Pedagogisch Werkplan
Kinderdagverblijf De Speeldoos
Pedagogisch werkplan Kinderdagverblijf de Speeldoos Smallsteps B.V. november 2015
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
2.
Visie en uitgangspunten Smallsteps Kinderopvang
3.
Beschrijving van de vestiging
4.
Randvoorwaarden 4.1 Groepsindeling (aantal stam/basisgroepen, leeftijd, aantal plaatsen in de groep,) 4.2 PKR; berekening met 1ratio.nl 4.3 Medewerkers 4.4 Toepassen 3- uurs regeling 4.5 Flexibele opvang 4.6 Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen 4.7 Open deurenbeleid 4.8 Samenvoegen van groepen 4.9 Wenbeleid 4.10 Afmelden van kinderen en ophalen door derden. 4.11 Achterwachtregeling
5.
Middelen 5.1 Dagindeling 5.2 Huisregels 5.3 Inrichting binnen en buiten 5.4 Materialenaanbod 5.5 Observatiemethode
6.
Pedagogisch handelen 6.1. Praktijkvoorbeelden
7.
Rituelen en pedagogisch handelen 7.1 Corrigeren en belonen 7.2 Halen en brengen 7.3 Eten –en drinkmomenten 7.4 Slapen 7.5 Verschonen, verzorgen en zindelijkheid 7.6 Activiteiten 7.7 Thema’s en Uk en Puk 7.8 Feesten
8.
Normen en waarden 8.1 Taalgebruik 8.2 Seksualiteit en intimiteit
9.
Kwaliteitszorg
9.1 9.2 9.3 9.4
10.
11. 12.
Ziekte van kinderen en medicijngebruik Zorgkinderen Inspectie wet Kinderopvang Aanbevelingen Rapport Gunning 9.4.1 4-ogen principe 9.4.2 Procedure rondom werving en selectie 9.4.3 Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling 9.5. Protocollen Samenwerking met ouders 10.1 10-minutengesprekken 10.2 Breng -en haalmomenten 10.3 Nieuwsbrief 10.4 Schriftjes 10.5 klanttevredenheidsonderszoek 10.6 exitgesprek 10.7 activiteiten waar ouders bij worden betrokken 10.8 Oudercommissie 10.9 klachten Vertrouwenspersoon Mediagebruik
1. Welkom Voor u ligt het pedagogisch werkplan van kinderdagverblijf de Speeldoos in Delden. Wij bieden dagopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar. SmallSteps kinderopvang is de moederorganisatie van kdv de Speeldoos in Delden. Als team zorgen wij er voor dat uw zoon of dochter een fijne tijd bij ons heeft. Het algemeen pedagogisch beleid van Smallsteps BV vormt het kader waarbinnen wij de dagelijkse praktijk binnen kdv de Speeldoos vormgeven. In het werkplan dat voor u ligt staat beschreven hoe wij dit beleid in de praktijk vormgeven. Het algemeen pedagogisch beleidsplan en het werkplan vormen samen een geheel. In dit pedagogisch werkplan zullen we spreken van ouders waar we ook verzorgers bedoelen omdat dit makkelijker leest. Het pedagogisch werkplan is een middel om ouders, stagiaires en andere belangstellenden inzicht te geven in hoe wij kinderen verzorgen, steunen en stimuleren in hun ontwikkeling op het kinderdagverblijf. Dit is een ‘levend’ document omdat we, als lerende organisatie, openstaan voor verbeteringen. Waar in de praktijk blijkt dat de uitvoering van zaken beter kan of we op een andere manier meer kunnen voorzien in de behoefte van ouders of kinderen zullen we dit oppakken. Veel leesplezier! Het team van kinderdagverblijf de Speeldoos
2. De visie en uitgangspunten van Smallsteps Kinderopvang; Kinderopvang draagt bij aan de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Wij doen dit door kinderen te ondersteunen, te begeleiden en ruimte te geven om zelf bezig te zijn, te ervaren en te ontdekken. Dit doen wij samen met ouders. De ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Zij hebben vertrouwen in ons nodig om deze opvoeding met ons te delen. Een open houding en respectvolle communicatie met ouders vinden wij daarom erg belangrijk.
Pedagogische visie Binnen onze kinderdagverblijf staat het kind en zijn ontwikkeling centraal. Wij creëren een sfeer en een omgeving waarin kinderen zich prettig en geborgen voelen én die stimuleert en uitdaagt. Een omgeving waar ieder kind de ruimte krijgt voor het ontwikkelen van vertrouwen in zichzelf en de ander en voor het opdoen van persoonlijke en sociale competenties. Een omgeving waar aandacht is voor een gezonde levensstijl en waar de gangbare normen en waarden worden voorgeleefd. Wij stimuleren een brede ontwikkeling van het kind. Enerzijds is er respect en ruimte voor de eigenheid en autonomie van ieder kind en ruimte voor het ontplooien van zijn talenten. Anderzijds ondersteunen wij het kind bij het deel uitmaken van een groep en de wereld om zich heen. Ieder individueel kind heeft recht om bij te dragen aan het geheel. Steeds zal er sprake zijn van een wisselwerking tussen aanleg (datgene wat het kind in zich heeft) en de ervaringen die de omgeving biedt. Het stimuleren van een brede ontwikkeling 1. Ontwikkeling van zelfstandigheid en omgevingsbewustzijn 2. Sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Spelontwikkeling 4. Taalontwikkeling 5. Grove en fijne motoriek 6. Cognitieve ontwikkeling We zijn de ontwikkeling van een kind steeds een stapje voor. Wij zoeken steeds dat wat het kind al zelf kan, wat nog buiten zijn bereik ligt en wat het met een beetje hulp van ons zelf kan. Vanaf dit punt (zone van de naaste ontwikkeling) helpen we het kind een volgende stap in zijn ontwikkeling te zetten. Stapje voor stapje leert het kind het helemaal zelf te doen. We geven het kind ook de ruimte om zelf te ontdekken en uit te proberen.
Pedagogische uitgangspunten In onze werkwijze staat het kind en zijn ontwikkeling centraal. In onderstaande uitgangspunten staat beschreven wat kinderen nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen en plezier te hebben. Welbevinden en betrokkenheid Wij vinden het belangrijk dat een kind zich prettig voelt en plezier heeft. Doordat wij op de behoeftes van een kind proberen in te spelen zal het zich goed voelen en nieuwsgierig zijn naar wat de omgeving te bieden heeft. Als een kind zich betrokken voelt kan het zich optimaal ontwikkelen. Een voorwaarde hiervoor is ook dat een kind zich fit voelt. Aandacht voor een gezonde levensstijl vinden wij belangrijk.
Ruimte voor eigenheid Wij geven ruimte voor de eigenheid van elk kind. Een kind ontwikkelt zich spelenderwijs en door actief bezig te zijn in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Ook de steun en stimulans die een kind nodig heeft verschilt. Ieder kind beschikt over zijn eigen talenten. Kinderen krijgen de mogelijkheden deze te ontdekken en te ontplooien door een gevarieerd en kleurrijk aanbod van speelmogelijkheden (inrichting, spelmaterialen, activiteiten).
Vertrouwen, respect en positieve benadering We nemen kinderen serieus en benaderen hen telkens op een respectvolle en open wijze. Kinderen krijgen de ruimte om zelf te doen, ontdekken, ervaren en kiezen. We bieden hierbij steun als zij dit nodig hebben. We ondersteunen kinderen bijvoorbeeld bij het uitvoeren van ideeën of het hanteren van grenzen door niet uit te gaan van wat niet kan, maar van hoe het wel kan. ‘Fouten maken mag.’ Wij waarderen het kind om waar het goed in is. Gedrag kan afgekeurd worden, de persoon nooit. We bieden kinderen een veilige omgeving, maar leren kinderen ook omgaan met risicovolle situaties.
Een veilige, uitdagende en betekenisvolle omgeving Kinderen ontwikkelen zich mede door de ervaringen die de omgeving biedt: enerzijds veiligheid en steun en anderzijds uitdaging en stimulans. Wij bieden kinderen een omgeving die geborgen en voorspelbaar is, maar ook variatie biedt, de nieuwsgierigheid prikkelt en waar verwondering mogelijk is. De omgeving binnen onze locaties wordt gevormd door de pedagogisch medewerkers, de andere kinderen, de inrichting en het spelmateriaal en activiteiten binnen een dagritme. Wij bieden activiteiten aan die betekenisvol zijn en aansluiten bij de belevings- en leefwereld van het kind en afgestemd zijn op het ontwikkelingsniveau, de mogelijkheden en interesses van de kinderen. Actieve pedagogische medewerkers Wij zijn partner van het kind in zijn ontwikkeling. Door te kijken, luisteren en mee te doen kunnen wij afstemmen op wat kinderen nodig hebben. Wij scheppen voorwaarden voor leren en ontwikkeling door bijvoorbeeld aandacht voor groepssfeer, inrichting en materialen en het zorgen voor veiligheid en duidelijkheid. Daarnaast zien wij kansen voor spel, leren en contact die zich spontaan voordoen. We grijpen deze kansen door aan te sluiten bij wat het kind doet en beleeft gedurende de verschillende verzorgings- én speelmomenten van de dag. We creëren kansen door activiteiten aan te bieden en kinderen uit te nodigen mee te helpen bij de dagelijkse werkzaamheden op en om de locatie. Een kind dat een kinderopvang bezoekt, krijgt te maken met verschillende opvoedingsmilieus: thuis en bij ons. In samenwerking met de ouders worden de kinderen begeleid in hun ontwikkeling. Een kinderopvang biedt iets extra’s naast de gezinsopvoeding. De aanwezigheid van leeftijdsgenootjes, de groepen, professionele leiding en een op de kinderen afgestemde omgeving. Kinderen dagen elkaar uit en leren rekening met elkaar te houden. Ze leren allerlei vaardigheden die ze nodig hebben voor latere sociale relaties. Smallsteps Kinderopvang Naast de hierboven genoemde uitgangspunten, heeft Smallsteps Kinderopvang het uitgangspunt van het Ontwikkelingsgericht Werken. Ieder kind heeft de drang in zich om zich te ontwikkelen en doet dit op zijn eigen tempo. Daarbij heeft het echter wel de omgeving nodig. Een omgeving waarin het zich gerespecteerd en gewaardeerd weet, die voldoende veiligheid en geborgenheid biedt. Steeds zal er een wisselwerking plaatsvinden tussen aanleg (datgene wat het kind in zich heeft) en omgeving. In elke fase van zijn ontwikkeling heeft het kind weer andere behoeften en interesses en leert het kind weer een aantal nieuwe dingen. Wij stimuleren kinderen in dit ontwikkelingsproces door uit te gaan van het
principe van ontwikkelingsgericht werken. Hierbij staat de ontwikkeling van het kind centraal waarbij het welbevinden en de betrokkenheid van het kind twee belangrijke pijlers zijn, aangevuld met het functioneren in de groep. De zeven uitgangspunten van het ontwikkelingsgericht werken zijn: 1. werken vanuit wat kinderen al kunnen; 2. ontwikkeling ontstaat door het kind zelf en door de omgeving; 3. het tempo waarin een kind zich ontwikkelt, kan verschillen en ook de benodigde hulp; 4. ontwikkeling ontstaat als kinderen activiteiten doen die betekenis voor hen hebben; 5. ontwikkeling is sociaal-cultureel bepaald; 6. de leidster is een partner voor het kind en helpt bij dat wat een kind nog niet alleen kan; 7. voor ontwikkeling is interactie en communicatie noodzakelijk.
3 Beschrijving van de vestiging Kinderdagverblijf de Speeldoos is gevestigd naast basisschool de Toonladder, Strampenstraat 2 in Delden.
4 Randvoorwaarden 4.1.Groepsindeling De Speeldoos is een gezellige, ruime kinderopvang die gevestigd is in basisschool de Toonladder. Onze kinderopvang heeft plaats voor 3 groepen, om kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar op te vangen: Tommie Groep : leeftijd van 0 – 4 jaar (max. 16 kinderen per groep) Pino Groep : leeftijd van 0 – 4 jaar (maximaal 16 kinderen per groep) Koekiemonstergroep: leeftijd 2 jaar – 4 jaar (maximaal 16 kinderen per groep) Stamgroepsruimtes Een kind kan maar in één stamgroep zitten, dit is een vaste groep kinderen in een eigen groepsruimte die qua sfeer en inrichting past bij de leeftijd van de kinderen. Elk kind maakt gedurende de week maximaal gebruik van twee stamgroepsruimtes. Er zijn momenten dat stamgroepen worden samengevoegd. Dit kan op verschillende momenten gebeuren; - Aan het begin en aan het eind van de dag. De kinderen worden in een andere ruimte ontvangen dan hun eigen stamgroep en dienen ook te worden opgehaald in een andere stamgroep. De vaste medewerker van de stamgroep is op de groep aanwezig is. Wanneer dit gebeurt dan kunnen ouders dit lezen op de deur van de groep. - Op minder drukke dagen kunnen stamgroepen ook worden samengevoegd. Dit gebeurt met name op de woensdag en vrijdag. Ook in vakantietijd worden groepen vaker samen gevoegd. Op de deur van de groep wordt dit duidelijk aangegeven zodat ouders duidelijk hierover zijn geïnformeerd. De vaste medewerker van de stamgroep is op de groep aanwezig. Tevens wordt dit voor startdatum van een kind aangegeven in het intakegesprek. Het is voor kinderen juist leuk om in een samengevoegde groep te kunnen spelen met leeftijdsgenootjes en dat een activiteit voor 100% uitgevoerd kan worden doordat de samenvoeging van de groep ervoor zorgt dat dit haalbaar is. Elke vaste groep kent een team van pedagogisch medewerkers, het streven is een vast team van maximaal 4 medewerkers (bij een groep van 16 kinderen). Daarbij wordt gestreefd naar goed personeelsbeleid zodat een vaste pedagogisch medewerker bij o.a. langdurige ziekte of verlof structureel vervangen wordt.
4.2.PKR (pedagogisch medewerker/kind ratio) De toewijzing van aantallen pedagogisch medewerkers aan de stam-/basisgroepen vindt plaats volgens de verhoudingen zoals die voortkomen uit de Regeling Kwaliteit Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en zoals die beschreven staan in het pedagogisch beleid. De inzet van het aantal pedagogisch medewerkers vindt plaats middels de rekentool die hiervoor speciaal ontwikkeld is; 1ratio.nl
Beroepskracht – kind ratio Verhouding beroepskrachten en aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de stamgroep bedraagt ten minste 0 – 1 jaar
1 PM-er per 4 kinderen
1 – 2 jaar
1 PM-er per 5 kinderen
2 – 3 jaar
1 PM-er per 8 kinderen
3 – 4 jaar
1 PM-er per 8 kinderen
4.3.Medewerkers Pedagogisch medewerkers Het team van de Speeldoos bestaat uit een locatiemanager, administratief medewerker en pedagogisch medewerkers. Bij volledige bezetting werken er per dag 2 of 3 vaste pedagogisch medewerkers op elke groep. Indien er minder kinderen aanwezig zijn wordt het aantal pedagogisch medewerkers vastgesteld conform de regels uit het convenant kinderopvang . Bij afwezigheid door ziekte of vakantie van een vaste pedagogisch medewerker wordt een invalkracht ingezet. Wij streven naar vaste gezichten op de groep en werken zoveel mogelijk met vaste invalkrachten, die de kinderen en ouders kennen. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over een, voor de kinderopvang, erkend diploma en zijn in het bezit van een verklaring omtrent gedrag. Elke dag zijn er BHV’ers in het pand aanwezig die beschikken over een kind specifieke-EHBO-kennis.
Stagiaires Binnen de Speeldoos dragen wij graag ons steentje bij aan het opleiden van nieuwe medewerkers binnen de kinderopvang. Op alle groepen bieden wij beroepskrachten in opleiding de mogelijkheid om op ons kinderdagverblijf beroepservaring op te doen. Voor pedagogisch medewerker in de kinderopvang is de gangbare opleiding: Pedagogisch Werk niveau 3 (PW3). Deze opleiding kent twee varianten:
1. de BOL-opleiding van 3 jaar. Een leerling van deze opleiding volgt 5 dagen per week theorie en loopt stage. Zij wordt boventallig ingezet. 2. de BBL-opleiding van 3 jaar. Een leerling van deze opleiding krijgt bij ons een leerarbeidsovereenkomst voor 20 tot 30 uur per week en gaan daarnaast 1 dag in de week naar school. De BBL-er wordt altijd naast een ervaren pedagogisch medewerker ingezet en kent in principe een opbouw tot inzetbaarheid van 100% in negen maanden. Daarnaast is het mogelijk stage faciliteiten te bieden voor o.a. de volgende opleidingen: Helpende Welzijn, niveau 2 Pedagogisch Werk, niveau 4 Sociaal Pedagogische Hulpverlening (HBO-SPH) Pedagogisch Management Kinderopvang (HBO) Tenslotte is het mogelijk dat wij zgn. snuffelstagiaires de kans geven een kortdurende stage van enkele weken voor enkele dagen per week ter oriëntering op de beroepskeuze bij ons te volgen. Leidinggevende Binnen Smallsteps Kinderopvang kennen we drie leidinggevende functies die elk op hun eigen niveau verantwoordelijk zijn voor de kinderdagverblijven: De operationeel directeur, Aukje Vlaanderen, is verantwoordelijk voor Smallsteps Kinderopvang en stuurt de desbetreffende clustermanagers en staf aan. De clustermanager, Jolanda Ellenbroek, is verantwoordelijk voor meerdere vestigingen en stuurt de locatiemanagers aan. De locatiemanager, Jildou Dijkstra, heeft de dagelijkse leiding van het kinderdagverblijf. Zij is het eerste aanspreekpunt voor pedagogisch medewerkers. Verder biedt zij aan pedagogisch medewerkers o.a. werkbegeleiding en ondersteuning bij knelpunten, bijvoorbeeld door individuele, groeps-, team-, kind besprekingen. Daarnaast draagt zij zorg voor deskundigheidsbevordering, bijscholing en het inroepen van deskundigen indien nodig. Ook onderhoudt zij contacten met de oudercommissie (en ouders wanneer die niet terecht kunnen bij de pedagogisch medewerker).
4.4. Toepassen 3 uurs regeling De drie uurs regeling zoals beschreven in het convenant kinderopvang wordt op de juiste wijze gehanteerd. Er wordt maximaal 3 uur afgeweken aan de randen van de dag en tijdens de middagpauze wat betreft de inzet van pedagogisch medewerkers. Op de dag lijsten wordt bijgehouden wanneer kinderen binnenkomen en wanneer zij naar huis gaan. De middagpauzes vinden plaats tussen 12.30 en 15.00 uur waarbij elke pedagogisch medewerker een half uur, 3 kwartier of uur pauze heeft.
4.5. Flexibele opvang Bij kinderdagverblijf de Speeldoos is er flexibele opvang mogelijk. Dit is op basis van een bemiddeld aantal uren per maand mogelijk op basis van een contract. Ouders zorgen dat voor de eerste dag van de voorgaande maand de aanvraag bij de locatiemanager bekend is . Kinderen met een flexibel contract worden opgevangen in zijn/haar eigen stamgroep. Indien hier van afgeweken wordt omdat er teveel flexibele opvang op dezelfde dag is aangevraagd, zal de ouder dit vooraf van de pedagogisch medewerker schriftelijk vernemen.
4.6. Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen Het is mogelijk om incidenteel een extra dag (deel) af te nemen buiten de vaste contracturen en een dagdeel te ruilen. Extra afname of ruilen kan binnen de eigen groep van het kind mits het aantal kinderen dit toelaat. Onze voorkeur gaat uit naar extra opvang binnen de eigen groep omdat het gevoel van veiligheid en geborgenheid voor het kind voor ons voorop staan. Indien er geen plaats is op de eigen groep, is opvang op een andere groep mogelijk in overleg met de ouders en na schriftelijke vastlegging. Het structureel afnemen van een extra dagdeel is mogelijk waarbij ons uitgangspunt is dat het kind in zijn eigen groep geplaatst wordt. Wanneer de groepsgrootte het niet toelaat het kind een extra dagdeel in deze groep te plaatsen, besluiten wij in overleg met ouders het kind voor die dag/ dat dagdeel tijdelijk in een andere groep te plaatsen. Hiervoor is schriftelijke toestemming van de ouders nodig. In zo’n situatie plaatsen wij het kind maar in één andere groep. Zodra er weer plaats is in de oorspronkelijke groep wordt het kind overgeplaatst naar deze groep.
De locatiemanager geeft toestemming voor het ruilen van dagen en het incidenteel en structureel afnemen van extra dagen. Bij zowel het incidenteel als structureel afnemen van extra dagen dient dit schriftelijk vastgelegd te worden. Voor het structureel afnemen van extra dagen op een andere groep wordt tevens schriftelijk vastgelegd per wanneer het kind weer in zijn eigen groep geplaatst kan worden.
4.7. Open deuren beleid Naar mate kinderen ouder worden, hebben zij, naast veiligheid en geborgenheid, behoefte aan een grotere leefomgeving. Daarom geven de pedagogisch medewerkers de kinderen regelmatig de gelegenheid om hun omgeving buiten hun eigen groep te verkennen en kinderen van andere groepen te leren kennen. Er zijn verschillende mogelijkheden in het werken met opendeuren. Bij kinderdagverblijf de Speeldoos kan ervoor gekozen worden om met een andere groep samen te werken. Er worden verschillende activiteiten aangeboden waaruit kinderen kunnen kiezen. Tijdens opendeuren kan de pedagogisch medewerker-kind-ratio (PKR) tijdelijk worden losgelaten, echter de PKR is op stamgroep niveau bepaald (1ratio.nl). Zowel bij structurele als niet structurele activiteiten wordt rekening gehouden met het beleid voor veiligheid, sociale competentie, persoonlijke competentie en/of overdracht van normen en waarden. De baby’s nemen een bijzondere plek in binnen het opendeuren beleid, zij hebben immers meer dan de oudere kinderen veiligheid en geborgenheid nodig in de vorm van de vaste pedagogisch medewerker en een vaste omgeving. Bij kinderdagverblijf de Speeldoos schatten de pedagogisch medewerkers in of een baby er aan toe is ook deel te nemen aan het opendeuren beleid.
4.8. Samenvoegen van groepen Er zijn momenten dat stamgroepen worden samengevoegd. Dit kan op verschillende momenten gebeuren; Aan het begin en aan het eind van de dag. De kinderen worden in een andere ruimte ontvangen dan hun eigen stamgroep en dienen ook te worden opgehaald in een andere stamgroep. De vaste medewerker van de stamgroep is op de groep aanwezig is. Op de Speeldoos gebeurt dit een aantal dagen per week. Ouders kunnen altijd lezen op de deur van hun groep of de kinderen van een bepaalde groep in een andere ruimte dienen te worden opgevangen/opgehaald.
Op minder drukke dagen kunnen stamgroepen ook worden samengevoegd. Dit gebeurt met name op de woensdag en vrijdag. Ook in vakantietijd worden groepen vaker samen gevoegd. Op de deur van de groep wordt dit duidelijk aangegeven zodat ouders duidelijk hierover zijn geïnformeerd. De vaste medewerker van de stamgroep is op de groep aanwezig.
4.9 Wenbeleid Extern Voordat een kind op ons kinderdagverblijf komt, spreken wij met de ouder een datum af voor een intakegesprek. In dit gesprek geven wij informatie over onze organisatie en de manier waarop wij werken. De ouder/verzorger vertellen gewoontes en bijzonderheden over hun kind. Tevens wordt er dan een wenafspraak gemaakt. Voordat het kind daadwerkelijk op het kinderdagverblijf komt, kan het één of twee keer twee uur komen wennen. Het wennen is goed voor het kind, de pedagogisch medewerker en de ouder/verzorger. Het kind kan wennen aan een nieuwe omgeving. Pedagogisch medewerkers leren het kind kennen en voor ouder/verzorger kan het loslaten van het kind emotioneel zijn. Door twee keer kort te wennen, kunnen alle partijen hieraan wennen. Ten alle tijden wordt bij het wennen van nieuwe kinderen (extern wennen) voldaan aan de wet en regelgeving. De maximale groepsgrootte wordt niet overschreden en ook de BKR wordt gehanteerd. Wennen voorafgaand aan de plaatsingsdatum kan alleen als de plaatsingsovereenkomst aanwezig is en voor de duur van maximaal twee dagdelen. (nooit boventallig). Per groep wennen er maximaal 2 kinderen tegelijk. Intern Kinderen van de Pino en Tommie Groep gaan wennen op de Koekiemonstergroep op het moment dat zij ongeveer de leeftijd van 2,5 jaar hebben. In overleg met ouders wordt gekeken of het kind er aan toe is om de overstap te maken naar de Koekiemonstergroep en wordt er een wenmoment afgesproken. Tevens kan het voorkomen dat kinderen vanuit het dagverblijf al gaan wennen op de BSO, deze wenprocedure staat gelijk als voor de Koekiemonster groep kinderen.
4.10 Ophalen door derden en afmelden van kinderen De voordeur bevat een code. Ouders ontvangen deze code. Bezoekers bellen bij de locatie aan. Mocht de ouder niet zelf komen ophalen dat moet de ouder dit doorgegeven hebben bij de pedagogisch medewerker. Zonder dit bericht geven wij geen kinderen mee. Indien een kind niet komt, horen wij dit graag vooraf. Dit zodat de groep niet op het kind wacht tot het ochtendprogramma begint. Daarnaast weten wij graag of het kind ziek is. Wij vragen de ouder tijdig wijzigingen zoals ziekte, afmelding of vakantie door te geven 4.11 Achterwachtregeling In principe zal het niet voorkomen op de Speeldoos dat er maar 1 pedagogisch medewerker aanwezig is. Mocht dit wel het geval zijn omdat er minder dan 6 kinderen aanwezig zijn dan zal er een stagiaire of de locatiemanager aanwezig zijn.
5. Middelen 5.1. Dagindeling Baby's spelen, eten en slapen zoveel mogelijk volgens het ritme zoals zij dat thuis gewend zijn, in overleg met de ouders. Bij het ouder worden, zullen zij spelenderwijs meedoen met het gezamenlijke dagritme van de dreumesen en peuters. Het gezamenlijke dagritme met terugkerende momenten biedt kinderen veiligheid en voorspelbaarheid. Ze gaan de vaste momenten herkennen, hierdoor weten zij waar ze aan toe zijn en wat er gaat gebeuren. Hierbij speelt vooral de volgorde een rol, onderstaande tijden zijn slechts richtlijnen. De verschillende momenten kunnen zowel binnen als buiten plaatsvinden, afhankelijk van weersomstandigheden.
Beschrijving van de dagindeling: 07.15 uur - 09.00 uur Kinderen worden gebracht 09.00 uur - 09.30 uur Fruit eten en sap drinken 09.30 uur Verschonen en naar de wc 10.00 uur Activiteit of vrij spel 11.30 uur - 12.45 uur Broodmaaltijd 13.00 uur Slapen en rusten 14.30 uur Gezond tussendoortje en sap 14.45 uur Verschonen en naar de wc 15.00 uur Activiteit of vrij spel 16.30 uur – 17.00 uur evt. cracker eten 17.00 uur – 18.30 uur Ophalen kinderen, overdracht ouders 18.00 uur indien kinderen na 18.00 worden opgehaald krijgen zij wanneer ouders dit wensen een warme maaltijd (die door de ouders is meegegeven) 18:15 uur Opruimen en afsluiting gebouw 5.2. Huisregels We bieden kinderen een veilige en schone omgeving aan. Daarbij leren we kinderen omgaan met risicovolle situaties (veilig klimmen en hygiëne (bijvoorbeeld handen wassen, neus schoonmaken, maar ook afwassen en de tafels poetsen). Hiervoor hebben wij huisregels opgesteld: Regels voor kinderen; In de gang en groepsruimte wordt er niet gerend Duwen en stoeien gebeurt zo weinig mogelijk Kasten zijn opbergmeubels en gebruiken we niet om in of op te klimmen Met de deuren wordt veilig om gegaan Als je ergens mee gespeeld heb, ruim je dit eerst op voor je iets anders pakt. Aan tafel zitten we op onze billen. Geen speelgoed in slaapkamers of slaapgedeelte. Geen speelgoed mee naar de toiletten.
Handen wassen na het toiletgebruik en neus snuiten, hoesten of niezen. Gebruik altijd zeep.
Regels voor ouders;
Buggy’s, maxi-cosi’s en kinderwagens bij het brengen in de hal plaatsen.
Jassen van uw kinderen voorzien van naam zodat wij zeker kunnen weten dat uw kind zijn/ haar eigen jas draagt.
Maxi-cosi’s niet onbewaakt op tafels in de groepsruimtes plaatsen en direct wegzetten in de daarvoor bestemde berging bij binnenkomst van de centrale hal.
Tassen en andere spulletjes van uw kind in zijn/haar mandje doen. Medicijnen altijd eruit halen en aan de pedagogisch medewerker geven.
Zo min mogelijk lange koorden en veters aan de kleding van uw kinderen.
Laat uw kinderen in verband met verstikkingsgevaar geen kleine spulletjes meenemen. Ook sieraden met kleine kraaltjes of haarspeldjes kunnen gevaar opleveren.
Laat uw kinderen niet met etenswaren / drinken door het gebouw lopen. Dit in verband met eventuele allergieën van andere kinderen.
Geef altijd door aan de pedagogisch medewerkster(s) als uw kind(eren) door iemand anders wordt opgehaald. Wij vragen ook altijd om legitimatie.
Zorg voor bereikbaarheid, indien anders bereikbaar als de bij ons bekende (werk)nummers, dit even melden.
Als u kind medicijnen nodig heeft dit in de originele verpakking met bijsluiter meebrengen zodat de pedagogisch medewerksters kunnen controleren wat zij uw kind geven.
Als uw kind een speen gebruikt een plastic beschermhoesje of bakje meenemen voor het hygiënisch bewaren van de speen in het eigen mandje van uw kind.
5.3 Inrichten binnen en buiten De inrichting biedt veiligheid én uitdaging. Kinderen kunnen in onze nabijheid spelen of zich terugtrekken op zo’n manier dat wij ze kunnen zien of horen. Er zijn plekjes om alleen, met een kleine groep of met een grote groep iets te doen. Zowel binnen en buiten zijn er verschillende speelhoekjes en plekjes. Er wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van natuurlijke en/of duurzame materialen die inspirerend werken. Binnen is er bijvoorbeeld een speelhuis wat voor verschillende doeleinden kan worden gebruikt. Verder heeft elke groep een rust/leeshoek en diverse speelmaterialen die de diverse leeftijden in ontwikkeling stimuleren. Buiten is er o.a. een wipkip, speelhuisje en een zandbak. In de inrichting is er aandacht voor sfeer en aankleding: warm en huiselijk zonder een overbodige hoeveelheid aan prikkels.
5.3. Materialen aanbod Onze spelmaterialen zijn afgestemd op de verschillende leeftijden, ontwikkelingsgebieden en de verschillende spelsoorten. Elk speelgedeelte is ingericht met de daarbij passende spelmaterialen op ooghoogte van de kinderen. Zij kunnen deze zelf pakken. Op kisten met speelgoed staan afbeeldingen van de materialen die er in zitten. Wanneer ze vervolgens ergens anders mee willen spelen ruimen we eerst samen op. Kwetsbaar speelgoed of materiaal met kleine onderdelen worden gericht aangeboden of als kinderen er om vragen.
5.4. Observatiemethode Voor het kijken naar welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van uw kind heeft Catalpa Kinderopvang een methode ontwikkeld: het Smallsteps Ontwikkelingsvolgsysteem. Het helpt de pedagogisch medewerker om kinderen beter te leren begrijpen, adequaat op hun behoeftes, mogelijkheden en beperkingen in te kunnen spelen en activiteiten te kiezen die hierbij aansluiten. Voordelen: • Door het structureren van informatie over de kinderen kan de pedagogisch medewerker gerichter met collega’s overleggen over de begeleiding van een kind of een groep kinderen. Dit verhoogt de kwaliteit van de opvang. • Het gestructureerd volgen van de kinderen in hun ontwikkeling helpt vroegtijdig te ontdekken of er speciale behoeften zijn bij kinderen in de vorm van aandachtspunten. • Het draagt bij aan een goede uitwisseling en afstemming met de ouders over de ontwikkeling en begeleiding van hun kind. Dit ontwikkelingsvolgsysteem is door de ouder altijd in te zien en blijft op de locatie. Twee maal per jaar vinden er 10- minuten gesprekken plaats. Het ontwikkelingsvolgsysteem is een leidraad van dit gesprek.
6. Pedagogisch handelen Op het kinderdagverblijf gaat de pedagogisch medewerker een lange termijn relatie aan met de kinderen van zijn/haar groep. De kinderen bouwen zo een vertrouwensband op met de pedagogisch medewerkers, waardoor de rol die de pedagogisch medewerker kan spelen in de ontwikkeling van de kinderen optimaal kan zijn. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over zes pedagogische interactievaardigheden in de omgang met kinderen, te weten: 1. Sensitieve responsiviteit 2. Respect voor de autonomie van het kind 3. Structureren en grenzen stellen 4. Praten en uitleggen 5. Ontwikkelingsstimulering 6. Begeleiden van interacties tussen kinderen
Sensitieve responsiviteit Het geven van emotionele ondersteuning. Hierdoor leert een kind dat zijn signalen en initiatieven worden opgemerkt, dat het serieus genomen wordt en de moeite waard is. Bij kinderen van 0-1 jaar ligt accent in de omgang op dit aspect. De basis voor ontwikkeling wordt hierdoor gelegd;
Bijvoorbeeld: - Wij reageren op huilende baby door bv te zeggen: “ ik hoor je, ik kom er zo aan”. Op deze manier hoort de baby het bekende geruststellende geluid van de pmer en de andere kinderen merken dat de pmer de huilende baby serieus neemt, wat hen een gevoel van veiligheid geeft; - Wij hebben zo vaak als mogelijk oogcontact met de baby en laten het gezichtje ‘openbreken’. De baby merkt dat zij/hij gezien wordt en maakt het begin met het ontwikkelen van een positief zelfbeeld; - Tijdens het verschonen en fles geven, nemen wij de tijd om echt contact te maken met de baby; - Wij benutten en creëren kansen voor oogcontact en aandacht. baby’s worden in een stoeltje of op schoot bij de tafel/lees/kring momenten betrokken; - Wij verwoorden hun handelingen zodat de kinderen weten wat er gaande is en zich veilig kunnen voelen; - Wij verwoorden onze handelingen zodat de kinderen weten wat er gaande is en zich veilig kunnen voelen; - Kinderen worden begroet bij binnenkomst, hun naam wordt daarbij genoemd “goedemorgen Karin, fijn dat je er bent”; - Tijdens het wennen besteden wij extra aandacht aan het nieuwe kind en zijn/haar omgeving (zie wenbeleid); - Wij geven vaak complimenten en aanmoedigingen: “goed zo, ga zo door” - Wij geven regelmatig een ‘aai over de bol’; - Wij bereiden de kinderen voor op wat er komen gaat: “straks gaan wij buiten spelen en dan gaan wij opruimen”.
Respect voor de autonomie Het tonen van respect voor de eigenheid van het kind, dat zelf iemand wil zijn en zelf de wereld wil ontdekken. Dit betekent dat wij het kind de ruimte laat zelf op ontdekkingstocht te gaan, op een veilige manier. Dat betekent ook dat wij zoeken naar alternatieven voor het kind als de situatie gevaarlijk of ongewenst kan zijn. Bij kinderen tussen de 1-2 jaar ligt in de omgang het accent op dit aspect; Bijvoorbeeld: - Wij vermijden zoveel mogelijk ‘nee’ en richten ons op waar iets soortgelijks wel kan. “Kom, hier kun je klimmen” of “ doe het zand hier maar in” ; - Als een kind van 1,5 jaar op de tafel klimt, bieden wij een alternatief aan en zeggen dat hij/zij op bepaalde kussens kan klimmen zonder dat wij ‘nee, niet doen’ zeggen; - Als kinderen binnen met een bal gooien, bieden wij hen een alternatief door gericht te gooien, bv in een bak of met een andersoortige bal; - Wij geven de kinderen een (beperkte) keuzemogelijkheid: “Wil je kaas of worst”, “wil je met de auto’s of in de huishoek” Kinderen kunnen zelf kiezen en plannen maken; - Wij observeren en wachten af hoe kinderen zelf problemen oplossen i.p.v direct in te grijpen;
- Met allerlei praktische zaken zoals het pakken van speelgoed, zijn wij gericht op zelfstandigheid. Structureren en grenzen stellen Het structureren en grenzen stellen. Door situaties voor het kind te structuren en uit te leggen, krijgt het kind zicht op de situatie en kan er daardoor beter mee om gaan. Bij kinderen tussen de 2-3 jaar ligt het accent in de omgang op dit aspect. De kinderen van die leeftijd begrijpen al meer en willen graag met andere kinderen spelen, maar weten niet hoe. Wij hebben de taak hen daarin te begeleiden;
Bijvoorbeeld: - Als 2 kinderen (2,5 jaar)op hetzelfde fietsje willen, begeleiden wij hen in het ervaren van om de beurt: “eerst mag jij een rondje, ga maar…goed zo… en als hij terug komt dan mag jij, heel goed…. Nu mag jij… zie je, zo komen jullie allebei aan de beurt. Om de beurt dus” - Wij bereiden kinderen voor op het opruimen: “ nog even spelen en dan gaan wij opruimen” - Als een kind nog met een autootje speelt en aan tafel moet, zeggen wij: “Rijdt het autootje maar naar de garage, dan kun je na het eten er weer mee spelen “ Of “kom maar , mag je het autootje op de kast zetten, zodat je er straks weer mee kan spelen”
Informatie en uitleg geven Het geven van informatie en uitleg. Vanaf 3 jaar zal het gaan vragen om nieuwe inzichten, nieuwe kennis, nieuwe uitdagingen om hun zelfstandigheid en competentie te laten zien. Wij gaan hierop in door het kind de gevraagde kennis en inzichten bij te brengen en uitleg te geven. In de begeleiding van kinderen tussen de 3-4 jaar staat dit aspect centraal.
Bijvoorbeeld:
- Wij lezen en vertellen verhalen om samen te praten over belangrijke ervaringen. Over vriendjes, dieren, dokter, ziek zijn enz.; - Wij verwoorden wat er feitelijk gebeurt: “Kijk, mama gaat weg, zij gaat naar haar werk” ; - Wij verwoorden eerst wat wij gaan doen, kijken naar de reactie van het kind en handelen dan pas. “ik ga je neus even schoonmaken, ik zie een beetje snot” Afhankelijk van de reactie van het kind, kunnen wij meteen aan de slag of zullen wij het kind eerst op zijn/haar gemak stellen voordat de neus wordt schoongemaakt. “ik doe het heel voorzichtig, wil je het eerst zelf proberen?”.
Ontwikkelingsstimulering Het stimuleren van ontwikkeling. Door kinderen uit te dagen iets nieuws te proberen, zonder hen te overvragen worden zij gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen; Bijvoorbeeld:
-
Wij geven kinderen suggesties om verder te komen in hun spel: “kijk, je zou ook alle groene blokje kunnen stapelen” Of “je kunt misschien ook een muur bouwen, kijk zo…; - Aan tafel stellen wij vragen aan de kinderen: “wat zie je? Hoeveel bordjes staan er, welke kleur is dat, wat is je lievelingskleur, met hoeveel kinderen zijn wij?
Het begeleiden van interacties tussen kinderen.
Door bewust op leeftijdsniveau de interacties tussen kinderen te begeleiden, leren zij op een positieve manier samen te zijn en samen te werken; - Groot helpt klein, zo mag een grote peuter een jonger kind brood geven of het brood smeren. Of de kinderen helpen elkaar bij het uit/aankleden; - De kinderen stellen vragen aan elkaar bv wat zij hebben gedaan in de vakantie hierdoor leren de kinderen op hun beurt te wachten, naar elkaar luisteren; - Kleine ruzies worden onder begeleiding opgelost (voorbeeldfunctie), om vervolgens steeds meer afstand te nemen, zodat kinderen hun geschillen samen kunnen op te lossen. Als het nodig is bieden wij hulp, waarbij wij de kinderen hun probleem ook laten verwoorden; - Kinderen krijgen de gelegenheid om samen een doos te dragen of samen de Duplo op te ruimen. Wij begeleiden dit door te verwoorden wat zij doen en een compliment te geven. “jullie werken goed samen, alleen kun je de doos niet tillen, maar samen wel!, goed hoor!”
7. Rituelen en pedagogisch handelen 7.1. Corrigeren en belonen In het kader van Ontwikkelingsgericht Werken is “straffen en belonen” niet de juiste methode om kinderen te helpen meer beheersing over hun gedrag te krijgen. Kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar kunnen gestimuleerd worden om meer te laten zien van bepaald gedrag, door het kind aan te moedigen, te prijzen of goedkeurend te kijken. Minder gewenst gedrag wordt benoemd en een alternatief voor het gedrag wordt aangedragen. Kinderen worden op correcte wijze gecorrigeerd, waarbij oogcontact maken altijd belangrijk is. Op het moment dat een kind iets doet wat gevaarlijk is of een ander kind pijn doet, wordt het ongewenste gedrag benoemd als ongewenst met een klank en blik die daarbij passen. We praten dus liever over corrigeren en niet over straffen omdat een kind tot ongeveer 7 jaar het besef van waarden en normen nog niet in zijn geheel kent. Het geweten is nog niet in zijn volledigheid ontwikkeld. Je corrigeert het initiatief van het kind op het moment dat het iets doet wat niet past binnen onze grenzen van waarden en normen, maar straft het initiatief niet af. Juist door het nemen van deze initiatieven leert het kind de grenzen verkennen. 7.2. Halen en brengen Tot 9.00 uur kunnen de kinderen gebracht worden. Daarna begint het ochtendprogramma. Vanaf 16.30 uur kunnen de kinderen worden opgehaald. 7.3. Eten- en drinkmomenten Tijdens het eten en drinken stimuleren wij zelfstandigheid, het maken van keuzes (uit 2 tot 3 opties) en het ontdekken van smaken en substanties. Wij dwingen kinderen nergens toe, wij dagen uit en enthousiasmeren. Een aantal voorbeelden hoe we dit tijdens eet- en drinkmomenten toepassen: het zelf vasthouden van lepel of vork (stimuleert o.a. de fijne motoriek) het drinken uit een tuitbeker en zo vroeg mogelijk uit een gewone beker (stimuleert o.a. de mondmotoriek) het zelf smeren, snijden van brood en inschenken van drinken (stimuleert o.a. de fijne motoriek) het aangeven en elkaar helpen (stimuleert o.a. de sociaal-emotionele ontwikkeling) het dekken en afruimen van de tafel (‘zelf doen’ geeft kinderen zelfvertrouwen)
Per kind wordt bijgehouden hoeveel zij per dag of dagdeel eten en drinken tot ongeveer 1 jaar oud. De baby’s drinken hun voeding uit een fles die zij van thuis meenemen. De fles wordt op schoot gegeven. Als ze er aan toe zijn, stimuleren we ze te drinken uit een tuitbeker. Dreumesen en peuters drinken sap, water of melk uit een (tuit)beker. Wij bieden dagelijks wisselende fruitsoorten aan. Het fruit wordt samen met de kinderen klaargemaakt aan tafel. Fruithapjes worden gemaakt van vers fruit. Aan de baby’s die daar aan toe zijn geven we, in overleg met de ouders, onder andere ook groentehapjes, broodkorstjes, belegde stukjes brood, een soepstengel, rijst wafel of cracker. Tussen de middag bieden wij de kinderen een broodmaaltijd aan. Wij bieden dan bruin brood, kaas, vleesbeleg en zoet beleg aan. Tussendoortjes bestaan uit fruit/groenten , rijstwafels, cracker, ontbijtkoek, soepstengel of biscuitje. We volgen de richtlijnen van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding en het vitaliteitshandboek van Smallsteps Nederland. Er wordt uiteraard rekening gehouden met allergieën en evt. dieetwensen. 7.4. Slapen Dagelijks gaan de kinderen slapen, afhankelijk van leeftijd en behoefte. Voor het slapen gaan, worden de kinderen verschoond. Voor (bijna) zindelijke kinderen is er een plasmoment en wordt een kind, indien nodig, verkleed. Bij het naar bed brengen, is er even speciale aandacht voor uw kind door bijvoorbeeld een muziekdoosje aan te zetten en/of een verhaaltje voor te lezen. Geborgenheid Het is belangrijk dat uw kind zich zo geborgen mogelijk bij ons voelt en dat uw kind rustig in slaap kan vallen. Van u als ouders vernemen wij dan ook graag of uw kind een speciaal ritueel, speciale knuffel of speen heeft, om die geborgenheid mogelijk te maken. Wel letten wij, in verband met de veiligheid, bij knuffels en spenen op bijvoorbeeld lusjes en draden. Het bedje U kind krijgt een ‘eigen bedje’ in de slaapkamer. Alleen wanneer dit door omstandigheden niet kan zal uw kind (tijdelijk) in een andere bedje worden gelegd. De bedjes worden op vaste dagen verschoond en indien nodig (zichtbare vervuiling of beslapen door een ander kind) tussendoor. Kinderen tot 2 jaar slapen in slaapzakjes. Oudere kinderen liggen onder een deken of laken, afhankelijk van het seizoen en de temperatuur op de slaapkamer. Regelmatig gaan we op de slaapkamer kijken wanneer de kinderen liggen te slapen. Ook staat op elke slaapkamer een babyfoon. Opmaak van de bedjes Het bed van kinderen tot 2 jaar wordt kort opgemaakt, dat wil zeggen dat kinderen met hun voetjes aan het voeteneinde liggen en daar waar nodig de slaapzak en/of deken onder het matrasje wordt gestopt. Dit ter voorkoming dat ze onder het dekentje kunnen kruipen. Ventilatie De slaapkamers worden dagelijks geventileerd. Daar waar ramen aanwezig zijn, worden deze vanzelfsprekend regelmatig geopend. Het klimaatbeheersingssysteem staan altijd aan.
Huilmomenten Sommige baby’s hebben het nodig om te huilen voordat ze in slaap vallen. In overleg met u als ouder laten wij uw kind voordat uw kind in slaap vallen even huilen, maar nooit langer dan 10 minuten. Overleg met u als ouder is ook hierbij erg belangrijk, zo weten we ook graag meer over hoe uw kind thuis slaapt. Vermoeidheid door indrukken Een dag op een kinderdagverblijf is voor uw kind vaak vermoeiender dan de thuissituatie doordat er diverse activiteiten en vele indrukken plaatsvinden. Van u als ouder vernemen wij dan ook graag hoe lang uw kind bij ons mag slapen. Buitenslapen Waarom buiten slapen?
Kinderen slapen langer en dieper Gezond door aanmaak Vitamine D Kinderen zijn veelal minder verkouden
In Scandinavische landen weten ze het al heel lang: Buiten slapen is gezond! Ook in het noorden van Nederland sliepen kinderen in het begin van de vorige eeuw vaak buiten. Kinderen die buiten slapen maken door het zonlicht meer vitamine D aan. Ook hebben kinderen die buiten slapen minder last van verkoudheid. Dit omdat de luchtkwaliteit buiten beter is dan binnen. En een ander groot voordeel is dat veel kinderen buiten rustiger, dieper en langer slapen! De ouder die hier gebruik van wenst te maken moet hiervoor een toestemmingsformulier voor invullen. Verdere informatie over veilig slapen en het buitenslapen kunt u nalezen in onze protocollen map. 7.5. Verzorgen, verschonen en zindelijkheid De hele dag wordt er door onze pedagogisch medewerkers gewerkt aan de verzorging van uw kind. Op 3 tot 4 vaste momenten per dag wordt uw kind verschoond en, wanneer dit nodig is, ook tussendoor. Voor kinderen die op dat moment al zindelijk zijn of bezig zijn om dat te leren, is er op diezelfde momenten een vast toiletbezoek. Zelf doortrekken en handen wassen worden hierbij gestimuleerd. Met een zindelijkheidstraining beginnen we pas als uw kind fysiek in staat is zijn spieren te beheersen en als u als ouders aangeven dat jullie hier thuis ook aan zijn begonnen. De pedagogisch medewerkers kunnen u als ouder hierin adviseren. Op het kinderdagverblijf is altijd wat reservekleding aanwezig, wel hebben we de voorkeur voor een eigen setje reservekleding van thuis. Bij 'ongelukjes' wordt uw kind gewassen in het aanwezige badje in de verschoonruimte. Een badje wordt bij de allerjongste kinderen ook bij krampjes ter ontspanning gebruikt of als activiteit. Kinderen die nog niet zonder kunnen, dragen tijdens het eten een slab en zowel voor als na de maaltijd worden de handen met een washandje gewassen. Als uw kind dit zelf kan mag uw kind dit zelf doen. Daarnaast is er ook aandacht voor de verdere verzorging van uw kind, zoals haren kammen e.d.
7.6. Activiteiten Tussen de vaste bezigheden door kunnen de kinderen vrij spelen. Het vrij spel vindt zowel binnen als buiten plaats. Kinderen spelen alleen, naast of met andere kinderen spelen of met de pedagogisch medewerker. Wij sluiten aan bij het spontane spel van uw kind. Als wij kansen zien om het spel te verdiepen of uit te breiden, doen we dat door mee te spelen, vragen te stellen, uw kind op nieuwe mogelijkheden te wijzen of bijvoorbeeld nieuw materiaal aan te bieden. Als uw kind moeilijk tot spel komt, helpen de pedagogisch
medewerkers uw kind op gang. Dit kan zijn als uw kind zich terug trekt, maar ook bij druk gedrag of het verstoren van het spel van andere kinderen. Elke dag bieden we een gerichte activiteit aan. Tijdens activiteiten staat het plezier voorop. Het gaat om het bezig zijn, niet om het resultaat. Kinderen krijgen de gelegenheid om iets op hun eigen manier te doen. Wij stimuleren kinderen om mee te doen met activiteiten, ook hierin dwingen we kinderen niet. De activiteiten stemmen wij af op de leeftijden en interesses van kinderen. Voorbeelden van de kleurrijke afwisseling in spelsoorten, zoals we die verzorgen: Natuur:
Blaadjes zoeken, bloembollen planten, kleine dieren bestuderen
Bewegen & Sport:
Over rollen met de bal, een klimparcours maken, wandelen
Kunst: Theater & Muziek:
Tekeningen maken in het zand, verven, krijten, plakken Muziekinstrumenten, dans, beweging, imitatie, zingen
Techniek:
Materialen uit de natuur stapelen, bouwen met blokken
Media:
Voorlezen, foto’s maken, een thematafel maken
Ook zijn wij lid van de plaatselijke bibliotheek.
7.7 Thema’s Een aantal pedagogisch medewerkers hebben de cursus VVE afgerond in juli: “Uk en Puk”. Binnen deze cursus krijgen de pedagogisch medewerkers alle handvatten aangereikt om uw kind op alle ontwikkelingsgebieden te stimuleren. Dit gaat aan de hand van “Puk”. Puk is een hand pop die de kinderen zeer aanspreekt. Ze gaan Puk zien als een speelkameraadje. Door middel van verschillende thema’s bieden we de kinderen activiteiten aan die de ontwikkelingsgebieden stimuleren. De volgende vier gebieden staan centraal :
Spraaktaal ontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische en zintuigelijke ontwikkeling Rekenprikkels
Uk & Puk organiseert alle activiteiten rondom tien thema’s. Deze thema’s komen uit de directe belevingswereld van jonge kinderen. Een thema biedt activiteiten voor ongeveer zes weken. Voorbeelden van thema’s zijn : Knuffels, Ik en mijn familie, Wat heb jij aan vandaag? en Reuzen en kabouters. Tevens is deze cursus gericht voor kinderen die in aanmerking komen voor VVE (vroegtijdige voorschoolse educatie)
7.8 Feesten Feestdagen waaronder kerst, sinterklaas en dergelijke en verjaardagen worden op het kinderdagverblijf gevierd. Hierbij horen vaste gewoontes en gebruiken zoals versieringen, liedjes en van tijd tot tijd speciaal eten en drinken. Dit geeft kinderen een gevoel van herkenning en verhoogt de sfeer.
Verjaardag Wij vinden het heel belangrijk om een verjaardag te vieren. We besteden dan uitgebreid aandacht aan de jarige, die staat die dag ruimschoots in de belangstelling. Door een poster/kunstwerkje op de deur of het mededelingenbord wordt aangekondigd dat uw kind jarig is. De groep wordt zo'n dag aangekleed met bijvoorbeeld slingers, een versierde verjaardag stoel en een feestmuts. De pedagogisch medewerkers geven zelf invulling aan de dag. Tijdens verjaardagen mag getrakteerd worden. Bij kinderdagverblijf De Speeldoos willen we de traktaties zoveel mogelijk uit de ‘snoepsfeer’ halen en de gezondheid van de kinderen voorop stellen. Voor ideeën en adviezen kunt u altijd terecht bij de pedagogisch medewerkers. Algemene feesten Tijdens feesten zoals Sinterklaas, Kerst en Pasen staat het hele kinderdagverblijf in het teken van het feest. Zo nu en dan wordt er ook iets met de ouders georganiseerd. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een paasontbijt of Sinterklaasbezoek. Ook hierbij staan liedjes, spellen en knutselwerkjes in het teken van zo’n feestdag.
8. Normen en waarden 8.1. Taalgebruik Binnen het dagverblijf is de spreektaal Nederlands. 8.2. Seksualiteit en intimiteit Omdat seksualiteit en intimiteit nogal waarde en cultuur gebonden is, hebben wij hierover afspraken gemaakt. Hieronder wordt kort de seksuele ontwikkeling beschreven en vervolgens worden onze afspraken beschreven o Ontwikkeling Vanaf een paar maanden oud wordt een kind zich al bewust van het eigen lichaam. Het begint met het ontdekken van handen, voeten en wat je ermee kan maar op een gegeven moment komen ook andere lichaamsdelen aan bod. Dat is natuurlijk nog heel onschuldig maar het is wel belangrijk hoe ermee wordt omgegaan. De seksuele ontwikkeling bij kinderen kent verschillende fases met verschillende kenmerken: Kinderen tussen 0 – 2 jaar - Ontdekken hun eigen lichaam en geslachtsorganen - Worden graag geknuffeld Kinderen tussen 2 en 4 jaar - Worden zich meer bewust van eigen lichaam - Ontdekken de verschillen tussen man en vrouw - Gaan spelenderwijs op ontdekking uit door bijv. te ‘kijken’ bij leeftijdsgenootjes - Hebben net als baby’s veel behoefte aan lichamelijk contact o Intimiteit Op het dagverblijf wordt er veel geknuffeld met de kinderen. Kinderen zitten op schoot, worden gedragen en natuurlijk verschoond. Als kinderen nieuwsgierig worden naar hun eigen lichaam of van dat van de andere kinderen en pedagogisch medewerkers gaan wij daar zo normaal mogelijk mee om. Natuurlijk stellen wij wel grenzen om onszelf en de andere kinderen te beschermen tegen ongewenste intimiteiten. Een paar voorbeelden: als kinderen de verschillen tussen jongens en meisjes gaan opmerken, bijvoorbeeld tijdens een wc bezoek, benoemen wij deze verschillen.
-
-
als een kind de PMer aanraakt op intieme plekken, benoemt deze dat ze dat niet fijn vindt. Tot 2,5 jaar leiden wij het kind af en benoemen wij het niet. Dit omdat wij ervan uitgaan dat kinderen op die leeftijd nog niet snappen wat en hoe. ook kinderen mogen het zeggen als ze een aanraking niet fijn vinden. kinderen mogen ‘doktertje’ spelen, kleren blijven aan, trui mag wel omhoog om te “luisteren” op de buik.
o Voortplanting Bij kinderen tot 4 jaar gaan wij mee in het verhaal van het kind, vaak gaat dat over een kindje in de buik. Wij zullen zelf nooit met een verhaal komen over hoe dat kindje in de buik gekomen is.
In de zomer zetten wij regelmatig zwembadjes buiten met een laagje water zodat de kinderen lekker met en in het water kunnen spelen. Wij vragen de ouders altijd zwemkleding mee te nemen zodat kinderen niet naakt zijn, ter bescherming van zichzelf. Als er geen zwemkleding voor handen is, krijgen de kinderen een broekje o.i.d. aan. De allerkleinsten krijgen nog gewoon een luier om, als ze nog niet zindelijk zijn.
9. Kwaliteitszorg 9.1. Ziekte van kinderen en medicijngebruik Ieder kind is wel eens ziek. Soms is het moeilijk om te beoordelen of je hem/haar thuis moet houden van het kinderdagverblijf. Kinderen kunnen plotseling ziek worden, maar ook snel weer opknappen. De ene ouder zal een kind eerder ziek noemen dan de andere ouder. Dit kan aanleiding geven tot onduidelijkheid of meningsverschillen. Als uw kind niet helemaal fit het kinderdagverblijf bezoekt dan heeft dat gevolgen. Ten eerste voor uw kind zelf, daarnaast ook voor de andere kinderen in de groep. Wij gaan dan ook behoedzaam om met zieke kinderen, vooral als het om een besmettelijke ziekte gaat. Wanneer uw kind niet helemaal fit is houden de pedagogisch medewerkers uw kind extra goed in de gaten en zullen ze contact houden met u als ouder. Indien nodig benaderen zij u met het advies uw kindje op te halen. Pas als uw kind genoeg uitgeziekt is kan uw kindje het kinderdagverblijf weer bezoeken. Als uw kind nog medicijnen gebruikt, wordt op het kinderdagverblijf verwezen naar het protocol 'Toedienen van geneesmiddelen'. Daarin wordt toestemming gevraagd van u als ouder om de pedagogisch medewerker het medicijn te laten toedienen wanneer uw kind op het kinderdagverblijf is.
9.2. Zorgkinderen Sommige kinderen hebben extra zorg nodig. Het kan zijn dat bij de aanmelding of bij het intakegesprek met ouders naar voren komt dat er extra zorg voor het kind nodig is. Er wordt voor de plaatsing zorgvuldig gekeken naar de mogelijkheden op de locatie. We gaan met de ouders en eventuele andere (externe)
betrokkenen in overleg om te kijken of de opvang op de locatie haalbaar is binnen onze mogelijkheden en aansluit bij wat het kind nodig heeft. We streven er naar om voor elk kind het juiste opvangklimaat te creëren en alle mogelijkheden te bieden om zich te kunnen ontwikkelen. Om ervoor te zorgen dat we continue aansluiten bij de behoefte van het kind stellen we een plan van aanpak op, waar we de opvang evalueren zodat we tijdig afspraken kunnen bijstellen. Wij werken samen met lokale opvoedinstanties en/of zorginstanties die we in samenspraak met ouders kunnen inschakelen om met ons mee te kijken. Tijdens de opvangperiode kunnen er zorgen ontstaan over het gedrag of de ontwikkeling van een kind. Deze zorgen worden door de pedagogisch medewerkers met ouders besproken zodat er samen gekeken kan worden wat nodig is voor het kind. Daarnaast bespreekt de pedagogisch medewerker de zorg rondom een kind altijd met de locatiemanager. Dit kan bijvoorbeeld tijdens een groepsoverleg of een individueel overleg. De locatiemanagers kunnen de business partner compliance raadplegen voor vragen en eventuele observaties. De pedagogisch medewerkers kunnen een kind met behulp van een observatieformulier observeren. Dit gaat altijd in samenspraak met ouders. Er zijn in de verschillende gemeenten diverse initiatieven die onder verschillende namen bekend staan zoals; Alert4you, Cardea, Yorneo, Okido, etc. Zij werken samen met de kinderopvang om te ondersteunen in de opvang van (zorg) kinderen. Zij kunnen de pedagogisch medewerkers ondersteunen in de omgang met het kind of ondersteunen in de begeleiding van een individueel kind. Daarbij is het ook van belang om de zorg van de ouders en de opvang met elkaar af te stemmen. Zo ontstaat voor het kind de juiste balans en kan hij gebruik (blijven) maken van de reguliere opvang. In de sociale kaart van de locatie staan alle externe instanties met wie wij kunnen samenwerken als wij vragen hebben over kinderen. Ook kunnen we ouders naar deze instanties verwijzen zodat zij daar hun vragen kunnen stellen en via deze instanties de nodige zorg kunnen ontvangen. We hebben een protocol zorgkinderen dat de pedagogisch medewerker helpt bij het proces rondom de zorg voor een kind.
9.3. Inspectie Wet kinderopvang De GGD inspecteert in opdracht van de Gemeente jaarlijks alle locaties of er kwalitatief goede kinderopvang wordt geleverd. Hierbij wordt gekeken of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, klachten en voorschoolse educatie. De GGD rapporten zijn inzichtelijk voor alle ouders. De GGD stuurt de oudercommissie het definitieve rapport. De locatiemanager zorgt dat het rapport ingezien kan worden door de ouders en plaatst het op de website.
9.4. Aanbevelingen Rapport Gunning 9.4.1. 4 – ogen principe In december 2010 is de Commissie Gunning ingesteld i.v.m. de zedenzaak die in Amsterdam heeft gespeeld. Hier zijn enkele aanbevelingen uitgekomen waaronder het vier ogen-principe. Op verschillende manieren zorgen wij ervoor dat we invulling geven aan het vier-ogenprincipe.
Een open, professioneel werkklimaat waarbij de drempel om elkaar op bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is. o Het bespreken van waarden en normen t.a.v. intimiteit en lichamelijk contact behoort tot de vaste onderwerpen in werkbegeleidingsbijeenkomsten. o Tijdens de werkbegeleiding is er aandacht voor het geven van feedback aan collega’s.
o Pm-ers worden getraind/gecoacht ten aanzien van het geven en ontvangen van feedback. o Er is een gedragscode binnen de organisatie en pm-ers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze code. o Er wordt gewerkt met de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Pm-ers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze Meldcode. o Zo mogelijk dagelijks aanwezigheid van de locatiemanager.
Het aan de randen van de dag samenvoegen van stamgroepen; o We werken met een open-deuren-beleid, waardoor op vastgestelde tijden de kinderen gebruik kunnen maken van de verschillende groepsruimtes. Alle pm-ers kennen hierdoor elkaar en alle kinderen. Dit bevordert een open werkklimaat. Boventallige inzet, als extra paar ogen, van pedagogisch medewerkers in opleiding; o Er wordt gestreefd naar een situatie waarin op elke groep een stagiaire boventallig aanwezig is. Bouwkundige voorzieningen ter verbetering van transparantie binnen kindercentra; o Er is glas tussen de groepsruimtes en de hal waardoor de pedagogisch medewerkers en ouders in de verschillende groepsruimtes kunnen kijken o De Koekiemonstergroep is niet zichtbaar geschakeld met de andere groepen, mocht hier een pm-er alleen op de groep staan, dan staat veelal de deur open en / of is deze groep aangevuld met een stagiaire. o Groepen hebben op verschillende momenten op de dag de deuren openstaan. o Er zijn afspraken dat het glas niet dicht beschilderd of beplakt mag worden Mogelijke inzet van moderne audiovisuele middelen. o Op elke slaapkamer in de hal staat een babyfoon. Communicatie met ouders o Ouders worden uitgenodigd vragen te stellen over het Pedagogisch beleid en het pedagogisch handelen van de pm-ers (een open werkklimaat). o Onbekende ophalers moeten van te voren zijn doorgegeven en zich legitimeren. o Fotobeleid en geen (eigen) telefoons/camera’s op de groepen.
9.4.2. Procedure rondom werving en selectie Nieuwe medewerkers worden geworven volgens de procedure Werving en selectie van de afdeling HR. Deze procedure is in te zien bij de locatiemanager. 9.4.3. Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Binnen het kinderdagverblijf werken wij met de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Elke pedagogisch medewerker handelt volgens deze meldcode. De pedagogisch medewerk(st)ers zijn middels een (team)vergadering getraind om te werken met dit protocol. Tijdens (team) vergadering wordt er aandacht besteedt aan de borging van dit protocol. De aandachtsfunctionaris voor kdv de Speeldoos is Esther Kuiper. De Meldcode is te vinden in de protocollen map op het kantoor van de locatiemanager en tevens in de protocollenmap op de groepen van het dagverblijf. De ingevulde sociale kaart zit eveneens in deze map. 9.5 Protocollen
Op de Speeldoos wordt gewerkt met diverse protocollen. Verschillende protocollen zijn bijvoorbeeld: Toediening geneesmiddelen, Meldcode huiselijk geweld kindermishandeling, Veilig Slapen en Hygiëne en voedselveiligheid. De protocollenmap is te vinden op het kantoor van de locatiemanager en een 2e versie ligt op 1 van de groepen (Tommiegroep).
10. Samenwerking met ouders 10.1 10- minutengesprek Twee keer per jaar word u als ouder uitgenodigd voor een 10-minutengesprek met een pedagogisch medewerker van de groep. Aan de hand van observaties uit het Smallsteps Ontwikkelingsvolgssyteem komt in dit gesprek het volgende aan bod: Welbevinden Betrokkenheid Ontwikkeling Functioneren op de groep
10.2
Breng- en haalmomenten
Het brengmoment in de ochtend ligt tussen 7.15 en 9.00 uur. Komt een kind slechts een dagdeel, vragen wij ouders het kind te brengen of halen tussen 12.30 en 13.00 uur. Het haalmoment aan het einde van de dag tussen 16.30 en 18.15 uur. 10.3
Nieuwsbrief
Ouders worden via een nieuwsbrief gemiddeld 1x per maand geïnformeerd over praktische zaken binnen de Speeldoos en over algemene ontwikkelingen binnen de organisatie. Deze wordt door digitaal verstuurd omdat we zo minder papier verbruiken. Op verzoek kan de brief ook op papier worden verstrekt en via de pedagogisch medewerkers uitgedeeld worden. 10.4 Schriftjes Door de pedagogisch medewerkers wordt dagelijks in een persoonlijk schriftje van uw kind (bij kinderen tot +/- 1 jaar) beschreven hoe hij of zij de dag heeft beleefd. U krijgt dit schrift mee naar huis. We vragen ook aan u als ouder hiervan gebruik te maken, een mondelinge overdracht of een combinatie van beiden kan ook. Belangrijke (thuis)zaken kunnen zo niet over het hoofd worden gezien.
10.5 Klanttevredenheidsonderzoek Elke 2 jaar vindt er een klanttevredenheidsonderzoek onder de ouders plaats. Hierin wordt geëvalueerd hoe u bepaalde zaken ervaart en welke verbetervoorstellen u voor onze organisatie ziet. 10.6 Exitgesprek Wanneer het verblijf van uw kind op ons kinderdagverblijf beëindigd wordt, willen wij graag horen hoe u als ouder de kwaliteit van de opvang ervaren hebben. Dit doen wij door u te vragen een exit-formulier in te vullen. Wanneer u daartoe behoefte heeft is het ook altijd mogelijk om een gesprek met de locatiemanager
te hebben. De ervaringen en opmerkingen van u als ouder nemen wij mee in de verdere ontwikkeling en verbetering van onze organisatie. Dit gesprek zien we als aanvulling op het klanttevredenheidonderzoek. 10.7 Activiteiten waarbij ouders betrokken worden Een aantal keer per jaar betrekken wij u als ouder bij de organisatie en/of uitvoering van activiteiten zoals een kerstfeest, een ouderavond of een uitstapje. Het spreekt voor zich dat u zelf bepaalt of u hiervoor tijd vrij kunt maken.
10.8 Oudercommissie In de oudercommissie zijn ouders van de verschillende groepen vertegenwoordigd. De oudercommissie vergadert ongeveer 7 keer per jaar in aanwezigheid van de locatiemanager. De oudercommissie bepaalt daarnaast verder hoe vaak zij zonder aanwezigheid van een medewerker van Smallsteps vergadert. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt.
10.9 Klachten Goed contact en overleg met ouders vinden wij belangrijk. Wij staan altijd open voor uw vragen, twijfels of opmerkingen. Toch kan het voorkomen dat u ergens ontevreden over bent of een klacht heeft. U kunt hiervoor terecht bij de pedagogisch medewerker van uw kind. Zij zal proberen samen met u tot een oplossing te komen. Komt u er samen niet uit of als het gaat om financiële aspecten, plaatsing of verandering van dagen of om het functioneren van pedagogisch medewerkers, kunt u terecht bij de locatiemanager.
Smallsteps Kinderopvang vindt centrale afhandeling en coördinatie van klachten essentieel in het kader van de verbetering van de dienstverlening. Indien u een klacht heeft waar u met de pedagogisch medewerker, locatiemanager en/of clustermanager niet uitkomt, verwijzen wij u naar de interne klachtenprocedure. Smallsteps, t.a.v. de klachtencoördinator, Postbus 586, 7550 AN Hengelo of via mailadres:
[email protected]
Smallsteps is aangesloten bij een externe Klachtencommissie, te weten de Stichting Klachtenkamer Kinderopvang (sKK). Deze klachtencommissie hanteert een eigen klachtenreglement en bestaat uit onafhankelijke deskundigen. De Oudercommissie kan een klacht indienen die betrekking heeft op geschillen tussen ondernemer en Oudercommissie ter zake de bevoegdheden van de oudercommissie als bedoeld in artikel 60 Wet kinderopvang. Nadere informatie is te verkrijgen via de website: www.klachtenkamer.nl. Ook het recente jaarverslag van de Externe Klachtenkamer is te downloaden via deze site. Informatie is op te vragen via het emailadres:
[email protected], of telefonisch via 0900-0400034.
11.Vertrouwenspersoon Smallsteps
Wij hechten veel waarde aan kwaliteit. Zowel in onze dienstverlening als in onze organisatie willen wij transparant zijn. Ongewenst gedrag, zoals pesten, agressie en seksuele intimidatie horen niet thuis binnen onze werkvloer en binnen onze organisatie. Wanneer toch ongewenst gedrag wordt ervaren, moet dit bespreekbaar zijn. In dit geval is het belangrijk om te weten bij wie je terecht kunt. Daarom bestaan er binnen Smallsteps Kinderopvang vertrouwenspersonen. Een vertrouwenspersoon verzorgt de opvang van personen (medewerkers en klanten) die zich benadeeld of bedreigd voelen. Dit kan betrekking hebben op alle vormen van ongewenst gedrag. De vertrouwenspersoon helpt om te komen tot een bevredigende oplossing. Elke regio heeft een eigen vertrouwenspersoon met wie contact kan worden opgenomen. De vertrouwenspersoon voor deze regio is Sandra Verschuren. Zij is Manager Kwaliteit Nederland en is te bereiken op telefoonnummer: 06-11529154
12. Media gebruik Kinderdagverblijf de Speeldoos heeft een eigen website. Op deze website is veel informatie te vinden. http://www.kinderopvang-speeldoos.nl Ook heeft het dagverblijf een eigen facebook pagina. Rondom het gebruik van sociaal media zijn afspraken gemaakt.