Interview 12
nr.4 – 2007
Tien jaar geleden schreef RiemeJan Tjittes, destijds de jongste hoogleraar burgerlijk recht van Nederland, het boek Rhythm & blues van het recht, een bundel verhalen over ‘kleine mensen in de greep van het grote recht’. Met zijn overstap naar advocatenkantoor Allen & Overy hoort Tjittes, die jarenlang raadsheer bij het Arnhemse hof was, definitief bij de grote advocaten en de grote zaken. Maar een blackberry heeft hij niet. door Miek Smilde foto’s Chantal Ariëns
“Litigation
is echt mijn ding” A na ly t isch puzzelen m e t c ommerciële jongen R i e m e -Jan Tjittes nr.4 – 2007
13
interview
E
en paar dagen na zijn officiële indiensttreding als counsel bij Allen & Overy Amsterdam, roemt Tjittes enthousiast de geneugten van het kantoor. Het uitzicht. Die service. Dat talent. Een eigen secretaresse, een hele bibliotheek. Internationale business, geweldige cliëntèle. Niet gek voor een jongen die als enig kind opgroeide, zijn middelbare school doorliep op het Friese platteland en als student een kamer huurde boven een snackbar aan de Groninger Vismarkt. “Als je mijn cv ziet, dan spat de ambitie er van af”, motiveert hij zelf zijn overstap van de rechterlijke macht naar de commerciële advocatuur. “Ik had tot mijn dood raadsheer kunnen blijven, ik had goede collega’s, lief, leuk, hartverwarmend, maar ik leerde niet zoveel meer bij. Elke individuele zaak die je behandelt, blijft boeiend, maar ik merkte dat ik wat afvlakte. Naast mijn werk als raadsheer heb ik altijd veel gedaan, ik ben bijvoorbeeld vaak arbiter geweest in nationale en internationale zaken. Arbiters moeten goed kunnen communiceren, maar ook een zeker commercieel gevoel hebben. Een arbiter moet met een ondernemer kunnen meedenken, oog hebben voor zijn financiële belangen, zijn reputatie. Veel rechters hebben dat wat minder. Ik ben toch een beetje een commerciële jongen.” Wat word je uurtarief? “Ik heb nog geen idee. Ik ga ervan uit dat het fatsoenlijk is. Ik heb ook geen idee welk bedrag aan het eind van deze maand op mijn rekening wordt bijgeschreven.”
Rieme-Jan Tjittes Riemert Pieter Jan Lucris Tjittes werd in 1967 in Zutphen geboren. Hij groeide op in Appelscha, zat op school in
Ach kom. Je hebt toch wel salarisonderhandelingen gevoerd? “Ja, dat wel, en ik weet ook wel wat het bruto zo’n beetje is, maar of daar vakantiegeld bijzit, en hoe het zit met het pensioen, ik heb echt geen flauw idee.”
Oosterwolde en ging vervolgens rechten studeren in Groningen. Op 19-jarige leeftijd werd hij student-assistent bij de vakgroep Inleiding en daarna bij Burgerlijk
Een raadsheer verdient nog geen ton, een counsel aanzienlijk meer. Was dat geen reden over te stappen? “Nee. Ik heb echt nooit om geld gegeven. Anders was ik wel apotheker geworden, of was ik advocaat gebleven. Ik ben namelijk vlak na mijn afstuderen een jaar advocaat geweest, maar het klikte niet met het kantoor waar ik destijds zat en toen ben ik, met nog een stagiaire, vertrokken. Ik was ook nog maar 21, misschien was het te jong.”
recht. Na zijn afstuderen werkte hij een jaar als advocaat-stagiaire bij het toenmalige Buruma Maris, maar keerde terug naar de wetenschap en ging lesgeven aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. In 1994 promoveerde hij in Groningen op “een rechtsvergelijkend onderzoek naar de betekenis van de (onderlinge) hoeda-
Te jong voor de advocatuur en dus werd je maar hoogleraar, dertig jaar oud. De jongste hoogleraar burgerlijk recht van Nederland destijds. “Ja, maar alles is relatief. Volgens mij was Hugo de Groot zestien toen hij een eredoctoraat kreeg.”
nigheid van partijen voor de totstandkoming en de vaststelling van de inhoud van rechtshandelingen”. Hij werkte vervolgens bij de civiele sectie van het Wetenschappelijk Bureau van de Hoge
Roem is relatief. “Jong zijn is relatief. Dingen gaan voorbij. Ik trad laatst op voor de vereniging van letselschadeadvocaten waar ik dagvoorzitter was. Daar moesten allemaal heel jonge en gedreven advocaten een verhaal houden, ik was echt de oude man die het jonge spul een beetje bij elkaar moest houden. Op dat moment voelde ik me voor het eerst oud.”
Raad alvorens hoogleraar burgerlijk recht aan de Vrije Universiteit te worden. De laatste acht jaar werkte hij als raadsheer bij achtereenvolgens de gerechtshoven Amsterdam en Arnhem. Regelmatig is hij arbiter in nationale en internationale arbitrages.
Dus was het tijd voor een nieuwe baan. “Ja. Ik kon weer ergens hoogleraar worden, dat heb ik even overwogen. Maar toen herinnerde ik mij weer waarom ik destijds bij de VU ben weggegaan. Ik vond de universiteit verzuipen in bureaucratie, en dat is er sindsdien niet beter op geworden. De politiek schermt met de leus ‘Nederland Kenniseconomie’. Laat me niet lachen. Als je ziet hoe de universiteiten moeten werken met zo weinig mensen en zoveel eisen, dat is niet te doen. Als je een onderzoek wilt doen, en daarvoor geld vraagt bij NWO (Nederlands Wetenschappelijk Onderzoek, red.) moet je voorspelbare onderzoeksvoorstellen indienen en concurreren met
Tjittes is sinds 1 maart 2007 als counsel verbonden aan de praktijkgroep litigation van Allen & Overy. Hij moet gewoon de stageopleiding volgen, weliswaar een compacte versie ervan, maar hij krijgt geen vrijstelling voor een vak als burgerlijk procesrecht. “Maar wel voor mediation geloof ik.” Daarnaast is hij nog voor 0,01 fte hoogleraar aan de VU, en raadsheer-plaatsvervanger bij het hof Arnhem. Tjittes is getrouwd en heeft een dochter en een zoon.
nr.2 – 2006
15
honderd andere hoogleraren uit even zovele disciplines, een totale waste of money. Hoe gestreeld ik ook was om weer als hoogleraar te worden gevraagd, ik verlangde toch naar iets anders. En toen ben ik wat gaan rondsnuffelen.”
begint vaak heel klein, en gaat dan escaleren. Wil je werkelijk tot een oplossing komen, dan moet eerst de emotie eruit. In het juridische bedrijf is daar niet altijd de tijd voor, en rechters miskennen wel eens hoe belangrijk die emoties zijn, zeker als het om ondernemingen gaat. Maar ook ondernemingen, of bestuurders ervan, kunnen zich miskend voelen, onbegrepen of slecht behandeld. Vooral als naast de rechtspersoon nog een bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld voor verwijtbaar handelen, worden mensen woest. Het is heel belangrijk niet aan deze emoties voorbij te gaan. Door de buiten-juridische context erbij te betrekken kun je veel conflicten voorkomen en oplossen.”
Hoe gaat dat, rondsnuffelen? Ga je iemand bellen, schakel je een headhunter in? “Omdat ik die arbitrages deed, kende ik wel wat mensen uit de internationale advocatuur. Mijn huidige collega Marieke van Hooijdonk bijvoorbeeld kende ik van een zaak waarin ik als ‘expert witness on Dutch law’ was betrokken. Ik kende Jan-Louis (Burggraaf; nummer 5 in de Legal Week top tien van Europese M&A-advocaten, “Rechters miskennen wel eens hoe red.) van de Grotius Academie waar wij beiden hoofdbelangrijk emoties zijn, zeker als docent zijn van de opleiding ‘Nationaal en internationaal Je klinkt nu meer als een het om ondernemingen gaat” contracteren’. En ik kende psychologisch geschoolde Arnold Croiset van Uchelen nog uit Groningen. Arnold is mediator dan als een gehaaide procestijger. compagnon, en destijds was hij student-assistent bij burgerlijk “Ik kan goed onderhandelen, dat is waar. Ik houd ervan recht, voordat ik dat werd. Ik heb wel met andere kantoren communicatie te stimuleren. Maar ik blijf een echte jurist. gesproken, maar na een etentje met de counsels en partners Dat zuiver analytische puzzelen is toch het leukste dat er is. van litigation bleek het ook op persoonlijk vlak erg te klikIk ben bij het hof wel eens ingevallen bij de familiekamer. ken. In de advocatuur lopen toch veel blaaskaken rond, maar Ontzettend leuk en menselijk heel belangrijk, maar juridie ben ik hier nog niet tegengekomen. En litigation is echt disch is het minder interessant, alle zaken lijken uiteindelijk mijn ding. Ik heb als overheidsrechter veel ervaring, dat is op elkaar. Bij dit kantoor heb ik meer ruimte voor het bemijn trucje. Als er ellende is, stap ik in. Dat is overigens ook antwoorden van zeer complexe vragen in een internationale het meest creatieve deel van het recht, vind ik. Zoeken naar omgeving. Daar houd ik van.” een oplossing. Ik wil iets kunnen doen voor mensen. Mensen hebben een probleem en daarvoor moet een oplossing In het boek Rhythm & blues van het recht behandel je 19 komen, daar gaat het toch om. Bij het hof heb ik daarvan zaken uit de alledaagse werkelijkheid van kleine mensen die ook altijd het meest genoten. Van die zaken die al tien jaar met het grote recht in aanraking komen. Die kleine mensen sleepten en die dan binnen een paar uur werden opgelost. kunnen jou nu niet meer betalen. Je kunt jezelf niet eens Daarvan liep ik meer naast mijn schoenen dan van een prachbetalen. Vormen de tarieven die jij nu hanteert geen belemtig arrest met rollende rechtsoverwegingen.” mering om mensen te helpen hun problemen op te lossen? “Iedereen moet in beginsel toegang tot het recht hebben. Had je niet beter een ander vak kunnen kiezen als je zo Maar dat is niet de verantwoordelijkheid van dit kantoor. Ik graag mensen wilt helpen hun problemen op te lossen? ben een echte liberaal, en hier gaat het over vraag en aanVaak lijkt het juridische bedrijf de problemen eerder aan bod. Zolang er partijen zijn die deze bedragen willen betate wakkeren dan dat het oplossingen biedt. len, zijn onze uurtarieven verantwoord. Dat legt wel een “Volgens mijn definitie is privaatrecht niets anders dan het enorm beslag op de advocaten. Wil je dit soort tarieven rechttrekken van misgelopen communicatie. Een burenruzie rechtvaardigen, dan moet je de kwaliteit van een vijf-sterren-
16
nr.4 – 2007
interview
hotel leveren. Dat begint bij de receptie, alles moet onberispelijk zijn. The spirit is in the detail.”
macht. Omdat ze die cliënten zat zijn en niet meer altijd en overal gebeld willen worden.”
Dat vroeg ik niet. Ik vroeg of de tarieven die jij nu hanHeb jij al een blackberry? teert geen belemmering vormen om mensen te helpen hun “Ah, de beruchte zwarte bes. Nee, nog niet. En als het niet problemen op te lossen? echt nodig is, ga ik er ook niet aan beginnen.” n “Het bewaken van de toegang tot de rechter is het best in handen van de Orde van Advocaten, die namens alle Europees privaatrecht blijft utopie advocaten optreedt. Er zijn ook aanEr zal geen overkoepelend privaatrechteUNIDROIT Principles for International Combieders die het voor € 150 of € 200 lijk stelsel voor heel Europa komen, vermercial Contracts, en de Principles of per uur doen, en de Orde moet ervoor wacht Rieme-Jan Tjittes. Zeker de regelEuropean Contract Law. Tjittes heeft niet zorgen dat ook die mensen een zeker geving over de onrechtmatige daad zal de al te veel vertrouwen in de praktische kennisniveau hebben, zodat zij een komende decennia fier nationaal overeind relevantie daarvan. “Dit zijn studeerkagoede juridische dienstverlening kunblijven staan. “Hoe publiekrechtelijker een merprojecten. Al die wetenschappers die nen bieden. De Orde moet een minionderwerp is, hoe politieker het is en des daaraan werken zijn reuze slim en hun mum kwaliteit garanderen. Overigens te meer hecht een land aan zijn eigen nor- werk is interessant, maar de praktijk nemen ook wij onze maatschappelijke men”, legt Tjittes uit. “Nationale waarden heeft er niets aan. Ik wil realistisch blijverantwoordelijkheid hoor. Kantoren en normen spelen dan een grote rol. Een ven. Ik gun iedereen zijn lolletje, maar als dit doen veel pro-bonowerk voor gemeenschappelijk Europees familierecht het is toch wel relevant te weten wat allerlei maatschappelijke organisaties is bijvoorbeeld ondenkbaar, omdat daar te mensen er mee gaan doen.” als War Child.” veel gevoelens en culturele aspecten aan Liever dan Europese regels op te stellen, Je bent niet de enige die de praktijkgroep litigation van A&O heeft binnengehaald, ook Hendrik Jan Biemond, die vijf jaar als officier van justitie werkte, is weer als de verloren zoon verwelkomd. “He served his country for a while”, zoals hij dat zelf destijds zei, en nu kiest hij weer voor de advocatuur. Dreigt de rechterlijke macht niet te veel van zijn topjuristen aan de grote commerciële advocatuur te verliezen? “Dat weet ik niet, ik denk het niet. Vooralsnog zie ik geen massale uittocht bij de rechterlijke macht. Bij het hof zitten nog steeds heel slimme mensen. De rechterlijke macht heeft weer andere voordelen.” Noem er eens een paar. “Rechterswerk is uitdagend werk, zeker als je met z’n drieën zit. Hoewel we hier natuurlijk ook in teams werken. In de rechterlijke macht heb je flexibeler werkdagen, en meer vrijheid. Ook bij de rechterlijke macht is er een behoorlijke druk om te presteren, maar de druk van de cliënt ontbreekt. Dat is voor advocaten vaak een reden om op een gegeven moment over te stappen naar de rechterlijke
zitten. Denk alleen maar aan het homohu-
bestudeert Tjittes het fenomeen van de
welijk, of de erkenning van rechten van
zogeheten boilerplates. Dat zijn stan-
onechte kinderen. In Europa krijg je daar
daardbepalingen, vaak van Anglo-Ameri-
nooit consensus over.”
kaanse origine, die steeds vaker in inter-
Hetzelfde geldt voor de onrechtmatige
nationale contracten worden opgenomen.
daad. Daarbij gaat het immers vooral
‘Time is of the essence’ is zo’n bepaling,
over de vraag hoe de samenleving tegen
die naar Engels recht nodig is om ontbin-
bepaalde risico’s aankijkt, wat ook iets
ding wegens overschrijding van een tijds-
normatiefs heeft. Tjittes geeft het voor-
limiet mogelijk te maken. De ‘entire
beeld van het smartengeld, dat in Neder-
agreement clause’ is een ander voor-
land nog steeds fiks lager ligt dan in
beeld. Op basis van deze clausule kunnen
andere Europese landen. “In Nederland
contractpartijen zich alleen beroepen op
bestaat nog steeds de idee dat wij in het
wat uitdrukkelijk op papier is overeenge-
hiernamaals rijkelijk zullen worden
komen en op niets anders.
beloond voor al het leed dat we op aarde
Tjittes merkt dat het in de praktijk nog wel
hebben geleden, maar dat we het daar-
eens lastig is deze boilerplates uit te leg-
mee moeten doen. In Spanje en Engeland
gen als het recht van een civil law land van
gaat het gewoon om een bom duiten.”
toepassing is. “In onze doctrine passen ze
Tjittes houdt eigenlijk niet van die Neder-
namelijk niet. Het is veel nuttiger mensen
landse mentaliteit. Hij vindt dat in het
te wijzen op de consequenties van dit soort
juridische bedrijf de ethische bril op het
clausules in een Nederlandse of Franse
nachtkastje moet blijven liggen. “Wat dat
setting, dan nieuwe Europese regels op te
betreft ben ik een Fransman, ik houd van
tuigen. Het consumentencontractenrecht
de neutrale staat. In Frankrijk krijgt ook
en voor een belangrijk deel ook het ven-
niemand die als advocaat of rechter
nootschapsrecht zijn al Europees, en voor
wordt beëdigd de keuze tussen de belofte
de rest kunnen bedrijven afspreken wat ze
of de eed. Je le jure, dat is het. God heeft
willen. Wat ze in de praktijk ook doen. We
in de rechtszaal niets te zoeken.”
hebben in het internationale commerciële
Ook wat betreft het commerciële contrac-
kooprecht het Weens Koopverdrag, maar
tenrecht ziet Tjittes geen grote Europese
partijen sluiten dat verdrag vrijwel altijd
eenheid gloren, hoewel daaraan wel hard
uit. Ze stellen hun eigen regels wel op. Dat
wordt gewerkt. Bijvoorbeeld aan de
heet contractvrijheid.”
nr.4 – 2007
17