BINNENKORT MET
2014
PENSIOEN
VRAGEN EN ANTWOORDEN
BINNENKORT MET PENSIOEN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Als u meer wilt weten, bezoek dan onze website (www.pensioenfondspgb.nl). U vindt er uitleg over uw pensioenregeling en het laatste nieuws. Via www.mijnpgbpensioen.nl heeft u digitaal toegang tot uw pensioengegevens. U kunt er uw pensioen berekenen. U kunt zich er ook aanmelden voor digitale post van het pensioenfonds. Natuurlijk kunt u ons ook bellen. De medewerkers van de afdeling Klantenservice helpen u graag verder. De afdeling is elke werkdag bereikbaar van 8.00 tot 17.00 uur onder het telefoonnummer 020-5418200.
INHOUD
2 3 9 14
Met pensioen Algemene Ouderdomswet (AOW) Over het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen Zelf kiezen
19 22 28 30
Hoe en wanneer aanvragen Houdt uw pensioen zijn waarde? Medezeggenschap en uw pensioenfonds Belangenvereniging voor gepensioneerden
31 35 36 37 42
Belastingen Zorgverzekering Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Tips en wetenswaardigheden Ten slotte
45 47
Bijlage 1: overzicht partnerpensioen in pensioenregelingen bij PGB Bijlage 2: uw pensioen bij vervroeging of uitstel van de pensioendatum Bijlage 3: over de organisatie en het bestuur van het pensioenfonds Bijlage 4: lijst van gebruikte afkortingen en handige links
49 52
20098w14
Pensioen ABC
Deze brochure geeft de stand van zaken weer per 1 januari 2014. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Meer informatie? PGB heeft een eigen website www.pensioenfondspgb.nl en een beveiligd deel www.mijnpgbpensioen.nl
1
MET PENSIOEN
U gaat binnen afzienbare tijd met pensioen. U kunt dan van het pensioen dat u bij PGB heeft opgebouwd, gaan genieten. In deze brochure vindt u de belangrijkste informatie over uw pensioen. Die kennis heeft u nodig om straks een bewuste keuze te kunnen maken over de uitbetaling van uw pensioen.
Voor het zover is zal het fonds nog regelmatig contact met u opnemen. Om met u af te stemmen hoe en wanneer het pensioen aan u kan worden uitbetaald. Zo organiseert het pensioenfonds een halfjaar voor uw pensioendatum een Pensioeninformatiedag. Als u de laatste jaren deelnam aan PGB, zijn u en uw partner als u die heeft, daarvoor van harte uitgenodigd. Tijdens de informatiedag nemen wij met u en leeftijdsgenoten door wat er zoal komt kijken bij pensionering. Uitgebreid pensioenoverzicht Verder ontvangt u van ons een uitgebreid pensioenoverzicht. Alle voor u van belang zijnde keuzemogelijkheden worden daarin uitgewerkt op basis van het persoonlijk opgebouwde pensioen. En daarna kunt u uw pensioen aanvragen. PGB maakt pensioen inzichtelijk Uw pensioenkeuze bepalen, is niet altijd even eenvoudig. Dat geven wij graag toe. We hebben het daarom gemakkelijker gemaakt. Via de website mijnpgbpensioen.nl heeft u direct toegang tot uw persoonlijke pensioengegevens. U kunt daar uw pensioen snel in kaart brengen. U kunt er de keuzemogelijkheden die er voor u zijn, nalopen. Inclusief het pensioen van de overheid (Anw of AOW). Ongeveer de helft van de pensioengerechtigden maakt hun keuze al op basis van deze informatie. In deze brochure… In deze brochure vindt u de belangrijkste informatie over uw pensioen. Niet alleen over uw pensioen van PGB. We maken van de gelegenheid gebruik om u ook te informeren over de AOW, de belastingen, de Zorgverzekering, de Wet Maatschappelijke ondersteuning en dergelijke. Let op... Alle bedragen die in deze brochure genoemd worden zijn brutobedragen. Over de bedragen moet dus nog belasting en premies worden betaald. 2
ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)
Iedere Nederlander heeft vanaf zijn AOW-gerechtigde leeftijd recht op een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet1. Deze uitkering noemt men ook wel het ‘staatspensioen’. Of gewoon afgekort de AOW. De Sociale VerzekeringsBank (SVB) keert de AOW uit vanaf uw AOW-gerechtigde leeftijd. De hoogte hangt af van uw persoonlijke situatie. Voor de wet zijn er drie situaties: u bent alleenstaand, u woont gehuwd of ongehuwd samen met een partner die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, of u woont gehuwd of ongehuwd samen met een partner die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt. Verder is van belang of u in het buitenland heeft gewoond. Dan kan er een korting worden toegepast op uw AOW.
Alleenstaand Zodra u de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, heeft u recht op AOW. Voor alleenstaanden is dit 70 procent van het minimumloon. In 2014 is de AOW 1.099,37 euro bruto per maand. Mocht u, nadat de SVB uw AOW heeft toegekend, gaan trouwen of samenwonen dan krijgt u een gehuwdenpensioen. De maand nadat u getrouwd bent of bent gaan samenwonen, verandert de hoogte van de uitkering. Beiden AOW-gerechtigde leeftijd Als u getrouwd bent of samenwoont met iemand die recht heeft op de AOW, heeft u recht op 50 procent van het minimumloon. Dat is 759,53 euro per maand. Dit is het gehuwdenpensioen. Beide partners hebben zo bij elkaar opgeteld samen een AOW van 100 procent. Vanaf 1 januari 2014 is dat in totaal 1.519,06 euro per maand. Jongere partner Het kan zijn dat u getrouwd bent of samenwoont met iemand die nog geen recht op AOW heeft. Zodra u zelf de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, krijgt u een AOW van 50 procent van het minimumloon. Dat is een uitkering van 759,53 euro per maand. Daar kan een toeslag bijkomen van maximaal 734,41 euro per maand. Het inkomen komt dan uit op maximaal 1.493,94 euro per maand. 1. Vanaf 2013 is de AOW-leeftijd verhoogd.
3
ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)
Recht op toeslag? Of u recht heeft op een toeslag, hangt van de situatie van uw partner af. Als uw partner geen eigen inkomen heeft, krijgt u de volledige toeslag. Heeft uw partner wel een eigen inkomen, dan kan de SVB dit inkomen geheel of gedeeltelijk op de toeslag korten. Het maakt uit of het inkomen van uw partner inkomen uit werk of een uitkering is. Voor inkomen uit werk geldt een vrijlatingsregeling. Inkomen uit werk is loon, salaris en inkomsten uit een eigen bedrijf. Bij een uitkering gaat het om een WAO-, WIA- of WW-, VUT- of pensioenuitkering. Heeft uw partner in 2014 een inkomen beneden de 222,84 euro per maand, dan krijgt u de volledige toeslag. Komt het inkomen van uw partner uit arbeid boven de 1.324,46 euro bruto per maand dan wordt de AOW-toeslag niet uitbetaald. Gedeeltelijke toeslag bij inkomen uit werk Als het loon, salaris of het inkomen uit het eigen bedrijf van uw partner hoger is dan 222,84 euro maar lager dan 1.324,46 euro per maand, betaalt de SVB de toeslag gedeeltelijk uit. Uw partner ‘mag’ de eerste 222,84 euro bruto verdienen, zonder dat de SVB uw toeslag kort. Van het bedrag daarboven, wordt nog eens een derde niet op uw toeslag gekort. Bij wisselende inkomsten uit eigen bedrijf geeft u vooraf aan het begin van het jaar de gemiddelde verwachte inkomsten per maand door aan de SVB. Daarop wordt dan de toeslag gebaseerd. Aan het einde van het jaar vindt achteraf verrekening plaats op basis van de werkelijke inkomsten.
4
ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)
VOORBEELD INKOMEN UIT ARBEID Stel het salaris van uw jongere partner bedraagt € 300 bruto per maand. Welk bedrag kort de overheid dan op uw AOW-toeslag? Inkomen per maand In ieder geval wordt niet gekort
: € : €
300,00 222,84
Van het bedrag dat overblijft (€ 300 - € 222,84 = € 77,16) wordt nog eens een derde niet gekort. In dit voorbeeld dus 1/3 van € 77,16 = : € 25,72 Totaal vrijgelaten
: €
248,56
Korting overheid op toeslag
: €
51,44
Van de € 300 aan inkomen uit werk van de jongere partner mag u dus € 248,56 aan vrijstelling aftrekken. Het overgebleven bedrag van € 51,44 wordt gekort op uw AOWtoeslag. De toeslag is maximaal € 734,41. € 734,41 – € 51,44 = € 682,97 bruto. Uw totale AOW zou dan € 759,53 + € 682,97 = € 1.442,50 bruto per maand zijn.
Is uw gezamenlijk inkomen (uw AOW telt ook mee) meer dan 2.599,21 euro per maand? Dan gaat er nog maximaal 10 procent van uw toeslag af. Korting toeslag bij uitkering Een uitkering, zoals een WAO-, WIA-, WW- of VUT- of pensioenuitkering, wordt volledig op de AOW-toeslag gekort. Komt de uitkering van de partner boven 734,41 euro bruto per maand dan betaalt de SVB de AOW-toeslag niet uit. Zoals gezegd betaalt de SVB de toeslag alleen uit aan de AOWgerechtigde met een jongere partner. Zodra die jongere partner zelf AOW-gerechtigd is, ontvangt hij of zij zelf AOW. De SVB beëindigt dan de uitbetaling van de toeslag. Vanaf 2015 vervalt de toeslag voor de mensen die dan met pensioen gaan.
5
ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)
Uitbetaling AOW Vanaf de eerste dag dat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, heeft u recht op AOW. SVB zorgt maandelijks voor overschrijving op uw bankrekening. De betaaldatum voor uitkeringen ligt op of omstreeks de 23ste van de maand. Uw partner kan AOW op een aparte rekening krijgen. Vakantieuitkering Naast de maandelijkse AOW ontvangt u een vakantieuitkering. Die betaalt SVB één keer per jaar in de maand mei uit. AOW PER 1 FEBRUARI 2014 Bruto per maand
Vakantieuitkering per maand
Getrouwd of samenwonend (partner heeft ook AOW)
€
€
Getrouwd of samenwonend met maximale toeslag (partner is niet AOW-gerechtigd)
€ 1.493,94
€ 100,22
Getrouwd of samenwonend zonder toeslag (partner is niet AOW-gerechtigd)
€
759,53
€
50,11
Alleenstaande
€ 1.099,37
€
70,16
Maximale partnertoeslag (inkomensafhankelijk)
€
€
50,11
759,53
734,41
50,11
Overlijden en AOW De AOW wordt tot en met de dag van overlijden uitbetaald. Ook wordt er nog een overlijdensuitkering verstrekt. Die bestaat uit een belastingvrij bedrag van één maand pensioen (zonder toeslag). De overlijdensuitkering bevat dus de AOW van de overledene over een volle maand. Als er nog een tegoed is aan vakantieuitkering betaalt de SVB dat ook uit.
6
ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)
Wie hebben er recht op zo’n uitkering als u komt te overlijden? – uw achterblijvende partner; – of uw minderjarige kinderen; – of iemand anders met wie u in gezinsverband leefde en waarvoor u grotendeels de kosten van het levensonderhoud droeg. Bijvoorbeeld een broer of zus waarmee u samenwoonde. Hoe vraagt u uw AOW aan? U krijgt zes maanden voor uw AOW-datum een brief van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dat gebeurt automatisch. Vanaf dat moment kunt u uw AOW aanvragen.
7
PGB-PENSIOEN
Pensioen is uitgesteld inkomen voor deelnemer en zijn gezin voor de tijd dat de deelnemer niet meer werkt of komt te overlijden.
8
OVER OUDERDOMS-, PARTNER-, EN WEZENPENSIOEN
U bouwde tijdens uw werkzame leven, in aanvulling op de AOW, pensioen op bij het Pensioenfonds PGB. Het moment waarop u met pensioen gaat komt nu snel dichterbij. PGB betaalt vanaf het door u gewenste moment uw ouderdomspensioen uit. En regelt het partner- (al naar gelang uw keuze) en/of wezenpensioen als u komt te overlijden. In dit hoofdstuk wordt uitgebreid stilgestaan bij het ouderdomspensioen, het partner- en wezenpensioen, de keuzemogelijkheden die u heeft bij de uitbetaling van het pensioen, het keuzeproces en de toeslagverlening (= indexatie).
Over uw ouderdomspensioen Vanaf de eerste dag van de maand waarin u met pensioen gaat, heeft u recht op het ouderdomspensioen2. Levenslang. Het pensioen eindigt op de laatste dag van de maand waarin u komt te overlijden. Uw ouderdomspensioen wordt rond de 19e van de maand overgemaakt naar uw bankrekening. PGB betaalt uitsluitend het pensioen dat u bij PGB heeft opgebouwd. Dus niet de AOW of andere pensioenen. In tegenstelling tot de AOW kent PGB geen aparte vakantieuitkering. De vakantieuitkering is in de maandelijkse uitkering opgenomen. Over het partnerpensioen Het partnerpensioen is het levenslange pensioen voor de partner als u overlijdt. De partner heeft recht op dit pensioen als u gehuwd bent, uw partnerschap heeft laten registreren of als u ongehuwd samenwoont en die samenleving officieel heeft aangemeld en u bericht van registratie heeft gehad van het pensioenfonds. Het partnerpensioen gaat in bij uw overlijden. Als u in het buitenland woont, kan uw partner het overlijden telefonisch doorgeven (0205418200). Wanneer u in Nederland woont, wordt het pensioenfonds automatisch op de hoogte gesteld via de gemeente. Het overlijden hoeft dan niet te worden doorgegeven. Het partnerpensioen stopt op de laatste dag van de maand waarin de partner overlijdt. 2. Dit is dus anders dan de AOW die pas ingaat op de dag dat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
9
OVER OUDERDOMS-, PARTNER-, EN WEZENPENSIOEN
Trouwen en samenwonen ná uw pensioendatum Let op: als u na uw pensioendatum trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen, heeft uw partner geen recht op partnerpensioen. Hoogte partnerpensioen Hoeveel pensioen uw partner van PGB krijgt als u komt te overlijden, is niet eenvoudig te zeggen. Het maakt uit wanneer u overlijdt, hoe het partnerpensioen is verzekerd en welke uitruilkeuze u bij pensionering heeft gemaakt. Overlijden vóór pensionering Als u nog pensioen opbouwt bij PGB en komt te overlijden, ontvangt de partner standaard 70 procent van het ouderdomspensioen dat u op uw pensioendatum bij leven had kunnen bereiken. Overlijden ná VUT of pensionering Als de deelnemer met de VUT is of gepensioneerd en komt te overlijden, wordt het partnerpensioen berekend over alle jaren dat bij PGB partnerpensioen is opgebouwd. Hoeveel dat is, hangt af van uw pensioenregeling en uw uitruilkeuze bij pensionering. Uw werkgever kan het partnerpensioen op drie manieren hebben geregeld: volledig op opbouwbasis, gedeeltelijk op opbouwbasis en
10
OVER OUDERDOMS-, PARTNER-, EN WEZENPENSIOEN
gedeeltelijk op risicobasis of volledig op risicobasis. In de pensioenovereenkomst van uw werkgever en het uniform pensioenoverzicht (UPO) is aangegeven hoe het partnerpensioen is verzekerd. In bijlage 1 is de verzekering van het partnerpensioen in een aantal pensioenregelingen weergegeven, zoals PGB die momenteel uitvoert. Volledig op opbouwbasis Bij volledige verzekering op opbouwbasis spaarde u niet alleen voor uw ouderdomspensioen maar ook voor partnerpensioen. Bij een volledige verzekering ontvangt uw partner als u overlijdt ná pensionering standaard 70 procent van het bereikte ouderdomspensioen. Als het partnerpensioen in uw pensioenregeling volledig op opbouwbasis is verzekerd, wordt de keuze om een deel van uw ouderdomspensioen in te ruilen voor extra partnerpensioen niet aan u voorgelegd. Gedeeltelijk op opbouwbasis en gedeeltelijk op risicobasis Wanneer het partnerpensioen bij uw werkgever bijvoorbeeld3 voor 50 procent op opbouwbasis en voor 50 procent op risicobasis is verzekerd, wordt bij overlijden ná pensionering alleen het opgebouwde partnerpensioen uitgekeerd. Het partnerpensioen komt dan niet uit op 70 procent van het bereikte ouderdomspensioen maar op de helft ervan. De risicopremie is betaald voor de verzekering van partnerpensioen bij overlijden vóór pensionering. Mocht u toch graag zien dat uw partner een hoger partnerpensioen krijgt wanneer u komt te overlijden, dan kunt u een deel van het ouderdomspensioen inruilen voor extra partnerpensioen. Als u gedeeltelijk op risicobasis voor het partnerpensioen verzekerd was, krijgt u deze keuze automatisch voorgelegd. 3. In de grafimedia pensioenregeling en de pensioenregeling van de Persgroep Nederland bedroeg de opbouw tot 1 januari 2006 70 procent van het opgebouwde ouderdomspensioen. Daarna de helft ervan. Voor deelnemers die geboren zijn vóór 1950 zal het effect van de verminderde opbouw sinds 1 januari 2006 relatief gering zijn. Mocht u toch graag zien dat uw partner een hoger partnerpensioen krijgt wanneer u komt te overlijden, dan kunt u een deel van het ouderdomspensioen inruilen voor extra partnerpensioen. Die keus wordt automatisch aan u voorgelegd. PGB kent de mogelijkheid om de verminderde opbouw van partnerpensioen vrijwillig bij te verzekeren. Als u daarvoor heeft gekozen, wordt het partnerpensioen uiteraard gebaseerd op 70 procent.
11
OVER OUDERDOMS-, PARTNER-, EN WEZENPENSIOEN
Volledig op risicobasis Wanneer het partnerpensioen volledig op risicobasis is verzekerd, ontvangt de partner bij overlijden van de deelnemer ná pensionering standaard geen partnerpensioen van PGB. De risicopremie is betaald voor de verzekering van partnerpensioen bij overlijden vóór pensionering. Als deze regeling voor u geldt, kunt u op het moment van pensionering ervoor kiezen om een deel van het ouderdomspensioen in ruilen voor partnerpensioen. Als u kiest voor herschikking van uw pensioen kan desgewenst weer 70 procent van het ouderdomspensioen worden verzekerd voor partnerpensioen. Maar u krijgt dan minder ouderdomspensioen. Minder partnerpensioen Soms kan het partnerpensioen voor uw huidige partner lager uitvallen. Dat kan het geval zijn als er in het verleden bij een waardeoverdracht minder of geen partnerpensioen is meegekomen of als er sprake is van een scheiding. Als er bij huwelijk of scheiding niets anders is afgesproken, heeft een gewezen partner recht op het deel van het partnerpensioen
VOORBEELD PARTNERPENSIOEN Martin is 70 jaar als hij overlijdt. Zijn partner Eva (68) blijft achter. Martins ouderdomspensioen bedroeg € 23.387 bruto per jaar. Aan partnerpensioen is € 8.185 (= 35% van € 23.387) opgebouwd. Martin heeft bij pensionering niet een stuk van zijn pensioen gebruikt om het partnerpensioen te verhogen (en zijn ouderdomspensioen te verlagen). Bij overlijden ontvangt Eva dus € 8.185 per jaar. Daarnaast ontvangt Eva de AOW voor alleenstaanden en eventueel het pensioen dat zij zelf heeft opgebouwd. In het geval dat Martin bij pensioneren wel zou hebben gekozen om een deel van zijn ouderdomspensioen uit te ruilen voor extra partnerpensioen, zou zijn ouderdomspensioen zijn uitgekomen op € 21.471. Bij overlijden zou Eva dan levenslang € 15.030 ontvangen hebben.
12
OVER OUDERDOMS-, PARTNER-, EN WEZENPENSIOEN
voor zover dat is opgebouwd tot het moment van scheiding. Het pensioenfonds heeft het dan over ‘bijzonder partnerpensioen’. Als u overlijdt, wordt het bijzonder partnerpensioen levenslang aan de gewezen partner uitbetaald. Wezenpensioen Bij overlijden is wezenpensioen verzekerd. Kinderen tot 18 jaar, of studerende kinderen tot 27 jaar, hebben recht op het wezenpensioen. PGB keert per kind 14 procent van het ouderdomspensioen uit. Het pensioenfonds keert voor maximaal vijf kinderen pensioen uit. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als beide ouders zijn overleden.
13
ZELF KIEZEN
Vier maanden voordat u met pensioen gaat, wordt u in de gelegenheid gesteld om het partnerpensioen aan te vullen als dat nodig is. Drie maanden voordat u met pensioen gaat, ontvangt u een uitgebreid pensioenoverzicht en het pensioenaanvraagformulier. De uitgewerkte keuzemogelijkheden zijn op uw persoon toegesneden. Dat maakt het kiezen een stuk eenvoudiger.
Voor de uitbetaling van uw pensioenuitkering kunt u - naast het standaardpensioen vanaf de pensioendatum - kiezen uit een aantal varianten. Vooruitlopend op de informatie die u nog ontvangt, zetten we de keuzemogelijkheden voor u op een rij. Standaardpensioen Een gelijkblijvend PGB-pensioen biedt naast de AOW-uitkering een vaste basis voor de pensioenperiode. Als u kostwinner bent en het partnerpensioen in uw pensioenregeling is volledig op opbouwbasis verzekerd, kan het standaard pensioen een goede optie zijn. Overwegingen bij deze keuze:
Een gelijkblijvend PGB-pensioen biedt naast de AOW-uitkering een vaste basis voor de pensioenperiode. Een partnerpensioen van bijna 70 procent van het ouderdomspensioen is nog steeds de meest voorkomende situatie. (Er staat hier ‘bijna’, omdat het partnerpensioen in de meeste pensioenregelingen een optelsom is van de jaren tot 2006 waarin in de basispensioenregeling tot 70 procent werd opgebouwd, en de jaren daarna waarin tot 35 procent werd opgebouwd.) Een aantal werkgevers heeft ervoor gekozen om 70 procent aan partnerpensioen te blijven opbouwen. Wanneer u kostwinner bent, ligt de keuze voor standaard pensioen het meest voor de hand. Vervroegd pensioen U kunt in grote mate zelf bepalen wanneer u stopt met werken. De standaardleeftijd waarop u met pensioen kunt, is de eerste van de maand waarin u recht krijgt op een AOW-uitkering. Vanaf 2010 is het mogelijk om het pensioen eerder in te laten gaan. Dat wordt vervroegd pensioen genoemd. De pensioenleeftijd mag liggen tussen 55 en de pensioendatum. Wanneer u besluit om af te wijken van de standaardleeftijd, wordt de uitkering herrekend. Omdat u voor uw pensioendatum nog 14
ZELF KIEZEN
geen AOW ontvangt, biedt PGB de mogelijkheid om uw pensioen daarvoor in te zetten. U zet in dat geval een deel van het levenslange ouderdomspensioen om in een tijdelijk ouderdomspensioen (TOP). De uitkering loopt dan vanaf het door u gewenste moment tot de maand waarin u de AOW krijgt. U kunt maximaal twee keer het AOW-bedrag voor een gehuwde voor tijdelijk ouderdomspensioen inzetten. Verder geldt dat maximaal 50 procent van het oorspronkelijke pensioenrecht voor vervroeging en/of tijdelijk ouderdomspensioen kan worden gebruikt. Eerder stoppen met werken kan ook in deeltijd. U blijft dan in overleg met uw werkgever gedeeltelijk in loondienst, bouwt op grond daarvan pensioen op en gaat voor een deel met pensioen. In bijlage 2 zijn de percentages weergegeven waarmee uw pensioen wordt verlaagd als u kiest voor vervroeging van uw pensioen. Overwegingen bij deze keuze:
Vervroegd pensioen is voor deelnemers die niet meer gebruik kunnen maken van de VUT een alternatief om desgewenst eerder te kunnen stoppen met werken. Naarmate u eerder stopt, zal de uitkering echter lager zijn. Ten eerste omdat het pensioen langer wordt uitgekeerd en ten tweede omdat het aantal jaren dat u pensioen opbouwt, daalt. Wie vóór de pensioendatum stopt met werken, betaalt in de regel meer belasting dan erna. U kunt dus netto minder aan pensioen overhouden. Uitgesteld pensioen Uitstellen van de pensioendatum kan ook. Het pensioen kan geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld. Uitstel van de pensioendatum is alleen mogelijk als de dienstbetrekking blijft bestaan. Als u in een andere dienstbetrekking doorwerkt, kan het pensioen ook worden uitgesteld zolang u maar evenveel blijft werken. Gaat u minder werken, dan gaat voor dat deel dat u minder werkt, het pensioen in. Wie langer doorwerkt, ontvangt een hogere uitkering. Het fonds hoeft het pensioen immers gedurende kortere tijd uit te betalen. Het pensioen gaat in zodra de grens van 100 procent van het laatstverdiende loon is bereikt. Na de pensioendatum wordt er geen pensioen meer opgebouwd. U kunt in 15
ZELF KIEZEN
overleg met de werkgever de pensioendatum tot uiterlijk het 70e jaar uitstellen. In bijlage 2 zijn de percentages weergegeven waarmee uw pensioen wordt verhoogd als u kiest voor uitstel van uw pensioen. Overwegingen bij deze keuze:
Als u geheel of gedeeltelijk wilt doorwerken en uw gezondheid dat toestaat, is uitstel van pensioen een goede optie. Het past in de trend die de overheid graag ziet. Uitstel van pensioen kan ook goed uitkomen als u in uw werkzame leven te weinig pensioen heeft kunnen opbouwen of wanneer u als gevolg van een scheiding pensioen bent kwijtgeraakt. Gelijk overlevingspensioen Als u na pensionering komt te overlijden, krijgt de achterblijvende partner het opgebouwde partnerpensioen levenslang uitgekeerd. Het partnerpensioen is standaard een bepaald percentage van het ouderdomspensioen. Het PGB-pensioen voor de partner is dus aanzienlijk minder dan het ouderdomspensioen. Overlijdt uw partner echter dan verandert het ouderdomspensioen niet en houdt u 100 procent van het ouderdomspensioen. Indien u kiest voor een gelijk overlevingspensioen, wordt bij overlijden van de deelnemer óf de partner het pensioen in beide gevallen gelijk getrokken. Bij pensionering wordt 100 procent van het ouderdomspensioen uitbetaald en bij overlijden van de deelnemer of de partner wordt in beide gevallen ongeveer 78 procent van het ouderdomspensioen uitbetaald. Om van deze optie gebruik te maken, wordt eerst de verhouding van het partnerpensioen teruggebracht naar 70 procent van het ouderdomspensioen. Overwegingen bij deze keuze:
Het wordt vaak als ‘onrechtvaardig’ gezien dat de achterblijvende partner een lager pensioen krijgt, dan de deelnemer zou krijgen bij overlijden van de partner. De gedachte hierbij is dat men toch samen voor het pensioen heeft gezorgd. Het zou dan niet moeten uitmaken wie van de twee als eerste overlijdt. De keuze voor een gelijk overlevingspensioen is dus geschikt voor pensioengerechtigden die een gelijke uitkeringssituatie nastreven. 16
ZELF KIEZEN
Uitruil van partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen U kunt kiezen voor extra ouderdomspensioen in plaats van het partnerpensioen als dat in de pensioenregeling werd opgebouwd. Als u (en uw partner) afzien van het recht op partnerpensioen, ontvangt u in ruil daarvoor extra ouderdomspensioen. Bij uitruil wordt het ouderdomspensioen verhoogd met 22,15 procent van het opgebouwde partnerpensioen. Als het partnerpensioen waarvan afstand wordt gedaan hoger is dan 152,69 euro per maand, is een afstandsverklaring nodig. Die vindt u op de website www.pensioenfondspgb.nl bij de Informatiebalie/ informatie deelnemer. De kosten voor het legaliseren van deze verklaring (ongeveer 20 euro) bij de notaris komen voor rekening van de deelnemer. Let op: als u gescheiden bent, heeft de gewezen partner recht op een
deel van het opgebouwde partnerpensioen. Dat wordt in mindering gebracht. Voor alleenstaanden is een partnerpensioen overbodig. Zij krijgen de toeslag automatisch als het partnerpensioen op geheel of gedeeltelijk opbouwbasis was verzekerd. Een afstandsverklaring is in deze situatie dan ook niet nodig. Overwegingen bij deze keuze:
Door te kiezen voor uitruil krijgt u dus meer ouderdomspensioen, maar heeft uw partner als u komt te overlijden geen recht meer op partnerpensioen. Van belang is dan ook, dat in dat geval op een andere manier wordt gezorgd voor uw partner. Bijvoorbeeld als uw partner zelf een volwaardig pensioen heeft. Uitruil van ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen U kunt kiezen voor extra partnerpensioen wanneer u een deel van uw ouderdomspensioen inruilt. Met inruil kan het partnerpensioen op het van oudsher gebruikelijke percentage van 70 procent worden gebracht. Dat is ook het percentage dat vóór pensioneren was verzekerd. Overwegingen bij deze keuze:
Als in uw pensioenregeling 70 procent aan partnerpensioen werd opgebouwd, is uitruil voor u niet van belang. Uitruil van een deel van uw 17
ZELF KIEZEN
ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen kan verstandig zijn als in uw pensioenregeling het partnerpensioen geheel of gedeeltelijk op risicobasis plaatsvond en als uw partner zelf geen of slechts een gering pensioen of eigen inkomen heeft. U krijgt dan wat lager ouderdomspensioen en uw partner, als u overlijdt, een (hoger) partnerpensioen. Getrapt pensioen Bij getrapt pensioen kunt u de hoogte van het ouderdomspensioen in de tijd variëren. Bijvoorbeeld eerst een hoge uitkering en daarna een lage. Of omgekeerd. De eerste trap of periode beslaat minimaal 5 jaar. De uitkeringshoogte wordt vastgesteld met een veelvoud van 5 procent en de laagste uitkering mag niet minder zijn dan 75 procent van de hoogste pensioenuitkering. Overwegingen bij deze keuze
Met getrapt pensioen kunt u uw pensioeninkomen afstemmen op persoonlijke omstandigheden. Eerst een hoog en dan een laag pensioen kan handig zijn als u in de periode vlak na uw pensionering bijvoorbeeld nog studerende kinderen heeft. Of hoge hypotheeklasten. Of als u van plan bent dure en/of lange vakanties te maken. Wanneer is eerst een laag en dan een hoog pensioen een goed idee? Als u bijvoorbeeld met een jongere partner samenwoont die eerst nog een eigen inkomen heeft maar later een gering pensioen. Of als u in de eerste paar jaar na uw pensionering nog andere inkomensbronnen heeft. Bijvoorbeeld een uitkering uit lijfrente.
18
HOE EN WANNEER AANVRAGEN
De keuze voor een bepaalde uitbetalingsvariant is belangrijk. U legt de inkomenssituatie voor uw verdere leven vast. Deze keuze is eenmalig en moet zorgvuldig tot stand komen. Het fonds heeft daarop haar informatie naar u toe aangepast. Wat kunt u verwachten?
Vier maanden voor pensioneren Ongeveer vier maanden voordat u met pensioen gaat, ontvangt u van de afdeling Klantenservice een brief waarin u wordt gevraagd of u een deel van uw ouderdomspensioen wilt uitruilen voor extra partnerpensioen. Als u van deze uitruiloptie gebruikmaakt, wordt het pensioen van uw partner als u overlijdt verhoogd en uw uitkering bij pensionering verlaagd. In het bij de brief gevoegde formulier is de uitruilmogelijkheid uitgewerkt zodat u het verschil goed kunt zien. De uitruilkeuze sturen wij echter alleen naar u toe als er minder dan 70 procent voor uw partner aan partnerpensioen verzekerd is. Als u een klein pensioen hebt van minder dan 458,06 euro (2014) per jaar wordt dat afgekocht. Bij afkoop wordt de waarde van het pensioen in één bedrag in de maand van pensioneren uitbetaald. Drie maanden voor pensioneren Ongeveer drie maanden voor uw pensioendatum ontvangt u een brief met een persoonlijk pensioenoverzicht en het pensioenkeuze- en aanvraagformulier. U kunt dan uw pensioenuitkering aanvragen en uw definitieve keuze bepalen uit de verschillende uitbetalingsvarianten. Met het aanvraagformulier en het keuzeformulier kunnen wij de uitbetaling van uw pensioen in orde maken. In de maand vóór pensionering Nadat wij uw aanvraagformulier en uw keuzeformulier retour hebben ontvangen, wordt de uitbetaling in orde gemaakt. In de maand vóór uw pensionering nemen wij weer contact met u op. U ontvangt dan een bevestiging van uw keuze, het bedrag aan bruto ouderdomspensioen dat wij aan u gaan overmaken en als u daarvoor heeft gekozen het pensioen dat voortaan voor de partner is verzekerd.
19
HOE EN WANNEER AANVRAGEN
In de maand van pensionering In de maand waarin u met pensioen gaat, ontvangt u een specificatie van de maandelijkse uitbetaling. Overige informatie Verder ontvangt u jaarlijks een pensioenoverzicht. Daarin geeft het fonds aan wat uw pensioen is, welke keuze u gemaakt heeft, wanneer uw pensioen wijzigt en wat het pensioen voor de eventuele partner is. In januari van ieder jaar ontvangt u een overzicht van het uitgekeerde pensioen dat u kunt gebruiken voor uw belastingaangifte. Extra service: pensioeninformatiedag Ongeveer zes maanden vóór uw pensioendatum organiseren we een Pensioeninformatiedag. Tijdens zo’n dag wordt met u en leeftijdsgenoten doorgenomen wat er zoal komt kijken bij pensionering. Het accent ligt op de keuzemogelijkheden die u heeft bij de uitbetaling van uw pensioen en fiscale aspecten. De informatiedagen worden hoog gewaardeerd. Bezoekers krijgen een voorlopige opgave van het ouderdomspensioen van PGB en de AOW uitgereikt. Het brutobedrag wordt omgerekend naar netto zodat u een redelijk beeld heeft van het netto besteedbaar inkomen na pensionering. Alleen werknemers die de laatste jaren deelnamen aan PGB worden voor deze dagen uitgenodigd. Extra service: mijnpgbpensioen.nl Als u wilt weten wat uw pensioeninkomen straks wordt, kijkt u dan even op www.mijnpgbpensioen.nl. PGB heeft zijn pensioenservice voor deelnemers daar uitgebreid. Met de pensioenplanner kunt u uw pensioensituatie en die van uw partner eenvoudig in beeld brengen. U heeft meteen een totaaloverzicht; ook de AOW en de eventuele AOW-toeslag worden meegenomen. Verder kunt u met de pensioenplanner uw keuzemogelijkheden stuk voor stuk nalopen. U ziet het financiële effect op uw pensioenuitkering. Zowel in cijfers als grafisch. Dat maakt kiezen weer een stuk gemakkelijker. Als u thuis niet over toegang tot internet beschikt, loont het wellicht de moeite om dat bij uw kinderen, familie of vrienden te doen.
20
HOE EN WANNEER AANVRAGEN
Toegang snel geregeld Als u de beveiligde site nog niet eerder heeft bezocht, is de toegang snel geregeld. Bij www.mijnpgbpensioen.nl kunt u zich hiervoor registeren. Houd uw registratienummer bij de hand. Deze heeft u nodig. Het wachtwoord krijgt u binnen enkele dagen per post thuisgestuurd. Met uw registratienummer en het wachtwoord kunt u inloggen in de beveiligde omgeving. U wordt daarna in de gelegenheid gesteld om uw wachtwoord te wijzigen. Vervolgens heeft u toegang tot uw persoonlijke gegevens. Veel succes. Komt u er niet uit? Bel ons dan even (020-5418200). Wij helpen u graag verder.
21
HOUDT UW PENSIOEN ZIJN WAARDE?
Wij bekijken elk jaar of we uw pensioen kunnen verhogen met de gestegen prijzen en lonen. Dit kan alleen als het op de financiële markten meezit en als het financieel goed gaat met het pensioenfonds. 22
HOUDT UW PENSIOEN ZIJN WAARDE?
PGB probeert ieder jaar uw pensioen/opgebouwd pensioen te verhogen met maximaal de stijging van het loonindexcijfer, zover dat hoger is dan het prijsindexcijfer. Pensioenfondsen hebben het dan over toeslagen. Toeslagen zijn verhogingen van het pensioen.
Toeslagverlening PGB probeert ieder jaar uw pensioen/opgebouwd pensioen te verhogen met maximaal de stijging van het loonindexcijfer, zover dat hoger is dan het prijsindexcijfer. Dit wordt toeslagverlening genoemd. Toeslagen worden voorwaardelijk gegeven. Er is dus geen recht op toeslagverlening en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen kunnen worden gegeven. Er is geen geld voor gereserveerd of extra premie voor gevraagd. De toekomstige verhogingen van uw pensioen/opgebouwd pensioen worden betaald uit het beleggingsrendement. Dat brengt met zich mee dat de pensioenen alleen dan kunnen worden aangepast als het bestuur vindt dat de financiële middelen van het fonds daarvoor toereikend zijn. Richtlijn toeslagverlening Voor het antwoord op de vraag of er voldoende financiële middelen voor een toeslagverlening zijn, toetst het bestuur jaarlijks de dekkingsgraad van het fonds aan een afgesproken Richtlijn. Met de Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen krijgt u als deelnemer en de pensioengerechtigde inzicht in de mogelijke ontwikkeling van hun pensioen. Het bestuur kan in positieve of negatieve zin afwijken van het advies van de Richtlijn als de omstandigheden daar aanleiding toe geven. Bovendien is de Richtlijn niet statisch. Onder invloed van financiële ontwikkelingen kan bijstelling nodig zijn. Ambitie PGB: waardevast pensioen Het leven wordt steeds duurder. PGB heeft de ambitie om een pensioenregeling te verzorgen waarbij de pensioenrechten van deelnemers en pensioenontvangers, nu en in de toekomst, kunnen worden uitbetaald en waarbij de koopkracht zoveel mogelijk door middel van toeslagen op peil wordt gehouden. Bij de besluitvorming over de ontwikkeling van uw pensioen is de dekkingsgraad van het pensioenfonds belangrijk. De dekkingsgraad zegt iets over de financiële gezondheid van uw pensioenfonds. 23
HOUDT UW PENSIOEN ZIJN WAARDE?
RICHTLIJN DEKKINGSGRAAD EN ONTWIKKELING PENSIOEN Bij een dekkingsgraad:
kan uw pensioen zich als volgt ontwikkelen:
onder 105%
in het uiterste geval korting van pensioen
van 105% tot 115%
ongedaan making van eventuele korting + geen toeslag
van 115% tot 130%
gedeeltelijke toeslag over prijsinflatie van maximaal 4%
van 130% tot 140%
100% toeslag over prijsinflatie met maximum van 4%
van 140% tot 150%
100% toeslag over prijsinflatie zonder maximum
van 150%
100% toeslag over prijsinflatie zonder maximum + inhaaltoeslag + het meerdere van het loonindexcijfer zover dat meer bedraagt dan het prijsindexcijfer
Toelichting: PGB heeft de ambitie om een pensioenregeling te verzorgen waarbij de pensioenaanspraken van deelnemers en pensioenrechten van pensioenontvangers, nu en in de toekomst, kunnen worden uitbetaald en waarbij de koopkracht zoveel mogelijk door middel van toeslagen op peil wordt gehouden. Ligt de dekkingsgraad gedurende drie jaar onder de 105% dan kan het bestuur besluiten om de pensioenen te korten. De korting zal zodanig zijn dat het fonds weer voldoet aan de wettelijk vereiste dekkingsgraad van 105%. Voorgenomen kortingsbesluiten worden op basis van de stand van de dekkingsgraad aan het einde van een jaar ter advisering voorgelegd aan de deelnemersraad. Bij een dekkingsgraad tussen de 105 en 115% wordt een eventuele korting ongedaan gemaakt voor zover het herstelplan dat toestaat. Tussen het moment van korten en het ongedaan maken ervan zit minimaal een jaar. Wanneer de pensioenen vaker zijn gekort, zal de korting die als eerste is doorgevoerd, als eerste weer worden gecompenseerd. Om voor compensatie van de korting in aanmerking te komen moet de (gewezen) deelnemer of de pensioengerechtigde zowel op het moment dat de korting wordt doorgevoerd als op het moment van het ongedaan maken ervan bij het fonds ingeschreven zijn. Zolang de dekkingsgraad onder de 115% ligt, adviseert de richtlijn om de pensioenen niet te verhogen. Vanaf 115% tot 130% zou gedeeltelijke verhoging van de pensioenen mogelijk zijn en vanaf 130% volledige aanpassing met een maximum van 4,00%. Als de prijzen in een jaar met 2,00% stijgen, geeft de richtlijn bij een dekkingsgraad van 125% aan dat de pensioenen met 10/15 van 2,00% = 1,33% zouden kunnen stijgen. Bedraagt de dekkingsgraad bijvoorbeeld 120% dan zou 5/15 van 2,00% = 0,67% aan verhoging gegeven kunnen worden. Wanneer de dekkingsgraad het niveau van 140% heeft bereikt, kan het bestuur besluiten tot volledige toeslagverlening waarbij het maximum wordt losgelaten. Indien de dekkingsgraad minimaal 12 maanden achtereen boven de 150% uitkomt, adviseert de richtlijn tot het inhalen van in het verleden gemiste verhogingen en/of tot aanpassing van het pensioen op basis van de cao-loonstijging voor zover dat meer bedraagt dan het prijsindexcijfer. Om voor inhaaltoeslag in aanmerking te komen moet de deelnemer of de pensioengerechtigde zowel op het moment dat de toeslag niet werd verleend als op het moment van inhalen bij het fonds ingeschreven zijn, tenzij met uw werkgever aanvullende afspraken zijn gemaakt. De achterstand die als eerste is ontstaan, wordt ook als eerste weer ingehaald. Het recht op inhaaltoeslag vervalt 20 jaar na het ontstaan van de achterstand. Het gaat om achterstanden die zijn ontstaan na 2003. Door de inhaaltoeslag en de ongedaan making van een eventuele korting te geven over de waarde van de actuele aanspraken worden de aanspraken die na het in te halen jaar zijn opgebouwd eveneens verhoogd.
24
HOUDT UW PENSIOEN ZIJN WAARDE?
Wanneer het bestuur oordeelt dat er ruimte is om de opgebouwde aanspraken en pensioenuitkeringen geheel of gedeeltelijk aan te passen, wordt in eerste instantie het consumentenprijsindexcijfer (cpi augustus alle huishoudens) van het Centraal Bureau voor de Statistiek gevolgd. Dat geeft de prijsontwikkeling weer over een jaar van een pakket goederen en diensten die huishoudens aanschaffen voor consumptie. De gemiddeld gewogen dekkingsgraad over de maanden juli, augustus en september wordt daarbij als referentie genomen om het advies voor toeslagverlening op te stellen. De dekkingsgraad van eind juli telt daarbij één keer mee, die van augustus twee keer en die van september drie keer. Indien de dekkingsgraad boven de 150% uitkomt, kan het bestuur besluiten tot het inhalen van in het verleden gemiste verhogingen en/of tot aanpassing van het pensioen op basis van de cao-loonstijging voor zover dat meer bedraagt dan het prijsindexcijfer. Hoe hebben de pensioenen zich de laatste jaren ontwikkeld? De pensioenen van deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: ONTWIKKELING VERSTREKTE TOESLAGEN AFGELOPEN JAREN verstrekte toeslag 1-1-2011
–
niet verstrekte inhaaltoeslag 1,50%
verstrekte inhaaltoeslag –
toegepaste korting –
ongedaan making korting –
1-1-2012
–
2,61%
–
–
–
1-1-2013
–
2,26%
–
–
–
1-1-2014
–
2,81%
–
–
–
Toelichting: de laatste jaren kunnen de pensioenen bij PGB de prijsontwikkelingen niet volgen. Het totaal van de niet verstrekte toeslagen (=indexatie) bedraagt momenteel 13,33%. Wanneer de financiële situatie van het fonds het toelaat, kan het bestuur in de toekomst besluiten om gemiste toeslagen, alsnog, al dan niet volledig, toe te kennen. Het bestuur heeft de bevoegdheid om op grond van de financiële situatie van het fonds in het uiterste geval de pensioenen van deelnemers en pensioengerechtigden te korten. Tot nu toe heeft het fonds deze maatregel niet behoeven te nemen.
25
HOUDT UW PENSIOEN ZIJN WAARDE?
Wat is de verwachting voor de komende jaren? Of en in welke mate uw pensioen de komende jaren zal meegroeien met de stijging van de lonen en prijzen kan niemand met zekerheid zeggen. PGB heeft als gevolg van de economische crisis, net zoals de meeste andere pensioenfondsen, te maken met een financieel tekort. Van een tekort is sprake als de waarde van de beleggingen (het vermogen) minder is dan de waarde van de pensioenen en de buffer voor algemene risico’s en beleggingsrisico’s (de verplichtingen). De toezichthouder De Nederlandsche Bank, vraagt in dat geval van pensioenfondsen dat zij een herstelplan opstellen waarin wordt aangegeven hoe zij denken het tekort weer in te lopen. De minimumdekkingsgraad zou voor PGB ongeveer 115 procent moeten zijn. Meer informatie vindt u op www.pensioenfondspgb.nl ook de dekkingsgraad van PGB wordt daar maandelijks gepubliceerd. PGB heeft berekeningen gemaakt om in te kunnen schatten in welke mate toeslagverlening de komende 15 jaar mogelijk zal zijn. Bij een gelijkmatige economische ontwikkeling zou u op basis van de financiële positie van het fonds van eind 2013 - de dekkingsgraad bedroeg toen ongeveer 104,8 procent - na 15 jaar kunnen uitkomen op ongeveer 94,7 procent van een volledig geïndexeerd pensioen. Per jaar loopt de koopkracht in deze verwachting gemiddeld terug met ongeveer 0,4 procent per jaar bij een gemiddelde prijsstijging van 2 procent. Kan het opgebouwde pensioen ook worden verlaagd? PGB heeft de verplichting om het opgebouwde pensioen en de al toegekende toeslagen uit te keren. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden kunnen opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenuitkeringen worden verlaagd. PGB heeft de ambitie om de koopkracht van het pensioen zoveel mogelijk op peil te houden, maar deze toekomstige toeslagverlening is afhankelijk van de middelen van het fonds. Om de verplichting tot uitbetalen en de toeslagambitie te kunnen realiseren, moeten de beleggingsopbrengsten op de lange termijn en binnen verantwoorde risico’s worden geoptimaliseerd. PGB moet daarvoor met zijn beleggingen op de financiële markten risico’s aangaan. Daardoor kan op langere termijn een beter rendement behaald worden 26
HOUDT UW PENSIOEN ZIJN WAARDE?
dan alleen met sparen bereikt zou kunnen worden. Dat is nodig om de ambitie van een goed pensioen tegen aanvaardbare kosten en aanvaardbare risico’s te kunnen realiseren. Het fonds kan door de solidariteit tussen generaties beleggingsrisico nemen. Risico’s gaan wij aan in het belang van de (gewezen) deelnemers, (gewezen) partners en de pensioengerechtigden. Risico nemen betekent echter ook onzekerheid over de totale uitkomst van het pensioen (het pensioen en de eventueel verleende toeslag). Normaal gesproken konden (gewezen) deelnemers, (gewezen) partners en pensioengerechtigden bij PGB rekenen op een pensioen met toeslag. Zoals het er nu uitziet, houdt uw pensioen de prijsontwikkeling de komende jaren echter niet bij. Als het op de financiële markten tegenzit, wordt de in het verleden gemiste toeslag niet ingehaald en krijgt men minder of geen toeslag. En als het gedurende langere tijd tegenzit, kan het pensioen in het uiterste geval ook worden verlaagd. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt, tussen deelnemers, gewezen deelnemers, (gewezen) partners of pensioengerechtigden. Als het op de financiële markten meezit, kan een volledige toeslag worden verstrekt. Als het gedurende langere tijd meezit, wordt de toeslag die in het verleden niet is verstrekt, ingehaald. De oudste rechten eerst. In het gunstigste geval worden de pensioenen verhoogd op basis van loonindexcijfer zover dat hoger is dan het prijsindexcijfer.
27
MEDEZEGGENSCHAP EN BELANGENVERENIGING VOOR GEPENSIONEERDEN
Het verantwoordingsorgaan, de deelnemersraad en een belangenvereniging voor gepensioneerden zijn organen waar PGB overleg mee heeft over de uitvoering van de pensioenregeling. 28
MEDEZEGGENSCHAP EN UW PENSIOENFONDS
Het bestuur van uw pensioenfonds is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling zoals vastgelegd in de statuten en reglementen.
Verantwoordingsorgaan Over het gevoerde beleid en de naleving van de principes van goed pensioenfondsbestuur zoals weergegeven in de Code Pensioenfondsen legt het bestuur verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan. In dit orgaan zijn de werknemers, de pensioengerechtigden en de werkgevers vertegenwoordigd. Het verantwoordingsorgaan geeft een oordeel over het handelen van het bestuur, over het uitgevoerde beleid en over de beleidskeuzes voor de toekomst. Medezeggenschap in deelnemersraad Het bestuur PGB pleegt regelmatig overleg met de deelnemersraad PGB. Het gaat dan vooral om adviesaanvragen in verband met wijzigingen in statuten en reglementen, nieuwe aansluitingen en de vaststelling van het jaarverslag. De deelnemersraad kan binnen zijn wettelijke bevoegdheden ook ongevraagd advies uitbrengen. In de raad nemen vertegenwoordigers van werknemers en pensioengerechtigden zitting. De verantwoording en medezeggenschap wordt als gevolg van de Wet Versterking bestuur pensioenfondsen in 2014 in een andere vorm gegoten. In bijlage 3 leest u meer over de manier waarop het bestuur zijn werk doet en over de beoogde veranderingen die in 2014 plaatsvinden.
29
BELANGENVERENIGING VOOR GEPENSIONEERDEN
VERENIGING VAN GEPENSIONEERDEN (VVG PGB) Er is sinds eind 2013 een vereniging die de belangen van gepensioneerden van PGB wil behartigen: de Vereniging van Gepensioneerden van PGB, kortweg VVG PGB. De vereniging kan kandidaten voordragen voor het bestuur van PGB en deelnemen aan het Verantwoordingsorgaan. Door de organisatie van de zeggenschap en medezeggenschap via de vakbonden, de werkgeversraad PGB en de VVG kunnen deelnemers en gepensioneerden er zeker van zijn dat het bestuur hun belangen op evenwichtige wijze afweegt.
De vereniging komt voort uit de Vereniging van Gepensioneerden van Wegener. Die heeft in 2013 besloten om verder te gaan als Vereniging van Gepensioneerden van PGB en zich open te stellen voor álle gepensioneerden van PGB. Wegener is een uitgeverij die zijn pensioenregeling sinds 2010 bij PGB heeft ondergebracht. De VVG stelt zich ten doel de belangen van gepensioneerden van PGB te behartigen door deelname in het bestuur en informele contacten tussen gepensioneerden te stimuleren en te coördineren. Verbreding Het PGB-bestuur faciliteert verbreding met andere verenigingen van gepensioneerden binnen het fonds. Sinds eind 2013 heeft de vereniging van gepensioneerden van CSM zich bij de VVG aangesloten. De vereniging is lid van de landelijke koepelorganisatie KNVG die in Den Haag voor de belangen van de gepensioneerden opkomt. Wilt u lid worden? Stuur dan een brief naar de ledenadministratie van VVG PGB, Antwoordnummer 1204, 7550 VB Hengelo, onder vermelding van uw naam, adres en registratienummer bij PGB. Voor meer informatie raadpleeg de website van de vereniging www.vvgpgb.nl.
30
BELASTINGEN
Loonbelasting Loonbelasting is eigenlijk een vooruitbetaling op de inkomstenbelasting, een voorlopige heffing dus. Loonbelasting wordt in een gecombineerde heffing ingehouden op het PGB-pensioen, op de AOW en op eventuele andere pensioenen. Gecombineerd, dat wil zeggen samen met de verplichte premies voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektenkosten (AWBZ), de Algemene Nabestaanden Wet (Anw) en de inkomensafhankelijke premie. Het huidige belastingstelsel Het belastingstelsel gaat uit van een indeling van uw inkomen in drie boxen, ieder met een eigen belastingtarief. Inkomsten en aftrekposten uit de verschillende boxen kunt u niet met elkaar verrekenen. Het gaat om de volgende boxen: BOXEN Box 1
belastbaar inkomen uit werk en eigen woning zoals loon, uitkering AOW, pensioen, eigen woning enzovoort
Box 2
belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (bestemd voor grootaandeelhouders)
Box 3
belastbaar inkomen uit sparen, beleggen, tweede woning enzovoort
Heffingskortingen Heffingskortingen zijn kortingen op de door u te betalen belasting. Het gaat om de algemene heffingskorting en eventuele aanvullende kortingen. De heffingskortingen in 2014 zijn: Algemene heffingskorting 4
€ 2.103,–
Algemene heffingskorting vanaf pensioendatum
€ 1.065,–
Ouderenkorting
€ 1.032,–
(verzamelinkomen tot € 35.450 dit is het inkomen uit alle boxen) Alleenstaande ouderenkorting
€
429,–
4. De algemene heffingskorting is vanaf 2014 inkomensafhankelijk. Zie voor meer informatie www.belastingdienst.nl
31
BELASTINGEN
De SVB houdt bij de uitbetaling van de AOW rekening met de algemene heffingskorting en de twee ouderenkortingen. De SVB brengt deze kortingen dus in mindering op de loonbelasting die van uw AOWuitkering wordt ingehouden. PGB en ook eventuele andere pensioenfondsen doen dat niet. Als u een jongere partner heeft, die de AOW-gerechtigde leeftijd niet heeft bereikt, dan heeft uw partner recht op zijn of haar eigen heffingskorting van 2.103,– euro. Als uw partner geen eigen inkomen heeft (en u betaalt voldoende belasting om daaruit de voor haar of hem geldende heffingskorting te kunnen berekenen), wordt die heffingskorting door de belastingdienst rechtstreeks aan uw partner uitbetaald. Daarvoor moet uw partner wel een belastingformulier invullen. Als hij of zij dat bedrag maandelijks (175,25 euro) wil ontvangen, moet eenmalig een formulier Verzoek Voorlopige Teruggaaf bij de belastingdienst worden ingediend. De niet-verdienende partner moet dus zelf haar of zijn eigen heffingskorting aanvragen. TARIEFPERCENTAGES INDIEN U PER 1 JANUARI 2014 AOW-GERECHTIGD BENT vanaf de AOW-leeftijd
jonger dan de AOW-leeftijd
18,35% 24,10% 42% 52%
36,25% 42% 42% 52%
Box 1:
van € 0 t/m € 19.645 van € 19.646 t/m € 33.363 van € 33.364 t/m € 56.531 vanaf € 56.532
Box 2:
25%
Box 3:
30% (over een vast rendement van 4% over het vermogen is per saldo 1,2%) heffingsvrij vermogen: € 21.139,– per persoon
Gaat u in de loop van 2014 met pensioen, dan gelden er andere tarieven. U vindt deze tarieven op de website www.belastingdienst.nl.
32
BELASTINGEN
Wel of geen inkomstenbelasting Wanneer kunt u een aanslag inkomstenbelasting verwachten? Als het verschil tussen de verschuldigde inkomstenbelasting en de ingehouden loonbelasting méér bedraagt dan 45,– euro. Let op: in het algemeen zal iedereen rekening moeten houden met een naheffing. Dit komt doordat de SVB en PGB onafhankelijk van elkaar uitbetalen. Het gevolg is dat bij uitbetaling zowel de AOW-uitkering als het aanvullend pensioen wordt belast tegen het (lage) tarief van de eerste belastingschijf. Als beide uitkeringen bij elkaar opgeteld zouden worden en uitbetaald, zou een deel van de uitkeringen tegen een hoger tarief worden belast. Omdat dit niet gebeurt, betaalt u in feite te weinig loonbelasting. Hierdoor is het mogelijk dat u in totaal elke maand een hoger nettobedrag krijgt dan waarop u recht heeft. Naheffing Met het onderstaande overzicht kunt u een idee krijgen van de hoogte van een mogelijke naheffing. In de berekeningen houden wij rekening met de AOW-uitkering, inclusief vakantiegeld, die u ontvangt. In de eerste kolom zoekt u het bedrag aan aanvullend pensioen op dat u per jaar ontvangt. Daarna vindt u in één van de AOW-kolommen, die op uw situatie van toepassing is, het bedrag dat u op jaarbasis zou kunnen reserveren. INDICATIE NAHEFFING Bedrag aanvullend pensioen per jaar
AOW alleenstaand
Gehuwden AOW zonder toeslag
Gehuwden AOW met toeslag
€ 10.000 € 12.000 € 15.000 € 18.000 € 20.000
€ € € € €
-/- € -/- € € € €
€ € € € €
305 441 642 846 1.080
311 175 24 229 347
639 774 1.125 * 2.730 * 3.204 *
Toelichting: als u van PGB een pensioen ontvangt van bruto € 10.000 per jaar en u bent alleenstaand, dan kunt u een naheffing tegemoet zien van € 305 op jaarbasis. Bedraagt uw pensioen bij PGB € 20.000 en bent u gehuwd met een jongere partner die geen eigen inkomen heeft, dan kunt u een naheffing verwachten van € 3.204. * zie de alinea over ‘uw gezamenlijk inkomen’ op pagina 5
33
BELASTINGEN
Inlichtingen Van de Sociale Verzekeringsbank ontvangt u informatie over (het aanvragen van) de AOW. Als u vragen heeft over belastingzaken, kunt u bellen met de belastingtelefoon: 0800-0543 (gratis). Tip Omdat de belastingdienst bij een naheffing heffingsrente in rekening brengt, is het aan te raden een voorlopige aanslag aan te vragen.
34
ZORGVERZEKERING
Inkomensafhankelijke premie Naast de nominale premie die u rechtstreeks aan de verzekeraar betaalt, wordt op uw inkomen een inkomensafhankelijke premie (over maximaal 51.414 euro) ingehouden. De SVB en PGB (en overige pensioenfondsen) houden 5,41 procent in. Na afloop van het kalenderjaar zal de belastingdienst eventueel te veel ingehouden premie terugbetalen. Zorgtoeslag Afhankelijk van uw persoonlijke situatie en inkomen heeft u mogelijk recht op een zorgtoeslag. De belastingdienst bepaalt de hoogte van de zorgtoeslag op basis van uw inkomen en dat van uw partner, als u die heeft. Bij toekenning ontvangt u de zorgtoeslag maandelijks op uw bankrekeningnummer voordat u de premie voor uw zorgverzekering moet gaan betalen. AWBZ De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) verzekert de kosten die niemand eigenlijk kan opbrengen. U kunt hierbij denken aan de verzorging en verpleging van een gehandicapte. Wie is verzekerd? Iedereen die in Nederland woont of werkt is verplicht verzekerd voor de AWBZ. Wie hier woont, hoeft zich niet apart te laten inschrijven als AWBZ-verzekerde. De inschrijving bij een zorgverzekeraar geldt namelijk ook voor de AWBZ. Premie De premie voor de AWBZ wordt als een deel van de loonheffing ingehouden op zowel de AOW als het aanvullende (PGB) pensioen.
35
WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO)
De regering wil ervoor zorgen dat ouderen zo lang en zo zelfstandig mogelijk kunnen blijven deelnemen aan de samenleving. Daartoe heeft de overheid de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ingevoerd. De gemeente voert de WMO uit. Zij zorgt ervoor dat iedereen zo goed mogelijk mee kan doen in de maatschappij. Hoe de gemeente dit doet, bepaalt zij voor een groot deel zelf.
Voorzieningen De voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning stellen burgers in staat om: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; c. zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; d. andere mensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. U kunt een individuele voorziening in natura krijgen. Hiermee wordt bedoeld dat de gemeente bijvoorbeeld een rolstoellift aan het portaal van uw woning aanbrengt, als u die nodig heeft. U krijgt dan geen geld voor de lift maar de lift zelf.
Als u meer wilt weten over de mogelijkheden die de WMO u kan bieden, kunt u de website www.rechtopwmo.nl raadplegen. Ook uw gemeente kan u verder helpen.
36
Ook kunt u een persoonsgebonden budget krijgen, zodat u zelf de nodige voorzieningen kunt laten aanbrengen. De gemeente moet u de keuze bieden tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget. De keuzevrijheid geldt niet voor voorzieningen die u in de vorm van een financiële tegemoetkoming krijgt. Het kan zijn dat u een deel van de kosten van de voorziening zelf moet betalen. Dit wordt een eigen aandeel of eigen bijdrage genoemd. De hoogte van het bedrag dat u zelf moet betalen is afhankelijk van uw inkomen. Hoe hoger uw inkomen, hoe hoger uw bijdrage. Naar uw vermogen (dus uw eigen huis, of uw spaargeld) wordt niet gekeken. Ook houdt de gemeente rekening met de eigen bijdrage die u moet betalen in het kader van de AWBZ, zoals voor persoonlijke verzorging of verpleging.
TIPS EN WETENSWAARDIGHEDEN
Pensioenrechten elders Het pensioen dat u bij andere pensioenfondsen dan PGB heeft opgebouwd, moet u zelf aanvragen. Voor het verzilveren van pensioenaanspraken moet u weten bij welke pensioenuitvoerder er pensioenaanspraken zijn opgebouwd. Niet alle gegevens bewaard Heeft u drie maanden voor uw pensioendatum geen bericht ontvangen over een aanvullend pensioen, neem dan contact op met het pensioenfonds of de verzekeraar. Geef hierbij steeds een juiste vermelding van uw naam, geboortedatum, klantnummer, adres en eventuele vorige adressen. Afhankelijk van de ontbrekende informatie zijn er verschillende routes om gegevens op te sporen. Ga voor meer informatie naar www.mijnpensioenoverzicht.nl. U kunt informeren bij de Pensioenfederatie, Prinses Margrietplantsoen 90, 2995 BR Den Haag. U kunt de federatie telefonisch bereiken onder nummer 070-7620220 of per e-mail via
[email protected]. De federatie is een samenwerkingsverband van de voormalige Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen en de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen. Tien keer zoveel Denkt u niet te snel dat ‘het toch de moeite niet loont’. Kleine pensioenen, die minder bedragen dan 458,06 euro per jaar, kunnen als een afkoopsom ineens worden uitbetaald. Een vuistregel voor de berekening hierbij is dat het jaarbedrag wordt vermenigvuldigd met de factor 10. Een pensioen van 60 euro per jaar levert dus een afkoopsom op van ongeveer 600 euro netto.
37
TIPS EN WETENSWAARDIGHEDEN
Belastingvrij schenken Ouders mogen aan hun kinderen een bepaald bedrag vrij van belastingen geven. In 2014 is dat per kind 5.229 euro per jaar. Eenmalig kunnen ouders aan hun kinderen tussen 18 en 40 jaar een belastingvrije schenking doen van 25.096 euro of 52.281 euro voor aankoop eigen woning of aanvang ‘dure’ studie. Huurtoeslag Het kan zijn dat uw inkomen na pensionering daalt. Misschien komt u daardoor in aanmerking voor huurtoeslag. De belastingdienst bepaalt de hoogte van deze toeslag op basis van uw inkomen én de huur die u betaalt. U kunt een proefberekening maken via de internetsite www.toeslagen.nl. Zo kunt u erachter komen welk bedrag u aan huurtoeslag kunt krijgen. Wilt u in het algemeen weten waar u zoal recht op kunt hebben, raadpleeg dan www.berekenuwrecht.nl. Verhuizing Als u gaat verhuizen, is het handig om op het postkantoor een verhuisbericht in te vullen en daar in te leveren. Doe dit uiterlijk een maand van tevoren. Post NL stuurt post die nog op het oude adres aankomt, één maand door naar het nieuwe adres tegen een vergoeding Via de verhuisservice kunt u ook belangrijke instanties zoals SVB, PGB of de zorgverzekeraar van uw verhuizing in kennis stellen. Let op: uw post wordt inmiddels ook door andere instanties bezorgd. Sandd Post en Selekt Mail bijvoorbeeld bezorgen poststukken aan u. Als u wilt dat ál uw post wordt doorgestuurd naar uw nieuwe adres, dient u ook deze postbezorgers van uw verhuizing op de hoogte te brengen. Het AOW kunt u bijna naar alle landen in Europa meenemen.
38
Emigreren Als u in het buitenland gaat wonen, bent u verplicht de SVB en het PGB een bericht van verhuizing te sturen. Informeert u ook naar de
TIPS EN WETENSWAARDIGHEDEN
gevolgen van de emigratie en de maatregelen die u moet treffen. Met sommige landen heeft de Nederlandse overheid een verdrag over de controle op de AOW-uitkeringen. U kunt uw gehele AOW meenemen naar de landen van de Europese Unie (EU) en de landen van de Europese Economische Ruimte (EER). De EER-landen zijn de landen van de Europese Unie plus IJsland, Noorwegen en Liechtenstein. U kunt uw gehele AOW ook meenemen naar Curaçao, Sint Maarten, Aruba en de overzeese Nederlandse gemeenten Bonaire, Saba, Sint-Eustatius en de verdragslanden. U kunt in dit soort landen gewoon uw AOW ontvangen. Geen controle In een land waarmee Nederland geen verdrag heeft, is er geen controle mogelijk of u echt alleenstaand bent, als u dat aangeeft, of dat u toch samenwoont. En als u aangeeft dat u samenwoont met een jongere partner, is er in het emigratieland geen controle of dat nog wel zo is. De overheid heeft daarom in die landen het AOW-bedrag voor gehuwden, samenwonenden met jongere of oudere partner en alleenstaanden gelijkgesteld. Heeft u een AOW en wilt u in het buitenland in een nietverdragsland gaan wonen, dan krijgt u na vertrek maximaal 50 procent van het netto minimumloon. Als u alleenstaand bent, wordt uw pensioen dus verlaagd van 70 procent van het minimumloon naar 50 procent van het minimumloon. Heeft u een partner die nog geen AOW ontvangt, dan verliest u bij vertrek de toeslag. Heeft die partner een sociale verzekeringsuitkering, dan zal deze waarschijnlijk worden beëindigd. Als u van plan bent wat langer in het buitenland te blijven dan voor een vakantie normaal is, is het verstandig advies in te winnen. U wilt immers weten wat dat voor gevolgen kan hebben voor uw AOW-uitkering. Dan komt u niet voor onaangename verrassingen te staan. Kijkt u in ieder geval op de internetsite www.vertreknaarhetbuitenland.overheid.nl. Voordelen van de AOW-gerechtigde leeftijd Zodra u de pensioendatum bereikt, geniet u op basis van uw leeftijd een aantal kortingen. Een greep uit de voordelen: u kunt de helft goedkoper reizen met gemeentelijk openbaar vervoer (tram, metro en bus) en u krijgt korting op deelnamekosten van een groot aantal cursussen en activiteiten. Verder geven de meeste openbare bibliotheken, Stichting 39
TIPS EN WETENSWAARDIGHEDEN
Openbaar Kunstbezit, de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en veel musea belangrijke kortingen. Vragen en problemen Mocht u nog met vragen blijven zitten, dan is de instantie die de betreffende regeling uitvoert de beste bron van informatie. Als u nog vragen heeft over uw PGB-pensioen, of zaken die daarmee te maken hebben, dan kunt u die stellen op de speciale Pensioeninformatiedagen. Of u kunt bellen met de afdeling Klantenservice, tel. 020-5418200. U kunt ons elke werkdag van 8.00 tot 17.00 uur bereiken. Verder kunt u inlichtingen of advies inwinnen bij: ● ● ●
●
● ●
40
gemeente waar u ingeschreven staat wetswinkel/raadsman belastingdienst: – gratis belastingtelefoonnr.: 0800-0543 – internet: www.belastingdienst.nl en www.toeslagen.nl notaris: – notaristelefoon: 0900-3469393 – internet: www.notaris.nl zorgverzekeraar vakbonden: – FNV KIEM, Jan Tooropstraat 1, Postbus 9354, 1006 AJ Amsterdam, tel.: 0900-3685436, internet: www.fnvkiem.nl – De Unie, Multatulilaan 12, Postbus 400, 4100 AK Culemborg, tel.: 0345-851851, internet: www.unie.nl – CNV Media, Polarisavenue 3135, Postbus 3135, 2130 KC Hoofddorp, tel.: 023-5651052, internet: www.cnvdienstenbond.nl
TIPS EN WETENSWAARDIGHEDEN
●
●
●
Sociale Verzekeringsbank Van Heuven Goedhartlaan 1 Postbus 1100 1800 BH Amstelveen tel.: 020-6565656 internet: www.svb.nl ouderenbonden: – ANBO Postbus 2012 3440 DA Woerden tel. algemene vragen: 0348-466666 tel. advieslijn: 0348-466688 internet: www.anbo.nl – CSO (Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties) Postbus 2069 3500 GB Utrecht tel.: 030-2769985 internet: www.ouderenorganisaties.nl Vereniging van Gepensioneerden (VVG PGB) Antwoordnummer 1204 7550 VB Hengelo internet: www.vvgpgb.nl
41
TEN SLOTTE
Advies Het blijkt regelmatig dat in een huwelijk of samenwoning één van de twee partners alles regelt op het gebied van financiën en dergelijke. Ons advies is dat u samen alles eens doorneemt en bespreekt. Wat komt er elke maand aan geld binnen? Wat gaat er elke maand aan vaste lasten uit? Hoe gaat een betaling per bank? Wat heeft u zoal aan bezittingen: spaar-, bankrekeningen, effecten, kluizen, lijfrente, verzekeringspolissen, verzamelingen, pensioenen enzovoort? Op die manier bent u ook beter in staat sámen een keuze te maken voor een bepaalde pensioenvorm. Ook kan de achterblijvende partner beter met de financiën omgaan, als de ander komt te overlijden. Het erfrecht Vanaf 1 januari 2003 is het huidige erfrecht van kracht geworden. Uitgangspunt hiervan is de financiële verzorging van de achterblijvende partner. Kinderen komen op de tweede plaats. Alle bezittingen gaan in eerste instantie naar de achterblijvende partner. De kinderen kunnen hun erfdeel niet direct opeisen: hun vordering op de langstlevende partner is pas opeisbaar bij diens overlijden. Testamenten zijn minder vaak nodig dan onder het oude erfrecht. Testamenten worden echter niet overbodig! Bijvoorbeeld bij een afwijkende regeling. Informatie hierover is verkrijgbaar bij uw notaris of via de Notaristelefoon 0900-3469393.
Ruud Degenhardt, bestuursvoorzitter PGB: “Wij wensen u een goede gezondheid toe zodat u nog lang van uw pensioen kunt genieten.’
42
Gezamenlijke rekening In ieder geval is het zeer wenselijk dat u een bankrekening op naam van beiden hebt staan. Dit voorkomt dat bij een ernstige ziekte of overlijden de partner niet aan het geld kan komen. Wens Wij vertrouwen erop u met deze informatie van dienst te zijn geweest. En wij wensen u een goede gezondheid toe zodat u nog lang en naar volle tevredenheid van uw pensioen kunt genieten!
TEN SLOTTE
Hou contact Wilt u tussentijds op de hoogte blijven van de ontwikkelingen bij uw pensioenfonds? Raadpleeg dan de website www.pensioenfondspgb.nl of meld u aan voor digitale post. Dat kan via de beveiligde website www.mijnpgbpensioen.nl. Wij gaan u vaker digitaal informeren Uw persoonlijke omgeving bij PGB wordt vernieuwd. Daardoor kunt u straks veel post van PGB digitaal ontvangen via uw account in mijnpgbpensioen.nl. We verwachten dat u hiervan in het najaar gebruik kunt maken. Digitale post heeft voordelen Digitale post heeft een aantal voordelen. U krijgt uw informatie zoals de jaaropgave of de uitkeringsspecificatie sneller. U heeft al uw pensioeninformatie van PGB bij elkaar. En wij sparen kosten uit en kunnen gegevens sneller verwerken. De digitale post gaat naar uw eigen, beveiligde omgeving. U kunt er dus alleen zelf bij. Staat er post voor u klaar, dan krijgt u van ons een kort mailtje om u daarover te informeren. Geef ons toestemming voor digitale post U ontvangt digitale post als u ons toestemming geeft voor digitale informatie. Heeft u al een account, controleer dan of het juiste vakje is aangevinkt. Bij ‘ja’ krijgt u ook onze digitale nieuwsbrief per e-mail. Heeft u nog geen account? Registreer u dan op mijnpgbpensioen.nl met uw registratienummer. Papieren informatie blijft bestaan Kiest u niet voor digitale informatie? Dan blijft u onze pensioeninformatie per post ontvangen. Kiest u wel voor digitale informatie? Let er dan op dat wij uw juiste e-mailadres hebben. Alleen dan kunnen wij u informeren dat u post heeft.
43
BIJLAGEN In de bijlagen gaan we wat verder in op ‘partnerpensioen in pensioenregelingen bij PGB’, ‘uw pensioen bij vervroeging of uitstel’, organisatie en het bestuur van PGB’ en een handig overzicht met afkortingen. 44
BIJLAGE 1: OVERZICHT PARTNERPENSIOEN IN PENSIOENREGELINGEN DIE PGB UITVOERT
Sociale partners in branches en ondernemingen kunnen hun pensioenregeling binnen bepaalde wettelijke en reglementaire randvoorwaarden zelf samenstellen. Per branche of onderneming kunnen de verzekering van het ouderdomspensioen, de verzekering van het partnerpensioen en de premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid dus verschillen. In deze bijlage een overzicht van het partnerpensioen in een aantal pensioenregelingen bij PGB. PENSIOENREGELING
VERZEKERING PARTNERPENSIOEN
Grafimedia en reprografie
tot 1 januari 2006 bedroeg het partnerpensioen dat werd opgebouwd 70% van het ouderdomspensioen. Daarna 35% op opbouwbasis en 35% op risicobasis.
Kartonnage- en Flexibel Verpakkingenbedrijf
de opbouw van het partnerpensioen is voor deelnemers geboren voor 1 januari 1950 70% van het ouderdomspensioen. Voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 is dat 57% van het ouderdomspensioen op opbouwbasis.
Verf- en Drukinktindustrie
de opbouw van het partnerpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen.
Persgroep Nederland
tot 1 januari 2006 bedroeg het partnerpensioen dat werd opgebouwd 70% van het ouderdomspensioen. Daarna 35% op opbouwbasis en 35% op risicobasis.
Teijin Aramid
het partnerpensioen op risicobasis bedraagt 56% van het vanaf 1 januari 2012 bij PGB te bereiken ouderdomspensioen. Voor wie in dienst was op 31 december 2011 en 1 januari 2012 geldt daarnaast voor de diensttijd bij Teijin Aramid een partnerpensioen op risicobasis van 1,575% van de door Stichting Pensioenfonds Teijin Aramid tot 1 januari 2012 gehanteerde vaste inkomensgrondslag per dienstjaar, een eventueel nabestaandenpensioen opgebouwd onder het pensioenreglement 2000 van Akzo Nobel/Acordis wordt hierop in mindering gebracht.
Noordhoff
het partnerpensioen is volledig (70%) op risicobasis verzekerd.
45
BIJLAGE 1: OVERZICHT PARTNERPENSIOEN IN PENSIOENREGELINGEN DIE PGB UITVOERT
Uitruilkeuze: extra partnerpensioen in ruil voor een deel van het ouderdomspensioen Vier maanden voordat u met pensioen gaat, wordt u in de gelegenheid gesteld om het partnerpensioen aan te vullen als dat nodig is. De uitruilmogelijkheid wordt uitgewerkt zodat u het verschil goed kunt zien. De uitruilkeuze sturen wij alleen naar u toe als er minder dan 70 procent voor uw partner aan partnerpensioen op opbouw basis verzekerd is. Met uitruil kan het partnerpensioen op het van oudsher gebruikelijke percentage van 70 procent van het ouderdomspensioen worden gebracht.
46
BIJLAGE 2: UW PENSIOEN BIJ VERVROEGING OF UITSTEL VAN DE PENSIOENDATUM
U kunt in uw pensioenregeling in grote mate zelf bepalen wanneer u stopt met werken. Het is mogelijk om het pensioen eerder in te laten gaan. Dat wordt vervroegd pensioen genoemd. Daarnaast is ook uitstel van pensioen mogelijk. De pensioenleeftijd mag liggen tussen 55 en 70 jaar. De percentages waarmee uw pensioen verlaagd dan wel verhoogd wordt, zijn in deze bijlage opgenomen. Met de pensioenplanner op de website van het fonds kunt u het financiële effect van vervroeging of uitstel op uw pensioen nagaan. Eerst laten we het resultaat bij vervroeging zien: PENSIOENRESULTAAT BIJ VERVROEGING VAN PENSIOENDATUM (65 JAAR) jaar/maand 64
65
korting af
2 4 6 8 10
6% 5% 4% 3% 2% 1%
2
1,1%
Toelichting: stel, u heeft bij PGB een ouderdomspensioen opgebouwd van bruto € 10.000 per jaar (stand op 65 jaar). Wat is dan de pensioenuitkomst bij vervroeging? De tabel laat zien dat als u in die situatie met 64 jaar en 2 maanden zou stoppen met werken, er 5% van uw pensioen afgaat. De pensioenuitkering zou dan levenslang € 10.000 x 95% = € 9.500 bruto per jaar bedragen. In de praktijk moet u er ook rekening mee houden dat het te bereiken pensioen niet alleen daalt als gevolg van vervroeging. Wie eerder stopt met werken, bouwt ook minder pensioen op.
47
BIJLAGE 2: UW PENSIOEN BIJ VERVROEGING OF UITSTEL VAN DE PENSIOENDATUM
Voor het pensioenresultaat bij uitstel kunnen de percentages in de onderstaande tabel worden gebruikt. PENSIOENRESULTAAT BIJ UITSTEL VAN PENSIOENDATUM (65 JAAR) jaar/mnd
extra bij
2 4 6 8 10
1,1% 2,2% 3,3% 4,4% 5,5%
67
6,6% 7,9% 9,2% 10,6% 11,9% 13,2%
68
2 4 6 8 10
65
66
jaar/mnd
extra bij
jaar/mnd
14,5% 16,0% 17,4% 18,9% 20,3% 21,8%
69
2 4 6 8 10
23,2% 24,8% 26,4% 28,0% 29,6% 31,2%
70
2 4 6 8 10
2 4 6 8 10
extra bij 32,8% 34,6% 36,4% 38,2% 40,0% 41,8% 43,6%
Toelichting: stel, u heeft bij PGB een ouderdomspensioen opgebouwd van bruto € 10.000 per jaar (stand op 65 jaar). Wat is dan de pensioenuitkomst bij uitstel van de pensioendatum? De tabel laat zien dat als u in die situatie met 66 jaar en 2 maanden zou stoppen met werken, u er 7,9% van uw pensioen bij krijgt. De pensioenuitkering zou dan levenslang € 10.000 x 1,079% = € 10.790 bruto per jaar bedragen. Wie later dan de pensioendatum stopt met werken bouwt geen pensioen meer op. In de huidige pensioenregelingen wordt pensioen opgebouwd tot de AOW-gerechtigde leeftijd. U betaalt daarna ook geen pensioenpremie meer.
48
BIJLAGE 3: OVER DE ORGANISATIE EN HET BESTUUR VAN HET PENSIOENFONDS
PGB verzorgt in opdracht van werkgevers- en werknemersorganisaties de pensioenregeling voor deelnemers en gewezen deelnemers die werken of gewerkt hebben in de grafimediabranche, het kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf en de verf- en drukinktindustrie. Het fonds biedt verwante ondernemingen en verwante branches de mogelijkheid tot vrijwillige deelname en aansluiting. Een aantal bedrijven uit de uitgeverijsector, papier-, kunststof- en rubber- en chemische industrie, (proces)industrie, (technische) groothandel en dienstverlening maken daar gebruik van. Het fonds is in 1953 door werkgevers en werknemers opgericht om werknemers en hun gezinnen te verzekeren van een goed pensioen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of bij overlijden van de deelnemer.
Pensioenfondsbestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling zoals die is overeengekomen tussen werkgevers(organisaties) en werknemersorganisaties en is vastgelegd in de statuten en reglementen en overeenkomsten. Tot de bestuurstaken behoren onder meer het vaststellen van de hoogte van de premie en de ontwikkeling van de pensioenen, het bepalen van de inhoud en eventuele wijzigingen in de pensioenregeling, en de vaststelling van het beleggings- en het communicatiebeleid. Het bestuur werkt volgens een model waarbij bestuursleden gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de besturing van het fonds. Ieder bestuurslid heeft daarnaast een portefeuille met een eigen aandachtsgebied en een tweede aandachtsgebied om de continuïteit en de kwaliteit van de besluitvorming te waarborgen. De belangrijkste aandachtsgebieden zijn bestuurlijke zaken, juridische zaken, vermogensbeheer, risicomanagement, pensioeninhoudelijke zaken, financiële & actuariële zaken, uitbesteding, en relatiebeheer & medezeggenschap, informatietechnologie en communicatie. De actuele samenstelling van het bestuur vindt u op de website. Het bestuur wordt ondersteund door een bestuursbureau. Het bureau verzorgt het bestuurssecretariaat, de beleidsvoorbereiding en de monitoring van de uitvoeringsorganisatie. Jaarlijks brengt het bestuur de ontwikkelingen binnen het fonds in beeld via een jaarverslag. Dat jaarverslag vindt u op de website. Het fonds geeft ook een samenvatting van het verslag uit. 49
BIJLAGE 3: OVER DE ORGANISATIE EN HET BESTUUR VAN HET PENSIOENFONDS
Intern toezicht Onafhankelijke pensioenexperts houden in een zogenaamde ‘Visitatiecommissie’ toezicht op het functioneren van het bestuur. De commissie beoordeelt tenminste eens in de drie jaar het functioneren van (het bestuur van) het pensioenfonds. De commissie wordt in de loop van 2014 vervangen door een permanente Raad van Toezicht. Verantwoordingsorgaan Over het gevoerde beleid en de naleving van de principes van goed pensioenfondsbestuur zoals weergegeven in de Code Pensioenfondsen legt het bestuur verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan. In dit orgaan zijn de werknemers, de pensioengerechtigden en de werkgevers vertegenwoordigd. Het verantwoordingsorgaan geeft een oordeel over het handelen van het bestuur, over het uitgevoerde beleid en over de beleidskeuzes voor de toekomst. Medezeggenschap in deelnemersraad Het bestuur PGB pleegt regelmatig overleg met de deelnemersraad PGB. Het gaat dan vooral om adviesaanvragen in verband met wijzigingen in statuten en reglementen, nieuwe aansluitingen en de vaststelling van het jaarverslag. De deelnemersraad kan binnen zijn wettelijke bevoegdheden ook ongevraagd advies uitbrengen. In de raad nemen vertegenwoordigers van werknemers en pensioengerechtigden zitting. Nieuw bestuursmodel vanaf juli 2014 De verantwoording en medezeggenschap wordt als gevolg van de Wet Versterking bestuur pensioenfondsen in 2014 in een andere vorm gegoten. In het nieuwe bestuursmodel dat uiterlijk per 1 juli 2014 ingaat, worden Deelnemersraad en Verantwoordingsorgaan samengevoegd tot een nieuw Verantwoordingsorgaan met 18 leden. Daarin zitten vertegenwoordigers van werknemers (6 leden), werkgevers (6) en gepensioneerden (6). Leden worden aangewezen door de vakbonden, vereniging van gepensioneerden en de werkgeversraad. De deelnemersraad houdt in 2014 op te bestaan. Omgeving pensioenfonds De positie van het pensioenfonds in relatie tot zijn omgeving is in het schema weergegeven. 50
BIJLAGE 3: OVER DE ORGANISATIE EN HET BESTUUR VAN HET PENSIOENFONDS
Schema omgeving pensioenfonds per 1 juli 2014
Uitvoeringsorganisatie
Bestuursbureau Raad van Toezicht Bestuur Verantwoordingsorgaan
Adviescommissie Juridische Zaken Adviescommissie Audit & Risk
Commissie van Bezwaar Pensioenontvangers Deelnemers
Adviescommissie Balansmanagement
De Nederlandsche Bank
Pensioenfonds PGB Autoriteit Financiële Markten
Klachtencommissie
Actuaris Werkgevers Accountant Klantenpanel
Werkgeversraad PGB
Vakbonden
Sectorcommissies
Vereniging Van Gepensioneerden PGB
Toelichting positie: het bestuur, dat wordt ondersteund door het bestuursbureau en adviseurs, overlegt met de Raad van Toezicht (intern toezicht), het Verantwoordingsorgaan (verantwoording) en de uitvoeringsorganisatie. Het bestuur heeft een verschillende adviescommissies ingesteld die het bestuur op de toegewezen terreinen adviseren, het beleid voorbereiden en de uitvoering volgen. De uitvoeringsorganisatie werkt onder verantwoordelijkheid van het pensioenfonds. Ze registreert de gegevens van werkgevers en deelnemers, int en belegt de premie, keert de pensioenen uit en draagt er zorg voor dat werkgevers en deelnemers tijdig en begrijpelijk worden geïnformeerd. Het pensioenfonds staat onder financieel toezicht van De Nederlandsche Bank. De Autoriteit Financiële Markten houdt toezicht op de communicatie-uitingen en marktverhoudingen tussen pensioenuitvoerders. Een klantenpanel toetst en adviseert over de begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie. PGB biedt sectoren waarvoor het de pensioenregeling verzorgt, de mogelijkheid tot het instellen van een sectorcommissie. De Werkgeversraad PGB, een vertegenwoordiging van werkgevers die hun pensioenregeling bij PGB hebben ondergebracht, draagt namens werkgevers kandidaat bestuurders voor en leden van het verantwoordingsorgaan nieuwe stijl. De vakbonden FNV KIEM, NJV en CNV Media doen dat namens werknemers en pensioengerechtigden. En de VVG PGB, een ouderenvereniging die de belangen van de pensioengerechtigden van PGB wil behartigen, namens de pensioengerechtigden. De relaties tussen het fonds en externe organisaties zijn in het overzicht weergegeven met een stippellijn. De relaties binnen het fonds, interne commissies en organen zijn weergegeven door middel van een ononderbroken lijn.
51
BIJLAGE 4: LIJST VAN AFKORTINGEN EN LINKS
Afkortingen: PGB - TOP - GOP DNB CBS - cpi SVB - Anw - AOW UWV FVP
: : : : : : : : : : :
KVGO FNV-Kiem CNV Media NUV NVJ CSO
: : : : : :
ANBO 2ZW VVG PGB
: : :
Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven Tijdelijk ouderdomspensioen Gelijk overlevingspensioen De Nederlandsche Bank Centraal Bureau voor de Statistiek Consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens Sociale Verzekeringsbank Algemene Nabestaandenwet Algemene ouderdomswet Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering bij SVB Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen Vakbond FNV voor Kunsten Informatie en Media Vakbond CNV voor media sector Nederlands Uitgeversverbond Nederlandse Vereniging van Journalisten Coördinatieorgaan van samenwerkende ouderenorganisaties Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen Kennisring voor Sociale Zekerheid Vereniging van Gepensioneerden PGB
Handige links: www.pensioenfondspgb.nl www.mijnpgbpensioen.nl www.mijnpensioenoverzicht.nl www.pensioenkijker.nl www.pensioenfederatie.nl www.svb.nl www.consument.afm.nl www.vvgpgb.nl
52
PENSIOEN ABC
Anw De Anw staat voor de Algemene Nabestaandenwet. De Anw is een basisvoorziening van de overheid voor inwoners van Nederland die hun partners als gevolg van overlijden verliezen. Er bestaat recht op een Anw-uitkering als de partner van de overledene geboren is vóór 1 januari 1950 of kinderen verzorgt die niet ouder zijn dan 18 jaar of in geval van arbeidsongeschiktheid. De uitkering wordt gekort als de partner zelf inkomen heeft.
diverse uitbetalingsmogelijkheden: het standaardpensioen vanaf pensioendatum, vervroegd pensioen, pensioeninruil van levenslang pensioen voor een tijdelijke uitkering voor de pensioen-datum, uitruil van ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen, uitruil van partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen, getrapt pensioen, gelijk overlevingspensioen of een andere toegestane combinatie.
AOW De AOW staat voor de Algemene Ouderdomswet. De AOW is het basispensioen van de overheid vanaf pensioendatum. De AOW wordt verzekerd als u in de leeftijd van 15 jaar tot pensioendatum in Nederland heeft gewoond en/of gewerkt. Per jaar wordt 2 procent verzekerd. De Sociale Verzekeringsbank betaalt de AOW uit.
Franchise De franchise is het deel van het inkomen waarover u geen pensioenpremie hoeft te betalen en waarover u dus ook geen pensioen opbouwt omdat u vanaf uw pensioendatum van de overheid een AOWuitkering ontvangt. Door de franchise op het pensioengevend salaris in mindering te brengen, komt u bij de pensioengrondslag. Daarover betaalt u premie en bouwt u pensioen op.
Consumentenprijsindex alle huishoudens (cpi) Het consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft de prijsontwikkeling weer van een pakket goederen en diensten die huishoudens aanschaffen voor consumptie. PGB gebruikt de prijsontwikkeling van een jaar in de maand augustus.
Gewezen deelnemer Een oud-deelnemer die in het verleden bij PGB pensioen heeft opgebouwd en dit heeft laten staan. Er worden geen aanspraken meer opgebouwd, maar het pensioen volgt wel de toeslagregeling van het fonds.
Dekkingsgraad De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen het vermogen van een pensioenfonds en de waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en al ingegane pensioenuitkeringen. Flexibel pensioen PGB biedt deelnemer en partner diverse keuzemogelijkheden, zowel in de opbouwfase van het pensioen als vlak voor pensionering. In de opbouwfase kan extra ouderdomspensioen en extra partnerpensioen verzekerd worden. Vlak voor pensionering kan gekozen worden uit
Gewezen partner Een ex-partner die recht houdt op een deel van het partnerpensioen en ouderdomspensioen van de deelnemer. Herstelplan Plan van aanpak gericht op het herstel van de vermogenspositie bij een pensioenfonds. Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om reserves aan te houden. Een reserve van ongeveer 5 procent voor algemene risico’s en daarnaast een buffer om schommelingen in de beleggingen te kunnen opvangen. De minimale dekkingsgraad voor PGB zou ongeveer 115 procent moeten zijn. Onder die grens moet een
PENSIOEN ABC
herstelplan worden opgesteld. Daarin wordt aangegeven hoe het fonds weer op het vereiste niveau denkt te komen. Binnen 3 jaar (het kortetermijnherstel) boven de circa 105 procent en binnen 15 jaar (het langetermijnherstel) boven de circa 115 procent. Het bestuur van het pensioenfonds moet het herstelplan voor goedkeurig indienen bij De Nederlandsche Bank. Korting van pensioen Een korting is een verlaging van de pensioenaanspraken (voor pensionering) en van de ingegane pensioenen (na pensionering) met een door het bestuur van het fonds bepaald percentage. Kortingen zijn maatregelen die het bestuur kan nemen als er geen andere middelen meer zijn om op het wettelijke verplichte financiële niveau te komen. Middelloonregeling PGB biedt de uitvoering van middelloonregelingen aan. De hoogte van het pensioen is gebaseerd op het tijdens uw loopbaan gemiddeld verdiende salaris. Opbouwpercentage Het opbouwpercentage is het percentage op basis waarvan het jaarlijks op te bouwen pensioen wordt berekend. Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is de levenslange uitkering die u ontvangt vanaf het moment dat u uw pensioen laat ingaan. De pensioenrichtleeftijd is de AOW-gerechtigde leeftijd. Partnerpensioen Het partnerpensioen is het levenslange pensioen voor de partner als u overlijdt. De partner heeft recht op dit pensioen als u gehuwd bent, uw partnerschap heeft laten registreren of als u ongehuwd samenwoont en die samenleving officieel heeft aangemeld bij PGB en u bericht van registratie heeft gehad van het pensioen-
fonds. Werkgevers en branches kunnen het partnerpensioen of risicobasis en/of opbouwbasis bij PGB verzekeren. Pensioen Pensioen is uitgesteld inkomen voor de deelnemer en zijn gezin voor de tijd dat de deelnemer niet meer werkt of komt te overlijden. Men ontvangt dan een periodieke uitkering. Pensioenaanspraak Een pensioenaanspraak is een toekomstig recht op een pensioenuitkering. Bij een aanspraak is nog niet tot betaling overgegaan. Pensioengevend salaris Het pensioengevend salaris is het brutoinkomen op jaarbasis waarop uw pensioen wordt gebaseerd. Pensioengrondslag De pensioengrondslag is het bruto pensioengevend salaris minus de franchise. De franchise is het deel van het salaris waarover geen premie betaald wordt en waarover ook geen pensioenaanspraken worden opgebouwd. Pensioenresultaat De ontwikkeling van het pensioenresultaat geeft de koopkracht van het pensioen weer. De ontwikkeling van het pensioen inclusief de toeslagverlening wordt dan vergeleken met de ontwikkeling van de prijzen in Nederland. Blijft het pensioen gelijk, zoals de laatste jaren het geval is, maar stijgen de prijzen (inflatie), dan daalt de koopkracht. Pensioengerechtigden kunnen dan met hun pensioen minder kopen. Als de prijzen bij een gelijkblijvend pensioen zouden dalen (deflatie), dan stijgt de koopkracht. Pensioengerechtigden kunnen dan met hun pensioen meer kopen.
PENSIOEN ABC
Pensioenovereenkomst Onderdeel van het arbeidscontract tussen werkgever en werknemer waarin het pensioenaanbod wordt gedaan. Premievrije pensioenaanspraken Wanneer u niet meer deelneemt bij PGB, worden uw pensioenaanspraken premievrij. Er vindt geen opbouw meer plaats en u betaalt geen premie meer. Wel wordt uw pensioen aangepast conform de toeslagregeling. Toeslag bij PGB (indexatie) Een toeslag is een voorwaardelijke verhoging van de pensioenaanspraken (voor pensionering) en ingegane pensioenen (na pensionering) met een door het bestuur van het fonds bepaald percentage. Uitkeringsovereenkomst Een overeenkomst over een uitkering van een bepaalde hoogte die vanaf de pensioendatum ontvangen wordt. Afhankelijk van het salaris en/of diensttijd wordt een aanspraak op een uitkering opgebouwd. Zowel het risico dat de levensverwachting van de deelnemer meer toeneemt dan aanvankelijk verwacht was, als het beleggingsrisico, het risico dat de inkomsten over de belegde gelden mee- of tegenvallen, ligt bij het pensioenfonds. Het type regeling staat in de aanhef van het jaarlijkse uniforme pensioenoverzicht van de deelnemer.
Uitvoeringsovereenkomst De overeengekomen pensioenafspraken tussen werkgever en werknemer worden ook vastgelegd in een overeenkomst tussen werkgever en pensioenfonds. Dit wordt een uitvoeringsovereenkomst genoemd. Wezenpensioen Het wezenpensioen is de tijdelijke uitkering voor de achterblijvende kinderen als de deelnemer overlijdt.
OVER PENSIOENFONDS PGB PGB verzorgt in opdracht van werkgevers- en werknemersorganisaties de pensioenregeling voor deelnemers en gewezen deelnemers die werken of gewerkt hebben in de grafimediabranche, het kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf en de verf- en drukinktindustrie. De pensioenregeling voor deze branches is verplicht gesteld. Zo willen cao-partijen door eenvoudige toegang tot de regeling solidariteit onder hun werknemers bereiken met als nevendoelstelling een kostenefficiënte levering zonder winstoogmerk. Het fonds biedt verwante ondernemingen en verwante branches de mogelijkheid tot vrijwillige deelname en aansluiting. De uitgeverijsector maakt daar vanaf 2008 gebruik van. Veel uitgeverijen hebben hun pensioenregeling sindsdien bij PGB ondergebracht. Nadien is PGB ook de pensioenregeling gaan verzorgen voor een aantal bedrijven uit de papier-, kunststof- en rubberindustrie. En voor een aantal bedrijven uit de chemische industrie, overige (proces)industrie, (technische) groothandel, informatie- en communicatieindustrie en dienstverlening. Schaalgrootte wordt steeds belangrijker om de pensioenperspectieven van de deelnemers en pensioengerechtigden veilig te kunnen stellen. PGB wil daarom zijn financiële kracht en buffers, in samenwerking met ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen, verder versterken.
Zwaansvliet 3 | 1081 AP Amsterdam | Postbus 7855 | 1008 CA Amsterdam Tel. 020-5418200 |
[email protected] | www.pensioenfondspgb.nl