Pedagogisch werkplan Kindercentrum Peuterpalet
Juni 2013
Inhoudsopgave 1. Inleiding en visie
pag. 3
2. Beschrijving Peuterpalet
pag. 4
3. Randvoorwaarden
pag. 5
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
3.9 3.10 3.11 3.12
Groepsindeling Pedagogisch medewerker/kind ratio (PKR) en 3 uurs regeling Medewerkers Achterwachtregeling Flexibele opvang, ruilen en incidenteel/structureel afnemen van extra dagen Vormgeving opendeurenbeleid Samenvoegen van de groepen (koppelgroepen) Wenbeleid 3.8.1 Intern 3.8.2 Extern Afscheid van een kind Ophalen door derden Afmelden van kinderen Stagiaires
4. Middelen 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
pag. 10 Dag indeling Huisregels Inrichting binnen en buiten Materialen aanbod Observatiemethode
5. Pedagogisch handelen 5.1
Interactie tussen de pedagogisch medewerkers en het kind 5.1.1 Emotionele ondersteuning 5.1.2 Respect voor autonomie 5.1.3 Structuur bieden en grenzen stellen 5.1.4 Informatie en uitleg geven 5.1.5 Ontwikkeling stimuleren 5.1.6 Het begeleiden van interacties tussen kinderen
5.2
Voertaal en taalgebruik
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
pag. 13
1
5.3
Rituelen en pedagogisch handelen 5.3.1 Halen en brengen 5.3.2 Eten 5.3.3 Slapen
5.4
Spelen
5.5 Normen en waarden m.b.t. seksualiteit en intimiteit
6. Kwaliteitszorg 6.1 6.2 6.3 6.4
Ziekte van kinderen Medicijngebruik Zorgkinderen Uitwerking aanbevelingen Rapport Gunning 6.4.1 Vier ogen principe 6.4.2 Procedure rondom werving en selectie
7. Samenwerking met ouders 7.1 7.2 7.3 7.4
pag. 18
pag. 20
Oudercontacten Oudercommissie Protocollen Vertrouwenspersoon
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
2
1. Inleiding en visie Welkom bij kindercentrum Peuterpalet. Voor u ligt het pedagogisch werkplan, welke is samengesteld aan de hand van het convenant Kwaliteit Kinderopvang en de vier pedagogische opvoedingsdoelen die beschreven staan in het algemeen pedagogisch beleid van B4KIDS. Onze pedagogische visie staat beschreven in het pedagogisch beleid. We vinden dat ieder kind een individuele, unieke persoonlijkheid is; we hebben respect voor ieders culturele afkomst. Het kind heeft een eigen mening, een eigen “kijk op het leven”. Wij gaan daar respectvol mee om. Zo ontstaat een positieve interactie tussen de pedagogisch medewerkers en kinderen en tussen kinderen onderling, waardoor kinderen zich kunnen ontwikkelen vanuit hun eigen specifieke mogelijkheden en vanuit dat wat de omgeving hen biedt. Wij streven naar een omgeving waarin kinderen zich veilig, vertrouwd en ontspannen kunnen voelen. Een omgeving die uitdaagt en die ruimte geeft aan ieder kind om op zijn/haar “eigen” manier bezig te zijn en zich thuis te voelen. De rol van de pedagogisch medewerkers is verzorgend, begeleidend en stimulerend in de ontwikkeling van afhankelijkheid naar onafhankelijkheid. Dit gebeurt door observeren van de kinderen door de pedagogisch medewerker, signalen die kinderen afgeven en samenspraak met ouders. Wederzijds respect en een open houding liggen hieraan ten grondslag. We streven ernaar dat ieder kind zich bewust is van zijn/haar eigenheid en tegelijkertijd de “algemeen” geldende normen en waarden leert kennen. Onze pedagogische doelen zijn: 1. het bieden van voldoende (emotionele) veiligheid voor het kind ; 2. het bieden van voldoende mogelijkheden voor de kinderen om persoonlijke competenties te ontwikkelen ; 3. het bieden van voldoende mogelijkheden voor de kinderen voor het ontwikkelen van sociale competenties ; 4. overdracht van waarden en normen. In het eerste hoofdstuk wat volgt na deze inleiding staat een korte beschrijving van kindercentrum Peuterpalet. Daarna zullen in het volgende hoofdstuk de diverse randvoorwaarden beschreven worden. Het hoofdstuk dat volgt op de randvoorwaarden omschrijft de middelen, hier komen de dagindeling, de huisregels, de inrichting binnen en buiten, het materialen aanbod en de observatiemethode aan bod. In het vijfde hoofdstuk van dit werkplan wordt het pedagogisch handelen beschreven. Er worden een aantal praktijkvoorbeelden gegeven, de voertaal wordt benoemd en rituelen, normen en waarden worden aangestipt. Het daarop volgende hoofdstuk gaat over kwaliteitszorg; ziekte van kinderen en medicijngebruik en zorgkinderen alsmede de uitwerking van de aanbevelingen van Rapport Gunning worden besproken (waaronder de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling). Ten slotte wordt in het laatste hoofdstuk de samenwerking met ouders beschreven.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
3
2. Beschrijving Peuterpalet Kindercentrum Peuterpalet is een dagverblijf welke bestaat uit 3 babygroepen van 0 – 22 maanden en 4 peutergroepen van 22 maanden – 4 jaar. Naast de groepsruimtes heeft Peuterpalet zowel op de baby afdeling als bij de peutergroepen een ruime gang met diverse speelmogelijkheden. Voor de peuters is er buiten een tuin en de babygroepen hebben aangrenzend aan hun groepsruimte een groot balkon. Kindercentrum Peuterpalet draagt er zorg voor dat de kinderen iedere dag tevreden naar huis gaan. We scheppen een plezierige, positieve sfeer door enthousiasme, humor en leuke activiteiten. Het gevolg is een waardevolle, liefdevolle en stimulerende omgeving voor het kind. Het team van Peuterpalet geeft de kinderen ruimte om zichzelf te zijn en te blijven. De mogelijkheden en behoeftes van de kinderen nemen wij serieus en staan centraal in onze werkwijze. Wij hebben respect voor de eigenheid en achtergrond van de kinderen. Ons uitgangspunt is: ‘Ieder kind is uniek en heeft zijn eigen behoeftes’.
Kindercentrum Peuterpalet Oppenheimstraat 4b 2313 JE Leiden T : 071 – 516 04 44 E :
[email protected] Locatiemanager: Jacqueline Stakenburg
Telefoonnummers babygroepen: Nijntje : 071-5160441 Teigetje : 071-5160442 Baloe : 071-5160443
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
Telefoonnummers peutergroepen: Simba : 071-5160445 Rakker : 071-5160446 Koko : 071-5160447 Stampertje : 071-5160448
4
3. Randvoorwaarden Voor het bereiken van de vier pedagogische basisdoelen hebben we een aantal randvoorwaarden en gebruiken we pedagogische middelen die voorzien in de basisbehoefte van kinderen. Denk hierbij aan de pedagogisch medewerker, de groep, de inrichting binnen en buiten, het activiteitenaanbod, de materialen en het observeren van kinderen. De samenwerking met ouders is geen pedagogisch middel in de strikte zin van het woord, maar gezien het belang van een goede samenwerking met de ouders voor de emotionele veiligheid en het welbevinden van het kind bespreken we deze uitgebreid in hoofdstuk zeven. Om te kunnen werken aan de in de Wet Kinderopvang gestelde vier basisdoelen voldoen onze groepen aan een aantal randvoorwaarden. Hierbij kan gedacht worden aan de opbouw en grootte van de groepen en de pedagogisch medewerker-kind-ratio.
3.1
Groepsindeling
Op Peuterpalet worden de kinderen opvangen in een stamgroep. Dit is een vaste groep kinderen in een eigen groepsruimte die qua sfeer en inrichting bij hun leeftijd past. Kinderdagverblijf Peuterpalet bestaat uit 7 stamgroepen. Deze zijn onder verdeelt in 3 babygroepen (0 – 22 maanden) en 4 peutergroepen (22 maanden – 4 jaar); • Babygroepen: Nijntje, Teigetje en Baloe • Peutergroepen: Stampertje, Simba, Rakker en Koko Binnen deze kaders, fluctueren de leeftijdsgrenzen. Dit komt doordat Peuterpalet er naar streeft wensen van ouders te volgen, uiteraard binnen de grenzen wat verantwoord is. Bij de overgang naar een nieuwe groep, gaan kinderen eerst wennen. Ouders worden daar uiteraard tijdig over geïnformeerd. Elk kind heeft een vaste stamgroep met vaste pedagogisch medewerkers. In de plaatsingsovereenkomst kunnen ouders zien in welke stamgroep hun kind geplaatst is. Tijdens de intake wordt verteld welke pedagogisch medewerkers op de stamgroep van hun kind werken. Aan de randen van de dag (tussen 07:30-09:30 / 12:30-15:00 uur en vanaf 16:30 uur) en op sommige dagen, als er minder kinderen zijn, kunnen groepen worden gekoppeld. Hierbij wordt rekening gehouden met de verhouding pedagogisch medewerkers (in principe een vaste pedagogisch medewerker van de groep) en de groepsgrootte (kloppende PKR).
3.2
Pedagogisch medewerker/kind ratio (PKR) en 3 uurs regeling
De toewijzing van pedagogisch medewerkers aan de stamgroepen vindt plaats volgens de verhoudingen zoals die voortkomen uit de ‘Regeling Kwaliteit Kinderopvang’ en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en zoals die beschreven staan in het pedagogisch beleid. De PKR wordt berekend met behulp van de rekentool op www.1ratio.nl. Gedurende maximaal 3 uur per dag (niet aaneengesloten) tussen 07:30-09:30 / 12:30-15:00 uur en vanaf 16:30 uur mogen wij afwijken van de geldende pedagogisch medewerker/kind ratio (PKR), met dien verstande dat tenminste de helft van het aantal beroepskrachten wordt ingezet. Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
5
Veelal zit er een vast patroon in het aantal kinderen m.b.t. de tijden van het brengen en halen. Wij turven minimaal eens per kwartaal om te kijken of wij niet afwijken van de gestelde normen. Op Peuterpalet starten er van zowel de baby- als peutergroep 2 pedagogisch medewerkers om 07.30 uur. Tussen 08.00 en 09.30 uur starten de andere pedagogisch medewerkers en zijn alle groepen open. Vanaf 17.00 uur gaan de eerste pedagogisch medewerkers weer naar huis. Er wordt altijd geopend en gesloten met minimaal 2 pedagogisch medewerkers. In geval van calamiteiten kunnen medewerkers terugvallen op de eigen locatiemanager of locatiemanagers uit de nabije omgeving, zie achterwacht regeling.
3.3
Medewerkers
Elke groep beschikt over vaste en vertrouwde pedagogisch medewerkers. Bij afwezigheid door vakantie en/of ziekte worden zij zoveel mogelijk vervangen door collega’s of bekende invalkrachten. Door het opendeurenbeleid op kindercentrum Peuterpalet zijn kinderen bekend met de vaste pedagogisch medewerkers van alle groepen. In de vakantieperiode is minimaal 1 vaste pedagogisch medewerker aanwezig. Alle medewerkers, inclusief invalkrachten, beschikken over een erkend diploma voor het werken in de kinderopvang en een verklaring omtrent gedrag. Ouders worden geïnformeerd over het personeelsbeleid.
3.4
Achterwachtregeling
Op Peuterpalet is de kans erg klein dat er een pedagogisch medewerker alleen in het pand aanwezig is. Dit omdat er altijd door minimaal 2 medewerkers wordt geopend/gesloten. Bij calamiteiten op het centrum hebben wij een achterwacht regeling afgesproken met Kindercentrum Konijn. Kindercentrum Konijn Drie Octoberstraat 27 2313 ZM Leiden T: 071 - 512 49 94 In het geval van een calamiteit kunnen pedagogisch medewerkers van dit centrum binnen 10 minuten op het centrum aanwezig zijn om ondersteuning te bieden. In zo’n geval wordt ook direct de locatiemanager van het centrum gealarmeerd. Bij een langdurig afwezigheid van de locatiemanager van Peuterpalet, zal de locatiemanager van BSO Basisbende waarnemen: BSO Basisbende Oppenheimstraat 2 en 8A / 2313 JE / Leiden T: 071 - 512 40 45 M: 06 - 31 92 76 95
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
6
3.5
Flexibele opvang, ruilen en incidenteel/structureel afnemen van extra dagen
Naast het standaard opvang pakket, biedt Peuterpalet halve dagopvang aan op de woensdag en vrijdag op de groepen Simba en Nijntje. De opvangtijd is van 07:30 tot 13:00 uur. Daarnaast heeft Peuterpalet de intentie om flexibel om te gaan met het ruilen van dagen. Bij elke groep hangt een overzicht waarop u kunt zien op welke dagen er nog plek is op de groep. Indien u wenst kunt u in overleg met de pedagogisch medewerkers ook op een andere groep ruilen en/of extra komen. De kinderen zitten tijdens deze extra opvang altijd op hun stamgroep of koppelgroep. Met ouders die door omstandigheden een onregelmatig aanbod nodig hebben wordt per maand afgesproken wanneer zij opvang nodig hebben. Ouders die kiezen voor deze vorm van opvang weten dat dit op basis van beschikbaarheid wordt aangeboden. Bij zowel incidenteel als structureel afnemen van extra dagen dient dit schriftelijk te worden vastgelegd. Hoewel het aanbod maximaal flexibel is, zit er in de praktijk structuur in de afname van ouders waarvoor de emotionele veiligheid gewaarborgd blijft.
3.6
Vormgeving opendeurenbeleid
‘Open deuren’ is een manier van werken die er voor zorgt dat er zo optimaal mogelijk aangesloten kan worden bij de innerlijke ontwikkelingsdrang van de kinderen opdat zij hun eigen ontwikkelingspad kunnen kiezen. De wereld van de kinderen wordt langzamerhand groter en zij leren zo het hele centrum en de medewerkers kennen. Bij de open deuren wordt er gebruik gemaakt van de individuele kwaliteit van de pedagogisch medewerkers wat meer intensiteit geeft aan de activiteit. De samenwerking tussen de pedagogisch medewerkers wordt ook bevorderd door het werken met open deuren en geeft hen variatie in het werk, wat motiverend is. Bij open deuren worden de deuren letterlijk en figuurlijk open gezet zodat de kinderen de ruimte en vrijheid krijgen te spelen waar zij willen. Ook leren zij spelenderwijs iedereen op de locatie kennen. Dit bevordert het wij-gevoel en de saamhorigheid. Welbevinden en emotionele veiligheid is hierbij uitgangspunt. Op Peuterpalet wordt op wisselende dagen het opendeurenbeleid ‘ontdekken op andere plekken’ aangeboden. Dit houdt bij de peutergroepen in dat op bepaalde dagen tussen 10.30 en 11.15 uur en/of tussen 15.30 en 16.00 uur op alle groepen een activiteit wordt aangeboden. Aan tafel voorafgaand aan dit moment horen de kinderen op welke groep welke activiteit plaats vindt en kunnen vervolgens, met hulp, kiezen bij welke groep zij willen spelen. Voor de kinderen die dit niet willen is er altijd de mogelijkheid om op de eigen groep bij een vertrouwde pedagogisch medewerker te blijven. Tussen breng (na 08.00 uur) en haalmomenten zijn de peuters op hun eigen groep. Bij de babygroepen wordt veel op de hal gespeeld en met de deuren open. Er wordt toezicht gehouden waarbij er altijd 1 pedagogisch medewerker lijfelijk meer aanwezig is dan het aantal open lokalen. Er wordt diverse malen terug gegaan naar de groep om de rust op de babygroepen te bewaren.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
7
3.7
Samenvoegen van de groepen (koppelgroepen)
Peuterpalet werkt met de volgende vaste koppelgroepen:. De groepen Stampertje met Rakker vormen een koppelgroep en de groepen Koko met Simba vormen een koppelgroep bij de peuters. Bij de baby’s is dit wisselend in verband met het oneven aantal groepen. Binnen deze groepen ervaren de kinderen de vertrouwde omgeving. Het team van de koppelgroepen werkt nauw samen, zo worden gezamenlijk activiteiten gedaan en is de dagindeling eveneens gekoppeld aan elkaar. De pedagogisch medewerkers zijn veelvuldig aanwezig op de gekoppelde groep en de kinderen spelen regelmatig een dagdeel bij elkaar. Zo leren de kinderen en de pedagogisch medewerkers elkaar goed kennen. In de vakantie periode of in geval van ziekte van pedagogisch medewerkers is ons uitgangspunt om de openstaande dienst op te lossen met het vertrouwde gezicht van de pedagogisch medewerker van de koppelgroep. Op deze manier hoeven wij zelden (onbekende) invalkrachten in te zetten en waarborgen wij de emotionele veiligheid van de kinderen. Elke vaste groep kent een team van pedagogisch medewerkers, het streven is een vast team van maximaal 3 medewerkers per groep. Daarbij wordt gestreefd naar een goed personeelsbeleid zodat een vaste pedagogisch medewerker o.a. bij langdurige ziekte of verlof structureel vervangen wordt.
3.8
Wenbeleid
Voordat een nieuw kind daadwerkelijk op de opvang begint, is er eerst een intakeprocedure. Deze bestaat uit een rondleiding en een intakegesprek. De rondleiding gebeurt vaak al voordat het kind is ingeschreven. De ouder(s) worden rondgeleid en krijgen informatie over de verschillende groepen, het beleid, openingstijden enz. Dit wordt gedaan door de locatiemanager of een van de (ervaren) pedagogisch medewerkers. Als het kind geplaatst is, volgt er een maand voor de plaatsing een intakegesprek met de ouder(s) en één van de pedagogisch medewerkers van de groep waarin het kind geplaatst wordt. Aan de hand van een intakeformulier en een gesprek probeert de pedagogisch medewerker een beeld van het kind te krijgen. Er wordt gevraagd naar eetgewoontes, slaaprituelen en de medische achtergrond. In dit gesprek krijgen ouder(s) ook informatie over het dagritme op het kindercentrum, wat ze mee moeten nemen en regels van het kindercentrum. Afsluitend aan het gesprek worden er afspraken gemaakt voor het wennen van het kind. Kinderen die instromen op ons kindercentrum of die doorstromen van de babygroep naar de peutergroep, krijgen specifieke aandacht. Voor de kinderen betekend dit een nieuwe situatie. Door hier voldoende tijd en aandacht aan te besteden wordt de overgang voor het kind naar de nieuwe situatie versoepeld. Tijdens een wenprocedure zijn er maximaal 2 wen kindjes aanwezig op de groep. 3.8.1 Intern Bij de overgang binnen het kindercentrum naar een andere groep, krijgen kinderen de gelegenheid om te wennen. Dit kan van baby- naar peutergroep, maar ook van de peutergroep naar BSO zijn. Hierbij wordt er in overleg met de ouders een wen-schema opgesteld. Het is belangrijk dat de gegevens over het betreffende kind goed worden overgedragen naar de nieuwe groep.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
8
3.8.2 Extern Voordat uw kind geplaatst is op Peuterpalet, wordt door de pedagogisch medewerker van de groep waarin uw kind komt, een afspraak met u gemaakt voor een intakegesprek. Tijdens dit gesprek, waarin de algemene zaken en de werkwijze van Peuterpalet worden verteld, wordt, in overleg met u en de pedagogisch medewerker een wenschema gemaakt. Deze wenafspraken worden schriftelijk met u vastgelegd in een daarvoor bestemd formulier. Het aantal momenten dat een kind komt wennen voorafgaand aan de plaatsingsdatum kan voor de duur van maximaal 2 dagdelen. Tijdens dit wennen wordt er altijd voldaan aan de pedagogisch medewerker / kindratio en de maximale groepsgrootte.
3.9
Afscheid van een kind
Op de baby- en de peutergroepen wordt uitgebreid afscheid genomen wanneer één van de kinderen de groep gaat verlaten. De reden van afscheid kan een verhuizing zijn of de doorstroom van babynaar peutergroep of van peutergroep naar basisschool. Afscheid nemen geeft aan dat er een periode afgesloten wordt en een nieuwe periode begint. Pedagogisch medewerkers bereiden de kinderen kort van te voren voor op hun afscheid, omdat kinderen nog geen goed tijdsbesef hebben.
3.10
Ophalen door derden
Als een kind door een derden wordt opgehaald, vragen wij dit u altijd aan ons door te geven. Als een andere volwassene het kind komt ophalen, terwijl wij niet op de hoogte zijn, zullen we altijd eerst contact opnemen met de ouder om toestemming te vragen. Aan onbekende personen die ons kinderdagverblijf willen betreden zullen wij om legitimatie vragen.
3.11
Afmelden van kinderen
Het kan voorkomen dat uw kind niet kan komen. U kunt dit telefonisch of mondeling aan de pedagogisch medewerkers doorgeven. Op de dag zelf ontvangen wij uw afmelding graag voor 08.30 uur, zo is iedere pedagogisch medewerker tijdig op de hoogte. Bij geen gehoor kunt u een bericht op de voicemail van de locatie achterlaten. Mocht u vroegtijdig al weten dat uw kind niet komt dan kunt u dit ook persoonlijk aan de pedagogisch medewerker van uw kind doorgeven. De afgemelde kinderen worden in de centrale agenda van de groep bijgehouden en op de registratielijst.
3.12
Stagiaires
Peuterpalet wordt op verschillende dagen ondersteund door stagiaires. De stagiaires volgen een gerichte opleiding en zijn in het bezit van een verklaring omtrent goed gedrag.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
9
4. Middelen 4.1
Dag indeling Globale Dagindeling
07.30 – 09.30
Kinderen kunnen gebracht worden, vrij spelen.
09.30 – 11.30
Aan tafel drinken en eten. De peuters eten fruit. Na het fruit eten en een wc/verschoonronde wordt er een activiteit aangeboden. Dit kan bijvoorbeeld een knutsel activiteit, buiten spelen, muziek op eigen groep zijn of de kinderen kunnen kiezen uit verschillende OOAP activiteiten.
11.30 – 15.00
Eten en slapen. Peuters die niet slapen, spelen in de groep, in de speelhal of, als het weer het toelaat, buiten.
15.00 – 17.15
Er wordt een tussendoortje gegeten, Daarna kiezen de pedagogisch medewerkers voor een binnen- of buitenactiviteit, of vrij spelen. Op de babygroepen wordt na hun middagslaapje fruit gegeten.
17.15 – 17.30
Nog iets drinken met een koekje.
18.30
Kindercentrum gesloten
Bij de babygroepen wordt zoveel mogelijk het ritme van thuis gevolgd.
4.2
Huisregels
Uiteraard zijn er op kindercentrum Peuterpalet huisregels waar aan gehouden moeten houden. Dat kunnen hele praktische regels zijn, zoals het opruimen van de spullen als je klaar bent of helpen bij de tafel afruimen. Maar natuurlijk gelden er ook regels op het sociale vlak. De manier van omgang met andere kinderen, het taalgebruik en de omgangsvormen met de pedagogisch medewerkers, zoals het gedag zeggen als je binnenkomt en weggaat. Deze huisregels zijn opgesteld door het team en vanuit de risico-inventarisatie. De huisregels zijn er om duidelijkheid te geven over wat er wel en niet kan en om de veiligheid binnen en buiten te bevorderen. Weetjes en huisregels: - Roken: is in het gehele pand van Peuterpalet verboden. - Huisdieren: huisdieren mogen het kindercentrum niet betreden. - Ons kindercentrum heeft een vaste huisarts. - Uitstapjes: uitstapjes worden altijd gemeld bij de locatiemanager en als het mogelijk is bij de ouders. - Om te voorkomen dat kinderen zonder toezicht naar buiten lopen, is het belangrijk dat u de deuren altijd goed sluit. - Bij het betreden van de pand graag uw naam en de naam van het kind dat u komt halen/brengen noemen. De pedagogisch medewerker zal dan de deur voor u openen.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
10
In verband met de veiligheid vragen wij u erop te letten dat er geen onbekende mensen met u mee naar binnen lopen. Indien u iemand niet kent dan de persoon vragen om zelf aan te bellen bij de betreffende groep. - Als de peutergroepen buiten spelen kunt u aanbellen bij de bel: “speelplein”. Door middel van een buiten intercom kunnen wij de deur dan open doen. - Als er in de thuissituatie veranderingen optreden die van invloed zijn op uw kind is het belangrijk als de pedagogisch medewerkers hiervan op de hoogte zijn. - Als uw telefoonnummer(s)/gegevens veranderen, wilt u dit dan doorgeven aan groepsleiding. - Wilt u uw kind geen snoep meegeven. - Wilt u zorgen dat uw kind thuis heeft ontbeten, mocht uw kind toch incidenteel met een boterham/cracker op Peuterpalet komen dan zetten wij het kind even aan tafel om daar het restant op te eten. - Wilt u geen eigen speelgoed meegeven, speelgoed is vaak niet geschikt en/of gevaarlijk voor alle kinderen. - Graag uw kind geen kleding aangeven met touwtjes eraan en capuchons. Wantjes en handschoenen mogen i.v.m. verstikkingsgevaar niet met touwtjes aan/door de jas worden bevestigd. - Wilt u bijzonderheden van kinderen, zoals bijvoorbeeld ziektes, verwondingen en allergieën altijd direct melden bij de pedagogisch medewerkers. - Wilt u in de zomer zwembroeken, extra T-shirt dat nat mag worden en bijvoorbeeld petjes meegeven. - In de zomerperiode gaan we vaak langer naar buiten. Wilt u uw kind alvast ingesmeerd met een hoge beschermingsfactor brengen. - Spenen en knuffels die worden meegegeven naar het Peuterpalet blijven uw verantwoordelijkheid (controle op scheurtjes, naden, wassen en het uitkoken). - Medicijnen/middelen (homeopathische e.d.) worden alleen toegediend na het volledig in vullen en ondertekening van het formulier medicijngebruik en het medicijn moet in de originele verpakking zitten en voorzien zijn van de bijsluiter - Wilt u bij het brengen/halen erop letten dat uw tas niet onbeheerd op kinderhoogte staat. Kinderen kunnen hier dingen uitpakken die voor hun gevaarlijk kunnen zijn. - Het is belangrijk om afgekolfde moedermelk direct te koelen om ontwikkeling van ziektekiemen tegen te gaan. Wilt u moedermelk gekoeld meenemen en op de babygroep direct in de koelkast zetten. Wilt u duidelijk de naam van het kind op de fles zetten. Wilt u voldoende poeder voor alle flesvoedingen (inclusief reserve) in een goed afsluitbaar bakje meenemen, voorzien van de naam van het kind. - Bederfelijke voedingsmiddelen mogen wij alleen geven als ze niet langer dan 30 minuten buiten de koelkast geweest zijn, houdt u daar rekening mee. - Tassen en sjaals mogen niet aan de kapstok hangen. Wilt u de spullen in het mandje van het kind opbergen. - Er mogen in verband met verstikkingsgevaar geen plastic zakken aan de kapstok worden gehangen Peuterpalet heeft weinig opbergruimte voor kinderwagens, daarom mogen ouders hun kinderwagen niet achter laten. Een Maxi Cosi of fietsstoeltje mag boven bij de entree van de babygroepen op de daarvoor bestemde plank gezet worden. Beneden kunnen de fietsstoeltjes en buggy’s onder de trap aan de haken gehangen worden. - Wilt u uw kind niet laten rennen in het gebouw.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
11
4.3
Inrichting binnen en buiten
Het team van Peuterpalet besteedt aandacht aan de uitstraling en inrichting van de groepsruimtes. Afwisseling, uitdaging en creëren van rust staan centraal bij het indelen van de ruimte. Op elke groep zijn speelhoeken aanwezig, zoals een autokleed met auto’s, een keukenhoek en een hoek met kussens en knuffels. Bij Peuterpalet kunnen op bepaalde momenten van de dag de deur(en) van één of meerdere peutergroepen open staan. Het open zetten van de deuren vergroot het speeloppervlak van en de keuzemogelijkheden waar en met wie de kinderen gaan spelen. Kinderen kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om met vriendjes en/of vriendinnetjes van en op andere groepen te gaan spelen. Peuterpalet beschikt over een grote speelhal die ook als speelruimte gebruikt wordt. Zodra de deuren van de groepsruimten opengaan kunnen de kinderen hier ook spelen. De pedagogisch medewerkers zijn daar waar de kinderen spelen. Uitgangspunt is dat de peuters door de pedagogisch medewerkers van hun stamgroep worden opgevangen. Er wordt in de eigen stamgroep gegeten. Kinderen van verschillende stamgroepen gaan ook wel eens bij elkaar eten. Feesten zoals het zomerfeest, Pasen, Sinterklaas en Kerst vieren we gezamenlijk en/of in de stamgroepen. Verjaardagen vieren we in de stamgroepen. Peuterpalet heeft een speelplein waar de peuters dagelijks buiten spelen. Bij de babygroepen zijn de deuren bijna altijd open. Kinderen kunnen in de hal of in een andere groep op onderzoek gaan. De oudsten zoeken elkaar op in de hal waardoor het op de groep voor de jongsten rustiger is. Uitgangspunt is dat de baby’s door de pedagogisch medewerkers van hun eigen stamgroep worden opgevangen. Ook met de baby’s gaan de pedagogisch medewerkers zoveel mogelijk naar buiten. Bij goed weer is er voor de baby’s gelegenheid om op de balkons te spelen en regelmatig wordt met de oudere baby’s op het grote peuterplein gespeeld.
4.4
Materialen aanbod
De creativiteit stimuleren we door materiaal aan te bieden waar de kinderen zelf mee aan de slag gaan. We verven ook op oude lakens en rollen behang. Bijna iedere dag zingen en dansen we, of maken we zelf muziek, we hebben een groot scala aan muziekinstrumenten. De baby’s worden regelmatig samen in de grond box gelegd, zodat de kinderen contact met elkaar kunnen maken. Speelgoed wordt als middel gebruikt om kinderen tot elkaar te laten komen. Kinderen hoeven niet altijd samen te spelen, apart spelen mag uiteraard ook. Bij peuters stimuleren wij de kinderen om contact te maken, zodat ze interesse krijgen in elkaar en benoemen we het samen spelen het samen delen.
4.5
Observatiemethode
Elke maand is er een werkoverleg waarin er mogelijkheid is kinderen te bespreken met de locatiemanager om te bekijken hoe het gaat met de ontwikkeling van de kinderen. Vragen zijn dan: is het welzijn van het kind optimaal op de locatie, wat is de interesse van het kind, wordt het kind voldoende geprikkeld, hoe is het contact met andere kinderen, zijn er bijzonderheden etc. Wanneer nodig zal het worden besproken met de ouder/verzorger. Er kan ook gekozen worden om de pedagogische adviseur in te schakelen. Zij bekijkt de situatie objectief en geeft waar nodig tips aan pedagogisch medewerkers over de begeleiding naar kinderen toe.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
12
Minimaal eenmaal in de periode dat uw kind op een baby- en/of peutergroep verblijft, nemen de pedagogisch medewerkers het initiatief voor een voortgangsgesprek. De pedagogisch medewerker vult een vaststaand observatieformulier in dat in het gesprek met de ouders wordt besproken. Bij een eventueel volgend gesprek kan dit formulier weer gebruikt worden. Tijdens de bespreking van het observatieformulier wordt besproken of de beoogde afstemming naar tevredenheid verloopt. Een voortgangsgesprek vindt plaats op het kindercentrum.
5. Pedagogisch handelen B4KIDS heeft een algemeen pedagogisch beleid, waarin vier pedagogisch basisdoelen beschreven worden; - het bieden van voldoende (emotionele) veiligheid voor het kind; - het bieden van voldoende mogelijkheden voor de kinderen op persoonlijke competenties te ontwikkelen; - het bieden van voldoende mogelijkheden voor de kinderen voor het ontwikkelen van sociale competenties; - overdracht van waarden en normen.
5.1
Interactie tussen de pedagogisch medewerkers en het kind
5.1.1 Emotionele ondersteuning Dit is de basis van elk handelen in ons kindercentra. Kinderen moeten zich “thuis” voelen, moeten zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Pas dan kunnen ze zich verder ontwikkelen. Door middel van het geven van emotionele ondersteuning, leert een kind dat zijn signalen en initiatieven worden opgemerkt, dat het serieus genomen wordt en de moeite waard is. Bij kinderen van 0-1 jaar ligt accent in de omgang op dit aspect. De basis voor ontwikkeling wordt o.a. hierdoor gelegd; - Wij reageren op huilende baby door bijvoorbeeld te zeggen: “Ik hoor je, ik kom er zo aan”. Op deze manier hoort de baby het bekende geruststellende geluid van de pedagogisch medewerker en de andere kinderen merken dat de pedagogisch medewerker de huilende baby serieus neemt, wat hen een gevoel van veiligheid geeft; - Wij hebben zo vaak als mogelijk oogcontact met de kinderen en laten het gezichtje ‘openbreken’. Het kind merkt dat hij/zij gezien wordt en maakt het begin met het ontwikkelen van een positief zelfbeeld; - Tijdens het verschonen en fles geven, nemen wij de tijd om echt contact te maken met het kind; - Wij benutten en creëren kansen voor oogcontact en aandacht. Baby’s worden in een stoeltje of op schoot bij de tafel/lees/kring momenten betrokken; - Wij verwoorden hun handelingen zodat de kinderen weten wat er gaande is en zich veilig kunnen voelen; - Kinderen worden begroet bij binnenkomst, hun naam wordt daarbij genoemd “Goedemorgen Karin, fijn dat je er bent”; - Tijdens het wennen besteden wij extra aandacht aan het nieuwe kind en zijn/haar omgeving (zie wenbeleid); - Wij geven vaak complimenten en aanmoedigingen: “Goed zo, ga zo door”; - Wij geven regelmatig een ‘aai over de bol’;
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
13
- Wij bereiden de kinderen voor op wat er komen gaat: “Straks gaan wij buiten spelen en dan gaan wij opruimen”. 5.1.2 Respect voor autonomie Het tonen van respect voor de eigenheid van het kind, dat zelf iemand wil zijn en zelf de wereld wil ontdekken. Dit betekent dat wij het kind de ruimte geven zelf op ontdekkingstocht te gaan, op een veilige manier. Dat betekent ook dat wij zoeken naar alternatieven voor het kind als de situatie gevaarlijk of ongewenst kan zijn. Bij kinderen tussen de 1-2 jaar ligt in de omgang het accent o.a. op dit aspect; - Wij vermijden zoveel mogelijk ‘nee’ en richten ons op waar iets soortgelijks wel kan. “Kom, hier kun je klimmen” of “ Doe het zand hier maar in”; - Als een kind van 1,5 jaar op de tafel klimt, bieden wij een alternatief aan en zeggen dat hij/zij op bepaalde kussens kan klimmen zonder dat wij ‘Nee, niet doen’ zeggen; - Als kinderen binnen met een bal gooien, bieden wij hen een alternatief door gericht te gooien, bijvoorbeeld in een bak of met een andersoortige bal; - Wij geven de kinderen een (beperkte) keuzemogelijkheid: “Wil je kaas of worst”, “Wil je met de auto’s of in de poppenhoek”? Kinderen kunnen zelf kiezen en plannen maken; - Wij observeren en wachten af hoe kinderen zelf problemen oplossen i.p.v. direct in te grijpen; - Met allerlei praktische zaken zoals het pakken van speelgoed, zijn wij gericht op zelfstandigheid. 5.1.3 Structuur bieden en grenzen stellen Door situaties voor het kind te structuren en uit te leggen, krijgt het kind zicht op de situatie en kan er daardoor beter mee om gaan. Bij kinderen tussen de 2-3 jaar ligt het accent in de omgang op dit aspect. De kinderen van die leeftijd begrijpen al meer en willen graag met andere kinderen spelen, maar weten niet hoe. Wij hebben de taak hen daarin te begeleiden, dit o.a. middels deze aspecten; - Als 2 kinderen (2,5 jaar) op hetzelfde fietsje willen, begeleiden wij hen in het ervaren van om de beurt: “Eerst mag jij een rondje, ga maar…goed zo… en als hij/zij terug komt dan mag jij, heel goed…. Nu mag jij… zie je, zo komen jullie allebei aan de beurt. Om de beurt dus”; - Wij bereiden kinderen voor op het opruimen: “Nog even spelen en dan gaan wij opruimen”; - Als een kind nog met een autootje speelt en aan tafel moet, zeggen wij: “Rijdt het autootje maar naar de garage, dan kun je na het eten er weer mee spelen“ of “Kom maar , mag je het autootje op de kast zetten, zodat je er straks weer mee kan spelen”. 5.1.4 Informatie en uitleg geven Vanaf 3 jaar zal het kind gaan vragen om nieuwe inzichten, nieuwe kennis, nieuwe uitdagingen om hun zelfstandigheid en competentie te laten zien. Wij gaan hierop in door het kind de gevraagde kennis en inzichten bij te brengen en uitleg te geven. In de begeleiding van kinderen tussen de 3-4 jaar staat dit aspect centraal en stimuleren we dit met behulp van o.a. deze voorbeelden: - Wij lezen en vertellen verhalen om samen te praten over belangrijke ervaringen. Over vriendjes, dieren, dokter, ziek zijn enz.; - Wij verwoorden wat er feitelijk gebeurt: “Kijk, mama gaat weg, zij gaat naar haar werk” ; - Wij verwoorden eerst wat wij gaan doen, kijken naar de reactie van het kind en handelen dan pas. Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
14
“Ik ga je neus even schoonmaken, ik zie een beetje snot” Afhankelijk van de reactie van het kind, kunnen wij meteen aan de slag of zullen wij het kind eerst op zijn/haar gemak stellen voordat de neus wordt schoongemaakt. “Ik doe het heel voorzichtig, wil je het eerst zelf proberen?”. 5.1.5 Ontwikkeling stimuleren Door kinderen uit te dagen iets nieuws te proberen, zonder hen te ondervragen, worden zij gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen. Dit met behulp van de onderstaande voorbeelden; - Wij geven kinderen suggesties om verder te komen in hun spel: “Kijk, je zou ook alle groene blokje kunnen stapelen” Of “Je kunt misschien ook een muur bouwen, kijk zo…; - Aan tafel stellen wij vragen aan de kinderen: “Wat zie je? Hoeveel bordjes staan er, welke kleur is dat, wat is je lievelingskleur, met hoeveel kinderen zijn wij?”. 5.1.6 Het begeleiden van interacties tussen kinderen Door bewust op leeftijdsniveau de interacties tussen kinderen te begeleiden, leren zij op een positieve manier samen te zijn en samen te werken. Enkele voorbeelden hiervan zijn; - Groot helpt klein, zo mag een grote peuter een jonger kind brood geven of het brood smeren. Of de kinderen helpen elkaar bij het knutselen; - De kinderen stellen vragen aan elkaar, bijvoorbeeld wat zij hebben gedaan in de vakantie. Hierdoor leren de kinderen op hun beurt te wachten, naar elkaar luisteren; - Kleine ruzies worden onder begeleiding opgelost (voorbeeldfunctie), om vervolgens steeds meer afstand te nemen, zodat kinderen hun geschillen samen kunnen op te lossen. Als het nodig is bieden wij hulp, waarbij wij de kinderen hun probleem ook laten verwoorden; - Kinderen krijgen de gelegenheid om samen een doos te dragen of samen de Duplo op te ruimen. Wij begeleiden dit door te verwoorden wat zij doen en een compliment te geven. “Jullie werken goed samen, alleen kun je de doos niet tillen, maar samen wel!, goed hoor!”.
5.2
Voertaal en taalgebruik
De voertaal op kindercentrum Peuterpalet is Nederlands, de pedagogisch medewerker communiceert met de kinderen in het Nederlands ook als hij/zij een andere taal machtig is. Dit i.v.m. beleefdheidsnormen en taalontwikkeling. Er wordt van de pedagogisch medewerkers verwacht dat zij correct Nederlands spreken. Taal gebruikt een pedagogisch medewerker de hele dag door. Een algemene houding van luisteren naar kinderen, ingaan op hun belangstelling en praten bij de activiteiten is een goede basis. Maar wel is het belangrijk dat pedagogisch medewerkers regelmatig stilstaan bij individuele kinderen en hun activiteitenaanbod en taalgebruik. Op grond hiervan wordt een planning gemaakt voor het begeleiden van individuele kinderen en het activiteiten- en taalaanbod in de groep en subgroepen. Begeleiden van de taalontwikkeling is een doelbewuste activiteit op Peuterpalet.
5.3
Rituelen en pedagogisch handelen
Rituelen en regels zorgen ervoor dat we op de groep op een prettige manier met elkaar omgaan. Zij geven de groep een ‘wij-gevoel’.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
15
5.3.1 Halen en brengen Kinderen hebben een vast ritme en duidelijke regels nodig. Dat geeft hen zekerheid, veiligheid en vertrouwen. Vanuit die veilige basis kunnen de kinderen op avontuur gaan. Om de kinderen bij Peuterpalet een veilige basis te geven vinden wij het belangrijk dat u bij het weggaan duidelijk afscheid neemt van uw kind. Dit is voor het kind een overgang van thuis naar het kindercentrum en van het kindercentrum naar huis. Vaak zwaaien de kinderen, alleen of samen met pedagogisch medewerkers, u gedag. Het hebben van een overdracht met ouders is belangrijk en daarom vragen wij u hier tijd voor te nemen. Tijdens de overdracht vertellen we hoe de dag voor uw kind is verlopen, met wie uw kind heeft gespeeld, wat uw kind heeft gedaan, leuke en minder leuke voorvallen en eventuele zorgen. Voor baby’s wordt het dagschema per dag op een formulier bij gehouden. De pedagogisch medewerkers kunnen aan de hand van dit formulier de ouders precies vertellen hoe het schema voor hun kind er die dag heeft uitgezien.
5.3.2 Eten Eten en drinken zijn sociale activiteiten. We maken er een gezellige gebeurtenis van met vaste gewoonten (rituelen). Pedagogisch medewerkers ruimen gezamenlijk met de peuters het speelgoed op. De kinderen gaan aan tafel, lezen een boekje of zingen een liedje. Ons pedagogisch uitgangspunt hierbij is dat er een rust -, sociaal - en gezamenlijk moment is. Als peuters dat willen halen pedagogisch medewerkers per groep met twee peuters het eten. Peuters vinden het leuk om kleine huishoudelijke karweitjes te doen. Het is voor hen spannend en ze kunnen trots zijn als ze geholpen hebben. Het doen van kleine huishoudelijke karweitjes levert een bijdrage aan hun persoonlijke ontwikkeling. De pedagogisch medewerkers vragen aan de peuters wat zij op hun brood willen. We bieden altijd eerst een boterham met hartig beleg aan en daarna mogen de kinderen zoet beleg op hun brood. Eet een peuter maar één boterham, mag hij/zij de ene helft met hartig en de andere helft met zoet beleg. De oudste peuters smeren soms zelfstandig (met hulp van de pedagogisch medewerkers) hun boterham. Per groep krijgt een aantal peuters dan een mesje om hun boterham te smeren. Tijdens het eten krijgen de kinderen iets te drinken aangeboden. Gezamenlijk het lied “smakelijk eten” zingen, is het startsein om te gaan eten. Het is een ritueel wat duidelijkheid en continuïteit aangeeft. Na het eten mogen de oudste peuters mogen zelf de handen en hun gezicht wassen. Hiermee wordt de zelfstandigheid gestimuleerd. De peuters helpen de pedagogisch medewerkers mee met het opruimen van de tafel en spullen terugbrengen naar de keuken. Rituelen worden bij de baby’s meer per kind afgestemd. Eetmomenten zijn vaak één op één, bijvoorbeeld fruithapje eten en het geven van de fles. De oudere baby’s gaan aan tafel om brood te eten en iets te drinken. Gezamenlijk het lied “smakelijk eten” zingen, is ook bij de baby’s het startsein om te gaan eten. Na het eten worden de handen en het gezicht van de kinderen gewassen. 5.3.3 Slapen Op het kindercentrum werken bij aan de hand van het protocol slaaphouding, inbakeren en wiegendood. De pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van dit protocol en handelen hiernaar.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
16
We proberen zoveel mogelijk het ritme van het kind en thuis te volgen, ook tijdens de slaapmomenten. Rondom het slapen hebben we een aantal afspraken gemaakt: De voorkeur heeft om alle kinderen in de slaapkamer te laten slapen. Kinderen die nog niet kunnen lopen, slapen in het bovenbed. Wanneer kinderen kunnen lopen krijgen ze een bedje beneden. Zij hoeven dan niet meer in bed getild te worden. Elk kind krijgt een vast bedje. De bedden worden dagelijks verschoond. De kinderen mogen hun eigen knuffel mee nemen, wat zorgt voor een veilig en vertrouwd gevoel. Kinderen slapen in een slaapzak. Elke slaapkamer is voorzien van een babyfoon. Elke 10 minuten kijkt een pedagogisch medewerker even in de slaapkamers. Wij maken bewust gebruik van het 1 op 1 moment wanneer we een kind naar bed brengen.
5.4
Spelen
Spelen is ontwikkelen, plezier beleven. Het spel van de kinderen wordt gestimuleerd door ze variatie te bieden en hun nieuwsgierigheid te prikkelen. We gaan bolderen (op stap met de bolder- en drielingwagens), wisselen van speelgoed, werken met thema’s, zetten de deuren open, spelen met zand en water. De jongste baby’s bieden we afwisseling door middel van de box, een wippertje, het schommeltje, de hangmat, verschillend speelgoed, klautermatten en spiegels. We stimuleren de fantasie door verschillende situaties te creëren. Buiten spelen vinden wij erg belangrijk en wij zijn dagelijks buiten te vinden. Het is belangrijk dat de kinderen beweging en frisse lucht krijgen. We hebben fietsjes, skelters, een ruime zandbak, maar doen ook regelmatig bewegingsspel met de kinderen, zonder materialen. Binnen Peuterpalet willen wij kinderen stimuleren om te spelen door ze zelf te laten kiezen waarmee ze willen spelen, door als pedagogisch medewerker mee te spelen, leuke activiteiten aan te bieden, kringspelletjes te doen en boeken na te spelen. Wij gaan in op de initiatieven van de kinderen en kijken waar de interesse van de kinderen ligt. Wanneer kinderen met een idee komen, proberen wij daar op in te gaan. Het team van Peuterpalet laat de kinderen zoveel mogelijk zelf doen. Dit bevordert de zelfredzaamheid, de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen. De kinderen leren zich aan- en uit te kleden, zelf naar het toilet te gaan, helpen opruimen maar ook zelf hun conflicten op te lossen. De kinderen leren elkaar te helpen. Wij stimuleren dit door het goede voorbeeld te geven en te belonen met een compliment of een knuffel. Kinderen krijgen binnen de groep regelmatig een taak, dan mogen zij de pedagogisch medewerker helpen. Zoals het eten halen in de keuken. Dit is goed voor het zelfvertrouwen van het kind, daarbij vinden kinderen het helpen bij een taak erg leuk. Wij werken regelmatig met thema’s, zoals verkeer, circus, boodschappen doen. Binnen het thema zorgen wij voor voldoende variatie in activiteiten, om kinderen te stimuleren en plezier te laten beleven op het centrum.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
17
5.5
Normen en waarden m.b.t. seksualiteit en intimiteit
Kinderen ontdekken hun lichaam. Tijdens het verschonen en naar de wc gaan, zien ze dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes en stellen daar vragen over. De pedagogisch medewerkers gaan in op deze vragen en benoemen eventueel de verschillende delen van het lichaam. Als de kinderen elkaar of de medewerkers aanraken tijdens het spel, leren we hen rekening te houden met de gevoelens van de anderen. Doktertje spelen mag, zolang de “patiënt” het leuk vindt. De trui mag daarbij wel omhoog, maar de kinderen mogen elkaar niet helemaal uitkleden. Buiten dragen te kinderen altijd een broekje als het buitenterrein vanaf de openbare weg zichtbaar is. De pedagogisch medewerkers hebben een voorbeeldfunctie in de overdracht van waarden op dit gebied.
6. Kwaliteitszorg 6.1
Ziekte van kinderen
Wanneer uw kind ziek is en dus niet naar het kindercentrum komt, verzoeken wij u om dit aan ons door te geven. Dit kan zowel telefonisch als mondeling aan de pedagogisch medewerkers van de groep. Als er een besmettelijke ziekte heerst op het kindercentrum dan vindt u bij de ingang de groep hierover informatie. De ouder is verplicht telefonisch bereikbaar te zijn op de dagen waarop het kind op het kindercentrum aanwezig is.
6.2
Medicijngebruik
In verband met allerlei wettelijke regelingen m.b.t. medisch handelen in kindercentra hanteren wij de volgende regel: In principe worden er in het kindercentrum geen medicijnen toegediend aan kinderen. Medicijnen, ook als deze vrij verkrijgbaar zijn, toedienen is sinds enige tijd volgens de wet BIG een eenvoudige medische handeling en mag alleen verricht worden na schriftelijke toestemming van de ouders. Als de pedagogisch medewerkers medicijnen zouden toedienen aan kinderen zonder schriftelijke toestemming van de ouders, zijn zij strafbaar. Vandaar dat wij deze regel instellen. Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt als het gaat om een medicijn; dat op doktersrecept is voorgeschreven, dat op naam van het kind staat en voorzien is van dosering , dat is voorzien van de originele bijsluiter en van recente datum is, dat toegediend moet worden binnen de tijd dat het kind binnen het kindercentrum is. Daar waar mogelijk wordt het medicijn toegediend door de ouder. Dit geldt bijvoorbeeld voor een medicijn dat 2 keer per dag en niet tijdsgebonden gegeven moet worden. In dat geval kunnen de ouders zelf het medicijn toedienen, dat in de originele verpakking zit, waarvoor de ouders toestemming hebben gegeven middels het invullen en ondertekenen van een formulier. Dit medicijnformulier is ook te downloaden via www.b4kids.nl,
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
18
indien het toedienen niet lukt, de ouder hiervan op de hoogte gesteld wordt, waarbij in geval van twijfel wordt besloten en gehandeld in overleg met de locatiemanager,
In het protocol medicijngebruik is nader omschreven en vastgelegd hoe wij omgaan met medicijngebruik binnen ons kindercentrum. Indien uw kind gebruik maakt van medicijnen vragen wij u om dit aan de pedagogische staf kenbaar te maken, zodat hier ook op het kindercentrum rekening mee kan worden gehouden.
6.3
Zorgkinderen
Als wij ons zorgen maken over een kind bespreken wij dat eerst tijdens een groepsvergadering/werkoverleg met de locatiemanager. Wij maken daarbij afspraken over hoe wij ons handelen afstemmen op het betreffende kind en doen eventueel een observatie. Tevens bespreken wij hoe en wanneer de ouders op de hoogte worden gesteld. Vervolgens evalueren wij het effect van ons handelen en bepalen of wij het moeten of kunnen bijstellen. Als wij er zelf niet uitkomen, overleggen wij met de pedagogisch adviseur of met de kwaliteitsmanager.
6.4
Uitwerking aanbevelingen Rapport Gunning
Het ‘vier-ogen-principe’ is één van de aanbevelingen uit het rapport dat de commissie Gunning begin 2011 heeft opgesteld naar aanleiding van de Amsterdamse zedenzaak. Het vier-ogen-principe betekent dat altijd iemand met een pedagogisch medewerker moet kunnen meekijken of meeluisteren.
6.4.1
Vier ogen principe
Peuterpalet vindt het belangrijk dat de kinderen in een veilige en vertrouwde omgeving worden opgevangen. Wij brengen het principe vier ogen, vier oren en transparantie daarom op verschillende manieren in de praktijk. Gedurende de dag is de sociale controle op de medewerkers en kinderen groot. - Het grootste gedeelte van de dag zijn er twee pedagogisch medewerkers op de groep. En daarnaast ook meerdere volwassenen in het gebouw aanwezig (zoals de locatie manager en huishoudelijk medewerkster). Aan de randen van de dag (tussen 07.30-09.30 en vanaf 16.30 uur) zorgt het binnenlopen van ouders (die de kinderen komen brengen en halen) en collega’s (die gedag komen zeggen bij het begin en het einde van de dienst) ervoor dat pedagogisch medewerkers niet voorspelbaar lang alleen zijn met de kinderen. - We werken met een opendeurenbeleid, waardoor op vastgestelde tijden de kinderen gebruik kunnen maken van de verschillende groepsruimtes. Alle pedagogisch medewerkers kennen hierdoor elkaar en alle kinderen. Dit bevordert een open werkklimaat. Peuterpalet werkt met een open, professioneel werkklimaat waarbij de drempel om elkaar op bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is. - Tijdens de werkbegeleiding is er aandacht voor het geven van feedback aan collega’s en reflectie op eigen handelen. - Er wordt gewerkt met de meldcode ‘Huiselijk geweld en Kindermishandeling’.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
19
Pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze meldcode. Ouders worden hier jaarlijks over geïnformeerd doormiddel van de nieuwsbrief. Binnen Peuterpalet zijn er diverse bouwkundige voorzieningen ter verbetering van transparantie. - Er is glas tussen de groepsruimtes en de hal waardoor pedagogisch medewerkers en ouders in de verschillende groepsruimtes kunnen kijken. - De ramen worden niet geheel dichtgeplakt of beschilderd. - De groepen hebben op verschillende momenten van de dag de deuren openstaan.
6.4.2 Procedure rondom werving en selectie Alle pedagogisch medewerkers zijn in het bezit van een geldig diploma en een geldige verklaring omtrent goed gedrag.
7. Samenwerking met ouders 7.1
Oudercontacten
Bij Peuterpalet krijgt u, ongeveer 3 weken voordat uw kind geplaatst is, een intakegesprek. Tijdens het intakegesprek vertelt de pedagogisch medewerker u het een en ander over Peuterpalet en u kunt de bijzonderheden van uw kind vertellen. Aan het eind van het gesprek wordt samen met een wenschema gemaakt.. In de babygroepen wordt in samenwerking met u een schrift gemaakt, waarin de ontwikkeling van uw kind thuis en in de babygroep wordt bijgehouden. Peuterpalet nodigt de ouders uit de wensen in de verzorging van hun kind te bespreken met pedagogisch medewerkers. Onze ervaring is dat deze wensen meestal goed in te passen zijn in onze werkwijze. Voorafgaand aan de overgang van een kind van de babygroep naar de peutergroep vindt een overgangsgesprek plaats. Bij uitzondering kan het gebeuren, dat er aanleiding is om de overgangsdatum aan te passen of een andere dan de geplande groep wenselijker lijkt. Een dergelijke wijziging gebeurt altijd in goed overleg met de ouders. Minimaal eenmaal in de periode dat uw kind op een peuter- en/of babygroep verblijft, nemen de pedagogisch medewerkers het initiatief voor een voortgangsgesprek. De pedagogisch medewerker vult een vaststaand observatieformulier in dat in het gesprek met de ouders wordt besproken. Bij een eventueel volgend gesprek kan dit formulier weer gebruikt worden. Tijdens de bespreking van het observatieformulier wordt besproken of de beoogde afstemming naar tevredenheid verloopt. Peuterpalet streeft ernaar dat er minimaal één ouderavond per jaar wordt georganiseerd. Er kunnen actuele thema’s, zoals pesten, voeding, straffen/belonen centraal staan en er wordt eventueel een gastspreker uitgenodigd.
7.2
Oudercommissie
Er is een oudercommissie op Peuterpalet. Een groep van maximaal zeven ouders die meedenkt met het beleid van het kindercentrum. De oudercommissie vergadert regelmatig met elkaar en ongeveer drie keer per jaar met de leidinggevende van Peuterpalet. Informatie over en van de oudercommissie is in de voorhal te vinden.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
20
7.3
Protocollen
Op kindercentrum Peuterpalet werken we aan de hand van protocollen. Op het centrum ligt op iedere groep een map met protocollen, zodat de pedagogisch medewerkers bij calamiteiten goed weten te handelen. De protocollen zijn tevens inzichtelijk voor ouders en kunnen opgevraagd worden bij de locatiemanager of pedagogisch medewerkers. De verschillende protocollen worden ook besproken in de teamvergaderingen. Voordat een protocol wordt aangepast, wordt er eerst een adviesaanvraag naar de oudercommissie gestuurd. 7.4 Vertrouwenspersoon Voor zowel medewerkers als ouders zijn binnen de organisatie vertrouwenspersonen aangesteld. Op de website van B4KIDS zijn de gegevens hierover te vinden.
Pedagogisch werkplan – Kindercentrum Peuterpalet
21