet, initiator van het project, biedt alle behandelaars in de revalidatie, die betrokken zijn bij de zorg voor jongeren en jongvolwassenen met een chronische aandoening, een platform voor expertise- en informatieuitwisseling met het doel voor deze jongeren een goed zorgaanbod te bewerkstelligen. Naast deskundigheidsbevordering door middel van bijeenkomsten, stimuleert en coördineert TransitieNet het gebruik van verschillende transitiezorgmodules en de ontwikkeling van nieuwe modules.
6(7
Alli Gokeler
Minder geld maar meer publicaties
Berry van Holland
Franka Waterschoot
Carolin Curtze
Haitze de Vries
Hanneke Bouwsema
Klaas Postema
Corry van der Sluis
Eva Jaarsma
Helco van Keeken
Erwin Baars
Lex de Jong
Liesbeth Simmelink
Jesse Verschuren
Katja Golea Vasluian
Lonneke Opsteegh
Joyce Bos
Mike Bragaru
Pieter Dijkstra
Rita Schiphorst Preuper
Sacha van Twillert
Suzan van der Meer
Wim Jorritsma
Sietske Romkema
Sobhan Sobhani
Maurizio Trippolini
Michiel Reneman
Marlies Bodde
Jan Geertzen
Cees van der Schans
Lauren Fortington
De zes hoogleraren en hun promovendi. Elke promovendus krijgt een poster na zijn promotie.
Sandra Jorna-Lakke
I TE RV I EW In de academische wereld gelden strenge eisen over het aantal te produceren ar tikelen, de impactfactor van de tijdschr iften waar in gepubliceerd wordt en hoe vaak je als auteur genoemd wordt in andermans werk; het Wetenschapskatern van N RC van 17 maar t beschr ijft nauwgezet hoe het systeem werkt om mee te tellen. Hoe gaat dat bij de afdeling Revalidatiegeneeskunde in het UMCG met zes hoogleraren? Normen en eisen over aantallen publicaties worden de afdeling van bovenaf opgelegd door de Medische Faculteit en het streefcijfer is net opgetrokken van 120 naar 150 promovendi per jaar. Van elke hoogleraar Revalidatiegeneeskunde wordt verwacht dat hij/zij één promovendus per jaar aflevert. Professor dr. Jan Geertzen, hoofd van de afdeling Revalidatiegeneeskunde – UMCG: “Met iets meer dan dertig promovendi binnen onze onderzoekslijn EXPAND hebben we een bloeiende onderzoeksafdeling. Ook in 2011 hadden we weer meer publicaties dan in het voorgaande jaar en bovendien hadden we meer publicaties in het topsegment. Reden om trots te zijn.”
Aanzienlijke bijdrage
Toch wordt het, ondanks deze wetenschappelijke reputatie, lastiger om onderzoekers binnen te halen. De afdeling Revalidatiege-
neeskunde kreeg in het verleden een aantal bursalen (buitenlandse beursstudenten) toegewezen op basis van de wetenschappelijke output en de uitstekende resultaten van de SHARE-visitatie. Maar het bursalensysteem is door de rechter afgeschaft omdat bursalen geen CAO aangeboden kregen. Daarmee werden onderzoekers voor de afdeling aanmerkelijk duurder; een reguliere AIO is bijna tweeënhalf keer zo duur. De werving wordt verder bemoeilijkt door de forse bezuinigingen in het UMCG en de afnemende subsidies van stichtingen en bedrijfsleven - revalidatie heeft trouwens nooit een machtige farmaceutische industrie achter zich gehad. Geertzen: “We moeten ook steeds meer concurreren met andere revalidatiecentra – op zich een goede ontwikkeling. Onderzoekers krijgen steeds meer keus in waar ze welk onderzoek willen doen. Ondanks deze tegenwind leveren we een aanzienlijke bijdrage aan healthy ageing, het onderzoeksspeerpunt van het UMCG. Professor Michiel Reneman participeert in healty@work en professor Cees van der Schans in active ageing. Professor Klaas Postema is medisch directeur van SPRINT (zie elders in dit nummer – red.) en ook daar zijn nu inmiddels een paar promovendi aan het werk.”
april 2012
Zijn de onderzoekstopics landelijk verdeeld? “Nee, daar zijn geen afspraken over. Iedereen heeft zijn eigen topic, Utrecht focust bijvoorbeeld op stroke en kinderen, wij hebben EXPAND maar verder handelt iedereen pragmatisch. Wijzelf incluis.” Met wie zoeken we vooral de samenwerking? “We hebben vooral een heel goede samenwerking met Het Roessingh in Enschede, i.c. professor Hans Rietman. Rietman en ik schrijven onder meer samen twee boeken, een nieuwe editie van ‘Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit’ en het (eerste) Nederlandse ‘Handboek Volwassen Revalidatie’. Daarnaast hebben we met Het Roessingh afspraken over het centraliseren van specialismen, zoals de zorg voor dwarslaesie patiënten. Ik ben een groot voorstander van het centraliseren van specialisaties. Een perifeer ziekenhuis dat per jaar enkele amputaties doet of maar een paar dwarslaesiepatiënten ziet, bouwt geen expertise
Fred de Laat
op in dat vakgebied. De ontwikkeling in zorgcentralisatie gaat overigens hard, mede als gevolg van wat de zorgverzekeringen tegenwoordig eisen.”
Nieuw bloed
‘Groningen’ is een van de oudste opleidingsplaatsen voor revalidatieartsen en heeft tot voor kort nooit gebrek gehad aan gegadigden. Geertzen: “Toen ik destijds solliciteerde voor een opleidingsplaats, was ik één van meer dan honderd sollicitanten. Tegenwoordig komen die aantallen niet meer voor - wat opmerkelijk is want er studeren wel elk jaar steeds meer artsen af.” Waar zit ‘m dat in? “Wat meespeelt, en dat geldt niet alleen voor ons maar voor alle specialismen in het UMCG, is dat Groningen een imagoprobleem heeft. ‘Er gaat niets boven Groningen’ wordt vaak geïnterpreteerd als: ‘Er is niets boven Groningen’. Partners willen of moeten vaak in de Randstad blijven werken.
En het vakgebied revalidatie heeft een laag James Bond-gehalte, het is geen sexy specialisme zoals cardiologie of chirurgie. De meeste revalidatie-opleiders in Nederland kampen overigens met een aanwasprobleem. We profileren revalidatie daarom steeds meer op hard ware-aspecten zoals robotica en computergestuurde protheses, want het technische aspect blijkt wel te appelleren.” In februari 2013 neemt u afscheid als president ISPO. Wat is de spin off van die functie? “De spin off is niet direct meetbaar. Door de ISPO heb ik wereldwijd veel connecties en die weten inmiddels allemaal waar ‘Groningen’ voor staat. Die connecties kunnen we nog meer dan nu het geval is te gelde maken. Als ik aftreed, ben ik tot 2015 immediate past president. Ik hoop dat ‘Groningen’ ook daarna in het ISPO-bestuur vertegenwoordigd blijft en dat een van de collega’s zich meldt. We zijn het aan onze stand verplicht.”
8(9
Judith, ons zonnig zorgenkind Judith ter Doest raakte ernstig meervoudig gehandicapt door zuurstoftekort tijdens de bevalling. In maart 2010 overleed ze, op bijna 18-jarige leeftijd. Al die jaren woonde ze thuis, bij haar ouders en broer. Over dat leven schreef haar moeder Marlies een boekje, dat binnenkort uitkomt.
Marlies wil de buitenwereld laten zien dat het niet alleen maar zorgen waren, maar dat ze ook van Judith hebben genoten, dat ze haar accepteerden zoals ze was, trots op haar waren en dat haar leven voor hen erg waardevol is geweest. Ze schrijft over de strijd die ze af en toe moest voeren om hulpmiddelen te krij-
gen, “maar als Judith je dan weer een lach gaf, was je dag weer goed.” Het boekje wil ouders die in een vergelijkbare situatie verkeren, een hart onder de riem steken. Het gaat ongeveer € 12,50 kosten en is te bestellen via
[email protected].
R C EN S I E ‘Pijn, waarom? Een gids voor mensen met pijn’ Onlangs vers cheen het boekje ‘Pijn, waarom? Een gids voor mensen met pijn’, geschreven door Ben van Cranenburgh. Hij geeft in het boek een uitgebreide uitleg over alle dimensies van pijn, ook met de laatste (neuro) wetenschapp elijke kennis. Helder wordt uitgelegd dat de oorzaak van chronische pijn niet gelegen is in een overgevoelige plek of centrum, maar in een plastische verandering van het pijnsysteem als geheel. Plastische veranderingen, i.c. neurale reorganisatie en sensitisatie, spelen een belangrijke rol bij de verklaring van chronische pijn en maken duidelijk dat pijn losgekoppeld kan worden van weefselschade. Meerdere factoren bepalen pijn en op sommige factoren is invloed uit te oefenen. Positieve emoties kunnen pijn wegdrukken, negatieve emoties kunnen pijn versterken. Stress (concreet of onbestemd) kan dus van grote invloed zijn op pijn. Ook ideeën, verwachtingen en aandacht hebben een sterke invloed. Deze kennis heeft gevolgen voor de behandeling van pijn – het zoeken naar manieren om de neurale reorganisatie terug te dringen of ongedaan te maken. Het boek geeft daarvoor suggesties. Van spiegeltherapie tot cognitieve gedragstherapie, mindfulness, beweging, enzovoort. Voorop staat echter de uitleg over de complexiteit van pijn en de juiste benadering ervan.
Beoordeling van reïntegratieinspanningen is complex Doen werkgevers en werknemers voldoende hun best om langdur ige arbeidsongeschiktheid te voorkomen? Het is ingewikkeld om dat op een wetenschappelijk onderbouwde manier te toetsen, zo blijkt uit onderzoek van Anna Muijzer, verr icht in samenwerking met UWV, waarop ze 14 maar t promoveerde.
Coördinator voor implementatie Armprotocol
Jaarverslag op website
Het Project Prijssystematiek Prothesen, in de wandeling het PPPArmprotocol geheten, heeft met subsidie van Revalidatie Nederland per 1 maart een coördinator aangesteld: Margot van Wermeskerken zal de komende twee jaar werken aan de implementatie van het Armprotocol. Van Wermeskerken is bewegingswetenschapper en in de eindfase van haar promotieonderzoek. Het PPP-Armprotocol is een beslishulp om de keuze voor een hulpmiddel voor iemand met een armamputatie of een aangeboren afwijking van de armen te onderbouwen en te evalueren. Het protocol beoogt in Nederland uniformiteit te bereiken in het voorschrijfbeleid van armprotheses en hulpmiddelen. Zowel voor de individuele cliënt als voor de maatschappij is het van groot belang dat de zorg aan prothesepatiënten goed onderbouwd en geprotocolleerd wordt.
Binnenkort verschijnt de digitale versie van het jaarverslag van het UMCG - Centrum voor Revalidatie. Op onze website www.revalidatie. umcg.nl → Over het CvR → Jaarverslag kunt u de cijfers en de high lights van 2011 vinden.
De Werkgroep Amputaties en Prothesiologie van de Arm (WAPA) van de Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) heeft het PPP-Arm protocol opgesteld. Vier revalidatiecentra zijn aangewezen als proeftuin voor de eerste fase van de implementatie van het protocol: het Centrum voor Revalidatie van het UMCG, De Hoogstraat in Utrecht, de St. Maartenskliniek in Nijmegen en MC Erasmus in Rotterdam. In de tweede fase volgen de overige centra. Revalidatiegeneeskunde – UMCG (i.c. professor dr. Corry van der Sluis) is samen met Revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht trekker van het project.
Nederlandse werkgevers zijn verantwoordelijk voor ziekteverzuimbegeleiding en reïntegratie van zieke werknemers. De werknemer is verplicht mee te werken. Wanneer werkgever of werknemer zich niet aan zijn verplichtingen houdt, kan hij een boete krijgen - dit is vastgelegd in de wet ‘Verbetering Poortwachter’. Aan het einde van de verplichte loondoorbetalingsperiode van twee jaar beoordelen arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen van het UWV of werkgevers zich voldoende hebben ingespannen om reïntegratie van een zieke werknemer mogelijk te maken, en of werknemers voldoende hun best hebben gedaan weer aan het werk te komen. Het promotieonderzoek van Anna Muijzer had als doel een arbeidsdeskundige methodiek te ontwikkelen voor de beoordeling van die reïntegratie-inspanningen. Door middel van vragenlijst- en focusgroeponderzoek verzamelde ze voor de beoordeling relevante factoren, waarbij de relatie tussen werkgever en werknemer een belangrijke factor bleek. De door Muijzer ontwikkelde methode blijkt goed (zij het niet significant) bruikbaar te zijn en de overeenstemming tussen arbeidsdeskundigen te bevorderen. Anna Muijzer (Leeuwarden, 1982) studeerde Psychologie in Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Gezondheidswetenschappen van het UMCG en binnen onderzoeksschool SHARE. Het onderzoek werd mede gefinancierd door Stichting Instituut Gak. De titel van het proefschrift luidt: The assessment of efforts to return to work. Promotores: prof. dr. J.W. Groothoff en prof. dr. J.H.B. Geertzen.
april 2012
K RT N I EUWS
Kinderrevalidatie organiseert kamp Jongeren van 12 tot 18 jaar met een beperkte arm- of handfunctie kunnen deze zomer meedoen met het kamp ‘2handig zelfstandig’ dat de Kinderrevalidatie organiseer t. Twee weken keihard werken om de m inder goed functionerende arm te trainen maar daarnaast ook (tweehandig) zeilen, wandklimmen, boogschieten en samen een hoop lol hebben. Het oefenen met de minder goed functionerende arm heet Constraint Induced Movement Therapy (CIMT). Onderzoek heeft aangetoond dat er op deze manier nog een hoop winst te behalen valt. Van tevoren is in overleg afgesproken welke doelen de deelnemer nastreeft. Aan het eind van de twee weken laten de jongeren tijdens een demonstratie aan hun ouders zien wat ze bereikt hebben en de vooruitgang wordt wetenschappelijk vastgelegd. Vorig jaar begon de Kinderrevalidatie met deze therapie bij jongere kinderen en ook daar waren de resultaten veelbelovend. Meer informatie bij
[email protected]
Margot van Wermeskerken is de coördinator van het PPP-Armprotocol
0 1 (11
CvR krijgt subsidie voor Oncologische Revalidatie Het Centrum voor Revalidatie is geselecteerd voor het landelijke pr oject ‘Implementatie Richtlijn Oncologische Revalidatie’. De r ichtlijn is ontwikkeld door het Integraal Kankercentrum Nederland op advies van de Gezondheidsraad en het College voor Zorgverzeker ingen. Dr. Ellen van Weert van het CvR en professor dr. Jan Geertzen van de afdeling Revalidatiegeneeskunde schreven een projectvoorstel voor een landelijk implementatietraject. Dit voorstel is nu gehonoreerd met een subsidie en het Centrum voor Revalidatie is daarmee - samen met vijf andere centra in Nederland - geselecteerd als voorloper. Belangrijkste doel van de richtlijn Oncologische Revalidatie is optimale oncologische
revalidatie, tijdig en op maat voor patiënten met kanker. Van Weert: “Aan de voorkant willen we afspraken maken over vroegtijdige screening van patiënten. Al in het ziekenhuis, bij de oncoloog, moet revalidatie ter sprake komen. Wat zijn de klachten, welke hulpvraag heeft de patiënt? Het doel is dat tijdens en na de behandeling revalidatieprogramma’s op maat aangeboden worden. Het behandelaanbod kan uitgebreid worden met modules over voeding, arbeid
SPRINT ontvangt subsidie van SNN
en empowerment*. Revalidatie kan ook zinvol zijn voor patiënten in een palliatieve fase. Differentiatie en optimalisatie van het behandelaanbod zijn een essentieel onderdeel van het project. Aan de achterkant gaan we de ketenzorg rondom de patiënt beter organiseren. In Groningen, Friesland, Drenthe en de kop van Overijssel maken we afspraken met behandelaars in de periferie, zodat patiënten ook daar optimale zorg krijgen.” Het project is op 1 maart ingegaan en duurt twee jaar.
* Capaciteiten ontwikkelen om actief gestalte te geven aan eigen leven
Fondsen voor onderzoek prothesegebruik Sietske Romkema van het CvR doet in samenwerking met Bewegingswetenschappen (dr. Raoul Bongers) onderzoek naar trainingsprogramma’s voor prothesegebruik - het afgelopen jaar kon dat dankzij een subsidie van ZonMW. De uitkomsten zijn dermate veelbelovend dat het project voortgezet en uitgebreid kan worden. Inmiddels zijn er voldoende fondsen verworven voor een promotietraject. Eerste promotor van Romkema is professor dr. Corry van der Sluis. Romkema onderzoekt transfer of learning: leren met de ene hand heeft effect op de andere hand. Als dat vastgesteld kan worden, kunnen patiënten met een arm/handamputatie eerder oefenen met een simulator en eerder succesvol met een prothese werken.
Researchcentrum SPRI NT heeft een subsidie van € 1.5 miljoen gekregen van het Samenwerkingsverband NoordNederland (SN N). Met deze subsidie zal SPRI NT binnenkor t der tien nieuwe projecten star ten, die allemaal ger icht zijn op het bevorderen van de mobiliteit van ouderen. Professor dr. Klaas Postema van het UMCG – Centrum voor Revalidatie is medisch directeur van SPRI NT. De subsidie is voor een projectbegroting van vierenhalf miljoen euro, eenderde van dat geld komt van SNN, eenderde van bedrijven en eenderde van de universiteiten/ ziekenhuizen. Postema: “We zijn nu bezig de projecten toe te wijzen, gekoppeld aan bedrijven. Om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden, beoordeelt een onafhankelijke commissie van buitenlandse wetenschappers de kwaliteit van het onderzoek. De projecten die we nu toewijzen, starten allemaal in 2012/2013. Inmiddels zijn twee promovendi gestart; binnenkort volgen er nog drie.” Voorbeelden van projecten zijn de ontwikkeling van een serious game in de vorm van schaatstraining om de balans van ouderen te verbeteren; de ontwikkeling van een voetprothese die de laterale balans verbetert; een intelligente enkelvoetorthese omdat de huidige orthese
belemmerend werkt - de nieuwe orthese moet de juiste weerstand op het juiste moment leveren; de ontwikkeling van een orthese, waarmee mensen met knieslijtage mobiel blijven zonder het been te belasten nu is aangetoond dat kraakbeenaangroei
het beste gebeurt door onbelast lopen; het ontwerpen van een nieuwe leest omdat de gemiddelde confectieschoen voor de oudere voet niet meer voldoet.
o n d e rzo e ks s u bs i d i e
SPRINT (Smart Prevention, Rehabilitation & INtervention Technologies: Improved mobility & participation) is een virtuele organisatie, een samenwerkingsverband van kennisinstellingen zoals UMCG, RUG, Universiteit Twente en INCAS3 met tientallen bedrijven en zorginstellingen met als doel: herstel en verbetering van de mobiliteit van ouderen door high tech innovaties en nieuwe vormen van preventie en revalidatie. SPRINT ondersteunt afdelingen bij hun wetenschappelijk onderzoek en maakt het afdelingen mogelijk hiervoor subsidie te krijgen, voorzover het onderzoek past binnen de doelstellingen van SPRINT. De ambitie is een langere zelfstandigheid van een groeiende groep ouderen, met middelen die bij hen thuis inzetbaar zijn. SPRINT werkt intensief samen met de industrie om nieuwe producten die ouderen mobiel houden of maken, snel in de markt te zetten. De nieuwe innovaties verminderen tegelijkertijd de financiële en personele druk op ziekenhuizen. Zie ook www.IMDI-SPRINT.nl (website in aanbouw) en www.NWO.nl
S BSIDIES
‘Groningen’ uitvoerder van landelijk beweegprogramma Minister Schippers van VWS heeft € 340.000 subsidie gegeven voor het vier jaar durende project ‘Revalidatie, Sport en Bewegen’ van het Nationaal Kenniscentrum Gehandicaptensport. Het Centrum voor Bewegingswetenschappen UMCG-RUG, de afdeling UMCG - Revalidatiegeneeskunde / Centrum voor Revalidatie en het lectoraat Transparante Zorgverlening van de Hanzehogeschool gaan het landelijke onderzoek uitvoeren. Het programma stimuleert de patiënt al in een vroeg stadium van het revalidatieproces bewegen en sporten onderdeel te maken van het dagelijks leven. De sport- en beweegconsulent van het Sportloket geeft advies op maat en ondersteunt de patiënt - zo wordt een impuls gegeven aan een blijvend actieve leefstijl. Het Sportloket is daarmee een belangrijke schakel tussen revalidatie en
de sport. Het programma sluit naadloos aan bij healthy active ageing, een speerpunt van het UMCG. De komende vier jaar wordt het beweegprogramma bij achttien revalidatie-instellingen geïmplementeerd. Het Nationaal Kenniscentrum Gehandicaptensport coördineert, in nauwe samenwerking met de verschillende partijen, de landelijke aansturing.
heid van de VRA-werkgroep Bewegen en Sport - prestatie-indicatoren ontwikkeld en geïmplementeerd. Deze indicatoren leveren een bijdrage aan structurele borging van bewegen en sport als onderdeel van het revalidatieproces.
Effect meten
Naast de implementatie is wetenschappelijk onderzoek een belangrijk onderdeel van het programma ‘Revalidatie, Sport en Bewegen’. Het onderzoek meet de effecten van het beweegprogramma op gezondheid, maatschappelijke deelname en zorgconsumptie van de patiënt. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Centrum voor Bewegingswetenschappen UMCG-RUG, de afdeling Revalidatiegeneeskunde en het lectoraat Transparante Zorgverlening van de Hanzehogeschool Groningen. Met de subsidie wordt een promovendus bij Bewegingswetenschappen aangesteld.
VRA-werkgroep
Tegelijk met het programma ‘Revalidatie,
april 2012
Paralympics
V.l.n.r: Hans Leutscher en Marjo Duijf van het Nationaal Kenniscentrum Gehandicaptensport, dr. Rienk Dekker, professor dr. Luc van der Woude, dr. Berber Roorda en professor dr. Cees van der Schans. Op de foto ontbreekt Floor Hettinga. Sport en Bewegen’ start het tweejarig project ‘Kennisdeling Revalidatie, Sport en Bewegen’. Dit initiatief van Revalidatie Nederland en ZonMw wordt gefinancierd
vanuit het Innovatieprogramma Revalidatie. Doel van het project is sectorbrede kennisdeling en deskundigheidsbevordering. Ook worden er - onder verantwoordelijk-
NOC*NSF houdt zich in het kader van het programma bezig met het vergroten van de paralympische talentinstroom vanuit de revalidatie-instellingen. Sportbonden en revalidatie-instellingen gaan daarvoor nauwer samenwerken en kennis delen. Hierdoor is het mogelijk in een vroeg stadium patiënten met talent voor een bepaalde sport te herkennen. Meer informatie:
[email protected]
2 1 (13
Neurorevalidatie onderbouwt behandeling
A TI KE L
H et clu s te r N e urorev alidatie v an h et Ce ntr um voor Rev alidatie h ee f t d e uitg ang sp unte n voor be h an d e ling v an uit ee n th eoretisch on d e rbo uwd ka d e r op pa pie r gezet , als s t a p op weg n a ar evidence based be h an d e l e n door h et h e l e team . De behandeling van patiënten met nietaangeboren hersenletsel (NAH) gebeurde lange tijd volgens de principes van Neuro Development Treatment (NDT). Onderzoek toonde echter aan dat het NDT-model geen meerwaarde had; reden om nieuwe uitgangspunten te bundelen en te documenteren. Artsen, psychologen, logopedisten, fysioen ergotherapeuten leverden allemaal hun bijdragen vanuit hun eigen discipline, rekening houdend met de laatste wetenschappelijke inzichten en richtlijnen. Daar waar de literatuur geen uitsluitsel gaf, werd best practice gehanteerd.
Theoretisch Kader
Het Theoretisch Kader dat er nu ligt, beschrijft de basisprincipes van neurorevalidatie en geldt voor elke NAH-patiënt. Daarbij
gaat het bijvoorbeeld om de plastische eigenschappen van het brein, klinimetrie, de principes van cognitieve revalidatie, de behandeling van communicatiestoornissen en specifieke lichamelijke problemen zoals hand- en schouderproblemen. Ook wordt beschreven aan welk wetenschappelijk onderzoek wordt deelgenomen, bijvoorbeeld thuisrevalidatie en vermoeidheid na CVA. Met het Theoretisch Kader als basis zijn vervolgens per behandeldomein modules ontwikkeld, die beschrijven wie wat doet, welke klinimetrie van toepassing is en met welke richtlijn deze behandelvorm onderbouwd wordt. Zo is er een module motorische vaardigheden, een module belasting-belastbaarheid, een module waarin de begeleiding van de partner beschreven wordt maar ook omgaan met cognitieve problemen en emotie en gedrag.
Up to date
Het hele project, van het samenstellen van het Theoretisch Kader tot de ontwikkeling van de verschillende modules, heeft ongeveer een jaar geduurd. Kwaliteitsmedewerker en fysiotherapeut Anneke Grootoonk was projectleider en aanjager. Grootoonk: “Voor zover ons bekend is er geen ander revalidatiecentrum dat de uitgangspunten van neurorevalidatie zo uitvoerig op papier heeft gezet. Elk jaar gaan we de onderdelen weer bij langs. Zo blijft het document niet alleen up to date maar is het ook een middel om met elkaar in gesprek te gaan. Voortkomend uit het Theoretisch Kader hebben we ook scholingsactiviteiten opgesteld. Zo effectief mogelijk behandelen volgens de laatste inzichten is waar iedere NAH-patiënt het meest bij gebaat is.” Het Theoretisch Kader is primair bedoeld voor intern gebruik maar het cluster neurorevalidatie deelt de kennis graag met andere centra. Meer informatie:
[email protected]
• Zelfmanagement speelt ook bij de revalidatie van de NAH-patiënt een belangrijke rol. • Taakgericht trainen in een voor de patiënt bekende context is het meest effectief. • Een aantal meetinstrumenten geeft in de vroege fase na het CVA al een goede indicatie over het te verwachten eindniveau. Per discipline is vastgelegd welke meetinstrumenten gebruikt worden. • Alle behandelaars hebben een rol bij het in kaart brengen van het cognitief functioneren van de patiënt. • Revalidatie moet alle elementen van een effectief leerproces in zich hebben. • De preventie van schouderpijn is een belangrijk aandachtspunt.
april 2012
hebben
“Het geeft het UMCG ineens een heel andere uitstraling. We gaan nu voor onze lol naar het ziekenhuis.”
maxi lol Mini kids
Acht kinderen in de leetijd van 0 tot 3 jaar kwamen met ouders, opa en oma op 4 apr il naar de Minikids-ochtend. De werkgroep voor kinderen met een aangeboren arm- of handafwijking organiseer t jaarlijks een lotgenotendag voor deze kinderen. Deze keer stonden de allerjongsten en hun ouders centraal.
Het programma begon met cakejes versieren. Terwijl de ouders aan de koffie gingen, werden spuitbussen slagroom, hagelslag, gekeurde kruimels, rozijnen, gedroogde appelschijfjes, vlokken en andere eetbare snippers driftig over de cakejes gesmeerd. Die mochten daarna opgegeten worden maar dat omdat het hier om heel slimme kinderen ging, hadden ze dat zelf al bedacht. Vervolgens konden de kinderen een gipsafdruk van hun handen laten maken. De meesten drukten enthousiast hun handen in het schuim, een enkeling nam een graai van het schuim mee naar huis. Er was een workshop bellen blazen en daarna was het hoogtijd voor schminken: professor Corry van der Sluis bleek
uitermate vaardig in het beschilderen van kindergezichten met lieveheersbeestjes, zonnetjes en bloemen. Tot slot de bekende groepsfoto en omdat het zingen nog niet aan bod was gekomen, werden die onderdelen gecombineerd. Al om elf uur konden de meeste kinderen omgekeerd in bed worden gelegd. De ochtend is in zijn opzet meer dan geslaagd, bleek ook uit de evaluatieformulieren. Ouders raakten al snel druk met elkaar in gesprek. Ze wisselden ervaringen, tips en adressen uit.
4 1 (15
Bouw TBC-centrum officieel van start Max van den Berg, commissar is van de Koningin in Groningen, en Ber t Bruggeman, voorzitter Raad van Bestuur UMCG hebben 12 maar t gezamenlijk het star tsein gegeven voor de bouw van het nieuwe TBC-centrum in locatie Beatr ixoord. Met het openen van een gordijn ontstaken zij buiten vuurwerk en een confettiregen. Daaraan vooraf gaf Richard van Altena, longar ts van de TBC-afdeling een lezing over de geschiedenis van TBC. Architekt Gerard Schijf van Team 4 Architekten presenteerde de nieuwbouwplannen. Alhoewel in Nederland op zijn retour is TBC wereldwijd nog steeds de meest voorkomende infectieziekte en steeds vaker ontstaan er resistente vormen. Nederland kan zich als internationaal doorvoerland niet onttrekken aan het bieden van adequate voorzieningen. Het Centrum voor Revalidatie, locatie Beatrixoord is het grootste TBC-centrum in Nederland en door VWS aangewezen als het enige voor verplichte opnames. Besmettelijke patiënten die zich niet houden aan de voorschriften, kunnen hier gedwongen worden opgenomen. In het
nieuwe centrum komen vijf kamers voor gedwongen isolatie met bewakingsmogelijkheid om verdere besmetting te voorkomen. Door een nauwe samenwerking met het asielzoekerscentrum in Ter Apel, het grootste in Nederland, kunnen alle nieuwe asielzoekers binnen twee dagen gescreend worden op TBC, ook dit voorkomt verdere besmetting. In het nieuwe TBC-centrum dragen isolatievoorzieningen, onderdruksysteem, gescheiden frequente luchtwisseling en een sluissysteem bij aan de veiligheid van patiënten, medewerkers en maatschappij.
Iedereen kon golfen Humaner
Het TBC-centrum is een multiculturele afdeling, waar patiënten over het algemeen langdurig moeten verblijven. Naast TBC hebben veel patiënten ook bijkomende problemen, bijvoorbeeld een verslaving of een psychiatrisch ziektebeeld. Om patiënten voldoende privacy te kunnen bieden en vanwege de veiligheid is gekozen voor grotendeels eenpersoonskamers. Anders dan bij revalidatiepatiënten hebben TBC-patiënten geen therapieprogramma en veel patiënten mogen de afdeling niet zonder begeleiding verlaten. Om een zinvolle dagbesteding te bieden en verveling tegen te gaan, krijgt de afdeling eigen voorzieningen op het gebied van recreatie. Er komt een activiteitenruimte met kookgelegenheid en een ruimte voor sport- en spelactiviteiten. Het biedt de patiënten, die langdurige medicamenteuze behandeling ondergaan, meer comfort en een humanere leefomgeving dan in de bestaande bouw mogelijk is.
Het Spor tloket van het Centrum voor Revalidatie hield onlangs een clinic golfen. In het UMCG was een oefenbaan aangelegd waar patiënten, medewerkers en bezoekers een balletje konden slaan. De afslag werd verricht door ervaringsdeskundige professor W.H. Eisma, emeritus hoogleraar Revalidatiegeneeskunde en fanatiek golfer, die zelf een lichamelijke beperking heeft. Hij toonde zich een vurig pleitbezorger voor het golf. De Nederlandse Golfvereniging voor Gehandicapten had een delegatie afgevaardigd van mensen met verschillende lichamelijke beperkingen, die lieten zien wat er op het gebied van aangepast golfen mogelijk is, zoals aangepaste golfclubs of een golfrolstoel met een hefmechanisme, waarmee de speler in staande positie wordt gebracht om te kunnen slaan. De golfclub van de personeelsvereniging UMCG was aanwezig voor de eerste golflessen. Passanten waagden al snel een poging en vooral kinderen waren blij met de fysieke activiteit na het bezoek aan de dokter. Over belangstelling was niet te klagen. De hele dag door waren er belangstellenden. De vakgroep Bewegingswetenschappen liet zich uitvoerig voorlichten door de golfers en probeerde de paragolfer uit. Het Sportloket promoot het sporten door mensen met een lichamelijke beperking en wil laten zien dat ook mensen met een been- of armamputatie, een dwarslaesie of een visusbeperking kunnen golfen. Een lichamelijke beperking is geen belemmering.
Met de eerste afslag opende professor Eisma de clinic
Na het bezoek aa n de dokter was golfen een welko me afwisseling
K RT N I EU WS V.l.n.r.: Max van den Berg, Commissaris van de Koningin, Bert Bruggeman, voorzitter Raad van Bestuur UMCG en Bert Eissens, manager Bedrijfsvoering CvR.
KMK regelt rit met paardentram Mensen met een lichamelijke beperking kunnen meer ijden met de Eper Paarden4daagse die van 12 tot en met 15 juni wordt gehouden. Dit dankzij de samenwerking tussen de stichting Kor ter maar Krachtig (KMK) en de organisatie van de Eper Paarden4daagse. Op 12 juni zijn er twee speciale paardentrams, getrokken door een Fries tweespan, die toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers en gehandicapten. De vijf kilometer lange rit zal ongeveer een uur duren en gaat langs plekken die speciaal voor de Paarden4daagse worden opengesteld. Voor en na het ritje per paardentram is er genoeg te beleven op het evenemen-
april 2012
tenterrein. Een deel van het terrein wordt voor gehandicapten afgezet, zodat er geen paarden kunnen komen. Ook staat op dit gedeelte een rolstoeltoegankelijk toilet. Voor mensen die zich aanmelden via KMK is voor eten en drinken gezorgd.
hebben we de de kosten voor deze dag weten te beperken tot € 7,50 p.p. De gehandicapten mogen één begeleider meenemen.” Mensen met een ledemaatamputatie, maar ook mensen met een andere lichamelijke beperking, kunnen zich opgeven via de website van KMK: www.kortermaarkrachtig.nl
Voorzitter Mary van Dijk van de Stichting Korter maar Krachtig: “Dankzij sponsoring
6 1 (17
Scholingstrajecten Logopedie
O DE RWI J S
Hand- en PolsCentrum UMCG ontwikkelt onderwijsmodules Het Hand- en PolsCentrum (HPC) ontwikkelt niet alleen een zorgpad voor patiënten maar pakt ook het onderwijs multidisciplinair aan. Inmiddels zijn er vijf onderwijsmodules ontwikkeld voor artsen die in aanraking komen met hand- of polsproblemen: snijdende specialismen, revalidatieartsen en spoedartsen. Het onderwijs is interactief en praktisch, gericht op anatomie, biomechanica en functie. Er zijn modules voor extensorpeesletsel, buigpeesletsel, vingerfracturen/luxaties, weke delenletsels (zoals topletsels en brandwonden) en valletsel, zoals letsels van de handwortel en polsfracturen. Docenten zijn artsen van het HPC: traumachirurg, plastisch chirurg, orthopedisch chirurg en revalidatiearts verzorgen afwisselend deze onderwijsmodules. Voor meer informatie:
[email protected]
Logopedisten en klinische linguïsten van het Centrum voor Revalidatie hebben de afgelopen jaren veel expertise opgebouwd op het gebied van de klinische linguïstiek, spraakapraxie en communicatie-aanpassing, waarbij wetenschappelijke inzichten zijn vertaald naar de klinische praktijk. Deze expertise wordt ook ingezet bij (poli)klinische behandelingen en de consultteams Afasieteam en Regionaal Communicatie Advies Team (RCAT). De vakgroep Logopedie biedt logopedisten en klinische linguïsten drie cursussen aan die elk één dag duren: 1. Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak (DIAS). Donderdag 7 juni en maandag 8 oktober. € 375. Deze cursus behandelt de theoretische achtergronden van spraakapraxie. U leert het Diagnostische Instrument voor Apraxie van de Spraak (DIAS) hanteren in de klinische praktijk. Het instrument is ontwikkeld door het Centrum voor Revalidatie. 2. Ellis & Young: basis voor diagnostiek en therapie bij afasie (module 1). Vrijdag 28 september 2012. € 295. Deze cursus geeft inzicht in en kennis van het toepassen van klinische linguïstiek bij diagnostiek en therapie. Het taalverwerkingsmodel van Ellis & Young is de basis. Dit is de eerste module in een serie van drie. 3. Communicatieondersteuning op maat. Maandag 19 november 2012. € 250. Een cursus over de variatie aan communicatiehulpmiddelen, de aanvraag ervan, de diagnostiek voor aanpassingen op maat, en opbouw en inhoud van de therapie.
Plaats en tijd
De cursussen worden gegeven in het UMCG - Centrum voor Revalidatie, Dilgtweg 5 in Haren. Ze duren één dag, van 9.30 tot 17.00 uur. Voor meer informatie en aanmelden kunt u contact opnemen met het secretariaat:
[email protected], tel. 050 533 84 87. Zie ook www.revalidatie.umcg.nl > research en onderwijs > scholingstrajecten Logopedie.
april 2012
K RT N I EUWS Op strandballen konden de deelnemers tips kwijt voor Rehab-4-Life
Rehab-4-Life is gestart Maar liefst 21 bedr ijfslogo’s pr ijkten er op het scherm en maar liefst 75 deelnemers hadden zich opgegeven voor de kick off-bijeenkomst van Rehab-4-Life, die eind januar i in locatie Beatr ixoord werd gehouden. Rehab-4-Life is een ambitieus project, opgezet door OKER, de onderzoeksafdeling van het CvR, met als doel de zorg voor NAH-patiënten te verbeteren. In Rehab4-Life helpt een centrale coach de patiënt het leven weer op te pakken. De coach heeft kennis van de multiproblematiek en helpt de patiënt en zijn naasten op maat en op een praktische manier. Rehab-4-Life maakt daarbij gebruik van ICT zoals beeldcommunicatie tussen patiënten en behandelaars en informatie-uitwisseling via Internet.
Brede scope
Een aantal sprekers belichtte het onderwerp vanuit de eigen discipline en illustreerde het belang van deze zorginnovatie. Ant Lettinga, programma-manager, vertelde dat uit onderzoek bleek dat NAH-patiënten behoefte hebben aan een coach die hen door de wirwar van regelingen, zorgaanbieders en therapieeën leidt. Rehab-4-Life wil die bredere scope bieden waar deze patiënten behoefte aan hebben. Anja van der Heide, projectleider, benoemde de drie pijlers waarop Rehab-4-Life stoelt: coaching aan huis, coaching op afstand en dynamische samenwerking in de regio. De pilot gaat nu van start in de gemeenten Groningen en Oldambt, wellicht doet in een later stadium ook gemeente De Marne mee. In april 2014 wordt de pilot
geëvalueerd, wellicht dat dan ook andere doelgroepen in aanmerking komen voor deze nieuwe vorm van zorg. Marco Tieleman van Menzis sprak over de concentratie versus de spreiding van zorg. Als gevolg van de concentratie moet de eerstelijn worden versterkt en het UMCG moet daarvoor de kennis die in huis is ontsluiten. In de eerstelijn moet zorg vooral praktisch zijn; Rehab-4-Life past daar in. Internet-ondernemer Coen van der Steeg was uitgenodigd als ervaringsdeskundige. Hij liep hersenletsel op bij een verkeersongeval en vertelde wat hij miste toen hij weer thuis was: één loket waar hij met alle vragen terecht kon. Rien Meijerink, voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg benoemde drie pijlers, die van belang zijn bij het reorganiseren van zorg: ICT, samenwerking en de vraag van de patiënt. Zorgvernieuwing blijft in Nederland achter omdat onze financiering niet toestaat dat innovaties worden uitgevoerd. Verrichtingen worden gefinancierd, vernieuwing niet. Marianne Besselink, gedeputeerde provincie Groningen, betoogde dat de provincie zich niet moet terugtrekken uit zorgtaken – iets wat andere provincies wel doen. In het krimpbeleid voor Oost-Groningen neemt het beschikbaar houden van zorg een belangrijke plaats in.
Jos Aartsen, Raad van Bestuur – UMCG ziet veel projecten gericht op het ontwikkelen van ketens maar vindt Rehab-4-Life de parel: geen regie vanuit het UMCG maar gelijkwaardigheid, elkaar ruimte geven. Bard Boon, wethouder in de gemeente Oldambt, wees erop dat het Oldambt niet zozeer krimpt alswel vergrijst en ontgroent. Mensen kunnen hun huizen niet verkopen en blijven gedwongen zitten waar ze zitten. Dat is een zorg van de gemeente. De gemeente Oldambt verwelkomt dan ook Rehab-4-Life. Betty Feringa, teammanager Neurorevalidatie, ziet voor het CvR vooral in de beginfase een rol weggelegd voor de inzet van de NAH-coach. Inmiddels zijn vier medewerkers van het CvR (twee fysiotherapeuten, een ergotherapeut en een verpleegkundige) in deeltijd begonnen als coach. Alle betrokkenen blijven op de hoogte van de ontwikkelingen via internet, met Twitter en Nieuwsbrief. Wilt u ook op de hoogte blijven, meld u dan aan bij:
[email protected]
8 1 (19
Mic hiel K roonen berg exposeer t tot 1 ju n i in lo cat i e Be at r i xo o rd . K ro o nenb erg ( 1 9 44) ma a k t k leu r i g e s childer ij en en objecten , meestal met ac rylver f . “ M ijn s chi l d e r ije n e n o b ject e n h eb b e n m e es t a l g e e n g rote boods c hap ; i k vin d het prettig als mens en er ee n b e et je vrol ijk va n wo rd en.” www. m ic hiel- kroonenberg.nl.
K N S T ACHT E RKA N T