Carbooncollege St-Jan
ZORGPLAN
september 2010
Inleiding Voor u ligt het zorgplan van het Carbooncollege Sint-Jan in Hoensbroek. een school voor Havo, tweetalig VWO, Atheneum en Gymnasium, in dit beleidsstuk gemakshalve Sint-Jan genoemd. Het onderwijs en de zorg hebben als vertrekpunt de visie en de missie van Sint-Jan, verwoord in het visiestuk Krijten op het smartboard en in het Schoolplan 2010-2014
Op Sint-Jan zijn zorg en onderwijs onlosmakelijk met elkaar verbonden en zijn er ook duidelijke grenzen gesteld aan de zorg: de primaire taak van de school is het geven van goed onderwijs, zorg is daarbij geen doel en mag zeker niet ten koste gaan van de primaire taak. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat het geven van goed onderwijs juist tot uitdrukking komt bij zorgleerlingen: docenten worden gedwongen hun pedagogisch - didactische aanpak nog eens onder de loupe te nemen. Overigens mag een ongelimiteerde aandacht voor de zorgleerlingen er niet toe leiden dat de onderwijsvisie van Sint-Jan in het gedrang komt. Onderwijs en zorg zijn voortdurend in ontwikkeling. De doorlopende leer- en zorglijn op Sint-Jan loopt van de unit/sectordirectie naar de teamleiders met hun mentorenteams. De secties onder leiding van de sectievoorzitters bewaken de doorlopende leer- en zorglijn. Daarbij is de unitdirecteur integraal verantwoordelijk. De afgelopen schooljaren zijn de medewerkers op Sint-Jan in toenemende mate in staat zorgleerlingen te begeleiden in het onderwijsproces. Daarbij moeten wij denken aan REC 1, REC 2, REC 3 en REC 4 leerlingen; dit was mogelijk dankzij de inzet van het totale onderwijsteam en mede door de begeleiding en scholing door externe ambulante begeleiders. Wij willen enerzijds zorgen voor een consolidering van het in de afgelopen schooljaren in gang gezet zorgbeleid, anderzijds blijven we werken aan een verbetering en verbreding van de zorg met inachtneming van de grenzen en mogelijkheden van Sint-Jan.
H. Hansen unitdirecteur
2
I Overzicht functionarissen en instanties belast met de leerlingenzorg op Sint -Jan
1e lijns zorgÆ vakdocent mentor medewerker lokaal C107 2e lijns zorgÆ teamleider leerlingbegeleider zorgcoördinator zorgmentor auticoördinator remedial teacher faalangstreductiemedewerker dyslexiebegeleider decaan vertrouwenspersoon intern zat 3e lijns zorgÆextern zat
3
II Zorgtaken en verantwoordelijkheden van de diverse functionarissen/instanties
a) de vakdocent : • heeft t.a.v. de zorg op de eerste plaats een signaleringstaak en daarnaast natuurlijk ook een pedagogisch taak binnen de mogelijke grenzen van de lessituatie • is verantwoordelijk voor het tijdig invoeren van resultaatgegevens • is verantwoordelijk voor een goede en sociaal-veilige sfeer in zijn les • treedt indien nodig corrigerend op • overlegt geregeld met de mentor • neemt in elk geval contact op met de mentor als hij ongewenst of vreemd gedrag signaleert • neemt in uitzonderlijke situaties na overleg met de mentor zelf contact op met de ouders, verzorgers • neemt contact op met de medewerker C107 na verwijdering van een leerling uit de les • stemt zijn pedagogisch en didactisch handelen af op het handelingsplan/begeleidingsplan van de zorgleerling en neemt zo nodig contact op met de zorgmentor • inzake zorgtaken wordt de vakdocent functioneel aangestuurd door de zorgmentor.
b) de mentor : • voor de taakomschrijving van de mentor zie bijlage: deze taakomschrijving is in 2009 met instemming van de MR-P vastgelegd. * de mentor wordt functioneel aangestuurd door de teamleider
c) medewerker C 107 : • •
• • • • •
is verantwoordelijk voor de opvang van leerlingen die niet in de les worden toegelaten of uit de les worden verwijderd of die na school als straf moeten nablijven zorgt voor opvang van de leerlingen, die tijdens de lesdag ziek worden: legt indien nodig contact met ouders, begeleidt naar EHBO, verstrekt eventueel – overigens met de nodige met terughoudendheid – pijnstillers en regelt – indien nodig - vervoer naar huis heeft contact met de vakdocent die een leerling niet toelaat of verwijdert zet de verwijderde leerling aan het werk en ziet hierop toe. voert alle administratieve handelingen uit die samenhangen met bovenstaande taken zorgt voor de registratie van de absenten de medewerker C107 wordt functioneel aangestuurd door de teamleiders.
4
d) leerlingbegeleider • • • • • •
opvang van leerlingen met sociaal-emotionele problematiek; deze leerlingen komen op eigen initiatief bij de leerlingbegeleiding of worden hiernaar verwezen door de mentor, teamleider of een ander direct betrokkene gaat vertrouwelijk om met de gegevens van de leerling verwijst eventueel door naar externe deskundigen, neemt zelf contact op met die deskundigen om toelichting te geven neemt deel aan de periodieke bijeenkomsten van het interne en externe ZAT (= zorgadviesteam) is in samenspraak met de schoolleiding verantwoordelijk voor uitvoering van het protocol “overlijden van een leerling” de leerlingbegeleider wordt functioneel aangestuurd door de sectordirecteur
e) zorgcoordinator • • • • • • • • • • • • • • • • •
is samen met de directie verantwoordelijk voor de interne coördinatie, communicatie en informatie inzake de begeleiding en de zorg voor de leerlingen adviseert de schoolleiding m.b.t. zorgzaken coacht en begeleidt collega’s in de uitvoering van zorgtaken signaleert interne knelpunten in de zorgstructuur en draagt bij aan de oplossing coördineert speciale (leer)hulp aan leerlingen en controleert de afspraken in deze. ontwerpt het format van de handelingsplannen en stelt bij indien nodig of gewenst in samenwerking met de auti-coördinator stelt samen met de zorgmentor de handelingsplannen op is aanwezig bij bijenkomsten van interne en externe ZAT stelt samen met de voorzitters(teamleider resp.sectordirecteur) de agenda van bovenvermelde bijeenkomsten op maakt een verslag van deze bijeenkomsten levert een belangrijke bijdrage aan de totstandkoming en eventueel aanpassingen van het Zorgplan coördineert het hele traject voor de zorgleerlingen zorgt voor informatieverstrekking van dossiergegevens aan instanties als Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), Commissie van Indicatiestelling (CVI) organiseert informatiebijeenkomsten over zorgthema’s (bijv. REC voorlichting) onderhoudt de contacten met en woont bijeenkomsten bij van het Samenwerkingsverband houdt actuele stand m.b.t de invoering van Passend Onderwijs bij en is hierbij binnen de school pro-actief de zorgcoördinator wordt functioneel aangestuurd door de sectordirecteur
5
f) zorgmentor • • • • • • •
begeleidt de aan hem/ haar gekoppelde geïndiceerde zorgleerling, die op basis van een aan hem/haar door de REC ( Reginonaal Expertise Centrum) toegekende LGF (=leerlinggebonden financiering) extra zorg behoeft. stelt samen met de zorgcoördinator het handelingsplan op bewaakt en draagt bij aan de uitvoering van het handelingsplan onderhoudt de contacten met externe ambulante begeleiders adviseert en ondersteunt de vakdocenten van de zorgleerling de zorgmentor wordt functioneel aangestuurd door de zorgcoördinator onderhoudt wat betreft de speciale zorg de contacten met de ouders, verzorgers
g) auti-coördinator • • • • • • •
is speciaal belast met de coördinatie en begeleiding van leerlingen met autismespectrumstoornissen ( ASS) zorgt voor begeleide instroom van nieuwe leerlingen met ASS draagt bij aan een adequate intake van leerlingen met ASS adviseert en ondersteunt de vakdocenten van deze specifieke leerlingen stelt een handelingsplan op voor elke leerling met ASS onderhoudt de contacten met de externe begeleiders /instanties van deze leerlingen de auticoördinator wordt functioneel aangestuurd door de zorgcoördinator
h) remedial teaching, faalangstreductie en dyslexiebegeleiding • speciale taken die uitgevoerd worden door docenten die deskundigheid hierin hebben verworven • de docenten met deze taken worden v.w.b. deze taak functioneel aangestuurd door de zorgcoördinator • voor wat betreft deze taak worden deze docenten functioneel aangestuurd door de zorgcoördinator
i) decaan • ondersteunt en begeleidt in samenwerking met de teamleider, de mentor en de vakdocent de leerling bij de juiste profielkeuze en bij het kiezen van de juiste vervolgstudie • coördineert alle activiteiten die te maken hebben met het maken van bovengenoemde keuzes • verzorgt de studiekeuze-uren • onderhoudt contacten met de vervolgopleidingen • verzorgt de administratie van alle bovengenoemde werkzaamheden • de decaan wordt functioneel aangestuurd door de teamleiders
6
j) vertrouwenspersoon • is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en hun ouders en personeelsleden bij klachten over ongewenst gedrag • is bereikbaar via de baliemedewerker of telefoniste van school
h) intern ZAT ( ZorgAdviesTeam) • aan dit periodiek overleg nemen de leerlingbegeleiders en de teamleiders deel • men informeert elkaar over leerlingen die extra zorg en begeleiding vragen en men spreekt actiepunten af
i) extern ZAT (ZorgAdviesTeam) • aan dit periodiek overleg nemen deel: de sectordirecteur (voorzitter), de zorgcoördinator, beide leerlingbegeleiders en externe deskundigen: schoolarts, VSV ambtenaar, medewerker Maatschappelijk Werk, medewerker Bureau Jeugdzorg, een psycholoog en eventueel de schoolagent • tijdens dit overleg worden de problematiek van de leerlingen besproken waar schoolintern geen oplossing voor is gevonden.
k) schoolagent • Deze functionaris is één dagdeel per week op school en is dan aanspreekpunt voor de leerlingen in situaties waarbij hun gevoel van veiligheid in het gedrang komt. Hij overlegt wekelijks met een lid van de schoolleiding.
III Zorgbeleid op specifieke onderdelen a) dyslexie Direct aan het begin van het nieuwe schooljaar maken alle leerlingen van de brugklassen de Muiswerktoets onder leiding van de teamleider brugklassen of de dyslexiespecialist. Deze toets is een erkend toetsinstrument om dyslexie en/of taalzwakte vast te stellen. Ook leerlingen die al beschikken over een dyslexieverklaring nemen deel aan deze eerste toetsronde. Leerlingen die na de eerste toetsronde opvallen door een zwak of twijfelachtig profiel, worden opgeroepen om deel te nemen aan de tweede toetsronde. Leerlingen die na de tweede ronde onvoldoende scoren worden doorverwezen naar het Audiologisch Centrum. dat in overleg met de ouders en de docent op een bepaald moment een uitgebreide toets afneemt die uitsluitsel moet geven op de vraag : wel of niet sprake van dyslexie. Indien de leerling dyslectisch wordt bevonden, ontvangt de school een verklaring en een verslag van de testen. De dyslexiespecialist op school stelt vervolgens een faciliteitenlijst op aan de hand van het rapport en overhandigt die aan de leerling, die de lijst altijd bij zich moet hebben. Tussen het moment dat de mogelijk dyslectische leerling op Sint-Jan wordt aangemeld tot het moment van de uiteindelijke verklaring van het Audiologisch Centrum kan de leerling extra les krijgen in diverse dyslexiebestrijdende strategieën in een klein groepje onder leiding van een deskundige docent. Na de uitslag van het Audiologisch Centrum kan de hulp op school worden voortgezet of kunnen ouders kiezen voor externe hulp. 7
Dyslectische leerlingen worden bij proefwerken, toetsen en examens gefaciliteerd naar aard en omvang van hun beperkingen.
b) reken en taal beleid In het kader van de Kwaliteitsimpuls VO van de overheid is in het schooljaar 2009-2010 een commissie Reken en Taal ingesteld die uiterlijk najaar 2010 een plan van aanpak ter accordering zal voorleggen aan de directie. Uitwerking en implementatie vinden plaats in de periode 2010-2012. In dit beleidsplan staat concreet aangegeven hoe het reken – en taalonderwijs op Sint-Jan vorm en inhoud zal krijgen om zodoende te voldoen aan de wettelijke niveaueisen op Havo en VWO.
c) actie Schoolslag Periodiek doet de GGD onder tweede en vierde klassers een onderzoek naar de mate waarin deze jongeren gezond/ongezond leven. Daaruit voortvloeiend hebben een aantal scholen in de regio, waaronder Sint-Jan gekozen voor de actie Schoolslag: in samenwerking met de GGD werkt de school aan een preventiestructuur ten aanzien van obesitas, gebruik van genotmiddelen en ongewenst gedrag. Meting zal moeten uitwijzen dat deze actie ook effect sorteert. Inmiddels zijn er resultaten behaald: Sint-Jan is mede door de actie Schoolslag een rookvrije, sportactieve school met een leerlingenkantine waar alleen nog maar gezonde voeding wordt aangeboden.
d) Pesten De school heeft een pestprotocol waarin het beleid ten aanzien van pesten is vastgelegd: De signalering/melding gebeurt door de gepeste leerling zelf, een medeleerling, een ouder/ verzorger, een docent of een o.o.p -lid bij de mentor van de betreffende leerling. De mentor van de betrokken leerlingen heeft vervolgens een gesprek met het slachtoffer en de dader. Pas in tweede instantie – als het pesten niet ophoudt - worden beiden verwezen naar leerlingbegeleiding. Deze kan verwijzen naar externe hulp. Mocht alle ondersteuning en begeleiding niet helpen, en blijft de dader pesten, zal definitieve verwijdering van school niet uitgesloten zijn. Overigens geldt dit protocol ook voor wat betreft het cyberpesten.
e) verkeersveiligheid Op een aantal momenten in hun schoolcarrière op Sint-Jan krijgen de leerlingen verkeerseducatie. Zo wordt er bijvoorbeeld in de brugklassen aandacht besteedt aan een deugdelijke verlichting van de fietsen tijdens een ludieke verlichtingsactie. De vierde klassers krijgen verkeersles van zogenaamde traffic informers, invalide slachtoffers van verkeersongelukken. Ook in andere klassen proberen wij aan te haken bij eventuele verkeersprojecten van ROVL of van andere instanties. Op Sint-Jan heeft een docent de taak van verkeerscoördinator, waarvoor hij in zijn jaartaak wordt gefaciliteerd. Een aantal oop ‘ers, die het verkeer aan de poort bij aanvang en aan het einde van de lesdag regelen hebben het certificaat verkeersregelaar.
8
f) faalangst Een tweetal docenten zijn opgeleid om faalangstreductietrainingen te verzorgen op school. Als bij leerlingen geconstateerd wordt dat faalangst een belemmerende factor is bij hun studie op Sint-Jan, kunnen zij – na overleg met de ouders – deelnemen aan de training om te komen tot een aanvaardbaar niveau van faalangst. Deze hulp is in de praktijk alleen mogelijk voor leerlingen van de brugklassen en van de examenklassen, waarbij de leerlingen van de examenklassen als eersten geholpen worden.
IV De grenzen van de zorg op Sint-Jan Sint-Jan is een school voor Havo en VWO waar kennis en kennisoverdracht centraal staan. Leerlingen die voor leerlingbegeleiding en leerlingenzorg (in de ruimste zin van het woord) in aanmerking komen zijn in principe in staat de op Sint-Jan gestelde leer - en ontwikkelingsdoelen te halen, waarbij ook voor de zorgleerlingen de kansen op de beste ontwikkeling centraal staan, overeenkomstig de doelen van de wet Passend Onderwijs. Overigens bepalen personele en financiële beperkingen mede de grenzen van de zorg op school
Bijlage: taakomschrijving van de mentor op Sint-Jan
1
9