MAGAZINE
De kunst van het netwerken
Herkomstetikettering: wat voegt het toe? Ministeries bezoeken MVO-keten Europarlementariërs debatteren over duurzame palmolie
MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten
MVO MAGAZINE NR 3 APRIL 2014
Samen duurzaam Voorganger van ketenorganisatie MVO, het gelijknamige productschap, was de drijvende kracht achter de breed gedragen plannen voor de overstap in Nederland naar duurzame palmolie en verantwoorde soja. Beide belangrijke grondstoffen worden nog steeds gekenmerkt door milieu- en sociale problemen. Niettemin is er ook veel voortgang geboekt. Met name de RSPO certificering van palmolie vordert met rasse schreden. De productiecapaciteit voor gecertificeerde palmolie is in februari van dit jaar de 10 miljoen ton gepasseerd. Maar de afname van Certified Sustainable Palm Oil (CSPO) in de markt blijft daar nog bij achter. Ketensamenwerking zal cruciaal zijn om de volgende stap te maken, naar gescheiden stromen van CSPO feedstock. De voortgang van RTRS in de sojamarkt is minder indrukwekkend. Het is niet gelukt om in de Verenigde Staten voet aan de grond te krijgen, en ook de deelname van Braziliaanse sojaproducenten is minimaal. Wel zien we het belang van een aantal andere standaarden (bijvoorbeeld ISCC en U.S. Soybean Sustainability Assurance Protocol) toenemen.Het ligt in de bedoeling dat er benchmarks worden uitgevoerd. Voor zowel de overgang naar duurzame palmolie als verantwoorde soja is 2015 een cruciaal jaar. Als nieuwbenoemde voorzitter van de Werkgroep Duurzame Ontwikkeling van MVO zie ik er naar uit om met alle MVO-leden aan de plannen voor 2015 te werken, en na te denken over stappen daarna. Jan Kees Vis, plaatsvervangend voorzitter
2
Inhoud Voeding en gezondheid
Herkomstetikettering, wat voegt het toe?
4/5
HANDELSPOLITIEK
EU liberaliseert invoer oliën en vetten uit Oekraïne
7
Duurzame ontwikkeling
Europarlementariërs debatteren over duurzame palmolie
8/9
Voedsel- en Diervoederveiligheid
MVO-cursus ‘Food & Feed Safety’ wederom succesvol
10 / 11
ALGEMEEN
Bedrijven besturen MVO: Wilmar Ministeries bezoeken MVO-keten MVO-netwerkevent 2014
Louis Braillelaan 80 2719 EK Zoetermeer
[email protected] MVO MAGAZINE NR 3 APRIL 2014
6 12 / 13 14 / 15
MVO Magazine is een digitale uitgave van MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten en is bestemd voor leden en externe relaties. Het verschijnt 10 keer per jaar. Voor meer informatie zie: www.mvo.nl 3
VOEDING EN GEZONDHEID
Herkomstetikettering, wat voegt het toe?
De Nederlandse oliën- en vettenindustrie is tegen uitbreiding van verplichte herkomstetikettering. Voor verschillende productgroepen, zoals rundvlees, is het etiketteren van de herkomst al verplicht. De Europese Commissie overweegt de verplichting uit te breiden naar andere producten en ingrediënten. De MVO-sector vindt dat met het vermelden van het land van oorsprong van een ingrediënt een bepaalde transparantie wordt gesuggereerd, maar dat deze informatie nietszeggend is voor de consument. Voor de sector heeft de vermelding van de plaats van herkomst enorme ongewenste gevolgen. 4
Janneke van der Bijl, verantwoordelijk voor het thema Voeding en Gezondheid bij MVO: “Bij het vermelden van het land van oorsprong van de producten uit onze sector wordt de consument niet wijzer. Bij oliën geldt dat het land waar de olie geraffineerd is, als het land van oorsprong wordt gezien (zie kader). Stel dat een mayonaise voor meer dan 50% bestaat uit raapzaadolie waarvan de raapzaad in België is verbouwd maar in Nederland is geraffineerd. Op het etiket zal dan gek genoeg komen te staan dat het Nederlandse raapzaadolie is”. Onwerkbaar Voor de MVO-sector is een verplichte vermelding van het land van herkomst van de ingrediënten onwerkbaar. Janneke van der Bijl: “In onze sector werken we met natuurlijke producten, oliën en oliezaden. Dat betekent dat we volledig afhankelijk zijn van de (seizoens-)beschikbaarheid, kwaliteit en prijs. Een oogst kan bijvoorbeeld in een land mislukken, waardoor we het elders moeten inkopen. Flexibiliteit om grondstoffen in te kopen via verschillende leveranciers in verschillende landen is noodzakelijk. Zonnebloemolie bijvoorbeeld, wordt verbouwd in verschillende landen waaronder Hongarije, Oekraïne, Frankrijk, België, Roemenië, Argentinië. Een fles zonnebloemolie bestaat vaak uit een mix van oliën uit verschillende landen. Bij uitbreiding van de verplichte herkomstetikettering zouden alle van toepassing zijnde landen op het etiket vermeld moeten worden. Maar zo makkelijk gaat dat niet. Het is mogelijk dat in de ene maand Roemeense zonnebloemolie, met de gewenste kwaliteit en vetzuursamenstelling, beschikbaar is, terwijl dit een maand later niet meer zo is. Dit zou dan betekenen MVO MAGAZINE NR 3 APRIL 2014
In de etiketteringverordening wordt gesproken over het vermelden van het land van oorsprong of de plaats van herkomst. Wat is het verschil? • Land van oorsprong: is het land waar de laatste substantiële economisch verwerking heeft plaatsgevonden of waar een belangrijke handeling van de productie werd uitgevoerd. Voor olie zou dus gelden dat het land van oorsprong de plaats is waar de raffinage heeft plaatsgevonden. • Plaats van herkomst: is de plaats waar de ruwe grondstof (=oliehoudende zaad, boon of vrucht) vandaan komt.
dat het etiket geregeld moet worden aangepast. Als dit een paar keer per jaar gebeurt dan wordt dit een aanzienlijke kostenpost. En wie gaat dat betalen?” Logistiek “Ook is het belangrijk om te weten dat het bewerkingsproces van oliën een continu proces is en dat het mengen van oliën (die afkomstig zijn van dezelfde zaden/vruchten) vanuit verschillende landen onvermijdelijk is. Een tank van een bottelaar wordt namelijk semi-continu gevuld, terwijl het bottelen ook een paar keer per dag gebeurt. Het is dan onmogelijk om te bepalen wat precies de oorsprongslanden van de gebottelde oliën zijn. Het strikt scheiden van de stromen is echter onbetaalbaar.” Lees hierover meer in het (Engelstalige) standpunt van Fediol (de Europese brancheorganisatie voor oliën en vetten). MVO volgt de ontwikkelingen nauwgezet en blijft hierover in gesprek met het ministerie van VWS en andere stakeholders 5
HANDELSPOLITIEK
Bedrijven besturen MVO Wilmar International Ltd is marktleider in Azië op het gebied van agri-commodities en heeft haar hoofdkantoor in Singapore. Wilmar’s activiteiten bestaan uit het cultiveren van palmbomen, het produceren en raffineren van plantaardige oliën en vetten, productie en raffinage van suiker, productie van specialty fats, oleo-chemische producten en biodiesel, productie van kunstmest en het verwerken van granen. Wilmar onderstreept met haar No Deforestation, No Peat, No Exploitation Policy haar rol als maatschappelijk verantwoorde onderneming. De kracht van Wilmar ligt in haar volledig geïntegreerde en flexibele supply-chain. Wilmar heeft wereldwijd meer dan 450 productielocaties, waaronder 2 in de Rotterdamse haven, en een uitgebreid distributienetwerk. De organisatie wordt ondersteund door een team van bijna 100.000 professionals. Malcolm Osseweijer, Trading Manager bij Wilmar: “Wilmar heeft zich altijd ingezet voor het voortbestaan van MVO, omdat er nergens zo’n goede schakel te vinden is tussen overheid en bedrijfsleven. Hier kunnen we met z’n allen best wel trots op zijn.”
6
EU liberaliseert invoer oliën en vetten uit Oekraïne De EU zal op korte termijn de invoer van producten - waaronder oliën en vetten - uit Oekraïne eenzijdig liberaliseren. De maatregel is bedoeld om de politieke en economische stabiliteit van Oekraïne te bevorderen. Het Europees Parlement stemde hier de afgelopen week mee in. Ook de EU-Raad van Ministers is op 14 april jl. akkoord gegaan. De maatregelen zullen naar verwachting op 23 april van dit jaar van kracht worden, en betekenen een verlaging van de EU-invoerrechten op zowel industrie- als landbouwproducten. Om voor deze tariefverlaging in aanmerking te komen moeten de producten voldoen aan de oorsprongsregels die de EU en de Oekraïne in het kader van hun vrijhandelsafspraken zijn overeengekomen. De maatregelen worden unilateraal ingevoerd. Oekraïne hoeft op zijn beurt dus nog geen tariefverlaging op invoer van EU-producten door te voeren. Het land mag de bestaande invoerrechten op EU-producten echter
MVO MAGAZINE NR 3 APRIL 2014
niet verhogen. De eenzijdige maatregelen lopen uiterlijk tot 1 november 2014. Op deze datum dienen de wederkerige vrijhandelsafspraken uit de Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) in werking te zijn getreden en zijn de eenzijdige EU-maatregelen niet langer noodzakelijk. Nederlandse oliën- en vettenbedrijven importeren vooral zonnebloemolie uit Oekraïne.
7
VOEDING EN GEZONDHEID / duurzame ontwikkeling
Europarlementariërs debatteren over duurzame palmolie De duurzame productie en de voedingskundige aspecten van palmolie stonden centraal tijdens een lunchdebat op 18 maart jl. tussen leden van het Europees Parlement en vooraanstaande deskundigen. Professor Gerard Hornstra benadrukte dat op basis van wetenschappelijke inzichten palmolie niet als goed of slecht aangemerkt kan worden. Hij stelde ook dat totale vervanging van verzadigde vetten in onze voeding onmogelijk is vanwege de structurele eigenschappen van een aantal producten. Adam Harrison van WWF verklaarde dat palmolie uitbannen absoluut geen oplossing is. “Het probleem is niet palmolie zelf, maar waar en hoe het is geproduceerd.” De aanwezigen onderschreven de noodzaak consumenten beter te informeren over duurzame palmolie en gezondheid. Feiten en meningen Het beeld dat consumenten hebben van palmolie is niet altijd positief en wordt gevoed door tegenstrijdige belangen. De deelnemers aan het debat gebruikten de gelegenheid om kwesties met betrekking tot palmolie openlijk te bespreken en beter te begrijpen. Sprekers waren onder andere Prof. Gerard Hornstra, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Maastricht, gespecialiseerd in vetzuren en lid van de wetenschappelijke adviescommissie van de European Palm Oil Alliance (EPOA), Adam Harrison, senior beleidsmedewerker 8
aan dat palmolie naast verzadigde vetzuren ook 50% onverzadigde vetzuren bevat en relatief grote hoeveelheden antioxidanten. Daarnaast wordt palmolie meestal gebruikt in een mix met andere oliën en vetten. Het is aangetoond dat vervanging van verzadigde vetzuren door meervoudig onverzadigde vetzuren het cholesterolgehalte verlaagt en het risico op hart- en vaatziekten vermindert. Prof. Hornstra maakte daarbij wel een kanttekening: “de consumptie van verzadigd vet op zich is niet geassocieerd met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.” Hij voegde hieraan toe “de totale vervanging van verzadigde vetzuren is niet mogelijk vanwege de textuur, stabiliteit en functionele eigenschappen van een aantal producten in onze voeding”.
Duurzame teelt Adam Harrison van WWF benadrukte het belang van meer duurzame productietechnieken. Hij verklaarde: “het probleem is niet palmolie zelf, maar waar en hoe het is geproduceerd. Palmolie vervangen door de teelt van andere olie kan mogelijk meer schade toebrengen en is absoluut niet de oplossing”. De deelnemers onderstreepten het belang van het commitment dat Europese bedrijven hebben afgegeven om tegen het eind van 2015 alleen nog duurzame palmolie te gebruiken Ze waren het erover eens dat het boycotten van palmolie op basis van misverstanden, de positieve stappen naar een duurzame keten kan ondermijnen.
Voeding en Landbouw van WWF International, Danielle Morley, Europees directeur Outreach & Engagement van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO), en dr. Alain Rival, landbouwwetenschapper en auteur van het boek “La palme des controverses - Palmier à huile et enjeux de développement”. Palmolie in voeding Prof. Hornstra wees op de noodzaak van betere voedingsvoorlichting aan de consument en meer begrijpelijke informatie over vetten en gezondheid. Hij gaf MVO MAGAZINE NR 3 APRIL 2014
9
Voedsel- en diervoederveiligheid
MVO-cursus ‘Food & Feed Safety’ wederom succesvol Van 8 tot en met 10 april jl. verzorgde MVO voor het vijfde achtereenvolgende jaar de Engelstalige cursus Food & Feed Safety of Vegetable Oils and Fats. De cursus belichtte, net als bij de eerdere edities, de voedselveiligheid in de plantaardige oliën- en vettenketen vanaf het moment van aankomst van de ruwe olie in de haven tot aan de ontvangst van de geraffineerde olie bij de margarinefabriek. Food & Feed Nieuw dit jaar was dat de cursus niet alleen gericht was op Food, maar ook op Feed. Uit evaluaties van voorgaande cursussen bleek een behoefte aan deze uitbreiding. Bij de raffinage van plantaardige oliën ontstaan immers altijd producten voor de diervoederindustrie. Bij alle onderdelen van de cursus werd dit jaar, naast de voedselveiligheid, ook de diervoederveiligheid behandeld. Hierbij werd ook door GMP+ International een bijdrage geleverd. Cases De cursisten kregen tijdens de cursus een groot aantal presentaties en cases voorgeschoteld van experts uit de sector. Zo werden de verschillende raffinage processen besproken. Verder was er aandacht voor de CCP’s in de Supply Chain en de rol van laboratoria, controlebedrijven en handelsorganisaties. Een en ander werd getoetst aan Europese wet- en regelgeving.
10
Bedrijfsbezoeken Om in de praktijk te kunnen zien hoe voedselveiligheid door bedrijven wordt gewaarborgd, werden vervolgens bezoeken gebracht aan bedrijven (een raffinaderij van tropische oliën, een tankopslagbedrijf en een margarinefabriek) in de Rotterdamse haven. Het Rotterdams Havenbedrijf verleende haar medewerking en gaf informatie over de Rotterdamse haven in het algemeen, en de oliën- en vettensector in het bijzonder. Brede interesse De vijfendertig deelnemers waren grotendeels afkomstig uit de MVO-sector, zowel uit binnen- als buitenland. Daarnaast waren er deelnemers van andere bedrijven uit de levensmiddelenindustrie, controlebedrijven, laboratoria, op- en overslagbedrijven, de diervoederindustrie en de NVWA. MVO is van plan volgend jaar april weer een nieuwe editie van de cursus te organiseren.
MVO MAGAZINE NR 3 APRIL 2014
11
Ministeries bezoeken MVO-keten De economische waarde van de oliën- en vettensector, de verbondenheid en samenwerking van de bedrijven binnen de hele keten, de nationale en internationale dimensies, de maatschappelijke relevantie. Dit alles en meer kwam aan bod tijdens een bezoek van een delegatie van de ministeries van Economische Zaken; Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Buitenlands Zaken aan een aantal bedrijven binnen de MVO-sector. Een busreis in sneltreinvaart langs drie bedrijven in de regio Rotterdam gaf een goed beeld. Het bezoek begon bij IOI Loders Croklaan. Bij de raffinagefabriek voor tropische oliën op de maasvlakte werd een presentatie gegeven over de duurzame ontwikkeling van palmolie. Hierin werd onder andere uitgelegd welke handelsmodellen op dit moment gehanteerd worden en ook dat er gewerkt wordt aan de traceability van de palmolie. Daarnaast was er aandacht voor duurzame bedrijfsvoering en energie-efficiency. Daarbij bleek dat ook in een recent gebouwde fabriek toch nog maatregelen voor energie-besparing mogelijk zijn. Een rondleiding op het terrein sloot dit eerste bezoek af. Vervolgens ging de reis door naar ADM in Europoort, voor een bezoek aan een fabriek waar het crushen van oliezaden plaatsvindt. In de presentatie werd de bedrijfsvoering toegelicht en werd aandacht gevraagd voor onderwerpen zoals biotechnologie en de proble12
MVO MAGAZINE NR 3 APRIL 2014
matiek rond de verduurzaming van soja. Ook werd stilgestaan bij het Europese beleid ten aanzien van biofuels. De delegatie werd ook hier rondgeleid over het uitgebreide terrein van ADM, wat de omvang van de bedrijfsvoering goed duidelijk maakte. Bij Vopak Vlaardingen werd op grote hoogte (bijna 30 meter, boven op een opslagtank) stilgestaan bij de logistieke uitdaging waar een bedrijf voor opslag, overslag en transport van onder meer plantaardige oliën voor staat. Vanwege de tijd moest het laatste onderdeel, een bezoek aan de margarinefabriek van Unilever, helaas worden afgezegd. Helemaal spijtig omdat op die manier een mooi en volledig beeld van de handels keten van plantaardige oliën kon worden gegeven. De dag werd afgesloten met een diner van de delegatie met het bestuur van MVO. 13
MVO-NETWERKEVENT 2014
Gerhard de Ruiter (Sime Darby Unimills) en Gerrit van Duijn (Gerrit van Duijn Consultancy)
Paul Pietersma (Berenschot) en Malcolm Osseweijer (Wilmar Europe Trading BV)
Nele Union ( Vandemoortele Nederland BV) en Frederik Heijink (Ministerie van EZ)
Theo Vrancken (Productschap MVO) en Wim Oosterhuis (Productschap MVO)
Ted van der Put (IDH)
MVO-netwerkevent 2014
Ad Arends (Schutter Rotterdam) en Mar Verhoeff (Lab. Dr. A. Verwey)
Bart van den Briel (Aveno) en Jock van Schie (Van der Kooy Pijnacker BV)
Henk Kant (ADM), Juliane Eykelhoff (Sime Darby Unimills) en Kees Oomen (ADM)
14
MVO MAGAZINE NR 3 APRIL 2014
Jaap van Dalen (Havenbedrijf Rotterdam) en Nicolette Drieduite (Cargill BV)
Evert Schimmel (Nidera BV)
Marcel Bruggeman (Nofalab BV), Nicole Vervaet (MVO) en Annette Klomp (MVO)
Loek Favre (IOI Loders Croklaan), Wim Oosterhuis (Productschap MVO), Marieke Leegwater (Solidaridad) en Jan Kees Vis (Unilever)
Marc Cornelissen (Zuivernoord)
Frans Claassen (MVO) en Wim Thielen (OPNV)
15