Pedagogisch werkplan kinderdagverblijf Dolleboel
Het werkplan is de vertaling van het pedagogisch beleid naar de praktijk. Hierin wordt aangegeven hoe we de pedagogische doelstelling uitvoeren. Deze afspraken worden jaarlijks herzien en indien nodig bijgesteld. Een pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen ten minste een beschrijving van: a. de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt; b. de werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw van de stamgroepen; c. de (spel)activiteiten die kinderen buiten de stamgroep kunnen verrichten; en van d. de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.
Groepsindeling Kindercentrum Dolleboel heeft een verticale groepsindeling. Dit betekent dat er kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar binnen 1 groep opgevangen worden. Wij hebben 5 verticale groepen waar maximaal 16 kinderen per dag worden opgevangen. De namen van de groepen zijn; Lollyfant, Pooh Beer, Knorretje, Ieoor en Teigetje. Momenteel bieden wij opvang in alle groepen. De groep Lollyfant is geopend op maandag, dinsdag en donderdag. Op woensdag en vrijdag gaan de kinderen van Lollyfant naar de groep Teigetje met een vaste pedagogisch medewerkster van de groep Lollyfant. Om die reden kan het zo zijn dat er kinderen die zijn ingedeeld bij Lollyfant twee stamgroepen hebben. Dit wordt wel altijd naar ouders gecommuniceerd tijdens de intake.
3+ De 3+ groep is een toevoeging in onze pedagogische werkwijze. Deze wordt gevormd door de 3 jarigen die op maandag, dinsdag en/of donderdag tussen 10u en 14.00u uit de groepen worden gehaald (indien zij willen) en in de bso ruimte een ander programma krijgen aangeboden. Per keer gaan er twee leidsters van het dagverblijf mee, uit die groepen waar de meeste 3 jarigen die dag uit weggaan en die dag de minste baby‟s aanwezig zijn. Door de 3 jarigen andere activiteiten aan te bieden, wordt tegemoet gekomen aan de behoefte aan extra uitdaging. Deze kinderen hebben het in de groep „wel een beetje gezien‟, maar zijn nog te klein voor de basisschool. De toegevoegde waarde is er ook voor de andere kinderen: er blijft meer rust en aandacht over voor de baby‟s en jongere peuters. Dit is geen extra groep, de kinderen houden hun stamgroep, worden ook door de ouders gehaald en gebracht bij de vaste groepsleidsters. Zie voor meer informatie ook het 3+ plan, deze is op te vragen op de locatie.
Ruilen Als ouders aangeven dat ze een dagje willen ruilen mag dat, maar dan alleen op de vaste stamgroep van het kind. Ruilen mag kosteloos binnen de kalendermaand. De kinderen mogen naar een andere groep geplaatst worden dan hun stamgroep als er een leidster ziek is of als er dan een leidster naar huis kan. Dit mag alleen als er een leidster van de vaste stamgroep meegaat en als het kind dit ook wil. Vier ogen principe Wij hanteren het 4-ogen principe , hetgeen inhoudt dat er nooit een pedagogisch medewerker alleen met de kinderen is. Er zijn altijd 2 pedagogisch medewerkers aanwezig in het pand.
Wennen Voordat een kind op ons kindercentrum komt, spreken wij met de ouders een datum af voor een intakegesprek. In dit gesprek vertellen wij iets over onze organisatie en de manier waarop wij werken. De ouders vertellen iets over hun kind. Afgesproken wordt hoe laat het kind de eerste dag komt. Vanuit ontwikkelingspsychologisch inzicht is „moeten wennen‟ gezond, daarom zijn wij ervan bewust dat dit moeilijk kan zijn voor het kind. Ook voor de nieuwe ouder is het dagverblijf en de mensen bij wie zij hun kind achter gaan laten nog onbekend. Een vertrouwensband moet nog worden opgebouwd. De leidsters zijn zich daarvan bewust en doen er alles aan om ouders om het gemak te stellen, ruimte te geven voor het stellen van vragen en zorgen dat de ouder voldoende op de hoogte is. Voor het kind is het beter als een ouder in die periode niet te lang op de groep aanwezig blijft, zo leert het kind dat de ouder niet in deze omgeving „hoort‟. Iets van thuis, bijv. een knuffel, kan wel voor houvast en troost zorgen. De leidsters proberen in de eerste periode zo goed mogelijk het kind te laten wennen aan nieuwe volwassenen en aan het groepsgebeuren, en besteedt hier extra tijd aan. Bekende gezichten in de groep en een vast ritme helpen hier ook bij. Praktische zaken als het klaarzetten van het mandje, een naamsticker op de kapstok etc. kunnen ouder en kind ook helpen aan een goed gevoel bij het kindercentrum. Tevens is het belangrijk naar groepsgenootjes te benoemen dat er een nieuw kind in de groep is. Voor een kind naar de 3 plus groep gaat of over zal gaan naar de buitenschoolse opvang, mag het ook enkele keren gaan wennen. Dagindeling Doordat bij ons de kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar worden opgevangen, worden er verschillende dagritmes gehanteerd: - voor de jonge baby‟s wordt zoveel mogelijk het dagritme van thuis aangehouden; - de dreumesen slapen nog twee keer per dag en volgen verder het dagritme van de rest van de groep; - de peuters slapen nog 1 keer per dag en sommige grote peuters slapen overdag helemaal niet meer. De indeling van de dag ziet er dan globaal als volgt uit: - Tot 9u kunnen de kinderen gebracht worden. De leidsters die aanwezig zijn, begroeten het kind en de ouder en nemen samen met het kind afscheid van de ouder. Als dit afscheid wat moeilijk verloopt, probeert de leidster het kind van zijn verdriet af te leiden door speelgoed aan te bieden of samen iets te gaan doen. Op het moment van brengen spelen de kinderen vrij: ze kunnen spelen met het speelgoed waar ze bij kunnen of dat op tafel staat uitgestald (puzzels, tekenpapier); - Als alle kinderen gearriveerd zijn, gaan we opruimen en aan tafel zitten. De 3+ leidster komt de grote peuters halen, sommigen gaan liever mee nadat ze in de eigen groep hebben gedronken. We proberen zoveel mogelijk het meehelpen met opruimen te stimuleren omdat wij de kinderen graag willen leren zorg voor hun omgeving te hebben. Alle kinderen komen aan tafel te zitten, dus ook de baby‟s die op dat moment nog niet slapen, komen erbij in een wipstoeltje. Er worden liedjes gezongen en kinderen vertellen dingen die ze meegemaakt hebben. Ook wordt de namenlijst doorgenomen en gekeken of iedereen wel aanwezig is en wat de reden is van een afmelding. Op deze manier proberen we de kinderen ook zorg en interesse voor elkaar bij te brengen. Er wordt melk of sap gedronken en fruit gegeten. - Na dit moment zijn de meeste dreumesen toe aan hun slaapje en worden ze verschoond en naar bed gebracht. Voor de andere kinderen is het nu ook tijd voor een verschoonronde, waarbij het verschonen op zich niet het belangrijkste is. We verschonen de kinderen tussendoor, wanneer dit nodig is. Maar dit moment wordt voor de oudere kinderen vooral gebruikt om ze al te laten wennen aan het potje of de wc. Als hun luier uit is, mogen ze of op het potje of op de wc plaatsnemen, ongeacht of ze zindelijk zijn. Zelf doortrekken en handen wassen hoort hier ook bij. Met een echte zindelijkheidstraining beginnen we pas als het kind fysiek in staat is zijn spieren te beheersen en als de ouders aangeven dat ze hier thuis ook aan begonnen zijn.
-
Tussen 10.00 en 11.30 gaan de deuren naar de groepen open. Nu is het tijd voor activiteiten voor de kinderen, vaak wordt eerst naar buiten gegaan en vervolgens worden binnen ook activiteiten aangeboden. Kinderen die langer buiten willen blijven kunnen dat ook. Gedurende de dag staan de deuren op afgesproken tijden open maar met name tijdens deze activiteiten, en er wordt zoveel mogelijk gezorgd voor een gevarieerd aanbod. Er wordt een maand van tevoren een lijst gemaakt welke groep welke activiteiten aan de kinderen aanbieden, bijvoorbeeld: o Buitenspelen; o Knutselen; o Spelletjes doen; o Spelen in de hal; o Voorlezen; o Meehelpen tafel dekken. Doordat de deuren open staan kennen kinderen al snel de andere ruimtes, en de kinderen en leidsters van de ander groepen. Elke leidster let op alle kinderen, ook op die van een andere groep. Als een kind zich niet zo prettig meer lijkt te voelen tijdens het open deuren moment dan kan het terug gaan (of gebracht worden) naar de eigen leidster. Ook gaan de leidsters regelmatig in de andere groep kijken hoe het daar met „hun‟ kinderen gaat. Bovenstaande geldt ook voor tijdens het buitenspel.
-
-
-
-
Rond 11u worden vaak flessen aan baby‟s gegeven en worden de dreumesen zo langzamerhand wakker en uit bed gehaald en aangekleed. Om ongeveer half twaalf gaan we aan tafel voor de warme maaltijd of broodmaaltijd voor de kinderen onder een jaar en ook nu geldt: elk kind dat wakker is, komt erbij. De maaltijd is immers een sociale groepsgebeurtenis. De zelfredzaamheid van de kinderen wordt zoveel mogelijk gestimuleerd: eten met een vorkje (ook heel goed voor de oog-handcoördinatie). Ook het elkaar helpen is belangrijk: de dreumes die naast je zit af en toe een stukje brood geven. Bij het warme eten wordt water gedronken. Na het middageten is het tijd voor het tandenpoetsen, waarna de mond en de handen worden gewassen. Als het al half 1 is voordat de kinderen klaar zijn met eten worden er geen tanden gepoetst. De peuters die nog 1 keer per dag slapen, proberen zichzelf zoveel mogelijk zelf uit te kleden en worden naar bed gebracht; Voor de dreumesen is nu tijd voor een gerichte activiteit zoals hierboven omschreven. Kinderen die een halve dag komen, worden rond dit tijdstip gehaald of gebracht; Rond twee uur gaan de dreumesen weer naar bed, meestal nadat zij hun fruithapje gegeten hebben en iets hebben gedronken; Om ongeveer drie uur komen de peuters uit bed en de overige peuters komen om 14.00 terug van de 3+ groep. Nadat iedereen is aangekleed, gaat de hele groep aan tafel om iets te drinken en te eten. Ook nu staat het samen zijn en samen iets doen (zingen, voorlezen, praten) centraal; Hierna is er weer tijd voor een gerichte activiteit zoals eerder omschreven en gaan de deuren tot 17.30 weer naar elkaar open. De dreumesen worden weer wakker; Tussen 17u en 18.30 u worden de kinderen opgehaald in het lokaal of bij goed weer op het buitenterras. De leidsters nemen de tijd voor een praatje met de ouders en nemen afscheid van het kind. Om ongeveer 16.30 u a 17u wordt er nog iets te eten aangeboden als een soepstengel of cracker en eventueel iets te drinken. Verder kunnen de kinderen vrijspelen met speelgoed dat voor het grijpen ligt of met materiaal dat wordt aangeboden.
Eten en drinken -
-
-
de flesvoeding wordt door de ouders meegegeven (flessen met water en de poeder apart), voorzien van de naam van het kind. Deze gaan in de koelkast en als het tijd is voor een fles wordt deze opgewarmd in de magnetron of in de flessenwarmer (borstvoeding); kinderen tot 1 jaar krijgen Diksap, vanaf 1 jaar siroop (bijvoorbeeld Karvan Cevitam of Roosvicee), melk of appelsap. Voor de afwisseling wordt er wel eens chocomel, fristi of thee gedronken; wij geven de kinderen „s morgens vers fruit, gebaseerd op het seizoen. Voor het eerste fruithapje van baby‟s worden potjes van Olvarit gebruikt. wij geven de kinderen „s morgens vers fruit, gebaseerd op het seizoen. Voor het eerste fruithapje van baby‟s worden potjes van Olvarit gebruikt.
-
-
-
-
In de middag geven we bij het drinken een plak ontbijtkoek, soepstengel of een cracker (Cracottes, Cream Crackers, etc.). Af en toe wordt dit afgewisseld door een liga-koekje of een ander koekje (bijvoorbeeld tarwe biscuit of speculaas); Op iedere dag worden er warme maaltijden aangeboden aan de kinderen. Tijdens de warme maaltijden eten de kinderen vanaf 1 jaar mee. De kinderen van 1 jaar krijgen ½ schep groente, ½ schep rijst, aardappels of pasta en ½ deel vlees of vis. De kinderen van 2 en 3 jaar krijgen van alles 1 scheplepel of deel. Na de warme maaltijd krijgen alle kinderen een halve beker met vla of yoghurt. De kinderen in de leeftijd onder de 1 jaar en kinderen die door een allergie of geloofsovertuiging de warme maaltijden niet mogen eten, krijgen een broodmaaltijd. tijdens de broodmaaltijd eten we brood met (smeer)worst, (smeer)kaas of met zoet beleg. We beginnen pas met het geven van brood aan baby‟s als de ouders dit aangeven. Er worden tevens rijstwafels, crackers of beschuit aangeboden. Knakworstjes, ei, krentenbollen, soep, pannenkoeken, etc. kunnen ook aangeboden worden bij gelegenheid. snoep: in principe geven we dit niet. M.b.t. snoep dat in de vorm van een traktatie komt, hanteren we de regel dat 1 snoepje gegeten wordt, de rest wordt mee naar huis gegeven;
Zie ook ons beleidskader Voeding kinderdagverblijven, welke is gebaseerd op de informatie van het Voedingscentrum. Als kinderen een bepaald dieet volgen, houden wij ons hier uiteraard aan. Als het dieet erg afwijkend is van ons voedingspatroon, kunnen wij ouders vragen het voedsel mee te geven. Als het Consultatiebureau voor zuigelingen een ander ritme of andere voeding adviseert, willen wij dit graag vernemen via de ouders en zullen wij dit advies zoveel mogelijk opvolgen. Slapen Wij vinden het belangrijk het slaapritme en de gewoontes van kinderen te leren kennen, hier wordt over gesproken tijdens de intake. Dit maakt het slapen hier voor het kind sneller vertrouwd. Als de meeste kinderen naar bed gaan wordt vaak eerst met elkaar liedjes gezongen of boekjes gelezen. Dit om een rustig overgangsmoment te creëren en een groepsritueel te hebben dat duidelijk maakt dat het tijd wordt te gaan slapen. Ook oudere peuters die niet meer hoeven slapen weten zo dat het tijd is voor de andere kinderen om te gaan slapen, geeft herkenning in de dagindeling. Bij jonge baby‟s kan het soms prettig zijn de hangwieg of kinderwagen te gebruiken, vooral als een baby onrustig slaapt. In principe slapen kinderen in de bedjes. Het kan eens voorkomen dat een kind in de box in slaap valt, als het lukt wordt het alsnog in bed overgelegd. Gelet op een gezonde houding (slapen op een platte ondergrond) worden kinderen niet in een wipstoeltje of de schommel of dergelijke gelaten als zij daarin in slaap zijn gevallen. Alle kinderen slapen in slaapzakjes: ‟s winters in een gewatteerde, ‟s zomers in een dunne katoenen slaapzak. Met namen bij baby‟s wordt het bed kort opgemaakt. Peuters mogen ook slapen met een deken als zij dat liever willen. Bedknuffels van thuis kunnen meegegeven worden, waarbij wij letten op lusjes, draadjes, etc. in verband met verstikkingsgevaar. Voor verder informatie over veilig slapen verwijzen wij naar ons protocol wiegendood en protocol inbakeren van baby‟s tot 6 maanden. Activiteiten Onder activiteiten verstaan wij alles wat de kinderen (kunnen) ondernemen in hun ontwikkeling. Dat kan knutselen met papier, lijm en verf zijn, maar ook (kring)spelletjes, (voor)lezen, vrij spel, tafel dekken, met zijn allen eten, buitenspelen, muziek maken, dansen, opruimen, tandenpoetsen, etc. We proberen altijd een duidelijk begin en een duidelijk einde aan een activiteit te geven. Zo zingen we altijd hetzelfde liedje voordat we gaan eten en nat het eten zingen we een tandenpoetsliedje, zodat duidelijk wordt dat we overschakelen op een andere activiteit. Het opruimen na een activiteit heeft ook zo‟n afrondende functie, terwijl het ook als doel heeft het kind al jong te leren, zorg te dragen voor zijn omgeving. De activiteiten zijn aangepast aan de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Dit houdt voor de allerkleinsten in dat de leidsters actief afwisseling in het spel van de baby‟s aanbrengen: de leidster wisselt de speelplek af: van de box naar het speelkleed, naar het wippertje, etc. wij bieden de baby‟s een variatie van spelmateriaal aan, zoals: rammelaars, knuffels, activity-centre, bijtringen, blokken, etc. Er worden momenten gecreëerd waarop de aandacht alleen gericht is op die ene baby
zodat bovenstaande activiteiten gedaan kunnen worden. Verder is het moment van verschonen en het moment na het geven van de fles ook bij uitstek geschikt om individuele aandacht te geven aan het kind en de ontwikkeling te stimuleren. Voor de dreumesen is voldoende spelmateriaal aanwezig dat prikkelt en stimuleert. Op de momenten van vrij spelen kunnen deze kinderen spelen met het speelgoed dat ze zelf kiezen. Op andere momenten wordt juist bepaald speelgoed aangeboden, zoals duplo en speelt de leidster mee. Op bepaalde momenten van de dag, bijvoorbeeld als de peuters slapen, worden er gericht activiteiten aangeboden dat kan variëren van knutselen tot samen spelletjes doen of lekker kruipen door die grote ruimte. In het lokaal zijn speelhoeken ingericht die vooral aantrekkelijk zijn voor peuters en hun fantasiespel: een poppenhoek, een bouwhoek, verkleedspullen, puzzels, knutselmateriaal, etc. Net als bij de dreumesen worden op bepaalde momenten van de dag gerichte activiteiten aangeboden aan de peuters. Soms staat in de ene groep net wat ander speelgoed zodat het interessant is om eens ergens anders te kijken, dit rouleert ook wel in de loop van de tijd. Het voorlezen neemt een belangrijke plaats in tussen al deze activiteiten. Zo wordt er vaak een verhaaltje voorgelezen ‟s ochtends of ‟s middags na het drinken. Ook op momenten dat er slechts een paar kinderen wakker zijn, wordt er al snel voorgelezen. Wij zijn lid van de bibliotheek en zijn bezig met het opbouwen van een eigen “bibliotheek” van vaste boeken, omdat voorlezen ook altijd een stukje herkenning is: het verhaal van de mol die op zijn hoofd is gepoept, wordt steeds leuker naarmate het vaker verteld wordt. Voor alle activiteiten geldt dat ze vrijblijvend zijn. Uiteraard stimuleren wij de kinderen om deel te nemen aan de activiteiten en zullen we zoveel mogelijk tegemoet komen aan de individuele wensen van het kind, maar wij zullen een kind nooit dwingen mee te doen met een activiteit. Omdat wij tegemoet willen komen aan de individuele wens van het kind, werken wij regelmatig met groepsoverschrijdende activiteiten. Dit houdt in dat er een of meerdere activiteiten aangeboden worden waaraan elk kind deel kan nemen, ongeacht van welke groep ze zijn. Voorbeeld: in de eerste groep is een verfactiviteit, terwijl in groep twee muziek gemaakt wordt. Op de gang spelen we allerlei kringspelletjes. Alle deuren staan open en de kinderen kunnen zelf kiezen welke activiteit ze hoelang willen doen. Ook is het zo dat als er geen gerichte activiteiten worden aangeboden, de deuren openstaan en de kinderen welkom zijn in een andere groep om eens met ander speelgoed en andere kinderen te spelen. We gaan dagelijks naar buiten. Daar kunnen de kinderen fietsen, met de bal spelen, tikkertje doen, verstoppertje spelen. Ook baby‟s gaan mee naar buiten: bij mooi weer in de box of op een kleed of in de wandelwagen. Bij minder mooi weer letten we erop dat het niet te koud is, omdat baby‟s nu eenmaal stilliggen. Gedurende het jaar werken wij regelmatig met thema‟s. Activiteiten staan dan gedurende een aantal weken in het teken van zo‟n thema: winter, lente, water, circus, sesamstraat, etc. Via de nieuwsbrief de ouders op de hoogte gehouden van de thema‟s, en een thema kan worden afgesloten met een grote activiteit: een paasbrunch, pannenkoeken eten, een voorstelling, etc. Voor onze visie m.b.t. speelgoed, verwijzen wij naar ons speelgoedplan.
Tandenpoetsen De vereniging van tandartsen stelt zich op het standpunt, dat het nog niet nodig is om 3x per dag te poetsen. Wij vind het echter belangrijk, de kinderen al op jonge leeftijd te leren dat tandenpoetsen een belangrijk deel van de dagelijkse verzorging is. Door elke dag tanden te poetsen na de lunch benadrukken we dat het erbij hoort. Wij laten de kinderen zoveel mogelijk zelfstandig poetsen met een peutertandenborstel met zachte haartjes en een kleine borstelkop, de leidsters poetsen niet na, teneinde rekening te houden met bovengenoemd standpunt van de vereniging van tandartsen.
Elk kind heeft zijn eigen tandenborstel. Zodra een kind deelneemt aan de lunch, doet het mee aan het tandenpoetsen. Als de groep echter zo druk is dat het 12.30 of later is dat de kinderen klaar zijn met het eten, wordt het tandenpoetsen overgeslagen. Feesten Wij vieren regelmatig feesten met de kinderen. Samen feestvieren legt de nadruk op het gevoel van verbondenheid met elkaar en de gezamenlijke vrolijkheid versterkt de onderlinge band. Het leuke van een feest is ook dat de dagelijkse gang van zaken onderbroken wordt. Bij feesten horen vaste gewoontes en gebruiken zoals versieringen, liedjes en vaak speciaal eten en drinken. Dit geeft kinderen een gevoel van herkenning en verhoogt de sfeer. Het vieren van een verjaardag is ook zo‟n feestje. Meestal wordt de verjaardag ‟s middags gevierd. Er is een speciale verjaardagsstoel voor de jarige, een hoed en/ of aankondiging op de deur, de jarig mag trakteren en natuurlijk wordt er gezongen! Peuters vinden het vaak leuk om ook nog even langs de andere groepen te gaan, hen wordt dan een grote kaart gegeven waarop andere leidsters iets kunnen zetten en/ of waarop een sticker wordt geplakt. Verjaardagen van de leidsters worden op 1 dag in het jaar gevierd, zo kan er een één groot feest van worden gemaakt. Als er snoep getrakteerd wordt, hanteren wij de regel dat tijdens de traktatie er 1 snoepje gegeten mag worden en dat de rest van het snoep in de tas mee naar huis gaat. U kunt dan thuis zelf bepalen of en wanneer u dit snoep aan uw kind geeft. Maar eigenlijk willen we de traktaties zoveel mogelijk uit de snoepsfeer halen. Een traktatie kan dus bestaan uit een klein presentje zoals een mooi kleurpotlood, een bijzonder gummetje, een leuk versierde banaan, een grappig mandarijntje, een doosje rozijntjes, etc. Zieke kinderen Ieder kind is wel eens ziek. Soms is het moeilijk om te beoordelen of je hem of haar thuis moet houden van het kindercentrum. Kinderen kunnen plotseling ziek worden, maar ook snel weer opknappen. De mate van ziek zijn kan bij kinderen snel veranderen. Een hangerige, wat koortsige peuter kan na even geslapen te hebben weer helemaal zijn opgeknapt. Maar een onschuldig lijkende verkoudheid kan snel verergeren. Reden genoeg om ziekte bij jonge kinderen serieus te nemen. Kinderen die ziek zijn, hebben behoefte aan een rustige, vertrouwde omgeving waar ze de nodige aandacht en verzorging kunnen krijgen. Deze vinden ze het liefst thuis. Op het kindercentrum kan het kind niet goed meedoen met het groepsgebeuren en voor de leidsters is het soms onmogelijk om hun aandacht te verdelen tussen het zieke kind en de anderen in de groep. Als het kind een besmettelijke ziekte heeft of een andere aandoening die besmettelijk is, kan ook de rest van de groep worden besmet. Dit is vervelend, maar kan niet altijd worden voorkomen. Sommige ziekten zijn immers al besmettelijk voordat er symptomen optreden. het risico op verder besmetting is extra groot door de volgende factoren: - jonge kinderen spelen dicht op elkaar waardoor ziektekiemen makkelijk vergedragen worden; - ze hebben nog geen begrip van hygiëne en steken bijvoorbeeld regelmatig speelgoed in hun mond; - ze zijn extra vatbaar omdat ze tegen veel ziekten nog geen antistoffen hebben opgebouwd. Wij volgen de adviezen/ richtlijnen van de GGD op. Als wij gedurende de dag constateren dat het kind ziek is, nemen wij contact op met de ouders en overleggen. Het kan zijn dat wij de ouder vragen het kind op te komen halen. Wij gaan uit van het standpunt dat eventueel doktersbezoek door de ouders gedaan wordt, behoudens acute gevallen. Pas wanneer het kind voldoende is uitgeziekt, kan het weer naar het kindercentrum. Als het kind nog medicijnen gebruikt bij hervatting van de opvang op het kindercentrum, verwijzen wij naar het medicijnprotocol. Het kan gebeuren dat het kind niet helemaal fit maar ook niet echt ziek is als het ‟s ochtends naar het kindercentrum komt. Belangrijk is dan dat de ouder dit doorgeeft aan de leidsters van de groep, zodat
zij het kind extra in de gaten kunnen houden en, indien nodig, contact op kunnen nemen met de ouder als het kind opgehaald moet worden.
Medicijngebruik In verband met allerlei wettelijke regelingen m.b.t. medisch handelen in kindercentra, hanteren wij de volgende regel: In principe worden er in het kindercentrum geen medicijnen toegediend aan kinderen. Medicijnen toedienen is sinds enige tijd volgens de wet BIG een eenvoudige medische handeling en mag alleen verricht worden na schriftelijke toestemming van de ouders. Als leidsters medicijnen zouden toedienen aan kinderen zonder schriftelijke toestemming van de ouders, zijn zij strafbaar. Vandaar dat wij deze regel instellen. Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt als het gaat om een medicijn dat toegediend moet worden op een tijd die valt binnen de tijd dat het kind op het kindercentrum is. Daar waar mogelijk wordt het medicijn toegediend door de ouder. Dit geldt bijvoorbeeld voor een medicijn dat 2x per dag en niet tijdgebonden gegeven moet worden. In dat geval kunnen de ouders zelf het medicijn toedienen. Als een medicijn (betreft ook: alle zelfzorgmiddelen) toegediend moet worden in het kindercentrum, gelden de volgende afspraken: het medicijn zit in de originele verpakking; de originele bijsluiter is ingesloten; indien het een medicijn betreft op recept: op het etiket staan de naam van het kind en de dosering vermeld; de ouder geeft toestemming voor het toedienen van het medicijn middels het invullen en ondertekenen van een formulier. Op het formulier wordt vermeld om welk medicijn het gaat en hoe en wanneer het toegediend moet worden; de ouder geeft instructie over de wijze van toedienen; als het toedienen van de medicatie bij het kind niet lukt, wordt de ouder hiervan op de hoogte gesteld; in alle gevallen waarin het beleid niet voorziet en in twijfelgevallen wordt besloten en gehandeld in overleg met het locatiehoofd. Het geven van paracetamol is alleen toegestaan als dit op doktersrecept is voorgeschreven. Allerlei middelen die niet aan bovenstaande criteria voldoen, worden door ons niet toegediend. In het protocol “medicijngebruik” is nader omschreven en vastgelegd hoe wij omgaan met medicijngebruik in onze kindercentra.
Oudercontacten Vanuit onze visie dat het belangrijk is dat ouders en leidsters een goed contact met elkaar hebben, besteden wij op verschillende manieren aandacht aan oudercontacten: -
Intakegesprek Alle nieuwe ouders worden uitgenodigd voor een intakegesprek. Hier wordt de basis gelegd voor het vertrouwen van de ouders in een goede opvang voor hun kind. Er wordt informatie gegeven over Catalpa, over het kindercentrum en over de groep waarin het kind is geplaatst. Ouders wordt gevraagd informatie te geven over hun kind, zodat het voor ons mogelijk wordt om het kind zo goed mogelijk te begeleiden. Eventuele wenafspraken worden gemaakt. Na afloop van het gesprek krijgen de ouders een rondleiding.
-
Eerste periode De eerste periode na de start van het kind heeft de leidster extra aandacht voor de overdracht naar ouders. Centraal hierin staat het welbevinden van het kind, maar ook kunnen er bij ouders nog vragen of onduidelijkheden zijn die bij de intake nog niet naar voren kwamen. Als ouders dit willen kan er een schriftje bijgehouden worden voor de baby‟s.
-
Breng- en haalcontacten Aan het begin van de dag, als de kinderen gebracht worden, en aan het einde van de dag bij het ophalen, proberen de leidster tijd vrij te maken om met de ouders te praten over het kind en zijn belevenissen. Deze dagelijkse gesprekjes tussen de ouders en de leidsters kunnen ons inziens een grote bijdrage leveren aan de band tussen ouders en de leidsters. De leidsters proberen zo goed mogelijk hun aandacht en tijd te verdelen over de ouders. Soms kan dit wel eens moeilijk zijn, bijvoorbeeld omdat er veel ouders tegelijk binnen komen of omdat de kinderen aandacht vragen. Ouders kunnen aan het einde van de dag ook zelfstandig op het overdrachtformulier lezen welke activiteiten die dag zijn gedaan. Ook zijn alle bijzonderheden zoals flessentijd, slaaptijd, hoeveel gegeten, etc. daarop terug te lezen. ‟s Morgens wordt hierop voor baby‟s geschreven hoe laat zij die ochtend de eerste voeding hebben gehad zodat de leidsters weten hoe laat de volgende fles gegeven kan worden. Ouders mogen deze of andere informatie ook zelf op het formulier noteren.
-
10-minutengesprekken Twee keer per jaar vinden er gesprekken plaats met ouders over de ontwikkeling van hun kind. Als basis voor dit gesprek dienen de ingevulde lijsten van het ontwikkelingsvolgsysteem. Deze gelegenheid wordt ook gebruikt om te controleren of alle gegevens (intakeformulier) die wij hebben van het kind nog kloppen. Op verzoek van ouders of van de leidsters of van de leidinggevende kan er altijd tussendoor een gesprek plaatsvinden als hier behoefte aan is.
-
Ouderavonden Minimaal eenmaal per jaar organiseren wij een ouderavond. Dit kan een avond zijn voor alle ouders of voor de ouders van een groep. De inhoud van deze avonden is zeer divers. Zo kan er bijvoorbeeld worden gekozen voor een opvoedingsthema, een avond over EHBO, of wordt er informatie vanuit de groepen gegeven. De onderwerpen voor ouderavonden worden aangedragen door zowel het team als de oudercommissie. De organisatie ligt bij het team en/ of de oudercommissie.
-
Oudercommissie In de oudercommissie zijn ouders van de verschillende groepen vertegenwoordigd. De oudercommissie vergadert eenmaal in de acht weken met de locatiemanager en eventueel de clustermanager. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt. Doelstelling, bevoegdheden en samenstelling van de oudercommissie worden omschreven in de het Reglement van de oudercommissie.
-
Activiteiten waarbij ouders betrokken worden Af en toe betrekken wij ouders bij de organisatie en/ of uitvoering van activiteiten zoals een kerstfeest, een ouderavond of een uitstapje. Het spreekt vanzelf dat ouders zelf bepalen of zij hiervoor tijd vrij kunnen maken.
-
Schriftelijke informatie Naast mondelinge informatie via de leidsters, ontvangen ouders ook regelmatig schriftelijke informatie van het kindercentrum. Het locatiehoofd maakt een nieuwsbrief die tweemaandelijks verschijnt over belangrijke gebeurtenissen of veranderd beleid, mededelingen bijvoorbeeld m.b.t. personeelswisselingen, etc. Veel update informatie wordt verschaft via de website www.kinderopvang-dolleboel.nl die de locatie in eigen beheer heeft. Verder wordt het mededelingenbord in de hal, en email naar ouders gebruikt als communicatiemiddelen.
-
Exitgesprek Wanneer het verblijf van het kind op het kindercentrum beëindigt wordt, willen wij graag van de ouders horen hoe men de kwaliteit van de opvang ervaren heeft. De ouders worden dan door de leidsters van de groep uitgenodigd voor een kort gesprek en wij vragen de ouders een (mogelijk anoniem) exit-formulier in te vullen. Wij vinden het belangrijk om feedback te krijgen over onze organisatie, zowel over het kindercentrum als over het hoofdkantoor. De ervaringen en opmerkingen van ouders nemen wij mee in de verdere ontwikkeling en verbetering van onze organisatie.