Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen
Het vastzetten van een gewricht
Artrodese
Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen
Bij u is in één of meer gewrichten in uw hand of pols artrose vastgesteld. Artrose wordt in de volksmond vaak slijtage genoemd. Er is sprake van artrose als het kraakbeen van een gewricht is beschadigd. Het kraakbeen kan voor een deel of in zijn geheel zijn verdwenen. Dit leidt tot pijn en/of bewegingsbeperking van het gewricht. Eén van de behandelingen die bij artrose wordt toegepast is het vastzetten van het gewricht. De medische term hiervoor is artrodese. Door het vastzetten van een gewricht is wrijving tussen de beschadigde delen van het gewricht niet meer mogelijk, waardoor de pijn meestal afneemt. U heeft, in overleg met uw behandelend arts(en), besloten u aan uw hand of pols te laten opereren. In deze folder is de belangrijkste informatie over de operatie, de verdoving en de nabehandeling op een rij gezet, zodat u alles nog eens rustig kunt nalezen.
Dagbehandeling of opname De operatie kan in dagbehandeling of tijdens een korte opname plaatsvinden. Bij een dagbehandeling wordt u kort voor de ingreep in het ziekenhuis verwacht en meestal gaat u enkele uren na de ingreep weer naar huis. Bij een opname verblijft u enkele dagen in het ziekenhuis. De arts overlegt met u wat in uw geval het beste is.
De verdoving Tijdens deze operatie wordt uw hele arm verdoofd. De anesthesioloog brengt een verdovingsvloeistof in via een prik in uw hals of oksel. Uw arm voelt daarna warm en zwaar aan.
1
Het vastzetten van een gewricht
Bovendien verdwijnt het gevoel in uw arm en kunt u uw arm niet meer bewegen. Veel patiënten geven aan dat dit voelt alsof de arm rechtop staat of op de buik ligt. De arts doet vervolgens een band om uw bovenarm en pompt de band op. Dit is te vergelijken met een bloeddrukmeting. Door het aanbrengen van de band kan het bloed niet meer door uw arm stromen en blijven de bloedvaten leeg. Direct na de operatie verwijdert de arts de band weer.
De operatie De plastisch chirurg begint de operatie met het maken van een snee in de huid ter hoogte van het vast te zetten gewricht. Door het maken van deze snee komt het gewrichtskapsel bloot te liggen. De chirurg maakt het gewrichtskapsel open en verwijdert het aangedane kraakbeen (zie fig. 1a). Daarna worden de botuiteinden in een bepaalde stand vastgezet, de stand kan per gewricht verschillen. Het vastzetten gebeurt met behulp van één of meer pennen met draden (zie figuur 1b), schroeven (zie figuur 1c) of platen ( zie figuur 1d).
Figuur 1a Het kraakbeen wordt verwijderd
2
Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen
Figuur 1b De botuiteinden worden vastgezet met pennen en draden
Figuur 1c De botuiteinden worden vastgezet met een schroef
3
Het vastzetten van een gewricht
Figuur 1d De botuiteinden worden vastgezet met een plaat
Direct na de operatie Na afloop van de operatie komt u op de uitslaapkamer (recovery). U heeft dan een (spalk met) stevig verband om uw hand. Uw arm ligt op een kussen dat wat hoger ligt dan de rest van uw lichaam om er voor te zorgen dat uw hand niet dik wordt door stuwing. Enkele uren na de operatie mag u, als u zich goed voelt, uit bed met uw arm in een draagband. Als de verdoving uitgewerkt raakt en u pijn krijgt, kunt u om pijnstillers vragen. De arts beslist, afhankelijk van hoe u zich voelt en het tijdstip van de operatie, bij een dagbehandeling wanneer u naar huis mag en bij een korte opname wanneer u naar de verpleegafdeling gaat.
4
Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen
Complicaties Na de operatie kunnen complicaties optreden. Er kan sprake zijn van een nabloeding of bloeduitstorting. Er kan een infectie optreden, maar dat gebeurt echter zelden. Soms groeien de botuiteinden niet aan elkaar of duurt het heel lang voordat de botuiteinden aan elkaar groeien. Als dit bij u het geval is, zal uw behandelend arts de gevolgen hiervan met u bespreken. Hoewel de arts tijdens de operatie heel zorgvuldig te werk gaat, is het mogelijk dat een van de kleine huidzenuwen tijdens de operatie wordt beschadigd. Hierdoor kan een klein stukje van uw huid gevoelloos worden. Dit gaat na verloop van tijd vrijwel altijd weer over.
Nabehandeling Eén tot twee weken na de operatie heeft u een controle op de polikliniek Plastische Chirurgie. U krijgt hiervoor een afspraak mee bij ontslag uit het ziekenhuis. Tijdens het polikliniekbezoek wordt het verband verwijderd en wordt de wond gecontroleerd. De verpleegkundige verwijdert tijdens dit bezoek ook de hechtingen. Na de artrodese van een vingergewricht is het meestal niet nodig een nieuw verband aan te leggen. Bij een artrodese van de pols is het meestal nodig om gedurende zes weken (een spalk met) verband te dragen. Als het bot langzaam geneest, kan het zijn dat u langer dan zes weken een verband moet dragen. De eerste zes weken is het beter uw hand niet te veel te belasten. Dit kan betekenen dat u hulp nodig heeft bij handelingen zoals aankleden, persoonlijke verzorging, het huishouden of werk. De verpleegkundige bespreekt dit met u en neemt de verschillende mogelijkheden om hulp te krijgen met u door. Vanaf zeven weken 5
Het vastzetten van een gewricht
na de operatie kunt u uw hand steeds meer gebruiken bij uw dagelijkse bezigheden.
Het verwijderen van de pennen, schroeven of platen De behandelend chirurg zal met u bespreken of en wanneer de gebruikte pennen, schroeven en platen worden verwijderd. In de meeste gevallen worden schroeven niet verwijderd, blijven pennen zo’n zes weken zitten en worden platen na ongeveer een jaar verwijderd.
Bij vragen Centrum voor Revalidatie Als u na het lezen van deze informatie vragen heeft, kunt u contact opnemen met de verpleegkundig specialist van het Centrum voor Revalidatie. Het telefoonnummer is ( 050) 361 02 98. Bij afwezigheid van de verpleegkundig specialist kunt u bellen met een medewerker van de zorgadministratie van het Handenteam, telefoonnummer (050) 361 14 84. Polikliniek Plastische Chirurgie U kunt ook contact opnemen via de polikliniek van uw operateur. Het telefonisch verpleegkundig spreekuur is van maandag tot en met donderdag van 8.30 uur tot 16 uur en op vrijdag van 8.30 uur tot 12.00 uur. Het telefoonnummer is (050) 361 61 61. U kunt vragen naar zoemer 55833. De zorgadministratie van de polikliniek Plastische Chirurgie is op werkdagen bereikbaar tussen 9.00 en 12.00 uur, telefoonnummer (050) 361 21 74.
6
Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen
Aantekeningen
7
Het vastzetten van een gewricht
8
Patiënteninformatie vlc 353/1212