Catalpa Werkplan kindercentrum De Speeldoos
Februari 2012
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding 2. Groepsindeling/ stamgroep koppelgroep 2.1 Inzet personeel 3. Vierogen-principe 4. Waarden en Normen 5. Dagindeling 0-3 jaar Dagindeling 3-4 jaar 6. Eten en drinken 7. Slapen 8. Activiteiten 8.1 Elisabeth, Wieken 9. Wennen 10. Feesten 11. Hygiene 12. Zieke kinderen 13. Medicijn gebruik 14. Oudercontacten
Februari 2012
2
1. Inleiding Een werkplan beschrijft hoe wij kinderen begeleiden tijdens hun verblijf op ons kindercentrum. Het vertelt wat we doen en waarom we dat zo doen. Het is een lokale vertaling van de pedagogische visie, die Catalpa heeft op de kinderopvang die zij biedt. 2. Groepsindeling/ stamgroep koppelgroep De inzet van het aantal beroepkrachten in relatie tot het aantal kinderen gebeurt conform de CAO richtlijnen. Kindercentrum de Speeldoos heeft een semi - verticale groepsindeling. Dit betekent dat er kinderen in de leeftijd van 0 tot 3 jaar en kinderen van 3-4 jaar binnen 1 groep opgevangen worden. De Speeldoos heeft 3 groepen, de namen van de groepen zijn; Tommie groep en Pino groep. (groepen van 0-3 jaar) En de Koekiemonster groep. (groep van 3-4 jaar) Alle kinderen hebben een eigen stamgroep. Dit is de groep waar zij primair worden opgevangen. Het kan zijn dat een kindje gaat spelen bij een andere groep dan zijn / haar stamgroep. Als dit gebeurd gaat er altijd een vaste leidster mee met het kindje naar de andere groep. Dit doen wij om de veiligheid te waarborgen en om de emotionele ontwikkeling van het kind niet te belemmeren.
2.1 Inzet personeel Groep van 0-3 jaar: 1 leidster per 5 kinderen. Groep van 3-4 jaar: 1 leidster per 8 kinderen Er word in de groep van 0-3 jaar eerst naar de leeftijden van de kinderen gekeken, bij 4 kinderen onder 1 jaar komt er een extra pedadogisch medewerker bij. In de groepen werken we met gediplomeerde pedagogische medewerkers Ook stagiaires zoals spwers zijn aanwezig. Zij worden boventallig ingezet. Zij worden door de groepsleidsters in samenwerking met de praktijkopleider begeleidt. Allen zijn voorzien van een verklaring omtrent goed gedrag. 3. Vierogen-principe Een aanbeveling vanuit het Rapport Gunning is het zogenaamde „vierogen-principe‟. Dit houdt in dat er twee volwassenen aanwezig moeten zijn, die de kinderen in een groep kunnen zien of horen. Binnen de locatie is het belangrijk dat de groepen overzichtelijk zijn. Er mogen geen hoekjes binnen de ruimte ontstaan waar onvoldoende overzicht is. Pedagogisch medewerk(st)ers moeten te allen tijde de groep kunnen overzien. Door het gebruik van ramen binnen het kinderdagverblijf zorgen we ervoor dat er transparante ruimtes ontstaan. Dat betekent dat deze ramen vrij moeten blijven om goed zicht te houden. Dat betekent: geen kasten voor de ramen niet vol hangen met tekeningen van de kinderen slaapkamer ramen niet afplakken
Februari 2012
3
-
deuren tussen de groepen niet afplakken (bijvoorbeeld wanneer een eigen kind (eren) van een pedagogisch medewerk(st)er op een aangrenzende andere groep zit)
De groepen zijn door middel van de keuken en de verschoningsruimte aan elkaar gekoppeld. Op deze manier hebben de pedagogisch medewerk(st)ers en eventuele stagiaires zicht op elkaar. Op haal- en brengmomenten en tijdens pauzes staat een pedagogisch medewerker op deze manier altijd met iemand samen. Daarnaast zetten wij expliciet stagiaires in op deze momenten.
Invalkrachten Eigen invalkrachten maken deel uit van team en worden als vaste medewerkers beschouwd. Uitzendkrachten en onbekende invalkrachten zijn niet alleen in het pand en worden niet alleen op een groep ingeroosterd. Bij pauzes en/of werkoverleg wordt er gekeken naar de beste oplossing. Dit om er voor te zorgen dat de invaller/uitzendkracht niet alleen op de groep staat en daarbij is het belangrijk om regelmatig te kijken en te vragen of de invaller/uitzendkracht nog hulp nodig heeft. De invaller wordt van tevoren op de hoogte gebracht van de belangrijke afspraken van de locatie. Mobiele telefoon en social media De regels rondom het gebruik van mobiele telefoons, het maken van foto‟s en social media zijn aangescherpt. Hieronder de afspraken: * *
*
* *
*
*
Mobiele telefoons zijn niet toegestaan op de groep. Er worden geen foto‟s en/of filmpjes met eigen fotocamera en/of mobiele telefoon gemaakt op de vestiging. Dit gebeurt alleen met een camera die eigendom is van het kinderdagverblijf. Met de camera van het kinderdagverblijf mogen er foto‟s gemaakt worden van de verschillende activiteiten, uitjes, verjaardagen en bijvoorbeeld voor het ontwikkelingsvolgsysteem op het kinderdagverblijf. Het is niet toegestaan om ontklede kinderen of kinderen in luiers te fotograferen en/of te filmen. Op verzoek van ouders mogen foto‟s gemaakt worden met een camera van ouders/verzorgers, bijvoorbeeld voor een verjaardag. Op deze foto‟s mogen ook andere kinderen staan, tenzij ouders hebben aangegeven dit niet te willen (dit kan aangegeven worden in het intakeformulier). Deze foto‟s blijven in het bezit van betreffende ouders/verzorgers. Externen zoals bijvoorbeeld pers, fotografen, studenten, tv programma‟s of andere externen mogen geen foto‟s en/of filmpjes maken op de vestiging. Hier moet altijd toestemming voor gevraagd worden. Dit kan de locatiemanager aangeven bij zijn of haar clustermanager. Beeldmateriaal blijft op de vestiging. De foto‟s en/of filmpjes worden op de bedrijfscomputer en/of laptop ge-upload en in mapjes geordend en opgeslagen. Beeldmateriaal wordt niet thuis ge-upload vanaf de camera. (uitzondering vormt de locatiemanager, die de foto‟s extern upload, totdat er in
Februari 2012
4
* *
*
het voorjaar 2012 een nieuwe bedrijfscomputer wordt geïnstalleerd waarop dit ook mogelijk is.) Wanneer er foto‟s afgedrukt worden gebeurt dit alleen met toestemming van de locatiemanager. Foto‟s en/of filmpjes die gemaakt worden op de vestiging of tijdens een buitenactiviteit worden niet geplaatst op het internet en dan met name de sociale media zoals: Hyves, Facebook, Twitter, Blogs of een eigen website. Van alle pedagogisch medewerk(st)ers wordt verwacht dat zij zich aan deze regels houden. Daarnaast hebben de pedagogisch medewerk(st)ers een meldingsplicht als collega‟s zich hier niet aan houden. De locatiemanager ziet er op toe dat bovenstaande afspraken worden nageleefd en spreekt de pedagogisch medewerk(st)ers aan wanneer dit niet gebeurt.
Het bieden van voldoende emotionele veiligheid voor het kind Kinderen ontwikkelen een gevoel van veiligheid als de sociale en fysieke omgeving steun en houvast biedt. Uitgangspunt van kindercentrum de Speeldoos is dat kinderen zich veilig en geborgen voelen tijdens de opvang. Om dit gevoel te ontwikkelen en waarborgen gebruikt kindercentrum De Speeldoos. De volgende middelen: - pedagogisch medewerker – kind – interactie - de groep - inrichting - spelmateriaal - activiteiten Als de situaties herkenbaar en voorspelbaar zijn en doordat ze het gevoel hebben dat ze zelf een rol hierin spelen. Leidsters spelen een belangrijke rol in het bieden van emotionele veiligheid. Het bieden van voldoende emotionele veiligheid voor het kind is de basis van het kindercentrum de Speeldoos. Kinderen moeten zich „thuis‟ voelen, moeten zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Pas dan kunnen ze zich verder ontwikkelen. Op basis hiervan zijn drie uitgangspunten bepaald: 1. Ieder kind is geplaatst in een stamgroep waarop vaste en sensitieve pedagogisch medewerksters werkzaam zijn. Elke stamgroep is gekoppeld aan een „koppelgroep‟, zijnde de tweede stamgroep van het kind. 2. De aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. 3. De inrichting van de groepen is gericht op een gevoel van geborgenheid. Ad 1. Elke dag is minimaal 1 van de vaste pedagogisch medewerkster werkzaam op de stamgroep en/of koppelgroep van het kind. Deze pedagogisch medewerkster is het aanspreekpunt voor de ouders. Ouders zijn op de hoogte van zowel de stamgroep als de koppelgroep waaraan hun kind gekoppeld is. Als kinderen een dag doorbrengen op de koppelgroep, wordt dit altijd gecommuniceerd met de ouders. Er kunnen verschillende redenen zijn dat een kind een dag doorbrengt in de Februari 2012
5
koppelgroep, dit zijn o.a. wennen aan de toekomstige groep, aanwezigheid van bekende leeftijdsgenootjes in de koppelgroep, aanwezigheid van broertje of zusje in de koppelgroep of uitdagende activiteiten die plaatsvinden in de koppelgroep. Van alle kinderen wordt een lijst bijgehouden waarop duidelijk aangegeven is welke afspraken er gemaakt zijn over stamgroep, koppelgroep en vaste pedagogisch medewerkers in deze beide groepen. Op daglijsten en roosters wordt dagelijks geregistreerd welke kinderen die dag naar een koppelgroep gaan. Ook kinderen met een zgn. flexibel contract maken gebruik van de combinatie stamgroep-koppelgroep. Op deze wijze wordt ook voor deze kinderen het gevoel van emotionele veiligheid gewaarborgd. Ad 2. In aanvulling op punt 1 kan het voorkomen dat er in de stamgroep op een dag(deel) geen bekende leeftijdsgenoten van het kind aanwezig zijn. In dat geval wordt, inspelend op behoefte van het kind, bekeken of er op de koppelgroep bekende leeftijdsgenoten aanwezig zijn waarmee het kind de dag kan doorbrengen of wordt er, in het kader van het opendeuren-beleid, naar spel- en activiteitmomenten op de koppelgroep gekeken. Ad 3. Kinderen zijn nieuwsgierig. Als ze zich veilig, vertrouwd en fit voelen, gaan ze de omgeving ontdekken. Kinderen hebben behoefte aan uitdaging en ontwikkeling en ook het verleggen van grenzen, zowel letterlijk als figuurlijk. Ook laten we kinderen kennismaken met de wereld buiten kindercentrum de Speeldoos. Wanneer ze eraan toe zijn, mogen ze mee wandelen, boodschappen doen, etc. We halen de wereld ook binnen door in onze inrichting en materialen rekening te houden met actualiteiten voor het kind. Zo kunnen we opa‟s en oma‟s uitnodigen, met thema‟s werken over bijv. de basisschool, het ziekenhuis, baby op komst etc. 3.2 Opleidingseisen beroepskrachten: - diploma MBO-CW ,-IW, - SD, -V, -VZ, -SA, -AW - diploma MDGO-AW/ RW, -AW/ CV, -AB, -SA/ SD, -VZ, -VP, -SPW - diploma MBO-SPW en SD (kwalificatieniveau 3 en 4), -AB en –SCW (kwalificatieniveau 4), conform WEB - diploma KV/JV (3-jarig) - diploma Leidster Kindercentra van de Landelijks Stg. OVDB - diploma vakopleiding Leidster kindercentra, conform WEB - akte Kleuterleidster B - akte Lager onderwijs zonder hoofdakte („oude‟ kweekschoolopleiding) - diploma applicatiecursus leraar basisonderwijs (als vervolg op en in combinatie met kleuterakte A/ B) - diploma Arbeidstherapie (MBO-AT) - diploma HBO Creatieve therapie - diploma docent Dans - diploma docent Drama - diploma lerarenopleiding Omgangskunde - diploma Verpleegkunde A, - B, - Z - overgangsbewijs naar laatste jaar pedagogische academie - 3e jr. p.o. HBO volgend - SPH, CMV, MWD.
Februari 2012
6
*Verantwoorde kinderopvang: verdere stappen naar de toekomst. Convenant kwaliteit kinderopvang, december 2011- versie mei 2009 4. Waarden en normen Op het kindercentrum geven we de kinderen, door de manier waarop we de kinderen benaderen, een aantal standaard normen en waarden mee. Zoals wanneer een pedagogische medewerker met iemand aan het praten is en een kindje wil wat vragen, dat hij of zij leert te wachten op zijn of haar beurt. Verder bijvoorbeeld niet met volle mond praten, delen, beurtgedrag, respectvol met andere kinderen en volwassenen omgaan.
5.Dagindeling 0-3 jaar Doordat bij ons kinderen in de leeftijd van 0 tot 3 jaar worden opgevangen, worden er verschillende dagritmes gehanteerd: - voor de jonge baby‟s wordt zoveel mogelijk het dagritme van thuis aangehouden; - de dreumesen slapen soms nog twee keer per dag en volgen verder het dagritme van de groep; - de peuters slapen nog 1 keer per dag en sommige grote peuters slapen overdag helemaal niet meer. De indeling van de dag ziet er dan globaal als volgt uit: - Tot ongeveer negen uur kunnen de kinderen gebracht worden. De leidsters die aanwezig zijn, begroeten het kind en de ouder en nemen samen met het kind afscheid van de ouder. Als dit afscheid wat moeilijk verloopt, probeert de leidster het kind van zijn verdriet af te leiden door speelgoed aan te bieden of samen iets te gaan doen. Afscheid nemen is heel belangrijk ook huilt het kind misschien de eerste keren. Toch geven de leidsters duidelijk aan dat mama/papa weggaat en ook weer terugkomt, daardoor zal het kind dit onthouden en ontdekken dat de ouders echt terugkomen. Wij bieden de ouders altijd de mogelijkheid om tussendoor even te bellen om te vragen hoe het met het kind gaat! Op het moment van brengen spelen de kinderen vrij. - Als om negen uur alle kinderen gearriveerd zijn nemen de leidsters met elkaar de bijzonderheden van de overdracht van die ochtend door. Bijzonderheden worden altijd opgeschreven in de overdrachtmap. De bezettingslijsten worden ingevuld. - We maken gedurende de dag veel gebruik van vaste rituelen, een lied voor het plassen of opruimen is hier een goed voorbeeld van. - Om ongeveer half tien, gaan we opruimen en aan tafel zitten. We stimuleren zoveel mogelijk het meehelpen met opruimen te stimuleren omdat wij kinderen graag willen leren zorg voor hun omgeving te hebben. Alle kinderen komen aan tafel te zitten, dus ook de baby‟s die op dat moment nog niet slapen, komen erbij in een wipstoeltje. We zingen liedjes en kinderen vertellen dingen
Februari 2012
7
-
-
-
-
-
-
die ze meegemaakt hebben. Op deze manier ontstaat er een soort van „kringgesprek‟ wat voor de kinderen erg leuk en belangrijk is. Zo kunnen we ook praten over een broertje of zusje dat geboren is, een kindje dat er niet is die dag omdat hij/zij ziek is en als iemand jarig is dan vieren we uiteraard deze verjaardag ! Hierdoor krijgen de kinderen ook veel betrokkenheid bij het groepsgebeuren en interesse voor elkaar. We drinken sap en eten fruit. Na het drinken lezen we bijna altijd voor uit een boekje. Dit moment van de dag is heel duidelijk een groepsgebeuren waarbij het groepsproces belangrijk is; Na dit moment zijn de meeste dreumesen toe aan hun slaapje en worden ze eventueel verschoond en naar bed gebracht. Nu is het tijd voor activiteiten (zie verder uitleg activiteiten): er wordt een keus gemaakt uit een of meer van de volgende activiteiten: o buitenspelen; o knutselen; o spelletjes doen; o spelen in de hal; o voorlezen; De dreumesen worden zo langzamerhand allemaal wakker en uit bed gehaald en aangekleed. Om ongeveer half twaalf, na het opruimen en handen wassen, gaan we aan tafel voor de broodmaaltijd en ook nu geldt: elk kind dat wakker is, komt erbij. De maaltijd is immers een sociale groepsgebeurtenis. De zelfredzaamheid van de kinderen wordt zoveel mogelijk gestimuleerd: zelf je brood smeren, soms eten met een vorkje (ook heel goed voor de oog-hand coördinatie). Ook het elkaar helpen is belangrijk: de dreumes die naast je zit af en toe een stukje brood geven; de pindakaas doorgeven, etc. Bij het brood wordt melk gedronken; Na het brood, kleden de dreumesen/peuters die nog 1 keer per dag slapen, zich zoveel mogelijk zelf en doen hun pyjama aan en worden vervolgens naar bed gebracht; Voor of na het eten worden de kinderen verschoond. Voor de dreumesen is nu de tijd aangebroken voor een gerichte activiteit zoals hierboven omschreven. De peuters die niet slapen, doen mee met de dreumesen of kiezen zelf waarmee ze willen spelen. De kinderen die een halve dag komen, worden rond dit tijdstip gehaald of gebracht; Rond twee uur gaan de dreumesen weer naar bed nadat zij hun koekje gegeten hebben en iets hebben gedronken; Om ongeveer half drie komen de peuters uit bed en nadat ze zichzelf weer zo goed en kwaad als het gaat hebben aangekleed, gaat de hele groep om de tafel om iets te drinken en fruit te eten. Ook nu staat het samen zijn en samen iets doen (zingen, voorlezen, praten) centraal. Hierna is er weer tijd voor een gerichte activiteit zoals eerder omschreven en worden de dreumesen weer wakker; Tussen half vijf en zes uur worden de kinderen opgehaald in het lokaal of in de hal en bij mooi weer buiten. De leidsters nemen de tijd voor een praatje met de ouders en nemen afscheid van het kind. Om ongeveer 5 uur gaan we meestal nog aan tafel zodat we nog iets kunnen drinken en eten en daarna kunnen de kinderen vrijspelen met speelgoed dat voor het grijpen ligt of met materiaal dat wordt aangeboden.
Februari 2012
8
Dagindeling 3-4 jaar Dagschema 3+ groep 7.30 – 9.00 uur 9.00 – 10.00 uur 10.15 uur 10.35 uur 11.45 uur 12:30 uur 13.30 uur 14.30 uur 15:00 uur 16.30 uur 17.00 uur
Ontvangst Fruit eten en vrijspel Kringgesprek Activiteiten Lunch/ warme maaltijd Rustmoment Vrijspel of activiteit Rustmoment drinken en een koekje Activiteiten Drinken en een cracker Spelen aan tafel/voorlezen e.d.
3-4 jarigen groep Wat is een 3 plusser? Jonge kinderen hebben grote behoefte aan structuur, continuïteit en geborgenheid. Een kind dat de leeftijd heeft bereikt van drie jaar krijgt echter steeds meer behoefte aan uitdaging, aan andere activiteiten, aan ontdekking van de wereld om hem heen. Door de oudste kinderen specifieke activiteiten aan te bieden, kom je tegemoet aan de behoefte van deze kinderen tot meer uitdaging, meer ruimte en andere activiteiten. Onder 3+ activiteiten verstaan we naast het aanbieden van gerichte activiteiten ook (geleid) vrijspelsituaties met leeftijdsgenoten. Daarmee zal de overstap naar school ook minder groot worden. .
6. Eten en drinken Flesvoeding wordt door de ouders zelf meegenomen in poedervorm in een “container” voorzien van naam. De voeding moet onbereid meegegeven worden. Voor het verwarmen van de voeding beschikken wij over een magnetron en flessenwarmer. Borstvoeding kan hier ook gegeven worden. Kinderen tot 1 jaar krijgen diksap, na een jaar roosvicee of diksap. Bij het brood wordt melk gedronken (halfvolle- of karnemelk.) Aan het begin van de ochtend en ‟s middags krijgen de kinderen bij het drinken fruit. Verschillende soorten fruit, gebaseerd op het seizoen, worden klaar gemaakt en de keus is aan het kind. Fruithappen voor baby‟s wordt dagelijks vers bereid. Tijdens de lunch eten we bruin brood. De kinderen hebben bij de eerste boterham de keuze uit „gezond‟ broodbeleg, zoals worst en kaas. Bij een volgende boterham kunnen ze ook kiezen uit de verschillende soorten zoet broodbeleg. We beginnen pas met het geven van brood aan baby‟s als ouders dit aangeven. De kinderen hebben daarnaast de keus uit beschuit, crackers of
Februari 2012
9
een plak ontbijtkoek. Ter afwisseling worden af en toe knakworstjes, tosti‟s, ei of iets dergelijks aangeboden. Snoep geven wij in principe niet! Snoep dat in de vorm van een traktatie komt, hanteren wij de regel dat 1 snoepje gegeten wordt, de rest wordt mee naar huis gegeven. Voor baby‟s geldt uiteraard dat we het dagritme wat het kind gewend is zoveel mogelijk na streven. Van ouders vernemen we evt. wijzigingen betreffende voeding en ritme. Als kinderen een bepaald dieet volgen, houden wij ons hier uiteraard aan. Als het dieet erg afwijkend is van ons voedingspatroon en het daardoor niet door ons aangeschaft kan worden, vragen wij de ouders de voeding mee te geven. 7. Slapen Geadviseerd door Stichting Consument en Veiligheid en GGD hanteren wij o.a de volgende adviezen: Baby‟s slapen in principe op de rug. In overleg met ouders eventueel anders. Dan hanteren wij het “wiegendood” protocol Geen gebruik van dekbed of deken in dekbedhoes voor kinderen onder de 2 jaar. Bedden worden “kort” opgemaakt. Baby‟s niet te warm kleden Veilige bedjes De omgeving is veilig Bedknuffels en spenen van thuis kunnen meegegeven worden. Hygiëne en controle hierop zijn voor verantwoording van de ouders. Voor verdere informatie verwijzen wij naar ons protocol Wiegendood. Voor het inbakeren en fixeren van kinderen handelen wij volgens protocol.
8. Activiteiten Onder activiteiten verstaan wij alles wat de kinderen (kunnen) ondernemen in hun ontwikkeling. Dat kan zijn: knutselen met papier, lijm en verf, maar ook kringspelletjes, voorlezen, vrij spel, tafel dekken, met zijn allen eten, buiten spelen, muziek maken, opruimen, etc. We proberen altijd een duidelijk begin en einde aan een activiteit te geven. We zingen bijv. altijd hetzelfde liedje als we gaan eten, zodat duidelijk wordt dat we overschakelen naar een andere activiteit. Het opruimen na een activiteit heeft ook zo‟n afrondende functie, terwijl het ook als doel heeft het kind al jong te leren zorg te dragen voor zijn omgeving. Wij werken ontwikkelingsgericht, dat wil zeggen dat de activiteiten zijn aangepast aan de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Dit houdt voor de allerkleinsten in dat de pedagogische medewerkers actief afwisseling in het spel van baby‟s brengen: de pedagogische medewerker wisselt de speelplek af: na de box even schommelen en daarna bijv. spelen met de pedagogische medewerker op de matras. Wij bieden de baby‟s een variatie van spelmateriaal aan, zoals: rammelaars, Februari 2012
10
knuffels, babygym of speelgoed van verschillende materialen gemaakt. Er worden momenten gecreëerd waarop de aandacht alleen gericht is op die ene baby, op schoot, helpen met rollen op de matras of spelletjes doen. Tevens is het moment van verschonen en het moment tijdens en na het geven van de fles ook bij uitstek geschikt om individuele aandacht te geven aan het kind en de ontwikkeling te stimuleren. Voor de dreumesen is voldoende spelmateriaal aanwezig dat prikkelt en stimuleert. Op de momenten van vrij spelen kunnen de kinderen spelen met het speelgoed welke ze zelf kiezen. Op andere momenten wordt hen juist bepaald speelgoed aangeboden, zoals Duplo en speelt de pedagogische medewerker mee. Op bepaalde momenten van de dag, bijv. als de baby‟s slapen, worden er gericht activiteiten aangeboden, wat kan variëren van knutselen tot samen spelletjes doen. In het lokaal zijn speelhoeken ingericht die vooral aantrekkelijk zijn voor peuters en hun fantasiespel: een poppenhoek, een bouwhoek. Net als de dreumesen worden op bepaalde momenten van dag gerichte activiteiten aangeboden aan de peuters. Daarbij horen bijv. kostenloze materialen die regelmatig gebruikt wordt om samen met de pedagogische medewerker te spelen, zoals bijv. closetrollen, dozen, doeken of krantenpapier. Het voorlezen neemt een belangrijke plaats in tussen al deze activiteiten. Wij hebben boeken in de groepen (en van de bibliotheek) en wisselen die met elkaar uit; voorlezen is altijd een stukje herkenning: het verhaal van de Berenjacht, wordt steeds leuker naarmate het vaker verteld wordt. Dit geldt ook voor liedjes zingen met bijbehorende bewegingen. Voor alle activiteiten geldt dat ze vrijblijvend zijn. Uiteraard stimuleren wij de kinderen om deel te nemen aan de activiteiten en zullen we zoveel mogelijk tegemoet komen aan de individuele wensen van het kind. Wij zullen een kind nooit dwingen mee te doen aan een activiteit. Het streven is elke dag, ook al is het even, naar buiten te gaan. Ze kunnen in de zandbak spelen, fietsen klimmen en glijden. Ook baby‟s en dreumesen die nog niet kunnen lopen, gaan zoveel mogelijk mee naar buiten: in de box, op het kleed of in de buggy. Bij minder mooi weer letten wij erop dat het niet te koud is. Bij slecht weer is het mogelijk om in de speelhal met de kinderen te spelen. Daarbij is altijd een pedagogische medewerker actief aanwezig. Aangezien wij tegemoet willen komen aan de individuele wens van het kind, werken wij met “het open deuren beleid”. Dit houdt in dat er b.v. een of meerdere activiteiten aangeboden worden in verschillende groepen, waaraan elk kind deel kan nemen, ongeacht van welke groep ze zijn. Voorbeeld: in de tommiegroep is een verfactiviteit, terwijl in de koekiemonstergroep muziek gemaakt wordt. Buiten spelen we allerlei kringspelletjes. Alle groepsdeuren staan open en de kinderen kunnen zelf kiezen welke activiteit ze hoelang willen doen. De dagen waarop we dit doen rouleren, zodat ieder kind de gelegenheid krijgt om hieraan mee te doen. Door middel van een planning werken wij met thema‟s. Het hele kindercentrum en een flink aantal activiteiten staan dan gedurende een aantal weken in het teken van
Februari 2012
11
zo‟n thema: winter, lente, water, ziek zijn, natuur, jungle, opa en oma etc. Vervolgens worden er activiteiten aangeboden waarbij de 6 ontwikkelingsgebieden aan bod komen, te weten: 1. ontwikkeling van zelfstandigheid en omgevingsbewustzijn; 2. sociaal-emotionele ontwikkeling; 3. spelontwikkeling; 4. taalontwikkeling; 5. grove en fijne motorische ontwikkeling; 6. cognitieve ontwikkeling. Via een nieuwsbrief worden ouders op de hoogte gehouden van de activiteiten en thema‟s. Verschillende thema‟s kunnen worden afgesloten met een grote activiteit: b.v. paasbrunch, Jungleoptocht, Sintfeest, Kerstlunch etc Voor onze visie m.b.t. speelgoed, verwijzen wij naar ons speelgoedplan. 8.1 Elisabeth en de Wieken 3x in de maand gaat er groepje van 5 a 6 oudere kinderen op maandagmorgen, dinsdagmorgen of vrijdagmorgen naar het Elisabeth en/of de Wieken. Samen met het Elisabeth en de Wieken hebben wij een ouderen/kind project. Dat houdt in dat er gezamenlijk activiteiten worden gedaan, koffie/ranja drinken, liedjes zingen, knutselen, voorlezen, kringspelletjes. Van de kinderen die meegaan, daarvan wordt eerst toestemming gevraagd aan de ouders of de desbetreffende kinderen mee mogen. Vooral de interactie tussen de ouderen en kinderen is geweldig om te zien. Beide groepen beleven dan ook veel plezier aan deze ochtend. 9. Wennen Voordat een kind op ons kindercentrum komt, spreekt de locatiemanager met de ouders een datum af voor een intakegesprek. In dit gesprek vertelt de locatiemanager over onze organisatie en de manier waarop wij werken. Aan de ouders wordt een intakeformulier meegegeven waar ze de gegevens in kunnen vullen met daarin een afsprakenformulier. De ouders vertellen iets over hun kind. Na de ingangsdatum van het contract is er voor de ouders de gelegenheid, de eerste twee weken, samen te wennen met het kind op de afgenomen dagdelen. Dit in overleg met de locatiemanager en de pedagogische medewerker.
10. Feesten Wij vieren regelmatig feesten met de kinderen. Samen feest vieren legt de nadruk op het gevoel van verbondenheid met elkaar en de gezamenlijke vrolijkheid versterkt de onderlinge band. Het leuke van een feest is ook dat de dagelijkse gang van zaken onderbroken wordt. Bij feesten horen vaste gewoontes en gebruiken zoals versieringen, liedjes en speciaal eten en drinken. Dit geeft kinderen een gevoel van herkenning en verhoogt de sfeer.
Februari 2012
12
Het vieren van een verjaardag is heel belangrijk. Wij besteden hier uitgebreid aandacht aan en de jarige staat volop in de belangstelling. Er is een verjaardagsstoel en feestmuts voor de jarige. Nadat er luidkeels is gezongen mag de jarige trakteren. Als je jarig bent, wordt vaak getrakteerd. Alleen wat trakteer je dan? Bij een traktatie gaat het vooral om het geven. Wat er gegeven wordt, is op deze leeftijd nog niet zo belangrijk. Ook de kinderen die getrakteerd worden, gaat het meer om het ontvangen dan om wat ze ontvangen. Een traktatie kan dus bestaan uit een klein presentje, zoals een potlood, een leuk versierd doosje rozijntjes, een grappig mandarijntje etc. Als er snoep getrakteerd wordt, hanteren wij de spelregel dat tijdens de traktatie er 1 snoepje gegeten mag worden en dat de rest van de snoep in de tas mee naar huis gaat. U kunt dan thuis zelf bepalen of en wanneer u deze snoep aan uw kind geeft. 11. Hygiëne Pedagogische medewerkers zijn verantwoordelijk voor de hygiëne op hun eigen groep. Wij werken met een hygiëneprotocol, wat nageleefd en geregistreerd moet worden. Huishoudelijke taken zijn onlosmakelijk verbonden met het groepswerk. Het maken van duidelijke afspraken en registratie over wie wat wanneer doet, zijn noodzakelijk. Hierbij valt te denken aan afspraken rondom wasverzorging, keuken/koelkast schoonmaak, opruimen van voorraadkasten en schoonmaak van speelgoed. Ook de huishoudelijk medewerkster wordt extra hiervoor ingezet. 12. Zieke kinderen Ieder kind is wel eens ziek. Soms is het moeilijk om te beoordelen of je hem of haar thuis moet houden van het kindercentrum. Kinderen kunnen plotseling ziek worden, maar ook zo weer opknappen. De mate van ziek zijn kan bij kinderen snel veranderen. Een hangerige, wat koortsige peuter kan na even te hebben geslapen weer helemaal zijn opgeknapt. Een onschuldig lijkende verkoudheid kan snel verergeren. Reden genoeg om ziekte bij jonge kinderen serieus te nemen. Kinderen die ziek zijn, hebben behoefte aan een rustige vertrouwde omgeving, waar ze de nodige aandacht en verzorging kunnen krijgen. Deze vinden ze het liefst thuis. Op het kindercentrum kan uw kind niet goed meedoen met het groepsgebeuren en voor de pedagogische medewerkers is het soms onmogelijk om hun aandacht te verdelen tussen het zieke kind en de anderen in de groep. Als het kind een besmettelijke ziekte heeft of een andere aandoening die besmettelijk is, kan ook de rest van de groep worden besmet. Dit is vervelend, maar kan niet altijd worden voorkomen. Sommige ziekten zijn immers al besmettelijk voordat er symptomen optreden, bijv: waterpokken. Toch kan het gebeuren dat kinderen met bepaalde symptomen niet worden toegelaten op het kindercentrum. De reden hiervoor is dat de kans op verdere of uit de hand lopende besmetting extra groot is door de volgende factoren: jonge kinderen spelen dicht op elkaar waardoor ziektekiemen makkelijker overgedragen worden; ze hebben nog geen begrip van hygiëne en steken bijvoorbeeld regelmatig speelgoed in de mond; ze zijn extra vatbaar, omdat ze tegen veel ziekten nog geen antistoffen hebben opgebouwd. Wij volgen de adviezen van de GGD op.
Februari 2012
13
Als wij gedurende de dag constateren dat het kind ziek/ koortsig is, nemen wij contact op met de ouders en overleggen. Het kan zijn dat wij de ouder vragen het kind op te komen halen. Wij gaan uit van het standpunt dat eventueel doktersbezoek door de ouders gedaan wordt, behoudens acute gevallen. Wanneer een kind boven de 38,5°C koorts heeft verzoeken wij ouders om hun kind op te komen halen. Pas wanneer het kind voldoende is uitgeziekt, kan het weer naar het kindercentrum komen. Als het kind nog medicijnen gebruikt bij hervatting van de opvang op het kinderdagverblijf, verwijzen wij naar het medicijnprotocol. Het kan gebeuren dat het kind niet helemaal fit, maar ook niet echt ziek is, als het „s ochtends naar het kindercentrum komt. Belangrijk is dan dat de ouder dit doorgeeft aan de pedagogische medewerkers van de groep, zodat zij het kind extra in de gaten kunnen houden en indien nodig contact op kunnen nemen met de ouder als het kind opgehaald moet worden. 13. Medicijngebruik In verband met allerlei wettelijke regelingen m.b.t. medisch handelen in kinderdagverblijven, hanteren wij de volgende regel: In principe worden er in het kindercentrum geen medicijnen toegediend aan kinderen. Medicijnen toedienen is sinds enige tijd volgens de wet BIG een eenvoudige medische handeling en mag alleen verricht worden na schriftelijke toestemming van de ouders. Als pedagogische medewerkers medicijnen zouden toedienen aan kinderen zonder schriftelijke toestemming van de ouders zijn zij strafbaar. Vandaar dat wij deze regel hebben ingesteld. Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt, als het gaat om een medicijn dat op doktersrecept is voorgeschreven, op naam van het kind staat, is voorzien van de bijsluiter, van recente datum is en als het medicijn toegediend moet worden op een tijd, die valt binnen de tijd dat het kind op het kindercentrum is. Daar waar mogelijk wordt het medicijn toegediend door de ouder. Dit geldt bijvoorbeeld voor een medicijn dat 2x per dag en niet tijdsgebonden gegeven moet worden. In dat geval kunnen de ouders zelf het medicijn toedienen. Als een medicijn, hieronder vallen ook zelfzorgmiddelen zoals homeopathische middelen, toegediend moet worden in het kindercentrum, gelden de volgende afspraken. het medicijn zit in de originele verpakking; de originele bijsluiter is ingesloten; op het etiket staat de naam van het kind en de dosering vermeld; de ouder geeft toestemming voor het toedienen van het medicijn middels het invullen en ondertekenen van een formulier. Op het formulier staat vermeld om welk medicijn het gaat en hoe en wanneer het toegediend moet worden; de ouder geeft instructie over de wijze van toedienen; als het toedienen van de medicatie bij het kind niet lukt, wordt de ouder hiervan op de hoogte gesteld; in alle gevallen waarin het beleid niet voorziet en in twijfelgevallen wordt besloten en gehandeld in overleg met de locatiemanager. Februari 2012
14
Allerlei middelen, die niet aan bovenstaande criteria voldoen, worden door ons niet toegediend. In het protocol “medicijngebruik” is nader omschreven en vastgelegd hoe wij omgaan met medicijngebruik in onze kinderdagverblijven.
14. Oudercontacten Vanuit onze visie, dat het belangrijk is dat ouders en pedagogische medewerkers een goed contact hebben met elkaar, besteden wij op verschillende manieren aandacht aan oudercontacten; Intakegesprek Alle nieuwe ouders worden uitgenodigd voor een intake gesprek. Hier wordt de basis gelegd voor het vertrouwen van de ouders in een goede opvang voor hun kind.
Tevredenheidonderzoek Om het jaar krijgen de ouders een enquête mee naar huis zodat wij weten of ouders tevreden zijn over ons kindercentrum/organisatie en of er verbeterpunten zijn.
10-minutengesprek Twee keer per jaar vinden er gesprekken tussen de pedagogische medewerkers en ouders plaats over de ontwikkeling van hun kind. Als basis voor dit gesprek dienen de ingevulde lijsten van het Catalpa Ontwikkelingsvolgsysteem®. Op verzoek van ouders of van de pedagogische medewerkers of van de leidinggevende kan er altijd tussen door een gesprek plaatsvinden als hier behoefte aan is. Breng- en haalcontacten Aan het begin van de dag, als de kinderen gebracht worden, en aan het einde van de dag bij het ophalen, proberen de pedagogische medewerkers tijd vrij te maken om met de ouders te praten over het kind en zijn belevenissen. Deze dagelijkse gesprekjes tussen de ouders en de pedagogische medewerkers kunnen ons inziens een grote bijdrage leveren aan de band tussen ouders en pedagogische medewerkers. De pedagogische medewerkers proberen hun aandacht zo goed mogelijk te verdelen over de ouders. Soms kan dit wel eens moeilijk zijn, bijvoorbeeld omdat er veel ouders tegelijk binnen komen of omdat de kinderen aandacht vragen. Voor kinderen tot ongeveer 1 jaar kan er op verzoek van ouders een schriftje geschreven worden. Ouderavond Minimaal eenmaal per jaar organiseren wij een ouderavond. De inhoud van deze avond is zeer divers. Soms wordt er gekozen voor een opvoedingsthema. Een andere keer staat gezelligheid centraal. De onderwerpen voor ouderavonden worden aangedragen door zowel het team als de oudercommissie. De organisatie ligt bij het team en/of de oudercommissie.
Februari 2012
15
Activiteiten waarbij ouders betrokken worden Af en toe betrekken wij ouders bij de organisatie en/of uitvoering van activiteiten, zoals een optocht, BBQ, nieuwjaarsviering of een uitstapje. Het spreekt vanzelf dat ouders zelf bepalen of zij hiervoor tijd vrij kunnen maken. Schriftelijke informatie Naast mondelinge informatie via de pedagogische medewerkers, ontvangen ouders schriftelijke informatie van het kindercentrum. Deze wordt d.m.v. een informatiebrief uitgegeven door de locatiemanager in samenwerking met het team. Ook kan de oudercommissie hier nieuws in plaatsen. Bij belangrijke gebeurtenissen, bijvoorbeeld personeelswisselingen, worden ouders per brief op de hoogte gesteld. Eindgesprek Wanneer het verblijf op het kinderdagverblijf beëindigd wordt, willen wij graag van de ouders horen hoe men de kwaliteit van de opvang ervaren heeft. Het tienminuten gesprek van het ontwikkelingsvolgsysteem zal als een kind bijna 4 jaar wordt, gekoppeld worden aan een eindgesprek met de ouder en de pedagogische medewerker van de groep. Wij vinden het belangrijk om feedback te krijgen over onze organisatie, zowel over het kinderdagverblijf als over ons servicekantoor. De ervaringen van ouders nemen wij mee in de verdere ontwikkeling en verbetering van onze organisatie.
Februari 2012
16