Celtic Magazine Cuirm ocus carnae
13 Voedsel in het Oude Ierland
Oud-Ierse voedsellijst Landbouw & Samenleving Interview Anúna
Landbouw & samenleving Interview Anúna Zwaard van de Maand Oud-Iers voedingspatroon Voedsellijksten Voedsel in de Gaelic cultuur Één van de onderdelen die vaak over het hoofd wordt gezien bij cultuur-historisch onderzoek, is voedsel. Dit is echter een primair onderdeel van vrijwel elke cultuur, omdat voor de industriële revolu�e een groot gedeelte van de economie gericht was op voedselproduc�e. Het voedingspatroon van de volkeren van de Ierse zee staat niet op zichzelf, maar komt in veel opzichten overeen met dat van de rest van vroeg-middeleeuws Groot-Bri�annië, Scandinavië en het Europese vasteland. In de middeleeuwen onderging Ierland maar in geringe mate verstedelijking, waardoor een verschil ontstond met de hierboven genoemde gebieden. Desondanks werden er wel degelijk Normandische gewassen en landbouwgewoontes in Ierland en Schotland geïntroduceerd. Na deze introduc�e bleven het voedingspatroon en de voedselproduc�e tot aan de 16de eeuw grotendeels hetzelfde. Hierdoor is een groot deel van de informa�e over (vroeg-)middeleeuws voedsel in Ierland representa�ef voor verschillende vroege en latere perioden.Van de vele bronnen die we voor dit magazine hebben gebruikt, verdienen er twee speciale aandacht. De eerste is Fergus Kelly’s A guide to early Irish farming, een boek met een schat aan informa�e op het gebied van landbouw en voedsel in het oude Ierland. De tweede is onze re-enactmentgroep Cel�c Re-enactment. We konden hiermee niet alleen de representa�viteit en betrouwbaarheid van historisch voedsel testen, maar ook de morele impact van een historisch voedingspatroon bij mensen uit onze moderne maatschappij. Met name re-enactment is nog in ontwikkeling en we hopen de komende jaren een steeds genuanceerder beeld te krijgen van voeding in middeleeuws Ierland en Schotland.
Even voorstellen: Rijksmuseum van Oudheden Branwen en de vier takken van de Mabinogi
2
Proloog Ik zou best wel boer willen zijn in het oude Ierland. Ja, het lijkt me s�ekem wel wat: een boerderij en een stuk land waarop je graan kan verbouwen en vee kan houden. Een boerderij die ’s ochtends wordt gevuld door de geur van versgebakken brood en waar ’s avonds het haardvuur brandt. Waar boter gekarnd wordt en vlees gezouten, bier wordt gebrouwen en bonen gedroogd. Voedsel dat daarna met nog meer smaak opgegeten kan worden, want je hebt het zelf verworven. Het land, dat zelf geploegd en ingezaaid wordt, met de wetenschap dat het een begin is van een nieuwe oogst. Dat weliswaar met bloed, zweet een tranen wordt bewerkt, maar de opbrengst des te vreugdevoller is. Een samenleving waarin je samen met je buren werkt, om een watermolen te bouwen om meel te malen, of hekken om het uitbreken van vee te voorkomen. Waar de mens in wezen veel dichter bij de natuur stond, dan we vandaag de dag doen... Ja, mij lijkt het wel wat, een boerenbestaan in het oude Ierland. En u?
3
Landbouw & samenleving Boerderijdieren Veeteelt stond centraal in de Ierse en Schotse samenleving en vee was het belangrijkste bezit van de boer. Het was zelfs zo belangrijk, dat eerprijzen en boetes in melkkoeien werden uitgedrukt. De melkkoe was zowel valuta als een boerderijdier. Het Oud-Iers recht vertelt veel over dieren, het gebruik van dieren en de schade die deze dieren kunnen aanrichten. Ook wordt er aandacht besteed aan dierenmishandeling en moest men een boete of compensa�e betalen wanneer men een dier dusdanig had behandeld, dat het zijn taak (�jdelijk) niet meer kon doen.
De Kel�sche cultuur was een hoofdzakelijke agrarische cultuur, waarin het grootste deel van de bevolking zich bezighield met de voedselproduc�e. Waarschijnlijk hadden veel mensen meerdere “beroepen” en waren par�me boer en par�me visser, of bijvoorbeeld ook krijger in �jden van oorlog. Het Oud-Iers recht gee� ons een duidelijk beeld van de mensen die ac�ef waren in de “agrarische sector.” De Oud-Ierse boerderij De bekendste van deze is de bóaire, le�erlijk: koeienheer. Bóairig waren de rijkere boeren met volledige rechtspersoonlijkheid, en hadden voor de túath (stam) waarschijnlijk het grootste aandeel in de voedselproduc�e. De bóaire moest minimaal 6 hectare grond bezi�en en deze zonder hulp van anderen kunnen bewerken om zijn status te kunnen behouden. Waarschijnlijk moest een boer minimaal 16 hectare hebben om goed te kunnen leven. De Oud-Ierse we�en sommen een lijst voorwerpen op die een bóaire moest bezi�en, hoofdzakelijk om te garanderen dat hij de door de túath vereiste gewassen en producten kon opleveren. Één van deze bezi�ngen was een volledige ploegspan. Armere boeren (de ócaire, kleine heer; fer midboth, middelgrote hu�enbezi�er; de semivrije fuidir, pachter, of de semivrije bothach, keuterboer) deelden hun ploegspan met hun buren. Hun aandeel in een ploegspan was a�ankelijk van hun vermogen en de hoeveelheid land die ze bezaten.
Drie Vroeg-Middeleeuwse sikkels. Foto: Na�onal Museum of Ireland, Dublin
Runderen Runderen waren de belangrijkste boerderijdieren. De meeste koeien werden gebruikt als melkkoe. Hun melk werd gebruikt voor het maken van room, boter, karnemelk en kaas. Runderen leverden daarnaast vlees, hoorn en vet op. Sommige s�eren werden behouden om de koeien te bevruchten, maar de meeste werden gecastreerd om als os geslacht te worden.
Middeleeuwse ploegscharen. Foto: Na�onal Museum of Ireland, Dublin
Andere benodigdheden werden op een vergelijkbare manier gedeeld. Er werd waarschijnlijk veel waarde gehecht aan dit systeem, omdat het ervoor zorgde dat het land van de túath beploegd werd en de voedselproduc�e constant bleef. Er waren drie soorten agrarisch land: landbouwgrond, omheind land voor de veeteelt en open, gemeenschappelijk land waarop ook na de oogst kon worden gegraasd. Rijkere klassen hadden tuinen, waarin groenten zoals wortels en knoflook werd verbouwd. Ook stonden er fruitbomen. Op de landbouwgrond werden verschillende soorten graan verbouwd, het belangrijkste gewas in de Ierse samenleving. Daarnaast werden tuinbonen en erwten verbouwd, de enige twee soorten groenten die op landbouwgrond verbouwd werden. Logischerwijs vormden graanproducten en deze groenten ook samen met melk de basis van elk voedingspatroon. Ook in de Vikingcultuur en andere culturen is een vergelijkbare trend waarneembaar. De landbouwgrond werd omheind door hekken, gemaakt van in de grond geslagen palen, waaromheen takken werden gevlochten. Deze techniek werd veel in Ierland en Schotland gebruikt.
´´Cel�c fields´´, landwisselsysteem.
4
Iedere boer hield enkele ossen voor zichzelf, zij waren de middeleeuwse tractor en onmisbaar bij het trekken van ploegen en wagens. Doordat ze gecastreerd zijn, zijn ze minder wild dan s�eren. Er werd zuinig omgegaan met ossen en waarschijnlijk hadden ze een goed leven. De produc�e van de boerderij was grotendeels a�ankelijk van de kracht van de os. Soms werden er ossen ingezet bij het beschermen van kuddes koeien tegen wilde dieren. Ossen zijn forser dan koeien en hebben meestal grotere hoorns. Dit werd overigens ook bij schapen gedaan, waarbij een ram werd ingezet. Aan het einde van de zomer werd ongeveer de hel� van de veestapel geslacht. Het vlees werd ingezouten en opgeslagen voor de winter. Voor het overblijvende vee was er voldoende voedsel om de winter door te komen. De manuscripten van de kloosters werden gemaakt op vellum, perkament dat van kalfshuiden was gemaakt. Hieruit blijkt dat de veestapel in ieder geval rond de kloosters zeer groot moest zijn geweest.
Varkens Naast koeien waren varkens de meest gehouden dieren. Zelfs de semi-vrije boeren beschikten meestal wel over een aantal varkens. Biggetjes worden hoofdzakelijk in de lente geboren en er hangt veel af van de eerste weken. Ze mochten het nest niet verlaten, maar konden in geval van nood wel met de hand worden grootgebracht. In dat geval dienden ze te worden gevoed op koeienmelk. Cáin Lánamna gee� aan dat dit de taak was van de boerin. Bij een echtscheiding zou ze ook recht hebben op 2/3de van het vlees. Varkens konden zelfs als huisdier worden opgevoed, maar kunnen wel problemen geven indien ze groter worden. Het uitbreken van een varken werd extra bestra� omdat ze de grond van de buren omwroeten. Een versie van de Táin Bó Cúailnge vermeldt dat varkens in het bos, valleien en afgelegen plaatsen graasden. Varkens werden net als schapen en koeien vaak gehoed door een herder. Uit het leven van St Patrick maken we op dat dit in de vroege middeleeuwen vaak de taak was van jonge mensen zonder bezit of slaven. Bacon en ham vallen onder de vermogens die een cliënt aan zijn heer diende te betalen. Varkensvlees werd vaak gebruikt bij feestelijkheden. De muicc méithe noemt de dood van een vet varken als één van de beste doden die er is. Varkensvlees werd veelal ongezouten direct gegeten, maar waarschijnlijk werd ook varkensvlees gedroogd, gerookt of gezouten. Bijen Bijen werden gerekend onder de verschillende soorten vee. Ze zorgden voor honing, maar ook voor was. Dit was essen�eel voor het maken van kaarsen, vooral belangrijk voor kloosters. Dat bijen zo belangrijk waren, wordt geïllustreerd doordat er een heel wetsar�kel over bijen bestaat, de Bechbretha. Daarnaast was het volgen van een bijenzwerm één van de weinige ac�viteiten die een boer op zondag mocht uitvoeren.
Schapen Schapen werden voornamelijk gehouden voor hun wol en graasden op weiden. Wol was over het algemeen grijsbruin of zwart. De meeste mannelijke lammeren werden gecastreerd en in de zomer of herfst geslacht. De hoorns van geslachte dieren werden hergebruikt in bijvoorbeeld kammen. Er werden ook geiten gehouden, maar minder vaak dan schapen. Paarden In de Críth Gablach staat dat een persoon vanaf de rang van bóaire in ieder geval één paard om moet bezi�en te bereiden. Zoons van hogere klassen moesten paard kunnen rijden, daarentegen komen vrouwelijke ruiters zelden of nooit voor. In Ierland werd er gebruik gemaakt van de krijgsklasse van de hobilars. Zij staan bekend als lichte cavaleristen, hoofdzakelijk geschikt voor hinderlagen en verkenningstaken. Paarden werden ook �jdens de jacht gebruikt, omdat herten niet schrikken van hun hoeven. Maar de belangrijkste reden voor het bezi�en van een paard was dat hij de eigenaar mobieler maakte. De Vikingen introduceerden het zadel in Ierland, maar de Ieren namen nooit volledig het zadel noch de Normandische s�jgbeugels over. De meeste volwassen paarden waren ongeveer twee melkkoeien waard, maar er zijn zelfs referen�es dat een goed paard vij�ien melkkoeien waard is. Paarden konden lasten dragen als turf of graan. In dat geval diende de last gelijk verdeeld te zijn over twee tassen, die aan beide zijden van het paard hingen. De Ieren maakten tot de komst van de Normandiërs geen gebruik van hoefijzers en het was dus raadzaam om paarden die over rotsach�ge grond moesten rijden lichter te beladen om schade aan de hoeven te voorkomen.
Middeleeuwse keuken. Reconstruc�e Cel�c Britain
Honden Uiteraard werden in het oude Ierland ook honden gebruikt op de boerderij. Honden konden verschillende func�es vervullen en waarschijnlijk is de moderne hond van al de boerderijdieren nog het meest bij deze roots gebleven. De waakhond was bedoeld om de boerderij te bewaken zowel tegen vreemde mensen als dieren. Dit deed hij door middel van blaffen (de eigenaar waarschuwen) en bijten de vijand aanvallen. De oorspronkelijke wolf bla� niet, maar de mens hee� dat erin gebracht mogelijk voor deze reden. Doordat het blaffen zo belangrijk was konden zelfs kleinere honden worden ingezet als waakhond. De oud-Iers teksten vermelden over grote sterke waakhonden die binnendringers aanvielen (árchú) slachthonden. Deze honden waren gefokt om te doden. Waarschijnlijk hadden alleen hoge personen dergelijke honden als bodyguard. Deze honden werden daarnaast ingezet tegen zware misdadigers zoals verkrachters en moordenaars. Een goede speurhond kon de dader terugvinden en helpen hem voor het gerecht te leiden. Maar de waakhonden op boerderijen waren niet van dit niveau, zij waren meestal niet erg agressief en beschermde en alarmeerde slechts zijn baas. In het boeren bedrijf werd ook gebruik gemaakt van herdershonden. Deze honden waren belangrijk omdat ze de kudde beschermden en dreven. Veel herders werden vergezeld door een herdershond en zo’n hond kon wel vijf koeien waard zijn. Ka�en Op de boerderij werden ook ka�en ingezet. Ka�en waakten hoofdzakelijk tegen ra�en, muizen en vogels die het voorzien hadden op het graan dat in de graanschuren, droogovens en molens aanwezig was. Dat ka�en tegenwoordig terugkomen met gevangen vogels en muizen is om te bewijzen dat ze hun werk goed doen. Ka�en werden waarschijnlijk ook bij de boerderij zelf gebruikt om muizen en ra�en
5
buiten te houden. De boerderij De meeste gebouwen en boerderijen stonden in clusters bij elkaar en werden omringd door een wal die bekend stond als een les. In de archeologie worden vroege voorbeelden van stenen clusters ook wel ringforten genoemd, hoewel deze niet waren ontwikkeld om militaire bescherming te bieden, maar om het vee ‘s nachts in te herbergen. Deze opstelling voorkwam dat er teveel landbouwgrond verloren ging door het bouwen van huizen of schuren. Ook leefden mensen op deze manier niet al te ver van elkaar af en was de loopafstand tussen de huizen kleiner. De opstelling werd volledig omringd door landbouwgebied. Hoe de Oud-Ierse boerderijen eruitzagen weten we door archeologie en via de we�ekst Críth Gablach. Deze tekst gee� ons inzicht in de boerderij van de bóaire, die uit meerdere gebouwen bestond. De bóaire diende in het bezit te zijn van een spit, een vat voor het brouwen van bier – dat dus niet alleen in de kloosters werd gemaakt – een wastobbe, mokken en een kom voor brooddeeg. Waarschijnlijk kon elke man en vrouw brood bakken.
In de boerderij werd vuur gemaakt, niet alleen voor warmte en voor voedselbereiding, maar ook voor agrarische processen als het maken van lijm, kaarsen en tondel. Door een opening in het dak kon de rook wegtrekken. Het was belangrijk al�jd te beschikken over droog hout omdat anders de gehele boerderij blauw stond van de rook. Een groot deel van de boerderij, en eigenlijk bijna ieder ander huis binnen de túath, werd gebruikt voor de opslag en verwerking van voedsel, zoals het maken van room, boter, kaas, bier, brood, of het zouten van vlees. Archeologisch onderzoek gee� aan dat aardewerk en dozen van berkenbast in grote hoeveelheden werd gebruikt bij de opslag van voedsel. Tonnen kwamen in veel mindere maten voor. Het beschadigen van andermans huis werd als een erns�g misdrijf gezien. Het was zelfs verboden om s�ekem
Het woonhuis Het huis was minimaal 8,5 meter in diameter en diende een bijgebouw te hebben van minimaal 2,5 meter. Het huis had waarschijnlijk een rieten dak en de vloer was verhard. Hij kon een vloerkleed hebben (brat urláir, vloermantel). In tegenstelling tot de rondhuizen die in de vroegere Hallsta� en La Tèneperiode veelvuldig op de Britse eilanden werden gebruikt, waren de 7de-14de eeuwse boerderijen langwerpig gebouwd.
Historische opslag van voedsel en kruiden. Reconstruc�e: Cel�c Britain
De typisch Ierse kerk van Kilnave op het Schotse eiland Islay
Restanten van een Vroeg-Middeleeuwse ton. Foto: Na�onal Museum of Ireland, Dublin
in het huis of over het land van een ander te lopen. Zelfs ongewenst de deur opentrekken leverde een boete op. Ook maken de we�en melding over het illegaal drogen van graan in andermans schuur en het illegaal malen van meel in andermans molen. Hierbij moest de schuldige een boete betalen ter waarde van 5 vrouwelijke slaven en het gedroogde of gemalen graan inleveren. Ook besteed het strafrecht extra aandacht aan brands�ch�ng. Brands�ch�ng was gevaarlijk, omdat alle huizen en gebouwen van hout waren gemaakt. Een brand kon dus gemakkelijk uitlopen op de ruïnering van een geheel gezin.
6
De droogoven Nadat het graan was geoogst, werd het gedroogd in droogovens. De droogoven was van groot belang, omdat het drogen ervoor zorgde dat het graan niet beschimmelde of ro�e. Alle boeren met een status van bóaire of hoger dienden een eigen droogoven te bezi�en. Er is weinig informa�e over hoe droogovens eruit zagen of werden gebouwd. Één bron meldt dat ze 30 voet in diameter waren, maar dat is enorm en mogelijk wordt er gerefereerd naar een aantal ovens naast elkaar. Droogovens konden stenen muren hebben. Het graan werd gelegd op verhogingen die in de muur waren gebouwd, waardoor er warme lucht onder kon blazen. Er werd een vuur aan de onderkant gestookt, dat niet te hoog mocht oplaaien om verbranding te voorkomen. Het vuur was waarschijnlijk goed als de vlammen ervan gedoofd waren en de hete kolen nog voor voldoende hi�e zorgden. Opslagschuur (saball) Het gedroogde graan werd, voordat het werd gemalen, opgeslagen in een opslagschuur, de saball. Het was belangrijk dat deze net als de droogoven goed werd afgesloten, omdat dieren anders het graan zouden opeten. De bóaire bezat een eigen saball, terwijl lagere klassen een aandeel hadden in een gemeenschappelijke opslagschuur. Het graan werd meestal opgeslagen in dicht gewoven manden, maar kon ook worden getransporteerd in zakken. In zijn Vita Columbae beschrij� Adomnán hoe Columba twee balen graan in een opslagschuur op Iona zegende. Het gebied rond de droogoven en saball waren het gebied dat de kat diende te bewaken. Een folio in het boek van Kells toont daar mogelijk een a�eelding van.
Schapen worden naar een nieuwe weide om te grazen gedreven. Hiermee ze�en de herders van Islay de tradi�e voort.
Kooien voor varkens, schapen en kalveren Varkens werden ondergebracht binnen omheiningen, mogelijk van steen, waar ze veilig waren voor wilde dieren en veedieven. Er is weinig bekend over de vormgeving van dit onderdak en mogelijk leken ze sterk op de schaapskooien. Schaapskooien waren noodzakelijk voor het houden van schapen. ‘s Nachts werden de schapen naar de kooi gedreven, waar ze veilig waren voor wilde dieren en rovers. In sommige bronnen wordt gerefereerd naar overdekte schaapskooien, die in geval van uiterste nood gebouwd werden, mogelijk in �jden van een strenge winter. Kalveren werden in een vergelijkbare kooi gehouden en werden naar de moeder geleid wanneer deze werd gemolken. Dit s�muleerde de moeder om extra melk te geven. Een kalverkooi was vierkant en omheind door hekken. Deze hekken bestonden uit palen die in de grond werden geslagen, waaromheen takken werden gevlochten. Het Oud-Iers recht meldt dat dergelijke hekken sterk genoeg moesten zijn om grote dieren tegen te houden en nauw genoeg om kleine dieren geen doorgang te bieden. Koeienhuis? Geraldus Cambrensis schreef in de 12de eeuw over een koeienhuis. Een andere tekst schrij� over een bótheg (koeienhuis) als een van de onderdelen van de boerderij. Dat hierbij het woord tech, het woord voor huis, gebruikt wordt en niet lías, kooi, gee� de indruk dat er voor koeien, of mogelijk alleen voor werkossen, in sommige gevallen een stal beschikbaar was. Dit was echter vaak niet nodig door het milde klimaat. De annalen van Inisfallen melden dat het in de lente van 1028 zo hard sneeuwde dat zowel mensen als dieren vier dagen en
Verlaten boerderijen in Wales die worden hergebruikt als schaapskooien.
drie nachten in het huis moesten blijven.. Ze waren dus duidelijk geen strenge winters gewend!
Watermolens Er waren watermolens om grote hoeveelheden graan te malen. Rijkere boeren konden een aandeel in zo’n molen hebben en andere boeren huurden hem voor een dag. Het aantal teruggevonden handmolenstenen (queerns) gee� ons sterk de indruk dat het met de hand malen van graan eerder regel dan uitzondering was. Watermolens waren molens aangedreven door water dat uit kanalen naar de molen stroomde. Bij de aanleg van zo’n molen kon een boer een aandeel in de molen of compensa�e krijgen als er een kanaal door zijn land moest worden gemaakt. Archeologisch onderzoek gee� ons een goed beeld van de watermolens die in het oude Ierland werden gebruikt. Er waren twee soorten molens, de horizontale en de ver�cale molen. De ver�cale molen werd pas in de 7de eeuw in Ierland geïntroduceerd. Een horizontaal of ver�caal wiel onder de molen werd in een trog aangedreven door het water. Er werd geen gebruik gemaakt van tandwielen, de kracht van het water werd direct doorgeleid naar de bovenste molensteen. Deze molens werden waarschijnlijk rond de 6de eeuw vanuit de mediterrane gebieden in Ierland en Schotland geïntroduceerd. Latere molens, die vanaf 786 n.Chr. werden gebouwd, hadden meestal een stenen behuizing, dit is erg opmerkelijk omdat verder alleen kloosters en kapellen van steen waren gebouwd. Weiden en hekken De boeren in Ierland oogs�en voor de komst van de Normandiërs geen hooi. Het vee kon door het milde klimaat gedurende de winter gewoon buiten blijven staan. De boerderij had dus geen hooischuren of stallen. In plaats daarvan gebruikten de boerderijen een veldsysteem dat ook vandaag de dag nog bestaat en nog al�jd de blik
De Schotse hooglander, een koeienras dat al van oudsher in Ierland en Schotland werd gefokt.
7
vangt van de toeristen die naar Ierland en Schotland gaan. Het vee graasde op het ene veld terwijl het andere ongemoeid werd gelaten om later te kunnen gebruiken. Zo wisselde het vee regelma�g van plaats, waardoor er al�jd voldoende gras was. Om de verschillende velden af te sluiten werden houten of stenen hekken gebouwd. Bij de bouw hiervan waren beide buren verantwoordelijk voor de kwaliteit van de hekken om het uitbreken van vee te voorkomen. De houten hekken bestonden uit houten palen waarrond takken waren gevlochten. De hekken dienden sterk genoeg te zijn om grote beesten tegen te houden en smal genoeg zodat kleine beesten er niet doorheen konden. De hekken moesten 1,25 meter hoog zijn en om de 20 cen�meter een rechte paal te hebben. Een stenen muur moest 1,25 meter hoog zijn en drie stenen of 0,9 meter dik. Er werd ook gebruik gemaakt dijkjes en greppels. Het grote voordeel hiervan is dat het water wegloopt langs het land, een nadeel is dat dieren erin kunnen vallen en daarbij kunnen omkomen. De dijk diende 0,9 meter hoog te zijn en een greppel te hebben van 0,9 meter diep en even breed. Deze dijkjes konden worden gemaakt met de spade. Landbouwwerktuigen Críth Gablach en archeologisch onderzoek geven ons een beeld over de landbouwwerktuigen die in het oude Ierland werden gebruikt. Replica werktuigen en experimentele archeologie met deze gereedschappen bieden ons inzicht in de efficiën�e waarmee het land kon worden bebouwd.
Ploegen De ploeg is één van de grootste en bekendste landbouwwerktuigen van de geschiedenis. Land diende te worden geploegd alvorens het bruikbaar was voor landbouw en het ploegen van land was een �jdrovend karwei. De eerste ploegen werden gebruikt in de gebieden van Syrië en Irak. Op de Shetland eilanden is een stenen ploegpunt uit 2000 tot 500 v.Chr teruggevonden. In het oud-Iers recht werd veel waarde gehecht aan het kunnen ploegen van land. De bóaire bezat een volledige ploegspan die bestond uit de ploeg en 6 ossen, die naast elkaar werden ingespannen. Armere boeren deelden een ploegspan met hun buren. In het feodale stelsel waren de landen groter en werd zelfs gebruik gemaakt van 12 ossen in de ploegspan. Deze ossen werden achter elkaar voorgebonden. Rond de 8ste eeuw werd in Ierland gebruik gemaakt van de haakploeg of ard. Van deze ploeg zijn een aantal onderdelen teruggevonden. De haakploeg bestond uit een houten construc�e met aan de onderkant een ijzeren haak.De voorkant werd vastgemaakt aan de ossen en de achterkant werd de grond in geduwd, waardoor hij met de ijzeren haak de grond omwoelde. Met deze ploeg werd vrijwel al�jd in een kruislingse vorm geploegd, het veld werd eerst in de lengte en daarna in de breedte geploegd. De ploeg ontwikkelde zich en kreeg meerdere ploegscharen, de Kelten op het vaste land maakten gebruik van wielen om de ploeg te verstevigen, hierdoor kon de ploeg worden
verzwaard waardoor hij effec�ever werd. Een dergelijke ploeg met wielen werd ook in 13de eeuws Wales gebruikt, maar we kunnen niet met zekerheid zeggen of deze ook in Schotland en Ierland werden gebruikt. In de �jd van Plinius werd de os aan zijn hoofd voor de ploeg gespannen. Voor zijn hoorns droeg de os een juk waaraan hij de ploeg trok. Het hoofdjuk was inefficiënt en daarnaast niet pre�g voor de os. Rond de 7de eeuw werd er daarom gebruik gemaakt van het schouderjuk, waarbij het gewicht op de schouders van de os kwam te liggen. In de 12de eeuw introduceerden de Normandiërs een sterker ras paarden, dat geschikt was om ruiters met zware wapenrus�ng voor de oorlog te dragen. Deze paarden waren ook geschikt voor het ploegen van land en konden in een span evenveel presteren als ossen, die langzamer waren. Desondanks gaf de Gaelic bevolking van Ierland en Schotland de voorkeur aan ossen en het zou tot de 15de eeuw duren tot de os daadwerkelijk volledig werd ingewisseld voor het paard. Ploegen waren niet alleen effec�ef, ze waren ook gevaarlijk. In het 11de eeuwse leven van St Máedóc staat dat de heilige een boer van het klooster zag ploegen en daarbij tussen de ploeg raakte terwijl de ossen met volle snelheid werkten. Uiteraard redde de heilige zijn leven, maar het voorbeeld gee� aan dat landbouwongelukken ook rond deze �jd al gebeurden. Er werd gebruik gemaakt van raatakkers, vierkante of rechthoekige akkers die ook wel (onterecht) Cel�c fields worden genoemd. Een groot veld van enkele hectaren werd deels in kleinere percelen verdeeld, die zo’n 35 bij 35 tot 50 bij 50 meter groot waren, en voorzien van een aarden wal. Deze wallen zijn soms nog terug te vinden.
Karren De oud-Ierse we�eksten vertellen regelma�g over de carr of fén. De kar die werd gebruikt was waarschijnlijk een zware kar met vier wielen. Hij werd getrokken door twee ossen. Dit soort karren werden gebruikt om zware ladingen zoals karkassen of oogst te transporteren. Ook werd er gebruik gemaakt van kleinere karren, die door slechts één paard werden getrokken. Zij dienden voor het transporteren van bijvoorbeeld tonnen melk en boter.
Vroeg-Middeleeuwse molensteen. Mogelijk is deze steen a�oms�g van een Ierse kloostergemeenschap. Foto: Na�onal Museum of Ireland, Dublin
Middeleeuwse schep. Foto: Na�onal Museum of Ireland, Dublin
8
Hark De harken die in het Oude Ierland werden gebruikt worden in het La�jn rastrum genoemd. Deze harken hadden scherpe tanden, die enkele cen�meters diep de aarde ingingen. Deze harken werden gebruikt om het land te eggen, waarna de zaden voor de gewassen werden gezaaid. De hark werd ook gebruikt bij het verwijderen van onkruid en om de zaden in een bed van zand te bedekken. Waarschijnlijk werden deze harken gemaakt van hout, omdat dit goedkoper was dan ijzer.
Een grote bijl had een blad van circa 15,2 cm lang, 7,6 cm breed en een schachtopening van 2,5 cm (3 vingers) breed.
Billhook Dit gereedschap is een sikkelvormig ijzeren werktuig dat op een houten schacht is beves�gd. In Ierland zijn verschillende bills teruggevonden, ook worden ze regelma�g in oud-Ierse wetsteksten genoemd. De bill werd gebruikt om mee te snoeien en was nodig bij het maken van hekken.
Sikkels Voor het snijden van graan werden sikkels gebruikt. Er zijn verschillende (vroeg-)middeleeuwse sikkels in Ierland teruggevonden. De zeis werd tot de 15de eeuw niet in de Gaelic wereld gebruikt. Met de sikkel werd het graan vlak onder de aar afgesneden. Dorsvlegel In tegenstelling tot het grootste deel van Europa werd er in Ierland tot de 11de eeuw geen gebruik gemaakt van een dorsvlegel, maar werd een lange stok gebruikt voor het dorsen van graan, om de korrels uit de aren te halen. De dorsvlegel bestaat uit twee stokken, die met een leren koord aan elkaar zijn beves�gd. Er worden in de we�en verschillende ongelukken met de vlegel beschreven, zoals verwondingen doordat iemand niet oplet of de bovenste stok per ongeluk losraakt. Spades & scheppen In verschillende delen van Ierland zijn houten spades met een ijzeren rand aan de onderkant teruggevonden. Deze spades hadden een plat blad en werden waarschijnlijk gebruikt voor het steken van turf. De spade lijkt sterk op het model dat we vandaag de dag gebruiken. Ook werden er scheppen gebruikt, deze waren aanzienlijk anders en bestonden uit een houten blad dat op een houten stok was beves�gd. Houweel De historische houweel bestaat uit een schacht met een bijlvormige kop. De kop hee� aan de ene kant een recht graa�lad en aan de andere kant een bijlblad. Dit gereedschap is dus zowel geschikt om mee te hakken als te graven. De Romeinse legioenen maakten veelvuldig gebruik van dit gereedschap en brachten het overal. De houweel komt ook in de Oud-Ierse teksten voor en kan ook worden gerekend als boerengereedschap. Bijlen Bijlen waren noodzakelijk voor het verzamelen van brandhout en het hakken van hout om hekken en gebouwen te maken. Geraldus Cambrensis vermeldt dat iedere Ier in het bezit was van een bijl en hem al�jd bij zich droeg. Daarnaast geven zowel literaire als archeologische bronnen de indica�e dat slechts weinig bijlen alleen voor de oorlog werden gebruikt. Bijlen werden dus als mul�func�oneel gereedschap gebruikt. De grote bijl (biáil) wordt in een 9de eeuwse tekst genoemd als één van de drie beste dingen in huis. De grote bijlen werden zowel gebruikt voor eikenhout als voor gewoon hout, terwijl er ook bijlen waren die niet bedoeld waren om eikenhout mee te hakken.
Vrijwilligers gezocht
Foto: Cindy Koning
Stichting Celtic Britain zoekt vrijwilligers voor historische experimenten en Levende Geschiedenis. Wij bieden de mogelijkheid om op een unieke manier de Keltische cultuur en geschiedenis te ervaren. Voorkennis is niet noodzakelijk, een ambitie om nieuwe dingen te leren wel. Wij zoeken mensen die zich willen richten op verantwoorde simulatie van en voorlichting over de Keltische cultuur en middeleeuwse geschiedenis. We hopen u de ruimte te bieden waar binnen een hechte gemeenschap altijd iets nieuws kan worden geleerd. Daarnaast bieden we de mogelijkheid om door middel van historische experimenten en oude ambachten nieuwe technieken en kennis meester te maken. Wilt u een historische periode zo representatief mogelijk simuleren en deel uitmaken van een Keltische gemeenschap waarbij het clanverband verder gaat dan het re-enactmentveld? Neem dan contact op met
[email protected]
9
Kunt u uzelf en uw groep kort even voorstellen? Ik ben Michael McGlynn, dirigent van het koor Anúna. Anúna is één van de bekendste vormende groepen uit Ierland en is in die zin ongewoon omdat het een koor is, terwijl Ierland geen onderscheidende korentraditie heeft. Wat Anúna afwijkend maakt is dat we een heel ander repertoire hebben dan “gewone” koren. Een groot deel van onze muziek is erg oud en we putten onze inspiratie uit het verre verleden. Onze concerten zijn ongewoon, omdat we kostuums gebruiken: lange mantels en zwarte jurken voor de meisjes en ongebruikelijke, star-trek achtige uniforms voor de mannen. Ik ben de dirigent, maar ook de componist van de groep en ik arrangeer en componeer de muziek, van vroeg-middeleeuws op zijn vroegst tot aan hedendaagse muziek. Er is denk ik niets dat niet met Anúna zou weken, het is echt een heel ander koor dan elk ander dat ik ken.
Anúna In hoeverre denkt u dat de interesse in de Ierse taal correspondeert met interesse in het Keltische erfgoed van Ierland? Om heel eerlijk te zijn weten zeer weinig Ieren veel over hun Keltische erfgoed. Ze zien het als iets voor toeristen en mensen van buiten hun land; omdat ze het leven, zien ze het niet als erfgoed dat in gevaar is, of hun uniek maakt. En dat is jammer, want ik denk dat, tenzij een land op zijn erfgoed let, op de wereld om zich heen en de taal en de muziek, en het energiek en levend en in ontwikkeling houdt, je een algemeen land wordt, zoals zoveel algemene landen. Ik denk dat de taal helemaal niet essentieel is voor de mensen die van de Keltische cultuur houden, volgens mij is Keltisch en Iers een state of mind en hoef je daarvoor helemaal niet hier te wonen! Het is voor iedereen, Ierland is een land voor de hele wereld, waardoor zovelen zich ermee verbonden voelen, iedereen is welkom en we zijn in ons hart allemaal Iers. ben ik geobsedeerd door de zee en de natuur in het algemeen, dus dat komt vaak terug in mijn muziek.
Foto: Nederland 2010
Jullie zingen een groot scala aan liederen uit verschillende gebieden en culturen. Hoe vindt u de tekst en / of muziek van deze liederen? Is er een “thema” dat telkens terugkeert? Goede vraag, ja, ik neig normaalgesproken erg naar de traditie van middeleeuwse gedichten uit Ierland en Engeland. Mijn specialisme op het gebied van schrijven en componeren ligt eigenlijk bij het middeleeuws Engels, dus we hebben veel materiaal gezet uit de vroege onstaansgeschiedenis van de taal. Ik denk dat ik, thematisch gezien, ik altijd gefasd ben door het reïnterpreteren van oude teksten en werken en ze te vertalen voor een hedendaags publiek. Ik vind de muziekteksten en liederen in principe omdat ik een academicus ben, ik heb mijn hele leven lang muziek in al zijn verschillende vormen bestudeerd, hoewel ik geen professioneel getrainde componist ben. Thematisch gezien ben ik geobsedeerd door de zee en de natuur in het algemeen, dus dat komt vaak terug in mijn muziek.
10
Hoe ziet een typisch tourgezelschap van Anúna eruit? Wel, normaalgesproken twaalf zangers: zes jongens, zes meisjes. We hebben soms een technisch manager, maar meestal niet, het hangt ervan af hoeveel we moeten reizen. En dan reizen we ook met een geluidsman, maar we vertrouwen normaalgesproken op het inzicht van het theater om ons goed geluid te geven. De locaties waar we optreden kunnen alles zijn, tot aan 3.000 zitplaatsen in Japan en China. In Amerika doen we theaters met 800 tot 1.500 zitplaatsen. In Nederland is het meestal 800 zitplaatsen. In Ierland hebben we geluk als we ergens met 100 plaatsen optreden. Onze bekendheid in Ierland gaat niet verder dan Riverdance, waar we in de vroege 1990’s anderhalf jaar lang mee geassocieerd werden. Maar we zijn eigenlijk volgend jaar 25 jaar oud, dus we zijn zeven jaar ouder dan Riverdance. Anúna is normaalgesproken redelijk stil op tour, omdat we vanwege het soort optredens dat we doen lang, zwaar reizen vermijden, met name ’s nachts, en nachtelijke feesten. We zijn redelijk gematigd in vergelijking met veel tourgroepen, wat ons eigenlijk zeer populair maakt bij onze Foto: Met Clannad in concert agenten, ze houden daarvan. De naam Anúna is afgeleid van de oude Ierse typen muziek (slaapmuziek, lachmuziek en huilmuziek). Probeert u op andere manieren de oude, Jullie zingen veel liederen in het Iers, een taal die elk jaar ‘heidense’ Ierse mythologie in uw muziek te verwerken? aan terrein verliest. Wat denkt u dat de huidige status van de taal is? Wat draagt bij / zou bij kunnen dragen aan het Ja, ik heb enkele mythologische teksten bewerkt, maar zie je, ik denk dat de Ieren bestaan van de taal? Waarom is het belangrijk dat de taal in hun hart diep verbonden zijn met hun land en hun natuur en daarom maak ik nog steeds gesproken wordt? geen onderscheid tussen het concept van religieuze en niet-religieuze mensen, of Een taal geeft een volk eigen identiteit. De zoete, zangerige klank van de Ierse taal is prachtig en zal nooit verdwijnen, want het is een deel van wat de Ieren zijn. Er zijn echter ook heel veel niet-Ieren die in Ierland komen wonen en die van de taal houden. Taal is niet alleen verbonden met het volk, maar ook met een plaats. Ik zie geen verslechtering in interesse in de taal, ja, er zijn minder mensen die het spreken, maar zij houden er des te meer van. Mijn kleine kinderen spreken Iers en ze houden er nu al van! Het beïnvloedt de wijze waarop we Engels spreken en ik denk dat dat erg belangrijk voor het Ierse volk is; het is waarom enkele van de grootste schrijvers ter wereld uit Ierland komen, zij hebben de Ierse taal as basis en hebben het [Engels] gehiberniceerd, ver-ierst, als er zo’n woord bestaat, en het zal altijd met ons staan. Trouwens, ik ben momenteel het meest gefascineerd door het Chinees, een taal die ook zingt, er is dus niet per se iets unieks aan het Iers: het is een prachtige taal, net als het Frans. Er zijn veel mooie talen en ik houdt er van om in elke mooie taal te zingen.
spirituele en niet-spirituele. Ik denk dat we de natuur allemaal waarderen en begrijpen, het is voor ons alle fundamenteel en daarom hebben we ook zoveel teksten over menselijkheid, lachende kinderen, moeders met baby’s en oorlogsliederen. Een slaapliedje, een vrouw en een man worden nagejaagd, een deel van de Ierse mytholgoie: de Tóraíocht, de reis van Diarmuit en Gráinne. Het verhaal is deel van een oude tekstencyclus, waar Tristan en Isolde ook deel van uit maken. Gráinne waakt over Diarmuit, terwijl hij gewond is, en vertelt hem dat ze hem zal beschermen. Het gaat over de kracht van de vrouwelijkheid en er is een sterke verbinding met de witte godin, de godin in de natuur, de fundamentele en basis moederfiguur. Daarom ben ik ook geïnteresseerd in de maagd Maria, omdat ze zeker is ontsproten uit deze oude, of zoals jij zegt heidense of paganistische idealen. Weet je, we zijn diep in ons hart allemaal heidenen denk ik en volgens mij zijn christelijke aspecten toch wel gebaseerd op heidense idealen, behalve dat we Christus als centrum hebben. Wij hebben een universele boodschap aan iedereen, je hoeft niet spiritueel of religieus te zijn om te waarderen waar we het over hebben.
De laatste jaren hebben jullie regelmatig door Nederland getourd. Hoe ervaart u het Nederlandse publiek? Verschilt het van publiek in andere landen? Ik weet het niet, we lijken een snaar bij het Nederlandse publiek te hebben geraakt, ze zijn zeer vriendelijk voor ons omdat ze zeer ontvankelijk zijn, ze luisteren – en ik denk dat dat het beste is wat iemand van een publiek kan zeggen, dat het luistert. En ze zijn zeer waarderend en, laat ik het zo zeggen, ze zijn zeer intellectueel, ze interesseren zich bijvoorbeeld vaak voor de geschiedenis van de liederen. Ze houden ook van de spirituele muziek, het onpartijdige, spirituele aspect van Anúna. We zien onszelf niet als verbonden met enige kerk of iets dergelijks. Maar omdat we dat niet zijn, staan we open voor alle verschillende religieuze en niet-religieuze overtuigingen, dus ik denk dat dat ook in Nederland goed valt. Ik denk niet dat het publiek van publiek in andere landen verschilt, alle mensen zijn hetzelfde. Het maakt niet uit of ze uit Afrika of het oosten of Amerika of waar dan ook vandaan komen, ze antwoorden op iets instinctiefs in Anúna. Dat geeft mij erg veel voldoening, omdat ik de maker ben en ik dus iets moet hebben verborgen dat voor elke cultuur min of meer fundamenteel is.
Optreden Winterswijk copyright Brizze
Anúna
Hypermodern van ijzer!
Dit zwaard is gemaakt naar de nieuwste ontwikkeling van zijn �jd, ijzer. IJzeren zwaarden zijn veel meer waard dan bronzen modellen, ze waren goedkoper, sterker en bleven langer bruikbaar. In de Hallsta�periode ontwikkelde het ijzeren zwaard zich geleidelijk. Deze modellen werden soms afgewerkt met een ges�leerde mensenfiguur, die mogelijk als symbolische bescherming voor de drager van het zwaard diende. Het was het modernste wapen uit zijn �jd, licht en sterk. Door zijn bladvormige kling had hij de impact van een bijl.Alleen de aristocra�e kon zich in deze vroege ijzer�jd een dergelijk zwaard veroorloven. Het Kel�sche zwaard Ailill is 78 cm lang, hee� een kling van 61 cm lang en weegt ongeveer 1,4 kg. De pareerstang en kling zijn gegraveerd.
CelticWebMerchant.com Waar kenis en ambacht samenkomen
12
Oud-Iers voedingspatroon Vlees en zuivel Er werden in het Oud-Iers recht zeven verschillende soorten vee onderscheiden: runderen, schapen, geiten, varkens, kippen, ganzen en bijen. Koeien werden met name als melkvee gehouden. Een bóaire (rijke boer) bezat minimaal 6 ossen (die werden gebruikt als ploegspan), 2 s�eren, 24 melkkoeien en circa 24 varkens.
De basis van het Ierse voedingspatroon werd gevormd door brood en zuivel. Dit werd aangevuld met toevoegingen. Er waren drie soorten supplementen: tarsunn, dat bestond uit groente, gezouten vlees en honing, annlann, dat bestond uit boter, gezouten vlees, niervet, kool en zeewier en sercol, bestaand uit zeewier, ui en zout. Er bestond waarschijnlijk een onderscheid tussen winter- en zomervoedsel. Wintervoedsel bestond uit graan en vlees, zomervoedsel bestond met name uit zuivel. Over het algemeen werden de volgende etenswaren in het oude Ierland gebruikt. Graanproducten Graan was het belangrijkste element van het Ierse voedingspatroon. Er werd onder andere brood, pap en koeken van gemaakt. Er werden volgens de we�en zeven soorten graan verbouwd, waarschijnlijk corresponderend met gewone tarwe, rogge, spelt, tweerijige gerst, emmertarwe, zesrijige gerst en haver. De grond in Ierland was niet geschikt voor elk soort graan. Ook leverde de ene soort fijnere korrels en broden op dan de andere. Hierdoor stonden fijne soorten, die las�g te verbouwen waren, hoger in aanzien dan grovere soorten, die gemakkelijk in Ierland groeiden.
Brood Er waren twee soorten broden: een standaardbrood en een brood dat door een vrouw gebakken was. Die was de hel� van het standaard brood, twee vuisten breed (circa 20 – 30 cm) en één vuist dik. Brood werd gemaakt van tarwe, rogge, gerst of haver. Er werden ook broden
Cel�c Britain: experimenteel brood bakken.
Melk Melk en melkproducten werden grootschalig gebruikt. Al in het oude Ierland kende men volle melk, halfvolle melk en karnemelk. Ook werd melk soms aangedikt met dierlijk stremsel. De melk van een koe die net geworpen had was twee dagen gelig en had en kan volgens de auteur van de Wisdom teksten beter niet gedronken worden. Melk werd waarschijnlijk bij alle maal�jden overdags gedronken. Soms werd melk ook met water aangelengd.
gemaakt van gemixt meel. De broden voor monniken waren van ongezeefd meel en daarom een stuk grover. Ook aten monniken een soort harde koeken, wanneer ze vas�en of boete deden. Het brood werd aangevuld met honing, boter, kaas, wrongel; en menadach, een soort broodspread
Room Room wordt gemaakt vanuit melk en kan enkele weken houdbaar zijn indien het koel en droog wordt bewaard. Room was veel voorkomend en was voor armeren een supplement voor boter. Room werd waarschijnlijk bij de maal�jden overdags en bij de grote maal�jd
Pap Waarschijnlijk werd pap met name gegeten door kinderen. De pap werd gemaakt van graan, gemengd met water, karnemelk of melk en eventueel gezoet met honing. Meestal werd er gerst, emmertarwe of haver gebruikt voor boerenkinderen. Er werd een gruwel gemaakt van graanvlokken en water, maar dit werd met name door monniken gegeten. Op feestdagen werd het met melk gemaakt. De gruwel werd op zondag aangevuld met fruit en honing. Een andere variant werd gemaakt door boter aan de gruwel toe te voegen. Bier Bier was erg belangrijk in het oude Ierland en bijna alle klassen hadden de mogelijkheid zelf bier te brouwen. Er waren ook professionele brouwers, verbonden aan de hogere heren en kloosters. Er werd enkel honing aan bier toegevoegd om de smaak aan te passen. Pas in de middeleeuwen werd hop geïntroduceerd. Bier werd gezeefd voordat het werd gedronken. Het vormde een alterna�ef voor groente en melk in de winter, wanneer dat maar in kleine mate beschikbaar was.
Vroeg-Middeleeuws bord Foto: Na�onal Museum of Ireland, Dublin
13
drogen van vlees. Uiteraard zou deze techniek ook in de Gaelic cultuur voorkomen. Vers vlees werd gekookt in ketels of geroosterd boven een spit. Ook werden er worsten gemaakt, maar hoe deze eruit zagen en gevuld werden is onbekend.
Groenten en fruit Er werden maar twee groenten op de akkers verbouwd: de tuinboon en de erwt. Ze werden gedroogd in de droogoven en daarna opgeslagen. Rijkere klassen hadden een tuin, waarin ze andere groenten verbouwden, waaronder uien of knoflook, kool en wortels. Deze groenten konden verwerkt worden in soep van melk of water en graanvlokken. Wilde appels werden geplukt en tamme appels verbouwd. Mogelijk werden er ook pruimbomen geteeld.
Reconstruc�e van middeleeuws servies Foto: Cel�c Britain
Boter Het maken van boter duurde een langere �jd, eerst diende de room voor enkele weken te worden bewaard en diende het te worden gekarnd in de karn totdat boter en karnemelk gescheiden waren. Door dit lange proces was boter hoofdzakelijk alleen geschikt voor de hogere klassen. Boter diende voor meer dan op brood en vormde voedsel op zichzelf. Het kon worden uitgebreid door er versnipperde knoflook aan toe te voegen.
1 2 3 4 5
Werd zelden gebruikt Werd af en toe gebruikt Werd regelma�g gebruikt Werd zeer regelma�g gebruikt Werd vrijwel dagelijks gebruikt
Zie volgende pagina’s voor de voedseltabellen.
Er zijn verschillende manieren te onderscheiden waarmee de oude Ieren voedsel hebben verkregen: veeteelt, landbouw, tuinbouw, verzamelen, jagen en vissen. Waarschijnlijk hadden alle mensen toegang tot veeteelt en landbouw, door een eigen of gehuurd stuk grond. Tuinbouw werd alleen bedreven door degenen die genoeg grond hadden om een eigen tuin te hebben. Het voedsel wat werd verzameld, gejaagd of gevist, werd gebruikt als aanvulling op het standaard voedingspatroon. Hieronder vindt u een schema�sch overzicht van het voedingspatroon van (vroeg-)middeleeuws Ierland. Een groot gedeelte komt ook terug in het ar�kel Voedingspatroon in Ierland. Bij een deel van de tabellen wordt Beschikbaarheid vermeld. Dit gee� aan in welke mate het voedsel beschikbaar was voor de gemiddelde boer. De schaalverdeling is als volgt:
Kaas De simpelste vorm van kaas werd gemaakt door een kom melk enkele dagen te bedekken en te laten staan. Na deze �jd zijn de stukjes wrongel zich gescheiden van de wei en is er een soort co�age cheese gevormd. Kaas werd geconserveerd door het te zouten, te drogen of door het overgebleven vocht eruit te persen. Oude kazen konden soms wel een jaar lang worden opgeslagen. De meeste kaas werd gemaakt van koemelk, maar soms ook van schapen- of geitenmelk. Het werd samen met brood overdag gegeten. Vlees Vee vormde de ruggengraat van de economie, maar omdat vlees dieren kos�e diende er zuinig mee omgegaan te worden. Er werd meer rundvlees dan varkensvlees genu�gd. Ook werd er schapenen paardenvlees gegeten. Normale boeren hadden waarschijnlijk minimaal één maal per week beschikking over vleesproducten. Een groot deel van de betaling die een cliënt naar zijn heer maakte bestond uit melkproducten en vlees. Hieruit kunnen we opmaken dat de hogere klassen meer vlees ter beschikking hadden en dus waarschijnlijk ook mee vlees aten. Gezouten vlees stond hoog in aanzien en met name varkensvlees werd gezouten. Dit gee� ons de indruk dat zout vrij wijds verkrijgbaar was. In veel andere delen van Europa waar zout duurder was werd meer gebruik gemaakt van het
Middeleeuwse kom. Foto: Na�onal Museum of Ireland, Dublin
14
Veeteelt Vee werd niet gehouden voor het vlees, maar voor melk, wol en eieren. Vlees werd uiteraard wel gegeten, maar niet op grote schaal, omdat de veestapel anders te snel uitgedund zou worden. Het slachtseizoen was in de late zomer / vroege herfst. Daarna werd het meeste vlees verwerkt om het langer goed te houden.
Grondstof Runderen
Eindproduct Beschik-baarheid Vers vlees 3 Bewerkt vlees 4 Merg Bloedworst Melk 5 Room 5 Boter 3 Karnemelk 4 Kaas 5 Wij 3 Pap en gruwel 5 Schapen & geiten Vers vlees 2 Bewerkt vlees 2 Schapenmelk 1 Kaas 1 Varkens Vers vlees 3 Ham / bacon 3 Verwerkt vlees 3 Pluimvee Vers vlees 1 Verwerkt vlees 5 Eieren 3 Bijen Honing 4 Mede 1 Ganzen Vers vlees 3 Eieren 3
Seizoen Zomer, herfst Gehele jaar Gehele jaar Gehele jaar Lente, zomer Lente, zomer Gehele jaar Lente, zomer Gehele jaar Lente, zomer Lente, zomer Gehele jaar Lente, zomer Gehele jaar
Gehele jaar Gehele jaar Gehele jaar Lente, zomer, herfst Gehele jaar
Opmerkingen Gerookt of gedroogd
Luxeproduct. Bijproduct van het maken van boter. Oude kaas kon langer dan een jaar goed blijven. Bijproduct van het maken van boter. Werd vers gegeten Werd maar zelden gebruikt. Werd maar zelden gebruikt. Luxeproduct, met name gebruikt in feestmalen Luxeproduct Meestal gezouten. Luxeproduct, met name gebruikt in feestmalen Met name hanenvlees Met name hanenvlees
Lente, zomer
15
Tuinbouw Tuinbouw werd alleen bedreven door de mensen die genoeg land hadden
Landbouw Doordat landbouwproducten werden gedroogd vermalen, waren ze vrijwel het gehele jaar beschikbaar.
Grondstof Gewone tarwe Rogge Spelt Tweerijige gerst Emmertarwe
Doperwt Tuinboon
Eindproduct Brood Pap en gruwel Brood Pap en gruwel Brood Pap en gruwel Brood Pap en gruwel Bier Brood Pap en gruwel Zesrijiige gerst Brood Pap en gruwel Bier Haver Brood Pap en gruwel Sowens Gedroogde erwten Gedroogde bonen
Opmerkingen Luxe. Werd vers gegeten. Werd vers gegeten Werd vers gegeten Werd vers gegeten Werd vers gegeten Werd vers gegeten Werd vers gegeten Werd vers gegeten Werd vers gegeten Werd vers gegeten Werd vers gegeten Werd vers gegeten Werd vers gegeten Drank gemaakt van gegist haverkaf.
Historische kruiden & landbouwproducten Foto: Cel�c Britain
Grondstof Knoflook
Beschik-baarheid Seizoen Opmerkingen 4 Zomer, herfst, winter Normandische introduc�e Ui 5 Zomer, herfst, winter Normandische introduc�e Prei 3 Zomer, herfst, winter Normandische introduc�e Kool 2 Zomer Wortelen 3 Lente, zomer, herfst Mogelijk luxeproduct Pas�naak 1 Zomer, herfst, winter Normandische introduc�e Selderij 3 Lente, zomer, herfst Werd vers gegeten Bieslook 3 Lente, zomer, herfst Werd vers gegeten Melganzevoet ? Zomer, herfst Werd vers gegeten Peterselie 2 Lente, zomer, herfst Werd vers gegeten Normandische introduc�e Appel 4 Zomer, herfst Werd vers of gedroogd gegeten Pruim 4 Late zomer, herfst, winter Werd vers of gedroogd gegeten, mogelijk als noodvoedsel Druiven 1 Werden waarschijnlijk zelden geteeld. De meeste wijn werd geïmporteerd Kersen 1 Zomer Werden vers gegeten
Het verwerken van kruiden Foto: Cel�c Britain
Het maken van werppijlen Foto: Cel�c Britain
Visserij Er zijn geen we�eksten over visserij overgebleven, maar waarschijnlijk werd er veel in rivieren gevist. Er werd weinig in zee gevist.
Grondstof Zalm
Eindproduct Beschikbaarheid Opmerkingen Verse zalm 3 Gerookte zalm 3 Forel Verse forel 3 Gerookte forel 3 Paling Verse paling 1 Gerookte paling 1 Krabben 1 Noodvoedsel, enkel in kustregio’s Garnalen 1 Enkel in kustregio’s
Jacht Enkel haas, kwartel en waterhoen werden regelma�g gejaagd. Een groot deel van het gejaagde wild werd enkel door hogere klassen gejaagd en gegeten. Het wild werd met name voor feestmalen gebruikt.
Grondstof Beschikbaarheid Haas 2 Konijn 1 Das 1 Vos 1 Edelhert 1 Wild zwijn 1 O�er 1 Strandloper & snip 1 Eend 1 Wilde gans 1 Zwaan 1 Brandgans 1 Fazant 1 Patrijs 1 Kwartel 2 Pauw 1 Auerhoen 2 Korhoen 1
Opmerkingen Luxeproduct. Komt weinig voor op de eilanden Luxeproduct. Luxeproduct. Luxeproduct. Luxeproduct. Luxeproduct.
Grondstof Papegaaiduiker Zeehond Walrus
Beschikbaarheid 1 1 1
Opmerkingen
Luxeproduct. Luxeproduct. Luxeproduct. Luxeproduct. Luxeproduct.
17
Verzamelen Waarschijnlijk werden er veel voedingssupplementen verzameld. Er stonden echter wel restric�es op de hoeveelheid die meegenomen mocht worden. Grondstof Beschikbaarheid Daslook 4 Wilde peer 1 Wilde appel 3 Braam 2 Bosbes 3 Aardbei 3 Lijsterbes 2 Rozebo�el 3 Hazelnoot 4 Eikel 2 Meidoorn 2 Franse aardkastanje 1 Waterkers 1 Beekpunge 1 Netels 1 Veldzuring 1 Knollathyrus 2 Zilverschoon 2 Zeewier 4 Zout 3
Seizoen Opmerkingen Lente Werd veel belang aan gehecht. Zomer, herfst Normandische introduc�e. Zomer, herfst Vers of gedroogd. Zomer Zomer Lente, zomer Zomer, herfst Zomer, herfst Voedsel voor reizigers. Herfst, winter Wintervoedsel. Herfst, winter Werd gebruikt als varkensvoer. Lente, zomer Voedsel voor reizigers. Lente, zomer Voedsel voor reizigers. Lente, zomer Wintervoedsel. Lente, zomer, herfst Voedsel voor reizigers. Lente, zomer, herfst Voedsel voor reizigers. Lente Voedsel voor reizigers. lente, zomer Voedsel voor reizigers. lente, zomer Voedsel voor reizigers. lente, zomer Was onderdeel van bepaalde voedingspatronen. Noodvoedsel en dierenvoer. Werd geïmporteerd of gewonnen door zeewater te koken of zeewier te verbranden.
Zeewier aan de kust bij het Ierse eiland Inish Mor
19
Historische sieraden In de vroege middeleeuwen beleefden veel Europese volkeren een gouden eeuw, waarbij rijkdom, kunst en welvaart in een geheel ander en eigen kader werden geplaatst. Deze ringfibula is een goed voorbeeld van de rijkdom en kunst van haar �jd. Samen met honderden andere exemplaren, hoofdzakelijk teruggevonden op de Britse eilanden en in Scandinavië, tonen ze de gouden periode van zowel de Kel�sche als de Vikingcultuur. De knoopmo�even op deze broche zijn waarschijnlijk Iers, maar hebben Scandinavische invloeden. Broches zoals deze waren een statussymbool, sommige modellen hebben een diameter van wel 10 cm, waardoor ze onprak�sch waren voor het dagelijks gebruik. Alleen de elite kon zich dit soort broches veroorloven. In de vroege middeleeuwen was deze klasse in Ierland erg groot, want er waren con�nu rond de 170 belangrijke en minder belangrijke koningen en rond de 300 pretendenten. De Normandiërs introduceerden na 1066 een nieuw type broche in de Britse eilanden, de ringbroche, die de ringfibula verving en zelfs tot 1746 op de Britse eilanden werd gedragen. Deze ringfibula uit de collec�e van Cel�cWebMerchant is een reproduc�e van een waarschijnlijk 7de eeuws, Iers exemplaar. De fibula gee� zicht op meer dan 13.00 jaar geschiedenis. Dat is waarom deze fibula, net als meer dan 6000 andere reproduc�es en replica´s uit ons assor�ment, zo belangrijk is.
CelticWebMerchant.com Waar kenis en ambacht samenkomen
Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden is het na�onale centrum voor archeologie waar jong en oud kan genieten van oude beschavingen. Het museum beheert en presenteert een collec�e van meer dan 80.000 voorwerpen uit het oude Egypte en Nabije Oosten, de Klassieke wereld en het vroege Nederland, waaronder Egyp�sche mummies, beelden van Romeinse keizers, Etruskische grafvondsten, zilveren en gouden sieraden en archeologische vondsten uit Nederland. De Egyp�sche collec�e behoort al jaren tot de top-�en van de wereld.
Het museum is ondergebracht in een monumentaal pand aan een van de beroemdste grachten in Leiden, het Rapenburg. In de centrale hal van het museum kunt u een echte Egyp�sche tempel bewonderen: een gi� van de Egyp�sche overheid. Het museum doet jaarlijks mee aan opgravingprojecten in Egypte en Syrië, met als doel informa�e te verkrijgen over de historische context van de Egyp�sche collec�e en de collec�e Nabije Oosten.
Rijksmuseum van Oudheden
De presenta�es van de collec�es uit Egypte, het Nabije Oosten, de Klassieke wereld en het oude Nederland laten de bezoeker op een plezierige en soms speelse wijze kennis maken met oude culturen. De indeling is thema�sch, de wijze van presenta�e is verhalend. Alle vier de verzamelgebieden van het museum hebben ongeveer 2000 jaar geleden tot het grote Romeinse Rijk behoord. De Romeinen vormen daarom het bindende element in de vernieuwde presenta�es. Op veel plaatsen vertellen ‘gidsen uit de oudheid’ hun eigen verhaal. Deze an�eke goden, helden en stervelingen leiden de bezoeker door de oudheid. Reconstruc�es, audiovisuele middelen, maque�es en interac�eve computerprogramma’s verlevendigen het verhaal. Regelma�g organiseert het museum �jdelijke tentoonstellingen met uiteenlopende thema’s. Ook voor kinderen zijn er diverse ac�viteiten.
21
Branwen en de datering van de Vier takken van de Mabinogi Branwen en de datering van de Vier takken van de Mabinogi – door Judith Schoen Dit ar�kel is geschreven in april 2011 het kader van de cursus middel-Welsh 3 van de universiteit Utrecht, onder begeleiding van dhr. M. O’Flaithearta. In dit essay zal ik drie auteurs bespreken die het verhaal Branwen ferch Lyr hebben gebruikt om de Vier takken van de Mabinogi te dateren. Deze auteurs zijn Saunders Lewis, Thomas Charles-Edwards en Patrick Sims-Williams. Ik heb hun argumenten onderverdeeld onder twee stellingen: Branwen is geïnspireerd op Geoffrey van Monmouth’s Historia Regum Britanniae en Branwen is geïnspireerd op Henry II’s invasie van Ierland. Branwen en Geoffrey van Monmouth Lewis stelt dat Branwen mogelijk is geïnspireerd op Geoffrey van Monmouths werk Historia Regum Britanniae. Charles-Edwards is het hier niet mee eens. Zijn bezwaar is deels dat Lewis geen rekening houdt met de bronnen van de Historia zelf. Lewis wijst erop dat zowel de Historia als Branwen ervan uitgaan dat Bri�annië vroeger één koninkrijk was. Charles-Edwards vult aan dat dit idee al zo oud is als Baeda, dus dat dat geen connec�e vormt. Lewis beschrij� de overeenkomsten tussen Cyfranc Llud a Llefelys (een werk dat mogelijk door Monmouth is beïnvloed) en Branwen: beide verhalen beginnen met een huwelijk en beva�en een verwijzing naar een triade over drie mensen die hun hart braken uit verbijstering. Dit bewijst volgens Charles-Edwards niet dat Branwen door de Historia of door Cyfranc Llud a Llefelys is geïnspireerd: een huwelijk is een vaak voorkomend thema in de literatuur, de triade genoemd in Llud a Llefelys is al vrij oud en Rachel Bromwich hee� gesteld dat Llud a Llefelys op dit punt juist is gebaseerd op Branwen. Lewis’ derde argument is erg vaag. Er zijn volgens hem drie verwijzingen naar het ‘eiland van de mach�gen’: in het Ierse verhaal van Bran mac Febaill, waar het verwijst naar een paradijselijk eiland, in Branwen, waar het verwijst naar Bri�annië, en in de Historia, waar het verwijst naar Ierland. Voorts zijn er drie versies van de ‘ketel der wedergeboorte’: in de Brut y Brenhinedd, waar het een helend bad is, gemaakt van stenen die reuzen uit Afrika hebben gebracht, in Branwen, waar het een ketel is, en in de Historia, waar er reuzen uit
Afrika helende stenen brengen. Door deze twee overeenkomsten zou Branwen op de Historia gebaseerd zijn. Charles-Edwards haalt deze argumenten onderuit. Er is in het verhaal van Bran mac Febaill geen verwijzing naar een eiland met een soortgelijke naam als de Welshe term, en het feit dat de ketel der wedergeboorte drie keer wordt vernoemd, betekent niet dat Branwen per se op de Historia gebaseerd is. Branwen en de invasie van Ierland Lewis meent daarnaast een connec�e te zien tussen Branwen en Henry II’s invasie van Ierland. Charles-Edwards en Sims-Williams zijn het hier niet mee eens.
Branwen begint met de passage dat Matholwch, koning van Ierland, vanuit het zuiden van Ierland naar Wales vaart en Branwen ten huwelijk vraagt. Historisch gezien voer Diarmait mac Murchada, verstoten koning van Leinster, naar Bristol, zwoer trouw aan Henry II en gaf zijn dochter ten huwelijk aan de earl van Pembroke. Lewis gaat ervan uit dat Matholwch, net als Diarmait, uit Wexford voer.
Charles-Edwards betwist dit. Ierland was in twee hel�en verdeeld: Leth Cuinn (noord) en Leth Moga (zuid). Matholwch kon dus uit de gehele zuidelijke hel� van Ierland komen. Hij vindt het daarnaast niet logisch dat, wanneer Branwen na de Normandische invasie van Ierland geschreven zou zijn, de koning van Ierland uit het zuiden voer – na 1002 zetelde de Ierse koning hoofdzakelijk in het noorden. De auteur van Branwen gaat ervan uit dat Ierland vanuit het zuiden geregeerd wordt, wat juist voor een vroegere datum zou pleiten. Sims-Williams vindt echter dat Matholwch, als koning van heel Ierland, overal vandaan had mogen komen. Het is mogelijk dat de auteur expres het archaïsche element, dat de koning voor 1002 in het zuiden zetelde, in het verhaal hee� verwerkt. Sims-Williams komt daarnaast met het prak�sche punt dat schepen vanuit het noorden minder snel in Harlech zichtbaar zijn dan schepen uit het zuiden. Lewis denkt dat Diarmait zijn dochter uithuwde om, net als Matholwch, Ierland en Bri�annië te binden. Charles-Edwards gaat hier tegenin, Diarmaits doel was eerder om zijn koninkrijk terug te krijgen en had hierbij buitenlandse hulp nodig. Charles-Edwards wijst er ook op dat Diarmait enkel koning van Leinster was en Matholwch koning van heel Ierland. Matholwch gee� zich na Bendigeidfrans invasie over en gee� het koningschap van Ierland aan zijn zoon Gwern. Ruaidri Ua Conchobair gaf zich volgens Giraldus Cambrensis over aan Henry II. Lewis trekt een parallel met deze personen en wijst op feodale invloeden in de terminologie die beschrij� hoe Matholwch de macht overgee�. Charles-Edwards ontkent deze parallel: Giraldus Cambrensis is de enige bron die aangee� dat Ruaidri zich overgaf en er zijn twee andere bronnen die de overgave expliciet ontkennen. De feodale invloeden in de terminologie zijn volgens hem te wijten aan een vertaalfout. Matholwch bouwt een huis bij de rivier de Llinon voor Bendigeidfran om hem te ontvangen. Voor Henry II wordt een huis bij Dublin gebouwd. Lewis vindt dit een afdoende over eenkomst. Charles-Edwards wijst er echter op dat Ruaidri, gepresenteerd als Matholwchs historische tegenpool, niet in Dublin aanwezig was. Hij duidt het binnengaan van het huis als onderdeel van een ceremonie van overgave; in de annalen was de term ‘hij ging in zijn huis binnen’ synoniem voor ‘hij gaf zich over.’ De eerste vermelding hiervan is in 1059. Dit zou dus een terminus post quem van ca. 1060 geven. Zowel Lewis als Charles-Edwards gaat ervan uit dat de Llinon de Shannon is. Sims-Williams duidt het echter als de Liffey, bij Dublin. Dit zou een extra overeenkomst zijn met Henry’s huis.
22
Sims-Williams gaat er echter niet vanuit dat Bendigeidfrans huis beïnvloed is door Henry’s huis in Dublin. Het huis waarin Henry II zijn vazallen ontving, was in Waterford en waarschijnlijk niet speciaal voor hem gebouwd. Het huis in Dublin werd wel voor Henry gebouwd, maar was om Kerstmis te vieren. Hij betwist eveneens dat Branwen na 1060 moet zijn geschreven vanwege de vermelding in de annalen van het huis binnengaan bij de ceremonie van overgave. Dit werd voor 1059 mogelijk niet beschreven, omdat het als vanzelfsprekend werd beschouwd, en hierna wel, omdat het minder denigrerend of specifieker was dan het uitwisselen van gijzelaars, of dat die gewoonte in onbruik was geraakt. Sims-Williams wijst er daarnaast op dat Bendigeidfrans huis geen onderdeel was van Matholwchs overgave: de vrede was daarvoor al opgesteld. Het huis vormde bovendien een een tegenhanger van de ketel der wedergeboorte en had een specifieke rol in het verhaal: de krijgers te verbergen die Bendigeidfran moesten doden. Datering Saunders Lewis dateert de Mabinogi door zijn argumenten tussen 1172 en 1174. De terminus ante quem is vanwege het gedicht Prydydd y Moch, dat verwijst naar de Mabinogi. Charles-Edwards dateert de Mabinogi tusse 1050 – vanwege de verwijzing in de annalen over het binnengaan van het huis – en 1120 – omdat de schrijver kennelijk wist dat de koning van Ierland vroeger in het zuiden zetelde. Patrick Sims-Williams vindt het al met al nog te vroeg om een datum voor de Mabinogi te geven. Mijn mening Ik vind zelf dat Saunders Lewis’ argumenten te zwak zijn om realis�sch genoemd te worden. Thomas Charles-Edwards gaat tegen zijn argumenten in, maar zijn tegenargumenten zijn eveneens vaak niet sterk. Ze zijn onjuist, of irrelevant voor de vraagstelling. Daarom vind ik Lewis’ conclusie, dat de Mabinogi (nog) niet gedateerd kunnen worden aan de hand van Branwen ferch Llyr, de meest realis�sch. Hoewel Lewis zelf geen nieuwe, grote argumenten hee� bijgedragen, is zijn tegenbetoog helder en logisch. Bibliografie Charles-Edwards, T., ‘The Date of the Four Branches of the Mabinogi’, Transac�ons of the Honourable Society of the Cymmrodorion (London 1970) 263-98 Sims-Williams, Patrick, ‘The Submission of Irish Kings in Fact and Fic�on: Henry II, Bendigeidfran, and the Da�ng of the Four Branches of the Mabinogi’, Cambridge Medieval Cel�c Studies 22 (Cambridge 1991) 31-61
Wist u dat? Diva koeien Koeien met een net kapsel waren meer waard dan koeien met rommelig, krullend haar. De Ieren hech�en bijzondere waarden aan het uiterlijk van hun vee. Zo waren sterke mooie koeien meer waard dan dunnere, zwakke exemplaren. Zelfs het uiterlijk van de koe was belangrijk. Koeien met een slordig uiterlijk hadden een lagere waarde dan mooi ogende beesten. Het hoogst gewaardeerd waren wi�e koeien met roodach�ge oren, omdat ook de koeien uit de Andere Wereld er zo uit zagen.
Verborgen graan Voordat de bovengrondse graanschuur werd geïntroduceerd, sloeg men graan op in kuilen onder de grond. Deze kuilen waren aan de zijkanten verstevigd met een dikke laag leem en werden met een laag klei en aarde afgedekt, nadat ze gevuld waren. Het graan werd zo lucht- en waterdicht opgeslagen voor de winter.
Stenen muurtjes Iedereen kent ze wel, de stenen muurtjes die zo typerend zijn voor Ierland, Engeland en Schotland. Het roula�esysteem dat met deze muurtjes werd uitgevoerd werd al door de eerste boeren gebruikt. In Ierland liggen onder een dikke laag turf enkele honderden kilometers neolithische muren.
Lokaal aardewerk Archeologisch onderzoek wijst uit dat minimaal 80% van het aardewerk teruggevonden in Ierland van lokale makelij was. De overige 20% werd geïmporteerd vanuit andere regio’s of landen. Dit staat in schril contrast met de aardewerkvondsten in Bri�annië uit de �jd van de Romeinse overheersing. Rond deze �jd kwam het meeste aardewerk in Britannië uit Gallië en Noord-Afrika.
Bijenhekken In het oude Ierland was het van groot belang dat vee niet kon uitbreken en bij de buren de landbouwgrond kon beschadigen of ander vee aan kon vallen. Daarom werd er in het Oud-Iers recht aandacht besteed aan hekken die dit voorkwamen. Er zijn zelfs beschrijvingen van hekken die het uitbreken van bijen moeten verhinderen.
Aislinge meic Con Glinne Één van de belangrijkste bronnen voor voedsel in het oude Ierland, is het sa�rische verhaal van Aislinge meic Con Glinne. Omdat het een sa�re is, moet het echter soms met een korrel zout worden genomen.
Kel�sche knoopmo�even De gedetailleerde knoopmo�even die we vandaag de dag als Kel�sch aanmerken, zijn voor een deel geïnspireerd op de Germaanse en later Scandinavische cultuur. De mo�even worden tegenwoordig sterk in verband gebracht met heidendom en natuurreligies. Van de Ierse sieraden en kunstwerken gedecoreerd met deze mo�even is vrijwel alles gemaakt binnen de Ierse kloostergemeenschappen.
Scha�en in de grond Het komt regelma�g voor dat (amateur)archeologen bodemvondsten doen van grote hoeveelheden sieraden of munten. Vaak zijn deze munten begraven om ze in �jd van oorlog of plundering te verbergen. Dat de schat niet meer door de eigenaar is opgegraven, wijst op een mogelijk verkeerde afloop van het conflict.
23
Proloog Door de groeiende invloed van de Engelsen veranderde de Ierse samenleving aanzienlijk. Waar eerst land door personen werd bezeten, werd het nu door grote landeigenaren beheerd, die meer interesse hadden voor de winst dan voor de mensen die het land van hun pach�en. Graan werd enkel nog maar voor de export verbouwd en de Ierse boeren kregen een klein stuk land, waar ze een koe konden houden en aardappels konden verbouwen. Aardappels die werden getroffen door de aardappelziekte, waardoor duizenden mensen s�erven. De hongersnood van de 19de eeuw, waar geen van de Ieren wat aan kon doen. Nou, dan keer ik toch liever terug naar mijn Oud-Ierse boerderijtje hoor, met de geur van versgebakken brood in het huis ...
24
Aan dit magazine hebben meegewerkt: Patrick Gilbers Judith Schoen Maurice Beukers
Met dank aan: Cindy Koning Michael McGlynn, Anúna Rijksmuseum van Oudheden Nienke Valk Bart Bouman
25