Celtic Magazine Vergeten Kelten 8
Kelten van de Ierse zee Rising Gael Het Keltische clanstelsel Kaarten van de Ierse zee
Proloog IJzertijdkrijger Interview Lowland Paddies Somerled Ri Innis Gall Welsh longbowmen
Interview Gael Het Rising zwaard van de maand De Gallowglass
Gaelic clanstelsel Recept
De Desmond opstanden
Geografie van de Ierse zee Wist u dat? Jacobites
Zwaard van de maand Even voorstellen GEA-Educatie
Samenvatting Vergeten Kelten, de Kelten van de Ierse Zee. Althans, vergeten in naam, want vrijwel niemand buiten West-Schotland en Oost-Ierland heeft ooit van de koninkrijken van de eilanden gehoord. Hoe ver deze cultuur ontwikkeld was is men vergeten. Wel kent vrijwel iedereen clan MacDonald, Iona, Keltische knoopmotieven en het book of Kells. Dit zijn enkele voorbeelden die direct verbonden zijn met deze cultuur. Wanneer we tegenwoordig kijken naar de Keltische cultuur geeft de cultuur van de Beste lezer, Ierse zee misschien wel het beste beeld van de manier van leven van de meeste Kelten in vroegere Welkom in dit magazine tijden. In ieder geval het wetstelsel en het clansysteem bieden ons een blik op hoe editie gaat over desamenleving in elkaar zat. Tegenwoordig is de Keltische belevenis sterk veranderd, maar de Keltische begint bij de naakte K een groot deel van de belangrijke hedendaagse elementen zijn terug te vinden bij de Kelten van de interview, ditmaal met Ierse kijken naarZee. de pagina met links met relevante achtergrondinformatie.
Het thema
We wensen u veel leesplezier!
Koken met Kelten Even voorstellen Wist u dat?
Het team van Celtic Britain
2
Proloog
De golven klotsen tegen de kiel van het schip wanneer de drie
broers voor het eerst het strand van Alba betreden. Nieuwe golven van een nieuw land. Ze snuiven de nieuwe lucht op. Anders, maar toch bekend. Ook het landschap lijkt op dat van Erinn. Ja, dit zou best een nieuw thuis kunnen worden. Al snel springen ook hun mannen in het rulle zand. Hoewel ze niet precies weten waar ze zijn geland, weten ze dat ze hier zijn om geschiedenis te schrijven. Hoewel hun gedachten vol hoop zijn, kan dat wat werkelijkheid wordt hun stoutste dromen nooit overtreffen. De kinderen van Fergus, Loarn en Óengus bouwen hun huizen, hun land en hun leven op aan de andere kant van de zee die hun met hun moederland, het echte Dál Riata, scheidt. Ze eisen een plek onder de zon op de eilanden en maken er een stabiel koninkrijk van. Elke keer wanneer een toekomstige koning zijn voet zet in de voetafdruk van de kroningssteen in Dunadd, herinnert hij zich zijn voorvaders en hun heldendaden, bezongen door de barden. En ondanks weerstand van Pictland, groeien de potentie en verwachtingen van deze nieuwe koning steeds meer. Wanneer Dál Riata in Alba door de Vikingen wordt afgesneden van het moederland, leert het op eigen benen staan. Een geheel onafhankelijk koninkrijk is geboren, met eigen helden en eigen geschiedenis. Tot er op een dag een krijgsleider opstaat en het onmogelijke laat gebeuren: Dál Riata en Pictland worden één.
De cultuur van de Scotti wordt verspreid over Schotland. Er bestaat één koningshuis, dat de geworden volkeren verenigt en verbindt. De kinderen van Dál Riata zwermen net als de cultuur uit, maar blijven vaak ook op hun ruige, ongerepte eilanden leven om hun leven naar traditie voort te zetten. In de open harten van het eilandvolk blijft de cultuur doorleven. Ook wanneer de laatste Keltische koning is gestorven en er invloeden van buitenaf worden toegelaten in de Schotse cultuur. Steeds meer kinderen keren van het hof terug naar de eilanden waar ze vandaan kwamen, omdat aan het hof geen plek meer voor hen is. Zo bouwen de voormalige heersers van het rijk een kleiner rijk op de eilanden, dat haar eigen cultuur blijft behouden. De koningen besteden er – misschien terecht? – geen aandacht aan, totdat de Zomerkrijger Somerled opstaat en opnieuw een plek onder de zon opeist voor zijn volk. Hij verenigt de eilanden onder zijn naam, vergroot het gebied en valt zelfs Schotland binnen. Dat wordt zijn laatste slag, maar zijn zoons leven en geven de traditie door. Zijn rijk wordt opgedeeld in clans, die tot op heden bestaan. Één tak met name lijkt de tijd goed te weerstaan en bloeit op in haar gebied en ook daar buiten. De clan van Donald, zoon van Reginald, klimt naar de top en blijft daar stralend staan. En zo begint het verhaal van het koninkrijk van de eilanden.
3
CelticExperience Tel: +31(0) 640489120 Email:
[email protected] web: www.celticexperience.nl
Uw gids door de Keltische cultuur Laat u meenemen naar de Britse eilanden. Ontdek plaatsen waar toerisme nog niet is doorgedrongen en u rustig kan genieten van de typisch Britse en Ierse sfeer. Open voor u de schatkamer gevuld met geschiedenis, kunst, architectuur, religie, literatuur en filosofie. Door 30 jaar ervaring bieden wij een uitgebreid aanbod in Keltische reizen aan, waarbij niet alleen wordt ingegaan op het verleden van het gebied, maar ook op het heden en de toekomst. Voor u, uw vriendenkring, familie of bedrijf kunnen wij uw unieke reis samenstellen. Door CelticExperience beleeft u een reis om nooit te vergeten.
Somerled Rí Innis Gall
Wanneer we het hebben over Keltische helden in de middeleeuwen, denken we maar al te snel aan sir William Wallace, Brian Boru en Robert the Bruce. Één van de personen die de Keltische geschiedenis voorgoed deed veranderen was Somerled. De werkelijke naam van Somerled is onbekend. Somerled betekent letterlijk iets als zomerreiziger, zomerkrijger of zomerzeiler, wat erop wijst dat er met name in de zomerperiode gevochten werd – het weer in de winter was te slecht om te varen. Na Somerleds dood in 1164 werd zijn naam pas een echte naam en een vernoeming naar deze held. Het koninkrijk Man Het koninkrijk Man was een vazallenkoninkrijk van de Noorse kroon. Het land van dit rijk liep van Harris en Lewis in het noorden tot het eiland Man in het zuiden en domineerde zo de Ierse Zee. In het oosten lag het Schotse vasteland, waarop de Schotse kroon, die zich steeds Normandischer ging gedragen, regeerde. In het westen lag Ierland, verdeeld over honderden koningen, waarvan het Noors-Ierse koninkrijk Dublin met zijn vloten voor Man het belangrijkste was. Tot in 1098 behoorde het gebied van het koninkrijk Man tot de Schotse kroon, maar de Noorse koning Magnus Barrevoets nam het in, hoewel er tussen deze gebeurtenis en de Noorse invasie
anderhalve eeuw later geen Noorse koning het gebied zou bezoeken. Dit bood een kans voor ambitieuze jongemannen om hun eigen gebied te claimen. Wie was Somerled? Aan het begin van de 12de eeuw wordt er voor het eerst melding gemaakt van Somerled als heerser over Argyll en Islay. Hoe hij dit gebied heeft ingenomen is onduidelijk. Naast in bardische gedichten wordt hij ook genoemd in twee Schotse kronieken, uit Holyrood en Melrose, die voornamelijk negatief over hem berichten. Somerled komt ook in de Manxe kronieken voor en er is een gedicht over hem geschreven in het Latijn. Er bestaan verschillende annalen over hem, die vanwege hun mythologische lading eerder gebruikt kunnen worden om bestaande bronnen te bevestigen dan als onafhankelijke bron. Ondanks dat de naam Somerled ( Somhairle) een Noorse naam is, is het aannemelijk dat hij Keltisch was. Vermoedelijk was hij afstammeling van een adellijk geslacht uit Dál Riata (koninkrijk van Argyll voordat de Scots en de Picten een werden), dat afstamde van Conn van de honderd veldslagen via Colla Uais, een van de voorvaderen van de stichters van Dál Riata. In 1150 trouwde Somerled Ragnhilda, dochter van koning Olaf van Man. Hij kreeg met haar een aantal zoons en in ieder geval één dochter. Vermoedelijk was dit niet Somerleds eerste huwelijk en had hij al een aantal kinderen bij vrouwen, waarmee hij was gehandfast zoals in de Keltische cultuur de traditie was. Het is onwaarschijnlijk dat Somerled meerdere vrouwen tegelijk had. De kinderen van Somerled zouden voor aankomende eeuwen de heersers zijn van de Ierse Zee. Somerled huwelijkte zijn zus uit aan Malcolm MacHeth, een onbekend figuur in de Schotse geschiedenis, die waarschijnlijk een belangrijke rol heeft gespeeld in 12de eeuws Schotland. Mogelijk was hij een buitenechtelijk kind van koning Alexander de 1ste, die Schotland van 1107 tot 1124 regeerde. Een andere theorie is dat hij afstammeling was van de Keltische koningen MacBeth en Lulach. Indien het laatste het geval was, zou hij aanspraak maken op de Schotse kroon. In 1134 werd deze Malcolm MacHeth na een mislukte coup gevangen genomen door koning David de 1ste en leefde voor 23 jaar lang in gevangenschap in Roxburgh castle. Hij is niet geëxecuteerd en dit wijst erop dat de kans groot is dat hij van koninklijk bloed was. De geschiedenis van clan Donald vermeldt dat de heerschappij over Argyll door de Noren van Somerleds vader Gillbride weggenomen werd. Somerled zou dit gebied op jonge
leeftijd met steun van de bevolking hebben heroverd. Dit heeft waarschijnlijk in dezelfde periode plaatsgevonden als de machtsovername van Godred Crovan in Man, 1079-1095 . Het is ook mogelijk dat het gebied pas in 1099 door Magnus Barrevoets werd veroverd. Vermoedelijk werd het gebied dan rond 1103 heroverd, nadat Magnus was gestorven.Hoe Somerled de titel van zijn vader terug veroverde is onbekend, maar het lukte hem. Via zijn huwelijk met Ragnhild veroverde hij de gebieden van Lorn, Kintyre en Knapdale. Rond deze tijd heerste hij ook over het eiland Mull. Somerled en de koningen van Schotland en Man Van Somerleds activiteiten aan het vasteland van Schotland is meer bekend. Koning David de 1ste van Schotland en Somerled waren geen vijanden van elkaar. Er is zelfs melding gemaakt dat de krijgers van de Hebriden deel uitmaakten van de campagne tegen Engeland en in 1138 bij de Slag van de Standaard vochten. Het is helaas
5
niet bekend of Somerled zelf aan deze slag deelnam. Via zijn huwelijk met Raghnilda had Somerled ook een goede verhouding met het koninkrijk Man. Deze goede verhoudingen veranderden toen in 1153 zowel koning Olaf van Man als David de 1ste stierven. Davids opvolger was zijn twaalfjarige kleinzoon Malcolm de 4de. Op het eiland Man nam de zoon van Olaf, Godred de kroon over, nadat hij de moordenaars van zijn vader had verslagen. Godred regeerde met harde hand, waardoor de bevolking van Man zich tegen hem keerde en Somerleds zoon Dugall uitnodigde koning van Man te worden. Via zijn moeders kant maakte hij aanspraak op deze titel. Somerled pakte zijn kans en er werd in 1156 een zeeslag uitgevochten tussen Godred en Somerled. Somerled had een nieuw type galei ontwikkeld, dat zijn roer precies achter de kiel had zitten en een kraaiennest bovenaan de mast had waar vanuit schutters konden schieten. De slag was lang en bloederig en aan het eind van de avond was Godred genoodzaakt een onderhandeling aan te gaan, indicerend dat Somerled wellicht met zijn tachtig oorlogsschepen de oude Viking longboats had verslagen. Ze verdeelden het koninkrijk Man onder hun op. Somerled wist met deze actie vrijwel de gehele westkust van Schotland en een groot deel van Man terug onder een Keltische leider te plaatsen. Mogelijk werd hij hierbij geholpen door het Ierse koninkrijk van Ulster, waar Somerled een goede alliantie mee had. Na deze wapenstilstand behoorde Argyll, de eilanden ten zuiden van Kintyre, Islay, Jura, Mull, Iona, Kintyre, Coll, Tiree en mogelijk Arran en Bute tot het koninkrijk van Somerled. Skye, Harris en Lewis bleven in handen van Godred. De vrede tussen Godred en Somerled was van korte duur, in 1158 trok Somerled weer naar Man en versloeg Godred met ongeveer drieënvijftig schepen. Godred vluchtte naar Noorwegen. Hij bleef daar tot na de door van Somerled in 1164. Normandisch Schotland In Schotland werd het oude Keltische opvolgingssysteem gehanteerd, hierdoor kon de koning niet per se door zijn zoon, maar door het meest geschikte familielid opgevolgd
worden. Op deze manier maakten ook kleinzonen, ooms, neven en broers aanspraak op deze titel. In dit geval kreeg Davids kleinzoon Malcolm de troon, omdat Davids zoon een jaar daarvoor al was gestorven. In de tiende en elfde eeuw waren door verschillende Schotse vorsten pogingen gedaan deze gewoonte te veranderen richting de Normandische maatstaven, dit leidde tot veel verwarring. Kenneth de 2de en Malcolm de 2de wilden de Nomadische manier van opvolging hanteren, met als gevolg dat er een oorlog ontstond tussen Kenneth en MacBeth. Na de dood van David de 1ste maakte onder andere Malcolm MacHeth aanspraak op de Schotse troon. In 1130 deed Malcolm een poging zijn titel te veroveren, hierbij werd hij gesteund door Angus van Moray. Bij zijn tweede poging in 1134 werd hij gevangen genomen. De volgende poging om MacHeth op de troon te krijgen was in 1153, waarbij hij werd gesteund door een groot deel van de Keltisch-Schotse bevolking. Dit wijst op een mogelijk conflict tussen de Normandisch georiënteerde families in Schotland en de van oorsprong Keltische families. De Keltische heersers, wiens voorouders Schotland hadden gesticht, werden steeds meer tweederangs burgers, terwijl Frans sprekende Normandische immigranten titels zoals opperkamerheer kregen. Het is
niet verwonderlijk dat Somerled en zijn leger een belangrijke rol speelden in de opstanden tegen deze veranderingen. Hij had een bondgenootschap met MacHeth en werd vermoedelijk daarin gesteund door de koning van Ulster. In 1156 was Somerled door de ontwikkelingen op het eiland Man genoodzaakt zijn aandacht weer op de westkust te richten. MacHeth en koning Malcolm sloten een wapenstilstand, maar er is tot 1160 geen bewijs van een wapenstilstand met Somerled. Het is niet bekend was de voorwaarden waren en aan welke voorwaarden werd voldaan. Rond deze tijd werd Malcolms land vanuit het zuiden bedreigd door een ander ambitieus persoon, de earl van Galloway. Mogelijk was dit een reden voor Malcolm om vrede met Somerled te sluiten, hij kon geen oorlog op twee fronten riskeren. In 1160 trok Malcolm ten strijden tegen Galloway en onderwierp het. De invasie van Somerled Tussen 1160 en 1164 verdwijnt Somerled uit de geschriften, we weten niet wat hij rond deze tijd heeft gedaan. Mogelijk regeerde hij in vrede over zijn gebied. Tijdens het koninklijke kerstfeest in 1160 stond Somerled niet op de rol met aanwezigen. Toch wordt er aangenomen dat hij er was, aangezien een haatdragende klerk uit Glasgow hem noemde als sit-by-the-king. Dit zou wijzen op een vriendschappelijke verhouding tussen Somerled en de koning. In 1164 verschijnt Somerled echter weer, deze keer aan het hoofd van een enorm invasieleger van ongeveer 160 schepen. De kronieken vermelden dat zijn leger bestond uit krijgers van Argyll, de Hebriden, Kintyre en Dublin. Ze trokken tot Renfrew en plunderden het land tot in Glasgow. De koning verzamelde natuurlijk een leger en trok dat van Somerled tegemoet. De beslissende veldslag vond mogelijk plaats bij Renfrew, mogelijk ergens anders. Tijdens of vlak na deze slag werd Somerled gedood. De clangeschiedenis vertelt hoe een Ierse neef van Somerled hem neerstak in een tent, omdat hij een deel van zijn land wilde opeisen. Anders is hij mogelijk door een Schotse ridder gedood. Na Somerleds dood zijn de troepen van de eilanden direct teruggetrokken. Het lichaam van Somerled werd meegenomen en begraven in de Reilig Oran, de kapel van sint Orran, op Iona, het religieuze en politieke centrum van de eilanden. Vermoedelijk had hij de kapel zelf laten bouwen, of is hij in opdracht van zijn zoon Reginald gebouwd als mausoleum voor zijn vader.
6
De reden van Somerleds invasie blijft een mysterie. De vroege geschiedschrijving ging ervan uit dat Somerled uit was op de Schotse kroon. Dit lijkt onwaarschijnlijk vanwege zijn vijandigheid tegenover de Normandische aristocratie. George Buchanan verwachtte dat Somerled een eigen koninkrijk aan de Ierse zee wilde stichten, mogelijk berust dit op meer waarheid. Maar wanneer we naar de verhoudingen tussen Somerled en de Normandische aristocratie kijken, komt duidelijk naar voren dat ze op zeer slechte voet met elkaar leefden. Vermoedelijk had Somerled een goede relatie met de koning, maar was de invasie onvermijdelijk en was koning Malcolm wel genoodzaakt zijn vazallen te verdedigen. Tussen Somerleds eilanden en de rest van Schotland was een cultureel verschil, dit leidde vermoedelijk tot deze oorlog. Koning Somerled Het is lastig om Somerled een titel te geven. De Schotse kronieken noemen hem daarom slechts een leider. In het Keltische stelsel waren er verschillende gradaties van koningen en verschillende koningen konden op hetzelfde moment over de eilanden regeren. Vermoedelijk kan Somerled het best worden gezien als een rí tuatha of ruiri, de titel die werd gegeven aan een koning die over meerdere tuatha of stammen regeerde.
Na Somerled Somerled is de vonk aan de Ierse zee die voor altijd zal blijven doorbranden. Hij was stamvader van een groot volk, zijn zoons waren Dugall, stamvader van de MacDugall, Reginald, stamvader van de MacDonalds en MacRuari, en Angus, wiens nageslacht met de Stewarts trouwde. Somerleds land in het zuiden werd ingenomen door Godred die weer terugkwam uit Noorwegen, al is bekend dat de afstammelingen van Somerled (MacSomerled) in ieder geval nog twee generaties lang over het eiland Man regeerden. De rest van zijn land werd opgedeeld onder zijn zoons. Hieruit ontstonden de drie machtsblokken aan de Ierse zee: MacDugall, voornamelijk op het vaste land van Lorian, MacRuari die regeerde over Harris, Lewis en de buitenste Hebriden, en MacDonald, die tussen Mull en Kintyre regeerde. Zij krgen een belangrijke rol voor de loop van de Ierse, Engelse en Schotse geschiedenis en zouden deze de komende eeuwen bepalen.
wordt vermeld dat bij de invasie van 1164 krijgers van Argyll, de Hebriden, Kintyre en Dublin aanwezig waren. De kans is groot dat er ook krijgers uit de rest van Ierland, Galloway en zelfs de Orkneys meevochten. Dit wijst op de mobiliteit van de volkeren rond de Ierse zee en dat ze dit gebied optimaal wisten te benutten. De latere geschiedenis zal ook regelmatig hiernaar verwijzen. Tegenwoordig wordt er met de gedachte gespeeld dat Somerled een Keltische natie wilde oprichten. Het is onwaarschijnlijk dat hij zich op puur Keltisch richtte, rond de Ierse zee waren de Scandinavische culturele elementen talrijk en ook Somerled bezat deze. Opvallend is echter Somerleds liefde voor het eiland Iona, gedeeld door zijn zoon, die er de kathedraal van de eilanden wilde bouwen. Mocht rond deze tijd de kroonraad van de eilanden en Finlaggan zijn geïntroduceerd kan worden gekeken naar de vele gelijkenissen tussen Finlaggan en het Ierse Tara.
Wat vertelt Somerled ons? Somerled leert ons dat rond de tijd van de Normandische overheersing in Europa de Keltische cultuur als achterhaald werd gezien. In praktijk blijkt dat deze cultuur echter sterk genoeg was om rond deze tijd een nieuwe ‘‛natie‛‛ te stichten. Er
7
Hoe en waarom besloten jullie een Keltische folkband te worden? Onze beslissing werd zeker aangemoedigd door onze familie en vrienden. We begonnen samen te spelen in onze vroege tienerjaren, gewoon voor de lol. We stelden het ons nooit voor dat we de mogelijkheden zouden hebben die we tegenwoordig hebben, zoals het spelen in publieke gelegenheden en het opnemen van CD‛s . Ons eerste optreden was tijdens een St. Patrick‛s day in een lokale dansgelegenheid, waar we een paar liedjes te midden van vrienden speelden. Het was geweldig en we waren aangemoedigd meer liedjes te leren; ons tweede optreden was bij een bowlingbaan.
Ze zijn jong, enthousiast en virtuoos. We stellen u voor aan Rising Gael, een Ierse muziekgroep uit de Verenigde Staten.
Welk moment van Rising Gael zullen jullie nooit vergeten? Is er iets dat jullie niet meer zullen doen? We zullen nooit vergeten dat we op een van de grotere podia van het Milwaukee Irish Fest mochten spelen. Het grootste gedeelte van ons leven hebben we dit festival bijgewoond en hebben veel muzikanten gezien die we bewonderden, die voor duizenden mensen op het podium stonden. Het was een grote droom voor ons, die in augustus 2009 uitkwam! We zijn ook op andere festivals de opening act geweest voor enkele beroemde bands. Wat betreft dingen die we nooit meer zullen doen, dat zijn er niet veel! Katie miste een examen om te kunnen spelen op een festival in Austin, Texas, vorig jaar. Haar docent vond dit geen geldig excuus, maar ze ging toch! Dat zou ze wellicht een volgende keer moeten laten …
Rising Gael is een vierkoppige, neotraditionele Ierse band vanuit het gebied rond Madison, Winconsin, die in 2004 werd opgericht. Erin Ellison, een 23-jarige masterstudent op Boston College, is de zangeres en speelt ook fluit en whistles. Met een leeftijd van 19 jaar is de gitaarspeler Peter Tissot het jongste lid van Rising Gael. Peter volgt een opleiding Opnametechnologie aan de Universiteit van Texas, Austin. Katie Dionne is een 23 jaar oude verpleegkundestudent aan de Universiteit van Wisconsin – Milwaukie en is de fiddlespeelster. Jeff Olson is bezig zijn opleiding Kinesiologie af te ronden aan de universiteit van Wisconsin. Hij heeft een speciale drumkit samengesteld om zijn vurige speelstijl op de bodhran te ondersteunen.
Is er iets wat jullie met jullie muziek willen overdragen? Ierse muziek bestaat eigenlijk om overgegeven te worden. We willen andere musici inspireren om een instrument uit te kiezen en Ierse muziek te proberen. We proberen de traditie levend te houden door de muziek iets bijzonders en nieuws voor de luisteraars te maken. Het zou een grote eer zijn als een andere band een lied van ons zou overnemen en zelf zou uitvoeren, zoals wij dat hebben gedaan met enkele traditionele stukken. Dan zouden we er zeker van zijn dat we in de Ierse muziek echt wat bereikt hebben!
Erin, je studeert Ierse taal en literatuur in Boston. In hoeverre beïnvloedt dat de muziek die je speelt? Mijn studie (zowel literair, linguïstisch als historisch) heeft me een groot respect gegeven voor de traditionele wortels van de muziek die we met Rising Gael spelen. Hoewel de muziek veel moderne invloeden heeft, wordt de basis gevormd door Keltische poëzie, muziek, mythologie en geschiedenis. Ik ben net begonnen Iers-Gaelic in Boston te studeren en het is geweldig om de schoonheid en de ritmische natuur van die taal in Rising Gaels muziek te verwerken.
Hoe hebben de leden van Rising Gael elkaar ontmoet en is de band ontstaan? Erin, Jeff en Katie ontmoetten elkaar als kinderen bij danslessen op de Trinity Irish Dance Academy. Jeff leerde Peter kennen op de high school, waar ze beide deelnamen aan het zwemteam. We zijn alle muzikaal gezien klassiek geschoold en besloten Ierse muziek uit te proberen na interesse vanuit onze Ierse danslessen.
8
Denken jullie dat de opkomst van het internet de Keltische cultuur sterk beïnvloedt? Zo ja, hoe? Er zijn eigenlijk veel websites vandaag de dag die een database voor Keltische muziek geven! Het is een snelle manier om nieuwe dingen te leren en ideeën te verzamelen. In plaats van het bijwonen van een sessie om nieuwe muziek te leren, kunnen muzikanten nu ook zoeken op akkoord of genre en zo meteen vinden waar ze naar op zoek zijn. Toegang tot Keltische publicaties, festival informatie en muzikanten is alleen maar toegenomen door het internet. Wat is de link tussen de Keltische cultuur en folkmuziek? Beïnvloeden zij elkaar? Hoe? Veel folksongs gaan over historische gebeurtenissen die de Keltische cultuur hebben beïnvloed, waaronder kolonialisme, immigratie enzovoort. Gemeenschapscultuur is een integraal deel van de folkmuziek en in deze traditie hoort ook het overbrengen van muziek bij bijeenkomsten.
In hoeverre beïnvloeden de Keltische wortels van veel Amerikanen de folkcultuur daar? Is er een sterk gevoel van “Kelt zijn”? Zo ja, inspireert of beïnvloedt dit Rising Gael ook? Er zijn veel Iers-Amerikanen in het middenwesten, die hun erfgoed en festivals eren en vieren, met name St. Patrick‛s Day. Er zijn ook veel mensen in de VS die niet beweren Keltische achtergrond te hebben, maar gewoon van de cultuur houden! Bijna elke grote stad heeft een Keltische viering, hetzij een Schotse highland games, hetzij een Iers cultureel evenement. Dit gevoel van Keltische trots en identiteit heeft ons zeker aangemoedigd bij ons begin in Ierse dans en, daarop volgend, Ierse muziek.
Hoe zien jullie de toekomst van de Keltische cultuur en wat kan daartoe bijdragen?
We hebben jongere generaties nodig om de interesse voor de Keltische cultuur te behouden, door ze aan te moedigen te gaan dansen, muziek te spelen of festivals bij te wonen. De Keltische cultuur wordt gevoed door familie, vrienden en de gemeenschap in het algemeen, waardoor iedereen betrokken zou moeten zijn bij het overdragen van deze tradities! De toekomst van de Keltische cultuur zal liggen bij vernieuwers in verschillende kunststijlen. Deze mensen omarmen traditie, terwijl ze een moderne visie hebben om de Keltische gewoonten vitaal te houden.
9
Gaelic clanstelsel
Er is een groot verschil in het sociale stelsel van het gebied rond de Ierse Zee en de rest van Schotland. Vanaf Malcolm de 3de van Schotland (1058-1093) werd in de Schotse laaglanden het feodale stelsel langzamerhand geïntroduceerd, dat met de Normandische verovering van Engeland in Groot-Brittannië kwam. Normandische families kwamen naar Schotland en vestigden zich daar. Frans werd de taal van de elite en de oorspronkelijke, Gaelic aristocratie, die vaak nog afstamde van de edelen uit het koninkrijk van Dál Riata, werd gedegradeerd tot een tweederangs klasse. Dit was de grondreden voor de vele conflicten tussen het koninkrijk van Schotland en de rest van de Keltische wereld.
Koningen
Door deze ommezwaai veranderde de bevolking van de borders en de laaglanden, waaronder ook oost-Schotland, drastisch en begon zij steeds meer te lijken op die van de rest van middeleeuws Europa. Het nieuwe, feodale stelsel was gebaseerd op het verpachten van land in ruil voor trouw en militaire dienst. De lagere klassen hadden zo niets in te brengen tegen hun leenheer die hun het land verpachtte, omdat ze niet alleen lager op de sociale ladder stonden, maar in praktijk ook vrijwel geen wettelijke status hadden.
Bóaire Ócaire Fer midboth
Iers stelsel De stelsels die door de Keltische landen van Groot-Brittannië en Ierland werden gehanteerd waren totaal anders en stamden mogelijk al uit de La Tène periode. Het best beschreven stelsel is dat van Ierland. Hier werd deze vorm van verdeling in vele wetten vastgelegd.
Ard rí na hÉireann Hoge koning van Ierland Rí ruirech Provinciale koning Rí túath Koning over meerdere koninkrijken Rí túaithe Koning over één koninkrijk
Bevoorrechten Aire forgill Aire tuíseo gehecht Aire ard Aire déso
Vrije mensen
heer met een doorslaggevende getuigenis tijdens rechtzaken. heer waar veel belang aan werd hoge heer Vazallenheer machtige boer kleine boer middelgrote huttenbezitter
Onvrije mensen Fuidir Bothach Senchléithe Mug
Semivrije man Keuterboer Erfelijke dienaar Mannelijke slaaf
De Brehonse wetten, wat van het Oud-Iers brithem, rechter, afgeleid is, bestonden uit zowel civiel als strafrecht. De meeste straffen werden opgelegd in geldboetes of het betalen met bezittingen. De opgelegde straf moest door de familie en de dader samen worden betaald, hierdoor werden de families gedwongen ook zelf misdaden van andere familieleden te voorkomen. Het Oud-Iers recht is het oudst bekende rechtssysteem van Europa en maakte door de eeuwen heen veel aanpassingen mee. De belangrijkste omschakeling vond plaats bij de introductie van het Christendom in Ierland in de 5de eeuw. Vaak werd er rond deze tijd tussen de wetten en de kerk een vorm van compromis gesloten. De positie van de vrouw verslechterde hierdoor erg. De functie van hoge koning was eerder een ceremoniële dan een actieve functie. Het feest van Tara was het herhalingsfeest van de kroning van deze koning en vond elk jaar plaats. Deze periode wordt
als een keerpunt in het jaar gezien en men mocht niet op het feest verschijnen als men nog een boete had openstaan tegen iemand anders. Onder de ard rí stonden vier of vijf ríg ruirich (enkelvoud: rí ruirech, ook wel ‘leider van koningen‛, ollam uas rígaib, of ‘provinciële koning‛, rí cóicid genoemd). Zij maakten de regels, inden schattingen en maakten allianties met de lagere koningen. Hun macht werd alleen beperkt door het concept van grondbezit. Hierdoor had een provinciekoning wel de macht om wetten over een stuk grond uit te vaardigen, maar niet om de grond of zijn oogst af te nemen. De koningen die over meerdere landen regeerden, de ríg túath, hadden waarschijnlijk een hoofdzakelijk controlerende functie en hadden meerdere túatha als alliantie of vazal. Zij vormden en controleerden de alliantie tussen de verschillende koninkrijkjes, waardoor deze genoodzaakt waren om samen te werken. De rí túath vormde zowel de sociale druk van de rí ruirech als van de túatha om goed te regeren. Het waren met name de grotere túatha, zoals de Uí Néill en de Uí Briuin, die de mogelijkheid hadden een rí túath te leveren. De rí túaithe was de koning van één túath en degene die het meeste invloed had op het dagelijks leven in de túath. Elke túath was een clan met ongeveer 500 tot 1000 leden. Het was de basis politieke eenheid van het Ierse systeem.
10
Tijdens de middeleeuwen werd het stelsel waarschijnlijk vereenvoudigd. Vermoedelijk verviel de functie van de rí túath en ook wordt er vanaf deze tijd geen melding gemaakt van slaven. Vermoedelijk werden de verschillen in de sociale ladder in veel gevallen sterk verkleind. Na de Normandische verovering bleef dit stelsel in gebruik in de landen die het feodale stelsel niet overnamen.
Dit schema geeft weer wat vermoedelijk de verschillende posities van de túatha (clans) in de middeleeuwen waren. Het is belangrijk te onthouden dat de hoge koning en de provinciale koning ook hun eigen clan aan te sturen hadden. Dál Riata Dit stelsel bestond niet alleen in Ierland, een vergelijkbaar stelsel werd in Wales gehanteerd, daar werden de koningen echter prinsen genoemd. Ook in de Ierse kolonie van Dál Riata werd op deze manier geregeerd. Dál Riata was onderverdeeld in de delen Cenél Loairn, Cenél nOengusa en Cenél nGabráin, die verschillende túatha omvatten met elk
een eigen rí túaithe. Deze túatha vielen onder de rí túath van Dál Riata in Ierland. Het koninkrijk van Dál Riata en Pictland werden verenigd nadat de Scots van Dál Riata door de Vikingen afgesneden waren van Ierland. Dit verenigde koninkrijk werd Alba of Scotland genoemd. Door de eeuwen heen lijkt het erop dat dit nieuwe koninkrijk ongeveer hetzelfde stelsel hanteerde als in Ierland. Waarschijnlijk was dit in een gemoderniseerde versie. Wat we van dit stelsel weten, is dat het koningschap niet altijd erfelijk was en eerder binnen de clan werd doorgegeven aan de capabelste persoon binnen de directe familie van de chief. Dat was niet alleen om de machtsverhoudingen te behouden, maar ook omdat de familie van de chief de beste educatie genoot. Feodaal Schotland De Schotse koningen vanaf Malcolm de 3de voelden zich steeds meer aangetrokken tot het Normandische feodale stelsel. De rí túaithe werden gedegradeerd door een soort earls, er werden Normandische families geïmporteerd en die kregen de voorkeur als nieuwe aristocratie. In een Keltische samenleving waarbij traditie en afkomst centraal staan, was dit de voedingsbodem voor hondeden jaren oorlog en vervreemding. MacSorley Één van de gebieden waar het oude stelsel grotendeels intact bleef was de Schotse westkust. Tussen ongeveer 1150 en 1164 regeerde de formidabele leider Somerled over dit gebied. Hij werd gezien als een machtige rí túath met veel clans onder zich. Wanneer we van deze verdeling uitgaan, wordt het leven van Somerled een stuk duidelijker. Na zijn dood werd zijn gebied in drie stukken onder zijn zoons verdeeld. De grote fout die zijn zoons maakten was om geen rí ruirech aan te wijzen die de leiding zou hebben over de provincie van de Schotse westkust. Hierdoor ontstonden er in principe drie kleinere ríg túath met eigen clans onder zich. De Schotse kroon begreep het gevaar van deze drie kleine koninkrijkjes die vrijwel zelfstandig handelden in een politiek tussen de Noorse en Schotse koningen. Zowel de Noorse als de Schotse koning claimde het
gebied vanwege een afspraak die na de invasie van Magnus de 3de van Noorwegen in 1098 was gemaakt. Elk eiland dat met een roeiboot binnen een aantal slagen bereikbaar was vanaf de Schotse kust, behoorde tot het koninkrijk Schotland, de rest tot de Noorse kroon. In 1263 kwam de Noorse koning Haakon dit recht claimen en eiste dat de ríg túatha van de Ierse zee, MacDonald, MacRuairi en MacDougall, zich aan zijn gezag onderwierpen en niet meer probeerden de gebieden van Man, een andere vazal van Noorwegen, in te nemen. Het leger van Haakon leed een nederlaag bij Largs en was genoodzaakt terug te trekken. Haakon stierf op de Orkney eilanden en in 1266 werden de eilanden in het verdrag van Perth officieel overgedragen aan de Schotse kroon. Het was de Schotse bedoeling om de túatha van de eilanden om te vormen tot feodale lordschappen. In praktijk bleef het oude rechtsstelsel gehandhaafd.
11
De airig, heren, in clanverband In het clanstelsel werd het systeem van de heren of airig vereenvoudigd; de chieftains en de naaste familieleden van de chief namen de positie van aire in en kregen een aantal vrije en onvrije mensen of een familietak onder zich. Vermoedelijk werd een aire in tijd van oorlog de leider van een contingent van de clan. De mensen ontvingen vee en / of land van de aire en een deel van de winst gaven ze aan hem terug. Een vrij persoon kon kiezen samen te werken met meerdere heren. Het was echter wel noodzakelijk om een belangrijkste heer te verkiezen, aangezien er anders spraken van belangenverstrengeling was.
Ierland en de Schotse westkust Wat in dit stuk van de geschiedenis duidelijk naar voren komt, is dat deze koninkrijken koste wat kost vasthielden aan het oude machtsysteem, waardoor het clanstelsel tot in 1746 kon blijven voortbestaan. Dit stelsel werd wel regelmatig gemoderniseerd, maar bleef typerend voor Schotland en Ierland. Uit de gelijkenissen tussen Ierland en de westkust van Schotland, ondersteund door de gedeelde afkomst en het belang in de Ierse zee, is het ook geen wonder dat beide gebieden nauw met elkaar samenwerkten. Hierdoor ontstonden clans met zowel leden in Ierland als in Schotland. Door de constante oorlog tussen de Ierse koninkrijken en Engeland was er militaire steun vanaf de Schotse westkust nodig. Deze kwam al in de 12de eeuw op gang in de vorm van de Galloglach, een elitekrijger die typisch was voor de Westkust van Schotland. Clans Met deze machtsverdeling in het achterhoofd kunnen we een beter inzicht krijgen in de maatschappij van de Hebriden. De clans die onder MacDougall, MacRuairi en MacDonald vielen, leefden van de zee en onderhielden contact met elkaar contacten per boot. Duidelijk is dat de hoofdclans rijker en machtiger waren. In tijd van oorlog riepen zij hun clans te wapen en traditioneel gezien beantwoordden de clans. Er zijn in de tijden rond het eind van het lordschap van de eilanden vermeldingen van clans die in opstand kwamen. Vaak werden deze opstanden al snel de mond gesnoerd met alle gevolgen voor de clan, ze werden van hun land gezet en verloren alles. Al is het tegenwoordig niet geheel duidelijk hoe de samenstelling van een middeleeuwse clan in elkaar zat, er kan vanuit worden gegaan dat deze duidelijk georganiseerd was. Wanneer we naar het moderne Schotse systeem van Chief, chieftains, armigers (lords) en clansmen kijken, zijn er tussen dit stelsel en het oude Ierse stelsel grote verschillen De samenleving zelf was verdeeld in lagen. Deze waren niet altijd, zoals in het feodale stelsel, gebaseerd op afkomst. Sommige Ierse koningen werden gekozen en edelen kregen alleen een titel door persoonlijke verdiensten en daden. Dit betekende ook dat mensen gedegradeerd konden worden wanneer ze ongeschikt bleken te zijn voor hun taken.
De filid in clanverband De clan had ook zijn wetenschappers, deze wetenschappers boden hun diensten aan de clan aan. De wetenschappers werden in Schotland en Ierland filid genoemd. De filid werden ook buiten de clan gerespecteerd. Onder de filid vielen de barden, brithem (rechters) doktoren, verhalenvertellers en geschiedkundigen. Deze klasse had als doel om de clan wetenschappelijk bij te staan en het cultureel erfgoed te bewaken. Voor hun diensten werden ze rijkelijk beloond met land, paarden en vee. Meestal werd een tak van wetenschap van vader op zoon doorgegeven. Mogelijk dienden de wetenschappers ook als leraren. De informatie werd vaak doorverteld en niet op papier gezet. Waarschijnlijk gebeurde dit bij alle beroepen en ook in krijgskundig opzicht zoals bij de galloglass. De ríg in clanverband Wanneer we het Oud-Ierse sociale stelsel vertalen naar clanverbanden, komt de werkelijke complexiteit van het Ierse stelsel naar voren. Iedereen was lid van een clan. Lid van een clan zijn betekende niet dat je met alle leden van een clan bloedverwant was, maar dat je familie aangesloten was bij de aanhangers van bijvoorbeeld Somerled. Hierdoor kon er onderscheid worden gemaakt tussen de daadwerkelijke afstammelingen van de clanleider en de andere clanleden, waardoor je rangen in de clan kreeg. De belangrijkste rang was chief, indien deze clan als leidend werd verkozen dan werd de chief gelijk aan de rí túaithe. Er waren zowel grote als kleine clans. Binnen de grote clans was er een onderlinge strijd voor de functie van chief. Wanneer een chief stierf werd een nieuwe chief verkozen uit zijn nabije familie. Deze nieuwe chief hoefde niet de zoon van de oude te zijn, maar werd verkozen omdat hij het capabelst was. Ook diende hij geen lichamelijke gebreken te hebben.
12
onder hem bedreigd te worden. Deze troepenmacht was nodig vanwege het grote aantal túatha in één provincie. In de 11de eeuw vermeldt Giraldus Cambrensis over de Ieren: “ze houden de bijl met één hand vast, de duim gestrekt langs de schacht om de slag te sturen waartegen noch de puntige helm het hoofd kan beschermen, noch de maliënkolder de rest van het lichaam; waardoor het voorkomt dat tegenwoordig de gehele dij van de soldaat, hoewel zeer goed met maliën bedekt, door één slag van de bijl wordt afgehakt, de dij en het been aan de ene zijde van het paard vallend en het stervende lichaam aan de ander.” Hij vertelt ook dat een Ier altijd een bijl bij zich heeft, alsof het een staf is. Waar hij ook gaat, hij draagt hem bij zich. Wanneer een gevecht ontstaat, hoeft de bijl niet te worden gescherpt als een zwaard, of gespannen te worden als een boog, of vergiftigd te worden als een speer. Hij is altijd klaar om een gruwelijke slag uit te delen. De Ier staat altijd klaar om een dodelijke slag uit te delen.
De lagere en middenklassen Vermoedelijk waren de klassen onder de heren eveneens veel minder gedetailleerd ingedeeld dan in het Ierse stelsel. De gewone clanleden kregen land van hun heer, dat ze bebouwden en bewerkten. Mogelijk gaven ze hem ook een deel van de winst. Onder deze vrije boeren (bóairig, enkelvoud bóaire, letterlijk koeienheren) stond de laagste klasse van de samenleving. Deze werd gevormd door knechten met niet genoeg vermogen om zelfstandig te werken, degenen die zich uithuurden voor het bewaken (en roven) van vee en andere dergelijke ‘kleine‛ beroepen. Deze laagste klasse was in wezen afhankelijk van de bóairig. Het was voor de lagere klassen in de maatschappij mogelijk om op te klimmen in de sociale ladder. Doordat iedereen in clanverbanden leefde, was het ook niet zo dat de lageren een minderwaardig leven hadden. Ze maakten nog altijd deel uit van de clan, waardoor ze werden beschermd door de sociale controle. Krijgers binnen de clans Binnen de clan was de functie van de man niet alleen op gebied van beroep vastgesteld, ook de militaire rang werd van tevoren bepaald. De heren waren vermoedelijk de officieren in het leger van de clan. Heren die lichamelijk minder goed in staat waren dienst te doen, kregen ook een minder belangrijke militaire functie. Mogelijk werd er onbewust vanuit de samenleving grote druk op mannen gezet om militaire functies uit te voeren en mannen werden vanaf jongs af aan geleerd met wapens om te gaan. De bekendste Gaelic krijgers zijn de hobilars, lichte cavaleristen, kerns, lichte infanteristen,en galloglass, zware infanteristen. Niet al deze typen waren in elk gebied vertegenwoordigd en belangrijk is om te onthouden dat deze benamingen mogelijk verzamelnamen zijn voor verschillende soorten krijgers. Het is daarom ook belangrijk om naast de uitrusting van een krijger naar zijn sociale positie te kijken.
kenden ze het beroep van huurling of koninklijk lijfwacht, de amus (meervoud: amuis). Door het ontbreken van een grootschaligere militaire klasse huurden de Ierse koningen massaal Schotse huursoldaten van de Hebriden in. Voor de invasie van de Vikingen lijkt het erop dat de Ierse oorlogvoering voornamelijk richtte op het stelen van vee bij vijandige clans. De economie draaide op vee en dus was vee een machtssymbool, de prijs die men voor een misdaad tegenover een persoon moest betalen was ook uitgedrukt in stuks vee. Vermoedelijk kwam het rituele tweegevecht ook in deze oorlogen voor, net als in de La Tèneperiode het geval was. Bij deze tweegevechten werd een kampioen uit beide legers gekozen die met elkaar streden aan het begin van een veldslag.
Ierse krijgers De afkomst, macht en status binnen een clan was al vanaf de geboorte vastgesteld. Al kon iemand in de maatschappelijke ladder stijgen of dalen, zijn afkomst gaf aan wat hij had geleerd en wat zijn erfelijke rechten waren. Op militair vlak is het lastig om een indicatie te geven van een verdeling. We weten dat de Ieren niet zoiets als een militaire klasse kenden, wel
Oorlogen waren kleinschalig en vooral gericht op guerrillatactieken. De adel vocht te paard, gewapend met zwaard, speer en schild. Het is bekend dat in tijd van oorlog elke clan van de túath een troepenverzameling op een traditionele plaats. Vanaf het eind van de 10de eeuw werd er onder Brian Boru geëxperimenteerd met een blijvende militaire macht, dit bood Brian de mogelijkheid om de absolute rí ruirech te zijn, zonder door de ríg
13
Vermoedelijk waren de bijl en de speer de meest gebruikte wapens in de Ierse samenleving. Naast het schild droegen de Ieren weinig bepantsering en vertrouwden ze op snelheid en tactiek. Op het open veld waren ze geen partij tegen de Normandische ridders, die zwaar bepantserd en bewapend op hun inreden. In de bossen waren ze echter superieur, omdat daar de vijand niet weg kon komen en belaagd werd met stenen en werpsperen. De bekendste van de Ierse troepen, die overig ook veelvuldig in Schotland voorkwam, is de kern. Het woord kern is de Engelse vertaling voor ceithern (uitgesproken: kethjern, met een stomme ‘uh‛ als tweede klinker) dat zoiets als kleine groep krijgers betekent. Deze krijgers dienden zowel in grotere legers als op zichzelf. Hun hoofddoel was wederom gebaseerd op het stelen van vee. Ze vochten met slingers, bijlen en speren en maakten deel uit van de laagste klassen in de samenleving. In latere periodes werden de kerns meestal geleid door een galloglass en hadden ze als doel om hem met werppijlen te ondersteunen. Een andere typisch Ierse krijger was de hobilar, van de Ierse Hobby, een paardensoort. De hobby was niet in staat om zware lasten te dragen, maar hij kon wel de onbepantserde Ier dragen, die het dier wist te besturen zonder zadel of stijgbeugels. De hobilars vochten met een mes, zwaard en een korte speer. Ze waren uitstekende verkenners en hadden zo hun eigen plaats in de Ierse guerrillaoorlogvoering. Engelse legers huurden ze en ook in de Schotse legers komen hobilars voor. Mogelijk werd de hobilar net als de kern zowel in Ierland als in Schotland gebruikt.
gewapend met speer, bijl en zwaard. In tegenstelling tot andere Keltische krijgers was hij bepantserd met wambuis en maliënkolder. Hij droeg een helm, in vroege perioden waarschijnlijk een neus- of spangenhelm en later een vizierloze bascinet. Zowel de hoge als de middenklasse lijkt, wanneer we grafstenen en geschreven vermeldingen bekijken, ongeveer in deze stijl te hebben gevochten. Omdat de Schotse westkust een eilandcultuur had, werd er ze veel gebruik gemaakt van verschillende soorten galeien, waarvan een aantal geschikt waren voor de oorlog. Slechts enkele officiers gebruikten paarden, vermoedelijk om snel langs de linies te kunnen rijden. Er zijn in deze cultuur geen hobilars bekend.
Krijgers van de Hooglanden Er is weinig bekend van middeleeuwse Hooglanders. We weten dat in een groot deel van de Hooglanden het feodale systeem werd gehanteerd, maar dat hier lokaal van afgeweken kon worden. Er bestond een duidelijk clanstelsel dat door de Ieren naar Dál Riata in Schotland was overgebracht. Hier vanuit gaand kan worden verwacht, dat de Hooglanders een vergelijkbaar militair stelsel hadden als dat in Ierland en aan de Schotse westkust. De economie draaide net als aan de westkust en in Ierland op vee. De lagere klassen in de maatschappij (kerns) hadden ongetwijfeld de taak om de veestapel te beschermen en bij de buren te stelen. Het stelen van vee werd pas in de 18de eeuw bij de Act of the Union verboden. De hogere klassen van de samenleving zullen waarschijnlijk geprobeerd hebben het feodale stelsel te introduceren. Het blijft een open vraag wie de militaire middenklassen in de Hooglanden vormden. We weten dat er gebruik werd gemaakt van lichte ruiterij en mogelijk waren dit krijgers zoals hobilars. Krijgers van de Ierse Zee De militaire verdeling in het Ierse Zeegebied verschilde van dat van Ierland en de Hooglanden. De kern was daar tot in de 16de eeuw en mogelijk tot in de Jacobite-opstanden – in de vorm van veerovers – een veelvoorkomende krijger. Door de invloed van de Scandinavische cultuur, zo‛n 400 jaar dominant in het gebied aanwezig, ontstond de behoefte aan zware infanterie. Uit de hogere en middenklasse ontstond daarom de Noors-Keltische galloglass. De galloglass was een zware infanterist,
Conclusie Opvallend is dat de krijgsposities slechts in grove lijnen vastlagen, terwijl een sociale positie in detail vastgelegd werd. De krijgsklassen stonden in relatie tot de sociale klassen en wijken sterk af van feodale strijders. Onvrije mensen waren kerns, vrije waren hobilar of galloglass en de aristocratie was vaak vergelijkbaar met de personen uit de middenklasse. De opvallende structuur van het systeem van clans en van krijgers, wijst uit dat de Ierse en Schotse krijgers niet zomaar een bende wilde vechters waren, maar precies wisten wat hun sterktes en zwaktes waren. In veel opzichten waren deze krijgers tactischer dan hun feodale buren en was het cultureel bepaald waar iemand zou gaan staan in het leger. Het clanstelsel gaf meer vrijheid aan de bevolking en openheid en gastvrijheid waren binnen de clan belangrijk. Opvallend is dat het hierin beschreven clansysteem sterk afwijkt van het systeem dat in modern Schotland bestaat. Dit komt waarschijnlijk omdat de structuur steeds meer werd vereenvoudigd en richting het feodale stelsel groeide, al is dit niet met zekerheid te zeggen, omdat een groot deel van het clansysteem is vernietigd bij de Highland Clearances.
14
Het is zover, Nederland is een Keltische re-enactmentgroep rijker. Na deze winter hard te hebben gewerkt, introduceert Celtic Britain met trots haar vernieuwde re-enactmentgroep, die op een zo representatief mogelijke manier de Keltische cultuur aan de Ierse zee zal simuleren. Dit vieren we met een geheel nieuwe website: Celtic-Reenactment.com, waarop de re-enactmentgroep te volgen is. Dit jaar staat de groep op verschillende Keltische en middeleeuwse evenementen in Nederland en Duitsland. Ze is niet alleen uniek vanwege haar manier van voorlichting geven aan het publiek, maar ook is ze de enige re-enactmentgroep die de geschiedenis van de Schotse westkust tussen n 1306 en 1328 doet herbeleven.
Geografie van de Ierse zee Op deze kaart ziet u de verdeling van de gebieden van de clans zoals die na de dood van Somerled bestond. In 1156 had Somerled oorlog gevoerd met het eiland Man, die uitkwam op een wapenstilstand en een verdeling van de Hebriden. Daarom hoorden Harris, Lewis en Skye nog bij het koninkrijk Man. Na Somerleds dood werd zijn land verdeeld onder zijn zoons Dugall en Reginald en Reginald zoon Ruaidhri . Dugall was waarschijnlijk de oudste, omdat hij degene was aan wie het koninkrijk van Man werd aangeboden. Daarom kreeg hij Somerleds gebied aan het vasteland. Reginald ontving de landen van Skye en Kintyre. De MacRuairi‛s erfden de gebieden die het meest veraf lagen en het is dan ook niet verwonderlijk dat juist zij uitstekende zeelui waren. Zij hadden ook aanspraak op de Schotse kroon, maar de opstand die de kroon moest opeisen werd door Alexander de 2de de kop ingedrukt. Een kleiner stuk land aan het vasteland was van de MacSweeneys, geen afstammelingen van Somerled, maar wel een belangrijke familie aan de Ierse Zee. Na 1266 werd het gebied van de Hebriden dat onder het koninkrijk Man viel, onderdeel van de Schotse kroon door het verdrag van Perth. Alle clans werden onder het lordschap van de eilanden genomen, geregeerd vanaf Islay door MacDonald, Lord of the Isles. Het gebied van de MacDougalls werd verkleind door campagnes van Robert the Bruce, terwijl dat van de MacDonalds werd uitgebreid. De MacRuari‛s werden systematisch uitgesloten en aangevallen, totdat uiteindelijk het laatste lid door James de 5de werd geëxecuteerd. Uit de plaatsnamen op de eilanden valt veel af te leiden. Er zijn uiteraard enkele Noorse plaatsnamen terug te vinden, zoals Staffa “pilaareiland” betekent. Iona is een verbastering van Ioua, taxuseiland.
Tarbert (blauw)
Ook opvallend is de naam Tarbert, dat in zowel Schotland als Ierland regelmatig terugkomt. De Tarberts liggen op een smalle strook land, waar gemakkelijk een boot uit het water te trekken is. Het komt van het Iers do-beir en betekent geven of brengen, oftewel, de plek waar men de boot op land bracht. De boten werden daarna over het land gedragen en ergens anders weer in het water gelegd. Bij alle blauwe stippen op de kaart kunnen plaatsen worden teruggevonden zoals: Tarbeart, Tarbart, Tarbert of loch Tarbert etc.
15
Religieuze plaatsen (Wit) Religieuze plaatsen waren niet alleen belangrijk vanwege het Christelijke geloof, het waren plaatsen waar de Keltische cultuur op een artistiek niveau werd beleefd. De bekende Keltische knooppatronen zijn grotendeels het resultaat van beeldhouwwerk en inscripties uit deze gemeenschappen. De bekendste gemeenschap was die van Iona, hier is vermoedelijk in de 8ste eeuw het boek van Kells gemaakt en deze gemeenschap was één van de grootste uitvalbasissen van zendelingen. De middeleeuwse Iona stijl is op dit eiland ontwikkeld en heeft directe invloeden van de oude La Téne kunststijl en de vroegmiddeleeuwse Ierse kunststijl. Tijdens ons onderzoek waren we voor een groot gedeelte afhankelijk van de bronnen uit deze Christelijke gemeenschapen. A: Iona, het religieuze eiland van St. Columba. B: Carsaig, grot die vanaf de 8ste eeuw als religieus toevluchtsoord dient. C: Kilmartin, bij deze kerk liggen veel 16de eeuwse galloglass graven. D: Saddell Abbey, middeleeuwse kerk E: Kildalton, middeleeuwse kerk en staand kruis F: Kilchoman, middeleeuwse kerk en staand kruis G: colonsay, klooster en staand kruis
Kastelen (Rood)
Om de koninkrijken van de eilanden te beveiligen werden kastelen gebouwd, deze kastelen waakten over belangrijke zeewegen en dienden als onderkomen voor de Keltische aristocratie. Veel van de kastelen waren Normandische torenhuizen, deze stijl was afgeleid van kastelen uit de omliggende gebieden. Veel van de kastelen zijn vandaag de dag geruïneerd. Ze vertellen ons veel over de rijkdom van dit gebied, maar ook over de enorme rivaliteit tussen de heersers. 1: MacLeod tower 2: Duntulm 3: Dunvegan 4: Brochel castle 5: Dun Scaith 6: Caisteal Maol 7: Knock castle 8: Eilean Donan 9: Borve castle 10: Bheagram castle 11: Calvay 12: Kisimul castle 13: Coroghon 14: Trioram castle 15: Mingarry castle 16: Coll castle 17: Cairnburgh castle 18: Aros castle
1416
19: Duart castle 20: Moy castle 21: Coeffin 22: Dunstaffnage 23: Dunollie 24: Gylen castle 25: Kilchurn castle 26: Carnassarie castle 27: Dunadd, zetel van het koninkrijk Dalriata 28: Castle Sween 29: Tarbert castle, van de Schotse koning 30: Loch Rana castle, gebouwd door MacSweeney 31:Skipness castle 32: Claig Castle 33: Dunyvaig, kasteel van de Nyvaig (schip) 34: Finlaggan castle 36: Dún na nGall
17
Dit is hét zwaard van het Ierse Zeegebied. De samenkomst van cultuur en kwaliteit weerspiegelt de rijkdom van Islay en haar lords goed. Het zwaard heeft een Islay hilt, een schuine pareerstang en een schelpvormige pommel. Zwaarden zoals deze werden in ieder geval tussen de 14de en 16de eeuw gebruikt en waren naast het galei een machtssymbool dat op veel grafstenen is vereeuwigd. Bij de eerste blik op één van deze grafstenen valt het meteen op hoe groot het zwaard was. Sommige grafstenen tonen het zwaard in combinatie met een schild of ander wapen, waaruit we opmaken dat dit zwaard wel degelijk met één hand gebruikt werd. Geen wonder dat hij gebruikt werd door mannen die gehard waren door een leven lang roeien op een schip. Dit zwaard is een nette 112 cm lang en heeft een kling van 87 cm lang.
Het zwaard van de Schotse westkust Ook de pareerstang wijkt af van andere Europese modellen. Hij staat schuin en is 30,5 cm lang. De pareerstang lijkt op die van de 16de eeuwse claymore. Mogelijk bood hij een voordeel bij het afpareren van wapens van de tegenstanders. De afkomst wordt duidelijk als we naar de pommel kijken. De gelobde pommel kwam oorspronkelijk veel bij Vikingzwaarden voor. Aan het eind van de 12de eeuw ontwikkelde hij zich tot het bekende model. Dat dit zwaard zoveel van de oude Vikingzwaarden weg heeft, is geen toeval, honderden jaren leefden de Kelten van de Ierse Zee onder Scandinavische heerschappij en in zowel het galei, de galloglass krijgers, de bijlen als in de zwaarden is dit duidelijk terug te zien.
Het technische voordeel van dit zwaard is dat hij wordt gemaakt door de Schotse smeden van Armour Class. Zij gebruiken meestal een gestandaardiseerde samenstelling, maar willen voor Celtic WebMerchant graag een uitzondering maken. Uiteraard weken ook de echte exemplaren van elkaar af, zo zijn er meerdere verschillende pommels geschikt voor dit wapen. Zwaarden zoals deze worden helemaal met de hand bewerkt en het resultaat is een kling van een uitzonderlijke kwaliteit EN 45 staal. De kracht en flexibiliteit zit hem in de precieze samenstelling en een Rockwellhardheid van 52 tot 54 HRC. Voor een zwaard die zo‛n grote culturele waarde heeft en geheel hand wordt gemaakt is hij het lange wachten waard.
18
Samenvatting
In de vroege 6de eeuw n.Chr. koloniseerde de Ierse Scotti een groot deel van west Schotland en stichtte daar het koninkrijk van Dál Riata. Het gebied van Dál Riata omvatte in het hoogtepunt grofweg geheel Argyll, dat strand van de Gael betekent. In dit gebied vielen ook de eilanden van de Hebriden. De verovering introduceerde de Ierse cultuur in Schotland en zorgde ervoor dat het land van Dál Riata een andere cultuur kreeg dan Pictland. In 843 verenigde Kenneth MacAlpin de Picten en de Scotti onder één banier en nam geheel Schotland de Ierse cultuur en taal over. Rond deze tijd bouwde ook een ander volk aan haar macht. Rond 795 vielen de Vikingen voor het eerst het Ierse Zeegebied aan. Iona moest het ontgelden en rond 849 vluchtte een groot deel van Columba‛s gemeenschap naar Kells in Ierland. De Vikingen vestigden zich op de eilanden en raakten vermengd met de Keltische cultuur daar. Het gevolg was en Keltisch-Scandinavische samenleving. In 1098 nam de Noorse koning Magnus Barrevoets, die zo heette omdat hij net als de Kelten geen schoenen meer droeg, een groot deel van west-Schotland in. De eilanden behoorden vanaf deze tijd tot de Noorse kroon en de koningen van dit gebied, afstammelingen van die van Dál Riata, werden weggecijferd. Aan de Gaelic kant stond in de 10de eeuw de formidabele leider Somerled op. Hij trouwde met de dochten van de koning van Man en door goede diplomatische verhoudingen met de heersers op de Orkneyeilanden en in Schotland wist hij al snel de westkust op de Vikingen te heroveren. Hij werd koning van de eilanden en bezorgde het voormalig Noorse
koninkrijk van Man en de eilanden een enorme nederlaag bij een zeeslag, waarbij hij typerende galeien voor het Ierse Zeegebied voor het eerst gebruikte. Er is een groot verschil in het sociale stelsel van het gebied rond de Ierse Zee en de rest van Schotland. Vanaf Malcolm de 3de van Schotland (1058-1093) werd in de Schotse laaglanden het feodale stelsel langzamerhand geïntroduceerd, dat met de Normandische verovering van Engeland in Groot-Brittannië kwam. Normandische families kwamen naar Schotland en vestigden zich daar. Frans werd de taal van de elite en de oorspronkelijke, Gaelic aristocratie, die vaak nog afstamde van de edelen uit het koninkrijk van Dál Riata, werd gedegradeerd tot een tweederangs klasse. Dit was de grondreden voor de vele conflicten tussen het koninkrijk van Schotland en de rest van de Keltische wereld. Onder Somerled werd het grootste gedeelte van de eilanden verenigd, als tegenhanger van het koninkrijk Man, een tweede speler in het Ierse Zeegebied. Man, Skye, Uist en Harris en Lewis bleven bij Man horen. Na Somerleds dood werd zijn rijk in drieën gedeeld, Dugald erfde het vasteland, Reginald erfde Islay, Jura en Kintyre en Ruari, zoon van Reginald, een deel van de buitenste Hebriden. Tussen de MacDougalls, nakomelingen van Dougall, en de MacDonalds, nakomelingen van Donald, zoon van Reginald, ontstond een bittere vijandschap. Door de afwezigheid van zowel een Noorse als een Schotse koning, was het gebied een zichzelf regerend land. De zoons van Somerled noemden zich dan ook koningen. Koning Alexander de 2de en zijn zoon Alexander de 3de deden pogingen om de eilanden terug voor de Schotse kroon te winnen. Uiteindelijk slaagde Alexander de 3de hierin en versloeg het Noorse leger in 1263. In het daaropvolgende verdrag werden de eilanden bij de Schotse kroon gevoegd. Enkele maanden later volgde het koninkrijk van Man. Intussen hadden de koningen van de eilanden hun eigen agenda. MacDonald was vanaf 1292 in een oorlog met MacDougall om meer macht op de eilanden te winnen. Deze vijandschap escaleerde tijdens de Schotse onafhankelijkheidsoorlog. Nadat John Comyn, verwant van de MacDougalls, door Robert the Bruce was vermoord, kozen de MacDougalls de zijde van de Engelsen. Prompt verwisselde Angus Óg MacDonald de Engelse zijde voor de Schotse en werd trouwe
bondgenoot van the Bruce, de pasgekroonde koning van Schotland. Hierdoor bleef hij oorlog kunnen voeren tegen MacDougall. Angus bood Bruce na zijn nederlaag bij Methven onderdak en enige tijd later landde koning Robert met een Gaelic leger uit west Schotland en Ierland. De koninkrijken van de eilanden hadden altijd goede contacten met Ierland onderhouden en leverde de Ierse koningen huursoldaten. Dit leger van kern en galloglass bezorgde Bruce een vaste voet in Schotland. Later waren ze ook aanwezig op Bannockburn en vochten de kerns en galloglass massaal tijdens Edward Bruce‛ campagne in Ierland. Mogelijk in ruil voor Angus‛ steun aan the Bruce ontving zijn zoon, John, de titel van Lord of the Isles en kreeg hij de oorspronkelijke gebieden van Somerled onder zijn bewind. Er volgde een periode van grote bloei. Een claim op Ross van Donald, Lord of the Isles, mondde uit op een conflict tussen hem en de hertog van Albany, die regent was tijdens de gevangenschap van koning James de 1ste. De veldslag bij Harlaw werd waarschijnlijk door de MacDonalds gewonnen, maar die trokken daarna terug waarop de slag bekend kwam te staan als grote nederlaag voor hen. De wrijving met het Schotse koningshuis bleef bestaan, doordat de Lords of the Isles Ross nog steeds claimden. In 1462 ging John, kleinzoon van Donald, een verdrag aan met de Engelsen om hen te steunen bij de inname van Schotland en zo een deel van Schotland te krijgen. De Engelsen namen hem niet serieus en verraadden het verdrag in 1476 aan de Schotse kroon. John moest zich overgeven aan James de 3de en mocht maar een deel van zijn bezittingen behouden. De titel van de Lord of the Isles bleef bestaan, maar moest nu door de koning bevestigd worden. Zijn macht werd verder verkleind door een interne oorlog tussen John en zijn zoon, Angus.
19
Angus versloeg zijn vader bij de slag bij Bloody Bay en nam het lordschap over. In 1540 werd de titel van de Lord of the Isles bij de kroon gevoegd. Tegenwoordig behoort hij de kroonprins van Groot-Brittannië toe.
ingehuurde bewaker van vee of een kleinere visser. De sociale structuur is goed terug te vinden in de militaire verdeling van de Schotse westkust. Bijna elke man werd in tijd van oorlog opgeroepen om te komen vechten, hoewel vaak
Cultuur
een deel van de strijdbaren achterbleven om het thuisfront te beschermen. Aan het hoofd van een leger stond de chief als legerleider. Deze had leiding over de galloglass, de zware infanterie die werd gevormd door de heren en de vrije boeren. De uitrusting van de heren was vaak van betere kwaliteit dan die van de vrije boeren, maar het verschil was niet gigantisch groot. De galloglass werden op twee manieren door de armere klassen, die de ceithern vormden, ondersteund. Degenen die normaalgesproken in dienst waren van een boer, bleven bij hem en ondersteunden hem in de strijd. Degenen die een vrij beroep hadden, werden in één groep bij elkaar genomen en assisteerden het leger door korte, snelle aanvallen te doen en dan weer terug te trekken. Ook voor hinderlagen waren ze uitermate geschikt. In Ierland bestond de militaire functie van galloglass niet. Die functie werd overgenomen door de hobilar, een licht bewapende ruiter. Waarschijnlijk waren er geen hobilars aan de Schotse westkust, omdat het gebied bestaat uit allerlei eilanden. Daarom was het niet praktisch om een strijdpaard te gebruiken. Door de locatie was de marine wel goed ontwikkeld. Het type boten dat aan de Schotse westkust gebruikt werd, was waarschijnlijk door Somerled ontwikkeld uit de Vikingschepen. Er waren verschillende soorten schepen, die niet allemaal geschikt waren voor de strijd vanwege hun grootte. Bijvoorbeeld de birlinn was ongeschikt, maar werd eerder als handelsschip gebruikt. De nyvaig en de Highland Galey daarentegen waren met 8 tot 24 riemen uitermate geschikt in de oorlogsvloot.
Rond de 8ste eeuw was de oud-Ierse cultuur een van de hoogst ontwikkelde culturen, wat zichtbaar is in het rechtssysteem en hun kunstuitingen. Één van de hoogtepunten van de Ierse kunst is het Book of Kells, een verlucht manuscript dat in de 8ste eeuw waarschijnlijk in Iona is gestart. In het boek zijn vele ingewikkelde knoopmotieven te zien. Deze kunststijl is doorontwikkeld tot de Ionastijl, die met name in steengraveringen terug te vinden is. Kenmerkend zijn de organische, middeleeuwse motieven, gecombineerd met de knoopmotieven, die een centrale afbeelding - zoals een zwaard of een krijger - omlijsten. De mensen in het Book of Kells dragen een typisch Ierse manier van kledij - een dijlange tuniek, de léine, met daaroverheen een mantel, de brat, of een jas, de ionar. Deze klederdracht bleef in het Ierse Zeegebied bestaan, omdat het uitermate praktisch was vanwege het heersende klimaat. Hoe meer stof er was gebruikt bij het maken van de kleding, hoe rijker de persoon was. Ook konden kleuren in de kleding de status van een persoon aanduiden. Zo stond rood voor rijkdom, deze kleur was moeilijk te maken, en werd door armeren vaak geel gedragen, een tint die uit uienschillen verkregen kon worden. Armere personen droegen ook vaak geen schoenen, behalve in koude periodes. Er was dus een duidelijke sociale verdeling in de samenleving. Deze was anders dan de feodale verdeling en kan ook weer teruggeleid worden op het stelsel van vroeg-middeleeuws Ierland. De bevolking was ingedeeld in clans, bijvoorbeeld MacDonald of MacRuari. Elke clan had een clanchief en soms ook chieftains, leiders van één tak van de clan. Onder de chief stonden de heren, zoals de chieftains of de rechters, en daaronder het gewone volk. Het gewone volk was verdeeld in twee lagen: de vrije boeren en de armere klasse. De armeren waren vaak knechten van de boeren, maar konden ook een vrij beroep uitoefenen, bijvoorbeeld een
20
Koken met Kelten Voor ongeveer vier personen, lenterecept
Brandnetelsoep
Ingrediënten 2 grote drinkhoorns met bouillon / melk / water 1 grote drinkhoorn met neteltoppen Een vuistvol havermeel (grof is het best) 1/4 pond boter Marjolein, thijm en bieslook
Was en snijd de neteltoppen. Smelt de boter in een kookpot. Bak het havermeel totdat het krokant en bruin is. Voeg het bouillon, de melk of het water toe en breng het aan de kook. Voeg de neteltoppen toe en kook het 5 tot 10 minuten verder onder continu roeren. Het prikken verdwijnt als het goed is door het koken. Breng op smaak met de kruiden.
Keltfest
Livinghistory.ie
Hemelvaartsweekend opnieuw in teken van Keltisch festijn Keltfest in Dordrecht al jarenlang een groot succes. Keltfest is een gezellig familie-evenement waarbij waar de Keltische cultuur tot leven komt! Jong en oud kunnen op 15 & 16 mei weer genieten van feestelijke Keltische folkmuziek, prachtige historische shows en een sfeervolle markt vol Keltische producten. Bij Keltfest stap je even terug naar de wereld van de oude Kelten, die dit jaar worden bezocht door hun grootste rivalen: de Romeinen!
Heel Gallië?
Ruim 2000 jaar geleden was een groot deel van Europa bezet door het Romeinse legioen. De Romeinen hadden de meeste Keltische volken flink onder de duim. Toch blijft één dorpje nog steeds dapper weerstand bieden tegen de machtige overheerser. In Dordrecht kun je zien wat deze oude Kelten vinden van hun Romeinse medemens. Met Romeinen te paard en de barbaarse Galiërs belooft dit een flink spektakel te worden. Keltfest - 15 & 16 mei 2010 Hollandse Biesbosch Baanhoekweg 75, Dordrecht
Livinghistory.ie is de website voor een aardige verzameling van liefhebbers van levende geschiedenis en geschiedkundige onderzoekers over de hele wereld, die een interesse delen voor de Ierse geschiedenis. We hebben mensen die geïnteresseerd zijn in prehistorisch, vroeg-christelijk, Viking, laatmiddeleeuws en zelfs 20ste eeuws Ierland. Niet-Ierse mensen die geïnteresseerd zijn in de Ierse of Keltische cultuur zijn meer dan welkom zich te registreren, hallo te zeggen en hun onderzoek, nieuws of evenementen te delen. Onze leden zijn meestal zeer bereid de hele wereld over te reizen om uitnodigingen aan te nemen nieuwe mensen te ontmoeten!
Historische kampementen
Bij Keltfest vind je een Schots, Keltisch en een Romeins historisch dorp. Hier kun je zien hoe het leven van vroeger eraan toe ging. Jagen met pijl en boog, eten koken boven een kampvuur en het scheren van de schapen. Al deze ambachten worden gedemonstreerd op Keltfest, ook kun je meedoen aan de verschillende workshops. Natuurlijk wordt er ruim aandacht geschonken aan de strijdlustige kant van de Kelten, op Keltfest kun je dan ook terecht voor je eerst lesje zwaardvechten!
Wist u dat? Barden
De bardische cultuur is nog steeds aanwezig in Ierland en Schotland. Een bard van de Schotse westkust maakten melding van de eerste radio-mast op zijn eiland en in Ierland bleven mensen liever weg van hun werk dan een optreden van de bard te missen, omdat ze bang waren dat hij een spotgedicht over hen zou schrijven.
Shakespeare
Koppensnellende Kelten
In de 16de eeuw wordt vermeld hoe de kern de hoofden van zijn gedode vijand afsnijdt. Deze gewoonte dateert waarschijnlijk uit de Hallstatt en La Tèneperiode, want ook verschillende klassieke auteurs maken melding van koppensnellende Kelten.
Gall óglaig agus ceithern
Een groot deel van Shakespeares toneelstuk MacBeth is fictief. Niet alleen was MacBeth een goede koning, in het stuk wordt ook verteld hoe de galloglass en kerns MacDonald te hulp kwamen bij diens opstand. In de tijd van MacBeth leefde Somerled nog niet eens, dus clan MacDonald bestond nog niet. Daarnaast is de eerste vermelding van een galloglass in de 13de eeuw.
De galloglass en kern zijn van het Gaelic afgeleid. Galloglass komt van gall óglaich, buitenlandse strijder (meervoud gall óglaig). Dit wordt verbasterd naar het Engels galloglass of gallowglass. Het meervoud gallowglasses is foutief. Kern komt van het woord ceithern, dat bende krijgers betekent. Hierbij is een benaming voor een groter geheel een benaming voor één persoon geworden.
Book of Kells
Bijltjes
Het Book of Kells is een meesterstuk van Keltisch christelijke kunst en staat bekend om haar ingewikkelde knoopmotieven. De grondstoffen voor de kleuren inkt die werden gebruikt, kwamen van over de hele wereld. Zo werd een bepaalde kleur blauw gemaakt met lapis lazuli, dat rond die tijd alleen in Afghanistan te vinden was. Daaruit blijkt dat in de donkere middeleeuwen het Ierse Zeegebied helemaal niet zo afgelegen was als wel wordt beweerd.
Wat draagt men voor de kilt?
Pas vanaf eind 16de eeuw ontwikkelde de brat, een mantel die zowel in Ierland als in Schotland werd gedragen, tot de belted plaid. De kilt dateert zelfs uit een nog latere tijd. Vaak wordt er gesproken over een Irish kilt of een early kilt, er is geen bewijs dat deze ooit gedragen zijn. De léine en de brat daarentegen waren de gebruikelijke klederdracht in Schotland en Ierland.
Keltische symbolen
De Keltische knoopmotieven die tegenwoordig populair zijn, zijn geïnspireerd door de middeleeuwse Ionastijl.
De spar, de benaming van een galloglasseenheid, is afgeleid van de lange bijlen die ze droegen: de sparth. Dit was een tweehandige bijl die bijna altijd gebruikt werd en symbool was voor de impact en kracht van de galloglass. Met deze bijl konden paard en ruiter in één slag worden onthoofd.
23
Epiloog Angus legt zijn boot aan in de haven van Port Ellen. Hij zet zijn motor uit en rijd het dorp in. Het is woensdag en er is vanavond live muziek in de pub. In de pub ziet hij dat zijn vrienden en broers er al zijn. Aan een tafel zit een folkgroep te spelen. De Gaelic melodieën gaan over Ranald MacSorley die in de 16de eeuw met zijn leger de zee overstak om daar de Ieren in hun oorlogen tegen de Engelsen te helpen. In een hoek van de pub ziet hij zijn chieftain. Ze beginnen een gesprek over de aanwakkerende wind van vandaag en hoe ze de preek van afgelopen zondag in de kerk vonden. Het vertaal van St Columba moeten ze nu al 100 keer hebben gehoord. Eileen zal vandaag niet naar de pub komen. Ze zit op dansles en treedt regelmatig zelf op. Verder is het druk in de pub, er zijn ook veel toeristen op het eiland deze zomer. De barman schenkt tonnen vol Angus Óg bier leeg op deze avonden. Wanneer Angus langs de baai terug naar huis loopt beseft hij dat er niets veranderd is. Er zijn mensen vertrokken naar Amerika en Canada en de kastelen worden niet meer gebruikt, maar verder is alles hetzelfde gebleven.
Met het onderzoek naar de Kelten van de Ierse Zee hoopt Celtic Britain niet alleen inzicht te bieden in de historische gebeurtenissen waarbij de Gaelic cultuur is betrokken. Het hoofddoel is om te informeren over de Gaelic samenleving en zijn centrale rol in de Britse geschiedenis. In verschillende opzichten is deze samenleving één van de oudste van de Britse eilanden en speelde hij op verschillende momenten een cruciale rol voor Man, Schotland, Ierland en Wales. Tegenwoordig is Finlaggan bedekt door een grasveld, Tara door een snelweg. Beide plaatsen waren niet belangrijk om hun materiële aanwezigheid, maar hadden de functie van cultureel centrum. Zoals Rising Gael het zo mooi verwoordt:De Keltische cultuur wordt gevoed door familie, vrienden en de gemeenschap in het algemeen, waardoor iedereen betrokken zou moeten zijn bij het overdragen van deze tradities! Nu Tara hard nodig is, laten we dan allemaal een beetje Tara zijn.
25
Zie ook: Gerelateerde webpages St Columba van Iona
Oud-Iers recht
De Galloglass
Scotti en de Picten
Vikingen in Schotland
Gaelic samenleving
De Kerns
Het ogham schrift
Schepen van de Ierse zee
De hobilar
Book of Kells
Keltische klederdracht
Cairnburgh castle
Somerled
Zoons van Somerled Alan van Galoway
De onafhankelijkheidsoorlog op de Ierse zee
Barden
Gaelic poëzie
John 1ste lord of the Isles Donald Lord of the Isles
Schotse westkust 1050-1493
Iona
Finlaggan, zetel van de Ri Innis Gall
26
Met dank aan: Erin Ellison, Rising Gael John Looney, Livinghistory.ie Edgar & Louise, Schotland digizine
Aan dit magazine hebben meegewerkt: Judith Schoen Patrick Gilbers Maurice Beukers Koos van Hattem Emiel Kollof
Heeft u vragen of opmerkingen, stuurt u ons dan een e-mail.
[email protected]