jaargang 6
• nummer 2 • juni 2011
ce ntrum voor revali dati e CORRY VAN DER SLUIS BENOEMD TOT HOOGLERAAR ZELFMANAGEMENT SPELENDERWIJS BEKKENTHERAPEUT IN CVR
Never a dull moment colofon Revisie is het externe magazine van het Centrum voor Revalidatie – UMCG en laat zien wat het CvR te bieden heeft aan patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs, zowel op het gebied van Revalidatiegeneeskunde als op het gebied van revalidatie Chronisch Zieken. Het CvR heeft circa 650 medewerkers, verdeeld over twee locaties: de locatie Groningen, waar de nadruk ligt op diagnostiek en behandeling in de vroege fase; de locatie Beatrixoord, met 180 bedden, waar de nadruk meer ligt op klinische en poliklinische behandeling. Revisie wordt verstuurd aan huisartsen en medisch specialisten in de drie noordelijke provincies, revalidatieartsen en revalidatiecentra in Nederland, patiëntenverenigingen, relevante beroepsverenigingen, opleidingscentra en andere externe contacten.
Katy van Hasselt, met ingang van 1 september de manager Zorg in het Centrum voor Revalidatie.
Mevrouw Van Hasselt is begonnen als wijkverpleegkundige en heeft 23 jaar in de Thuiszorg gewerkt in verschillende functies. Ze sloot haar carrière daar af als regiodirecteur Oost-Groningen. Momenteel werkt ze als manager Zorg & Bedrijfsvoering bij Orthopedie - UMCG. Met ingang van 1 september begint ze in het Centrum voor Revalidatie – UMCG.
Revisie verschijnt viermaal per jaar in een oplage van tweeduizend exemplaren. Redactie: drs. S. van Twillert, M.J. Keijer, M.A. de Jong (eindredactie). Fotografie: Hella Porrey, Maerian de Jong. Correspondentieadres: Universitair Medisch Centrum Groningen, PK Revalidatie, M.A. de Jong, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen. E-mail:
[email protected]. Tel. 050 361 3626. Vormgeving, druk en verspreiding: Koninklijke Van Gorcum Assen.
In deze Revisie geven we een beeld van wat er in de afgelopen maanden gebeurd is. We willen in Revisie geen bestuurlijke onderwerpen bespreken, met uitzonder ing van deze column en als manager Bedr ijfsvoer ing / manager Zorg a.i. maak ik graag van die gelegenheid gebruik te melden dat ik binnenkor t manager Zorg a.i. af ben. Tot onze grote tevredenheid hebben wij mevrouw Katy van Hasselt kunnen benoemen tot manager Zorg.
Bert Eissens, manager Bedrijfsvoering, manager Zorg a.i., Centrum voor Revalidatie - UMCG
4 Een bekkentherapeut i s breed geschoold en van alle markten thui s.
8 D e Ki nderrevali dati e begi nt met een ni euwe behandelmodule voor ki nderen met een gedeeltelij ke halfz ij di ge verlammi ng. I n de wandeli ng I ndi anentherapi e geheten.
10
Veranderende zorgbehoefte
In de vorige Revisie ging mijn column over de concentratie van de klinische capaciteit - de zorgbehoefte verschuift van klinisch naar poliklinisch en dat leidt tot een veranderende zorgbehoefte. Het project ‘Klinische capaciteit’ hebben we inmiddels succesvol afgerond. Nu concentreren we ons op het effectief inrichten van de vrijgekomen vierkante meters; op twee vleugels hebben we de begane grond vrij. Samen met adviesbureau Draaijer en Partners, onze medewerkers en uiteraard onze patiënten willen we deze zomer nog een eerste schets klaar hebben van hoe we onze huisvesting op de langere termijn willen organiseren. Leidend hierbij is dat we op de begane grond zoveel mogelijk poliklinische activiteiten willen huisvesten. Ook de voorbereidingen voor het nieuwe TBC-centrum zijn in volle gang. Zoals u ziet: never a dull moment.
juni 2011
F eyuna J ans ma ont wi kke ld e een spel waarm e e d e ze lf managem e nt -vaard i g h e d e n vergroot kunne n word e n.
12 D e steeds verdergaande samenwerki ng tussen Beatr i xoord en verpleeghui s D e D i lgt lei dt tot de j ui ste pati ënt i n het j ui ste bed.
Corry van der Sluis benoemd Beatrixoordprijs uitgereikt bedden opnieuw verdeeld close met de buren eerste Europese handtherapeut gratis wifi Beatrixoord locatie Curaçao oratie prof. dr. Cees van der Schans record aantal cursisten symposium over CP heeft effect onbeperkte mogelijkheden
EN VERDER:
2(3
Eva Broens (links) en Petra Boorsma: "We behandelen mensen, geen aandoeningen."
A TI KE L
Een bekkentherapeut is breed geschoold In N ed e rlan d zijn m ee r dan één miljoe n m ann e n e n vro uwe n m et be kke nbod e m probl e m e n . Met d e koms t v an h et B e kke nbod e m ce ntr um in oktobe r 2 0 07 is e r in h et UMCG één loket voor patiënte n m et d eze kla chte n - ja arlijks kom e n e r zo’n a chth on d e rd . Er we rke n g yn a e cologe n , urologe n , se ksuologe n e n ve rpl eegkun dige n . En sin ds kor t ook d e ee rs te ge sp e cialisee rd e f ysioth e r a p e ut . Petr a B oorsm a , f ysioth e r a p e ut in h et Ce ntr um voor Rev alidatie , be h a al d e onlang s h a ar diplom a . Volge n d ja ar doet h a ar coll eg a Ev a Broe ns h et exam e n .
Bekkenbodemspieren geven steun aan de buikorganen in het kleine bekken, zorgen voor stabiliteit in de bekken-lagerugregio en hebben een functie bij plassen, ontlasten en seksuele gemeenschap. Ze zijn belangrijk voor het opvangen van drukverhogingen in de buik zoals bukken, tillen en bij hoesten of niezen. Deze spieren zijn willekeurig aan te spannen en te ontspannen. De bekkenbodemspieren kunnen minder goed gaan werken als ze beschadigd of verzwakt zijn, bijvoorbeeld door de over-
juni 2011
gang, overgewicht, veel hoesten, lichamelijk zwaar werk, buikoperaties of door jarenlang verkeerd gebruik van de spieren. Bekkenklachten komen voor bij zowel vrouwen als mannen. Bij vrouwen is er vaak sprake van een onderactiviteit na bevalling of door de overgang. Mannen hebben een anatomisch kleinere bekkenbodem waardoor er eerder sprake is van een overactiviteit van de bekkenbodem, ze spannen de bekkenbodemspieren te veel aan Klachten uiten zich onder meer als lagerugpijn, buikpijn, incontinentie (zowel voor urine als voor ontlasting), heel vaak moeten plassen of juist niet kunnen plassen, pijn bij het vrijen, erectiestoornissen, obstipatie en pijn in de bekkenbodem.
Grote diversiteit
Net zo uiteenlopend als de bekkenklachten zelf, is de behandeling ervan. Het varieert van medicatie tot verzakkingoperaties tot het plaatsen van een TVT-bandje bij stressincontinentie, injecties of sfinctercorrecties. De opleiding tot bekkenfysiotherapeut is dan ook heel breed: urologie, gynaecologie, maag-darm-lever, psychologie komen alle-
maal aan bod tijdens de driejarige opleiding. De bekkenfysiotherapeut houdt zich bezig met het voorkómen en behandelen van bekkenproblematiek en verzakking van blaas, baarmoeder of darmen. Boorsma: “Veel mensen zijn zich niet bewust van hun bekkenbodemspieren en voelen niet wat deze spieren doen. Wij leren daarom de patiënt hoe hij de bekkenbodemspieren kan aanspannen en ontspannen en dit in dagelijkse situaties toe te passen. Dit kunnen we uitbreiden met myofeedback: door middel van een elektrode krijgt de patiënt feedback over hoe hij de spieren aan- en ontspant.”
Wat voor mensen komen er bij jullie? “Wat meer vrouwen dan mannen, maar mannen met prostaatklachten, c.q. bij wie de prostaat is verwijderd of die, vanwege kanker, een nieuwe blaas hebben gekregen, komen allemaal bij ons terecht. We krijgen patiënten met een overactieve blaas. Als je elk half uur naar de WC moet, is dat sociaal zeer beperkend; blaastraining kan dan helpen. Bij vrouwen gaat het vaak om een verzakking, overgangsklachten, incontinentie, veelvuldige blaasontstekingen of klachten na een bevalling. Maar ook jonge meiden bij wie het vrijen pijnlijk is, komen bij ons. We zien de meeste mensen zo’n zes tot twaalf keer, maar dat is niet wekelijks. Dat kan over een heel jaar verdeeld zijn. Ze moeten vooral in het dagelijks leven veel oefenen.” En kinderen? “Wij hebben in het UMCG op dit moment geen mogelijkheden om kinderen te behandelen, alhoewel daar zeker vraag naar is. Kinderen worden verwezen naar de bekkenpoli in het Martiniziekenhuis en vooral naar de particuliere praktijk Pelvicum in Groningen. Beide hebben gespecialiseerde fysiotherapeuten in dienst, die ook kinderen kunnen behandelen.”
De hele mens
De fysiotherapeuten van het Bekkenbodemcentrum hebben een biopsychosociale benadering en zijn zowel coachend bezig als medisch-technisch. Vanuit deze benadering bekijken ze de hele mens. Drinkt iemand wel genoeg? Heeft iemand veel stress of spanningen? Hoe is de toilethouding? Boorsma: “Behalve oefeningen geven we ook voorlichting, biofeedback, elektrostimulatie en motiveren we patiënten tot gedragsverandering te komen.”
4(5
Jaarverslag Het jaarverslag 2010 is een dezer dagen beschikbaar. In het verslag van de Faciliteit Centrum voor Revalidatie staan de gegevens over patiëntenzorg. Er is een apart verslag van de medische afdelingen met de onderwijsgegevens en wetenschappelijke output. Die gegevens komen op een CD, die bij het faciliteitsverslag geleverd wordt. U kunt een exemplaar van het jaarverslag bestellen bij
[email protected] of bellen met Maerian de Jong, tel. 050 3613626.
K RT N I EU WS
Bedden opnieuw verdeeld Gratis Wifi voor patiënten Voor alle patiënten in het UMCG is gratis Wifi beschikbaar - in locatie Beatr ixoord met ingang van 1 juli. Patiënten kunnen ook daar dan gratis het internet op met hun eigen laptop, mobiel of iPa d. Afhankelijk van hun apparatuur kunnen patiënten dan draadloos internetten, internet-bankieren, e-mailen, op YouTube, Uitzending Gemist bekijken of naar de social media zoals Hyves, LinkedIn en Facebook. Chatten en skypen is ook mogelijk. Het UMCG biedt deze mogelijkheid gratis aan en dat is vrij uniek in de medische wereld. In andere ziekenhuizen of centra betalen patiënten tot ongeveer € 5 per dag voor Wifi. Patiënten moeten wel hun eigen mobiele apparatuur gebruiken. Het CvR - UMCG geeft geen ondersteuning bij het gebruik daarvan of bij storingen.
Onbeperkte mogelijkheden
Aanvullingen
Weinig mensen zijn zo bezig met de mogelijkheden van hun prothese als Bert Pot. Het was één van de redenen dat hij als eerste de technisch zeer geavanceerde i-Limb Pulse van de firma Touch Bionics mag uitproberen. Maar het oog wil ook wat. Daarom liet Bert zijn prothese bedrukken met de logo’s van alle fabrikanten en dealers die betrokken zijn bij zijn nieuwste prothese. Leuk idee! Een zee van mogelijkheden doemt nu ineens op: een bloemmotief van roze roosjes op je prothese, handtekeningen van Obama, Rutte of Kadaffi, nep-tatoeages of een Loesje-leus: Ik gaf iemand een hand maar kreeg hem niet terug. Een gat in de markt voor Spieringhs Beletteringen in Esbeek.
In het maartnummer van Revisie staat het artikel ‘Nieuwe afdeling inderdaad healing’. Daarin hebben we verzuimd te vermelden dat voor het uitgevoerde onderzoek gebruik is gemaakt van de vragenlijst ‘Beleving van de omgeving’. Auteur van deze vragenlijst is dr. F. de Vos van De Vos Omgevingspsychologie (www.fionadevos.com).
juni 2011
In locatie Beatr ixoord is 27 mei flink geschoven met bedden. De klinische patiënten werden verdeeld over vier verpleeggangen, in plaats van vijf. Er zijn geen spec ifieke bedden meer toegewezen aan de teams, in pr inc ipe gebruikt ieder tea m wat hij nodig heeft. Een behandelteam heeft wel zijn eigen gang. Als er meer bedde n nodig zijn dan beschikbaar is op de ‘eigen’ gang, wordt een patiënt ergens anders geplaatst. Het project Klinische Capac iteit is daarmee voltooid. Steeds vaker worden patiënten poliklinisch behandeld. Bovendien zijn de behandelingen effectiever waardoor patiënten korter opgenomen zijn. Het betekende dat de vijf verpleeggangen in locatie Beatrixoord - waar plaats is voor zo’n 150 bedden - lang niet altijd volledig bezet waren.
Daarom startte vorig jaar - ondersteund door de vakgroep Verpleging & Verzorging - het project Klinische Capaciteit met als doel een efficiëntere verdeling van de bedden. Zo is het mogelijk om flexibel te reageren op wisselende patiëntenaantallen.
Record aantal cursisten Traditioneel organiseert de afdeling Revalidatiegeneeskunde – UMCG namens de Vereniging van RevalidatieArtsen (VRA) de Basiscursus Houding en Beweging voor artsen, die in het eerste jaar van hun opleiding tot revalidatiearts zitten. Ook dit jaar werd de cursus begin juni gegeven. Er waren maar liefst veertig cursisten. Een record in de meer dan dertig jaar dat ‘Groningen’ de cursus organiseert. Hier cursisten en docenten tijdens het (ook zeer belangrijke) sociale programma.
Bert Eissens en Wil Koopman nodigen Jan Kappenburg, directeur van De Hortus, uit om binnen te komen.
Close met de buren Beatrixoord wordt steeds closer met de buren. Sinds 8 juni bestaat er een directe verbinding tussen Beatrixoord en De Hortus. Die dag werd de doorgang tussen Beatrixoord en de Hortus officieel geopend door Jan Kappenburg, directeur van De Hortus, Wil Koopman, directeur van De Dilgt en Bert Eissens, manager Bedrijfsvoering/Zorg a.i. van Beatrixoord. Jan Kappenburg kwam vanuit de Hortus naar het hek, dat Bert Eissens en Wil Koopman vervolgens voor hem openden. Een al lang bestaande wens van locatie Beatrixoord is hiermee in vervulling gegaan. Opgenomen patiënten van Beatrixoord en bewoners van De Dilgt kunnen nu samen met maximaal twee begeleiders gratis naar De Hortus.
6(7
Feyuna Jansma (staand) toont het spel aan collega's.
A TI KE L
Om serious gaming meer gestalte te geven organiseert Ant Lettinga (projectleider van het innovatieonderzoek en senior beleidsmedewerker van het Zorginnovatieforum) in september een werkconferentie met als onderwerp: ‘Zelfmanagement, serious gaming en revalidatie van chronisch zieken’. Experts en marktpartijen op dit onderwerp worden uitgenodigd kennis uit te wisselen, ideeën uit te werken en gezamenlijk naar financiering te zoeken voor de ontwikkeling van een videospel op dit gebied.
ment is daarom cruciaal in de revalidatie. De laatste jaren doen verschillende mensen in het CvR onderzoek naar zelfmanagementeducatie in de revalidatie en hoe dat verbeterd kan worden met behulp van nieuwe wetenschappelijke inzichten en technologie.
‘Denk je mee’
Zelfmanagement spelenderwijs Feyuna Jansma ontwikkelde in het kader van haar promotieonderzoek een spel dat patiënten inzicht geeft in hun probleemoplossende vaardigheden, die nodig zijn voor zelfmanagement. Spelenderwijs vergroten zij zo hun moge lijkheden.
juni 2011
Gaming
Mensen met een chronische aandoening hebben, om met de alledaagse uitdagingen te kunnen omgaan, vaardigheden nodig op zowel lichamelijk, cognitief als sociaal gebied. Deze vaardigheden lijken bij sommige patiënten van nature aanwezig te zijn, maar niet iedereen is een natural born self-manager. Met name het onvoorspelbare karakter van een chronische aandoening kan voor patiënten heel lastig zijn. Behandelaars richten zich daarom op het bevorderen van het vermogen zelf besluiten te nemen en uit te voeren en het vertrouwen in eigen kunnen te vergroten. Zelfmanage-
Zelfmanagementeducatie kan op vele manieren worden aangeboden. Een interessante vorm is spel, ook wel serious gaming genoemd. Een serious game heeft als doel de deelnemers iets te leren. Die zijn in eerste instantie vooral bezig met het spel, maar merken gaandeweg dat ze bijvoorbeeld inzicht krijgen in hun zelfmanagementvaardigheden. Jansma volgde de cursus Serious Gaming For Professionals aan de TU-Delft en ontwikkelde het bordspel ‘Denk je mee’ waarvan zij onlangs het prototype presenteerde aan behandelaars van het CvR. Het spel stelt de spelers voor problemen, die mensen met een chronische aandoening soms dagelijks tegenkomen en prikkelt ze hiervoor zoveel mogelijk oplossingen te bedenken. Het enthousiasme en de competitie van de behandelaars/spelers leidden tot vele, soms originele, oplossingen voor de voorgelegde problemen.
Jansma heeft met dit spel een vertaalslag gemaakt van nieuwe wetenschappelijke inzichten naar een concrete interventie. Samen met andere onderzoekers, therapeuten en patiënten uit verschillende behandelteams werkt ze het spel verder uit, zodat het in de toekomst breed in het CvR kan worden ingezet. Meer informatie:
[email protected]
8(9
Indianen bij de Kinderrevalidatie? De Constraint Induced Movement Therapy (CIMT), ook wel bekend als Forced Use Therapy, wordt toegepast voor verbeter ing van de handfunctie bij kinderen met een eenzijdig beperkte handfunctie als gevolg van een gedeeltelijke halfzijdige verlamming. Er blijkt meer winst te behalen als je met CIMT oefent met de aangedane arm. En dan vooral als Indiaan….
Het bijna voltallige bestuur van de Stichting Beatrixoord Noord-Nederland was donderdag 21 april naar het UMCG gekomen om de Beatrixoordprijs te overhandigen aan Paula Wijdenes en Olga van der Niet. De juryleden waren onafhankelijk van elkaar unaniem tot de conclusie gekomen dat van de acht inzendingen Wijdenes en Van der Niet de prijs verdienden voor hun werk op het gebied van armafwijkingen en armprotheses. De prijs werd dit jaar voor het eerst uitgereikt.
Pauline Aarts, die in 2010 in Nijmegen promoveerde op het onderwerp, toonde aan dat door het gebruik van de goede hand te beperken, kinderen de aangedane hand leren gebruiken. De afgelopen jaren is in de Maartenskliniek in Nijmegen veel ervaring opgedaan met deze behandelvorm. Daarom start in oktober de Kinderrevalidatie in het CvR met een groepsbehandeling CIMT. Gedurende acht weken komen kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar drie middagen in de week naar de Kinderrevalidatie. De groep bestaat uit maximaal zes kinderen. Samen met de ouders, en eventueel het kind zelf, worden van tevoren haalbare doelen vastgesteld.
K RT N I EU WS
Eerste Europese handtherapeut Melanie Eissens, (rechts) handtherapeut in locatie Groningen van het CvR, heeft de kwalificatie ECHT behaald. ECHT staat voor European Cer tified Hand Therapist. Tijdens het Europese congres van handtherapeuten (EFSHT) en handchirurgen (FESSH) in Oslo, eind mei, werden de kwalificaties aan de eerste lichting van drie handtherapeuten officieel uitgereikt. Eissens is de enige Nederlandse in dit gezelschap.
Om het gebruik van de aangedane hand zo goed mogelijk te stimuleren, krijgen de kinderen een soort band om hun goede arm waardoor ze deze arm tijdens de behandeling niet kunnen gebruiken. Met activiteiten uit het dagelijks leven wordt het gebruik van arm en hand geoefend en vooral door spel: het Indianenspel. Na zes weken wordt de band niet meer gebruikt en wordt juist heel veel met twee handen geoefend. De Kinderrevalidatie wil in 2012 ook een behandelprogramma voor oudere kinderen met een beperkte handfunctie opzetten.
Meer informatie bij revalidatiearts Sabina Groen:
[email protected] en bij ergotherapeut Iny van de Zandt:
[email protected]
Het Nederlands Gezelschap voor Handtherapie (NGHT) heeft zich de afgelopen jaren sterk gemaakt voor het Europese certificeringstraject voor handtherapeuten. Doel was om zowel op nationaal als internationaal niveau erkenning te krijgen van het beroep handtherapeut en de kwaliteit van deze beroepsgroep te waarborgen. Melanie Eissens was zelf als NGHT(bestuurs)lid actief betrokken bij het certificeringstraject.
Nominaties voor Beatrixoordprijs De nieuwe termijn is ingegaan voor de Beatrixoordprijs. De prijs wordt éénmaal per twee jaar toegekend en bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag van € 10.000. De prijs is bestemd voor ‘een persoon of instelling die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan kennis van en begrip voor chronische ziek(t)en, revalidatie of tuberculose’. Dat kan zijn in de vorm van een artikel, een boek, een proefschrift, een toneelstuk, een schilderij, een film of door een grote maatschappelijke inzet; de manier waarop is dus zeer ruim te interpreteren. Wel moet de bijdrage van niveau zijn en voor een breed publiek begrijpelijk en invoelbaar. Bovendien moet er een samenhang zijn tussen deze bijdrage en NoordNederland, omdat daar de wortels van de stichting liggen. Iedereen kan kandidaten voordragen. Jury De nominaties worden beoordeeld door een jury die oog heeft voor algemeen maatschappelijke ontwikkelingen en ruime kennis van wetenschap, kunst en cultuur.
juni 2011
De jury bestaat uit: • J.J. d’Ancona, theatercriticus, presentator en ervaren jurylid. • Professor W.H. Eisma, emeritus hoogleraar Revalidatiegeneeskunde. • Th. J. Jaarsma, oud-huisarts, vicevoorzitter van de Stichting Beatrixoord, voorzitter van de jury. • Professor dr. J.M. Minderhoud, emeritus hoogleraar Neurologie en oudvoorzitter van de K.N.M.G. • H. Speerstra, schrijver en oud-hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant. • Mevrouw S. Tigchelaar, verbonden aan Omrop Fryslân en hoofdbestuurslid van de K.N.S.B. (Eisma, Minderhoud en Jaarsma vormen de wetenschappelijke commissie van de Stichting Beatrixoord Noord-Nederland.)
De Stichting Beatrixoord Noord-Nederland financiert projecten op het gebied van revalidatiezorg en reïntegratie. Daarnaast heeft de Stichting jaarlijks € 50.000 beschikbaar voor onderzoek. Hierin adviseert de Commissie Wetenschappelijk Onderzoek. Het kan bijvoorbeeld gaan om aanvragen voor wetenschappelijk onderzoek of een bijdrage in de drukkosten van een proefschrift. Ook op het gebied van revalidatie en reïntegratie honoreert de Stichting aanvragen voor sponsoring.
Voor de periode 2011-2012 is de sluitingstermijn 1 oktober 2012. Nominaties kunnen worden ingestuurd naar: Stichting Beatrixoord Noord-Nederland, Sylviuslaan 6, 9728 NS Groningen. Meer informatie bij de voorzitter van de jury:
[email protected]
0 1 (11
V.l.n.r.: Christa Morsch, Aline Vrieling, Margreet Edzes en Marita Schlepers
De juiste patiënt in het juiste bed A TI KE L
decubitus moeten daarna minimaal drie weken bedrust houden. In de praktijk blijkt het meestal langer te duren, zeker als er complicaties bijkomen kan het wel maanden duren voor ze weer mogen oefenen. Al die tijd liggen ze in het verkeerde bed. Nu kunnen ze naar De Dilgt tot het moment dat ze weer kunnen revalideren. Dan verhuizen ze terug naar Beatrixoord.”
Met als uitgangspunt ‘zorg op maat voor de patiënt’ hebben het Centrum voor Revalidatie, locatie Beatr ixoord en verpleeghuis De Dilgt sinds kor t een intensieve samenwerking. De revalidatiear tsen van het CvR werken samen met alle verpleeghuizen in de regio maar deze combinatie is uniek. Een NAH-patiënt die maar langzaam opknapt, een amputatiepatiënt met langdurige wondgenezing, een reumapatiënt die een gewrichtsvervangende operatie heeft gehad, een patiënt met een bekkenfractuur die zes weken bedrust moet houden. De afdelingen chirurgie, orthopedie, neurologie of reumatologie in ziekenhuizen hebben vaak patiënten die niet langer in het ziekenhuis hoeven te blijven maar nog niet naar huis kunnen en ook nog niet kunnen revalideren. In al deze gevallen is een bed in Beatrixoord dus het verkeerde. Als deze patiënten naar verpleeghuis De Dilgt in Haren verwezen
Voordelen
worden, hebben ze de garantie dat ze naar Beatrixoord gaan zodra ze kunnen revalideren.
Vice versa
Ook patiënten die opgenomen zijn in Beatrixoord maar tijdelijk niet kunnen revalideren, kunnen naar De Dilgt. Aline Vrieling is revalidatiearts in locatie Beatrixoord: “Verhuizen van De Dilgt naar Beatrixoord wordt overigens als motiverender ervaren dan andersom. Patiënten hebben meer het idee dat ze nu vooruit zullen gaan. Actie. Er gebeurt weer wat.”
juni 2011
De samenwerking geldt ook andersom. Patiënten die primair in De Dilgt zijn opgenomen, kunnen een bepaalde tijd naar Beatrixoord voor bijvoorbeeld looptraining met een prothesebeen of intensieve oefentherapie. De uitwisseling van patiënten is een stuk flexibeler geworden: de juiste patiënt in het juiste bed. De samenwerking heeft er onder meer toe geleid dat revalidatieartsen in opleiding nu ook een week stage lopen in De Dilgt.
Consultfunctie
Christa Morsch is specialist ouderengeneeskunde in De Dilgt: ”De specialisten in het UMCG weten ons inmiddels wel te vinden, maar vanuit het Martiniziekenhuis krijgen we minder patiënten. We willen de specia listen daar graag wijzen op deze mogelijkheid om patiënten in te sturen.” Marita Schlepers is wond- en decubitusverpleegkundige in locatie Beatrixoord maar behandelt ook patiënten die tijdelijk in De Dilgt zijn opgenomen en neemt zonodig de plastisch chirurg mee. “Patiënten, die geopereerd zijn vanwege
Margreet Edzes, nurse practitioner in De Dilgt: “Een groot voordeel is dat we letterlijk en figuurlijk heel korte lijnen hebben, we zitten in elkaars achter- respectievelijk voortuin. We hebben een snelle communicatie en betere overdracht, ook tussen de ergoen fysiotherapeuten van onze instellingen.” Beatrixoord vervult ook een consultfunctie voor De Dilgt. Revalidatiearts en wondverpleegkundige adviseren desgevraagd in De Dilgt. Een korte opname in UMCG of Martiniziekenhuis en vervolgens naar De Dilgt leidt tot efficiëntere zorg. Voorop staat echter dat een betere doorstroming kwaliteitsverhogende zorg voor de patiënt betekent.
2 1 (13
De projectgroep CP Child. Tweede van rechts (zittend) dr. Unni Narayanan.
Revalidatiegeneeskunde getoetst Studenten Geneeskunde krijgen in elk jaar van hun studie drie keer een voortgangstoets over verschillende onderdelen van de geneeskunde. Vijf van de acht faculteiten doen hieraan mee. Sinds dit voorjaar hoort daar nu ook het vak Revalidatiegeneeskunde bij. Via de Centraal Medische Bibliotheek is, als e-book, het Oxford Handbook of Clinical Rehabilitation, geschreven door Anthony Ward e.a. beschikbaar. Alle studenten kunnen nu kennisnemen van de revalidatiegeneeskunde. De meewerkende faculteiten maken bij toerbeurt de vragen voor de toets. Aan de hand van het boek Clinical Rehabilitation maakt dr. Clemens Rommers conceptvragen voor de toetsingscommissie. Rommers: “De Revalidatiegeneeskunde krijgt op deze manier toegang tot de studenten. Wij kunnen op deze manier het vak Revalidatiegeneeskunde profileren. Een goede ontwikkeling.”
Symposium over CP heeft effect
K RT N I EU WS
‘Locatie Curaçao’ Eind mei werd voor de vijfde keer de nascholingscursus Revalidatiegeneeskunde gehouden op Curaçao. Vijf medewerkers van de afdeling Revalidatiegeneeskunde en CvR gaven daar voordrachten over een scala aan onderwerpen zoals revalidatie bij neurologische aandoeningen, dwarslaesie, kinderen met cerebrale parese en handletsels & prothesiologie van de armen. Er waren zo’n 110 cursisten van de Nederlandse Antillen en 40 cursisten uit Nederland. Er bestaat een nauwe samenwerking tussen Curaçao en Groningen. Er wordt onder meer gewerkt aan de mogelijkheid om AIOS-sen daar een deel van hun opleiding te laten doen. Een derde locatie van het CvR?
De revalidatieartsen Jan Geertzen, Ayal Zahavi en Juan Martina. De dame is Minouska Pieter, office manager en rechterhand van de heren tijdens het congres.
juni 2011
Op initiatief van dr. Karel Maathuis en dr. Heleen Reinders van het CvR werd begin apr il in het UMCG een symposium gehouden over kwaliteit van leven en heupoperaties bij kinderen met ernstige cerebrale parese. Daarvoor was dr. Unni Narayanan, or thopedisch chirurg in het Hospital for Sick Children uit Toronto (Canada) uitgenodigd. Zo’n zeventig deelnemers hadden zich opgegeven voor het symposium. Veel kinderen met ernstige CP krijgen vroeg of laat te maken met een heupoperatie. Dr. Naranayan heeft veel ervaring met heupoperaties bij deze groep kinderen en wilde weten hoe deze operatie hun kwaliteit van leven beïnvloedt. Hij ontwikkelde daarvoor een meetinstrument: de Caregiver Priorities and Child Health Index of Life with Disabilities (CP Child). Deze vragenlijst is vertaald door Agnes Elema, AIOS Revalidatiegeneeskunde in het CvR, en Trees Zalmstra, kinderfysiotherapeut van de stichting Omega in Amsterdam. Momenteel wordt deze Nederlandse lijst getest op validiteit en betrouwbaarheid en regelmatig bediscussieerd in de projectgroep CP Child. Orthopedagogen Veel orthopedagogen hebben te maken met ernstig meervoudig gehandicapte kinderen en daarom maken ook professor dr. Carla Vlaskamp en dr. Annette van der Putten (beiden werkzaam bij de afdeling Orthopedagogiek van de RUG) deel uit van de projectgroep CP Child. Zij merkten tijdens het symposium op een item te missen in de originele (en dus ook vertaalde) vragenlijst. Bonding, building relationships, het aangaan van relaties met anderen, is bij deze groep kinderen heel belangrijk en daar wordt in de lijst niet naar gevraagd. Zij stelden voor een item hierover toe te voegen. Zowel dr. Narayanan als de Nederlandse projectgroepleden vinden dit een waardevolle aanvulling. Naast de ontstaanswijze van de CP Child gaf dr. Narayanan een uitgebreide presentatie over de verschillende behandelmogelijkheden van de ‘spastische heup’. Eric Boldingh, revalidatiearts in Den Haag, gaf een uiteenzetting van deze behandeling in Nederland. Wetenschappelijk onderzoek zal verder moeten aantonen welke behandelvorm van de ‘spastische heup’ voor kinderen met ernstige cerebrale parese optimaal is. De CP Child lijkt hierbij een veelbelovend instrument.
4 1 (15
Van der Sluis benoemd tot hoogleraar
CV Corry van der Sluis studeerde Medicijnen aan de RUG en deed aansluitend haar specialisatie tot revalidatiearts in het UMCG. Ze promoveerde in 1998 op het proefschrift Outcomes of major trauma bij professor dr. H.J. ten Duis en professor drs. W.H. Eisma. Na haar specialisatie trad Van der Sluis in dienst bij de toenmalige afdeling Revalidatie van het AZG, nu het Centrum voor Revalidatie – UMCG. Professor Van der Sluis is onder meer voorzitter van de wetenschappelijke commissie van de Vereniging van RevalidatieArtsen (VRA) en lid van de landelijke Werkgroep Amputatie en Prothesiologie van de Armen - VRA.
Dr. Corry van der Sluis is per 1 apr il 2011 benoemd tot hoogleraar Revalidatiegeneeskunde, in het bijzonder de arm- en handrevalidatie. Binnen EXPAN D (Extremities, Pain and Disability, de onderzoekslijn van de afdeling Revalidatiegeneeskunde) is zij al enige jaren verantwoordelijk voor het onderdeel Extremiteiten. Extremiteiten betreft zowel armen als benen, maar het onderzoek zal zich toespitsen op de bovenste extremiteiten: amputaties, handletsels en handaandoeningen.
I NT ERVI E W Betekent het hoogleraarschap dat er iets gaat veranderen in het speerpunt ‘Extremiteiten’? Voor mijn directe werk zal er niet meteen heel veel veranderen, maar ik krijg er wel een aantal taken bij. Als hoogleraar mag je in een leescommissie zitten van een promovendus, om het proefschrift op kwaliteit te beoordelen. Ook kun je als hoogleraar promotor zijn voor je eigen promovendi. Het is natuurlijk leuk om op die manier een promotie af te ronden, nadat je een promovendus een aantal jaren hebt begeleid. Als hoogleraar heb je naar buiten toe ook meer uitstraling. Ik hoop op die manier de afdeling Revalidatiegeneeskunde goed te vertegenwoordigen en als onderzoeksgroep meer gezicht te hebben bij het aanvragen van onderzoeksubsidies.
Welke ontwikkelingen zijn er gaande op het gebied van de bovenste extremiteiten? De belangrijkste ontwikkelingen zijn gaande op het gebied van onderzoek naar armamputatie. Ik werk daarin samen met dr. Raoul Bongers van het Centrum voor Bewegingswetenschappen - UMCG. We proberen de training van mensen die een armprothese willen gebruiken, te verbeteren. Dat is nodig omdat veel protheses niet of nauwelijks worden gedragen. Eén van de factoren die daarin meespeelt is dat mensen te weinig kunnen met hun prothese. Ze zien de meerwaarde er niet van in. We hopen dat met een betere training de patiënten de prothese langer en vaker gebruiken en daardoor tevredener over de prothese worden.
Wat zijn uw ideeën op het gebied van patiëntenzorg? Op het gebied van patiëntenzorg ben ik, samen met de landelijke werkgroep voor armamputaties (WAPA), bezig een protocol te implementeren. Met dit protocol proberen we alle revalidatieteams die zich bezighouden met armamputaties, op uniforme wijze prothesen te laten voorschrijven. Daarnaast willen we met dit protocol de hele zorg rond de armamputatiepatiënt verbeteren. Het is een groot project waarin niet alleen revalidatieteams, maar ook patiëntenorganisaties, instrumentmakerijen en ziektekostenverzekeraars meedoen.
juni 2011
Daarnaast ben ik in het UMCG bezig om samen met de afdelingen Plastische Chirurgie, Traumatologie, Orthopedie, Radiologie en Reumatologie het Hand- en Polscentrum gestalte te geven. Door patiënten met handen polsklachten één loket aan te bieden, willen we de logistiek en de kwaliteit van deze specifieke zorg verbeteren. Dat gaan we verder onder meer doen door onderwijs te geven, bijvoorbeeld aan de behandelaars die patiënten met hand- en polsklachten opvangen op de spoedeisende hulp. En door meer onderwijs te geven aan medisch studenten.
Wat betekent de benoeming voor u persoonlijk? Het is natuurlijk een mooie bevestiging van het werk dat ik de afgelopen jaren heb gedaan. Ik voel me vereerd en ik ben er ook wel trots op. Maar ik hoop vooral dat deze titel iets gaat opleveren voor de patiënten met een arm- of handaandoening.
6 1 (17
Acht prijzen voor Revalidatiegeneeskunde
A EN DA
Professor dr. Cees van der Schans wordt gefeliciteerd door professor dr. Pieter Dijkstra, links professor dr. Jan Geertzen.
Oratie professor dr. Cees van der Schans Professor dr. Cees van der Schans, in augustus 2010 benoemd tot hoogleraar Revalidatiegeneeskunde, in het bijzonder de paramedische zorgverlening, hield 14 juni zijn oratie met de titel ‘Herstel van de toekomst’. De bevolking vergrijst en de behandelmogelijkheden bij ziekten worden steeds beter. Beide ontwikkelingen dragen ertoe bij dat er steeds meer mensen komen met een chronische aandoening. Als een aandoening in een chronische vorm blijft bestaan, is één van de gevolgen een afname van het inspanningsvermogen, de conditie. Dat is van groot belang, omdat gebleken is dat inspanningsvermogen gerelateerd blijkt te zijn aan kwaliteit van leven maar ook aan het risico op overlijden of het risico op het ontstaan van andere aandoeningen. Echter, inspanningsvermogen hangt niet tot slechts matig samen met de ernst van de aandoening. Het wordt bepaald door een complex van andere factoren waaronder fysieke, mentale en sociale. Deze factoren zijn tot op zekere hoogte te beïnvloeden. Kennis over die factoren en hun
Tijdens de Spring Meeting van SHARE zijn de Top Publication Awards uitgereikt aan promovendi die dit jaar artikelen hebben gepubliceerd in het topsegment van wetenschappelijke tijdschriften. Er zijn 24 Top10% en 42 Top30% awards toegekend. Promovendi van Revalidatiegeneeskunde sleepten acht prijzen in de wacht; maar liefst vier waren top-10 publicaties. Het prijzengeld moet besteed worden aan het onderzoek of aan de productie van het proefschrift. Bodde MI, Dijkstra PU, den Dunnen WFA en Onderstaande publicaties kregen een prijs. Geertzen JHB. Therapy-resistant Complex Regional Pain Syndrome type I: to ampuCurtze C, Postema K, Akkermans HW, Otten tate or not. Het artikel verschijnt dit jaar in E, Hof AL (2010) The Narrow Ridge Balance Journal of Bone and Joint Surgery. Test: A measure for one-leg lateral balance Top tien-publicatie. control. Gait & Posture 32(4) 627–631. Top tien-publicatie. Opsteegh L, Soer R, Reinders-Messelink HA, Reneman MF, van der Sluis CK. Validity of Bragaru M, Dekker R, Geertzen JHB, the dictionary of occupational titles for Dijkstra prof. dr. P.U. Dijkstra. Amputees assessing upper extremity work demands. and Sports: A Systematic Review. Sports PLoS One 2010; 5: Art. No. e15158 Medicine, 41(9) mid augustus 2011. Top dertig-publicatie. Top tien-publicatie. Fortington LV, Rommers GM, Geertzen JHB, Curtze C, Hof AL, Postema K & Otten E Postema K, Dijkstra PU (2011). Mobility in (2011). Over rough and smooth: Amputee elderly people with a lower limb amputagait on an irregular surface. Gait & Posture tion: a systematic review. Journal of the 33(2) 292–296. American Medical Directors Association. Top tien-publicatie. Top dertig-publicatie
onderlinge samenhang is essentieel om effectieve behandelingen te ontwikkelen.
Een bloemlezing uit de publicaties in 2011 van de afdeling Revalidatiegeneeskunde. De lijst is niet volledig.
Bij evaluatieonderzoek van behandelingseffecten wordt vaak gebruikgemaakt van een behandelgroep en een controlegroep (RCT). Deze vorm van onderzoek levert echter alleen informatie op over het effect onder optimale omstandigheden. Andere onderzoeksvormen, waarbij geen strenge selectie van deelnemers plaatsvindt of waarbij informatie op andere manieren verzameld wordt, dragen ertoe bij beter inzicht te krijgen in de effecten van behandelingen in de praktijk.
Dissertatie Netten JJ van. Use of custom-made orthopaedic shoes. Promotores: Postema K, Geertzen JHB. Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Medische Wetenschappen, 2 februari 2011, ISBN 978 94 6070 0323, 2011: 160pp.
Valorisatie van kennis uit onderzoek verdient terecht veel aandacht maar maatschappelijke impact en commerciële impact zijn niet altijd gelijk. Als de maatschappelijke en commerciële impact beide groot zijn is dat ideaal. Maar als er wel maatschappelijke maar geen commerciële impact is, of vice versa, dan dient de maatschappelijke impact altijd het zwaarst te wegen.
juni 2011
Boonstra AM, Reneman MF, Stewart RE, Schiphorst Preuper HR. Do male and female patients with chronic musculoskeletal pain differ in their pre-treatment expectations of rehabilitation outcome? J Rehabil Med 2011, 43, 1: 65-69.
Jong LD de, Hoonhorst MM, Stuive I, Dijkstra PU. Arm motor control as predictor for hypertonia after stroke; a prospective cohort study. Het artikel verschijnt dit jaar in Archives of Physical Medicine and Rehabilitation. Top dertig-publicatie.
Professor dr. Pieter Dijkstra en professor dr. Jan Geertzen begeleiden vier van de prijswinnende promovendi.
K RT N I EUWS
Promoties & publicaties
Publicaties in internationaal tijdschrift (met impactfactor) Benjaminse A, Gokeler A, Fleisig GS, Sell TC, Otten B. What is the true evidence for gender-related differences during plant and cut manoeuvres? A systematic review. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 2011, 19, 1: 42-54.
Curtze C, Hof AL, Otten E, Postema K (2010). Balance recovery after an evoked forward fall in unilateral transtibial amputees. Gait & Posture 32(3) 336–341. Top tien-publicatie.
Curtze C, Hof AL, Postema K, B. Otten. Over rough and smooth: Amputee gait on an irregular surface. Gait & Posture 2011, 33: 292-296. Hegeman AK, Genderen FR van, Meijer S, Briel MM van den, Tamminga RYJ, Weert E van. Perceived competence in children and adolescents with haemophilia: an explorative study. Haemophilia 2011, 17: 81-89. Meulenbelt HEJ, Geertzen JHB, Jonkman MF, Dijkstra PU. Skin problems of the stump in lower limb amputees: 1. A clinical study. Acta Derm Venereol 2011, 91: 173-177.
Peters LH, Maathuis CGB, Hadders-Algra M. Limited motor performance and minor neurological dysfunction at school age. Acta Pediatr 2011, 100, 2: 271-278. Schiphorst Preuper, Boonstra AM, Wever D, Heuts PHTG, Dekker JHM, Smeets REM, Brouwer S, Geertzen JHB, Reneman MF. Differences in the relationship between psychosocial distress and self-reported disability in patients with chronic low back pain in six pain rehabilitation centres in The Netherlands. Spine 2011, 36, 12: 969-976.
Meulenbelt HEJ, Geertzen JHB, Jonkman MF, Dijkstra PU. Skin problems of the stump in lower limb amputees: 2. Influence on functioning in daily life. Acta Derm Venereol 2011, 91: 178-182.
8 1 (19
H uib van der Stelt exposeer t tot 1 ju li in lo cat i e Be at r i xo o rd . Va n d er S t e lt s chi l d e r t Gro ni ng s e lands c happen met een realisti sch-expressio ni s t i s ch k a ra k t er. D ez e g e b o ren en g et o g en Am s t erd a m m e r ( 1 965) verruilde i n 2001 zijn u itzi cht op d e Am s t e rd a m s e Al b er t C uy p vo o r d at o p het Gro ni ng s e wierdendorpj e Toornwerd . Van d er S telt stud e erd e a a n d e Ho g es ch o ol vo o r d e Ku ns t en i n U t recht e n a a n d e A c adem ie vo or Beeld end e Vormin g in A m s t e rd a m . Z ie ook: w ww. hu ibvan d erstelt.n l
K N S T ACHT E RKA N T