Celtic Magazine Van Gallisch tot Gael 12 Keltische Kunst
Iona stijl Hallstatt & La Tèneperiode Interview Battlefield Band
Hallstatt & La Tèneperiode Interview Battlefield Band Viking kunststijlen Zwaard van de Maand Iona stijl Even voorstekken: Legia forum Kleuren in de Book of Kells Moderne Keltische kunst De Kelten spreken misschien nog wel het meest tot ons via hun eeuwenoude kunstscha�en, niet alleen uit de Hallsta� en La Tèneperiode, maar ook uit de latere perioden van de gouden eeuw van Ierland en de Ionas�jl. Deze stem wordt sinds niet al te lang een nieuw geluid gegeven door moderne, op Kel�sch gebaseerde kunst. Zo kan kunst een goed overzicht geven en ons langs de geschiedenis van de Kel�sche volkeren leiden. Het pre�ge van kunst is, dat het open staat voor verschillende interpreta�es. Zo ook de Kel�sche kunst. Dit magazine hee� als thema: Kel�sche kunst door de eeuwen heen. Het laat u verschillende aspecten van de kunsts�jlen zien, beginnend bij de vroegste periode, eindigend bij het heden. We wensen u veel leesplezier!
2
Proloog Deze torque komt uit de late Hallsta�periode, rond 500 v.Chr.. Hij is gevonden in een wagengraf in Vix, Mont Lassois.. Ook werd er in het graf onder andere een gigan�sche ketel gevonden. De dode die daar begraven lag, was opvallend genoeg een vrouw. Mont Lassois was in de Hallsta�periode een belangrijk centrum voor handel en poli�ek. Het ligt dicht aan de Seine, waardoor het een ideaal punt was voor handel. Er was in ieder geval handel met Griekenland, via de Griekse stad Marseille, en Bri�annië. De rijkdom van de streek wordt benadrukt door deze torque en de andere vondsten in het graf. De torque is gemaakt van een tube van zuiver goud en weegt meer dan 400 gram. Beide einden worden afgezet met een ronde stempel, die is versierd met een cirkel van verschillende gouden banden. Op de overgangen van de stempels naar de torque zelf, is een plateau gemaakt van kronkelende banden. Op elk van deze plateaus staat een klein, gevleugeld paard, klaar om weg te rennen. De torque is een waar meesterstuk van zijn �jd. Hij representeert de welvaart van de inmiddels goed gefundeerde Hallsta�samenleving. De Kelten zijn een betrouwbare handelspartner geworden en hun kunsts�jl is bijna decadent te worden. Desondanks hee� de torque ook een rauw randje. Niet lang nadat de dame in Vix begraven werd, stor�e het Hallsta�emperium in. Tegelijk met deze instor�ng werd een nieuwe samenleving geboren: die van de La Tènecultuur. Zo vertelt deze torque een geheel eigen verhaal. Net als veel andere kunstobjecten, is het een unieke afspiegeling van haar �jd.
3
Hoe het allemaal begon: kunst van de Hallstatt & La Tèneperiode De Hallsta� en de La Tèneperiode zijn de twee vroegste Kel�sche cultuurperiodes. Ze zijn vernoemd naar twee plaatsen in respec�evelijk Oostenrijk en Zwitserland, waar belangrijke Kel�sche vondsten zijn gevonden. Met name de La Tèneperiode legde de basis voor de latere Kel�sche kunst en is vandaag de dag zelfs nog terug te vinden in moderne Kel�sche mo�even.
ijzeren werktuigen en bronzen sieraden. De Hallsta�cultuur wordt tradi�oneel ingedeeld in vier fasen: Hallsta� A (1200-1000 v.Chr.), Hallsta� B (1000-800 v.Chr.), Hallsta� C (800-650 v.Chr.) en Hallsta� D (650-500 v.Chr.). Deze data zijn natuurlijk een benadering. Net als in de La Tèneperiode is het overgrote deel van de opgegraven Hallsta�goederen teruggevonden in graven. Tijdens Hallsta� A en B werden de doden gecremeerd en in urnen begraven. Hallsta� B was de overgangsfase van de Brons- naar de IJzer�jd, de eerste ijzeren voorwerpen werden gesmeed. Voor de rijkere doden werden gra�euvels opgericht, waar in Hallsta� A nog simpele graven werden gebruikt.
amberen en glazen kralen.De versieringen zijn geometrisch en duidelijk ontwikkeld uit de Urneveldencultuur. Dit wordt afgewisseld met symmetrische mo�even van dieren, mogelijk overgenomen van Etruskische kunst, en knoopmo�even. Plantmo�even worden nog vrijwel niet gebruikt. Keramiek werd bestond in verschillende kleuren, maar was nog niet beschilderd. De fibulae waren simpel.
Hallsta� C was de eerste specifiek Kel�sche cultuurperiode. IJzer had defini�ef zijn intrede gedaan, waardoor er een grote vooruitgang was in de landbouw en zoutwinning. Er ontstond een gestructureerde samenleving en doden werden niet meer gecremeerd, maar begraven. In Hallsta� D begonnen de gebruiksvoorwerpen uitgebreider versierd te worden. Er bestond handel met Griekenland, het gehele Mediterraanse gebied en misschien zelfs China. Mensen werden steeds vaker met hun bezi�ngen begraven, waardoor er rela�ef meer over is gebleven. De meeste metalen kunstvoorwerpen zijn van hoge kwaliteit ijzer of brons. Goud en zilver werd rela�ef weinig gebruikt. In de graven van Hallsta�, die in 1870 voor het eerst ontdekt werden, werden wapens als bijlen, werpsperen, breed-bladige zwaarden met antennaegevest, dolken, helmen en schildonderdelen gevonden, naast gebruiksvoorwerpen en sieraden als keramiek, riemeinden, broches en
De Hallsta�periode Het plaatsje Hallsta� ligt in Oostenrijk in een zoutrijkgebied. Hier ontstonden dan ook zoutmijnen en het zout dat werd gewonnen werd verhandeld met buurvolkeren. Op deze manier ontwikkelde Hallsta� en het omliggende gebied zich tot een welvarende streek. Door deze rijkdom konden zich een eigen cultuur en een ijzerproduc�e ontwikkelen. Rond de 6de eeuw v.Chr. besloeg het gebied van de Hallsta�cultuur grofweg het huidige Oost-Frankrijk, Zuid-Duitsland Oostenrijk, Zwitserland, en delen van Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië en Kroa�ë. De Hallsta�cultuur begon rond 1200 v.Chr. en maakte toen nog deel uit van de Urneveldencultuur. Pas rond 800 v.Chr. kan men spreken over een herkenbaar Kel�sche s�jl, gekenmerkt door
De La Tèneperiode De Hallsta�periode werd opgevolgd door de La Tèneperiode, die van 500 tot 50 v.Chr. duurde. In deze �jd vonden grote veroveringen en migra�es van de Kelten plaats. De La Tènecultuur besloeg daarom grofweg Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk, Groot-Bri�annië en Ierland, Noord-Italië, de Balkan en een korte periode Griekenland en Macedonië, maar had in de ene regio meer invloed dan de andere. Waar de Hallsta�cultuur toegepaste kunst toonde, gaat het in de La Tènecultuur steeds meer om de kunst zelf en krijgen de kunstenaars hun technieken steeds beter onder de knie. Goud wint het van brons en wordt dan ook vaak in sieraden gebruikt. Er is een grote hoeveelheid wapentuig gevonden uit de La Tènecultuur, zoals zwaarden, speerbladen, dolken, helmen en schilden. Opgegraven sieraden zijn onder andere armbanden, kralen, torques en broches. Veel van de gevonden objecten zijn versierd, met meer verfijndheid
4
dan de kunsts�jl van de Hallsta�periode. De invloeden van de Urneveldencultuur is in La Tènekunst nauwelijks meer terug te vinden. De s�jl is beïnvloed door mo�even uit Griekenland en Italië, maar hee� toch een geheel eigen karakter. Het organisch mo�ef wordt populair en wordt afgewisseld met trompetvormen, zig-zags, diermo�even en spiralen. Dit alles wordt vaak ingelegd met gekleurd email. Oorspronkelijk werd de La Tène periode ingedeeld in drie fasen: I, II en III of vroeg, middel en laat. Paul Reinecke voerde echter een extra fase in, La Tène A, als overlappingsperiode tussen de Hallsta� en La Tèneperiode. Zijn fasen B, C en D corresponderen grofweg met de fasen I, II en III en vroeg, middel en laat. La Tène A duurde van circa 480 v.Chr. tot 400 v.Chr.. De Kel�sche cultuurui�ngen worden voor het eerst duidelijk beïnvloed door buitenlandse kunst, in dit geval de Etruskische kunst. Het kompas werd geïntroduceerd bij het maken van ontwerpen van bijvoorbeeld ketels en schijven. In deze periode werden de grote Hallsta�nederze�ngen, zoals de Heuneburg en Mont Lassois, verlaten. Het belangrijkste centrum lag rond de huidige Frans-Duitse grens. De nederze�ngen waren kleiner dan die van de Hallsta�periode. Tijdens de La Tène B fase (vanaf circa 400 v.Chr.) vonden er grote volksverhuizingen plaats. Mannen werden minder vaak met wapens begraven. De grote gra�euvels werden vervangen door graven die minder ruimte innamen. Het bloemmo�ef werd geïntro In de La Tène C fase (280-125 v.Chr.) werden de eerste oppida ges�cht, grote nederze�ngen die veel weghadden van latere steden. Mogelijk in verband hiermee werden de doden niet meer begraven, maar
gecremeerd en in urnen begraven. Het organische mo�ef werd geïntroduceerd, met ges�leerde palme�en en lotusmo�even. Er werden drie- en tweedimensionale versieringen gebruikt. De fase van La Tène D is de neergangsfase van de Kel�sche cultuur. Steeds meer gebieden van de La Tène Kelten worden veroverd. Meestal wordt deze gedateerd tussen 125 en 50 v.Chr., maar ook na deze �jd werden er nog voorwerpen in de La Tènes�jl gemaakt, zoals de Holcombe spiegel. Dit was met name in Groot-Bri�annië het geval. Latere kunstperioden In de eerste eeuw voor en de eerste eeuw na Christus veroverden de Romeinen het grootste gedeelte van het Kel�sche gebied. Dit betekende echter niet het einde van de Kel�sche kunst. Met name in Ierland bleef de kunst bewaard, wat zich in de vroege middeleeuwen in een aantal prach�ge kunstwerken ui�e, zoals de Londesborough brooch. Ook in Schotland bleef de geheel eigen kunst van de Picten bestaan, waarvan nog steeds niet geheel zeker is of het Kel�sch is of niet. In de middeleeuwen ontwikkelde de Ierse kunsts�jl zich in Schotland tot de Iona-s�jl, die nog tot in de 17de eeuw werd gebruikt.
5
Kunt u uzelf en uw band kort even voorstellen? Mijn naam is Mike Katz en ik speel bagpipes, fluit en bouzouki in de Battlefield Band, een band die al veertig jaar lang één van de belangrijkste Schotse traditionele bands is. Ik ben lid sinds 1997. De Battlefield Band bestaat meer dan 40 jaar. Hoe zorgen jullie ervoor dat jullie blijven verbeteren en vernieuwen? Voor musici en andere kunstenaars is hun kunst een verlenging van hun leven: het is wie ze zijn. Dus daarom denk ik ook niet dat het een doel is te verbeteren, in die zin dat je levenservaring je wereldbeeld – waar muziek deel vanuit maakt – en de stukken die je speelt verandert. Ik denk dat wij niet de enigen zijn die (hopelijk) verbeteren, maar ook alle muzikanten die niet langer met ons samenspelen. Je kunst (in dit geval muziek) wordt hopelijk beïnvloed bij alle dagelijkse ervaringen die samen je leven vormen. Als men dit in getallen uit kon drukken, was muziek overbodig geweest – dan zouden alleen machines genoeg zijn.
Wat wilt u met name overbrengen met jullie muziek? Ik geloof niet dat we een bewuste keuze maken om iets bepaalds over te brengen: het is meer het naar buiten brengen van je innerlijk door het medium – in ons geval, door muziek – en dat kan door anderen weer op verschillende wijzen worden geïnterpreteerd. Voor ons musici is dit een non-verbale uitdrukking. Hopelijk wordt deze uitdrukking, zij het vreugde, verdriet of zorgen, overgebracht naar de luisteraar; maar voor de muzikant is het slechts een eerlijke uiting.
Zijn er liedjes die jullie vroeger speelden, maar nu niet meer? Ja, redelijk wat: met name liedjes die zijn geschreven en gezongen door mensen die niet meer in de band zitten, of die te weinig passen bij de huidige leden. Maar tegelijkertijd is er heel veel muziek dat we wel spelen, maar nog nooit hebben opgenomen. Daarnaast veranderen we vaak dingen: omdat we maar met z’n vieren zijn, zijn we flexibel en hebben we een enorm repertoire aan traditionele muziek voor het uitkiezen, om het zo voor zowel ons en hopelijk ook het publiek fris en levendig te houden.
The Battlefieldband
Wat zijn jullie plannen voor de toekomst? Ik heb altijd het voornemen om zoveel mogelijk op te treden. Ik geef er de voorkeur aan live te staan en ik geloof dat dit de optimale manier is voor deze soort muziek: het geeft de opwinding en energie het directst over. Het is ook het leukste voor de muzikant zelf. Persoonlijk houd ik ook van reizen en mensen van over de hele wereld te ontmoeten. Dus, zo lang het publiek onze band wil horen, hoop ik dat ik voor hen hoogwaardige muziek kan spelen.
In hoeverre zijn de Keltische cultuur en folkmuziek met elkaar verbonden? Beïnvloeden zij elkaar? Zo ja, hoe? De termen “Keltische cultuur” en “folkmuziek” zijn te breed en algemeen om er in het kort over te spreken. Als we de Keltische volkeren in Schotland zouden vergelijken met de oude Keltische volkeren van centraal Europa of zelfs verder oostwaarts, zouden we twee zeer verschillende culturen vinden. Wat betreft folkmuziek, we zouden dat kunnen definiëren als muziek van het volk, welke niet in de hitlijsten voorkomt, of orkestraal is, of vroeger kerkmuziek is geweest. Dan komt men in het gebied van muziek die “niet van de elite is”, en die “de realiteit van de gewone man en niet de controle van de staat uitbeeldt.” Het is duidelijk dat hieruit een ingewikkelde discussie kan ontstaan over of niet ook blues, jazz, rock en roll, punk, reggae et cetera bij folkmuziek zouden moeten horen. Deze vage omlijningen daargelaten, het is zo dat Gaelic muziek, lied en verhalen per definitie een onderdeel van de Keltische cultuur is en dit heeft veel onderdelen van de niet-Gaelic Schotse cultuur beïnvloed, want dezelfde, oude manier van denken spreekt soms vandaag de dag nog door, zelfs nadat het Schots grotendeels is vervangen door de niet-Keltische taal van het Engels. Maar het is zeker ook zo dat de Gaelic cultuur door de eeuwen heen beïnvloed is door veranderingen in de samenleving, met name door de verschillende stromen van het christendom die hun sporen op deze eilanden hebben achtergelaten.
6
Battlefield Band In hoeverre voelt u zich aangetrokken tot het werk van Robert Burns? Robert Burns is ontzettend belangrijk op muzikaal, cultureel en politiek vlak Hij heeft een groot aantal melodieën en liedjes verzameld en geschreven, en schreef in zowel Engels als het Schotse dialect, waardoor hij een groot vocabulaire heeft bewaard en zo de verbintenis tussen het vroegere en het hedendaagse Scots heeft bevestigd. Zijn belang wordt mogelijk nog het meest benadrukt dat er 200 jaar na zijn dood nog steeds veel liedjes van hem gezongen worden: het is moeilijk oom iemand anders
interview
Op 2 juli spelen jullie op de Northern meeting, een evenement in Lutjegast, Groningen, voor Nederlanders van Schotse afkomst. Waarom denkt u dat deze festivals belangrijk zijn? Ik ben uiteraard bevooroordeeld, maar ik denk dat alle culturele festivals belangrijk zijn. Culturele uitingen via muziek, theater, dans, visuele kunst of literatuur zijn voor de mensheid het allerbelangrijkst. Hoewel we allemaal een voorkeur hebben voor één van deze uitingen, denk ik dat iemand die niet in kunst of cultuur geïnteresseerd is een kil persoon moet zijn. Wat betreft de Schotse cultuur, het is zeker belangrijk voor ons, maar ik denk dat zelfs mensen die niet van Schotse afkomst zijn geïnspireerd kunnen raken van het feit dat er zoveel rijke tradities in zo’n klein land zijn, en worden aangemoedigd te kijken naar hun eigen cultuur om te zien welke schatten daar verborgen liggen.
Hoe ziet u de toekomst van de Keltische cultuur en wat kan hieraan bijdragen? Persoonlijk voel ik me betrokken bij cultuur ni het algemeen. De moderne wereld verandert continu en het is niet aan mij te beslissen wat wel en niet Keltisch eraan is. In Schotland moet het belangrijkste deel van de Keltische cultuur het herleven van de Schots-Gaelic taal zijn. Ik spreek geen Gaelic, dus mijn inbreng hierbij is alleen het spelen en schrijven van muziek voor de bagpipe. Zoals ik hiervoor al vermeldde, is muziek een kunst die gebaseerd is op persoonlijke expressie van alle, oudere muziek die ik heb geleerd. Dit aspect van mijn spel is waarschijnlijk het meest “Keltische”, omdat ik me altijd bezig heb gehouden met oude bagpipe melodieën. Maar nogmaals, dit is meer vanwege omstandigheden dan een bewust plan of doel.
Foto: John Slavin
Heeft u het internationaal cultureel bewustzijn van de Keltische cultuur de laatste jaren zien veranderen? Zo ja, hoe? Welke elementen zijn hetzelfde gebleven? Vroeger werd, geloof ik, de Keltische cultuur meestal gezien als Schotse en Ierse muziek, dans en taal. Sindsdien zijn meer mensen zich bewust geworden van de Welshe en Bretonse cultuur en de culturen van Galicië en Asturië. Meer en meer realiseren de Europeanen van het continent zich dat hun culturele uitingen ingewikkelder en uitgebreider zijn dan de grenzen die door hun huidige regeringen zijn opgelegd. De populariteit van de Keltische cultuur heeft er mede voor gezorgd dat alle Europeanen de bestaande diversiteit kunnen zien en heeft mensen hopelijk ook meer vertrouwen gegeven in de culturele identiteit van henzelf en van anderen.
7
Historische sieraden In de vroege middeleeuwen beleefden veel Europese volkeren een gouden eeuw, waarbij rijkdom, kunst en welvaart in een geheel ander en eigen kader werden geplaatst. Deze ringfibula is een goed voorbeeld van de rijkdom en kunst van haar �jd. Samen met honderden andere exemplaren, hoofdzakelijk teruggevonden op de Britse eilanden en in Scandinavië, tonen ze de gouden periode van zowel de Kel�sche als de Vikingcultuur. De knoopmo�even op deze broche zijn waarschijnlijk Iers, maar hebben Scandinavische invloeden. Broches zoals deze waren een statussymbool, sommige modellen hebben een diameter van wel 10 cm, waardoor ze onprak�sch waren voor het dagelijks gebruik. Alleen de elite kon zich dit soort broches veroorloven. In de vroege middeleeuwen was deze klasse in Ierland erg groot, want er waren con�nu rond de 170 belangrijke en minder belangrijke koningen en rond de 300 pretendenten. De Normandiërs introduceerden na 1066 een nieuw type broche in de Britse eilanden, de ringbroche, die de ringfibula verving en zelfs tot 1746 op de Britse eilanden werd gedragen. Deze ringfibula uit de collec�e van Cel�cWebMerchant is een reproduc�e van een waarschijnlijk 7de eeuws, Iers exemplaar. De fibula gee� zicht op meer dan 13.00 jaar geschiedenis. Dat is waarom deze fibula, net als meer dan 6000 andere reproduc�es en replica´s uit ons assor�ment, zo belangrijk is.
CelticWebMerchant.com Waar kenis en ambacht samenkomen
Viking kunststijlen De eerste associa�e die de meeste mensen bij het woord “Viking” hebben, is die van een woeste, bebaarde man (al dan niet met een gehoornde helm op zijn hoofd), die rovend en plunderend rondtrekt met een zwaard in zijn ene, en een hoorn met mede of een groot stuk vlees in zijn andere hand. Hoewel hier een kern van waarheid in zit, waren Vikingen daarnaast ook boeren, ambachtsmanen en goed verzorgde edelen. Dit ar�kel gaat dieper in op de verschillende perioden van de Vikingkunst, die op verschillende gebieden overeenkomt met de Kel�sche kunst en haar meer dan eens beïnvloed hee�. De Oseberg / Broas�jl De Oseberg of de Broas�jl duurde van ongeveer 740 n.Chr. tot 850 n.Chr. Hij wordt genoemd naar respec�evelijk het schipgraf uit Oseberg, waar verschillende objecten in deze kunsts�jl zijn gevonden, of de grafvondsten bij Broa. Het schip bij Oseberg is het vroegste voorbeeld van deze s�jl en in de vondsten bij Broa worden de twee belangrijkste kenmerken van de s�jl samen afgebeeld: het grijpende beest en het kronkelende diermo�ef. Het grijpende beest is een dier dat met zijn klauwen de rand van de a�eelding, zichzelf of een ander dier vastgrijpt. Het is een typisch Vikingmo�ef dat de Osebergs�jl onderscheidt van de voorgaande Scandinavische kuns�jlen, maar dat hier minder vaak voorkomt dan de daarop volgende kunsts�jlen. Het kronkelend diermo�ef is een zoomorphisch mo�ef van een beest met een langgerekt lichaam dat zich door de a�eelding, zichzelf en andere mo�even heen vlecht.
De Borres�jl De Borres�jl is genoemd naar bronzen teugelhaken die in Borre, Ves�old, Noorwegen zijn gemaakt. Hij werd van circa 835 tot 970 gebruikt door vrijwel alle gebieden onder Vikinginvloed. Ook hier was het grijpende beest een belangrijk mo�ef. Zijn hoofd was echter driehoekiger geworden en zijn oren staken meer uit. Een ander mo�ef dat vaak voorkomt is het vlecht-ringmo�ef. Het bestaat uit een symmetrische vlecht, die wordt afgesloten door een cirkel. Dit mo�ef komt vaak voor op riemuiteinden en loopt in dat geval meestal uit op een dierenhoofd. Soms worden er ook Karolingische invloeden, met name plantmo�even, in de Borres�jl verwerkt. Één van de bekendste voorbeelden van de Borres�jl is het stenen kruis in Kirkmichael, Man, waarop in runen staat geschreven: Gaut hee� deze en alle in Man gemaakt. Voor werpen in de Borres�jl zijn onder andere gevonden in steen, hout en metaal. De randen van metalen voorwerpen werden vaak voorzien van kleine nopjes om filigraan te imiteren. De Jellinges�jl De Jellinges�jl liep voor een grootdeel parallel met de Borres�jl, vandaar dat er verschillende objecten in een mixs�jl voorkomen – bijvoorbeeld een hanger die in Vårby, Zweden, gevonden is. De s�jl is genoemd naar objecten in de koninklijke gra�ombe in Jelling, Denemarken. Er komen nog steeds dieren in voor, maar ze grijpen de randen en zichzelf niet langer vast. De lintach�ge lichamen zijn breder en hebben een dubbel contour, de heupen zijn vaak afgewerkt met een spiraal en de hoofden, die en profil getoond worden, zijn versierd met een soort staarten, hoorns of geweien en hebben een gekrulde bovenlip. Vaak worden de dieren in de Jellinges�jl omringd door vlechtwerk. Een replica van de Jellingesteen van Harald Blauwtand is te zien op het domplein in Utrecht. Deze werd door Denemarken geschonken voor de 600ste verjaardag van de Universiteit Utrecht.
9
De Mammens�jl De Mammens�jl is vernoemd naar misschien wel hét bekendste kunstobject uit de Vikingperiode: de Mammenbijl, ingelegd met zilverdraad. De s�jl was in zwang in de late 10de en vroege 11de eeuw. Het was een doorontwikkeling van de Jellinges�jl en was vaak moeilijk daarvan te onderscheiden. De dieren in de Mammens�jl werden groter, realis�scher en natuurgetrouwer. De spiralen van de heupen zijn ook groter. Op de Mammenbijl zijn ook de kleine nopjes van de Jellinges�jl terug te vinden. Tijdens de Mammens�jl werden organische mo�even, met name ranken en bladeren, defini�ef geïntroduceerd in Vikingkunst.
De Ringerikes�jl De Ringerikes�jl ontwikkelde zich aan het begin van de 11de eeuw uit de Mammens�jl en is genoemd naar een regio ten noorden van Oslo, waar er veel steengraveringen in deze s�jl zijn gevonden. Het was de eerste periode waarin regelma�g staande stenen werden opgericht. Het grootste verschil met de Mammens�jl is dat de organische mo�even in de Ringerikes�jl een regelma�g patroon gaan vormen, langer en dunner zijn. De dieren worden slanker en hebben meer rondingen, hun lichaam wordt niet langer aan de binnenkant gedecoreerd en de ogen worden amandelvormig in plaats van rond. De Ringerikes�jl had veel invloed op kunstobjecten als manuscripten en grafstenen in Engeland. De Urness�jl De Urness�jl is de laatste Viking kunsts�jl en werd tussen circa 1035 tot 1150 toegepast. Hij is vernoemd naar de gedecoreerde deuren van de Urneskerk aan de Sogne�ord in Noorwegen en is ook terug te vinden in Ierland en Engeland. De meeste voorbeelden komen uit Uppland,
Zweden. De afgebeelde dieren zijn eleganter en dunner dan die van de Mammens�jl en Ringerikes�jl en ze bijten elkaar vaak. Er zijn verschillende voorbeelden waarbij in het lichaam van het dier een runeninscrip�e geschreven staat. De spiralen van de heup zijn kleiner en de organische mo�even zijn gereduceerd tot lange, kruisende linten. Vikinginvloeden op Kel�sche kunst Doordat de Vikingen zich in de vroege middeleeuwen op de Britse eilanden hebben geves�gd en daar tot in de middeleeuwen zijn gebleven, is het niet verwonderlijk dat hun kunst een grote invloed hee� gehad op de Kel�sche kunst. De belangrijkste invloed van de Vikingkunst op Kel�sche kunst is het verwerken van diermo�even in de Kel�sche knopen, waarschijnlijk vanuit het grijpende beest mo�ef. Bijvoorbeeld het Book of Kells staat er vol van. Ook het geheel geknoopte kruis is een Noors mo�ef en komt onder andere voor op een grafsteen in Clonmacnoise en op een steen uit Iona. In Ierland is er daarnaast een geheel eigen variant op de Urness�jl ontstaan, de Hiberno-Urness�jl. Vaak is de vermenging van beide kunsts�jlen echter dusdanig, dat het moeilijk te zeggen is welke elementen Viking en welke Kel�sch zijn.
10
Lords of Metal
Saksisch zwaard York
Het Gilling sword Op 9 april 1976 vond de 9-jarige Garry Fridd wel heel iets bijzonders, terwijl hij speelde in Gilling West, Yorkshire. Hij vond een tweesnijdend zwaard, met een met zilver versierde grip, van 83,8 cm lang. Het werd in 1977 door het Yorkshire museum gekocht en werd gedateerd tot de 9de eeuw. De kling is 70,0 cm lang en 5,2 cm breed bij de pareerstang. De kling hee� een ondiepe bloedgoot, waarlangs het duidelijk zichtbaar is dat hij van verschillende soorten, gevouwen staal is gesmeed. Waarschijnlijk is hij na het smeden nog gepolijst, om zo het patroon van het vouwen goed zichtbaar te maken. De snijranden zijn niet gevouwen en van hard koolstofstaal gemaakt. De grip is exclusief afwerking 8,3 cm lang. De onderste en bovenste pareerstang zijn niet gedecoreerd. De pommel hee� drie lobben, die met dunne, zilveren banden van elkaar worden gescheiden. Op de centrale lob is een plaatje van zilver aangebracht. Ook langs de bovenste pareerstang loopt een zilveren band, breder dan de andere. De grip zelf is gedecoreerd met vijf zilveren banden. Het materiaal van de grip, mogelijk hout, is vergaan. De banden zijn afgewerkt met niëllo, een mix van sulfieten van koper, zilver en lood om de versiering te benadrukken. Het zwaard is getypeerd als een Petersen type L. Het Saksisch zwaard York is een prach�ge replica van dit model. De kling is gemaakt van gevouwen 1095 staal, met 0,95% koolstof en een Rockwellhardheid van 59 HRC. Het staal is gemaakt door verschillende “strips” staal in elkaar te draaien en tot een kling te smeden. De reproduc�e is 86 cm lang, hee� een kling van 68 cm lang en een grip van 15 cm lang. De kling is scherp en is 5,1 cm breed bij de pareerstang. Hij weegt 1,35 kilo. Het evenwichtspunt ligt net als bij het origineel op 16,5 cm onder de pareerstang.
CelticWebMerchant.com Waar kenis en ambacht samenkomen
12
Iona stijl Misschien wel de minst gebruikte bron van culturele informa�e zijn de gedecoreerde stenen die veelvuldig op de Britse eilanden en Ierland zijn teruggevonden. Er wordt door sommigen geclaimd dat de Vikingen het decoreren van stenen hebben geïntroduceerd, maar in de 4de eeuw n.Chr. bewerkten de Picten al honderden stenen. De stenen zijn één van de weinige bronnen die we vandaag de dag over de Picten hebben, ze vertellen veel over hun kunsts�jl, klederdracht en tradi�es. Ook voor de Gaelic cultuur in de middeleeuwen is het belangrijk om inzicht te krijgen in het complexe informa�enetwerk van hun staande kruizen en grafstenen. Net als de Picten decoreerden de oude Ieren stenen. In Ierland zijn staande kruizen s�lle getuigen van een gouden �jdperk in de Ierse geschiedenis. Na de komst van de Vikingen verschenen er veel andere, typisch Scandinavische, mo�even op de stenen. De Kel�sche en Scandinavische cultuur vermengden zich en Scandinavische beeldhouwers namen ook Kel�sche kruizen en mo�even over. Veel stenen uit deze �jd zijn met runen beschreven, met name gedenkstenen en grafmonumenten. De tradi�e van het maken van grafstenen werd overgenomen door de Gaelic cultuur in de middeleeuwen. Deze had een eigen kunsts�jl, de Ionas�jl, waarin zowel Kel�sche als Vikingmo�even werden verwerkt.
Iona Hoeveel Ionas�jl grafstenen er ooit in de abdij van Iona en de omliggende begraafplaatsen hebben gelegen, is onbekend. Waarschijnlijk zijn er veel in de loop der eeuwen door erosie en oorlogen verloren gegaan. Toch vormen deze grafstenen de grootste toegang tot de wereld van de Ionas�jl. De typerende grafstenen werden niet alleen gemaakt en gebruikt op Iona, ze komen ook voor op eilanden als Islay. Daar wordt duidelijk dat de kenmerkende mo�even van de Kel�sche knoop, de galloglass, het zwaard en de west highland galley nog tot in de 18de eeuw op grafstenen werden gebruikt.
De andere steen is eerder een grafmonument dan een grafsteen, het is de onderkant van een staand kruis dat aan beide kanten is gedecoreerd. De steen is 15de eeuws en is opgedragen aan Lachlan en John MacKinnon. Lachlan MacKinnon was het hoofd van clan MacKonnon en zijn zoon was abt van Iona. De galei op de a�eelding hee� meer roeiriemen dan normaal, mogelijk zijn er extra riemgaten bijgegraveerd, waardoor het schip groter en dus de eigenaar mach�ger lijkt.
Elementen in de kunsts�jl Bij sommige stenen is het bekend van wie ze waren en uit welke �jd de dateren. Dit stelt ons instaat om een indica�e te geven uit welke periode de verschillende typen stenen waren. De a�eeldingen op de stenen kunnen worden ingedeeld in objecten en knoopmo�even. Veel objecten zoals de griffioen, het zwaard en de galei symboliseren macht. In sommige gevallen zijn er geen mo�even op de steen zichtbaar en bestaat de steen uit bijvoorbeeld alleen een krijger of een zwaard. In andere gevallen is de steen echter alleen gedecoreerd met een knoopmo�ef. Schepen Het meest afgebeelde object op de grafstenen is de galei. Dit schip was voor de bevolking van de Ierse zee een belangrijk statussymbool. Het is een directe doorontwikkeling van het Vikingschip en was noodzakelijk om de eilanden van het rijk van de Ierse Zee te verbinden. Het formaat van de schepen werd in aantal riemen uitgedrukt. Grafstenen waarop de galei werd getoond, werden met name tussen de 14de en 16de eeuw gemaakt. Twee van de grafstenen op Iona met galei zijn met een La�jnse tekst beschreven, waaruit we een datum kunnen opmaken. De steen van Colum, zoon van Ruari MacLeod, is een voorbeeld van een laat 15de of vroeg 16de eeuws exemplaar. Het grootste deel van de steen wordt ingenomen door een organisch mo�ef, maar de bovenkant is gedecoreerd met de galei.
Galloglaig De stenen met de typische galloglaig (galloglass) krijgers zijn mogelijk ouder dan die met de galei. Het is las�g de stenen te typeren, omdat ze niet vergezeld gaan met inscrip�es. We gaan ervan uit dat ze rond de 14de en 15de eeuw zijn gemaakt en een – al dan niet natuurgetrouwe – a�eelding zijn van de overledene die onder de steen begraven lag. De galloglaig dragen de typische wapenrus�ng van de Ierse zee: een wambuis, maliënkap, helm, schild, zwaard en speer. De helm die ze dragen is zonder uitzondering een bascinet, net als vergelijkbare a�eeldingen in Schotland en Ierland. Sommige schilden lijken aan te wijzen dat de galei werd afgebeeld op de wapenschilden. Op Iona zijn geen a�eeldingen van galloglaig in
13
maliënkolder teruggevonden. Deze worden wel getoond op een steen uit het eiland Lewis. Sommige onderdelen van de stenen zijn duidelijk feodaal beïnvloed zoals de hond die trouw aan de voeten van de dode ligt. Misschien wel de bekendste steen van dit type is die van Bricius MacKinnon De trend om dergelijk gedetailleerde grafstenen te maken, ging door tot in de 16de eeuw, daarna werden de a�eeldingen van de krijgers een stuk ges�leerder.
Kruizen Net als in veel andere culturen worden er op de grafstenen in de Ionas�jl regelma�g kruissymbolen afgebeeld. Het kruissymbool is na de 3de of 4de eeuw naar Ierland gekomen en werd van daaruit weer teruggebracht naar de Britse eilanden, die rond deze �jd grotendeels waren bezet door de heidense Angelen, Saksen en Ju�en. De Vikingen op de Britse eilanden bekeerden zich al vrij snel tot het christendom en de meeste vroege stenen met kruissymbolen zijn waarschijnlijk van Vikingmakelij. Dit wordt beves�gd door de iets andere kunsts�jl en de aanwezigheid van runen inscrip�es. Er komen verschillende kruissymbolen voor op de grafstenen van Iona. De populairste (maar niet de meest gebruikte) is het Ionakruis, een kruissymbool met een cirkel er doorheen. De cirkel staat mogelijk voor de oud Kel�sche zonnegod. In slechts drie gevallen wordt het Ionakruis op een grafsteen afgebeeld, hiervan zijn waarschijnlijk twee exemplaren van Scandinavische a�omst. Uit de teruggevonden staande stenen weten we dat het symbool echter wel veel voorkwam in de rest van de Ionas�jl. Mogelijk kwam hij minder vaak op de grafstenen zelf voor. Een ander opvallende beeltenis is het Clonmacnoise kruis. Deze is vernoemd naar een grafsteen in het klooster waarop hijstaat afgebeeld. Het kruis wordt over het algemeen als typisch Scandinavisch gezien, al zijn er in Scandinavië geen voorbeelden van terug te vinden, maar de stenen in de Britse eilanden waar dit kruis op staat afgebeeld, waren waarschijnlijk van Vikingen die zich op de Britse eilanden hadden geves�gd. Ook de twee exemplaren op Iona vertonen duidelijk Scandinavische invloeden, één exemplaar bevat een runeninscrip�e. De meest voorkomende kruissymbolen zijn de eenvoudige kruisjes die veelal in feodaal Europa werden gebruikt. Meestal staan er verder geen teksten of beeltenissen op de grafstenen. De kleine, bescheiden grafstenen geven ons de indruk dat het hierbij om graven van geestelijken, zoals nonnen of monniken gaat, hoewel de belangrijke geestelijken met rijkelijk gedecoreerde grafstenen werden begraven. Vandaag de dag zijn de vloertegels van de abdij van Iona gemarkeerd met een simpel kruis om aan te tonen dat daar iemand onder begraven ligt.
Zwaarden Het zwaard stond niet alleen symbool voor oorlog en daadkracht, maar ook voor gerech�gheid. Op de grafstenen zijn een grote varia�e aan zwaarden afgebeeld, die ons een indica�e kunnen geven van de mogelijke periode waarin de steen is gemaakt. Sommige zwaarden kunnen worden getypeerd in de Oakesho� of Petersen typering, waardoor ze ons informeren over de periode. Sommige typerende zwaarden zijn echter niet in deze typeringen meegenomen. Er zijn stenen die kunnen worden bestempeld als typisch laat 16de eeuws. De zwaarden op de stenen zijn claymores of laat-middeleeuwse, tweehandige exemplaren die rond de 2de hel� van de 16de eeuw in de rest van Europa werden geïntroduceerd. Over het algemeen gaat deze a�eelding gepaard met meer ges�leerde mo�even, die tot in de 19de eeuw op sommige grafstenen op Islay en Kintyre werden gebruikt. Ook populair is de ui-vormige pommel die rond de late 15de eeuw werd geïntroduceerd. Er zijn van dit type enkele originelen teruggevonden. De oudere stenen tonen veelal zwaarden met een typische lobpommel, die direct is overgenomen van de Scandinavische cultuur op de eilanden. Deze pommel wordt het meest gebruikt. Alle zwaarden, met slechts één uitzondering, hebben een schuin aflopende, vrij grote pareerstang. Dit type wordt ook wel een Islay hilt genoemd en is zowel in Schotland als in Ierland teruggevonden. De oudste grafstenen beelden een kleiner zwaard af, met een kleinere pareerstang en een vroeg-middeleeuws uiterlijk. Het is niet bekend uit welke �jd deze grafstenen dateren, mogelijk komen ze uit de periode tussen de 11de en 13de eeuw. Griffioen Op enkele, waarschijnlijk 15de eeuwse grafstenen staat de griffioen afgebeeld. Deze kruising tussen een draak en een vogel komt niet uit de Kel�sche of Scandinavische mythologie, maar uit feodaal Europa, waar het tussen de 13de en 17de eeuw veelvuldig werd gebruikt. Waarschijnlijk is hij is geïntroduceerd door wederzijdse beïnvloeding met het feodale stelsel. Onder andere de 14de eeuwse steen van Bricius MacKinnon en de 15de eeuwse steen van Colum zoon van Ruari MacLeod tonen griffioenen.
14
Grafstenen van twee werelden Op verschillende stenen wordt het duidelijk dat er gedurende de middeleeuwen beïnvloeding bestond tussen de Gaelic en feodale wereld. De koningen van Schotland en het grootste gedeelte van hun heren waren feodaal. Om als Gaelic heer zich in deze feodale wereld te handhaven en om hun land veilig te stellen, leefden veel van Gaelic heren een “dubbelleven”. Aan de kant van de Ierse zee waren het mach�ge koningen die gebruik maakten van oud-Iers recht, grote vloten onderhielden en een voorliefde hadden voor grootschalige veeroven. Aan de andere kant waren dezelfde heren rich�ng de koning van Schotland feodale heren of earls, die trouw zwoeren aan de kroon, allian�es onderhielden met andere heren uit de laaglanden en konden worden opgeroepen voor krijgsdienst, zoals in het feodale stelsel het geval was. In een aantal gevallen zien we feodale symbolen, zoals het Europese kruissymbool en de griffioen, op de grafstenen afgebeeld. Maar één steen op Iona spreekt boekdelen over een dergelijk dubbelleven. Een grote grafsteen toont zowel een typisch Gaelic galloglach krijger met daarnaast een geharnaste feodale ridder. Of de persoon een ridder was dat weten we niet, maar duidelijk is dat hij in beide werelden een belangrijke rol speelde. We kunnen de grafsteen naar periode typeren door de bepantsering die de ridder draagt. Het pantser is ver ontwikkeld en we scha�en het op midden 15de eeuw. Dit gee� ons ook de indica�e dat, ondanks de ontwikkeling in wapenrus�ng bij de feodale ridders, de galloglach zijn oude verschijning hee� behouden.
Knoopmo�even De vele mo�even op de grafstenen vertellen ons veel over de Gaelic kunsts�jl tussen de 12de en 16de eeuw. De oude knoopmo�even zijn gecombineerd met flora en fauna die ook in de rest van Europa in de kunst voorkwamen. Toch hebben de knoopmo�even een typisch Kel�sch karakter en kunnen veel van de knopen in eerdere kunsts�jlen worden teruggevonden. Het is las�g om te zeggen wat de betekenis van deze mo�even is. Waarschijnlijk zijn ze eerder ter decora�e en hebben ze geen duidelijke betekenis. Ze zorgen ervoor dat de kijker de steen systema�sch bekijkt en verbinden de a�eeldingen die er werkelijk toe doen met elkaar. Sommige knoopmo�even en patronen komen hoofdzakelijk in een bepaalde eeuw voor. Hierdoor bieden de mo�even ons de mogelijkheid om sommige grafstenen op periode te dateren.
Geestelijken Op Iona liggen verschillende bisschoppen, abten en priesters begraven. Sommigen dragen een mijter en een bisschopsstaf. Het is las�g om een indica�e te geven van de periode waarin deze grafstenen zijn gemaakt. We scha�en dat ze pas van later, rond de 16de tot 18de eeuw, zijn. Al gee� één van de stenen de indruk mogelijk ook van voor de 16de eeuw te dateren. Mogelijk waren de stenen van priesters en abten die gedurende deze �jd in de regio van het eiland Iona ac�ef waren.
Vrouwen Vrouwen worden vrij weinig op de grafstenen afgebeeld. Mogelijk is dit omdat er minder vrouwen met een hoge posi�e waren, of omdat ze in hetzelfde graf als hun man werden begraven. De meeste grafstenen met a�eeldingen van vrouwen liggen op Iona en deze geven ons een uitgebreid beeld van de klederdracht van de vrouw. De grafstenen op Iona zijn waarschijnlijk van nonnen of van leden van de Gaelic aristocra�e. De afgebeelde kleding beves�gt dit, ze zijn gekleed volgens de Normandische mode, maar met een grote wollen mantel (brat), die typerend is voor de Gaelic cultuur. De kledings�jl gee� ons de indruk dat het hierbij gaat over vrouwen die rond de 14de tot 15de eeuw hebben geleefd. Vaak worden op de stenen meerdere vrouwenfiguren afgebeeld allen lijken ze in gebed te zijn.
15
Foto: Hans Splinter
Foto: Hans Splinter
Vzw Legia
De naam Legia komt voor het eerst voor in vroegmiddeleeuwse teksten over Oostakker bij Gent, België. Oostakker, of het oude Sloten, lag ‘super fluvio Legia’, boven de stroom Leie. De van oorsprong Kel�sche naam Legia zou de vloeiende, d.w.z. de waterloop, het water kunnen betekenen. In het Oud-Iers herkennen we daarin legaim: vloeien.
In 2007 werd vzw Legia opgericht door drie enthousiaste vrienden met een gemeenschappelijke passie: de ijzer�jd. De drie belangrijke pijlers waarrond Legia werkt zijn: educa�e, informa�e en recrea�e. De vereniging werd gevormd tot een mul�disciplinair forum voor ijzer�jdstudie. Een ontmoe�ngsplaats waar de academische wereld en musea, elk vanuit hun eigen specialisa�e en met hun eigen ervaring en kennis, samenwerken met Legia om het brede publiek de leefwereld van de ijzer�jdvolkeren te laten ontdekken. In een latere fase wil Legia een openluchtlaboratorium voor experimentele archeologie bouwen. In tegenstelling tot haar aangrenzende regio’s kent Vlaanderen geen project dat de pre-Romeinse periode op een tastbare en alles omva�ende wijze aan het grote publiek voorstelt. En dat wil Legia veranderen door de bouw van een archeosite. Deze site moet een totaalbeeld geven van
een ijzer�jdlandschap met daarin een landbouwnederze�ng, brons�jd gra�euvel en grafveld. Alle reconstruc�es worden opgericht op basis van archeologische grondplannen en in overleg met academische adviseurs. Educa�e: dit is de belangrijkste pijler voor Legia. Hoe zit het met de kennis van de meeste mensen over proto- en prehistorische of Gallo-Romeinse periode? Leefden ‘de Oude Belgen’ en Bataven, zoals in de oude geschiedenisboekjes werd verteld, louter van visvangst en jacht? Dit zijn een paar van de vele vragen waar Legia een antwoord op wil formuleren. Educa�e neemt vele vormen aan bij Legia. Workshops kaartweven of handgevormd aardwerk, experimentele archeologie in de vorm van projecten rond o.a. aardewerk bakken in een prehistorische kuiloven, samenwerking op Europees niveau in projecten zoals de reconstruc�e van de “Doverboat” (h�p://www.dover.gov.uk/ museum/bronze_age_boat.aspx), de organisa�e van publieke
evenementen zoals voor de tentoonstelling ‘Uit goede bron’ in de Brugse regio (h�p://www.uitgoedebron.info) of de medeorganisa�e van Open Monumentendag op 11 september 2011 aan het Provinciaal Archeologisch Museum te Velzeke (B) (h�p://www.pam-velzeke.be) Informa�e: Legia is eveneens de trotse uitgever van een zesmaandelijks �jdschri�: het Legia bulle�n. Het bulle�n is volgepakt met interessante reportages en prach�ge foto’s enkel bestemd voor de leden maar is er voor iedereen met een gezonde interesse voor geschiedenis. Voor een abonnement op dit unieke �jdschri� stuur je een e-mail naar
[email protected]. Maar ook wie niet geïnteresseerd is in een �jdschri� komt aan zijn trekken op de Legia website www.legia-forum.org. Deze drukbezochte website is er voor iedereen maar vooral de schoolgaande jeugd vindt er een pak informa�e over de ijzer�jd. Recrea�e: vanwege zijn professionele aanpak is Legia in geen �jd uitgegroeid tot een graag geziene gast op historische evoca�es en evenementen in eigen land. Maar ook interna�onaal is er interesse met aanbiedingen vanuit Nederland, Luxemburg, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Met een groep van 15 à 20 enthousiaste leden laat Legia het verleden herleven. De po�enbakker maakt handgevormd aardewerk of bakt zijn aardewerk in een kuil, de lederbewerker vervaardigt schoenen, beurzen en schedes voor messen, de houtbewerker laat zijn vele talenten zien, de weefster maakt kleurrijk bandweefsel of is druk aan het weven op haar weefgetouw. Maliënkolders worden gehaakt en met vuursteen en slagijzer wordt het vuur aangemaakt in de vuurplaats. Belangrijk hierbij is dat er interac�e is met het publiek, en die laat zich veelal niet onbetuigd. Vol geduld wordt het publiek geïnformeerd. Of we Kelten zijn? Tja dat kan. Of we Foto: Hans Splinter
misschien Germanen zijn? Zou ook wel kunnen. Wat we zeker weten is dat we een stam zijn die aan de Legia woont. En de Romeinen? Daar hebben we al eens over gehoord van de rondtrekkende handelaars. Maar vooral plezier maken in wat we doen is belangrijk en dit uitstralen naar de buitenwereld.En dat lukt aardig want steeds meer mensen krijgen de microbe te pakken en sluiten zich aan bij Legia. Ook andere verenigingen worden begeesterd en zo ontstaan nauwe vriendschaps- en samenwerkingsverbanden met andere groepen. Wie meer wil weten over Legia - forum voor ijzer�jdstudie kan alvast een kijkje nemen op www.legia-forum.org of een e-mailtje sturen naar
[email protected].
Legia Forum
17
Kleuren van de Book of Kells Alle kleurstoffen die in het Book of Kells en andere middeleeuwse manuscripten werden gebruikt, zijn geheel op natuurlijke basis gemaakt. Sommige waren makkelijk te maken, van andere moesten de ingrediënten uit verre uithoeken van de tot dan toe bekende wereld komen, nog weer andere waren gi�ig. Over het algemeen wordt er weinig s�lgestaan bij de moeite die is gedaan om historische kleurstoffen te maken, de verf voor het Book of Kells is gemaakt door een groep specialisten, die zich hadden gespecialiseerd in het maken van verschillende kleurstoffen en deze fabrikaten opleverden aan de monniken die zich weer hadden toegerust op het inkleuren van het boek. Hoewel veel kloosters een eigen scriptorium hadden, kan het Book of Kells alleen zijn gemaakt in een groot uitgebreid scriptorium waar veel specialisten aan het werk waren. Het klooster van Iona Het christendom is waarschijnlijk in de 4de eeuw n.Chr. in Ierland geïntroduceerd door Britse christenen die zich na het vertrek van de Romeinen in Ierland ves�gden. In 431 werd de eerste bisschop, Palladius, naar Ierland gestuurd en volgens de Annalen, maar onwaarschijnlijk, volgde Patrick één jaar later. Zeker is dat verschillende missionarissen het christendom verder verspreidden. Om de nieuwe religie een vaste voet op Ierse bodem te laten ze�en, waren kapellen, kloosters, kerken, altaars, kerkbellen en meer nodig. Ook speelden boeken een belangrijke rol. De exemplaren als het Book of Dimma en het Book of Mulling werden voornamelijk gebruikt om missionariswerk
te verrichten, terwijl de werken die in Lindisfarne en Iona werden gemaakt voornamelijk bedoeld waren voor �jdens de mis.Vermoedelijk werd het Book of Kells in het klooster van Iona aan de Schotse westkust gemaakt. De kloostergemeenschap was daar rond de 6de eeuw ges�cht door de Ierse heilige St Columba. Al snel groeide deze gemeenschap uit tot een belangrijk wetenschappelijk en religieus punt tussen Ierland en Pictland (Schotland) in. Na verschillende aanvallen door de Vikingen werd besloten om een deel van de gemeenschap te verplaatsen naar het zusterklooster van Iona in Kells, op het vasteland van Ierland. In 807 werd er een nieuw klooster op Iona ges�cht en zeven jaar later nam Ceilach, abt van Iona ontslag om de rest van zijn leven in Kells door te brengen. Aan het eind van de 9de eeuw werd Iona nogmaals aangevallen door de Vikingen en hierom werden de relieken van Iona overgebracht naar Kells. Waarschijnlijk was één van deze relieken het boek dat later bekend zou staan als het Book of Kells. Het maken van een manuscript Het vellum (perkament) werd gemaakt van kalfshuid dat in Ierland en Schotland makkelijk verkrijgbaar was bij de verschillende leefgemeenschappen. Voor sommige boeken werden wel meer dan 200 kalfshuiden gebruikt. Eerst werd de huid in een bad van urine of kalk gelegd, zodat de haren loskwamen. Daarna werd het opgespannen en verder schoongemaakt, platgemaakt, uitgerekt en gedroogd. Het bereiden van vellum was een lang en kostbaar proces, maar het perkament was flexibel,
makkelijk te gebruiken en duurzaam, waardoor tegenwoordig nog duizenden folio’s intact zijn gebleven. Nadat het vellum op maat was gesneden, werden er met een pun�g instrument en een liniaal lijnen getrokken, zodat de tekst niet scheef werd opgeschreven. De tekst werd geschreven met een pen, gemaakt van een zwanen- of ganzenveer, die in de inkt werd gedoopt. Er werden bo�e messen gebruikt om fouten weg te schrapen. De decora�e werd met licht houtskool in het klad aangebracht op het vellum en werd vervolgens kleur per kleur ingevuld. Bij het maken van de decora�es werd gebruikt gemaakt van passers, sjablonen en linialen. Slechts twee van de 680 folio’s van het Book of Kells zijn niet gedecoreerd. De folio’s werden gedecoreerd door zogenoemde verluchters. Vermoedelijk hebben er minimaal drie verschillende verluchters aan het Book of Kells gewerkt.De eerste wordt de goudsmid genoemd, hij maakte de gele en verguld blauwe kleur op een zo pure
18
De verf De verluchters maakten zelf de verf die ze gebruikten en hadden dan ook goede kennis van het scheikundige proces dat hierbij nodig was. Oudere boeken, zoals het Book of Durrow, werden met slechts vier verschillende kleuren gedecoreerd. De illustra�es in het Book of Kells zijn gemaakt met een veel groter scala aan kleuren, waaronder paars, lila, roze, groen en geel. Voor het maken van verf of inkt was het nodig om een hechtmiddel vast te stellen. Sommige pigmenten hech�en niet op vellum en moesten dus worden vermengd met een stof die wel zou hechten. Lapis lazuli werd bijvoorbeeld meestal met een dierlijke lijm gemixt om de blauwe verf succesvol aan te brengen. Het bindmiddel kon zowel worden vermengd met het pigment als direct op het vellum aangebracht worden. Waarschijnlijk is bij het Book of Kells met name van de eerste methode gebruikt. Na het aanbrengen van de decora�e werd er een extra laagje aangebracht, mogelijk met eiwit. Dit zorgde voor een vernislaag op het folio en maakte de kleuren dieper en intenser. De dekkende laag eiwit werd gemaakt door een ei goed te kloppen en vervolgens een �jd te conserveren. Hierdoor ontstond een dunne, waterach�ge vloeistof, die nog zevenmaal opgeklopt moest worden, voordat het klaar was voor gebruik.
manier dat het een hoog niveau van vakmanschap vereiste. De Goudsmid hee� het achtcirkelige kruis op folio 33 gemaakt, de Chi Rho op folio 34, de bovenkant van folio 5, de openingszinnen van de evangeliën op folio 29, 130, 292 maar niet die van folio 188. De “Illustrator” schilderde de folio’s 202, 114 en 7. Mogelijk hee� hij op de folio van het evangelie van Johannes gemaakt. De“Portretschilder” hee� de a�eeldingen van Christus, Ma�eus en Johannes gemaakt. Van veel andere folio’s is het niet bekend wie ze precies hee� gemaakt. Mogelijk kan verder onderzoek dit aantonen. Pas nadat het manuscript was verlucht, werd het gebonden.De ka� van het Book of Kells is in de loop der eeuwen verloren gegaan. Mogelijk zag hij er net zo uit als het boek dat in het Evangelie van Johannes staat afgebeeld. In dat geval zou hij rijkelijk gedecoreerd zijn, omrand met een rode sierrand en mogelijk met bladgouden versieringen. Het is waarschijnlijk dat het boek daarnaast in een rijkelijk versierde reliekkist werd bewaard. Helaas was deze kist een doelwit voor dieven, het boek is een keer gestolen, maar de dieven waren enkel geïnteresseerd in de reliekkist en lieten het boek buiten achter.
Groen Groen werd uit koper gewonnen. Koper oxideert door contact met de lucht en vormt zo een groene laag. Deze laag werd gewonnen, omgezet naar pigment en waarschijnlijk met een bindmiddel als huidlijm of eiwit gemengd. Bruin Ook de bruine verf werd door roest gemaakt. Klompjes ijzer werden gemengd met aarde en versnipperde eikels. De eikels versterken de bruine kleur van het roest. Het meeste bruin dat in het Book of Kells wordt gebruikt is dan ook roestbruin. De bruine kleur van kleding werd met een andere verfstof gemaakt, omdat ijzer duur was. Geel Gele kleurstof kon op verschillende manieren worden gemaakt. Vaak werd er gebruik gemaakt van orpiment, dat in Ierland werd gewonnen. Orpiment beva�e citroengele en oranje deeltjes, waaruit geel pigment werd gemaakt. Ook werd er veelvuldig gebruik gemaakt van arseentrisulfide, dat sterk lijkt op orpiment. Arseentrisulfide is erg gi�ig en het gebruik van deze kleurstof, vooral in grote hoeveelheden in ongeïsoleerde ruimtes, kan dodelijk zijn.
Zwarte inkt Er waren twee manieren om zwarte kleurstof te maken. De eerste was met zwarte koolstof zoals roet, teer of houtskool. Dit werd veelvuldig gebruikt bij het verven van kleding en stof. De tweede werd waarschijnlijk bij het Book of Kells gebruikt. De zwarte kleur werd hierbij gewonnen uit een oplossing uit ijzerzouten, zoals uit eikels. Doordat de eikels in contact komen met bepaalde insecten, ontstaan galnoten, die tannine en galzuren beva�en. Deze stoffen worden uit de noot on�rokken door hem in water te laten weken. Hoe meer noten geweekt worden, hoe zwarter de kleurstof wordt. Deze kleurstof kan als inkt gebruikt worden.
Rood De donkerrode kleur die veelvuldig in het boek is gebruikt, is gemaakt van kermes. Kermes is een Mediterraans insect. Het insect steekt in de boom en verhardt. Dit vormt de donkerrode kleur die maar moeilijk gewonnen werd. De kleurstof diende te worden verlakt door hem te binden aan kaliumcarbonaat. Dit proces is erg las�g en de mooie, donkere rode kleur was dan ook kostbaar en zeldzaam. Blauw Blauw was de gehele middeleeuwen lang een kleur met status en exclusiviteit. Hij was las�g te maken en de grondstoffen kwamen van ver. Voor het meeste blauw werd azuriet gebruikt,
19
een steen waaruit pigment kan worden gemaakt. Azuriet wordt voornamelijk in Spanje gevonden. Het on�rokken pigment is grijsach�g blauw. Wede werd eveneens gebruikt voor blauw, deze plant wordt veelvuldig in Noord-Europa en ook in Groot-Bri�annië en Ierland teruggevonden. Het blauw was echter vaal en niet diep. Grondstoffen voor mooi blauw moesten van ver komen, wat het ook zo’n exclusieve kleur maakte. Diep blauw werd gemaakt van lapis lazuli, een gesteente dat in de �jd dat het boek op Iona werd gemaakt alleen in Afghanistan verkrijgbaar was en zijn gewicht in goud waard was. Veel van de diepe blauwe kleuren van het boek zijn gemaakt met lapis lazuli. De handel in deze exo�sche grondstoffen verliep via Italië, de Arabische golf en Bagdad tot aan Afghanistan. Waarschijnlijk werd de kleurstof via Frankrijk de Ierse Zee opgebracht. Deze handelsroute vormde de verbinding tussen West-Europa en Scandinavië en werd later veelvuldig gebruikt voor handel in wijn, ivoor en bont. De lapis lazuli werd ontdaan van zijn gouden vlekjes en verhit. Wanneer hij warm genoeg was, werd hij in koud water gedaan, waardoor hij bars�e. Daarna werd hij vermalen tot poeder en werd aan de substan�e olie en hars toegevoegd. Goud Voor het goud in het boek werd hoofdzakelijk poedergoud gebruikt. Ook werd er gebruik gemaakt van flinterdunne stukjes bladgoud die op de bladzijde werden aangebracht. Poedergoud kan worden gemaakt door goud met een vijzel te vermalen. De goudstof werd met honing vermengd, waarna het als verf gebruikt kon worden.
20
Wist u dat? Vreemde leeuwen In de gra�euvel in Hochdorff stond een 80 cm hoge ketel, versierd met vier leeuwen van waarschijnlijk Griekse makelij. Één van de leeuwen is waarschijnlijk beschadigd of verloren �jdens transport, want hij is vervangen door een ander exemplaar, dat eigenlijk niet op een leeuw lijkt.
Kel�sche kunst? Kel�sche kunst is vrijwel al�jd beïnvloed geweest door andere culturen, bijvoorbeeld de Grieken, de Etrusken en de Vikingen.
Gundestrup ketel Één van de voorwerpen die vaak genoemd wordt in verband met Kel�sche kunst is de Gundestrup ketel. Het is echter verre van zeker of deze ketel door en voor Kelten is gemaakt.
Kel�sche knoopmo�even Tegenwoordig wordt er vaak gedacht dat alle Kel�sche knopen een specifieke betekenis hadden. Als ze die al hadden, is deze betekenis verloren gegaan. Waarschijnlijk was een groot deel van de knoopmo�even slechts bedoeld de aandacht te ves�gen op het hoofdmo�ef.
21
Moderne Keltische kunst Tèneperiode zijn door de eeuwen heen aangepast en veranderd. De kunst is dus zeker niet gestopt en gaat tegenwoordig nog steeds verder, hierdoor is een moderne Kel�sche knoop, gemaakt met laserlicht, net zo Kel�sch als een Kel�sche knoop in de La Tèneperiode. Beide zijn ongetwijfeld beïnvloed door hun eigen periode en de omliggende culturen. Dat doet niets af aan het feit dat beide sterke Kel�sche invloeden vertonen, al zou waarschijnlijk de moderne kunstenaar het Kel�sche kunst noemen en een La Tène kunstenaar Iceni kunst, of van welke stam hij ook kwam.
Ook vandaag de dag spreekt de Kel�sche kunst nog steeds tot de verbeelding. Veel sieraden, tekeningen, schilderingen en tatoeages worden met Kel�sche taferelen gemaakt. Hierdoor rijst de vraag of deze kunst, die vaak met andere kunststromingen wordt gecombineerd, wel Kel�sch kan worden genoemd. In hoeverre kan de moderne Kel�sche cultus, die deels gebaseerd is op een fantasiewereld, als Kel�sch worden gezien. Het antwoord is mogelijk net zo veelzijdig als een Kel�sch knoopmo�ef. Uitgangspunten Kel�sche cultuur In de Kel�sche cultuur zijn cultuur en geschiedenis onlosmakelijk met elkaar verbonden. Desalnie�emin is geschiedenis niet het enige deel van de cultuur, dat ook bestaat uit bijvoorbeeld taal, kunst en religie. De Kel�sche cultuur hee� zich afgelopen duizenden jaren steeds verder ontwikkeld. Ook tegenwoordig is het een tradi�onele, maar zeker geen achtergebleven cultuur. Ook de Kel�sche kunst ontwikkelde zich. De typisch Kel�sche kunsts�jlen van de Hallsta� en La
Kel�sche kunst Vanaf het begin af aan is de Kel�sche kunst beïnvloed door de kunsts�jlen van aangrenzende gebieden of volkeren waarmee gehandeld werd, zoals de Grieken en Etrusken in de Hallsta�periode en de Vikingen in vroeg-middeleeuws Ierland. Op zijn beurt hee� de Keltsche kunst in de La Tèneperiode de Germaanse en Romeinse kunst sterk beïnvloed. De Germaanse stammen namen verschillende trends en tradi�es uit de Kel�sche cultuur over, waardoor de Kelten mogelijk weer indirect de kunsts�jlen van de vroege middeleeuwen hebben beïnvloed. De Kel�sche kunsts�jlen zijn con�nu, tot vandaag de dag, veranderd. Tegenwoordig zijn er boeken vol over de betekenissen van Kel�sche mo�even, maar dit berust allemaal op specula�e. Hun betekenis is verloren gegaan en we weten zelfs niet eens of de mo�even een duidelijke betekenis hadden. Zoals veel andere onderdelen van de Kel�sche cultuur is dit het onderwerp van gissen en veel theorieën. In sommige gevallen kunnen we de symboliek wel redelijk herleiden, voornamelijk bij mo�even van dieren met speciale eigenschappen. Knoopmo�even werden meestal gebruikt om leegtes te vullen en om de aandacht op andere mo�even te ves�gen. Hierdoor is het mogelijk dat veel
knoopmo�even geen directe betekenis hadden. Kel�sch & fantasy De moderne Kel�sche cultuur is sterk beïnvloed door fantasy. Dit is logisch te verklaren als we kijken naar de oorspronkelijk Kel�sche mythologie die eeuwen lang bewaard is gebleven. Het is geen wonder dat fantasy schrijvers geïnspireerd raakten met de culturele tradi�es uit de Kel�sche en Scandinavische wereld. In deze nieuwe verschijning veroverde de Kel�sche cultuur in de 20 en 21ste eeuw de wereld. Tradi�es uit Ierland, Schotland, Bretagne, Wales, Cornwall en Man werden in volle glorie door de rest van de Europese bevolking overgenomen. Al lijkt het verschil tussen fantasy en de werkelijke Kel�sche geschiedenis vaak zoek te zijn, de helden van de oude cycli leven in deze wereld voort op een grotere schaal dan ooit daarvoor. Moderne Kel�sche kunst komt niet alleen uit de landen die al�jd Kel�sch zijn gebleven. In geheel Europa, Amerika en zelfs Azië is de Kel�sche cultuur grotendeels door haar kunst en mythologie erg populair. In de van oudsher Kel�sche landen zoals Ierland, Schotland, Wales en Cornwall wordt hier duidelijk op ingespeeld. Vanuit deze regio’s is de Kel�sche tradi�e door de vele emigranten meegenomen naar Australië, Nieuw Zeeland, Canada en Amerika. De Kel�sche cultuur is daar al�jd blijven voortleven en van daaruit overgewaaid naar de rest van de wereld. Al bleven de tradi�es in deze landen veelal hetzelfde, ook hierin ontwikkelde zich fantasieverhalen en gewoontes die onterecht met de Kel�sche cultuur werden geassocieerd. Handfasten en de associa�e met Neolithische staande stenen zijn daar een voorbeeld van. Op veel gebieden zijn Kel�sche tradi�es overgenomen en bewust of onbewust gecombineerd met fantasy en rituele uit andere culturen en tradi�es.
22
Zie ook Het schild van Battersea Book of Kells De torc (torque) en de Waterloo helm Londesborough Broche Pictische symbolen De Gundestrup ketel Vikingkunst op Man De Holcombe Spiegel De Kelten en de Lord of the Rings
Iona
Basse-Yutz schenkkannen
23
Epiloog Sinds de introduc�e van het christendom zijn er honderden, misschien wel duizenden staande, stenen en houten kruizen gemaakt in Groot-Bri�annië en Ierland. Omdat de kruizen zeer zwaar waren, braken regelma�g de armen af. Daarom werden beide armen elk ondersteund door een kwart cirkel tussen de arm en het kruis zelf. Later zijn ook aan de bovenkant kwart cirkels bijgeplaatst, om het symmetrisch te maken. Een andere interpreta�e is dat de cirkel door het kruis het symbool van de heidense zonnegod Lug is. De kruizen werden niet alleen gedecoreerd met knoopmo�even, maar ook met Bijbelse scènes. Dit kruis is een modern Kel�sch kruis. Het staat niet, maar kan opgehangen worden aan de wand. Het formaat is dan ook maar een frac�e van sommige staande kruizen. De knoopmo�even zijn bedacht door de houtsnijder zelf, maar geïnspireerd op oude Kel�sche mo�even en afgewerkt op eigen inzicht. Het kruis laat duidelijk zien dat kunst ook los van zijn context kan worden geplaatst en op een eigen manier kan worden herbeleefd. Het is het bewijs dat Kel�sche kunst niet alleen een verleden hee�, maar juist ook toekomst.
Met dank aan: Mike Katz Ba�lefield Band Denise Lindsay Alain Haeck vzw Legia Dirk Willaert vzw Legia Patrick Gilbers Cel�c Britain Judith Schoen Cel�c Britain