Catharijne Onderwijs Interne Geneeskunde
Module MEDISCHE ETHIEK
COIG regio Utrecht
MODULE MEDISCHE ETHIEK
Colofon De inhoud van moduleboek is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van: Prof. dr. J.J.M. van Delden, Hoogleraar Medische Ethiek, Juliuscentrum – UMC Utrecht. Website: www.rocuinternegeneeskunde.nl Secretariaat COIG Regio Utrecht:
[email protected], 088-75550801 Correspondentieadres: Prof. dr. J.J.M. van Delden Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde HP Str.6.131 Postbus 85500 3508 GA Utrecht 088-7559305 2
Catharijne Onderwijs Interne Geneeskunde regio Utrecht
MODULE MEDISCHE ETHIEK
Catharijne Onderwijs Interne Geneeskunde
Module: MEDISCHE ETHIEK
Versie 4 Januari 2013
3
MODULE MEDISCHE ETHIEK
Overal waar voor deelnemers of docenten de mannelijke vorm wordt gebruikt kan ook de vrouwelijke vorm worden gelezen.
4
Catharijne Onderwijs Interne Geneeskunde regio Utrecht
MODULE MEDISCHE ETHIEK
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2. 2.1 2.2 3.
INLEIDING --------------------------------------------------------------------------------- 7 W OORD VOORAF ..................................................................................... 7 THEMA 1: AUTONOMIE ............................................................................. 7 THEMA 2: MEDISCHE BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE .................... 7 LEERDOELEN MODULE MEDISCHE ETHIEK ................................................ 8 DAGPROGRAMMA VAN MODULE MEDISCHE ETHIEK .................................... 9 ZELFSTUDIE OPDRACHTEN MODULE MEDISCHE ETHIEK -------------- 10 TE BESTUDEREN LITERATUUR ................................................................ 10 VOORBEREIDINGSOPDRACHT W ERKGROEPEN EN MTE ........................... 10 LITERATUURLIJST EN WEBSITES ----------------------------------------------- 11
5
MODULE MEDISCHE ETHIEK
6
Catharijne Onderwijs Interne Geneeskunde regio Utrecht
MODULE MEDISCHE ETHIEK
1. Inleiding 1.1 Woord vooraf Medische ethiek is niet nieuw. Wel nieuw is de frequentie waarmee een arts en zeker ook de medisch specialist met moreel geladen situaties geconfronteerd wordt en de belangstelling waarmee de maatschappij diens beslissingen en handelingen volgt. Ethische dilemma’s ontstaan zowel in de praktijk van de directe patiëntenzorg als vanuit conflicten tussen verplichtingen die de arts heeft ten opzichte van zijn patiënt en ten opzichte van de samenleving. Doordat de moderne geneeskunde zo intensief verbonden is met een verscheidenheid aan medisch-ethische vragen ontkomt geen enkele arts er aan een standpunt over die vragen in te nemen. Hij of zij kan dat niet uitstellen tot hij of zij klaar is met het “echte” werk in de vorm van de behandeling van de patiënt, want daarvoor zijn deze aspecten van het werk te zeer met elkaar verweven. Kennis van de medische ethiek is daarom van groot belang voor een professioneel verantwoorde beroepsuitoefening door de arts, ook al tijdens de opleiding tot specialist. Er is gekozen voor 2 thema’s, waarmee U ook tijdens de (voor-)opleiding Interne Geneeskunde al veelvuldig te maken krijgt: autonomie van de patiënt en medische beslissingen rond het levenseinde. Houdt U er rekening mee bijtijds zorg te dragen voor de benodigde voorbereiding, waarbij deze keer ook van alle deelnemers individueel wordt gevraagd zelf voor relevante casuïstiek te zorgen (zie verder paragraaf 2.2).
1.2 Thema 1: Autonomie De gedachte dat een patiënt recht heeft op informatie en alleen met diens toestemming mag worden behandeld heeft volop ingang gevonden in het denken van de moderne arts. Ondanks de helderheid van deze uitspraak is er in de praktijk nog vaak onduidelijkheid over de precieze toepassing en uitwerking van deze regel. Vertel je de patiënt iets als je nog slechts vermoedens hebt, of pas als de diagnose duidelijk is? Informeer je de patiënt alleen of geef je ook advies? En wanneer is de patiënt eigenlijk niet goed in staat om van zijn zelfbeschikkingsrecht gebruik te maken. Onderwerpen die op deze dag (afhankelijk van de casuïstiek) verder zullen worden uitgediept zijn: Verschillende modellen van de arts-patiënt relatie en de gevolgen voor de communicatie Het verschil tussen autonomie als recht en als ideaal Wanneer informeer je de patiënt (niet)? Waarover informeer je de patiënt? Wanneer is sprake van wilsbekwaamheid?
1.3 Thema 2: Medische beslissingen rond het levenseinde Je zou geneeskunde kunnen opvatten als een bijzondere vorm van weldoen. Natuurlijk is dan de grote vraag wanneer precies sprake is van weldoen. Kunnen anderen, bijvoorbeeld de internist, inschatten wat goed is voor een ander, of wanneer diens kwaliteit van leven zodanig slecht is dat de dood wellicht nog verkieslijker is? Daarnaast is de moderne arts ervan doordrongen dat de geneeskunde weliswaar veel vermag maar tegelijkertijd ook schade kan berokkenen. Aangezien het uitgangspunt primum non nocere nog steeds geldt, is dan de vraag wanneer van schaden sprake is. Onderwerpen die op deze dag (afhankelijk van de casuïstiek) verder zullen worden uitgediept zijn:
7
MODULE MEDISCHE ETHIEK
Wanneer kun je afzien van behandelen? Wat is de betekenis van het begrip medisch zinloos? Hoe kunnen wilsverklaringen een rol spelen? Morele aspecten van pijn- en symptoombestrijding (inclusief terminale sedatie) De beoordeling van het lijden bij een verzoek om euthanasie
1.4 Leerdoelen module Medische Ethiek De hierna gespecificeerde leerdoelen vormen een leidraad voor de kennis en vaardigheden waarover u na afloop van het volgen van deze module tenminste zou moeten beschikken. Dat wil niet zeggen dat alles ook tijdens de COIG dag aan de orde kan komen.
1.4.1 Kennisdoelen a) De deelnemer beschikt in de context van casuïstiek over (parate) feitenkennis en kan deze kennis toepassen ten aanzien van het volgende: De verschillende betekenissen en praktische verschijningsvormen van autonomie Typen beslissingen rond het levenseinde en het onderscheid hier tussen Relevante morele begrippen t.a.v. bovenstaande b) De deelnemer heeft inzicht in het vóórkomen en de complicerende factoren van bovengenoemde onderwerpen en kan dit demonstreren in de context van een casus. c) De deelnemer weet welke informatiebronnen geschikt zijn voor a.s. internisten om informatie over de onder a) en b) genoemde onderwerpen op te zoeken (d.w.z. welke handboeken, toonaangevende tijdschriften, websites) d) De deelnemer heeft inzicht in de wijze waarop het patiëntperspectief bij de bovengenoemde ziektebeelden een rol speelt en kan dit inzicht relateren aan een casus. De deelnemer kan maatschappelijke aspecten die bij deze aandoeningen en bij de gevolgen van die aandoeningen van betekenis zijn identificeren en toepassen op casuïstiek, zoals transculturele aspecten en aspecten samenhangend met religie en geloofsovertuiging.
1.4.2 Vaardigheidsdoelen a) De deelnemer kan een moreel probleem herkennen en op een geordende wijze bespreken b) De deelnemer kan zijn eigen standpunt inzake een moreel probleem beargumenteren c) De deelnemer toont dat hij de aanbevolen informatiebronnen adequaat kan raadplegen d) De deelnemer kan een moreel probleem t.a.v. een casus adequaat presenteren aan collega’s van de eigen discipline en van andere disciplines. e) De deelnemer laat zien dat hij in de context van een casus kan omgaan met de eerder genoemde richtlijnen en protocollen. f) De deelnemer laat zien dat hij in de context van een casus herkent wanneer advies en hulp van collega's van een andere discipline moeten worden ingewonnen.
8
Catharijne Onderwijs Interne Geneeskunde regio Utrecht
MODULE MEDISCHE ETHIEK
1.5 Dagprogramma van module Medische Ethiek 08.30 - 09.00
Ontvangst met koffie Registratie en definitieve indeling werkgroepen
09.00 - 09.25
Plenaire introductie op het ochtendthema module Medische Ethiek: Toelichting op het stappenplan, Prof. dr. J.J.M. van Delden
09.30 - 10.45
Module Medische Ethiek, Werkgroep 1: Autonomie, bespreken van zelf de meegebrachte casuïstiek volgens het stappenplan Onderbroken door korte koffiepauze om ± 10.00 uur
10.45 - 11.00
Pauze
11.00 - 11.45
Autonomie, Meet the Expert, Prof. dr. J.J.M. van Delden Plenaire bespreking van één van de casus uit de werkgroepen, met nadruk op proces
11.45 - 12.30
Plenaire bespreking van twee andere casus uit de werkgroepen, met nadruk op inhoud
12.30 - 13.30
Lunch
13.30 - 14.45
Module Medische Ethiek, Werkgroep 2: Medische beslissingen rond het levenseinde, bespreken van de zelf meegebrachte casuïstiek volgens het stappenplan
14.45 - 15.00
Pauze Medische beslissingen rond het levenseinde, Meet the Expert, Prof. dr. J.J.M. van Delden
15.00 - 15.40
Plenaire bespreking van één van de casus uit de werkgroepen, met nadruk op proces
15.40 - 15.50 15.50 - 16.30
Korte Pauze
16.30 - 17.00
Capita selecta: plenaire bespreking van inhoudelijke aspecten (beide thema’s) die nog zijn blijven liggen
17.00 - 17.15
Schriftelijke evaluatie
17.15 - 18.00
Informeel napraten met een drankje
Plenaire bespreking van twee andere casus uit de werkgroepen, met nadruk op inhoud
9
MODULE MEDISCHE ETHIEK
2. Zelfstudie opdrachten module Medische Ethiek Voor een goed verloop van de COIG dag is het noodzakelijk dat u voorafgaand aan deelname de zelfstudieopdrachten heeft gedaan. Een gedegen voorbereiding is nodig om zelf optimaal profijt te hebben van het gebodene op de dag zelf, maar ook om samen met de overige leden van uw groep te zorgen voor een goed rendement van de bijeenkomsten. Tijdens de werkgroepen wordt actieve participatie en inhoudelijke inbreng verwacht van alle deelnemers. Gezien het karakter van het onderwerp wordt bij deze module ook de casuïstiek ingebracht door de deelnemers zelf. Zie paragraaf 2.2. Tijdens de onderwijsdag wordt een methode aangereikt waarmee klinische problemen kunnen worden geanalyseerd. Met deze methode wordt vervolgens aan de hand van eigen casuïstiek geoefend. De methode die u daarbij volgt is die van het stappenplan. Ter voorbereiding leest U Hoofdstuk 2 uit : Bolt I, Verweij M, Delden JJM van. Ethiek in Praktijk. Assen: Van Gorcum, 2005.
2.1 Te bestuderen literatuur Voorafgaand aan uw deelname aan de COIG dag bestudeert u de volgende verplichte literatuur: Artikelen over autonomie: Stirrat GM, Gill R. Autonomy in medical ethics after O'Neill. J Med Ethics. 2005 Mar;31(3):127-30. Epstein RM, Alper BS, Quill TE. Communicating evidence for participatory decision making. JAMA. 2004 May 19;291(19):2359-66. Artikelen over medische bslissingen rond het levenseinde: Bosshard G, Nilstun T, Bilsen J, Norup M, Miccinesi G, Delden JJM van, Faisst K, Heide A van der. Forgoing Treatment at the End of Life in Six European Countries. Arch Intern Med 2005;165: 401-407. Delden JJM van. The unfeasibility of requests for euthanasia in advance directives. J Med Ethics 2004; 30: 447-451 Kite S, Wilkinson S. Beyond futility: to what extent is the concept of futility useful in clinical decision-making about CPR? Lancet Oncol 2002;3: 638-42. Stappenplan: Hoofdstuk 2 uit: Bolt I, Verweij M, Delden JJM van. Ethiek in Praktijk. Assen: Van Gorcum, 2010.
2.2 Voorbereidingsopdracht Werkgroepen en MTE Zowel de werkgroep bijeenkomsten als de plenaire Meet the Expert sessies vinden in deze module plaats aan de hand van door de deelnemers zelf ingebrachte casus. Van de deelnemers wordt verwacht dat ze in de weken voorafgaand aan de onderwijsdag alert zijn op relevante casuïstiek categorieën (Autonomie en Medische beslissingen rond het levenseinde) en die voor zichzelf noteren. Elke deelnemer heeft op de COIG dag tenminste twee eigen papieren casus bij zich: uit elk van beide categorieën (Autonomie en MBL) minstens één casus.
10
Catharijne Onderwijs Interne Geneeskunde regio Utrecht
MODULE MEDISCHE ETHIEK
3. Literatuurlijst en Websites Verplichte literatuur Artikelen over autonomie: Stirrat GM, Gill R. Autonomy in medical ethics after O'Neill. J Med Ethics. 2005 Mar;31(3):127-30. Epstein RM, Alper BS, Quill TE. Communicating evidence for participatory decision making. JAMA. 2004 May 19;291(19):2359-66. Artikelen over medische bslissingen rond het levenseinde: Bosshard G, Nilstun T, Bilsen J, Norup M, Miccinesi G, Delden JJM van, Faisst K, Heide A van der. Forgoing Treatment at the End of Life in Six European Countries. Arch Intern Med 2005;165: 401-407. Delden JJM van. The unfeasibility of requests for euthanasia in advance directives. J Med Ethics 2004; 30: 447-451 Kite S, Wilkinson S. Beyond futility: to what extent is the concept of futility useful in clinical decision-making about CPR? Lancet Oncol 2002;3: 638-42. Stappenplan: Hoofdstuk 2 uit: Bolt I, Verweij M, Delden JJM van. Ethiek in Praktijk. Assen: Van Gorcum, 2010. Naslag Beauchamp T, Childress JF. Principles of Biomedical ethics. 6th ed. New York: Oxford University Press, 2009. Bolt I, Verweij M, Delden JJM van. Ethiek in Praktijk. Assen: Van Gorcum, 2010. Have H ten, Leeuwen E van, Meulen R ter. Medische ethiek. 3e druk. Bohn, Satfleu, Van Loghum, 2009. Websites Website van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie, met o.a. informatie over de meldingsprocedure en de benodigde formulieren. http://www.euthanasiecommissie.nl/
Via de Website van de KNMG www.knmg.nl/publicaties zijn verschillende documenten te downloaden, o.a.: Kennisdocument levenseinde. Literatuurstudie: begrippen en zorgvuldigheidseisen rond het levenseinde. Auteur: mr. dr. J. Legemaate.
11