BOUWEN VOOR-AAN-OP-IN DE TOEKOMST
BOUWEN VOOR-AAN-OP-IN DE TOEKOMST
voorWOORD
Voor u ligt het jaarbeeld over het verslagjaar 2012. Een jaar waarin het thema bouwen nadrukkelijk op onze agenda stond.
Bouwen is meer dan het opeenstapelen van stenen. Belangrijker is voor wie je bouwt. En met welke reden. Niet de stenen, maar de mens staat centraal. Dat proberen we in dit jaarbeeld in woord en beeld te laten zien. ‘In de maanden na haar verhuizing is mijn vrouw opgebloeid van een zielig hoopje mens naar de helder uitkijkende dame die ik altijd heb gekend’, vertelt de partner van een bewoonster.
Een prachtig compliment, dat bewijst dat onze kijk op wonen aansluit bij de beleving van bewoners en hun omgeving. Het afgelopen jaar is ook enthousiast gebouwd aan onze interne organisatie. In kleine, zelfsturende teams hebben medewerkers volop ruimte om in te springen op lokale ontwikkelingen en de wensen van ‘hun’ klanten.
Met innovatieve diensten en producten, een eigentijds vastgoed en kleine, zelfsturende teams leggen wij het solide fundament voor de toekomst. Een sterke basis, waarmee we flexibel kunnen inspringen op de externe ontwikkelingen die op ons afkomen.
Ik wens u veel leesplezier.
Joke Mengerink-Hogevonder Raad van Bestuur
bouwstenen voor de klant
‘Zonder de hulp van de thuiszorg had ik het niet gered’
‘Ik heb echt zin en vertrouwen in de toekomst’
Riki Zuithof (75) uit Losser heeft de ondersteuning van de Thuiszorg van Carintreggeland de laatste jaren hard nodig gehad. “Ik ben heel blij met de hulp” zegt ze. “Zonder had ik het ook niet gered. Maar het is ook mooi dat we die nu langzaam kunnen afbouwen. Je wilt toch het liefst zoveel mogelijk zelf doen.”
Rachel Arindell (22) heeft net haar traject bij Donna, centrum voor jonge moeders en zwangere meiden in Hengelo, afgerond. Inmiddels is ze begonnen aan de opleiding zorg en welzijn.
Ze onderging twee zware operaties in twee jaar tijd. Vervolgens kreeg ze een bacterie op haar nieuwe harttklep –geplaatst tijdens de laatste operatie- waardoor een derde langdurige ziekenhuisopname nodig was. “Na die eerste operatie was ik zo verzwakt dat ik niet meer kon lopen en nauwelijks nog kon praten”, vertelt mevrouw Zuithof. “Laat staan mezelf wassen en aankleden. In die tijd had ik zes dagen per week hulp nodig. Mijn man heeft al vijftig jaar reuma, dus die is niet in staat om me met dit soort dingen te helpen.Toen het langzaamaan wat beter met me ging, zorgden de dames van de thuiszorg dat ik me weer wat zekerder ging voelen. Ze lieten me bepaalde handelingen weer zelf proberen, gaven aanwijzingen. En ik kon en kan altijd met ze overleggen als ik vragen heb. Ook fijn omdat ik ook nog diabetes heb en insuline moet spuiten. Op dit moment word ik nog drie keer in de week geholpen met douchen en aankleden, maar we zijn aan het afbouwen. Wat ik zelf kan, wil ik ook graag zelf doen.”
‘Je wordt hier niet betutteld’ Toen Ans Endeman (83) een aantal jaar geleden steeds meer gezondheidsklachten kreeg, besloot ze zich aan te melden voor woonruimte in De Stoevelaar in Goor. “Ik had wel in Almelo kunnen blijven wonen, maar dan hadden mijn dochters, die allebei in Goor wonen, steeds vaker op en neer moeten rijden. Dit lag meer voor de hand.” Ze woont sinds anderhalf jaar in De Stoevelaar en heeft nooit spijt gehad van de verhuizing. “Vorige week ben ik bijvoorbeeld ziek geweest en dan is het toch wel erg prettig om zorg dichtbij te hebben”, begint ze. “Ook fijn is dat er altijd wel mensen zijn om iets leuks mee te doen. ’s Ochtends om tien uur en ’s middags om vijf uur gaan we bijvoorbeeld altijd beneden koffie drinken met een vaste club en om 12 uur eten we gezamenlijk. Er wordt ook vanalles georganiseerd. Ik ga bijvoorbeeld wekelijks naar de hersengymnastiek en eens in de twee weken wandelen met een aantal mensen.” Ans Endeman krijgt dagelijks hulp bij het verwisselen van haar stoma en om de andere dag hulp bij het douchen en het schoonmaken van haar nierdrain. “De verzorgenden zijn lief, fijn om mee en te praten en betrokken, maar ze betuttelen niet. Dat vind ik sowieso erg prettig hier in De Stoevelaar: de ongedwongen sfeer. Ze laten je gewoon je gang gaan.”
4
Toen Rachel bij Carintreggeland kwam, via het Kickstartproject van de gemeente Hengelo, had ze niets. Geen sociale contacten, geen geld en geen enkel idee van hoe haar toekomst eruit kon zien. Ze had wel een dochtertje van een half jaar, maar met de vader had ze geen contact meer. “Ik ben hier begonnen in de Jonge moedergroep”, vertelt ze. “Daar kwamen opvoedingsvragen aan de orde, maar ook de relatie met de vader van je kind en heel praktische informatie over instanties waar je terechtkunt. Dat hielp me al meteen om weer grip te krijgen op mijn eigen leven en dat van mijn dochter. In het begin had ik veel moeite met het vasthouden van een dagritme. Mijn begeleidster heeft toen geregeld dat er iemand van Thuisbegeleiding kwam die samen met mij aan de slag ging. Door samen schoon te maken, een boodschappenlijst te maken, de geldzaken door te nemen, leerde ik hoe ik dat moet aanpakken. Dat was ook weer iets dat me dat me echt heeft geholpen om mijn leven weer op orde te krijgen en te houden.” Na de Jonge moedergroep begon Rachel aan de Toekomstgroep. “Die is voor mij het meest waardevol geweest. Je onderzoekt je sterke eigenschappen en valkuilen en leert hoe je op een goede manier voor jezelf kunt opkomen. Daar had ik tot dan toe echt totaal geen kaas van gegeten. Heel praktisch was ook de hulp die ik kreeg bij het uitzoeken welke opleiding bij me past en of ik die ook aan zou kunnen. Ik moest het wel zelf uitzoeken, maar kon altijd bij mijn begeleidster terecht met vragen en kreeg dan ook altijd een antwoord waar ik iets aan had. Dankzij die begeleiding begin ik nu aan een opleidingstraject met baangarantie voor 16 uur. Het gaat het heel goed met mij en met mijn dochter en ik heb echt zin en vertrouwen in de toekomst. Ik kan nog steeds bij Carintreggeland terecht met vragen. Te weten dat dat vangnet er is, is heel fijn.”
Rachel Arindell
Riki Zuithof
5
bouwstenen voor de klant
Ida: betrouwbare dienstverlening op maat voor allochtonen
Theater als middel in belevingsgerichte zorg
Stel u wordt een dagje ouder en zelfstandig wonen is geen vanzelfsprekendheid meer maar een uitdaging. Weet u dan precies welke zorg u nodig heeft en welke organisatie u die zorg het beste kan bieden? Misschien wel. Maar stel nou u kent de taal van dit land niet goed? Om maar te zwijgen van de gebruiken en regelgeving. Er is een grote groep allochtonen die zich in die situatie bevindt. Sinds april 2012 biedt Carintreggeland onder de naam Ida thuisbegeleiding en maatschappelijk werk aan allochtonen. Ayse Cebecioglu en Saida Dahli zijn medewerkers van het eerste uur en vertellen over het eerste jaar, dat vooral in het teken van bouwen stond.
In augustus 2012 hoorde Marianne Kleinsman, coördinator welzijn en activering, voor het eerst van het Vedertheater. En, toegegeven, eerst was ze sceptisch. Theater als middel in belevingsgerichte zorg? De ‘toolbox’ voor medewerkers van woonzorgcentrum Het Woolde in Hengelo is al ruim voorzien van allerlei materiaal en technieken om écht contact met dementerende bewoners te maken. Dus is er echt nog weer een nieuwe methode nodig?
Carintreggeland wil haar dienstverlening zo goed mogelijk laten aansluiten bij de multiculturele diversiteit in de samenleving. Met name voor de groep allochtonen, waar zorg voor ouderen traditioneel door familie wordt opgevangen, is het erg belangrijk om een betrouwbare dienstverlening op maat te bieden. Saida: ‘Het eerste jaar zijn we vooral bezig geweest met netwerken en het opbouwen van een vertrouwensband met de doelgroep. Nu weten mensen ons te vinden.’ Ayse’s ogen stralen als ze vertelt: ‘Ida biedt bewust alleen thuisbegeleiding en maatschappelijk werk. Voor bijvoorbeeld thuiszorg en verpleging in een beschermde woonomgeving leidt Ida toe naar het reguliere zorgaanbod. Op die manier spitsen we onze dienstverlening precies toe op de specifieke behoefte van de doelgroep. Namelijk het overwinnen van een barrière. De barrière wordt meestal veroorzaakt door de taal of cultuurverschil. Als die barrière eenmaal is overwonnen, zie je dat mensen zich beter kunnen redden in ons land.’ Als voorbeeld noemt Saida één van haar klanten. Saida: ‘Mevrouw woont in woonzorgcentrum het Woolde en kon niet communiceren met de verzorging. Het was voor haar een opluchting dat ze haar situatie aan mij kon uitleggen. Ik regelde dat ze een aantal dagen per week naar de Syrische dagbesteding gaat. En ik regelde een Syrische/ Koerdische vrijwilliger voor haar die één of twee keer in de week langskomt. Mevrouw communiceert nu met de verzorgenden van het Woolde door middel van plaatjes en ze zegt: “wat een weelde, ik heb nu alles wat ik nodig heb”. Het is niet de bedoeling dat we mensen maar blijven begeleiden. Het doel van thuisbegeleiding is dat mensen zelfredzaam worden.’
Maar het Vedertheater kwam, zag en overwon. Marianne: ‘De medewerkers van het Vedertheater brengen de act echt tot leven. In een liedje als “Kom hier Rosa, ik ben je liefje”, dan staat Rosa écht daar. En als ze een schoolplein scène naspelen, dan staat daar écht een meisje dat niet mag meedoen. Het theaterspel loodst dementerenden letterlijk naar een andere dimensie. Een andere dimensie vanwaar uit ze makkelijker hun gevoelens kunnen uiten en herinneringen kunnen ophalen. Tja, en dan kun je als activiteitenbegeleider met je koffertje vol met poëzieplaatjes en schorten práten tot je een ons weegt… je oogst veel meer reactie met het echte spel.‘ En de toepasbaarheid in de praktijk? Gaan activiteitenbegeleiders en verzorgenden nu, gewapend met de trainingen van het Vedertheater, ook als “Rosa” door de woonkamers? ‘Nou’, lacht Marianne. ‘Dat zie ik mezelf in ieder geval nog niet doen. De kracht van de Vedermethode is dat je het heel natuurlijk in je eigen werkzaamheden kunt inbouwen. Zo speelde ik laatst een voetbalwedstrijd na, rondom de activiteit ‘rollen met de bal’. Normaalgesproken rollen de bewoners een zacht bal over tafel naar elkaar toe. “Kom op, we gaan voetballen”, zei ik. “De jongens tegen de meisjes. En meisjes, we laten ons niet op de kop zitten, hé?!” Een mevrouw, die normaalgesproken nauwelijks meedoet, greep de bal. Ze boog voorover en hing zo een tijdje stil. Ik begon al angstig te worden, dacht dat ze onwel was geworden. Toen gaf ze me van opzij opeens een vette knipoog en rolde de balt met een verrassingsschot naar de tegenstanders. Kippenvel! Ja, dat zijn de succesmomenten die je eer van je werk geven; dat je die ene vonk kan realiseren. Twee van mijn collega’s hebben een voorstelling gemaakt en uitgevoerd. Centraal in hun voorstelling is een schitterende jas die ze hebben gemaakt van stropdassen. Ze refereren aan het lied van Tom Manders ‘Er zaten twee motten in m’n ouwe jas’. Deze voorstelling is heel leuk ontvangen door bewoners. Vooral de stropdassen geven veel gespreksstof.’ De Vedermethode is een techniek in belevingsgerichte zorg. Met ingang van 2012 krijgen alle medewerkers van Carintreggeland die daar belangstelling voor hebben een training om zich deze techniek eigen te maken. De organisatie heeft daar voor de komende drie jaar subsidie voor gekregen.
6
Saida Dahli
BRENDA TEN BERGE
Marianne Kleinsman
7
bouwstenen voor de klant
Lekker gezond en comfortabel leven
Kleinschalig wonen met grootschalige voordelen
Lekker gezond en comfortabel leven, dat wil toch iedereen? De ledenservice van Carintreggeland stelt daarom speciaal voor haar 40.000 leden een aantrekkelijk pakket samen met exclusief aanbod op het gebied van vitaliteit, zorg, gemak en veiligheid.
Het is negen uur ’s ochtends en de geur van versgebakken brood omgeeft de Weijdehof in Almelo. Het benadrukt de huiselijke sfeer die het woonzorgcentrum nastreeft. Coördinator welzijn en activering Mike Withaar en manager Hans Bruning vertellen over het kleinschalige wonen in de Weijdehof.
Mariel Lammertink en Nicole Olde Kalter zijn de drijvende krachten achter de ledenservice. Ze vertellen over hun werk. Mariel Lammertink: ‘Het is algemeen bekend dat lekker in je vel zitten een gunstige invloed heeft op de gezondheid. Door bewuster te leven, te ontspannen of juist door te bewegen zijn mensen beter in balans. Met de ledenservice willen we daarin faciliteren. Dat doen we met een laagdrempelig en gevarieerd productaanbod. Denk bijvoorbeeld aan exclusieve leefstijlprogramma’s, kortingen op uitjes, cursussen zoals mindfulness, assertiviteitstraining, yoga en praktische trainingen zoals verzorging thuis voor mantelzorgers.’ Nicole Olde Kalter vult aan: ‘De kracht van de ledenservice is de combinatie van aanbod met een preventief karakter, aanbod met een funfactor en aanbod dat een directe relatie heeft met de dienstverlening van onze organisatie. Carintreggeland heeft immers een breed scala aan producten en diensten op het gebied van welzijn, wonen en zorg. De ledenservice laat mensen op laagdrempelige wijze kennis maken met ons aanbod en onze organisatie. Zo ervaren ze wat wij voor hen kunnen betekenen.’ Het aanbod van de ledenservice wordt twee keer per jaar gepubliceerd in de Voordeelspecial, die huis aan huis in heel Twente wordt verspreid. Dat zijn zo’n 165.000 huishoudens. Daarnaast verzendt de ledenservice minimaal 12 keer per jaar een digitale nieuwsbrief aan ruim 10.000 leden. Mariel Lammertink: ‘De digitale nieuwsbrief wordt goed gelezen. Vooral tips op het gebied van voeding en bewegen als ook de leuke uitjes worden erg gewaardeerd. Wij zien dat 40% van de ontvangers de nieuwsbrief opent en via links op onze website terecht komt. De bezoekersstatistieken van onze website geven ons de informatie waarmee we ons aanbod nóg beter kunnen laten aansluiten bij de wensen van onze doelgroep. Daarnaast hebben we een ledenpanel van 750 leden die regelmatig meedenken over ons aanbod.’ Het aanbod van de ledenservice gaat verder dan alleen het bieden van korting. Het afgelopen jaar is een start gemaakt met het ontwikkelen en bieden van exclusief aanbod. Enerzijds door zelf aanbod te definiëren waarbij leveranciers kunnen aansluiten. Anderzijds door met leveranciers afspraken te maken exclusief voor onze leden. Hiermee kunnen we 165.000 huishoudens een uniek aanbod bieden. Zoals bijvoorbeeld het pakket van vijf proeflessen bij een sportschool. Zo wordt sporten wel heel aantrekkelijk. ‘En dat is precies de bedoeling’, lacht Mariel Lammertink.
8
Hans: ‘De Weijdehof is een huis met onder andere vijf kleinschalige woningen. In elke woning voeren zes senioren met dementie een huishouden dat zoveel mogelijk de thuissituatie benadert. Dat doen zij onder betrokken en deskundige leiding van een woonbegeleider. Zo kunnen de bewoners zo zelfstandig mogelijk wonen, met de zekerheid van de benodigde zorg en een veilige omgeving.’ De geur van versgebakken brood, de visboer om de hoek, de vlaaienwinkel op loopafstand: als je in de Weijdehof woont, bevind je je inderdaad midden in de maatschappij. Hans vertelt: ‘Als je ouder wordt, heb je misschien wel steeds meer hulp, zorg en veiligheid nodig. Maar je behoefte aan gezelligheid en persoonlijk contact blijft. Bij de Weijdehof zijn veel mogelijkheden daarvoor laagdrempelig aanwezig.’ Mike vult aan: ‘Precies! De mogelijkheden zijn aanwezig. En het initiatief om daarvan gebruik te maken ligt bij de bewoners en de woonbegeleider zelf. Mijn rol als coördinator is vooral het aandragen van ideeën en faciliteren bij de uitvoering daarvan. Zo heb ik de woonbegeleiders geattendeerd op het historisch festival op het Schelfhorst park, dat ligt hier op loopafstand. Elke woning besteedt hier op eigen wijze aandacht aan.’ Hans lacht en vertelt: ‘Het komt regelmatig voor dat bewoners zelfstandig iets op touw zetten. “Hans”, zeggen ze dan, “dan kunnen we helemaal niet, want dan hebben we een uitje.” Ja, dat is genieten.’ Mike: ‘Medewerkers en bewoners zijn enorm betrokken bij alles wat hier gebeurt. Net als in een gewone buurt staat men voor elkaar klaar. Medewerkers, vrijwilligers maar ook bewoners; voor zover ze dat kunnen. Als er in het Grand Café een gezamenlijke activiteit is, dan komen de verzorgenden gezellig mee. “Heb ik geen tijd voor”, dat is iets wat je hier niet hoort. Het één werkt het andere in de hand. De betrokkenheid heeft een magnetiserende werking. Mensen zijn hier graag en iedereen voelt zich verantwoordelijk voor het welzijn op de Weijdehof. Medewerkers, vrijwilligers, stagiaires, bewoners én familie.’ Mike werkt nauw samen met de coördinatoren zorg en welzijn van de andere drie huizen van Carintreggeland in Almelo, De Elshof, Eugeria en Buurstede. Zo gebruiken ze de gezamenlijke bus van Carintreggeland bijvoorbeeld voor een bezoek aan een wedstrijd van de plaatselijke voetbalclub Heracles. Dat is kleinschalig wonen met grootschalige voordelen.
Gastvrij én huiselijk: de kracht van onze gastservice Carintreggeland heeft gastvrijheid hoog in het vaandel staan. Haar woonzorgcentra staan midden in de wijk en zijn letterlijk en figuurlijk laagdrempelig toegankelijk voor iedereen: familie en vrienden van bewoners, buurtbewoners. Bij De Stoevelaar in Goor verwelkomt Brenda ten Berge u, zij is nu al elf jaar met heel veel plezier gastvrouw op deze locatie. Brenda: ‘Ik heb jarenlang in de horeca gewerkt. Die ervaring heb ik meegenomen naar de Stoevelaar. Zo vind ik het heel belangrijk om bezoekers een goede kop koffie te serveren. Dat kan zijn een originele cappuccino of juist een ouderwets geurige opschenkkoffie. Mensen pakken hier in principe zelf hun koffie. Maar als ik wat dames met elkaar zie keuvelen, gezellig in het zonnetje, dan doet het mij plezier om ze een lekker kopje koffie te brengen. Of ik zet ’s avonds in het restaurant wat nootjes op tafel. Die glimlach, daar doe je alles voor.’ En zichtbaar trots zegt Brenda: ‘In het restaurant eten overigens elke dag zo’n zestig personen. Ze kunnen op dat moment kiezen uit twee menu’s.’
‘Werken bij de gastenservice in een woonzorgcentrum betekent méér dan alleen horecaservice bieden. Want naast gastvrijheid is ook huiselijkheid heel belangrijk,’ vervolgt Brenda. ‘Daarom eten we hier bijvoorbeeld regelmatig pannenkoeken. Net als thuis, zo vanuit de pan op het bord. Met vier vrijwilligers worden er in een mum van tijd 80 pannenkoeken gebakken. En die geur, daar genieten we iedere keer weer van. En zo hebben we hier ook twee kookclubjes, bewoners die er plezier in hebben om te koken. Vaak maken ze die typisch ouderwetse recepten, zoals stamppot raapstelen. Speciaal daarvoor hebben we een verrijdbare keuken.’ Die combinatie tussen gastvrijheid en huiselijkheid, dat is de specialiteit van de dienst gastenservice bij Carintreggeland. Elk huis geeft daar op eigen wijze vorm aan. Zo is Brenda trots op het winkeltje, dat zelfstandig wordt gerund door vrijwilligers. Brenda: ‘Ons winkeltje biedt een gevarieerd assortiment en heeft een geweldige sociale functie. Net als de markt die we elke donderdag in huis hebben. Vis, bloemen, brood, fruit, en elke week een andere hobbykraam. Het leuke is dat we spontaan aanbiedingen krijgen van mensen die op onze markt willen komen staan. Ja, dan kan ik echt trots zijn op wat we met de Stoevelaar voor mensen kunnen betekenen.’
9
bouwen OP ELKAAR
Comfortabel revalideren na knie- of heupoperatie
Carintreggeland en Regio Twente zorgen dat ‘Doorleren loont’
Sinds juni 2012 werken OCON (Orthopedisch Centrum Oost Nederland) en Carintreggeland samen bij de zorgverlening aan patiënten bij wie een knie of heup moet worden vervangen. OCON voert in het ZGT in Hengelo de operaties uit, waarna mensen enkele dagen kunnen revalideren in één van de comfortabele appartementen in Het Woolde die Carintreggeland speciaal daarvoor heeft ingericht.
In 2012 sloegen Carintreggeland en Regio Twente de handen ineen om meer mensen op te leiden voor een baan in de zorg. Binnen het project ‘Doorleren loont’, opgezet door Regio Twente, begonnen in november vier studenten aan een werk-leertraject dat wordt aangeboden door Carintreggeland.
De tijden dat je na een knie- of heupoperatie weken in het ziekenhuis lag, zijn allang voorbij. Tegenwoordig volgt twee dagen na de operatie het ontslag. Een deel van de patiënten kan dan naar huis om daar, eventueel met ondersteuning van thuiszorg, te herstellen. Maar dat is niet voor iedereen een optie. De mensen die iets langer zorg nodig hebben voor ze naar huis kunnen, kunnen na de operatie drie nachten verblijven in Het Woolde. Daar heeft Carintreggeland een afdeling verbouwd tot 11 comfortabele, hotelachtige appartementen. Mijnheer (78) en mevrouw (77) Oude Hesselink uit Saasveld maakten in oktober dankbaar gebruik van deze mogelijkheid. “Mijn vrouw had al jaren last van de knie en we wisten dat die een keer vervangen moest worden”, vertelt mijnheer Oude Hesselink. “Toen vervolgens bleek dat één van mijn heupen aan vervanging toe was, leek het ons handig wanneer we tegelijkertijd geholpen konden worden en konden revalideren. Dat kon. We zijn allebei op 9 oktober geopereerd: mijn vrouw om acht uur, ik rond half tien. Na twee dagen in het ziekenhuis zijn we overgebracht naar Het Woolde, waar we nog een paar dagen hebben gerevalideerd. We zaten gezellig samen in een fijn appartement en hebben het er heel goed gehad.” Geen papegaai “Hoe sneller mensen na een knie- of heupoperatie weer mobiel zijn, hoe kleiner de kans op complicaties”, aldus Ivo Buchholz, orthopedisch chirurg en directeur van OCON. “Dat is de reden voor het snelle ontslag uit het ziekenhuis. Maar in sommige gevallen is het beter of handiger om ze nog iets langer te observeren en begeleiden. Dat kan bij OCON Care, in Het Woolde. De appartementen zijn heel comfortabel, maar dat betekent niet dat mensen hier lui achterover kunnen leunen. Het verblijf is bedoeld als voorbereiding op terugkeer naar huis, wat betekent dat ze dagelijks fysiotherapie hebben en zoveel mogelijk doen wat daarna ze thuis ook zelf moeten doen. Als mensen vragen waarom er geen papegaai boven het bed hangt, is het antwoord altijd ‘omdat u die thuis ook niet heeft’.”
10
Doel is om mensen die op dit moment een bijstandsuitkering ontvangen te begeleiden naar een opleiding met baangarantie. “We hebben eerst zorgvuldig een aantal kandidaten geselecteerd waarin we echt vertrouwen hadden”, licht Carla Kerkdijk, clustermanager opleidingen bij Carintreggeland toe. “Vervolgens hebben we per kandidaat gekeken wat zij nodig heeft om de opleiding met succes af te ronden, bijvoorbeeld in de vorm van extra begeleiding op een bepaald gebied. We bieden dus echt een leertraject op maat.” Leerlingen worden op basis van een leer-werkovereenkomst in dienst genomen voor 28 uur, waarvan ze acht uur les volgen bij het ROC. Elk half jaar stromen ze door naar een andere locatie binnen Carintreggeland, zodat ze breed ervaring op doen met verschillende cliëntengroepen, woonvormen (zoals kleinschalig wonen) en het elektronisch cliëntendossier. Als ze de opleiding Verzorgende IG niveau 3, die twee jaar duurt, goed hebben afgerond, kunnen de leerlingen in dienst blijven van Carintreggeland. Ze zijn dan dus niet meer afhankelijk van een uitkering. “Zowel wij als Regio Twente zijn erg tevreden over de pilot”, aldus Carla Kerkdijk. “Er waren deze eerste keer weliswaar maar vier leerlingen, maar die doen het heel goed. Daarom zijn we inmiddels gestart met een tweede, grotere groep van elf deelnemers.” Regio Twente is een samenwerkingsverband van de veertien Twentse gemeenten. Ook TriviumMeulenbeltZorg (TMZ) is na de succesvolle pilot bij Carintreggeland aangehaakt bij het Doorleren Loont project in samenwerking met Regio Twente.
Carla Kerkdijk
Tanja Hunneman
11
bouwen OP ELKAAR
UT en Carintreggeland starten onderzoek verantwoord medicijngebruik Jaarlijks komen honderden Twentenaren onnodig in het ziekenhuis terecht door problemen met medicijnen. Als eerste zorginstelling is Carintreggeland vorig jaar samen met de Universiteit Twente een onderzoek gestart naar het ontstaan en voorkomen van deze problemen. De moeilijkheden doen zich bijna altijd voor bij ouderen die meerdere aandoeningen hebben. Ze slikken vaak grote hoeveelheden medicijnen die in combinatie met elkaar soms voor onverwachte bijwerkingen zorgen. Dat leidt zelden tot een dodelijke afloop, maar wel tot veel menselijk leed en hoge, onnodige kosten voor ziekenhuisopnames en behandeling. “Afgelopen jaar hebben we samen met de UT het initiatief genomen om na te gaan hoe groot het probleem is en wat eraan gedaan kan worden”, aldus arts/strateeg-innovator Henk Snijders van Carintreggeland. “Er is een onderzoeker aangesteld die zowel binnen de instellingen van Carintreggeland als in de thuiszorg gaat kijken. De bedoeling is om op basis van de resultaten nieuwe richtlijnen op te stellen waarmee artsen, verpleging, verzorging en thuiszorg de medicijngerelateerde incidenten terug kunnen dringen.” Het onderzoek naar meer verantwoord medicatiegebruik zal 4 jaar duren. Waarschuwingssignaal Dat het met de medicatie mis gaat, komt deels doordat ouderen vaak onder behandeling staan bij verschillende artsen. Het is lang niet altijd duidelijk wie de regie heeft en wie in de gaten houdt hoe de verschillende medicijnen op elkaar inwerken. Bij bepaalde combinaties gaan wel waarschuwingssignalen af bij de apotheker, maar zeker bij gebruik van veel verschillende medicijnen kunnen er nog onvoorziene, nare bijwerkingen optreden. “Dat heeft te maken met het feit dat de medicijnen vooraf worden getest op gezonde proefpersonen en niet op ouderen die verschillende aandoeningen hebben en ook nog eens meerdere geneesmiddelen gebruiken”, zegt Snijders. “Daarnaast kan het systeem van verstrekking te wensen overlaten. Om dat te onderzoeken, nemen we het hele traject onder de loep: vanaf de arts die het recept voorschrijft tot het moment van inname. Vermoedelijk valt daarin nog wel het een en ander te verbeteren.” Elektronische medicijndoos Er is al een aantal verbeteringen doorgevoerd om te zorgen dat mensen de juiste medicijnen op de juiste tijd innemen. In de verpleeg- en verzorgingshuizen en in een aantal gevallen ook in de thuiszorg van Carintreggeland worden alle medicijnen bijvoorbeeld via zogenaamde baxters aangeboden. Dat zijn voorverpakte zakjes waar alle medicijnen al in zitten. De zakjes worden door een computer gevuld, dus de verzorgende hoeft ze alleen nog op het juiste moment aan de juiste cliënt te geven. Om het risico op fouten in dat laatste deel van het traject te verkleinen,
12
is er inmiddels een vervolg op dit systeem met kant-en-klare medicijnzakjes: een elektronische medicijndoos genaamd Medido. Henk Snijders: “Hierbij geeft een apparaat waar die baxters al in zitten op het juiste moment zo’n zakje met medicijnen vrij. Op het moment dat er een tablet moet worden ingenomen, geeft het apparaat een signaal af. Dat kan bijvoorbeeld de vertrouwde stem van de dochter zijn die zegt ‘Pa, u moet nu de tablet innemen’. Vader dient dan op een knopje te drukken, waarna het zakje met de tablet eruitkomt. Wordt er niet op het knopje gedrukt, dan gaat er een signaal naar de meld- en zorgcentrale en komt er iemand langs om te kijken. Met deze elektronische medicijndozen is een proef gedaan in de gemeentes Borne en Dinkelland, waaruit bleek dat de thuiszorg niet meer langs hoeft te komen om de medicijnen toe te dienen. En zo zijn er meer manieren te bedenken om menselijke fouten bij medicijngebruik te verminderen.”
Project Preventie Ondersteuning Mantelzorg (POM) bereikt allochtone mantelzorgers Nieuw is het project Preventie Ondersteuning Mantelzorg van Carintreggeland zeker niet, maar er was in 2012 wel een belangrijke ontwikkeling. Vorig jaar kwamen voor het eerst ook de allochtone mantelzorgers in beeld. “Dat is vooral te danken aan de allochtone ouderenadviseurs van de Stichting Welzijn Ouderen Hengelo”, aldus Gerri Bannink clustermanager Bijzondere Zorg bij Carintreggeland. “Zij hebben het project omarmd en contacten gelegd met de allochtone ouderen en hun mantelzorgers. Heel fijn, want tot op dat moment hadden we nog geen ingang.” Ongeveer 80 procent van de zorg in Nederland wordt door mantelzorgers gegeven, al dan niet in samenwerking met professionals. Mantelzorgers vormen dus een onmisbare schakel in de zorgverlening. Doel van het project is te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken, waardoor ze hun taken niet meer kunnen uitvoeren. Een korte vragenlijst geeft inzicht in het welzijn van de mantelzorgers en laat zien of de steunstructuur rondom de mantelzorger stevig genoeg is. Gerri Bannink: “Soms is het echt tijd om een indicatie aan te vragen voor thuiszorg of moet worden overlegd met broers en zussen om te kijken of zij niet een deel van de taken kunnen overnemen. Mantelzorgers doen dat alleen vaak niet uit zichzelf en proberen het zo lang mogelijk zelf te klaren. Dat kan leiden tot uitval en daar heeft niemand iets aan.”
Irma Schwering
Henk Snijders
13
bouwen OP ELKAAR
Gezondheidsconsulten voor ouderen in Borne project-af
‘Veiligheid in Vertrouwen’ : over dilemma’s in de zorg
Het begon jaren geleden als een ‘gezondheidscheck’ waarvoor 55-plussers zich via de meld- en zorgcentrale van Carintreggeland konden aanmelden. Inmiddels is het een screening van 75-plussers geworden, met als doel kwetsbare ouderen op te sporen en door te verwijzen. In Borne groeide het gezondheidsconsult in 2012 van een project naar een reguliere samenwerking.
Belangen of wensen van cliënten staan soms op gespannen voet met regels en protocollen. Hoe daar mee om te gaan? Samen met stakeholders gaf Carintreggeland de aftrap voor het jaarthema ‘Veiligheid in Vertrouwen’.
Voor de screening werken wijkverpleegkundigen van Carintreggeland samen met huisartsenpraktijken in onder meer Borne. Via de huisartsenpraktijken is er een oproep uitgegaan naar alle 75-plussers in het bestand. “Onze wijkverpleegkundigen nemen bij de mensen thuis een aantal vragenlijsten door die een beeld geven van iemands kwetsbaarheid”, legt clustermanager Monique de Haan, vorig jaar nog projectleider ouderenconsulten in Borne, uit. “Stuiten ze op gezondheidsvragen, dan pakt de huisarts die op. Voor welzijnszaken verwijst de wijkverpleegkundige door naar de mensen of instanties die daarbij behulpzaam kunnen zijn.” De GGD volgde het project de afgelopen jaren en concludeerde dat de betrokken huisartsen via deze vorm van screening een goed beeld kregen van de kwetsbaarheid van hun oudere cliënten. Hoewel er vanaf 2013 geen overheidssubsidie meer is voor deze gezondheidsconsulten, heeft Carintreggeland samen met de huisartsen besloten de screening voort te zetten.
14
Valt de thuiszorg iets te verwijten als een cliënt een voedselvergiftiging oploopt omdat er bedorven levensmiddelen in zijn koelkast lagen? En wie is verantwoordelijk als een dementerende cliënt met een nieuwe heup valt omdat ze vergeten is dat ze voorzichtig moet zijn met lopen? Het zijn vragen uit de dagelijkse praktijk van zorgverleners, waaruit blijkt dat eigen regie, zelfredzaamheid en persoonlijke vrijheid van cliënten soms op gespannen voet staan met wettelijke regels, protocollen en kwaliteitsnormen. En hoe moet je daar als zorgorganisatie mee omgaan? Over die vraag wil Carintreggeland in gesprek gaan met alle betrokkenen. Werkelijke situatie Joke Mengerink-Hogevonder: “Wij willen de wensen van onze cliënten eerbiedingen, maar soms conflicteren die met de wettelijke regels. Daar lopen onze zorgverleners in de praktijk tegenaan, maar ook onze cliënten, hun familieleden en soms de publieke opinie. Het is een thema dat de samenleving raakt. We herkennen het allemaal. Wij willen graag de dialoog aangaan over dit onderwerp.”
Op zoek naar grenzen Joke vervolgt: “Er is nooit een eenduidige oplossing. Je hebt te maken met mensen. Elke situatie vraagt haar eigen aanpak. Je moet je houden aan protocollen, maar je moet tegelijkertijd de werkelijke situatie niet uit het oog verliezen. Wetten en regels zijn belangrijk, maar soms moeten we misschien toch het lef hebben om op zoek te gaan naar de grenzen, in het belang van de klant. De klant voert de regie. Dat staat bij ons hoog in het vaandel. Het kan ook betekenen dat de klant iets wil wat niet ethisch is of niet binnen de regels past. En wat dan te doen?” Publieksdebat De conferentie voor stakeholders als brancheorganisaties en zorgverzekeraars was de start van een aantal bijeenkomsten voor de lokale adviesraden van de woonzorgcentra van Carintreggeland, zorgverleners waarmee de organisatie samenwerkt, en de eigen medewerkers. Van april tot september 2013 organiseert Carintreggeland ook publieksdebatten op diverse plekken in Twente. Mengerink: “Wij denken dat het jaarthema veel kennis en tips zal opleveren, die misschien tot nieuwe werkprocessen zullen leiden. Al die kennis kunnen wij via ons kenniscentrum binnen onze organisatie verspreiden. Wij zijn voortdurend bezig met innovatie, met de volgende stap.”
Ambulant Expertiseteam Geriatrie nu ook in Markelo In verpleeg- en verzorgingshuizen is veel kennis voorhanden op het gebied van geriatrie. Kennis waaraan ook extramuraal steeds vaker behoefte is. In Almelo en omgeving kunnen huisartsen daarvoor al jaren het Ambulant Expertiseteam Geriatrie inschakelen. Vorig jaar ging eenzelfde project van start in Markelo. De teams bestaan uit drie deskundigen op het gebied van geriatrie: een specialist ouderengeneeskunde, een psycholoog en een ergotherapeut. “Huisartsen hebben steeds vaker te maken met oudere cliënten bij wie zowel sprake is van somatische als psychische klachten”, aldus Irma Schwering, clustermanager Behandeling en Begeleiding. “Door de complexiteit is het soms lastig te bepalen wat de beste aanpak of behandeling is. Wanneer een huisarts het Ambulant Expertiseteam Geriatrie inschakelt -altijd met toestemming van de cliënt- gaan de leden van het team elk afzonderlijk op huisbezoek om een goed beeld te krij-
gen van de situatie. Na onderling overleg wordt er een advies uitgebracht aan de huisarts. Het team behandelt dus zelf niet.” Gemiddeld krijgt het team voor Almelo en omgeving zeker één adviesaanvraag per week. Het voorziet dus duidelijk in een behoefte, vandaar dat uitbreiding van het initiatief voor de hand ligt. Sinds 2012 is er ook in Markelo een Ambulant Expertiseteam Geriatrie en Goor en andere plaatsen in het werkgebied van Carintreggeland hebben eveneens belangstelling getoond.
Aandacht voor verminderen valincidenten 55-plussers Per jaar komen 95.000 55-plussers op de Spoedeisende Hulp terecht vanwege een val. Bij 37.000 mensen is het letsel zo ernstig dat opname in het ziekenhuis nodig is en 1900 van hen overlijdt zelfs aan de gevolgen. Vorig jaar startte Carintreggeland een project om het aantal valincidenten terug te dringen. Van de 95.000 55-plussers worden er 1200 op de Spoedeisende Hulp behandeld voor de gevolgen van vallen door overmatig alcoholgebruik. Ook medicijngebruik en met name de combinatie van medicijnen en alcohol kan leiden tot valincidenten. Om die reden zocht Carintreggeland voor dit project samenwerking met Tactus Verslavingszorg. Vrijwilligers van de Stichting Welzijn Ouderen en ouderenadviseurs van Carintreggeland werden geïnformeerd over de meestvoorkomende valrisico’s en hoe ze een risico op vallen door alcoholgebruik en/of medicijnen kunnen signaleren. Daarnaast werd er een valpreventie-screeningslijst ontwikkeld die zelfstandig thuiswonende ouderen zelf of eventueel met een mantelzorger of vrijwilliger kunnen invullen. Hieruit kan worden opgemaakt of iemand een groter valrisico heeft. “In de screeningslijst gaat het over alle mogelijke valrisicofactoren, van de inrichting van de woning tot het schoeisel”, vertelt Frederike van der Veen, geriatrie fysiotherapeut en projectleider namens Carintreggeland. “Het verschil met andere, al bestaande valrisico-screeningslijsten is het onderdeel dat gaat over het effect van medicijnen, met name slaap- of kalmeringsmiddelen, op het valrisico. We vragen daarin bijvoorbeeld specifiek hoe vaak iemand alcohol drinkt en hoe veel hij of zij dan drinkt.” Hoe de screeningslijst het best bij cliënten onder de aandacht kan worden gebracht, zal dit jaar verder worden bekeken.
15
bouwen OP ELKAAR
Project Zichtbare Schakels krijgt 10 miljoen
Wijkleerbedrijf Helpende Handen: het mes snijdt aan alle kanten
Sinds 2010 is in vijftig gemeenten het project Zichtbare Schakels van start gegaan. Doel was om wijkverpleegkundigen -de Zichtbare Schakels- terug te brengen in de wijk, met de nadruk op preventieve taken. Vorig jaar onderkende het Ministerie van VWS het belang van deze verpleegkundigen door voor 2013 10 miljoen euro beschikbaar te stellen.
Vorig jaar begon in Hengelo het WijkLeerbedrijf Helpende Handen. MBO-leerlingen, maar ook mensen die vanuit een sociale werkvoorziening of uitkeringssituatie instromen, doen werkervaring op door bewoners in de wijk te helpen met zaken waarvoor ze geen geïndiceerde zorg krijgen. Carintreggeland is één van de partners in het bedrijf.
De financiering van het project door ZonMw zou eind 2012 aflopen, dus het nieuws over de overheidssteun was zeer welkom. Hij wordt ook niet voor niets verleend: de wijkverpleegkundigen blijken een belangrijke signaalfunctie te hebben bij het vroegtijdig onderkennen van dreigende gezondheidsproblemen of overbelasting van mantelzorgers. Hierdoor kan verergering van de situatie en de inzet van vaak duurdere hulpverlening worden voorkomen. “Zichtbare Schakels zijn wijkverpleegkundigen die zijn vrijgesteld van het verlenen van medische zorg”, aldus Jenny Rutgers, Zichtbare Schakel in de wijk Hengelose Es in Hengelo. “In plaats daarvan zijn we intermediairs tussen mensen in de wijk die ondersteuning nodig hebben en de instanties of mensen die die kunnen bieden”, “Het kan van alles zijn, van een ergotherapeut die langskomt om te kijken hoe iemands zelfredzaamheid in huis kan worden verbeterd tot het inzetten van een boodschappendienst.” “Ik heb bijvoorbeeld afgelopen jaar een vrouw die weinig sociale contacten had en zich eenzaam voelde, doorverwezen naar de Stichting Welzijn Ouderen”, vertelt Louise Pigge, Zichtbare Schakel in de wijk Berflo Es. “Via die stichting is ze nu zelf aan het werk als vrijwilliger. Maar voor we doorverwijzen naar professionals, verenigingen of stichtingen kijken we naar de sociale omgeving van de cliënt. Wat kunnen partner, buren,familieleden en vrienden betekenen? Die zullen in de toekomst steeds belangrijker worden.”
“Het concept WijkLeerbedrijf is typisch zo’n initiatief waar alle betrokken partijen wel bij varen, vindt Inge Rijnders, projectcoördinator vanuit Carintreggeland. “Voor veel MBO-leerlingen Zorg en Welzijn niveau 1 en 2 blijkt het bijvoorbeeld moeilijk te zijn om stageplaatsen te vinden, wat ook leidt tot vroegtijdig schoolverlaten. Wij kunnen ze voorzien van deze stages. Verder bieden we mensen die vanuit een sociale werkvoorziening of uitkeringssituatie komen de kans om na hun diplomering minimaal een half jaar lang werkervaring op te doen bij de zorgorganisaties die participeren in dit project. Daar zijn uiteraard ook de gemeente Hengelo en de partnerorganisaties blij mee. Maar zeker zo blij zijn de veelal oudere wijkbewoners die profiteren van de kostenloze diensten die onze leerlingen bieden. Het gaat om werkzaamheden waartoe de klant niet meer zelfstandig in staat is, waarvoor geen voorzieningen zijn of waarvoor, in het geval van huishoudelijke hulp, geen toereikende indicatie is. Leerlingen gaan bijvoorbeeld samen met de klant naar de supermarkt of doen samen met de klant wat huishoudelijk werk. Wekelijks verlenen we zo’n 450 uur kostenloze ondersteuning aan mensen in de wijk. Zij zijn vaak heel dankbaar voor de hulp die ze anders niet zouden hebben gehad. We scoren een 8,1 voor klanttevredenheid!”
Je gezicht laten zien De Zichtbare Schakels hebben een groot netwerk en kunnen mensen helpen met vragen op het gebied van gezondheid, zorg, welzijn en wonen. Meestal komen cliënten bij de wijkverpleegkundigen terecht via een thuiszorgmedewerker die signaleert dat iemand hulp nodig heeft of via een huisarts of andere bewoners uit de wijk. Het gaat vaak om mensen met complexe problemen, zoals kwetsbare ouderen. Jenny Rutgers: “We bezoeken de cliënten altijd thuis, om een completer beeld te krijgen van hun situatie.” “Om onszelf zichtbaar te maken, leggen we actief contacten in de wijk”, vervolgt Louise Pigge. “We laten ons overal zien. Tijdens koffieochtenden en andere activiteiten voor ouderen, bij vrijwilligersorganisaties en bij de bewonersraad. Zo word je een bekend gezicht. Als een wijkbewoner dan opmerkt dat de buurvrouw van twee huizen verderop nauwelijks nog buiten komt, weet hij of zij je te vinden.”
16
Geslaagd Sandra Reuvekamp (42) behoort tot de eerste groep die vorig jaar mei startte binnen het WijkLeerbedrijf. Ze volgde de opleiding Zorghulp niveau 1. “Om eerlijk te zijn trok de zorg mij niet, maar na aandringen van mijn reïntegratieconsulent heb ik toch de stap gewaagd. En ik ben erg blij dat ik dat heb gedaan. Twee middagen per week hadden we theorielessen op het WijkLeerbedrijf en de rest van de week, behalve op vrijdag, deed ik werkervaring op op verschillende plekken. Ik heb stages gedaan bij cliënten in de wijk en bij verschillende organisaties. Maar het leukst vond ik het werken met dementerende ouderen. Ik had nooit gedacht dat ik daar affiniteit mee zou hebben. Ik en de anderen in mijn groep zijn in april van dit jaar geslaagd. Vanaf deze zomer kan ik werkervaring opdoen binnen Carintreggeland of Olcea. Ik heb er echt zin in!” Helpende Handen is in veel Nederlandse gemeentes actief. Partners in Helpende Handen Hengelo zijn Carintreggeland, Olcea, SWB Midden Twente, ROC van Twente, Calibris en de gemeente Hengelo.
INGE RIJNDERS
JENNY RUTGERS SANDRA REUVEKAMP
17
bouwen VOOR EN IN DE TOEKOMST
Investeren in nieuwbouw en renovatie, investeren in continuïteit Veel woonvormen voor ouderen sluiten niet meer aan bij de woonwensen en -eisen van nu. Daarom is Carintreggeland al een aantal jaar bezig met plannen voor renovatie en vervangende nieuwbouw. In 2012 werd op een aantal plaatsen begonnen met de concrete uitvoering daarvan. De komende jaren zal Carintreggeland een aantal ambitieuze bouwplannen realiseren. Zo is in 2012 een begin gemaakt met de sloop/nieuwbouw van de verpleeg- en verzorgingshuizen St. Elisabeth in Delden en Eltheto in Rijssen. De komende vier jaar zal onder meer in Almelo, Denekamp, Hengelo en Goor nieuw worden gebouwd. Het gaat vooral om woningen voor dementerenden, revaliderenden, mensen met een ernstige lichamelijke beperking of ouderen met psychiatrische problemen. Kernbegrippen in de visie van Carintreggeland op wonen zijn kleinschaligheid en oog voor de menselijke maat in buurt en wijk. Bewoners moeten zich thuis, vertrouwd, veilig voelen. “Het feit dat Rabobank en ING de bouwplannen financieel mogelijk maken, zegt veel over het vertrouwen van deze banken in zowel deze visie en de bouwplannen als de organisatie Carintreggeland”, aldus Joke Mengerink van de Raad van Bestuur van Carintreggeland. “Ons uitgangspunt is dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Is de zorgvraag zo zwaar dat dat echt niet meer kan, dan bieden we wonen met zorg zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke woonomgeving. We streven naar een goede spreiding van voorzieningen over ons werkgebied en een goede zichtbaarheid en toegankelijkheid van onze locaties, ook voor andere wijkbewoners. Dat doen we bijvoorbeeld door in de nieuwbouw aantrekkelijke ontmoetingsplekken te realiseren, zoals een restaurant of grand café. De betrokkenheid en participatie van buurtbewoners, waaronder veel vrijwilligers, wordt op allerlei manieren gestimuleerd.”
18
JOKE MENGERINK
Nieuwe tijden, nieuwe woonconcepten We willen graag (blijven) wonen waar we ons thuis voelen en zoveel mogelijk zelf bepalen van welke zorg of diensten we gebruikmaken om prettig te kunnen leven. Om mensen daarin optimaal de vrijheid te bieden, heeft Carintreggeland vier verschillende woonconcepten ontwikkeld. In 2012 is begonnen met het realiseren daarvan op verschillende plaatsen.
JOS OLDE ENGBERINK
De woonconcepten sluiten aan bij de behoeften van verschillende doelgroepen. “Er zijn mensen die tot op hoge leeftijd zelfstandig kunnen blijven wonen en niet of nauwelijks ondersteuning nodig hebben”, aldus Jos Olde Engberink , directeur Bijzondere zorg bij Carintreggeland. “Maar er zal ook altijd een kwetsbare groep blijven die permanent veel zorg nodig heeft. Het concept ‘Wonen met zorg in nabijheid’ is er bijvoorbeeld voor bewoners die zelfstandig willen wonen in veilige woonomgeving. Er is een vast team van medewerkers dat de bewoners en hun leefstijl kent en is er 24 uur per dag zorg beschikbaar. Bewoners kunnen in hun eigen appartement koken en eten of samen met andere bewoners eten. De bewoner bepaalt echter zelf welke diensten of zorg hij of zij afneemt. Toepassingen als domotica en personenalarmering vergroten de zelfstandigheid en de veiligheid.” Kleinschalige woonvormen Kkleinschalig wonen is bij Carintreggeland een beproefd concept. Sinds 2008 zijn er groepen van zes, zeven of 8 dementerende bewoners die met elkaar een huishouden vormen. Ze doen zelf boodschappen, koken en wassen zelf. Hierbij worden ze ondersteund door een woonbegeleider. Jos Olde Engberink: “De kleinschaligheid en de huiselijke sfeer zorgt voor rust en een gevoel van welzijn en veiligheid. Bij de cliënttevredenheidsmetingen scoren deze voorzieningen heel hoog.” Er zijn ook kleinschalig wonen groepen voor mensen met een psychische beperking. Hier is extra expertise aanwezig voor de begeleiding en ligt het accent meer op behandelen. Het vierde woonconcept, ‘Tijdelijk verblijf voor revalidanten’, is bedoeld voor mensen die, bijvoorbeeld na een verblijf in het ziekenhuis, tijdelijk verzorging en/of verpleging nodig hebben. Daarom heeft deze woonvorm het karakter van een hotel. De nadruk ligt op een plezierig verblijf en kwalitatief goede behandelingen die gericht zijn op een zo spoedig mogelijke terugkeer naar huis. Uiteraard zullen er daarnaast ook veel mensen zijn die in hun eigen oude, vertrouwde huis blijven wonen en dat eventueel met behulp van thuiszorg en huishoudelijke hulp ook kunnen blijven doen. “Het belangrijkste is dat mensen zo lang en zoveel mogelijk de regie over hun eigen leven kunnen blijven voeren”, zegt Jos Olde Engberink. “Dat proberen we te faciliteren.”
19
bouwen VOOR EN IN DE TOEKOMST
De Botterhof: kleinschalig wonen voor dementerenden
St. Elisabeth, Delden: goedkeuring ontwerpplan en voorbereiding sloop
De Botterhof in Wierden is een kleinschalige woonvorm voor dementerenden. Joop Groenewegen (81) uit Rijssen bezoekt er zijn vrouw Riet drie keer in de week.
In 2012 werd begonnen met de voorbereidingen voor de sloop en nieuwbouw van verpleeghuis St. Elisabeth in Delden. Eind november verhuisden cliënten en medewerkers naar de tijdelijke huisvesting Hassinkhoek in Delden en Zuiderhart in Hengelo.
Het grootschalige verpleeghuis waar zijn vrouw voorheen was opgenomen, heeft haar bepaald geen goed gedaan, aldus Joop Groenewegen. “Inmiddels is daar wel verbetering gebracht in de situatie, maar toen Riet er zat, was het was er vreselijk”, vertelt hij. “Ze werd ’s ochtends gewassen, aangekleed en op de gang gezet, waarna de kamerdeuren op slot gingen. En vervolgens gebeurde er helemaal niets. Er werden geen activiteiten aangeboden en mensen liepen maar wat doelloos op en neer op de gang. Als ik na een bezoek aan Riet naar huis wilde gaan, klampte ze zich vaak aan mijn jas vast om mee te mogen. Dat was heel pijnlijk en ik heb uiteraard mijn uiterste best gedaan om haar daar weg te krijgen. Vorig jaar november kon ze gelukkig terecht op De Botterhof. Wat een wereld van verschil! Mijn vrouw heeft nu haar eigen kamer -in het verpleeghuis moest ze haar kamer met iemand delen-, ingericht met veel van haar eigen spulletjes. In de huiskamer, die ze deelt met de andere vijf bewoners in haar woon-unit, is ook een keuken waar dagelijks wordt gekookt. Ook familieleden mogen komen koken en dat heb ik ook weleens gedaan. Door de kleinschaligheid van De Botterhof en de enthousiaste, gemotiveerde medewerkers hangt er een fijne, huiselijke sfeer. Mijn vrouw voelt zich er duidelijk erg goed en dat geeft me rust. In de maanden na haar verhuizing naar De Botterhof is ze opgebloeid van een zielig hoopje mens naar de helder uitkijkende dame die ik altijd heb gekend. Ze gaat wel langzaam achteruit, maar dat is inherent aan haar ziekte. De Botterhof doet haar niets dan goed.”
Het afscheid van het oude bekende St. Elisabeth maakte op de dag van de verhuizing wel wat emoties los bij met name de medewerkers. “Logisch ook”, aldus Ton oude Voshaar, bouwcoördinator van het nieuwe St. Elisabeth. “Sommigen werken er al tientallen jaren. Bovendien verhuisde een deel van de bewoners en medewerkers naar Hengelo en blijft een ander deel in Delden. Er moest dus ook afscheid worden genomen van elkáár.” Vorig jaar werd het voorlopig ontwerpplan voor het nieuwe St. Elisabeth goedgekeurd. Ook domotica is geïntegreerd in het ontwerp. “Het gebouw moet de zelfredzaamheid van cliënten ondersteunen en dan mag domotica niet ontbreken”, zegt Ton oude Voshaar. “Dat geldt overigens voor alle nieuwbouw van Carintreggeland. Te denken valt aan beeldcontact met de zorgverleners en deuren die automatisch open en dicht gaan. De infrastructuur voorziet in veel meer opties, dus de toepassingen op het gebied van domotica kunnen naar behoeven worden uitgebreid.” Die flexibiliteit is er ook als het gaat om de indeling van de appartementen. Die zijn eenvoudig om te bouwen van bijvoorbeeld een WINZ appartement (Wonen in Nabijheid met 24 uurs Zorg) naar twee appartementen voor psychgeriatrische bewoners, of andersom. Zo kan gemakkelijk worden ingespeeld op veranderingin de woonvraag. Afgelopen jaar is begonnen met de voorbereidingen voor de sloop van de afdelingen Noorderen Zuiderhagen begonnen. De 64 bewoners met dementie zijn verhuisd naar de tijdelijke, kleinschalige huisvesting Hassinkhoek en Zuiderhart. Hier verblijven ze met maximaal acht mensen in een woning. Oude Voshaar: “Ze hebben een gemeenschappelijke huiskamer en hebben elk een eigen zit-/slaapkamer. Een flinke verbetering ten opzichte van het St. Elisabeth, waar ze met 32 mensen op één afdeling met drie huiskamers woonden en geen eigen woon-/slaapkamer hadden.” De daadwerkelijke sloop van het St. Elisabeth begint in juni, waarna in september zal worden begonnen met de eerste fase van de nieuwbouw. Naar verwachting is het nieuwe gebouw eind 2015 helemaal klaar. In het Sint Elisabeth zullen uiteindelijk 24 reactiveringsplaatsen worden gerealiseerd, 24 zogenaamde WINZ appartementen (Wonen in Nabijheid met 24-uurs Zorg) en 40 plaatsen voor dementerenden. Een deel van de verpleeghuisplaatsen is overgeheveld naar Hengelo.
20
TON OUDE VOSHAAR
21
bouwen aan de toekomst van klanten
Veilig de paden op, de lanen in In 2011 liep binnen Carintreggeland het pilotproject ‘Talk me home’, met een eenvoudige smart phone met gps-functie voor licht dementerenden. Idee erachter deze mobiele alarmering was om cliënten op veilige wijze meer bewegingsvrijheid te geven. Voortbordurend op dit project werden twee andere systemen getest die, zo bleek vorig jaar, beter functioneren. Eén nadeel van het ‘Talk me home’ systeem was dat niet alle proefpersonen goed met de smart phone overweg konden. Het tweede was dat het in de praktijk tijdrovend en lastig bleek om iemand naar huis te praten vanaf de locatie waar hij/zij zich bevond. “Zodra de verdwaalde proefpersoon met één druk op de knop naar de meld- en zorgcentrale belde, konden wij op ons beeldscherm zien waar de cliënt op dat moment was”, licht Martine de Jong van de meld- en zorgcentrale van Carintreggeland toe. “Maar het naar huis praten kostte vaak veel tijd en het lukte in een aantal gevallen technisch gezien ook niet. Omdat er wel vraag is naar een systeem dat licht dementerenden op een veilige manier meer vrijheid verschaft, zijn we naar andere mogelijkheden gaan kijken. We kwamen uit op de People tracker, een eenvoudig te bedienen gps-apparaatje waarmee de drager met één druk op de knop zijn of haar positie automatisch doorgeeft aan de melden zorgcentrale. De medewerker daar kan de cliënt via de spreek-luisterverbinding geruststellen en belt de contactpersoon om door te geven waar de cliënt zich bevindt. De mantelzorger kan ook zelf de positie van bijvoorbeeld parter of ouder zien, want er kan via een beveiligde webpagina verbinding worden gemaakt met het gps-apparaat. Verder testen we nog de zogenaamde zorgriem, een klein gps-apparaat dat aan een riem of tas kan worden bevestigd. De drager kan niet actief contact zoeken met de meld- en zorgcentrale, maar is wel te allen tijde traceerbaar, ook door het thuisfront.” Beide systemen bevallen goed en worden inmiddels aangeboden via een abonnement.
Voorbereidingen komst Elektronisch Cliënten Dossier in volle gang Het Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) wordt intramuraal al weer enige tijd gebruikt binnen Carintreggeland. Afgelopen jaar werden voorbereidingen getroffen voor de invoering van het ECD extramuraal. Deze invoering zal meer voeten in aarde hebben dan bij de intramurale ingebruikname het geval was. Er moet een groter aantal medewerkers worden geschoold in het gebruik van het ECD en
22
de tablet die ervoor gebruikt gaat worden en ook het aantal cliënten dat moet worden voorbereid op het ECD is veel groter. Die (thuiszorg)cliënten maken zich over het algemeen niet zoveel zorgen over de invoering van het ECD, zo bleek uit onderzoek dat Carintreggeland in 2012 deed in samenwerking met Saxion Hogeschool. Ze hebben geen weerstand tegen de digitalisering van het dossier en vertrouwen erop dat Carintreggeland zorgt voor een goede beveiliging van hun gegevens. “Op dit moment werken we nog met papieren dossiers die bij de cliënten thuis blijven liggen en waarin de verpleegkundige of verzorgende haar rapportage schrijft”, begint Michelle Nijdam. Ze is clustermanager thuiszorg bij Carintreggeland en als lid van de stuurgroep ECD medeverantwoordelijk voor de invoering van het ECD extramuraal. “Mensen kunnen het nu dus te allen tijde pakken en inzien, maar de meeste geven aan dat nauwelijks te doen. Vandaar ook dat ze het geen probleem vinden dat het dossier digitaal wordt. We zijn momenteel bezig met de ontwikkeling van een cliëntportaal, zodat ze straks via hun eigen computer hun dossier kunnen inzien.” De mening van medewerkers Ook de verpleegkundigen en verzorgenden is vorig jaar gevraagd naar hun mening en verwachtingen wat betreft het ECD. Voor hen betekent het immers een nieuwe manier van werken. Met de komst van het mobiele dossier dat via de tablet kan worden ingezien en aangevuld, is het bijvoorbeeld niet meer nodig om naar kantoor te komen of persoonlijk contact te hebben met collega’s. Alle informatie kan immers digitaal worden uitgewisseld en de mail kan overal worden gelezen. “De belangrijkste vraag was dan ook hoe we toch een ‘teamgevoel’ kunnen behouden”, aldus Nijdam. “Het idee dat dat mede zou kunnen via een medewerkersportaal, bijvoorbeeld een soort team-facebook of -twitter, wordt nog niet direct als meerwaarde gezien, waarschijnlijk ook omdat veel medewerkers hier nog niet bekend mee zijn. Persoonlijk contact blijkt toch onvervangbaar.” Voordelen Het ECD heeft in een extramurale setting een aantal belangrijke voordelen boven het papieren dossier. Michelle Nijdam: “De verzorgende of verpleegkundige is al voor ze bij de cliënt binnen stapt op de hoogte van eventuele nieuwe ontwikkelingen in de situatie van de cliënt. Bovendien is het ontcijferen van moeilijk te lezen handschriften verleden tijd. Voor de organisatie is het om financieel-administratieve redenen praktisch om gegevens centraal, digitaal op te slaan. Dit maakt het genereren van gegevens voor verplichte landelijke metingen bijvoorbeeld veel eenvoudiger. In de toekomst is het een voordeel dat het dossier na toestemming van de cliënt ook kan worden ingezien door bijvoorbeeld een behandelend arts of andere disciplines.” Dit jaar zal extramuraal daadwerkelijk worden overgestapt op het ECD.
MARTINE DE JONG
Michelle Nijdam
23
Decentralisatie extramurale begeleiding volop in voorbereiding Op 1 januari 2015 gaat de extramurale begeleiding en de dagbesteding van de AWBZ over naar de Wmo. Voor een goede voorbereiding op deze en andere komende veranderingen, is er in 2012 al hard gewerkt binnen Carintreggeland. De Wmo is gericht op zelfredzaamheid en participatie van burgers. Ook als het gaat om extramurale begeleiding en dagbesteding betekent dit dat er scherper zal worden gekeken naar wat de cliënt en zijn of haar omgeving zelf kan doen of organiseren voor er een indicatie wordt verstrekt. “Het feit dat het budget voor deze diensten straks, na de overgang naar de Wmo, met een kwart omlaag gaat, is uiteraard ook van invloed”, zegt Lydia Haverkort, clustermanager Maatschappelijke Ontwikkeling. “Om voor onszelf en richting gemeenten een duidelijk beeld te krijgen van de impact die de invoering straks zal hebben op onze cliënten en organisatie, hebben we afgelopen jaar in kaart gebracht in hoeverre cliënten die nu gebruikmaken van begeleiding of dagbesteding zelfredzaam zijn. Op basis van het zelfredzaamheidsprofiel kan per persoon een ondersteuningsplan worden samengesteld: wat heeft deze cliënt nodig om zelfredzamer te worden? Vervolgens hebben we gekeken in hoeverre Carintreggeland en samen-
LYDIA HAVERKORT
24
werkende partners daaraan kunnen bijdragen met uit de Wmo bekostigde diensten, en waar we de samenwerking zouden kunnen versterken. Die informatie is per gemeente samengebracht in een zogenaamd Steunpalet. Onder meer deze gegevens plus persoonlijke interviews met cliënten en medewerkers zijn per gemeente gebundeld in een brochure. Ook is per gemeente een zogenaamde impactmonitor gemaakt. Deze geeft, volledig geanonimiseerd, inzicht in het aantal cliënten, locaties, indicaties, omzet en personeel.” Wij zijn druk met de overgang van begeleiding en dagbesteding naar de Wmo, maar gemeentes hebben het er zo mogelijk nóg drukker mee. Alle ondersteuning die wij kunnen bieden, onder meer door concrete, heldere informatie te verschaffen, zal welkom zijn.” Dagbesteding Wanneer de extramurale begeleiding van de AWBZ overgaat naar de Wmo heeft dit ook consequenties voor de dagbesteding. Gemeenten stellen hieraan andere eisen dan nu gebeurt vanuit de AWBZ. “Dit zal inhouden dat dagvoorzieningen veel meer als wijkvoorzieningen georganiseerd moeten gaan worden”, aldus Lydia Haverkort. “Ook daar zijn we afgelopen jaar mee bezig geweest. Het ligt bijvoorbeeld voor de hand dat een aantal dagbestedingen van locatie verandert. Gemeentes zullen bekijken of het niet goedkoper is om ze onder te brengen in één van hun leegstaande panden in plaats van ze binnen een woonzorgcentrum, waar ze nu veelal zijn gevestigd, te laten. Door het krappere budget voor extramurale begeleiding zal er minder geld beschikbaar zijn voor dagbesteding en zullen er minder indicaties voor worden afgegeven, wat weer betekent dat er minder betaalde krachten nodig zijn. Er zal meer met vrijwilligers worden gewerkt, ook omdat de dagbesteding mede beschikbaar zal zijn voor ouderen in de wijk die geen indicatie hebben. Het zullen steeds meer ontmoetingsplekken worden.” Nog meer transities Behalve de overgang van begeleiding van AWBZ naar de Wmo, zijn er nog drie andere grote veranderingen waarbij zowel de gemeentes als de kolom maatschappelijke ontwikkeling van Carintreggeland betrokken zijn. De decentralisatie van Jeugdzorg (waarschijnlijk per 1 januari 2015), de Participatiewet (die waarschijnlijk per 1 januari 2015 de Wet Werken naar vermogen vervangt) en de plicht van scholen om leerlingen passend onderwijs te bieden (die naar verwachting 1 augustus 2014 ingaat). Ook hiervoor zijn in 2012 al voorbereidingen getroffen. Lydia Haverkort: “Bij diensten die worden betaald uit de AWBZ wordt concurrentie tussen zorgaanbieders gestimuleerd. Maar als een dienst overgaat naar de Wmo willen gemeenten juist dat we gaan samenwerken. Van marktwerking in de zorg is dan dus geen sprake meer en daar moeten we als organisatie wel even aan wennen.”
bouwen aan een gezonde organisatie
Vief!: gezonde werknemers, gezonde organisatie Steeds meer bedrijven besteden op de één of andere manier aandacht aan de gezondheid van hun medewerkers. Dat gebeurt veelal door leefstijlprogramma’s voor meer bewegen, stoppen met roken en gezonder eten. Carintreggeland richt zich met het aanbod voor medewerkers niet alleen op gezondheid, maar ook op welzijn en preventie. Een goede gezondheid draagt uiteraard bij aan het welzijn, maar het is niet het enige dat daarvoor van belang is. Goed in je vel zitten wordt ook bepaald door bijvoorbeeld plezier in je werk en een goede balans tussen werk en privé. Uit een anonieme enquête onder werknemers bleek dat ze graag bij Carintreggeland werken. 98 Procent van de ruim 1100 respondenten gaf aan plezier te hebben in het werk, 83 procent vindt dat er voldoende wordt gelachen en 81 procent vindt Carintreggeland een flexibele werkgever. “Een prima score, maar het is altijd goed om te kijken hoe het beter kan” aldus Dagmar Dangé, HR adviseur binnen Carintreggeland. “Daarom hebben we medewerkers vorig jaar gevraagd om aan te geven welke activiteiten of diensten zij graag opgenomen zouden zien in Vief!, het vitaliteitsprogramma van Carintreggeland. We hebben op alle locaties in het werkgebied ideeënbussen neergezet, met kaartjes erbij waarop ze hun wensen
konden schrijven. Medewerkers hadden veel ideeën: van mindfulnesstraining tot een gratis healthcheck en van salsalessen tot flexibele kinderopvang. Een groot aantal van die suggesties hebben we inderdaad opgenomen in het aanbod. Denk bijvoorbeeld aan een hardloop clinic, korting op elektrische fietsen, mindfulnesstrainingen en tips voor het combineren van werk en mantelzorg. In januari van dit jaar hebben we als kick-off een markt georganiseerd waar medewerkers ter kennismaking allerlei workshops konden volgen. Dat is erg gewaardeerd.” Aantrekkelijke werkgever Werknemers krijgen een soort persoonlijk budget waarmee ze jaarlijks een aantal van deze Vief! producten kunnen ‘kopen’, maar er wordt ook een kleine eigen bijdrage gevraagd. Dit om er zeker van te zijn dat iemand echt gemotiveerd is om een bepaalde activiteit te gaan doen. “Een vitaliteitsprogramma als Vief! draagt niet alleen bij aan het welzijn van medewerkers en het voorkomen van uitval”, besluit Dagmar Dangé. “Het vergroot ook de aantrekkingskracht van Carintreggeland als werkgever. Op dit moment is het nog niet zo’n probleem om personeel te vinden, maar over een aantal jaar wordt dat moeilijker. Met een aantrekkelijk, gevarieerd vitaliteitsprogramma kun je je als werkgever positief onderscheiden.”
DAGMAR Dange MARIEL LAMMERTINK
25
Blijven werken aan professionele en persoonlijke ontwikkeling
De eerste stappen richting zelfsturende teams
Jezelf blijven ontwikkelen is een belangrijk thema binnen Carintreggeland. Medewerkers krijgen daarvoor onder meer de kans via het Talentontwikkelprogramma. De eerste groep die zich hiervoor aanmeldde, sloot vorig jaar het traject af. Het Talentontwikkelprogramma geeft medewerkers de mogelijkheid hun talenten te onderzoeken en te kijken hoe ze die verder kunnen ontwikkelen en inzetten binnen Carintreggeland. “Het is misschien het gemakkelijkst uit te leggen aan de hand van een paar voorbeelden”, aldus Carla Kerkdijk, clustermanager opleidingen bij Carintreggeland. “Zo was er bijvoorbeeld een diëtist die zich graag wilde toeleggen op belevingsgericht koken, iets dat in kleinschalige woonvormen steeds meer wordt gedaan. Belevingsgericht koken betekent onder meer dat dat er in alle rust samen wordt gekookt, waarbij er veel aandacht is voor bijvoorbeeld de textuur en geur van het eten en herinneringen die bovenkomen. Deze diëtist geeft nu binnen Carintreggeland trainingen belevingsgericht koken aan verzorgenden en verpleegkundigen van groepen die overgaan op kleinschalig wonen. Het Talentontwikkelprogramma biedt dus kansen, maar vraagt ook het nodige van medewerkers. “Kerkdijk: “Iedere deelnemer krijgt een assessment waaruit de sterke, maar ook de minder sterke kanten naar voren komen. Binnen het programma wordt vervolgens veel aandacht besteed aan persoonlijke groei. Daarnaast zijn er een aantal informatieve modules die deelnemers volgen om een beter zicht te krijgen op de nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen waarvoor Carintreggeland staat. Vervolgens kunnen ze reflecteren over de vraag hoe zij hun talent kunnen inzetten zodat zowel zijzelf als de organisatie er baat bij heeft.”
Om slagvaardiger te kunnen zijn en ons snel te kunnen aanpassen aan de voortdurende veranderingen in de maatschappij en in wet- en regelgeving, koos Carintreggeland in 2011 voor een nieuwe organisatiestructuur. Vorig jaar werd een start gemaakt met de transitie.
Expeditie Ook bij veranderingen in de organisatie wordt nagedacht over hoe de medewerkers zo goed mogelijk kunnen worden ondersteund bij het meegroeien. Zo is voor de overgang naar zelfsturende teams, waarmee Carintreggeland vorig jaar een begin maakte, het Expeditietraject ontwikkeld plus een bijbehorende app. “Het verandertraject waarin we zitten, verloopt niet volgens een vastomlijnd programma, maar is meer een expeditie, een ontdekkingstocht”, licht Carla Kerkdijk toe. “Maar er zijn uiteraard wel duidelijke aandachtsgebieden en de app maakt die visueel.” De app bestaat uit een iglo die je binnen kunt gaan en waarin je rond kunt kijken. In het midden, centraal, staat de cliënt en de medewerker, om wie het immers allemaal draait in deze transitie. Er omheen bevinden zich vijf ‘themakamers’ waarin de actiepunten worden toegelicht die van belang zijn om te komen tot goed werkende zelfsturende teams. “Eén van die thema’s is ‘leidinggeven aan zelfsturende teams’”, geeft Kerkdijk als voorbeeld. “Hierin gaat het over het ontwikkelprogramma dat clustermanagers ondersteunt in hun nieuwe rol. Zo wordt bijvoorbeeld verwacht dat ze medewerkers veel meer dan voorheen gaan coachen in plaats van ‘vertellen wat ze moeten doen’. Het ontwikkelprogramma reikt daarvoor handvaten aan.”
26
Belangrijk hierin is het vormen van teams die in hoge mate zelforganiserend zijn. Deze zogenaamde zelfsturende teams zijn per wijk en lokatie georganiseerd, dus dichtbij de cliënt, en bestaan uit acht tot twintig teamleden. Meerdere teams samen vormen een cluster dat wordt geleid door de clustermanager. Meerdere clusters samen vormen een kolom, die wordt geleid door een directeur. Teams hebben dus geen teammanager meer. “Het is de bedoeling dat de teams zelfsturend worden en in een aantal opzichten zijn sommige dat ook al”, begint Tanja Hunneman, clustermanager binnen de kolom Bijzondere Zorg. Ze begeleidt zes teams die werkzaam zijn binnen verpleeghuis De Schutse in Rijssen. Deze teams hebben het afgelopen jaar voorop gelopen in de overgang naar zelfsturende teams. “Voorheen werden veel vragen bij de teammanager neergelegd, maar die is er nu niet meer. Het is echt de bedoeling dat teams in onderling overleg hun werk inrichten en beslissingen nemen en ze hebben ook trainingen gehad voor die nieuwe manier van werken. Teams worden uiteraard niet van de een op de andere dag volledig zelfsturend, dat is een proces. Een aantal teams maakt nu onder meer zelf hun dienstroosters op basis van de uren die per cliënt beschikbaar zijn. Andere teams hebben er de voorkeur aan gegeven eerst te werken aan het vergroten van hun competenties en zijn bezig met opleidingen en cursussen. Sommige teams zouden al wel meer zelf willen doen, maar moeten nog even geduld hebben omdat de organisatie de hulpmiddelen en tools die ze nodig hebben nog aan het ontwikkelen is.“ Coachend versus sturend Niet alleen van de medewerker, maar ook van de (cluster)managers wordt iets anders verwacht in de nieuwe manier van werken. Zij hebben veel meer een coachende dan een sturende rol. “Ik ondersteun de teams door ze van informatie te voorzien of door te verwijzen, maar het oplossen van problemen en het organiseren van de werkzaamheden ligt steeds meer bij henzelf”, zegt Tanja Hunneman. “Daarmee hebben de teams meer verantwoordelijkheid gekregen, maar ook veel meer ruimte om het werk in te richten zoals zij het het prettigst vinden.”
Tekst Redactie Ontwerp Fotografie Drukwerk
Monique Lubbers en Katja Roemeling Ilone Baake Paul Scheurink Willem van Walderveen Van Marle grafische bedrijven
Redactieadres Afdeling Marketing en Communicatie T (074) 367 77 25 pr@carintreggeland.nl
BOUWEN VOOR-AAN-OP-IN DE TOEKOMST
Carintreggeland Postbus 506 7550 AM Hengelo