jaargang 6
• nummer 3 • oktober 2011
ce ntrum voor revali dati e MET Z’N TWEEËN EENHANDIG OEFENEN
MUZIKALE HANDENDOKTER
OVER PSYCHISCH IN PIJN
Maximaal, optimaal of goed genoeg? colofon
Op 1 september ben ik begonnen in het Centrum voor Revalidatie als manager Zorg en tot nu toe bezocht ik verschillende afdelingen en maakte ik kennis met veel medewerkers. Wat mij opvalt, zijn de inzet en de gedrevenheid van de zorgverleners en de betrokkenheid bij hun patiënten.
Revisie is het externe magazine van het Centrum voor Revalidatie – UMCG en laat zien wat het CvR te bieden heeft aan patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs, zowel op het gebied van Revalidatiegeneeskunde als op het gebied van revalidatie Chronisch Zieken. Het CvR heeft circa 650 medewerkers, verdeeld over twee locaties: de locatie Groningen, waar de nadruk ligt op diagnostiek en behandeling in de vroege fase; de locatie Beatrixoord, met 180 bedden, waar de nadruk meer ligt op klinische en poliklinische behandeling. Revisie wordt verstuurd aan huisartsen en medisch specialisten in de drie noordelijke provincies, revalidatieartsen en revalidatiecentra in Nederland, patiëntenverenigingen, relevante beroepsverenigingen, opleidingscentra en andere externe contacten. Revisie verschijnt viermaal per jaar in een oplage van tweeduizend exemplaren. Redactie: S. van Twillert, M.J. Keijer, M.A. de Jong (eindredactie). Fotografie: Hella Porrey, Maerian de Jong. Correspondentieadres: Universitair Medisch Centrum Groningen, PK Revalidatie, M.A. de Jong, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen. E-mail:
[email protected]. Tel. 050 361 3626. Vormgeving, druk en verspreiding: Koninklijke Van Gorcum Assen.
In een revalidatiecentrum verblijven patiënten doorgaans langere tijd, wat ertoe leidt dat er een band ontstaat tussen patiënt en zorgverlener. Het is wellicht vanuit die betrokkenheid dat onze medewerkers veel voor die patiënt willen doen. Ze gaan voor het optimale resultaat, ze gaan tot het gaatje, ze gaan voor 10+. Dat patiënten dat waarderen blijkt onder meer uit het NIVEL-onderzoek van 2009: patiënten zijn zeer tevreden over onze geleverde zorg en dat willen we natuurlijk graag zo houden!
4 Por tret: Revali dat i e ar t s M it zy Rei nders h e e f t hand e n als aandacht s g e bi e d e n s pe c i ale affi nit e it m e t mus i c i d i e ni et mee r kunne n mus i c e ren zoals ze wi lle n.
Katy van Hasselt, Manager Zorg
Echter, we weten allemaal dat de zorg de komende jaren helaas flink gekort wordt. Als gevolg van de prestatiebekostiging, die 1 januari ingaat, zijn de inkomsten fors minder en ook het CvR gaat dat merken. We moeten het met minder geld en dus slimmer en efficiënter doen. De eerste twee jaar is er nog een compensatieregeling, maar in 2014 moeten we kostendekkend werken. In het Centrum voor Revalidatie dwingt ons dit tot het beantwoorden van de vraag: wanneer is zorg goed genoeg? Wanneer zijn de revalidatiedoelen gehaald? Waar ligt de grens tussen behandeling en bezorgdheid? In hoeverre is de therapie nog functioneel? Wanneer is een patiënt tevreden? Het lijkt mij een belangrijke vraag de komende jaren: wanneer is zorg goed genoeg? En als we in het CvR ook tevreden zijn met het rapportcijfer 8, wat betekent dat dan voor onze zorg? Deze discussie wil ik graag voeren met patiënten, medewerkers en andere betrokken partijen. Als u wilt reageren: mijn e-mailadres is
[email protected]
oktober 2011
Toch ni et zo psychi sch? Rita Schiphorst Preuper promoveer t op onderzoek naar het psycho-deel i n biopsychosoc i aal. Zij z et vraagtekens bij het psychi sche aspect van chroni sche pij nklachten.
8
12 C I MT - ni euwe behandelm odule Het Neurorevali dati eteam h e e f t e e n mult i di sc ipli nai re behandelmodule ont worpe n voor pati ënten met een he rs e nbe s c had i g i ng . Ze trai nen hun aangedane arm , d e g oe d e arm wordt vastgez et i n een sli ng .
Expand haalt FLESH-studie binnen Nogmaals de iLimb Kinderen met korte arm functioneren goed Agenda Publicaties Locatie Beatrixoord faciliteert wijnboer Richtlijn CVA wordt in praktijk gebracht Zomerspelen Kinderrevalidatie en ander Kort Nieuws
EN VERDER:
2(3
Huisartsen en medisch specialisten kunnen verwijzen naar de Muziekpoli via het Handenteam (Zorgdomein en
[email protected].) Vermeld in de aanvraag dat het gaat om muziekgerelateerde klachten.
ten. Musici, zowel beroeps als amateurs, die niet meer kunnen musiceren zoals ze willen, kunnen door hun huisarts of een medisch specialist aangemeld worden bij de Muziekpoli van het CvR, waarvan ik coördinator ben. Waaruit bestaat die Muziekpoli? In het team zitten een plastisch chirurg, Lars Lahoda, handtherapeuten, Melanie Eissens en Hermen Hagen, en een psychomotorisch therapeut, Berend Mengerink. Daarnaast hebben we een nauwe samenwerking met Rike Hesselink, fysiotherapeut in de eerstelijn, gespecialiseerd in de behandeling van musici en dansers. Alle behandelaars van de Muziekpoli hebben affiniteit met muziek en musiceren zelf ook.
P RTR E T
Een muzikale handendokter Mitzy Reinders is sinds 2001 revalidatiear ts in het UMCG. Ze deed er haar spec ialisatie. Een geboren en getogen Brabantse, maar inmiddels wel vergroningst; ze woont er al ruim twintig jaar. Mitzy werkt twee dagen per week in het UMCG en is daarnaast voor twee dagen per week gedetacheerd in locatie Winschoten van de OZG, wa ar ze algemene revalidatiegeneeskunde bedr ijft.
Wat is je aandachtsgebied? In het UMCG houd ik me voornamelijk bezig met patiënten met handproblemen. Voor diverse handafwijkingen, aangeboren of als gevolg van bijvoorbeeld een ongeval of reuma, hebben we speciale spreekuren. Handafwijkingen is één van de speerpunten van de Revalidatiegeneeskunde in het UMCG. Speciale interesse heb ik voor patiënten met aan musiceren gerelateerde klachten. Dat kunnen klachten van de armen of handen zijn, maar ook rug- of nekklach-
Mitzy Reinders
oktober 2011
Waaruit bestaat de behandeling? Er is een scala aan behandelmogelijkheden. Soms is het probleem op te lossen met een simpel spalkje, soms ligt het probleem op het gebied van de plastisch chirurg en is een operatie wenselijk, soms kan het instrument aangepast worden - dat doen we natuurlijk niet zelf maar we weten wel de weg. Het kan ook zijn dat de klachten het gevolg zijn van een niet optimale houding, of meer op mentaal gebied liggen en te maken hebben met hoe iemand omgaat met de druk. Dat vraagt weer een heel andere benadering. Wat is er zo specifiek aan musici? Musici zijn vaak gevoelige mensen, die emoties via muziek communiceren. Beroepsmusici voelen bovendien altijd de druk om te presteren. Ze moeten veel studeren, er zijn optredens en vaak geven ze ook nog les. Over hun grenzen gaan is niet ongewoon. De klachten kunnen dan een gevolg zijn van een verstoorde balans in belasting – belastbaarheid en de blessuregevoeligheid neemt toe. Vaak is de werkdruk ook gewoon het gevolg van de noodzaak
Bij een verstoorde balans neemt de blessure gevoeligheid toe. om voldoende inkomen te verwerven. De klachten kunnen natuurlijk ook te maken hebben met een ongeval of een ziekte. Voor amateurs kan musiceren een manier van ontspannen zijn - ‘stoppen’ is dan ook geen advies. Ik speel zelf piano en blokfluit en ik weet hoe belangrijk muziek kan zijn, ik zou niet zonder willen. Wat is de specifieke rol van de revalidatiearts in de Muziekpoli? Als revalidatiearts inventariseer ik het probleem, we sturen de patiënt niet standaard bij iedereen langs maar leveren maatwerk; wat is precies het probleem, wat is de hulpvraag. Afhankelijk daarvan bepalen we wie er bij de behandeling betrokken is. Soms verwijzen we iemand met specifieke problemen, bijvoorbeeld op neuropsychologisch gebied, naar een collega elders in Nederland. We hebben een uitgebreid netwerk op muziekgebied.
4(5
Het seminar werd gehouden in het kader van SPRINT, experti secentrum in de ontwikkeling van medische apparatuur voor behoud van zelfstandig bewegen. SPRINT heeft onder meer tot doel een verschuiving in de zorg te bewerkstelligen, van intra muraal naar extramuraal, op het gebied van mobiliteit. Professor dr. ir. Bart Verkerke, hoogleraar Biomedische Product ontwikkeling aan de RUG en hoogleraar aan de Universiteit Twente, is technisch directeur van SPRINT. Professor dr. Klaas Postema is klinisch directeur.
Stuart Smith
Knowledge brokers van CvR, Neurologie-UMCG en NeurologieMartiniziekenhuis brengen de Richtlijn CVA in de praktijk, te beginnen met het project ‘Oefengids voor CVA-patiënten’.
SPRINT buigt zich over balanstraining voor ouderen Deskundigen op het gebied van Bewegingswetenschappen, Revalidatiegeneeskunde en ICT kwamen 4 oktober bij elkaar in het UMCG om onder voorzitterschap van professor dr. Klaas Postema te prate n over balanstraining met behulp van video gaming voor ouderen in de thuissituatie. Gastspreker was Stuart Smith. Smith is een vooraanstaande onderzoeker uit Australië die onderzoek doet naar de digitale toepas singen (zoals videospellen en internet) voor het langer thuis zelfstandig kunnen
wonen. Hij richt zich daarbij vooral op ba lanstraining. Bezoek aan een ziekenhuis of fysiotherapeut is in Australië vaak moeilijk vanwege de afstand; vijfhonderd kilometer is geen uitzondering.
Smith ontwikkelde onder meer een aange paste versie van ‘Dance Dance Revolution’ (zie internet), een videospel waarbij ouderen op zelfgekozen muziek verschillende (dans)passen maken. De vaardigheid in het maken van snelle en wisselende pas sen neemt duidelijk toe. Belangrijk is dat ouderen het erg leuk blijken te vinden om te doen. De motivatie om de trainingen gedurende het onderzoek te volgen, was dan ook groot.
K RT N I EU WS
Smith onderzoekt ook het gebruik van Wii bij het oefenen van de armfunctie na CVA en bestudeert de effecten van videospellen bij de revalidatie van CVA- en dwarslaesiepati ënten. Op het seminar hield Smith een bevlogen voordracht waarin vele van deze aspecten aan de orde kwamen. Andere voordrachten waren van Claudine Lamoth (Exergaming for balance training of elderly), Mike van Diest (Serious gaming and sensor systems for balance training of elderly) en Henry Mulder van EvoCare (demonstratie Telecare).
ook Revalidatie Friesland en Revalidatie Drenthe zich als partij aangemeld. Zo’n tachtig mensen namen op de een of andere manier deel aan het evenement. Revalidatie Groningen (lees: het Centrum voor Revalida tie) won groots op het onderdeel voetballen maar overall kampioen werd Revalidatie Drenthe, die op de onderdelen volleybal en klootschieten eerste werd.
Derde helft essentieel
Revalympics wordt noordelijk sportevenement Het fluitsignaal van de scheidsrechter, waarmee het spor ttoernooi dat zaterdagmiddag 17 september werd gehouden begon, bleek tevens het star tsein voor een hoosbui van ongekende omvang - in no time stonden de velden van spor tpark Corpus de Hoorn blank. De deelnemers aan de Revalympics (Revalidatie Groningen, Reva lidatie Friesland, Revalidatie Drenthe en de orthopedisch instru mentmakers) werden er echter niet warm of koud van, zij deden
waarvoor ze gekomen waren. Toeschouwers sprongen met z’n allen in de touwen van de party tent die in een windhoos meege nomen dreigde te worden en sloegen snel piketpaaltjes. Daarmee werd de barbecue in elk geval veiliggesteld.
Potje voetbal en meer
Het traditionele potje voetbal tussen revalidatieartsen en orthope disch instrumentmakers begint zo langzamerhand uit te groeien tot een noordelijk sportevenement van formaat. Vorig jaar kon er, behalve gevoetbald, ook al gevolleybald worden. Dit jaar kwam daar nog de edele sport van het klootschieten bij – Karel Maathuis wierp zich hier op als coach en scheidsrechter. Bovendien hadden
oktober 2011
Richtlijn CVA wordt in praktijk gebracht
Rienk Dekker, chef de clinique in het CvR, is – samen met John van Loenen en Paul Pieter Hartman -de drijvende kracht achter het jaarlijkse potje voetbal. “In het UMCG opgeleide revalidatieartsen zwermen uit maar de banden blijven bestaan, ook met de instrumentmakers, die een grote regio bedienen. Het is dankzij deze goede verstandhoudingen dat een noordelijk sporttoernooi eigenlijk bijna vanzelf tot stand kwam. Het komt de noordelijke samenwerking alleen maar ten goede, samen sporten is soms effectiever dan samen vergaderen. De derde helft is dan ook essentieel!” De Revalympics werden georganiseerd door John van Loenen, revalidatiearts in Assen en Hoogeveen, Paul Pieter Hartman, revalidatiearts in Beetsterzwaag en Rienk Dekker van het CvR. Ze kregen ondersteuning van Bob–scheidsrech ter-van-Wilgen, gepensioneerd medewerker van het CvR.
Het uitgangspunt van de richtlijn is dat CVA-patiënten snel gemobiliseerd moeten worden. Wetenschappelijk is aangetoond dat er sneller functioneel herstel plaatsvindt als in de eerste zes weken van de revalidatie intensief wordt geoefend. De patiënt moet dus zo veel mogelijk de gelegen heid krijgen om te oefenen, ook in het weekend. Daarbij kan dagelijkse zorg als therapie dienen: praktische handelingen als oefeningen die relevant zijn voor de patiënt. En een snel ler functioneel herstel betekent eerder ontslag uit de instel ling, het is dus ook kostenbesparend.
Project Oefengids
In Nederland zijn twaalf ziekenhuizen en tien revalidatie centra – ketenpartners – geselecteerd om de CVA-richtlijn te implementeren in de praktijk. Daaronder het CvR, de afdeling Neurologie van het UMCG en de afdeling Neuro logie van het Martiniziekenhuis. Zij hebben gekozen voor het project ‘Oefengids’, waarin oefeningen staan beschre ven, toegelicht met plaatjes. Een therapeut (ergotherapeut, fysiotherapeut, logopedist) selecteert relevante oefeningen en geeft uitleg over nut en noodzaak ervan. De patiënt kan de oefeningen zelfstandig of met hulp van een verpleegkun dige of familielid uitvoeren, ook thuis en in het weekend. Het CvR en de beide Neurologie-afdelingen gaan intensief samenwerken om ervoor te zorgen dat de patiënt al in de acute fase, tijdens de opname op Neurologie, begint met oefenen. Dit oefenen wordt voortgezet tijdens de revalida tiefase in Beatrixoord. In iedere instelling zijn knowledge brokers aangesteld, die geschoold worden en ondersteuning krijgen om een project te implementeren. Binnenkort wordt een nulmeting gedaan naar de intensiteit en frequentie van het zelfstandig oefenen door CVA-patiënten. In mei 2012 volgt een nieuwe meting om te bepalen wat het effect van de Oefengids is geweest.
Knowledge broker
Een knowledge broker kan wetenschappelijke kennis (zoals de evidence based CVA-richtlijn) dusdanig naar de praktijk vertalen, dat die kennis ook daadwerkelijk gebruikt wordt in praktijksituaties en is daarmee de spil tussen behandelaars en onderzoekers. Ook kan hij gerichte vragen uit de praktijk aan onderzoekers doorgeven, zodat er meer evidence based zorg ontstaat.
Weer of geen weer: gelet op het enthousiasme van de deelnemers wordt ook in 2012 dit evenement weer georga niseerd!
6(7
… psychologische factoren lang niet zo bepalend als vaak wordt gesuggereerd…
Toch niet zo psychisch? Rita Schiphorst Preuper, revalidatiear ts van het Ontwikkelcentrum PijnRevalidatie - CvR, promoveer t 16 november aan de RuG op het onderwerp Determinants of disability and functional capacity in patients with chronic low back pain. Schiphorst Preuper deed onderzoek naar factoren die de mate van beperkingen beïnvloeden in het functioneren van patiënten met chronische lagerugklachten.
A TI KE L Chronische lagerugpijn is één van de grootste gezondheidsproblemen in de westerse samenleving en de prognose is over het algemeen matig, zelfs met behandeling. Met de achterliggende gedachte dat het functioneren van de patiënt wordt beïnvloed door biomedische, psychologische en sociale factoren, adviseren richtlijnen multidisciplinaire pijnrevalidatie, een combinatie van voorlichting, cognitief-gedragsmatige behandeling en fysieke training, afgestemd op de behoefte van de patiënt. Dit biopsychosociale model wordt wereldwijd toegepast.
Schiphorst Preuper onderzocht de relaties tussen die factoren. Dit inzicht kan diagnostiek en behandeling verbeteren met als doel de participatie van de rugpijnpatiënt te optimaliseren.
Invloed
Over het algemeen wordt verondersteld dat psychologische factoren, zoals somberheid, bezorgdheid, depressie, angst, vermijding, copingstijl en cognitieve factoren, van grotere invloed zijn op de beperkingen van een patiënt dan biomedische of biomechanische factoren. Pijn is ook een
factor binnen het biopsychosociaal model maar de relatie tussen pijn en beperkingen is onduidelijk; psychologische factoren zouden deze relatie beïnvloeden. Maar is dat wel zo? Schiphorst Preuper onderzocht in de afgelopen zes jaar honderden patiënten met chronische lagerugpijn, aangemeld voor een poliklinisch pijnrevalidatieprogramma in het UMCG. Ook bestudeerde ze de vragenlijsten van patiënten uit zes verschillende revalidatiecentra in Nederland. ”Ik wilde een beter inzicht krijgen in factoren
oktober 2011
die samenhangen met het niveau van functioneren en de functionele capaciteit van patiënten met lagerugpijn. Uit mijn onderzoek blijkt dat de samenhang tussen psychologische factoren en functioneren lang niet zo sterk is als in de literatuur wordt gesuggereerd. De relatie was soms zwak, soms sterker, maar zeker niet zo eenduidig als vaak wordt beweerd. Ik vind ook geen relatie tussen psychologische factoren en activiteitenniveau van deze patiënten. Uit mijn onderzoek kwam ook naar voren dat pijnvermindering, als gevolg van pijnmedicatie, bij een aantal patiënten kan leiden
tot beter functioneren. Het voorschrijven van ‘pillen’ is wat mij betreft dus zeker een optie in het behandelplan.”
Focus
Voor de praktijk betekent deze bevinding dat in diagnostiek en behandeling meer gelijkwaardig aandacht moet worden besteed aan biomedische, psychologische en sociale factoren bij patiënten met lagerugklachten. Binnen de huidige pijnrevalidatieprogramma’s ligt de focus veelal sterk op psychologische factoren en wordt niet primair aandacht besteed aan pijnbestrijding.
“Toekomstig onderzoek zou moeten gaan over wat precies meespeelt in beperkingen, functionele capaciteit en participatie bij patiënten met lagerugpijn. En of de voorgestelde balans in het biopsychosociale model in diagnostiek en behandeling leidt tot sneller en beter herstel van functioneren en participatie. Het is wenselijk de resultaten van gecombineerde farmacotherapeutische en/of multispecialistische behandelingen gericht op pijnreductie met pijnrevalidatie te onderzoeken,” aldus Schiphorst Preuper.
8(9
Locatie Beatrixoord faciliteert wijnboer ‘De Groene Parel’ op het terrein van locatie Beatrixoord is een van de meest noordelijk gelegen wijngaarden van Europa. De wijngaard wordt onder meer onderhouden door mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.
K RT N I EU WS
Expand heeft eigen logo
V.l.n.r.: Ant Lettinga, Feyuna Jansma en Sacha van Twillert.
Zelfmanagement spelenderwijs Hoe is zelfmanagement op een innovatieve en attractieve manier aan te bieden aan patiënten? In het Centrum voor Revalidatie wordt al geruime tijd onderzoek gedaan naar zelfmanagement, spec ifiek in de revalidatie. En de centrale vraag is: hoe bieden we het aan? Een eerste verkenning van dit terrein vond plaats op 28 september. Diverse organisa ties en bedrijven uit het Noorden kwamen naar locatie Beatrixoord om te praten over serious gaming. Vertegenwoordigers uit de gezondheidszorg en de gaming industry wilden meedenken over de combinatie van zelfmanagement en serious gaming. Inspirerend Sacha van Twillert hield een presentatie over het concept zelfmanagement. Onder
leiding van Feyuna Jansma werd het door haar ontwikkelde bordspel ‘Denk je mee’ gespeeld; deelnemers konden zo ervaren hoe het is om een serious game te spelen. Ant Lettinga leidde een inspirerende en kriti sche discussie waarin de mogelijkheden en onmogelijkheden van een zelfmanage ment-videospel werden geëxploreerd. Resultaat van de bijeenkomst: er zijn actie lijnen uitgestippeld om op korte termijn concrete vorm en inhoud te geven aan een zelfmanagement-videospel voor mensen met een chronische aandoening.
De onderzoeksspeerpunten van de afde ling Revalidatiegeneeskunde zijn samen gevat in het acroniem Expand, dat staat voor Extremities, Pain and Disability. De onderzoeksgroep Expand hield begin juli een zomer-seminar. Het doel van de bijeen komst was te laten zien waar wetenschap pelijk onderzoek in de praktijk toe leidt. De relatie tussen de faciliteit Centrum voor Revalidatie (de praktijk) en de afdeling Revalidatiegeneeskunde (de wetenschap) stond daarbij centraal.
Met hulp van patiënten van Beatrixoord, leerlingen van het naast gelegen Maartenscollege, bewoners van de Zijlen en de Koninklijke VISIO werd zaterdag 1 oktober de oogst binnengehaald. ’s Morgens werden de druiven geplukt op de wijngaard, ’s middags was het oogstfeest in de ecologische zorgboerderij De Mikkelhorst in Haren. Het jaarlijkse oogstfeest werd deze keer ook gefilmd. Het resultaat staat onder meer op onze website: www.revalidatie.umcg.nl De opbrengst was dit jaar erg klein - het zal niemand verwonderen. Gelukkig hoeft dat nog niet te betekenen dat de wijn van 2011 ook kwalitatief minder wordt. De hoeveelheid zon in september bepaalt de kwaliteit van de wijn. Het CvR is een vaste afnemer van De Groene Parel. Het geeft de wijn weg als relatiegeschenk. Meer informatie: www.degroeneparel.com
Prof. dr. Jan Geertzen opende het seminar met de onthulling van het eigen logo, ont worpen door Hester van der Meulen van het ontwerpbureau ‘Hester ontwerpt’. Het logo prijkt voortaan op alle presentaties en posters van Expand-onderzoekers.
Meer informatie:
[email protected]
Richtlijn Amputatie en Prothesiologie Onderste Extremiteit dichterbij Op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) is in samenwerking met het CBO een richtlijn ontwikkeld voor amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Jaarlijks vinden er in Nederland ongeveer 3300 beenamputaties plaats - in ongeveer 90% van de gevallen is dat het gevolg van vaatproblemen. Toch bestaat er geen eenduidigheid over chirur gische technieken, het moment van amputatie en het te volgen revalidatietraject. Er is veel variatie in de start van prothetisering en ook de patiëntenvoorlichting laat te wensen over.
Een multidisciplinaire werkgroep met vertegenwoordigers van alle acht betrokken beroepsorganisaties heeft in de afgelopen twee jaar een richtlijn opgesteld met aandacht voor indicatiestelling, chirur gische aspecten, postoperatief management, revalidatieaspecten en prothesevoorziening met als doel de zorg voor amputatiepatiënten te verbeteren en een aanzet te geven voor de ontwikkeling van con sensus op de verschillende deelgebieden en toekomstig onderzoek. De consensus-meeting wordt 12 oktober in Utrecht gehouden.
oktober 2011
0 1 (11
Samen tweehandig koffiezetten
A TI KE L
CIMT nieuwe behandelmodule oktober 2011
De Constraint Induced Movement Therapy (CIMT), ook wel bekend als forced use therapy, wordt toegepast bij volwassenen die als gevolg van een beroer te een verminderd gebruik van een arm hebben. CIMT r icht zich op de aangedane hand waar nog enige functie aanwezig is. Het blijkt mogelijk met CIMT verloren bewegingen en functies weer terug te kr ijgen. Er is dus meer winst te behalen door te oefenen met de aangedane arm. deelnemers maar één arm kunnen gebruiken, is het soms noodzakelijk om samen te werken, zodat toch tweehandig gewerkt kan worden. Het groepsaspect is een belangrijk kenmerk van deze training, het motiveert patiënten door te zetten. Ergo- en fysiotherapeuten van het Neurorevalidatieteam hebben een multidisciplinaire behandelmodule ontworpen voor patiënten met een hersenbeschadiging. Ze komen twee dagdelen per week, zes weken lang in locatie Beatrixoord trainen. De goede arm wordt daarbij vastgezet in een sling. Bij de fysiotherapie wordt geoefend met het inzetten van de aangedane arm, zoals het vastpakken en loslaten van voorwerpen die variëren in grootte en zwaarte. Bij de ergotherapie en de activiteitentherapie oefenen patiënten in groepsverband praktische handelingen en hobby’s. Aangezien alle
Huiswerk
hun partner heeft verworven en waaraan wordt gewerkt. Meer informatie: dr. Henk Meulenbelt, revalidatiearts van het Neurorevalidatieteam.
[email protected]
De arminzetbaarheid wordt tweemaal gemeten: als de behandeling begint en na afloop. Patiënten stellen zelf hun doelen voor de behandeling. Ze moeten ook huiswerk doen: drie dagen per week gedurende vier uur moeten ze thuis hun sling dragen aan de gezonde zijde, zodat ze de aangedane zijde meer trainen. Patiënten nemen in derde week hun partners een dag mee naar Beatrixoord. De behandelaars polsen bij hen hoe het thuis gaat, welke vorderingen en vaardigheiden
2 1 (13
Zomerspelen Kinderrevalidatie op een onbewoond eiland Ruim twintig kinderen van vier tot twaalf jaar, die onder behan deling zijn bij de Kinderrevalidatie in locatie Beatrixoord, werden ook dit jaar weer vier dagen lang getrakteerd op de traditionele Zomerspelen. Dit jaar met als thema ‘Een tropisch onbe woond eiland’. De kinderen gaan gedurende het jaar gewoon naar school en krijgen daarnaast een aantal uren per week revalidatie. Om voor hen de lange zomervakantie te breken (en de ouders een time-out te geven) organiseert de Kinderreva lidatie elk jaar de Zomerspelen. De hulp van vrijwilligers daarbij wordt zeer gewaardeerd! Het programma bestond onder andere uit een echte disco, een ontdekkingsreis door de Hortus, er kon gespeeld worden met op afstand bestuurbare boten, er was een klimwand, een poppentheater en voor de meiden kwam er een kleur- en stijladviseuse. En ze haalden de TV: OOG-TV wijdde er een uitzending aan. “Volgend jaar weer!” zei iedereen.
K RT N I EU WS
Titia Hemminga neemt afscheid
Jan Geertzen erelid FATO
Titia Hemminga, teammanager van het Amputatie- en Reuma team in locatie Beatrixoord, heeft woensdag 28 september met een receptie afscheid genomen van het CvR. Traditioneel kreeg ze, omdat ze er 40 jaar heeft gewerkt, een bankje.
Prof. dr. J.H.B. Geertzen, president van ISPO, is tijdens het congres van Federation Afrique Techniciens Orthopedique (FATO) dat van 18 tot 21 september in Zuid-Afrika werd gehouden, benoemd tot erelid. Prothese- en orthesemakers, orthopedische schoenmakers uit 43 landen zijn lid van FATO. In West en Centraal Afrika zijn zo’n honderdzestig revalidatiecentra waar ongeveer driehonderd orthopedisch instrumentmakers werken. De bevolking in dat gebied wordt geschat op een kleine 250 miljoen inwoners, waarvan bijna 25 miljoen mensen met een beperking. ISPO is partner van FATO en Geertzen heeft als president van ISPO veel gedaan voor de Afrikaanse organisatie. Als waardering hiervoor is hij nu erelid.
Hemminga begon als fysiotherapeut en had al snel een bijzondere affiniteit met amputatiepatiënten. De snelle ontwikkelingen op dat gebied hadden haar speciale interesse. Ze was zes jaar lid van het landelijk ISPO-bestuur en bezocht veel nationale en internatio nale congressen. Hoogtepunt was het ISPO-congres in Chicago in 1992, waar ze een voordracht hield. In 1996 combineerde ze haar werk als fysiotherapeut met een 50% managementfunctie. Later werd dat een volledige management functie.
Polio, een ziekte om nooit te vergeten
“Een goed functionerend team komt alle partijen ten goede: de pa tiënt, de medewerker en de organisatie. Toch heb ik het patiënten contact erg gemist. De band die je opbouwt met een patiënt was voor mij altijd een wezenlijke factor in het werkplezier. Als je een goeie klik hebt met een patiënt, is het resultaat ook vaak goed.
Deze zomer was het 55 jaar geleden, dat Nederland werd getroffen door een grote polio-epidemie. Hoewel de acute ziekte niet meer voorkomt in ons land, ondervinden zo’n 15.000 mensen nog steeds de gevolgen van polio. Zij hebben last van spierzwakte, extreme vermoeidheid, spier- en gewrichtspijn.
perspectief: de epidemieën, de behandeling met de ijzeren long en de komst van het vaccin.
ISBN nr.: 978-90-816331-3-0
Titia Hemminga: … bijzondere affiniteit met amputatiepatiënten…
De werkgroep (Post)Polio van de VSN heeft over polio een boek uit gebracht. Els Symons en Aadje de Groot verzamelden de verhalen van lotgenoten en doken in de geschiedenis van de polio-epide mieën. De twee medisch specialisten schreven een hoofdstuk over het postpoliosyndroom en het RIVM zorgde voor het historisch
oktober 2011
Het boek is te bestellen via www.webwinkel.vsn.nl en kost € 19,95 inclusief verzendkosten.
4 1 (15
ISPO geeft cursus in Iran
Van 27 november tot 1 december is in Teheran (Iran) een internationale cursus ‘Revalidatie van onderbeengeamputeerden’. De cursus wordt georganiseerd door de ISPO, in samen werking met de Iranian Red Crescent Society en de Iranian Orthopaedic Association. Doelgroep: orthopedisch chirurgen, revalidatieartsen, fysio- en ergotherapeuten, psycholo gen, prothese- en orthesemakers en revalidatie-technici. De cursus bestaat uit een theoretisch deel (lezingen en posterpresentaties) en een prak tisch deel: een workshop prothesemaken. Het is de eerste keer dat een dergelijk omvang rijke cursus in Iran wordt gegeven. Prof. dr. J.H.B. Geertzen, president van ISPO, gaat er drie dagen lesgeven.
A EN DA Cursus Amputatie en revalidatie
Op 22 en 23 november wordt weer de cursus ‘Amputatie en revalidatie’ gehouden in het UMCG, bestemd voor AIOS chirurgie, orthopedie en revalidatiegeneeskunde. De cursus is een combinatie van theorie en vaardigheidstrainingen in het wetlab van het Wenckebach Skillscenter. Er worden op drie niveaus amputaties geoefend; transtibiaal, exarticulatie van de knie en transfemoraal. Meer informatie:
[email protected]
Vooraankondiging
Volgend jaar, 2012, vindt van 22 tot 24 okto ber in het UMCG de tweede wetenschappe lijke conferentie plaats over pijn en arbeid, werkverzuim en duurzame arbeidspratici patie. Internationaal erkende wetenschap pers houden presentaties over het thema Healthy ageing in a working society. Meer informatie: www.wdpi2012groningen.com
Willem Eisma-dag
De afdeling Revalidatiegeneeskunde en het Centrum voor Revalidatie houden 18 november voor de tweede maal de Willem Eisma-dag. Professor Willem Eisma is meer dan twintig jaar hoofd van de afdeling Revalidatie in het toenmalige AZG geweest en heeft een grote rol gespeeld in de ont wikkelingen op het gebied van revalidatie in Nederland.
Themadag over chronische pijn en arbeid
Met als motto ‘Chronische pijn werkt!’ wordt zaterdag 5 november een themadag gehouden, georganiseerd door de Pijnre validatie van het CvR en vijf patiënten verenigingen. Thema is het belang voor mensen met chronische pijn om deel te blijven nemen aan het arbeidsproces. Het programma begint om half tien, om kwart voor vijf is de afsluiting.
Een bloemlezing uit de publicaties in 2011 van de afdeling Revalidatiegeneeskunde. De lijst is niet volledig. Bieleman HJ, Bierma-Zeinstra SMA, Oos terveld FGJ, Reneman MF, Verhagen AP, Groothoff JW. The impact of osteoarthritis of the hip or the knee on work participa tion. A Systematic Review. J Rheumatol 2011, 38:1835-1843.
Ter gelegenheid van de promotie wordt er ’s morgens een symposium gehouden. Daarin komen diverse aspecten aan de orde van het biopsychosociale model dat wordt toegepast bij patiënten met chroni sche lagerugklachten.
Boer VG de, Bolt A, Geertzen JHB, Emme lot CH, Baars EC, Dijkstra PU. Variation in results of volume measurements of stumps of lower-limb amputees: a comparison of 4 methods. Arch Phys Med Rehabil 2011, 92, June: 941-946.
Meer informatie en opgave:
[email protected]
Bragaru M, Dekker R, Geertzen JHB, Dijkstra PU. Amputees and sports: a systematic review. Sports Med 2011, 41, 9: 721-740. Breedland I, Scheppingen C van, Leijsma M, Verheij-Jansen NP, Weert E van. Effects of a group-based exercise and educational pro gram on physical performance and disease self-management in rheumatoid arthritis: a randomized controlled study. Physical Therapy 2011, 91, 6: 879-893
Meer informatie en opgave bij:
[email protected]
Symposium ter gelegenheid van Promotie Rita Schiphorst Preuper
Rita Schiphorst Preuper, revalidatiearts Pijnrevalidatie, promoveert 16 november aan de RuG op het onderwerp Determinants of disability and functional capacity in patients with chronic low back pain. Schiphorst Preuper deed onderzoek naar factoren die de mate van beperkingen beïnvloeden in het func tioneren van patiënten met chronische lagerugklachten.
Op het symposiumprogramma staan voor drachten van professor dr. Jan Geertzen, professor dr. Klaas Postema, professor dr.
PUBLICATIES
Geertzen JHB, Rommers GM, Dekker R. An ICF-based education programme in ampu tation rehabilitation for medical residents in the Netherlands. Prosthet Orthot Int 2011, 35, 3: 318-322.
Corry van der Sluis, professor dr. Robbert Sanderman, professor dr. Liesbeth de Vries en dr. Rita Schiphorst Preuper.
Alle revalidatieartsen die in Groningen zijn opgeleid zijn uitgenodigd voor het sympo sium en de reünie na afloop.
oktober 2011
BackLetter: “This qualitative study has evoked new hypotheses about staying at work; quantitative studies on staying at work are needed to obtain further evidence.” K RT N I EUWS
BackLetter complimenteert Haitze de Vries BackLetter is een maandelijkse nieuwsbr ief die de bomen van het bos onderscheidt voor alle behandelaars van rugklachten. BackLetter geeft actuele informatie, praktisch toepasbare adviezen en kr itische beschouwingen over wetenschappelijke ontwikkelingen. De redactie signaleert ook veelbelovende ontwikkelingen over rug klachten, en een artikel van Haitze de Vries, onderzoeker binnen de onderzoeksgroep Expand van de Revalidatiegeneeskunde, vonden ze een interessant item. De Vries onderzoekt waarom werknemers niet afhaken ondanks hun rugpijn maar gewoon blijven doorwerken. Hij interviewde hiervoor eenentwintig werknemers met chronische pijn aan het houdings- en bewegingsapparaat. Dit onderzoek leidde tot het artikel Staying at work with chronic nonspecific musculoskeletal pain: a qualitative study of workers’ experiences in BMC Musculoskeletal Disorders.
Gerichte interventies
Laat FA de, Rommers GM, Geertzen JHB, Roorda LD. Construct validity and testretest reliability of the questionnaire rising and sitting down in lower-limb amputees. Arch Phys Med Rehabil 2011, 92, Aug: 1305-1310.
Uit de interviews kwamen drijfveren en succesfactoren voor door werken met pijn naar voren. De drijfveren werden onderverdeeld in vier thema’s: werk als waarde, werk als therapie, werk als bron van inkomsten en werk als verantwoordelijkheid. De succesfactoren werden onderverdeeld in vijf thema’s: persoonlijkheidskenmerken, aanpas singsvermogen, omgaan met pijn, gebruik van gezondheidszorg, en pijnopvattingen.
Sloots M, Dekker JHM, Bartels EAC, Geertzen JHB, Dekker J. Adaptations to pain rehabilitation programmes for non-native patients with chronic pain. Disabil Rehabil 2011, 33, 15-16: 1324-1329.
De Vries: “Persoonlijkheidskenmerken, goed ontwikkelde zelfmanage mentvaardigheden en de motivatie om te werken blijken belangrijke succesfactoren en voorwaarden om aan het werk te blijven. Nu we dit weten, kunnen we gerichter interventies ontwerpen om arbeidsverzuim te voorkomen en duurzame werkhervatting te bewerkstelligen.”
Vries HJ de, Brouwer S, Groothoff JW, Geertzen JHB, Reneman MF. Staying at work with chronic nonspecific musculoskeletal pain: a qualitative study of workers’ experiences. BMC Musculoskeletal Disorders 2011, 12: 126.
Staying at work with chronic nonspecific musculoskeletal pain: a qualitative study of workers’ experiences. de Vries HJ, Brouwer S, Groothoff JW, Geertzen JH, Reneman MF. BMC Musculoskelet Disord. 2011 Jun 3;12:126.
6 1 (17
Expand haalt FLESH-studie binnen Kinderen met aangeboren korte arm functioneren goed Recent zijn de resultaten van de DUCBED-studie (Du tch Unilateral Congenital Below E l bow Deficiency) bekend geworden, een landelijk onderzoek naar het functioneren van kinderen met een aangeboren kor te arm. Ze blijken goed te functioneren. Ingrid de Jong, onderzoekster bij de onderzoeksgroep Expand, onderzocht hoe kinderen met een aangeboren korte arm zich ontwikkelen. Hoe voeren zij activiteiten uit? Doen ze mee met sport of muziek? Hoe gebruiken ze hun prothese of hulpmiddel? Hoe beoordelen ze de revalidatiezorg? En: hoe gaan ze emotioneel om met hun zichtbare, korte arm?
Internet-forum
K RT N I EU WS
Via een internet-forum stelde De Jong vragen aan 42 kinderen van 8 tot 20 jaar, aan ou ders en behandelaars. Op dit forum konden de deelnemers, behalve antwoorden ook met elkaar discussiëren. Conclusie van het onderzoek: het blijkt dat kinderen met een aangeboren korte arm goed functioneren. Er is geen activiteit die ze niet kunnen uitvoeren. Veters strikken, een rad slag maken, een staart in je haar doen, typen op de computer, sporten of het bespelen van muziekinstrumenten: het kan allemaal. Soms hebben ze een prothese nodig maar het zijn vooral eigen creatieve oplossingen en het gebruik van hulpmiddelen die helpen bij wat ze graag willen. Niet elk kind kan alles, maar kinderen met twee armen kunnen ook niet allemaal een radslag of een handstand maken.
Vervelend
De meeste kinderen geven wel aan moeite te hebben met het gestaar van mensen. Vooral in situaties waarin de korte arm goed zichtbaar is, zoals ‘s zomers bij het dragen van shirts met korte mouwen of in het zwembad. Ook situaties met vreemden worden als vervelend ervaren. Naarmate ze ouder worden, leren de meeste kinderen hier goed mee omgaan, vooral door er over te praten. Voor een aantal kinderen helpt een prothese. Veel kinderen willen wel een keer een prothese uitproberen, maar de meesten kunnen hun dagelijkse activiteiten goed - of zelfs beter - uitvoeren zonder prothese. Kinderen die wel een prothese blijven dragen, doen dit bij specifieke activiteiten zoals fietsen of knutselen, en dan voornamelijk om geen last te hebben van reacties uit de omgeving.
De Stichting Beatrixoord Noord-Nederland, de OIM-Stichting, Orthopedietechniek De Hoogstraat en de Gratama Stichting leverden een financiële bijdrage aan het landelijk onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd door de afdeling Revalidatiegeneeskunde - UMCG in samenwerking met De Hoogstraat, de Sint Maartenskliniek, het ErasmusMC, de landelijke Werkgroep Amputatie en Prothesiologie van de Armen, en de betrokken patiëntenverenigingen. Ingrid de Jong werd begeleid door dr. Heleen Reinders - Messelink, stafmedewerker onderzoek en professor dr. Corry van der Sluis, revalidatiearts, beiden van het UMCG. Professor Van der Sluis hield een lezing over dit onderzoek op het driejaarlijkse Myo Electric Control (MEC)-congres dat in augustus in Canada werd gehouden.
oktober 2011
Nogmaals de iLIMB In augustus werd aan de University of New Brunswick in Fredericton (Canada) het driejaarlijkse Myo Electric Control (MEC)- congres gehouden. Olga van der Niet, handtherapeut in het CvR, hield daar een lezing over haar onderzoek naar myo-elektrische armprotheses. Zij vergeleek de DMC plus van Otto Bock, de iLIMB en de iLIMB Pulse Hand. Van der Niet voerde het onderzoek uit met een patiënt, Bert Pot, die een onderarm verloor bij een bedrijfsongeval. Mede op verzoek van de fabrikant Touch Bionics, testte hij de protheses uit in de praktijk. Uit het onderzoek komt naar voren dat de iLimb Pulse Hand, de laatste versie, in alle opzichten een verbetering is, vergeleken met de vorige iLIMB pro these. Hij is sterker, minder kwetsbaar, sneller en betrouwbaarder. Dat blijkt niet alleen uit de metingen, ook Bert Pot zelf is van mening dat deze pro these beter is dan de vorige. Overigens is dagelijks oefenen en gebruiken gedurende minstens vier maanden nodig om de prothese goed te leren gebruiken. Ook een ervaren iLimb-gebruiker als Bert Pot moest extra en intensief oefenen om de iLIMB Pulse Hand goed te kunnen gebruiken.
Toen het onderzoek was afgerond en de resultaten gepubliceerd waren, kreeg Bert Pot van Touch Bionics te horen dat hij de iLIMB Pulse Hand mocht houden. Iets waar hij zeer blij mee is.
Expan d , d e on d e r zoe ksgroe p v an d e a fd e ling Rev alidatiege n ee skun d e , h ee f t ee n nie uwe prom otie pla ats binn e nge h a al d n u d e subsidiea anvr a ag bij ZonMW ‘ P ar ticipatie e n G ezon dh eid ’ is ge h on oree rd . O n d e r we rp v an s tu die is d e du ur zam e inzetba arh eid v an m ed ewe rke rs in d e vl ee s ve r we rke n d e in du s trie; h et on d e r zoe k h ee f t dan ook d e toe pa sse lijke n a am FLE S H (Func tional Labour Evaluation for Sus tained Health and employment) ge krege n . Een groot vleesverwerkingsbedrijf wil de duurzame inzetbaarheid van zijn 2300 werknemers verbeteren. Op basis van een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) dat alle werknemers aangeboden krijgen, en een risico-inventarisatie maken werknemer, werkgever en be drijfsarts samen een plan voor een evidence based interventie. Vernieuwend in het project is, dat het elementen uit de revalidatie en de bedrijfsgeneeskunde verbindt. Zo wordt bij alle medewerkers een verkorte Functional Capacity Evaluation (FCE) afgenomen. Een deel van de medewerkers krijgt arbeidsrevalidatie aangeboden door een van de partners van ‘Vroege Interventie’, het landelijke samenwer kingsverband van veertien revalidatiecentra.
Effect meten
Dit jaar startte een pilot maar vanaf 2012 wordt deze aanpak ingevoerd bij alle vijftien vestigin gen van het bedrijf in Ne derland. In het onderzoek worden de vestigingen waar het nieuwe model al wel is ingevoerd verge leken met de vestigingen waar dat nog niet is gebeurd. Als het model overal is ingevoerd wordt het nog een jaar gevolgd, waarbij werkvermogen, arbeidsverzuim, productiviteit en werksatisfactie uitkomstmaten zijn. Ook wordt onderzocht hoe de kosten zich verhouden tot het resultaat van de interventie. Vanuit Revalidatiegeneeskunde en het CvR zijn dr. Remko Soer, dr. Michiel Reneman en prof. dr. Jan Geertzen bij het onderzoek betrokken. Er wordt nauw samengewerkt met Sociale Geneeskunde, Arbeid & Gezondheid, het Universitair Centrum Pro-Motion Gronin gen en externe partijen.
8 1 (19
Gerald Sc huil exposeer t tot en met 12 d ecem b er i n d e C ent ra le Ha l e n h et Tu i nca f é va n lo cat i e B eatr ixoord. Sc hu il (195 6) stu d eerd e beeld e nd e vo rm g evi ng i n Le euwa rd e n e n a a n Aca d em i e M i ne r va i n Groningen. Hij schi ld er t lan d schappen in ol i ever f . He t we rken i n d e bu it enlu cht dwi ng t h em sn e l t e r eageren op wat hij waarn eemt. Zie ook: w ww. g e ra l d s chu i l . nl ; t ele f o o n 06 3 3 3 3 26 59 .
K N S T ACHT E RKA N T