FLEXIBEL PENSIOEN
APRIL 2011
VOOR D E G RAFI M E D IA: VRAG E N E N ANTWOOR D E N
INHOUD
In deze brochure worden de belangrijkste regels van het pensioenreglement van het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven samengevat. Aan de brochure zelf kunnen geen rechten worden ontleend. Voor de regeling gelden dan de statuten en reglementen en de uitvoeringsovereenkomst met het pensioenfonds. De statuten en reglementen vindt u op de website www.pensioenfondspgb.nl. In deze brochure hebben we met deelnemers/ werknemers natuurlijk ook de deelneemsters/werkneemsters op het oog. april 2011
Voorwoord ............................................................................................................................................................................
2
1. Over deelneming, waardeoverdracht en premie ............................................................................
5
2. Over het ouderdomspensioen, partner- en wezenpensioen ..............................................
11
3. Over het partner- en wezenpensioen .....................................................................................................
19
4. Zelf kiezen en pensioensparen ...................................................................................................................
25
5. Bijzondere situaties en beëindiging deelneming ..........................................................................
31
6. Over klachten en geschillen, ..........................................................................................................................
39
aanvragen van pensioen en meer informatie ..................................................................................
41
7. Bijlagen: Bijlage I: over de organisatie en het bestuur van het pensioenfonds ..........................
43
Bijlage II: richtlijn besluitvorming toeslagverlening.......................................................................
46
Bijlage III: uw pensioen bij vervroeging of uitstel .........................................................................
48
Bijlage IV: pensioencommunicatie door PGB .................................................................................
50
Bijlage V: veranderingen in uw omstandigheden en uw pensioen ................................
51
Bijlage VI: lijst van afkortingen en links ................................................................................................
52
Omslag: Pensioen ABC
In de loop van 2011 komt uw pensioenfonds met een eigen website www.pensioenfondspgb.nl. Via het beveiligde deel mijnpgbpensioen.nl krijgt u toegang tot uw persoonlijke pensioengegevens en de planners. Totdat deze website er is, wordt u nog doorgelinked naar de vertrouwde gecombineerde website van de grafimediafondsen.
20103w11
VOORWOORD
Voor u ligt de brochure over de grafimediapensioenregeling van het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB). ‘Pensioen, inkomen voor de tijd dat je niet meer werkt, dat is toch iets voor later. Moet ik me daar nu al mee bezighouden?’ Uw pensioenfonds adviseert deelnemers om jaarlijks minimaal 15 minuten voor pensioen uit te trekken. Het uniform pensioenoverzicht dat u jaarlijks van ons ontvangt, leent zich daar het meest voor. U en uw eventuele partner komen daardoor later niet voor verrassingen te staan. Want ondanks dat het nog heel wat jaren kan duren voor u met pensioen gaat, moet er in de tijd dat u voor pensioen spaart meestal wel een aantal zaken worden geregeld. Bijvoorbeeld als u elders al pensioen heeft opgebouwd. Of wanneer u ongehuwd samenwoont. Of omdat, gezien de persoonlijke omstandigheden, extra zekerheid voor de partner gewenst is. Of omdat u meer pensioen wilt opbouwen om een eerder opgelopen achterstand in te lopen. PGB maakt pensioen inzichtelijk Pensioen en alles eromheen is niet altijd even begrijpelijk. Dat geven wij graag toe. We hebben het daarom voor u gemakkelijker gemaakt. Zo heeft u via de website direct toegang tot uw persoonlijke pensioengegevens. U kunt daar uw pensioen en dat van uw eventuele partner snel in kaart brengen. U ziet in één oogopslag wat u heeft gespaard en waar u later op uitkomt. Inclusief het pensioen van de overheid (Anw of AOW). Wat te doen bij? Verder geven we in de brochure regelmatig aan wat u voor uw pensioen moet doen als uw persoonlijke omstandigheden veranderen. In bijlage V zijn alle situaties nog een keer op een rij gezet, voorzien van een korte samenvatting van de mogelijke beslissing of actie. Bewaarexemplaar Als u wilt weten hoe het op onderdelen nu precies geregeld is, raadpleegt u deze brochure. We hebben er een ‘bewaarexemplaar’ van gemaakt. Niet bedoeld om in één keer uit te lezen, maar handig om erop na te slaan als zich een vraag rond uw pensioen voordoet. Omdat het reglement niet voor iedereen gemakkelijk leesbaar is, zijn veelvoorkomende vragen verzameld. U vindt ze in deze brochure terug, voorzien van een antwoord. Met de ingewikkeldheid van de pensioenregeling valt het trouwens best mee. Om pensioenbegrippen kunnen we natuurlijk niet heen. Maar als ze gebruikt worden, worden ze uitgelegd.
2
Vaak met een voorbeeld. Achter in de brochure vindt u een lijst met de meest gebruikte pensioenbegrippen. Die kunt u er altijd even op naslaan. Heeft u na het lezen toch nog vragen, neemt u dan contact op met de afdeling Klantenservice (020) 5418200. Zij helpen u graag verder. Reacties op deze brochure zijn welkom. Uw opmerkingen vormen een waardevolle bijdrage aan een volgende uitgave. Naast deze brochure heeft PGB meer brochures uitgebracht. Zoals: ● ● ● ● ● ● ● ● ●
PGB-Pensioen Plus: informatie over pensioensparen en extra pensioenopbouw voor de deelnemer PGB-Partnerpensioen Plus: informatie over extra zekerheid voor de partner Anw-Plus-verzekering: informatie over aanvullende risicoverzekering voor de partner Waardeoverdracht van opgebouwde pensioenaanspraken: informatie bij entree Partnerpensioen voor ongehuwd samenwonenden: informatie over de voorwaarden Einde relatie en pensioen (vanaf 1 mei 1995): informatie over pensioen en scheiding Einde relatie en pensioen (vóór 1 mei 1995): informatie over pensioen en scheiding Binnenkort pensioen: informatie voor deelnemers die met pensioen gaan Pensioeninruil: informatie voor deelnemers geboren voor 1950 die hun VUT-uitkering willen aanvullen.
Ruud Degenhardt, bestuursvoorzitter PGB: “Deze brochure is voor zowel jong als oud bestemd. Het pensioenpakket bevat verschillende onderdelen die ook voor jongeren van belang zijn.”
U kunt ze aanvragen of downloaden via de website.
3
1DEELNEMING, WAARDEOVERDRACHT EN PREMIE
OVER DEELNEMING, WAARDEOVERDRACHT EN PREMIE
U neemt deel aan PGB als u op grond van uw functie onder een grafische cao valt of als u (via uw werkgever) op vrijwillige basis verzekerd bent. Vanaf het moment dat u in dienst treedt bij uw werkgever spaart u automatisch voor uw pensioen. U kunt pensioen opbouwen tot 65 jaar. Wat doet een pensioenfonds eigenlijk? Een pensioenfonds verzekert voor werknemers van een bedrijf, branche of beroepsgroep een compleet pensioenpakket tegen een zo laag mogelijke premie. Pensioen is eigenlijk uitgesteld loon voor de tijd dat u niet meer werkt. En als u overlijdt, ontvangen de achterblijvende partner en de kinderen een uitkering. Een pensioenfonds heeft de verplichting om de in het vooruitzicht gestelde pensioenen periodiek uit te betalen, ook op langere termijn. Daarnaast wil PGB, als het financieel mogelijk is, ook de koopkracht op peil houden. De premie die werkgevers en werknemers voor deelname aan de pensioenregeling gezamenlijk betalen, wordt onder aanvaardbare risico’s verspreid belegd over aandelen, vastrentende waarden (zoals obligaties) en alternatieve beleggingen waaronder vastgoed en infrastructuur. Met de afgedragen premie en de beleggingsopbrengsten worden de pensioenen betaald. Verantwoord beleggen Naast het behalen van een zo hoog en zo stabiel mogelijk rendement, heeft het fonds ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid in wat voor bedrijven en fondsen wordt belegd. Bij maatschappelijk verantwoorde beleggingen worden niet alleen de financiële aspecten bij bedrijven geanalyseerd, maar wordt ook rekening gehouden met het sociale beleid, de kwaliteit van het bestuur en de manier waarop bedrijven omgaan met het milieu. Bij de beleggingen wordt daarom als richtlijn meegegeven dat ondernemingen waarin wordt belegd nationaal en internationaal recht moeten naleven. Verder belegt PGB niet in bedrijven die zich bezighouden met de productie van en handel in controversiële wapens zoals antipersoonsmijnen, clusterbommen en chemische en biologische wapens. Nucleaire wapens zijn in het huidige uitsluitingenbeleid van het fonds niet opgenomen. Het fonds volgt in deze de lijn van de nationale wetgeving en internationale verdragen. Kernwapens worden daarin vooralsnog als noodzakelijke middelen gezien om de stabiliteit en de vrede te kunnen handhaven.
PGB wil met zijn beleggingen bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van milieu en samenleving.
Ieder kwartaal worden de beleggingen gescreend. Bedrijven die niet voldoen aan de richtlijnen worden verwijderd uit de portefeuille. PGB evalueert periodiek zijn beleggingsbeleid en de uitvoering van het uitsluitingsbeleid. Het bestuur staat open voor de dialoog met zijn deelnemers en de maatschappij. De ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn om het verantwoord beleggingsbeleid bij te stellen.
5
Beleid en bestuur Het beleid van het fonds wordt bepaald door een bestuur dat bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties uit de branches waar het fonds voor werkt. De medezeggenschap van werknemers en pensioengerechtigden is geregeld via de Deelnemersraad. In bijlage I leest u meer over besturing van het pensioenfonds. PGB en uitvoeringsorganisatie De administratie, communicatie en het vermogensbeheer doet het fonds niet zelf. Dat is ondergebracht bij een uitvoeringsorganisatie.
Vanaf welk moment neem ik deel aan de pensioenregeling? U neemt deel aan de pensioenregeling zodra u in dienst treedt bij uw werkgever. Uw leeftijd maakt daarbij niet uit. Ik heb elders gewerkt en pensioen opgebouwd. Kan ik mijn pensioen meenemen? Ja, een werknemer die van baan verandert en daardoor deelnemer wordt in een andere pensioenregeling kan zijn al opgebouwde pensioen meenemen. Pensioenfondsen hebben het dan over waardeoverdracht. Bij een overdracht blijft de waarde van uw pensioen gelijk. Het wettelijke recht daarop geldt voor werknemers die van baan veranderen en binnen zes maanden na opname in de nieuwe pensioenregeling waardeoverdracht aanvragen. Maar ook als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, is waardeoverdracht mogelijk als de andere pensioenuitvoerder bereid is mee te werken.
Toeslag pensioen jaar
verstrekte toeslag:
1-1-2006
1,00%
1-1-2007
1,50%
1-1-2008
2,09%
1-1-2009
geen toeslag
1-1-2010
geen toeslag
1-1-2011
geen toeslag
gemiste toeslag: 5,65%
6
Is het verstandig om het pensioen mee te nemen? In het algemeen doet u er goed aan om het pensioen mee te nemen. U houdt daardoor beter zicht op uw totale pensioensituatie. Er zijn echter verschillende overwegingen mogelijk. Vergelijk de pensioenregeling Pensioenregelingen verschillen onderling nogal. Daarom is het belangrijk om direct bij het begin van de deelname de belangrijkste onderdelen na te lopen en die te vergelijken met uw oude regeling. Wat is de leeftijd waarop u kunt stoppen met werken? Wat zijn de keuzemogelijkheden bij pensionering? Sluit dat aan bij uw planning? Vergelijk de toeslagregeling Belangrijk is ook de toeslagregeling (vroeger aangeduid als indexatieregeling). U kunt bijvoorbeeld de toeslagregeling zelf, de kans op toeslagverlening en de verstrekte toeslagen in de afgelopen jaren vergelijken.
Vergelijk de dekkingsgraad Of u vergelijkt de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen het vermogen van een pensioenfonds en de waarde van de pensioenen. Naarmate de dekkingsgraad hoger is, neemt de kans op verhoging van uw pensioen in de regel toe. Een fonds met een hogere dekkingsgraad is dus aantrekkelijker.
Informatie over de actuele dekkingsgraad en de in het verleden verstrekte toeslagen vindt u op de website. Ontwikkeling PGB-dekkingsgraad
Hoe kan ik mijn pensioen meenemen? Nadat uw werkgever u heeft aangemeld, ontvangt u als nieuwe deelnemer pensioeninformatie. Daar zit ook een formulier bij waarop aangegeven kan worden dat u uw pensioen wilt meenemen. Als u uw pensioen wilt meenemen, stuur dan het pensioenstartformulier binnen zes maanden terug nadat u bent gaan deelnemen aan PGB. U ontvangt vervolgens een offerte waarin wordt aangegeven welk PGB-pensioen u ontvangt in ruil voor de overgenomen waarde. Als een waardeoverdracht voor u zinvol is, geeft u een schriftelijk akkoord af. De overdracht vindt daarna plaats. Kan ik bij indiensttreding nog meer regelen? Naast de waardeoverdracht kunnen er meer zaken zijn die u het beste meteen kunt regelen. Zo kunt u, als u ongehuwd samenwoont, uw partner voor partnerpensioen aanmelden. Mocht u onverwachts komen te overlijden, dan is uw partner verzekerd van partnerpensioen. Verder kunt u nagaan of de normale
7
pensioenopbouw bij PGB voor u en uw partner toereikend is. Heeft u bijvoorbeeld eerder een achterstand in uw pensioenopbouw opgelopen? Heeft u te maken gehad met een echtscheiding? Het zijn vragen die u het beste direct bij de indiensttreding kunt beantwoorden. Wij helpen u daar graag bij. Ook dit kunt u op het pensioenstartformulier aangeven. Wat moet ik als werknemer voor de pensioenregeling betalen? Voor deelname aan de pensioenregeling betaalt u premie. In 2011bedraagt de pensioenpremie voor de basisregeling 19,5%. U betaalt 7,75%, uw werkgever 11,75%. Pensioenpremie wordt niet over het hele salaris betaald maar over een deel ervan. Dit deel wordt de pensioengrondslag genoemd. Een belangrijk pensioenbegrip. Pensioengrondslag De pensioengrondslag is het bruto pensioengevende salaris minus een drempelbedrag. Het drempelbedrag ook wel franchise genoemd is het deel van het salaris waarover geen premie wordt betaald en waarover ook geen pensioen wordt opgebouwd. In plaats van pensioenopbouw over de franchise ontvangt u later de AOW van de overheid. De franchise wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld ( € 13.971,33 in 2011).
Overigens wordt voor de vaststelling van de pensioengrondslag rekening gehouden met een maximumloon. In 2011 is dat maximumloon € 49.297,68 zodat de maximumgrondslag € 49.297,68 – € 13.971,33 = € 35.326,35 bedraagt. Daarboven wordt in de basisregeling geen premie betaald of pensioen opgebouwd. Dat is in de grafimediacao zo afgesproken. Maakt het uit of ik als fulltimer of als parttimer werk? Als u fulltime werkt, gebruikt het pensioenfonds de volledige pensioengrondslag voor berekening van de premie. Als u in deeltijd werkt, is de verhouding tussen het aantal uren dat u werkt en het aantal uren dat een fulltimer bij uw werkgever werkt van belang. Dit percentage of werktijdfactor gebruikt het pensioenfonds om de hoogte van de franchise vast te stellen. Is het percentage bijvoorbeeld 50 dan is de helft van de franchise van toepassing. Uw premie en pensioenopbouw blijven op deze manier altijd in verhouding staan tot de tijd die u werkt.
1. Het brutosalaris is het salaris waarop nog geen belastingen en premies in mindering zijn gebracht. Uw toeslagen als vakantietoeslag, overwerkvergoeding, ploegendiensttoeslag etc. zitten hierin. .
8
Ik betaal premie, maar waarvoor precies? U en uw (eventuele) nabestaanden zijn, doordat u premie betaalt, verzekerd van pensioen. Onderdelen van het pensioenpakket worden nu even genoemd en verderop uitgebreider behandeld. Voor de deelnemer is verzekerd: ■ een ouderdomspensioen; ■ (gedeeltelijke) premievrije opbouw. In sommige gevallen hoeft u geen premie te betalen.
U en uw (eventuele) nabestaanden zijn, doordat u premie betaalt, verzekerd van pensioen.
Voor de nabestaanden is verzekerd: ■ partnerpensioen; ■ wezenpensioen.
9
OUDERDOMS2 HET PENSIOEN, PARTNER- EN WEZENPENSIOEN
OVER HET OUDERDOMSPENSIOEN
Iedere Nederlander krijgt vanaf zijn 65e AOW. De hoogte hiervan hangt af van uw persoonlijke omstandigheden. Heeft u in het buitenland gewoond dan kan er een korting worden toegepast op uw AOW. De AOW wordt afgeleid van het minimumloon en kan gezien worden als een basisinkomen. Via uw werkgever spaart u bij PGB voor een aanvulling. Deze aanvulling wordt het ouderdomspensioen genoemd. Uw pensioenregeling is gebaseerd op een middelloonsysteem. Het uiteindelijk te bereiken pensioen is een afspiegeling van het tijdens de loopbaan gemiddeld verdiende loon. Standaard wordt het pensioen vanaf 65 jaar levenslang uitgekeerd. Hoe spaar ik voor het ouderdomspensioen? Uw pensioenregeling is een opbouwregeling. U bouwt jaarlijks een deel van uw pensioen op volgens een vaste formule: in de basisregeling is dat 1,75% van de pensioengrondslag in een jaar. Het pensioen dat u zo spaart, wordt ook wel een pensioenaanspraak genoemd. Dit recht op pensioen wordt vervolgens vanaf het 65e jaar levenslang uitgekeerd2. Uw werkgever kan in zijn pensioenregeling een hoger opbouwpercentage toezeggen. Hoe hoger het percentage des te meer pensioen bouwt u op.
Via uw werkgever spaart u bij PGB voor een aanvulling op de AOW.
De jaarlijkse opbouw wordt vervolgens steeds bij elkaar opgeteld. Aan het einde van uw loopbaan heeft u dan een ouderdomspensioen op basis van het inkomen dat u gemiddeld heeft verdiend. Uw pensioenregeling wordt daarom ook wel een middelloonregeling genoemd.
Voorbeeld 1 In dit voorbeeld wordt uitgegaan van een gemiddeld verdiend brutosalaris van € 35.000 per jaar en een franchise van € 13.972 per jaar. De pensioengrondslag komt daardoor uit op € 35.000 - € 13.972 = € 21.028. De pensioensituatie na 1 jaar en na 44 jaar wordt weergegeven. pensioengevend salaris (bruto) franchise pensioengrondslag
€ 35.000 € 13.972 € 21.028
opbouwpercentage pensioen pensioenopbouw per jaar pensioen na 44 jaar
1,75% € 367,99 (1,75% x € 21.028) € 16.191,56 (44 x € 367,99)
Toelichting: bij ongewijzigde omstandigheden bedraagt het PGB-pensioen in dit voorbeeld na 44 jaar € 16.191,56 bruto per jaar. Dit recht wordt bij gelijkmatige omstandigheden op de financiële markten levenslang vanaf 65 jaar uitbetaald. Als de beleggingsopbrengsten gedurende langere tijd erg tegenvallen, kan het pensioen in het uiterste geval worden verlaagd. Naast dit pensioen van PGB ontvangt u de AOW van de overheid. Wanneer wordt uitgegaan van de ‘enkele gehuwden-AOW’ van € 9.425,64 per jaar, komt het pensioen uit op € 25.617,20. Dat is ongeveer 73% van het in dit voorbeeld gebruikte gemiddelde salaris. (Let op: niet van het laatstverdiende salaris dus.)
2. Dit wordt pensioen op basis van een uitkeringsovereenkomst genoemd. Er worden aan u uitkeringen toegezegd. Het type regeling staat altijd in de aanhef van het uniforme pensioenoverzicht dat u jaarlijks ontvangt.
11
Hoe zit het met de opbouw van mijn pensioen als ik carrière maak? Naarmate u meer carrière maakt en doorgroeit, zal de uitkomst van uw pensioen in een percentage van het laatste loon lager zijn. U kunt bij PGB voor extra pensioen sparen.
Voorbeeld 2 In dit tweede voorbeeld wordt ervan uitgegaan dat de lonen en de prijzen niet stijgen. We gaan wel uit van een salarisverhoging als gevolg van promoties. De eerste 10 jaar wordt € 25.000 verdiend, daarna 10 jaar € 30.000, vervolgens 10 jaar € 35.000 en ten slotte de laatste 14 jaar € 40.000. De pensioenuitkomst op 65 jaar ziet er dan als volgt uit: Periode vanaf Leeftijd Salaris Franchise Grondslag Opbouw per jaar in € in € in € in €
Opbouw over periode
2011 tot 2021 2021 tot 2031 2031 tot 2041 2041 tot 2056
€ 1.929,90 € 2.804,90 € 3.679,90 € 6.376,86
21 31 41 51
25.000 30.000 35.000 40.000
13.972 13.972 13.972 13.972
11.028 16.028 21.028 26.028
192,99 (1,75% x 11.028) 280,49 (1,75% x 16.028) 367,99 (1,75% x 21.028) 455,49 (1,75% x 26.028)
Totaal pensioen bij PGB € 14.791,56
Toelichting: bij ongewijzigde omstandigheden bedraagt het PGB-pensioen in dit voorbeeld na 44 jaar € 14.791,56 bruto per jaar. Dit recht wordt bij gelijkmatige omstandigheden op de financiële markten levenslang vanaf 65 jaar uitbetaald. Als de beleggingsopbrengsten gedurende langere tijd erg tegenvallen, kan het pensioen in het uiterste geval worden verlaagd. Naast dit pensioen van PGB ontvangt de pensioengerechtigde de AOW van de overheid. Wanneer weer wordt uitgegaan van € 9.425,64 per jaar, komt het PGB-pensioen inclusief de AOW uit op € 24.217,20. Dat is ongeveer 60% van het laatste salaris.
De opbouw van pensioen was voor 1 januari 2006 lager dan nu het geval is. Krijg ik dat gecompenseerd? Met ingang van 1 januari 2006 is het pensioenopbouwpercentage in de vernieuwde basisregeling verhoogd van 1,55 naar 1,75. Deelnemers ontvangen over hun achterliggende grafische dienstjaren vanaf hun 22e tot 1 januari 2006 voorwaardelijk extra opbouw: per dienstjaar 0,20%. Deze pensioenaanspraken zijn dus nog niet opgebouwd. Dit kan in de komende periode tot 2021 gebeuren. De voorwaarden voor toekenning van de extra pensioenrechten3 zijn: ■
de werknemer is op het moment van toekenning PGB-deelnemer, werkzaam in de grafimedia en was dat ook op 31 december 2005 en 1 januari 2006;
3. De voorwaardelijke extra pensioenopbouw wordt berekend over de gemiddelde pensioengrondslag van 2003, 2004 en 2005. Voor parttimers wordt uitgegaan van het gemiddelde parttimepercentage over dezelfde periode.
12
■
het pensioenfonds beschikt over voldoende financiële middelen om de aanspraken te zijner tijd toe te kennen. Als dat niet het geval is, dan blijven de al toegekende rechten behouden.
Met de opbouw over de achterliggende diensttijd wordt zoveel extra pensioen opgebouwd alsof gedurende de gehele grafische diensttijd is deelgenomen aan de vernieuwde pensioenregeling. De extra opbouw kan desgewenst worden gebruikt om in de toekomst geheel of gedeeltelijk eerder te kunnen stoppen met werken. Het beleid van het pensioenfonds is erop gericht om per jaar te beoordelen of er middelen vrijgemaakt kunnen worden voor het toekennen van extra aanspraken over het verleden4. Hoe wordt het uiteindelijke pensioen berekend? Je hebt toch ook te maken met prijsstijgingen? Het gaat dan om de vraag in hoeverre uw pensioen meegroeit met de prijsstijging in Nederland. Pensioenfondsen noemen de jaarlijkse verhoging van pensioenen toeslagverlening. Tot voor kort werd hiervoor het begrip indexatie gebruikt. PGB probeert ieder jaar uw pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling. Dit wordt toeslagverlening genoemd. Toeslagen worden voorwaardelijk gegeven. Er is dus geen recht op toeslagverlening en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen kunnen worden gegeven. Er is geen geld voor gereserveerd of extra premie voor gevraagd. De toekomstige verhogingen van uw pensioen worden betaald uit het beleggingsrendement. Dat brengt met zich mee dat de pensioenen alleen dan kunnen worden aangepast als het bestuur vindt dat de financiële middelen van het fonds daarvoor toereikend zijn. Richtlijn toeslagverlening Voor het antwoord op de vraag of er voldoende financiële middelen voor toeslagverlening zijn, toetst het bestuur jaarlijks de dekkingsgraad5 van het fonds aan een afgesproken richtlijn. Met de Richtlijn Besluitvorming Toeslagverlening krijgt u als deelnemer inzicht in de mogelijke ontwikkeling van de toeslagverlening. De richtlijn is opgenomen als bijlage II. Het bestuur kan afwijken van het advies van de richtlijn als de omstandigheden daar aanleiding toe geven. Bovendien is de richtlijn niet in beton gegoten. Onder invloed van financiële ontwikkelingen kan bijstelling nodig zijn.
Pensioenfondsen noemen de jaarlijkse verhoging van pensioen toeslagverlening.
4. Het voorwaardelijk extra pensioen is momenteel onvoorwaardelijk toegekend aan deelnemers die zijn geboren vóór 1953. 5. De dekkingsgraad van een pensioenfonds is de verhouding tussen het vermogen van het fonds en de aanspraken van (gewezen) deelnemers en uitkeringen van pensioengerechtigden. Onder deelnemers vallen de werknemers die bij PGB pensioen opbouwen. Gewezen deelnemers zijn werknemers voor wie de pensioenopbouw is beëindigd, maar waarvan het pensioen niet is overgedragen aan een andere pensioenverzekeraar. Pensioengerechtigden zijn oud-deelnemers of hun nabestaanden die een pensioen van PGB ontvangen. Het kan dan gaan om ouderdomspensioen, partnerpensioen of wezenpensioen.
13
Ambitie PGB: waardevast pensioen Het leven wordt steeds duurder. PGB streeft ernaar om uw pensioen daarom waardevast (100% van de prijsinflatie) te houden. Het financiële beleid van het fonds is zo ingericht dat een dekkingsgraad bereikt zou kunnen worden, waarop naar verwachting volledige toeslagverlening mogelijk is. De streefdekkingsgraad bedraagt 150%. Voor iedere voor pensioen uit te keren euro is dan € 1,50 in kas. Dat geld is nodig om beleggingsrisico’s op te kunnen vangen en om de pensioenen op peil te kunnen houden.
Wanneer het bestuur oordeelt dat er ruimte is om de opgebouwde aanspraken en pensioenuitkeringen geheel of gedeeltelijk aan te passen, wordt het consumentenprijsindexcijfer (cpi augustus alle huishoudens) van het Centraal Bureau voor de Statistiek gevolgd. Dat geeft de prijsontwikkeling weer van een pakket goederen en diensten die huishoudens aanschaffen voor consumptie. Beleid inhaaltoeslag Als de dekkingsgraad minimaal 12 maanden achtereen boven de 150% uitkomt, adviseert de richtlijn tot het inhalen van in het verleden gemiste verhogingen en/of tot aanpassing van het pensioen op basis van de cao-loonstijging. Om voor inhaaltoeslag in aanmerking te komen, moet de deelnemer, de gewezen deelnemer of de pensioengerechtigde, zowel op het moment dat de toeslag niet werd verleend als op het moment van inhalen, bij het fonds ingeschreven zijn. Het recht op inhaaltoeslag vervalt 20 jaar na het ontstaan van de achterstand. Het gaat om achterstanden die zijn ontstaan na 2003. Welke toeslagen heeft het fonds de laatste jaren verleend? Het fonds heeft na 2003 de volgende toeslagen verstrekt:
1-1-2004 1-1-2005 1-1-2006 1-1-2007 1-1-2008 1-1-2009 1-1-2010 1-1-2011
verstrekte toeslag
niet-verstrekte toeslag
verstrekte inhaaltoeslag
2,04% – 1,00% 1,50% 1,00% – – –
– 1,09% 0,55% 0,30% – 3,00% 0,30% 1,50%
– – – – 1,09% – – –
Toelichting: Het totaal van de niet verstrekte toeslagen is bedraagt momenteel 5,65% (0,55% + 0,30% + 3,00% + 0,30% + 1,50%). De gemiste toeslag op 1 januari 2005 (1,09%) is ingehaald op 1 januari 2008.
14
Wat is de toeslagverwachting voor de komende jaren? Of en in welke mate uw pensioen de komende jaren zal meegroeien met de stijging van de prijzen kan niemand met zekerheid zeggen. PGB heeft als gevolg van de economische crisis, net zoals de meeste andere pensioenfondsen, te maken met een financieel tekort. Van een tekort is sprake als de waarde van de beleggingen (het vermogen) minder is dan de waarde van de pensioenen en de buffer voor algemene risico’s en beleggingsrisico’s (de verplichtingen). De toezichthouder De Nederlandsche Bank, vraagt in dat geval van pensioenfondsen dat zij een herstelplan opstellen waarin wordt aangegeven hoe zij denken het tekort weer in te lopen. De minimumdekkingsgraad zou voor PGB ongeveer 120% moeten zijn. Over de maatregelen die het fonds in het herstelplan genomen heeft, leest u meer op de website. Ook de dekkingsgraad wordt daar maandelijks gepubliceerd. Het fonds heeft berekeningen gemaakt om in te kunnen schatten in welke mate toeslagverlening de komende 15 jaar mogelijk zou kunnen zijn. Bij een gelijkmatige economische ontwikkeling zou u op basis van de financiële positie van het fonds van eind 2009 – de dekkingsgraad bedroeg toen ongeveer 111% – na 15 jaar kunnen uitkomen op ongeveer 92% van een volledig geïndexeerd pensioen. Uw pensioen bij PGB stijgt dus waarschijnlijk minder snel dan de prijzen. Bij een pessimistisch scenario zou u een pensioenresultaat tegemoet kunnen zien van ongeveer 56%. Als de dekkingsgraad verandert, wijzigt ook de kans op toeslagverlening. Kan het opgebouwde pensioen ook worden verlaagd? PGB heeft de verplichting om uw opgebouwde pensioen en de al toegekende toeslagen uit te keren. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden kunnen opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenuitkeringen worden verlaagd. PGB heeft de ambitie om de koopkracht van het pensioen op peil te houden, maar deze toekomstige toeslagverlening is afhankelijk van de middelen van het fonds. Om de verplichting tot uitbetalen en de toeslagambitie te kunnen realiseren, moeten de beleggingsopbrengsten op de lange termijn en binnen verantwoorde risico’s worden geoptimaliseerd. PGB moet daarvoor met haar beleggingen op de financiële markten risico aangaan. Het fonds kan door de solidariteit tussen generaties beleggingsrisico nemen. Risico’s gaan wij aan in het belang van de (gewezen) deelnemers en de pensioengerechtigden. Risico nemen betekent echter ook onzekerheid over de totale uitkomst van het pensioen (het pensioen en de eventueel verleende toeslag). Normaal gesproken kunnen (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden bij PGB rekenen op een pensioen met toeslag. Zoals het er nu uitziet houdt uw pensioen de prijsontwikkeling de komende jaren echter niet volledig bij. Als het op de financiële markten meezit, wordt de toeslag die in het verleden niet is verstrekt, ingehaald. De oudste rechten eerst. Als het erg meezit, worden de
15
pensioenen verhoogd op basis van de grafimedialoonindex in plaats van de prijsindex. Als het op de financiële markten tegenzit, wordt de in het verleden gemiste toeslag niet ingehaald en krijgt men minder of geen toeslag. En als het erg tegenzit, kan het pensioen in het uiterste geval ook worden verlaagd. Is er verschil tussen de pensioenopbouw van iemand die gehuwd is of alleenstaand? Nee, voor de opbouw van het pensioen maakt de burgerlijke staat niet uit. Iedereen bouwt evenveel pensioen op. Vlak voor uw pensioendatum kunt u uw pensioen wel afstemmen op uw persoonlijke omstandigheden. In het hoofdstuk ‘Zelf kiezen’ leest u daar meer over.
PGB heeft in de periode 1970 – 2010 een gemiddeld rendement behaald van 6,8%. Het fonds heeft over die jaren ruim 90% van de prijsinflatie kunnen geven.
Wat is de relatie tussen het PGB-pensioen en de AOW? Zodra u 65 jaar wordt, heeft u naast het PGB-ouderdomspensioen ook recht op een AOW-uitkering. Het AOW-pensioen vraagt u aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Als alleenstaande heeft u recht op de AOW voor alleenstaanden (in 2011 bruto € 13.513,08 per jaar). Als u een relatie heeft, ontvangen beide partners zodra de leeftijd van 65 wordt bereikt de individuele AOW (in 2011 bruto € 9.425,64 per jaar). Bent u vóór 1950 geboren en ouder dan uw partner dan komt u in aanmerking voor een toeslag gedurende de tijd dat uw partner nog geen 65 is. De toeslag wordt gekort als uw partner een eigen inkomen heeft. AOW-gat en de oplossing bij PGB Als u geboren bent in of na 1950 en een jongere partner heeft, mist u op het moment van pensionering (zolang de partner nog geen 65 is) een deel van de AOW. Dat scheelt ruim € 700 bruto per maand. De overheid heeft deze maatregelen alvast aangekondigd zodat u als dat nodig is tijdig voorzieningen kunt treffen. Bij PGB kunt u hiervoor extra pensioen opbouwen. Neem contact op met de afdeling Klantenservice (020 - 5418200) als u hier meer over wilt weten.
Wanneer gaat het ouderdomspensioen standaard in en wanneer wordt het beëindigd? Het ouderdomspensioen gaat standaard in op de eerste dag van de maand waarin u 65 wordt en eindigt op de laatste dag van de maand waarin u komt te overlijden. U kunt afwijken van de standaardleeftijd. In het hoofdstuk ‘Zelf kiezen’ leest u daar meer over.
16
Hoe word ik op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van mijn pensioen? U ontvangt als deelnemer zolang u pensioen opbouwt, één keer per jaar een overzicht van uw pensioen. Het pensioenoverzicht wordt meestal in de zomermaanden naar uw huisadres verstuurd. Het geeft een overzicht van het opgebouwde ouderdomspensioen en het opgebouwde en verzekerde partnerpensioen. Daarnaast wordt een prognose gegeven van het te bereiken pensioen op 65 jaar en informatie verstrekt over de toeslagverlening. Het overzicht is uniform. Het wordt door alle pensioenuitvoerders gebruikt. Als u bij meerdere pensioenuitvoerders pensioen opbouwt of heeft opgebouwd, kunt u de bedragen uit de verschillende overzichten bij elkaar optellen. Digitale dienstverlening Via de beveiligde website mijnpgbpensioen.nl heeft u elektronisch toegang tot uw pensioengegevens. U brengt er uw pensioen en dat van uw partner snel in kaart. Inclusief het pensioen van de overheid (Anw of AOW). U kunt zich er verder aanmelden voor de elektronische nieuwsbrief en u vindt er in uw persoonlijk pensioenarchief ook de digitaal bewaarde pensioenoverzichten. PGB wil uit kosten- en milieuoverwegingen het geprinte pensioenoverzicht op termijn vervangen door een digitaal exemplaar. Overige informatie U wordt verder via een pensioenmagazine en de website op de hoogte gehouden van actuele ontwikkelingen rond uw pensioen en het pensioenfonds. En tegen de tijd dat u met pensioen gaat, wordt u uitgenodigd voor het bijwonen van een Pensioeninformatiedag. Tijdens zo’n dag wordt met u en leeftijdsgenoten uit de branche doorgenomen wat er zoal komt kijken bij pensionering. Het accent ligt op de keuzemogelijkheden die u heeft bij de uitbetaling van uw pensioen en de fiscale gevolgen ervan.
Bij pensionering wordt verder voor u een persoonlijk pensioenoverzicht samengesteld. Alle voor u relevante keuzemogelijkheden worden daarin op basis van het te bereiken pensioen uitgewerkt. De ervaring leert dat aanstaande pensioenontvangers zo gemakkelijker tot hun keuze kunnen komen. Met behulp van de pensioenplanner kunt u uw pensioenuitbetalingsvariant samenstellen.
17
PARTNER- EN 3 HET WEZENPENSIOEN
OVER HET PARTNER- EN WEZENPENSIOEN
Naast het ouderdomspensioen worden in uw pensioenregeling ook partnerpensioen en wezenpensioen voor de nabestaanden meeverzekerd. Het partnerpensioen wordt bij overlijden van de deelnemer levenslang uitgekeerd, het wezenpensioen tot een bepaalde leeftijd. Verzekerd voor dit partnerpensioen zijn deelnemers die gehuwd zijn of die hun partnerschap bij de burgerlijke stand hebben laten registreren. Ook ongehuwd samenwonenden kunnen er voor in aanmerking komen. In dat geval moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Voor wie geldt het partnerpensioen? Het partnerpensioen wordt alleen bij overlijden van de deelnemer uitgekeerd. PGB verzekert partnerpensioen voor gehuwden, deelnemers die hun partnerschap hebben laten registreren en voor ongehuwd samenwonenden. Als u gehuwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, geeft de gemeente dit automatisch door aan het pensioenfonds. U hoeft dan verder niets te doen voor verzekering van het partnerpensioen.
Ongehuwd samenwonenden zijn niet automatisch verzekerd voor partnerpensioen.
Woont u samen? Let op! Voor ongehuwd samenwonenden ligt de situatie anders. Het pensioenfonds wordt door de gemeente niet geïnformeerd over samenwonenden. Als u ongehuwd samenwoont, moet u uw partner dus zelf aanmelden bij het pensioenfonds. Op verzoek sturen wij u een aanmeldingsformulier en de brochure ‘Partnerpensioen voor ongehuwd samenwonenden’. Hierin wordt ingegaan op de voorwaarden die gelden voor deze verzekering. Zo wordt u onder meer gevraagd om een kopie van een samenlevingscontract mee te sturen. Zonder aanmelding en bevestiging van inschrijving kan het fonds geen partnerpensioen uitkeren bij overlijden.
Ook bij beëindiging van een ongehuwde samenwoning moet het fonds op de hoogte worden gebracht. Anders loopt de opbouw van het partnerpensioen voor de gewezen partner gewoon door. Wat ontvangt mijn partner als ik kom te overlijden? Hoeveel pensioen uw partner van PGB krijgt als u komt te overlijden, is niet eenvoudig te zeggen. Het maakt uit wanneer u overlijdt, hoe het partnerpensioen is verzekerd en welke uitruilkeuze u bij pensionering heeft gemaakt. In de basisregeling is het partnerpensioen bij PGB voor de helft op opbouwbasis en voor de andere helft op risicobasis verzekerd. U spaart dus niet alleen voor ouderdomspensioen maar ook voor partnerpensioen. Tot 2006 werd 70% van het ouderdomspensioen voor partnerpensioen opgebouwd. Vanaf 2006 de helft daarvan. De risicopremie wordt betaald voor de verzekering van pensioen bij overlijden vóór pensionering.
19
Overlijden vóór pensionering Als u nog pensioen opbouwt bij PGB en komt te overlijden, ontvangt de partner standaard 70% van het ouderdomspensioen dat u op 65 jaar bij leven had kunnen bereiken. De berekening van het pensioen dat u nog op had kunnen bouwen, wordt gebaseerd op het gemiddelde salaris van de laatste drie jaar voorafgaande aan het jaar van overlijden.
Voorbeeld Frank is 40 jaar als hij overlijdt. Zijn partner Sandra (31) blijft achter. Frank werkte op het moment van overlijden al 20 jaar in de grafimediabranche. Zijn salaris bedroeg € 35.000, het opgebouwde ouderdomspensioen € 7.000. Wat kan Sandra aan partnerpensioen tegemoet zien? Er is een opgebouwd partnerpensioen en een op risicobasis verzekerd partnerpensioen. Het opgebouwde partnerpensioen bedraagt 35% van € 7.000 = € 2.450 per jaar. Het uit te keren risico partnerpensioen bedraagt 35% van € 7.000 = € 2.450. Bij elkaar opgeteld is dat € 4.900 per jaar. Het fonds gaat er verder vanuit dat Frank bij leven nog 25 jaar pensioen had kunnen opbouwen tot zijn 65e jaar. Frank had nog € 8.500 aan pensioen kunnen sparen. Door de risicoverzekering, ontvangt Sandra nog 70% van € 8.500 = € 5.950 per jaar. In totaal keert PGB in dit voorbeeld aan Sandra levenslang € 10.850 per jaar uit. Als er kinderen zijn, wordt ook wezenpensioen uitgekeerd. Sandra kan ook recht hebben op een Anw-uitkering van de overheid als er kinderen onder de 18 jaar worden verzorgd of als zij voor 45% of meer arbeidsongeschikt is.
Als u eerder een andere relatie bent aangegaan, kan het partnerpensioen lager uitvallen. In één van de volgende vragen wordt daarop ingegaan. Minder partnerpensioen wordt ook uitgekeerd wanneer bij een waardeovername door PGB geen of minder partnerpensioen is meegekomen. Overlijden ná VUT of pensionering Als u met de VUT bent of gepensioneerd en komt te overlijden, wordt het partnerpensioen berekend over alle jaren dat u bij PGB partnerpensioen heeft opgebouwd. Tot 1 januari 2006 bedroeg dat in de basisregeling 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen. Daarna de helft (35%) ervan.
Bij VUT of pensionering krijgt u de keus voorgelegd om een deel van het ouderdomspensioen uit te ruilen voor een (meer) partnerpensioen. Wie kiest voor herschikking van pensioen, kan desgewenst weer 70% van het ouderdomspensioen verzekeren voor partnerpensioen. Daarnaast biedt het fonds aan werknemers de mogelijkheid om in plaats van 35% toch 70% van het ouderdomspensioen voor partnerpensioen te blijven opbouwen. De premie daarvoor bedraagt 1,5% van de pensioengrondslag. U leest daar meer over in het hoofdstuk ‘Zelf kiezen’.
20
Voorbeeld Martin is 67 jaar als hij overlijdt. Zijn partner Eva (65) blijft achter. Martins ouderdomspensioen bedroeg € 15.000 bruto per jaar. Aan partnerpensioen is € 5.250 (= 35% van € 15.000) opgebouwd. Martin heeft bij pensionering niet een stuk van zijn pensioen gebruikt om het partnerpensioen te verhogen. Bij overlijden ontvangt Eva dus € 5.250 per jaar. Daarnaast ontvangt Eva (vanaf 65 jaar) de AOW voor alleenstaanden en eventueel het pensioen dat zij zelf heeft opgebouwd. In het geval dat Martin bij pensioneren wel zou hebben gekozen om een deel van zijn ouderdomspensioen uit te ruilen voor extra partnerpensioen, zou zijn ouderdomspensioen bijvoorbeeld zijn uitgekomen op € 13.770. Bij overlijden zou Eva dan levenslang € 9.639 ontvangen hebben.
En wat bij vertrek uit de branche? Na beëindiging van de deelname wordt bij overlijden standaard alleen het opgebouwde partnerpensioen uitbetaald. Als u uw pensioen niet meeneemt naar een volgende pensioenuitvoerder maar bij PGB laat staan, kunt u een deel van het ouderdomspensioen uitruilen voor extra partnerpensioen om uit te komen op 70%. Als dit voor u van belang is, neemt u dan direct na beëindiging van het dienstverband contact op met het pensioenfonds. Wanneer er na beëindiging van de deelname bij PGB sprake is van een loongerelateerde WW-uitkering, wordt bij overlijden standaard 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen aan partnerpensioen uitbetaald. Waarom is gekozen voor een lagere opbouw van partnerpensioen? Het volledig meeverzekeren van het partnerpensioen (70%) gebeurde in de veronderstelling dat de partner bij overlijden van de deelnemer geen eigen pensioen had. Steeds vaker is dat echter wel het geval. Het aantal tweeverdieners stijgt en het aantal alleenverdieners daalt. Bij overlijden na pensionering ontvangt de achterblijvende partner vanaf het 65e jaar naast de AOW voor alleenstaanden en het eigen ouderdomspensioen ook nog het partnerpensioen van PGB. In verhouding wordt dan relatief (te) veel partnerpensioen opgebouwd. Veel branches en bedrijven zijn er daarom toe overgegaan om het partnerpensioen geheel of gedeeltelijk op risicobasis te verzekeren.
Bij vertrek uit de branche kan uitruil van ouderdomspensioen plaatsvinden voor extra partnerpensioen. Neem dan contact op met PGB.
Is ook partnerpensioen verzekerd als na pensionering een relatie wordt aangegaan? Als de deelnemer ná pensionering trouwt of partnerschap laat registreren, heeft de partner geen recht op partnerpensioen. Krijgt een gewezen partner ook partnerpensioen? Als er bij huwelijk of scheiding niets anders is afgesproken, heeft een gewezen partner ook recht op een deel van het partnerpensioen. Het pensioenfonds
21
heeft het dan over een ‘bijzonder partnerpensioen’. Bij het beëindigen van de relatie wordt vastgesteld hoeveel aan partnerpensioen is opgebouwd. Alleen op die opgebouwde aanspraken wordt het bijzonder partnerpensioen gebaseerd. Na de scheiding of het verbreken van de samenwoning worden voor de gewezen partner geen aanspraken meer opgebouwd.
Als de deelnemer ná pensionering trouwt of partnerschap laat registreren, heeft de partner geen recht op partnerpensioen.
Als de deelnemer opnieuw een ‘officiële’ relatie aangaat, worden de aanspraken van de eerste partner in mindering gebracht op het partnerpensioen van de nieuwe partner. In ‘Bijzondere situaties en uw pensioen’ wordt uitgebreider ingegaan op de gevolgen van een scheiding voor het pensioen. Ontvangt de achterblijvende partner naast PGB-partnerpensioen ook nog een pensioen van de overheid? Naast het partnerpensioen van PGB kán voor een achterblijvende partner die jonger is dan 65 jaar, recht bestaan op een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw). Er bestaat recht op een uitkering als de partner geboren is vóór 1950, arbeidsongeschikt is of als kinderen onder de 18 jaar worden verzorgd. Als aan één van deze voorwaarden wordt voldaan, heeft de partner recht op een uitkering. Of die uitkering ook wordt uitbetaald, hangt af van het eigen inkomen van de partner. Om een al te grote terugval aan inkomen te voorkomen, kan het geheel of gedeeltelijk ontbreken van het wettelijk nabestaandenpensioen via PGB worden verzekerd. In het hoofdstuk ‘Zelf kiezen’ leest u daar meer over. Is uw partner, wanneer u overlijdt, 65 jaar of ouder, dan bestaat recht op de AOW-uitkering voor alleenstaanden. De Sociale Verzekeringsbank betaalt zowel de Anw- als de AOW-uitkering uit. Wanneer gaat het PGB-partnerpensioen precies in en wanneer stopt het? Bij overlijden vóór pensionering gaat het partnerpensioen in de maand van overlijden in. Bij overlijden ná pensionering in de maand volgend op de maand van overlijden. De uitkering stopt na de maand waarin de partner overlijdt. Er is dus sprake van een levenslange uitkering. Komen de kinderen van de overleden deelnemer in aanmerking voor een wezenpensioen? Ja. In principe komen alle kinderen voor wie in het levensonderhoud werd voorzien in aanmerking voor een wezenpensioen. Er wordt wel een leeftijdsgrens gehanteerd. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot de 18e verjaardag. Voor studerenden is de grens verlegd naar de 27e verjaardag. Aan hen wordt
22
wezenpensioen uitgekeerd zolang er aanspraak is op studiefinanciering of er een lening kan worden afgesloten bij de instantie die de studiefinanciering uitbetaalt. Hoe hoog is het wezenpensioen? Het wezenpensioen bedraagt 14% van het ouderdomspensioen. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als beide ouders zijn overleden. Het PGB keert maximaal voor vijf kinderen pensioen uit. Zijn er meer kinderen, dan wordt het beschikbare geld over de kinderen verdeeld. Wanneer gaat het wezenpensioen precies in en wanneer stopt het? Wanneer de deelnemer overlijdt, gaat het pensioen in. De maand waarin men 18 wordt, wordt nog uitbetaald. Voor studerenden wordt de maand waarin men 27 wordt nog uitbetaald. Hoe moet het partner- en wezenpensioen worden aangevraagd? Als de achterblijvende partner in Nederland woont, informeert de gemeente het pensioenfonds over het overlijden. Het fonds stuurt de aanvraagformulieren voor het partner- en/of wezenpensioen in dat geval zo snel mogelijk toe. Woont u in het buitenland? Dan moet de partner het fonds zelf op de hoogte brengen van het overlijden. Het aanvraagformulier wordt dan direct toegestuurd.
In principe komen alle kinderen voor wie in het levensonderhoud werd voorzien in aanmerking voor een wezenpensioen.
23
4
ZELF KIEZEN EN PENSIOENSPAREN
ZELF KIEZEN EN PENSIOENSPAREN
De pensioenregeling biedt diverse mogelijkheden om het pensioen af te stemmen op de persoonlijke omstandigheden. Kiezen kan tijdens de periode dat u pensioen opbouwt en vlak voor het moment waarop u geheel of gedeeltelijk met pensioen gaat. Welke keuzemogelijkheden zijn er in de tijd dat ik werk? U kunt ervoor kiezen om méér pensioen op te bouwen dan in de basisregeling het geval is. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn omdat: ■
■
■
■
■ ■
u als gevolg van allerlei oorzaken geen volledig pensioen haalt. Als u uitkomt op minder dan 40 pensioenjaren, kan er sprake zijn van een onvolledig pensioen. u te maken heeft met een echtscheiding of een verbroken geregistreerd partnerschap. Bij het verbreken van de relatie wordt het pensioen dat is opgebouwd tijdens de huwelijkse periode de periode van geregistreerd partnerschap in principe verdeeld. Voor de deelnemer blijft dan minder pensioen over tenzij anders is afgesproken. uw pensioenregeling een maximum pensioengevend salaris kent (in 2011 € 49.297,68). Let op: over het meerdere bouwt u in de basisregeling bij PGB geen pensioen op. u op grond van uw leeftijd te maken krijgt met het AOW-hiaat. Als u geboren bent in of na 1950 en een jongere partner heeft, mist u op het moment van pensionering, zolang de partner nog geen 65 is, een deel van de AOW. u aan het einde van de loopbaan een forse salarisstijging doormaakt. u eerder wilt stoppen met werken dan de standaardleeftijd van 65 jaar.
Heeft u te maken met een pensioentekort? Kijk op de website ww.mijnpgbpensioen.nl of bel 020-5418200.
Extra ouderdomspensioen In deze en vergelijkbare situaties kunt u tegen een achterstand in uw pensioen aanlopen. U kunt bij PGB uw pensioen aanvullen door middel van pensioensparen. In de brochure ‘PGB Pensioen Plus’ leest u er meer over. Partnerpensioen Plus In de basisregeling is de opbouw van het partnerpensioen met ingang van 2006 verlaagd: van 70% van het ouderdomspensioen naar 35%. Het partnerpensioen bij overlijden ná pensionering wordt daardoor lager. Als uw partner niet werkt of in deeltijd werkt, kunt u extra opbouw overwegen. U verzekert dan het ontstane verschil in de opbouw van het partnerpensioen bij. U komt voor uw partner dan weer uit op de 70% in plaats van 35% van het ouderdomspensioen. De premie bedraagt 1,5% van de pensioengrondslag. Anw-hiaat Er is nog een andere mogelijkheid om te zorgen voor uw partner indien u zou komen te overlijden voordat uw partner 65 jaar wordt: met de Anw-Plus verzekering (verzekering op risicobasis). Deze verzekering kan gezien worden als
25
een vangnet voor de achterblijvende partner die geen recht of slechts gedeeltelijk recht heeft op een wettelijk nabestaandenpensioen van de overheid. Het verlies van een stuk sociale zekerheid dat door de invoering van de Anw is ontstaan, kan met de Anw-Plus-verzekering eenvoudig worden opgevangen. Als er niets extra’s geregeld is, zullen veel nabestaanden een grote stap terug moeten doen. Vaak bent u voor een paar euro per maand al verzekerd voor een op de persoonlijke omstandigheden afgestemde jaarlijkse uitkering bij overlijden. Als u extra ouderdoms- of nabestaandenpensioen wilt verzekeren, zijn daarvoor binnen de fiscaal toegestane grenzen bij het PGB goede mogelijkheden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Klantenservice (020-5418200) of de website raadplegen.
Anw-Plus verzekering, vangnet voor de achterblijvende partner.
En hoe zit het met de keuzemogelijkheden vlak voor pensioneren? Tegen de tijd dat u met pensioen gaat, ontvangt u een uitgebreid pensioenoverzicht waarin alle van belang zijnde keuzemogelijkheden zijn uitgewerkt. Dat maakt het kiezen een stuk eenvoudiger. Voor de uitbetaling van uw pensioenuitkering kunt u – naast het standaard pensioen vanaf 65 jaar – kiezen uit een aantal varianten. Standaardpensioen Wie kiest voor het standaardpensioen krijgt vanaf het 65e jaar levenslang hetzelfde pensioen. Het ouderdomspensioen volgt verder de voorwaardelijke toeslagregeling van PGB. Bij overlijden ontvangt de partner het opgebouwde partnerpensioen (tot 1 januari 2006 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen vanaf 1 januari 2006 35%). Vervroegd pensioen6 U kunt in uw pensioenregeling in grote mate zelf bepalen wanneer u stopt met werken. De standaardleeftijd waarop u met pensioen kunt, is 65 jaar. U kunt het pensioen eerder in laten gaan. Dat wordt vervroegd pensioen genoemd. De pensioenleeftijd mag liggen tussen 55 en 65 jaar. Wanneer u besluit om af te wijken van de standaardleeftijd van 65 jaar, wordt de uitkering herrekend. Naarmate u eerder stopt, zal de uitkering lager zijn. Ten eerste omdat het pensioen langer wordt uitgekeerd en ten tweede omdat het aantal jaren dat u pensioen opbouwt, daalt. Vervroegd pensioen is voor deelnemers die niet meer gebruik kunnen maken van de Vut een alternatief om eerder te kunnen stoppen met werken. Wie eerder met pensioen wil, moet het dienstverband bij de werkgever wel geheel of gedeeltelijk beëindigen. 6. Als u geboren bent voor 1950 kunt u ook gebruikmaken van de mogelijkheid van pensioeninruil. U kunt dan een deel van het pensioen eerder opnemen om de VUT-uitkering, als u daar gezien uw leeftijd voor in aanmerking komt, aan te vullen. Maximaal 20% van het opgebouwde pensioen kan worden ingeruild. Een deel van het levenslange pensioen vanaf 65 jaar wordt dan omgezet in een tijdelijke uitkering. Die uitkering loopt dan vanaf het door u gewenste moment tot de maand waarin u met pensioen gaat. Of pensioeninruil voor u aantrekkelijk is, is erg afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden en uw financiële situatie. PGB heeft over pensioeninruil een aparte brochure uitgebracht. U vindt de brochure op de website.
26
Tijdelijk ouderdomspensioen Omdat u voor het 65e jaar nog geen AOW ontvangt, biedt PGB de mogelijkheid om uw pensioen daarvoor in te zetten. Bij deze keuze wordt een deel van het levenslange ouderdomspensioen omgezet in een tijdelijk ouderdomspensioen (een TOP-pensioen). Die uitkering loopt dan vanaf het door u gewenste moment tot de maand waarin u de AOW krijgt.
De deelnemer kan maximaal twee keer het AOW-bedrag voor een gehuwde voor tijdelijk ouderdomspensioen inzetten. Verder geldt dat maximaal 50% van het oorspronkelijke pensioenrecht voor vervroeging en/of TOP-pensioen kan worden gebruikt. Deeltijdpensioen Eerder stoppen met werken kan in deeltijd. De deelnemer blijft dan in overleg met de werkgever gedeeltelijk in loondienst, bouwt op grond daarvan pensioen op en gaat voor een deel met pensioen.
De standaardleeftijd waarop u met pensioen kunt, is 65 jaar. Het is mogelijk om het pensioen eerder in te laten gaan.
Uitgesteld pensioen Uitstellen van de pensioendatum kan ook. Het pensioen kan geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld. Uitstel van de pensioendatum is alleen mogelijk als de dienstbetrekking blijft bestaan. Een deelnemer kan in overleg met de werkgever de pensioendatum tot uiterlijk het 70e jaar uitstellen. Wie langer doorwerkt, ontvangt een hogere uitkering. Het fonds hoeft het pensioen immers gedurende kortere tijd uit te betalen. Het pensioen gaat in zodra de grens van 100% van het laatstverdiende loon is bereikt. Na het 65e jaar wordt er geen pensioen meer opgebouwd. Een deelnemer kan in overleg met de werkgever de pensioendatum tot uiterlijk het 70e jaar uitstellen. In bijlage III zijn de percentages weergegeven waarmee uw pensioen wordt verhoogd of verlaagd als u kiest voor uitstel of vervroeging van uw pensioen. Uitruil van partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen U kunt kiezen voor extra ouderdomspensioen in plaats van het partnerpensioen. Als u (en uw partner) afzien van het recht op partnerpensioen, ontvangt u in ruil daarvoor extra ouderdomspensioen. Het pensioenfonds biedt deze keuzemogelijkheid kostenneutraal aan. Het uit te ruilen pensioen wordt minder als een gewezen partner recht heeft op een deel van het partnerpensioen.
Alleenstaanden zullen altijd kiezen voor extra pensioen. Voor deelnemers met een partner ligt dat anders. Als voor uitruil gekozen wordt, ontvangt de partner bij overlijden van de deelnemer immers geen PGB-partnerpensioen meer. Als het partnerpensioen waarvan afstand wordt gedaan hoger is dan € 132,30 per maand, is een afstandsverklaring partnerpensioen nodig. Die vindt u op de website. De kosten voor het legaliseren van deze verklaring bij de notaris komen voor rekening van de deelnemer.
27
Uitruil van ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen U kunt kiezen om voor uw partner extra partnerpensioen te verzekeren. U ruilt daarvoor een deel van het ouderdomspensioen uit. Het pensioenfonds biedt deze keuzemogelijkheid kostenneutraal aan. Tegenover een lager ouderdomspensioen staat dan het recht op een hoger partnerpensioen. Met het inwisselen van ouderdomspensioen voor partnerpensioen maakt u het eventueel ontstane verschil in opbouw van partnerpensioen vóór 2006 (70%) en vanaf 2006 (35%) ongedaan. Voorbeeld U krijgt bij pensioneren de vraag voorgelegd of u en uw partner willen uitgaan van de bestaande verdeling tussen ouderdomspensioen en partnerpensioen of dat u uw pensioen wilt herschikken. In de eerste situatie (variant 1) bedraagt het ouderdomspensioen in dit voorbeeld bruto € 1.000 per jaar en het partnerpensioen 35% daarvan. In variant 2 wordt een deel van het ouderdomspensioen gebruikt om extra partnerpensioen te verzekeren. Het partnerpensioen komt daardoor uit op 70% van het ouderdomspensioen. variant 1: bestaande verdeling uitkering
brutopensioen per maand
uw ouderdomspensioen vanaf pensioendatum het partnerpensioen als u overlijdt
€ 1.000 € 350
Overwegingen voor keuzevariant 1: bestaande verdeling Wanneer uw partner een goed eigen inkomen heeft of heeft gehad en zelf pensioen opbouwt of heeft opgebouwd kan variant 1, de bestaande verdeling, een optie zijn. variant 2: uitruil van ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen op 65 jaar uitkering
brutopensioen per maand
uw ouderdomspensioen vanaf pensioendatum het partnerpensioen als u overlijdt
€ 918 € 643
Overwegingen voor keuzevariant 2: uitruil ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen U kunt voor variant 2, de uitruiloptie, kiezen als uw partner zelf geen of slechts een gering inkomen heeft of heeft gehad en op grond daarvan relatief weinig of geen pensioen opbouwt of heeft opgebouwd. Als u overlijdt, ontvangt uw partner bij de keuze voor variant 2 levenslang een hogere uitkering. Daar staat tegenover dat u vanaf uw pensioendatum een lager ouderdomspensioen ontvangt.
Gelijk overlevingspensioen Als u na pensionering komt te overlijden, krijgt de achterblijvende partner het opgebouwde partnerpensioen levenslang uitgekeerd. Het partnerpensioen is standaard een bepaald percentage van het ouderdomspensioen. Tot 2006 70%, daarna 35%. Het PGB-pensioen voor de partner is dus aanzienlijk minder dan het ouderdomspensioen. Echter overlijdt uw partner dan verandert het ouderdomspensioen niet en houdt u 100% van het ouderdomspensioen.
28
Indien u kiest voor een gelijk overlevingspensioen, wordt bij overlijden van de deelnemer óf de partner het pensioen in beide gevallen gelijk getrokken. Bij pensionering wordt dan 100% van het ouderdomspensioen uitbetaald en bij overlijden van de deelnemer of de partner wordt in beide gevallen op dit moment ongeveer 77,5% van het ouderdomspensioen uitbetaald. De gedachte hierachter is dat men toch samen voor het pensioen heeft gezorgd en dat het dan voor de hoogte van de pensioenuitkering geen verschil zou moeten maken wie van beiden het eerst overlijdt. Voorbeeld Voordat de berekening van het gelijk overlevingspensioen wordt gemaakt, wordt eerst het opgebouwde ouderdoms- en partnerpensioen omgezet in een verhouding 100% ouderdomspensioen en 70% partnerpensioen. Het oorspronkelijk recht van € 1.000 per maand ouderdomspensioen en € 350 partnerpensioen, wordt dus eerst omgerekend. Na omzetting bedraagt het ouderdomspensioen € 918 per maand en het partnerpensioen € 643. Daarna wordt het gelijk overlevingspensioen berekend. uitkering na uitruil
brutopensioen per maand
uw ouderdomspensioen vanaf pensioendatum het partnerpensioen als u overlijdt
€ 918 € 643
Toelichting: als de deelnemer overlijdt, ontvangt de partner in dit voorbeeld € 643 per maand. Overlijdt de partner dan houdt de deelnemer het ouderdomspensioen van € 918 per maand. gelijk overlevingspensioen
brutopensioen per maand
uw ouderdomspensioen vanaf pensioendatum gelijk overlevingspensioen als u overlijdt gelijk overlevingspensioen als uw partner overlijdt
€ 918 € 711 € 711
Toelichting: als de deelnemer overlijdt, ontvangt de partner in dit voorbeeld € 711 per maand. Overlijdt de partner dan daalt ook het pensioen voor de deelnemer van € 918 per maand naar € 711 per maand.
Getrapt pensioen Bij getrapt pensioen kunt u de hoogte van het ouderdomspensioen in de tijd variëren. Bijvoorbeeld eerst een hoge uitkering en daarna een lage. Of omgekeerd. Ook de partner van een overleden deelnemer kan van getrapt pensioen gebruikmaken. De eerste trap of periode beslaat minimaal vijf jaar. De uitkeringshoogte wordt vastgesteld (met een veelvoud van 5%) en de laagste uitkering mag niet minder zijn dan 75% van de hoogste pensioenuitkering.
U maakt de keuze voor een uitbetalingsvariant een paar maanden voor uw pensioneren. Om het financiële effect van de keuzemogelijkheden op uw pensioen na te kunnen gaan, kunt u de pensioenplanner op de website raadplegen.
29
5 BIJZONDERE SITUATIES EN BEËINDIGING DEELNEMING
BIJZONDERE SITUATIES EN BEËINDIGING DEELNEMING
Zolang u in de grafimediabranche werkt en deelnemer bent, loopt de pensioenopbouw gewoon door. Maar wat gebeurt er met uw pensioen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, VUT en verlofsituaties? Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik ziek word? De eerste twee jaar dat u ziek bent, loopt de pensioenopbouw voor 100% door. De gebruikelijke premieverdeling tussen werkgever en deelnemer blijft van toepassing. De pensioenopbouw wordt gebaseerd op het loon dat voorafgaand aan de ziekte werd genoten. En als ik daarna arbeidsongeschikt word? Als u arbeidsongeschikt wordt verklaard, heeft u recht op gedeeltelijke premievrije opbouw van pensioen. De pensioenpremie wordt dan door PGB betaald. De premievrije opbouw is begrensd op 70%7. De pensioenopbouw staat in verhouding tot de mate van arbeidsongeschiktheid.
Premievrije opbouw De premievrije opbouw wordt als volgt toegepast: Bij een arbeidsongeschiktheid van:
Als u arbeidsongeschikt wordt verklaard, heeft u recht op gedeeltelijke premievrije opbouw van pensioen.
bedraagt de premievrije pensioenopbouw:
15 - 25% 25 - 35%
14% 21%
35 - 45% 45 - 55% 55 - 65% 65 - 80% 80 - 100%
28% 35% 42% 50% 70%
Toelichting: Als u voor 50% arbeidsongeschikt bent of wordt, zal het pensioenfonds de pensioenopbouw voor 35% premievrij voortzetten. Bij een arbeidsongeschiktheid van 80 – 100% is de premievrije voortzetting 70%. Deze premie wordt door het fonds betaald. De opbouw wordt gebaseerd op het gemiddelde salaris over de drie jaar voorafgaande aan het eerste jaar van ziekte. Voor deelnemers die op grond van de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen een uitkering ontvangen, zijn uitsluitend de categorieën vanaf 35% van toepassing.
Blijft u gedeeltelijk werken dan wordt over het loon uit de dienstbetrekking gewoon pensioen opgebouwd en pensioenpremie betaald.
7. De begrenzing van premievrije pensioenopbouw tot 70% geldt niet voor de opgebouwde aanspraken tot 1 januari 2006. Deze eerder toegekende aanspraken blijven onaangetast.
31
Ik was al gedeeltelijk arbeidsongeschikt toen ik in de grafimediabranche kwam werken. Maakt dat wat uit? PGB gaat er dan vanuit dat de premievrije opbouw door een andere pensioenuitvoerder wordt betaald. Raakt u voor een hoger percentage arbeidsongeschikt, dan heeft u over dat meerdere recht op premievrije opbouw bij PGB. En bij vertrek uit de grafimediabranche? Bij vertrek uit de grafimediabranche blijft PGB de premievrije pensioenopbouw verzorgen. Als de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van de deelname afneemt, neemt ook de premievrije opbouw bij PGB af. Neemt de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van de deelname toe, dan blijft de premievrije opbouw bij PGB onveranderd. PGB gaat ervan uit dat de nieuwe pensioenuitvoerder het risico op verdere invalidering overneemt.
Bij gebruikmaking van ouderschapsverlof op grond van de wet of cao wordt de pensioenopbouw volledig voortgezet.
Wat gebeurt er met mijn pensioenopbouw als ik werkloos word? De pensioenopbouw stopt bij beëindiging van de deelname als gevolg van werkloosheid. Bij werkloosheid kunt u de pensioenopbouw op bepaalde voorwaarden wel voor eigen rekening voorzetten. U leest daar meer over in het hoofdstuk ‘Over beëindiging deelneming’. Als u overlijdt tijdens de periode dat een loongerelateerde WW-uitkering wordt ontvangen, wordt het partnerpensioen gebaseerd op 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen. De financiering van de pensioenvoortzetting voor werkloze deelnemers door de stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) is met in gang van 2011 vervallen. Vanaf 1 januari 2010 was de uitbetaling van de FVP-bijdrage voor werknemers die werkloos werden in 2010, al opgeschort tot uiterlijk eind 2013. Als het FVP over onvoldoende geld beschikt, wordt een gedeeltelijke bijdrage en dus een gedeeltelijke voortzetting toegekend. Wat gebeurt er met mijn pensioenopbouw als ik gebruik wil maken van de VUT? Als u gebruikmaakt van de VUT stopt de pensioenopbouw. De opbouw kunt u voor eigen rekening voortzetten. U leest daar meer over in het hoofdstuk ‘Over beëindiging deelneming’.
32
Loopt de pensioenopbouw door tijdens het ouderschapsverlof? Ja. Bij gebruikmaking van ouderschapsverlof op grond van de wet of cao wordt de pensioenopbouw volledig voortgezet. De premie voor de pensioenopbouw die u door het verlof mist, betaalt het pensioenfonds. U en uw werkgever moeten de verlofperiode dan wel doorgeven aan het pensioenfonds.
Van zorgverlof (onbetaald of gedeeltelijk onbetaald) is sprake wanneer de werkzaamheden in dienstbetrekking worden onderbroken om een ernstig ziek gezinslid of familielid te verzorgen. Educatief verlof is een onbetaalde of gedeeltelijk onbetaalde onderbreking in de werkzaamheden om via opleiding en scholing de kennis en de vaardigheden te verwerven die van belang zijn voor een huidige of toekomstige functie. Via levensloopverlof kunnen werknemers na daarvoor gespaard te hebben, gedurende kortere of langere tijd onbetaald verlof opnemen. Het levenslooptegoed kan ook worden benut om eerder dan met 65 jaar te stoppen met werken.
En bij levensloopverlof of zorg- en educatief verlof? De opbouw van het ouderdomspensioen loopt tijdens het levensloopverlof en zorg- of educatief verlof niet door tenzij uw werkgever en u dit met het pensioenfonds regelen. Wel zijn PGB-deelnemers verzekerd voor het risico van arbeidsongeschiktheid en overlijden. Als degene die van de regeling gebruikmaakt tijdens het verlof volledig arbeidsongeschikt raakt, loopt de pensioenopbouw (na twee jaar ziekte) voor 70% premievrij door. Bij overlijden tijdens verlof ontvangt de partner partnerpensioen. De jaren die de deelnemer nog had kunnen opbouwen tot zijn 65e jaar, tellen dan ook mee voor de berekening van de uitkering. Wat gebeurt er met de opgebouwde pensioenaanspraken als deelnemer en partner uit elkaar gaan? Bij beëindiging van de relatie wordt het ouderdomspensioen en het opgebouwde partnerpensioen verdeeld tenzij u dat anders vastlegt in een echtscheidingsconvenant of beëindigingsakte. Verdeling ouderdomspensioen Bij een scheiding op of na 1 mei 1995 wordt het ouderdomspensioen dat is opgebouwd tijdens de relatie, het kan dan gaan om een huwelijk of om een geregistreerd partnerschap, verdeeld. U kunt de uitbetaling van het ouderdoms-
33
pensioen dat aan de gewezen partner toekomt door het pensioenfonds laten verzorgen. U moet dat wel binnen twee jaar na beëindiging van de relatie kenbaar maken bij het pensioenfonds. Dat kan met het formulier ‘Mededeling van scheiding in verband met de verdeling van het ouderdomspensioen’. Het formulier vraagt u aan bij het Ministerie van Justitie tel. 0800-8051. Verdeling partnerpensioen Naast het ouderdomspensioen wordt ook het opgebouwde partnerpensioen verdeeld. Het recht van de gewezen partner op het partnerpensioen wordt het bijzonder partnerpensioen genoemd. De aanspraken van de gewezen partner worden gebaseerd op het partnerpensioen dat is opgebouwd vanaf het moment van deelname aan de PGB-regeling tot en met de datum van echtscheiding. Dit geldt ook voor ongehuwd samenwonenden waarvan de partner is aangemeld en ingeschreven voor verzekering van het partnerpensioen. Bij overlijden van de deelnemer keert het pensioenfonds het bijzonder partnerpensioen aan de gewezen partner uit.
Op de website treft u onder ‘Reken Zelf’ de planner ‘Scheiding en pensioen’ aan. Daarmee kunt u de effecten van een scheiding op uw PGB-pensioen nagaan.
Reken zelf Scheiding en Pensioen SCHEIDING EN PENSIOEN Wanneer een relatie verbroken wordt moet er veel geregeld worden. Hoewel pensioen niet het eerste is waaraan gedacht wordt, zullen ook daar afspraken over gemaakt moeten worden. Want uit elkaar gaan heeft meestal verstrekkende gevolgen voor uw pensioensituatie en die van uw gewezen partner. Met deze planner kunt u de effecten op uw PGB-pensioen globaal nalopen en een juiste beslissing over de verdeling van uw pensioen en de verdere afwikkeling ervan nemen. Leest u voordat u verder gaat nog even de uitgangspunten door. Voor de verdeling van het pensioen is het moment van belang waarop de relatie officieel beëindigd is. Geef aan wanneer dat bij u het geval is. ● ● ●
Reken zelf
Home
34
Beëindiging relatie voor 27 november 1981 Beëindiging relatie in de periode 27 november 1981 tot 1 mei 1995 Beëindiging relatie op of na 1 mei 1995
Meer informatie Bij scheidingen vóór 1 mei 1995 gelden andere regels. Het pensioenfonds heeft over de regelingen vóór en na 1 mei 1995 brochures ‘Einde relatie en pensioen’ uitgebracht. U vindt ze op de website. Op de website treft u onder ‘Reken Zelf’ ook de planner ‘Scheiding en Pensioen’ aan. Daarmee kunt u de effecten van een scheiding op uw PGB-pensioen nagaan.
Pensioenoverzicht ter oriëntatie PGB biedt deelnemers als extra service de mogelijkheid om een pensioenopgave in verband met de verdeling aan te vragen. De opgave kan gebruikt worden ter oriëntatie op een eventuele verdeling, om de contante waarde vast te stellen als u uw pensioen in de boedelscheiding wilt betrekken of om vast te stellen welk deel van het pensioen u vanaf 65 jaar moet uitbetalen aan uw gewezen partner. Het tarief voor deze opgave bedraagt in 2011 eenmalig € 50.
35
OVER BEËINDIGING DEELNEMING
Als u buiten de grafimediabedrijfstak gaat werken of om een andere reden niet meer deelneemt, stopt de pensioenopbouw bij PGB. U bent dan gewezen deelnemer. Drie maanden na beëindiging van de deelname ontvangt u een overzicht van het opgebouwde pensioen. Aan u wordt gevraagd wat er verder met uw pensioen moet gebeuren.
Onder bepaalde voorwaarden kan de deelname bij vertrek uit de branche worden voortgezet.
Wat kan ik van het pensioenfonds verwachten wanneer ik van werkgever wissel? Wanneer wij van uw voormalige (grafische) werkgever doorkrijgen dat u er niet meer in dienst bent, wordt de deelname aan PGB stopgezet. Als PGB geen aanmelding voor deelname van een nieuwe werkgever ontvangt, wordt na 3 maanden een brief verstuurd met een overzicht van uw opgebouwde ouderdomspensioen en opgebouwd partnerpensioen, informatie over de toeslagregeling, waardeoverdracht, individuele voortzetting van pensioen en over de uitruilkeuze voor het geval u besluit om uw pensioen niet mee te nemen maar achter te laten bij PGB. Wat moet ik bij beëindiging van de deelname doen? Bij het stopzetten van de deelname, is het belangrijk dat u eerst nagaat wat er met uw pensioen moet gebeuren. Neemt u het mee naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever of laat u het staan bij PGB. Overleg met de nieuwe uitvoerder. Die kan u informeren of het voor u voordelig is om uw pensioen mee te nemen. Het is aan u om via uw nieuwe pensioenuitvoerder een verzoek tot waardeoverdracht te doen. Doe dat wel binnen zes maanden nadat u bent gaan deelnemen en als u een partner heeft in overleg met uw partner want die moet instemmen met de overdracht van het partnerpensioen. Een eventuele gewezen partner hoeft niet in te stemmen. Deze aanspraken blijven altijd achter bij PGB. Wat gebeurt er als ik mijn pensioen bij PGB laat staan? Als gewezen deelnemer houdt u recht op het al opgebouwde pensioen en volgt u de toeslagregeling van het fonds. Wanneer u besluit om uw pensioen bij PGB te laten staan, willen we van u weten in welke verhouding uw ouderdomspensioen en het pensioen voor uw partner moet worden vastgelegd. U kunt ervoor kiezen om, indien nodig, een deel van het ouderdomspensioen te gebruiken voor verhoging van het partnerpensioen. Na uitruil kan de partner dan, als u overlijdt, rekenen op 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen. Verder kunt u aangeven hoe u voortaan over de ontwikkelingen van uw pensioen geïnformeerd wilt worden.
36
Kunnen de opgebouwde aanspraken ook worden afgekocht? PGB heeft als beleid om kleine pensioenen die niet worden meegenomen naar een nieuwe uitvoerder twee jaar na de beëindiging van de deelname af te kopen. Bij afkoop wordt de waarde van het pensioen in één bedrag uitbetaald. Afkoop vindt plaats als de pensioenaanspraken minder bedragen dan € 427,29 bruto per jaar (2011). De verwachte afkoopwaarde wordt in dat geval ook opgenomen in het meegestuurde pensioenoverzicht. Als u aan de voorwaarden voldoet, kunt u de afkoop het snelst via mijnpgbpensioen.nl afhandelen. Ook bij pensionering, scheiding en overlijden wordt het pensioen, als het om kleine bedragen gaat, standaard afgekocht. Kan ik de deelname aan PGB zelf voortzetten? Wanneer uw deelname aan het pensioenfonds wordt beëindigd en u geen nieuwe werkgever heeft waar u pensioen opbouwt en geen recht heeft op een bijdrage van het FVP, kunt u uw deelname tijdelijk voortzetten. Voortzetten van de pensioenopbouw is in de regel mogelijk voor maximaal drie jaar. U betaalt dan zowel de werkgevers- als de werknemerspremie. U kunt blijven deelnemen als: ■ ■
■ ■
■
PGB heeft als beleid om kleine pensioenen die niet worden meegenomen naar een nieuwe uitvoerder twee jaar na beëindiging van de deelname af te kopen.
u minimaal drie jaar voorafgaande aan de voortzetting heeft deelgenomen; tegelijkertijd niet ook een andere (collectieve) pensioenregeling van toepassing is; de deelname aan de pensioenregeling ongewijzigd doorloopt; de ingangsdatum van de voortzetting minimaal drie jaar voor de pensioendatum ligt; het verzoek tot voortzetting binnen drie maanden na beëindiging van het dienstverband is doorgegeven aan het pensioenfonds en binnen 9 maanden na beëindiging van de dienstbetrekking is gestart.
37
EN 6 KLACHTEN GESCHILLEN, AANVRAGEN VAN PENSIOEN EN MEER INFORMATIE
OVER KLACHTEN EN GESCHILLEN
PGB kent een klachten- en een geschillenregeling. Een klacht gaat over de manier waarop u bent behandeld en een geschil heeft betrekking op de manier waarop de pensioenregeling wordt toegepast. Waar kan ik met klachten over de dienstverlening terecht? Als pensioenfonds hechten wij veel waarde aan een correcte behandeling van onze deelnemers. Met klachten over de dienstverlening kunt u zich in eerste instantie wenden tot het pensioenfonds. U stuurt uw klacht naar Pensioenfonds PGB ter attentie van de klachtenadministratie, Postbus 7855, 1008 CA, Amsterdam. Geef in uw brief de klacht weer en vergeet uw registratienummer bij PGB, uw adres, telefoonnummer e.d. niet te vermelden. Binnen twee werkdagen krijgt u een ontvangstbevestiging met de uiterste datum waarop schriftelijk zal worden gereageerd. In de regel is dat twee weken. Als het langer gaat duren, ontvangt u tussentijds bericht. Mocht u het niet eens zijn met de gekozen oplossing, dan kunt u uw klacht binnen twee maanden na ontvangst van de reactie voorleggen aan de Klachtencommissie PGB. U richt uw klacht dan aan de Klachtencommissie PGB ter attentie van de secretaris van de commissie, kantoorgebouw ‘de Gelder’, A.J. Ernststraat 595-H, 1082 LD, Amsterdam. In de klachtencommissie zitten twee leden van het bestuur van het pensioenfonds: een werknemersbestuurslid en een werkgeversbestuurslid. De commissie neemt binnen twee maanden na ontvangst van uw klacht een beslissing. Waar kan ik terecht als ik het niet eens ben met de manier waarop de pensioenregeling wordt toegepast? U kunt een geschil over de uitvoering van de pensioenregeling in eerste instantie voorleggen aan het pensioenfonds. U stuurt de omschrijving van uw geschil naar Pensioenfonds PGB ter attentie van de geschillenadministratie, Postbus 7855, 1008 CA, Amsterdam. Geef in uw brief het geschil weer en vergeet uw registratienummer bij PGB, uw adres, telefoonnummer e.d. niet. Binnen twee werkdagen krijgt u een ontvangstbevestiging met de uiterste datum waarop schriftelijk zal worden gereageerd. In de regel is dat vier weken. Als het langer gaat duren, ontvangt u tussentijds bericht. Mocht u het niet eens zijn met de uitkomst, dan kunt u het geschil voorleggen aan het bestuur van PGB. Stuur uw brief naar Pensioenfonds PGB ter attentie van het bestuur onder vermelding van geschil, kantoorgebouw ‘de Gelder’, A.J. Ernststraat 595D, 1082 LD, Amsterdam.
39
Als u het ook met de beslissing van het bestuur niet eens bent, kunt u uw bezwaarschrift binnen zes weken na de beslissing van het bestuur richten aan de onafhankelijke Commissie van Bezwaar van het PGB. De commissie bestaat uit vier leden die zijn benoemd door werkgevers- en werknemersorganisaties. U dient uw bezwaar dan in bij Kennedy Van der Laan, t.a.v. de Commissie van Bezwaar PGB, Postbus 58188, 1040 HD Amsterdam. Waar kan ik heen als ik het niet eens ben met de uitkomst? Mocht u het niet eens zijn met de uitkomst van de Klachtencommissie of de Commissie van Bezwaar, dan kunt u uw klacht of uw geschil nog voorleggen aan de Ombudsman Pensioenen (telefoon 070 - 3338999) en de bevoegde rechter. De Ombudsman behandelt klachten over de uitvoering van de pensioenregeling, niet over de inhoud van het reglement. Als bemiddelaar zoekt hij naar een redelijke en billijke oplossing.
AANVRAGEN VAN PENSIOEN EN MEER INFORMATIE
Hoe verloopt de aanvraag voor het pensioen? Een paar maanden voordat u 65 wordt, sturen wij u een formulier waarmee het ouderdomspensioen kan worden aangevraagd en kan worden aangegeven hoe het pensioen moet worden uitbetaald. Tegelijkertijd ontvangt u een overzicht van het opgebouwde ouderdomspensioen, het partnerpensioen en de relevante keuzemogelijkheden waarvan u gebruik kunt maken. In het geval van vervroeging van pensioen informeert u het pensioenfonds minimaal vier maanden voor de voorgenomen pensioendatum. Bij overlijden van de deelnemer dient het fonds zo snel mogelijk op de hoogte gebracht te worden. De formulieren voor de aanvraag van het partnerpensioen en het wezenpensioen worden dan direct toegestuurd. Meer informatie? Mocht u na het lezen van deze brochure nog vragen hebben, dan helpen wij u graag verder. Voor meer informatie over de pensioenregeling of uw persoonlijke situatie kunt u ons bellen, e-mailen of schrijven. U kunt natuurlijk ook terecht op onze website. De internetsite biedt veel informatie, actueel nieuws en mogelijkheden om uw pensioen te berekenen. De afdeling Klantenservice is iedere werkdag tussen 8.00 en 17.00 uur bereikbaar via (020) 5418200 of via
[email protected]. U kunt het telefoonnummer of emailadres ook gebruiken voor het aanvragen van brochures, informatie over het pensioenfonds, het pensioenreglement en het gevoerde (beleggings)beleid, het jaarverslag en het uitvoeringsreglement. Deze informatie is ook te vinden op de website van het pensioenfonds.
Bezoekadres Pensioenfonds PGB Zwaansvliet 3 1081 AP Amsterdam
Correspondentieadres Pensioenfonds PGB Afdeling Klantenservice Postbus 7855 1008 CA Amsterdam Telefoon: 020 - 5418200 Internet: www.pensioenfondspgb.nl en www.mijnpgbpensioen.nl
41
7 BIJLAGEN
Bijlage I: OVER DE ORGANISATIE EN HET BESTUUR VAN HET PENSIOENFONDS PGB verzorgt de pensioenregeling voor werknemers en gewezen werknemers die werken of gewerkt hebben in de grafimedia en uitgeverij. Het fonds is in 1953 door werkgevers en werknemers opgericht om werknemers en hun gezinnen te verzekeren van een goed pensioen bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd of bij overlijden van de deelnemer. Belangrijke elementen van de regeling zijn: Solidariteit en geen winstoogmerk Bij PGB wordt bij deelname geen rekening gehouden met gezondheidsrisico’s van het individu. Iedereen die aan de pensioenregeling deelneemt, man of vrouw, ziek of gezond, oud of jong, meer of minder verdienend, is verzekerd en betaalt hetzelfde percentage aan pensioenpremie. Het risico wordt zo gespreid en gezamenlijk gedeeld. Het fonds heeft geen winstoogmerk. Daardoor komen de beleggingsopbrengsten onder aftrek van kosten direct ten goede aan de deelnemers.
PGB heeft de verplichting om voor haar (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden de uitbetaling van het pensioen ook op lange termijn te kunnen verzorgen. Daarnaast streeft het fonds ernaar om de toeslagambitie, het waardevast houden van pensioenen, mogelijk te maken uit de beleggingsopbrengsten. Om de verplichting tot het kunnen uitbetalen van de pensioenen en de ambitie om het op peil te houden, te kunnen realiseren, moeten de beleggingsopbrengsten op de lange termijn en binnen verantwoorde risico’s worden geoptimaliseerd. PGB moet daarvoor met haar beleggingen op de financiële markten risico aangaan. Uitkeringsovereenkomst op basis van flexibele middelloonregeling De uiteindelijk te bereiken pensioenuitkering is een afspiegeling van het tijdens de loopbaan gemiddeld verdiende brutoloon. Het PGB-pensioen is flexibel. Het fonds biedt binnen fiscaal toegestane grenzen diverse mogelijkheden om het pensioen aan te vullen. En ook bij de uitbetaling van pensioen, kan de deelnemer uit meerdere varianten kiezen. Pensioenfondsbestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling zoals vastgelegd in de statuten en reglementen. De werkgevers- en werknemersorganisaties uit de branches waarvoor PGB werkt (KVGO, FNV KIEM, CNV Media en de NVJ) vaardigen leden af voor het bestuur. Tot de bestuurstaken behoren onder meer het vaststellen van de hoogte van de premie, het bepalen van de inhoud en eventuele wijzigingen in de pensioenregeling en de vaststelling van het beleggings- en het communicatiebeleid.
43
Het bestuur werkt volgens een model waarbij bestuursleden gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de besturing van het fonds. Ieder bestuurslid heeft daarnaast een portefeuille met een eigen aandachtsgebied en een tweede aandachtsgebied om de continuïteit en de kwaliteit van de besluitvorming te waarborgen. De belangrijkste aandachtsgebieden zijn bestuurlijke zaken, juridische zaken, vermogensbeheer, risicomanagement, pensioeninhoudelijke zaken, financiële & actuariële zaken, uitbesteding en communicatie. De actuele samenstelling van het bestuur vindt u op de website. Het bestuur wordt ondersteund door een bestuursbureau. Het bureau verzorgt het bestuurssecretariaat, de beleidsvoorbereiding en de monitoring van de uitvoeringsorganisatie. Jaarlijks brengt het bestuur de ontwikkelingen binnen het fonds in beeld via een jaarverslag. Dat jaarverslag vindt u op de website. Het fonds geeft ook een populaire samenvatting van het verslag uit. Toezicht Onafhankelijke pensioenexperts houden in een zogenaamde ‘Visitatiecommissie’ toezicht op het functioneren van het bestuur. De commissie beoordeelt tenminste eens in de drie jaar het functioneren van (het bestuur van) het pensioenfonds. Verantwoordingsorgaan Over het gevoerde beleid en de naleving van de principes van goed pensioenfondsbestuur wordt verantwoording afgelegd. Dit vindt plaats in het overleg tussen het bestuur en het Verantwoordingsorgaan. In dit orgaan zijn de deelnemers, de pensioengerechtigden en de werkgevers vertegenwoordigd. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het uitgevoerde beleid en over de beleidskeuzes voor de toekomst. De leden worden voorgedragen door werknemers- en werkgeversorganisaties uit de branche en samenwerkende ouderenorganisaties (CSO). Medezeggenschap in Deelnemersraad PGB Het bestuur PGB pleegt verder voor wat betreft het beleid van het pensioenfonds minimaal twee keer per jaar overleg met de Deelnemersraad PGB. Het gaat dan vooral om adviesaanvragen in verband met wijzigingen in statuten en reglementen en de vaststelling van het jaarverslag. De Deelnemersraad kan binnen haar wettelijke bevoegdheden ook ongevraagd advies uitbrengen. In de raad nemen vertegenwoordigers van werknemers en pensioengerechtigden zitting. De leden worden voorgedragen door de werknemersorganisaties in de branche. Tevens is een afgevaardigde van de Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (het CSO) lid van de Raad.
44
Omgeving pensioenfonds De positie van het pensioenfonds in relatie tot haar omgeving is tot slot in het schema weergegeven.
Deelnemersraad PGB Bestuur Verantwoordingsorgaan
Bestuursbureau Commissie van Bezwaar
pensioenontvangers deeelnemers
Visitatiecommissie
De Nederlandsche Bank Pensioenfonds PGB Autoriteit Financiële Markten
Klachtencommissie
werkgevers actuaris klantenpanel
uitvoeringsorganisatie
accountant
Toelichting positie: het bestuur, dat wordt ondersteund door het Bestuursbureau, overlegt met het Verantwoordingsorgaan, de Visitatiecommissie, de Deelnemersraad en de uitvoeringsorganisatie. De uitvoeringsorganisatie zorgt er, onder verantwoordelijkheid van het pensioenfonds voor, dat uw gegevens geregistreerd staan, de pensioenpremie geïnd en belegd wordt, dat u tijdig en begrijpelijk geïnformeerd wordt en dat u uiteindelijk over een pensioenuitkering kunt beschikken. Het pensioenfonds staat onder financieel toezicht van De Nederlandsche Bank. De Autoriteit Financiële Markten houdt toezicht op de communicatie-uitingen. Het klantenpanel toetst en adviseert over de begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie.
45
Bijlage II:
RICHTLIJN BESLUITVORMING TOESLAGVERLENING (= INDEXATIE) PGB probeert ieder jaar uw pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling. Dit wordt toeslagverlening genoemd. Toeslagen worden voorwaardelijk gegeven. Er is dus geen recht op toeslagverlening en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen kunnen worden gegeven. Er is geen geld voor gereserveerd of extra premie voor gevraagd. De toekomstige verhogingen van uw pensioen worden betaald uit het beleggingsrendement. Dat brengt met zich mee dat de pensioenen alleen dan kunnen worden aangepast als het bestuur vindt dat de financiële middelen van het fonds daarvoor toereikend zijn. Voor het antwoord op de vraag of er voldoende financiële middelen voor toeslagverlening zijn, toetst het bestuur jaarlijks de dekkingsgraad van het fonds aan een afgesproken richtlijn. Met de Richtlijn Besluitvorming Toeslagverlening krijgt u als deelnemer inzicht in de mogelijke ontwikkeling van de toeslagverlening. Het bestuur kan in positieve of negatieve zin afwijken van het advies van de richtlijn als de omstandigheden daar aanleiding toe geven. Bovendien is de richtlijn niet statisch. Onder invloed van financiële ontwikkelingen kan bijstelling nodig zijn. De huidige richtlijn ziet er als volgt uit:
Bij een dekkingsgraad van:
kan de volgende toeslag worden verleend:
tot 120% van 120% tot 130% van 130% tot 140% van 140% tot 150% van 150%
geen toeslag gedeeltelijke prijsinflatie over een maximum van 4% 100% prijsinflatie met maximum van 4% 100% prijsinflatie zonder maximum 100% prijsinflatie zonder maximum + inhaaltoeslag + grafimedialoonindex
Toelichting: de streefdekkingsgraad van PGB is 150%. Ligt de dekkingsgraad van het fonds onder de 120%, dan adviseert de richtlijn de pensioenen niet te verhogen. Vanaf 120% tot 130% zou gedeeltelijke verhoging van de pensioenen mogelijk zijn en vanaf 130% volledige aanpassing met een maximum van 4,00%. Als de prijzen in een jaar met 2,00% stijgen, geeft de richtlijn bij een dekkingsgraad van 125% aan dat het pensioen met 50% van 2,00% = 1,00% zou kunnen stijgen. Bedraagt de dekkingsgraad bijvoorbeeld 121% dan zou 10% van 2,00% = 0,20% aan verhoging gegeven kunnen worden. Wanneer de dekkingsgraad het niveau van 140% heeft bereikt, kan het bestuur besluiten tot volledige toeslagverlening waarbij het maximum wordt losgelaten. Indien de dekkingsgraad minimaal 12 maanden achtereen boven de 150% uitkomt, adviseert de richtlijn tot het inhalen van in het verleden gemiste verhogingen en/of tot aanpassing van het pensioen op basis van de cao-loonstijging. Om voor inhaaltoeslag in aanmerking te komen, moet de deelnemer of de pensioengerechtigde zowel op het moment dat de toeslag niet werd verleend als op het moment van inhalen bij het fonds ingeschreven zijn. De achterstand die als eerste is ontstaan, wordt ook als eerste weer ingehaald. Het recht op inhaaltoeslag vervalt 20 jaar na het ontstaan van de achterstand. Het gaat om achterstanden die zijn ontstaan na 2003.
46
Ambitie PGB Het leven wordt steeds duurder. PGB streeft ernaar om uw pensioen daarom waardevast (100% van de prijsinflatie) te houden. Het financiële beleid van het fonds is zo ingericht dat een dekkingsgraad bereikt zou kunnen worden, waarop naar verwachting volledige toeslagverlening mogelijk is. De streefdekkingsgraad bedraagt 150%. Voor iedere voor pensioen uit te keren euro is dan € 1,50 in kas. Dat geld is nodig om beleggingsrisico’s op te kunnen vangen en om de pensioenen op peil te kunnen houden. Wanneer het bestuur oordeelt dat er ruimte is om de opgebouwde aanspraken en pensioenuitkeringen geheel of gedeeltelijk aan te passen, wordt het consumentenprijsindexcijfer (cpi augustus alle huishoudens) van het Centraal Bureau voor de Statistiek gevolgd. Dat geeft de prijsontwikkeling weer van een pakket goederen en diensten die huishoudens aanschaffen voor consumptie. De gemiddeld gewogen dekkingsgraad over de maanden juli, augustus en september wordt daarbij als referentie genomen om het advies voor toeslagverlening op te stellen. De dekkingsgraad van eind juli telt daarbij één keer mee, die van augustus twee keer en die van september drie keer.
47
Bijlage III:
UW PENSIOEN BIJ VERVROEGING OF UITSTEL VAN DE PENSIOENDATUM U kunt in uw pensioenregeling in grote mate zelf kunt bepalen wanneer u stopt met werken. De standaardleeftijd waarop u met pensioen kunt, is 65 jaar. Het is mogelijk om het pensioen eerder in te laten gaan. Dat wordt vervroegd pensioen genoemd. Daarnaast is ook uitstel van pensioen mogelijk. De pensioenleeftijd mag liggen tussen 55 en 70 jaar. De percentages waarmee uw pensioen verlaagd dan wel verhoogd wordt, zijn in deze bijlage opgenomen. Om het financiële effect van vervroeging of uitstel op uw pensioen na te kunnen gaan, kunt u de pensioenplanner raadplegen. Eerst laten we het resultaat bij vervroeging zien.
Pensioenresultaat bij VERVROEGING van pensioendatum Pensioen vanaf jaar/mnd
korting af
jaar/mnd 58
2 4 6 8 10
54,00% 53,50% 53,00% 52,50% 52,00% 51,50% 51,00% 50,33% 49,67% 49,00% 48,33% 47,67%
59
2 4 6 8 10
47,00% 46,33% 45,67% 45,00% 44,33% 43,67%
60
2 4 6 8 10
55
56
57
korting af
jaar/mnd 61
2 4 6 8 10
43,00% 42,33% 41,67% 41,00% 40,33% 39,67% 39,00% 38,17% 37,33% 36,50% 35,67% 34,83%
62
2 4 6 8 10
34,00% 33,17% 32,33% 31,50% 30,67% 29,83%
63
2 4 6 8 10
korting af
jaar/mnd 64
2 4 6 8 10
29,00% 28,00% 27,00% 26,00% 25,00% 24,00% 23,00% 21,83% 20,67% 19,50% 18,33% 17,17%
65
2 4 6 8 10 2 4 6 8 10
16,00% 14,67% 13,33% 12,00% 10,67% 9,33%
2 4 6 8 10
korting af 8,00% 6,67% 5,33% 4,00% 2,67% 1,33% 0,00%
Toelichting: stel, u heeft bij PGB een ouderdomspensioen opgebouwd van bruto € 10.000 per jaar. Wat is dan de pensioenuitkomst bij vervroeging? De tabel laat zien dat als u in die situatie met 63 jaar zou stoppen met werken, er 16% van uw pensioen afgaat. De pensioenuitkering zou dan levenslang € 10.000 x 84% = € 8.400 bruto per jaar bedragen. Wie stopt met 60 jaar krijgt volgens de tabel te maken met een korting van 34%. U houdt in dat geval € 10.000 x 66% aan pensioen over. Dat is levenslang vanaf 60 jaar € 6.600 per jaar. In de praktijk moet u er ook rekening mee houden dat het te bereiken pensioen niet alleen daalt als gevolg van vervroeging. Wie eerder stopt met werken, bouwt ook minder pensioen op.
Overweging bij vervroeging Vervroegd pensioen is voor deelnemers die niet meer gebruik kunnen maken van de VUT een alternatief om desgewenst eerder te kunnen stoppen met werken. Naarmate u eerder stopt, zal de uitkering echter lager zijn. Ten eerste omdat het pensioen langer wordt uitgekeerd en ten tweede omdat het aantal
48
jaren dat u pensioen opbouwt, daalt. Wie voor het 65e jaar stopt met werken, betaalt in de regel meer belasting dan erna. U kunt dus netto minder aan pensioen overhouden. Voor het pensioenresultaat bij uitstel kunnen de percentages in de onderstaande tabel worden gebruikt. Pensioenresultaat bij UITSTEL pensioendatum Pensioen vanaf jaar/mnd
extra bij
jaar/mnd 67
2 4 6 8 10
0,00% 1,33% 2,67% 4,00% 5,33% 6,67% 8,00% 9,67% 11,33% 13,00% 14,67% 16,33%
68
2 4 6 8 10
65
66
extra bij
jaar/mnd 69,0
2 4 6 8 10
18,00% 20,00% 22,00% 24,00% 26,00% 28,00% 30,00% 32,00% 34,00% 36,00% 38,00% 40,00%
70,0
2 4 6 8 10
2 4 6 8 10
extra bij 42,00% 44,00% 46,00% 48,00% 50,00% 52,00% 54,00%
Toelichting: stel, u heeft bij PGB een ouderdomspensioen opgebouwd van bruto € 10.000 per jaar. Wat is dan de pensioenuitkomst bij uitstel van de pensioendatum? De tabel laat zien dat als u in die situatie met 66 jaar zou stoppen met werken, u er 8% van uw pensioen bij krijgt. De pensioenuitkering zou dan levenslang € 10.000 x 108% = € 10.800 bruto per jaar bedragen. Wie stopt met 67 jaar krijgt volgens de tabel 18% extra. U ontvangt in dat geval € 10.000 x 118% aan pensioen. Dat is levenslang vanaf 67 jaar € 11.800 per jaar. Wie later dan met 65 jaar stopt met werken, bouwt geen pensioen meer op. In de huidige pensioenregeling wordt pensioen opgebouwd tot het 65e jaar. U betaalt daarna ook geen pensioenpremie meer.
Overweging bij uitstel Als u geheel of gedeeltelijk wilt doorwerken en uw gezondheid staat dat toe, is uitstel van pensioen een goede optie. Het past in de trend die de overheid graag ziet. Uitstel van pensioen kan ook goed uitkomen als u in uw werkzame leven te weinig pensioen heeft kunnen opbouwen of wanneer u als gevolg van een scheiding pensioen mist.
49
Bijlage IV:
PENSIOENCOMMUNICATIE DOOR PGB
Naast de brochure Flexibel Pensioen vragen en antwoorden, heeft PGB meer brochures uitgebracht waarin onderdelen van de pensioenregeling uitgebreider worden belicht. De brochures worden hieronder genoemd. U kunt ze aanvragen of downloaden via de website. ■
Waardeoverdracht van opgebouwde pensioenaanspraken: informatie bij entree
■
PGB-Pensioen Plus: informatie over extra pensioenopbouw voor de deelnemer PGB-Partnerpensioen Plus: informatie over extra zekerheid voor de partner Anw-Plus-verzekering: informatie over aanvullende risicoverzekering voor de partner
■ ■
■
■
■
■ ■
■
■
50
Partnerpensioen voor ongehuwd samenwonenden: informatie over de voorwaarden Einde relatie en pensioen (vanaf 1 mei 1995): informatie over pensioen en scheiding Einde relatie en pensioen (vóór 1 mei 1995): informatie over pensioen en scheiding Binnenkort pensioen: informatie voor deelnemers die met pensioen gaan Pensioeninruil: informatie voor deelnemers geboren voor 1950 die hun VUT-uitkering willen aanvullen. het pensioenmagazine PGB: periodieke editie over actuele pensioenontwikkelingen de elektronische nieuwsbrief van PGB: periodieke elektronische editie na aanmelding deelnemers
Bijlage V: VERANDERINGEN IN UW OMSTANDIGHEDEN EN UW PENSIOEN Veranderingen in uw persoonlijke situatie hebben vaak gevolgen voor uw pensioen. In de brochure wordt regelmatig aangegeven wat u moet doen als omstandigheden zich wijzigen. In deze bijlage worden de situaties nog een keer op een rij gezet en voorzien van een korte samenvatting van de mogelijke beslissing of actie.
Gebeurtenis
Wat te doen?
entree in de grafimedia
- overwegen pensioen mee te nemen (binnen zes maanden) - aanmelden partner als u ongehuwd samenwoont - overwegen extra pensioenopbouw voor u of voor uw partner (is bijvoorbeeld oplossing nodig voor AOW-hiaat?)
aangaan relatie
- overwegen extra opbouw of risicoverzekering (Anw-Plus) voor partner - aanmelden partner als u ongehuwd samenwoont
geboorte kind(eren)
- aanpassen Anw-Plusverzekering indien eerder verzekering is aangegaan
beëindigen relatie
- afmelden als ongehuwde samenwoning bij PGB is geregistreerd - afspraken maken over verdeling ouderdoms- en partnerpensioen (binnen twee jaar) - eventueel beëindigen extra partnerpensioen en Anw-Plusverzekering
bij einde deelname, ontslag of werkloosheid
- indien nieuwe pensioenuitvoerder, overwegen pensioen mee te nemen (binnen zes maanden) - klein pensioen meenemen anders volgt na twee jaar afkoop - wanneer pensioen niet meegenomen wordt, uitruil keuze ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen maken en laten weten hoe u geïnformeerd wilt worden - bij werkloosheid en 40 jaar of ouder dan contact opnemen met UWV over premievrije voortzetting via het FVP - bij werkloosheid overwegen pensioen individueel voort te zetten
bij arbeidsongeschiktheid
- voor re-integratie contact opnemen met Servicepunt Grafimedia in Helmond - bij vertrek uit branche verzekert PGB niet de verdere invalidering, informeer bij nieuwe pensioenuitvoerder
onbetaald verlof
- periode ouderschapsverlof op grond van wet of cao doorgeven aan PGB, u krijgt dan premievrije opbouw - bij zorgverlof of educatief verlof overwegen pensioenopbouw voort te zetten - bij levensloopverlof overwegen pensioenopbouw voort te zetten
in de VUT
- pensioenopbouw stopt, overwegen individuele voortzetting
met pensioen
- wanneer u kiest voor vervroegd pensioen, vier maanden voor gewenste datum contact opnemen met pensioenfonds - wanneer u kiest voor pensioen op 65 jaar, krijgt u automatisch bericht
deelnemer overlijdt
- nabestaande(n) informeert het pensioenfonds alleen als hij of zij in het buitenland woont
partner of kind overlijdt
- (indien afgesloten) Anw-Plusverzekering en Partner Pensioen Plus beëindigen
51
Bijlage VI:
LIJST VAN AFKORTINGEN EN LINKS
Afkorting
Betekenis
PGB TOP GOP
Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven Tijdelijk ouderdomspensioen Gelijk overlevingspensioen
DNB
De Nederlandsche Bank
AFM
Autoriteit Financiële Markten
CBS cpi SVB Anw AOW
Centraal Bureau voor de Statistiek consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens Sociale Verzekeringsbank Algemene nabestaandenwet Algemene Ouderdomswet
UWV
Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen
FVP
Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering bij SVB
KVGO
Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen
FNV-Kiem
Vakbond FNV voor Kunsten Informatie en Media
NVJ
Nederlandse Vereniging van Journalisten
CNV Media
Vakbond CNV voor mediasector
Handige links: www.pensioenfondspgb.nl www.mijnpgbpensioen.nl www.grafimediafondsen.nl www.mijnpensioenoverzicht.nl www.duidelijkpensioen.nl www.pensioenkijker.nl www.pensioenfederatie.nl www.svb.nl consument.afm.nl
52
PENSIOEN ABC Anw De Anw staat voor de Algemene Nabestaandenwet. De Anw is een basisvoorziening van de overheid voor inwoners van Nederland die hun partners als gevolg van overlijden verliezen. Er bestaat recht op een Anwuitkering als de partner van de overledene geboren is vóór 1 januari 1950 of kinderen verzorgt die niet ouder zijn dan 18 jaar of in geval van arbeidsongeschiktheid. De uitkering wordt gekort als de partner zelf inkomen heeft. AOW De AOW staat voor de Algemene Ouderdomswet. De AOW is het basispensioen van de overheid vanaf 65 jaar. De AOW wordt verzekerd als u in de leeftijd van 15 jaar tot 65 jaar in Nederland heeft gewoond en/of gewerkt. Per jaar wordt 2% verzekerd. De Sociale Verzekeringsbank betaalt de AOW uit. Consumentenprijsindex alle huishoudens (cpi) Het consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft de prijsontwikkeling weer van een pakket goederen en diensten die huishoudens aanschaffen voor consumptie. PGB gebruikt de prijsontwikkeling van een jaar in de maand augustus. Dekkingsgraad De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen het vermogen van een pensioenfonds en de waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en al ingegane pensioenuitkeringen. Flexibel pensioen PGB biedt deelnemer en partner diverse keuzemogelijkheden, zowel in de opbouwfase van het pensioen als vlak voor pensionering. In de opbouwfase kan extra ouderdomspensioen en extra partnerpensioen verzekerd worden. Vlak voor pensionering kan gekozen worden uit diverse uitbetalingsmogelijkheden: het standaardpensioen vanaf 65 jaar, vervroegd pensioen, pensioeninruil van levenslang pensioen voor een tijdelijke uitkering voor het 65e jaar, uitruil van ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen, uitruil van partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen, getrapt pensioen, gelijk overlevingspensioen of een andere toegestane combinatie. Franchise De franchise is het deel van het inkomen waarover u geen pensioenpremie hoeft te betalen en waarover u dus ook geen pensioen opbouwt omdat u vanaf uw 65e van de overheid een AOW-uitkering ontvangt. Door de franchise op het pensioengevend salaris in mindering te brengen, komt u bij de pensioengrondslag. Daarover betaalt u premie en bouwt u pensioen op. Gewezen deelnemer Een oud-deelnemer die in het verleden bij PGB pensioen heeft opgebouwd en dit heeft laten staan. Er worden geen aanspraken meer opgebouwd, maar het pensioen volgt wel de toeslagregeling van het fonds. Gewezen partner Een ex-partner die recht houdt op een deel van het partnerpensioen en ouderdomspensioen van de deelnemer. Middelloonregeling PGB biedt de uitvoering van middelloonregelingen aan. De hoogte van het pensioen is gebaseerd op het tijdens uw loopbaan gemiddeld verdiende salaris. Opbouwpercentage Het opbouwpercentage is het percentage op basis waarvan het jaarlijks op te bouwen pensioen wordt berekend. In uw basisregeling bij PGB bedraagt het percentage 1,75% van de pensioengrondslag.
Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is de levenslange uitkering die u ontvangt vanaf het moment dat u uw pensioen laat ingaan. De pensioenrichtleeftijd is 65 jaar. Partnerpensioen Het partnerpensioen is het levenslange pensioen voor de partner als u overlijdt. De partner heeft recht op dit pensioen als u gehuwd bent, uw partnerschap heeft laten registreren of als u ongehuwd samenwoont en die samenleving officieel heeft aangemeld en u bericht van registratie heeft gehad van het pensioenfonds. Pensioen Pensioen is uitgesteld inkomen voor de deelnemer en zijn gezin voor de tijd dat de deelnemer niet meer werkt of komt te overlijden. Men ontvangt dan een periodieke uitkering. Pensioenaanspraak Een pensioenaanspraak is een toekomstig recht op een pensioenuitkering. Bij een aanspraak is nog niet tot betaling overgegaan. Pensioengevend salaris Het pensioengevend salaris is het bruto-inkomen op jaarbasis waarop uw pensioen wordt gebaseerd. Pensioengrondslag De pensioengrondslag is het bruto pensioengevend salaris minus de franchise. De franchise is het deel van het salaris waarover geen premie betaald wordt en waarover ook geen pensioenaanspraken worden opgebouwd. Pensioenovereenkomst Onderdeel van het arbeidscontract tussen werkgever en werknemer waarin het pensioenaanbod wordt gedaan. Premievrije pensioenaanspraken Wanneer u niet meer deelneemt bij PGB, worden uw pensioenaanspraken premievrij. Er vindt geen opbouw meer plaats en u betaalt geen premie meer. Wel wordt uw pensioen aangepast conform de toeslagregeling. Toeslag (indexatie) Een toeslag is een voorwaardelijke verhoging van de pensioenaanspraken (voor pensionering) en ingegane pensioenen (na pensionering) met een door het bestuur van het fonds bepaald percentage. Uitkeringsovereenkomst Een overeenkomst over een uitkering van een bepaalde hoogte die vanaf de pensioendatum ontvangen wordt. Afhankelijk van het salaris en/of diensttijd wordt een aanspraak op een uitkering opgebouwd. Zowel het risico dat de levensverwachting van de deelnemer meer toeneemt dan aanvankelijk verwacht was, als het beleggingsrisico, het risico dat de inkomsten over de belegde gelden mee- of tegenvallen, ligt bij het pensioenfonds. Het type regeling staat in de aanhef van het jaarlijkse uniforme pensioenoverzicht van de deelnemer. Het kabinet werkt momenteel aan de uitwerking van het Pensioenakkoord. Dat is nodig om het pensioensysteem in Nederland toekomstbestendig te maken. Het is mogelijk dat als gevolg daarvan de risico’s die nu bij het pensioenfonds liggen, (deels) kunnen verschuiven naar deelnemers. Uitvoeringsovereenkomst De overeengekomen pensioenafspraken tussen werkgever en werknemer worden ook vastgelegd in een overeenkomst tussen werkgever en pensioenfonds. Dit wordt een uitvoeringsovereenkomst genoemd. Wezenpensioen Het wezenpensioen is de tijdelijke uitkering voor de achterblijvende kinderen als de deelnemer overlijdt.
PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN (PGB) PGB verzorgt in opdracht van werkgevers- en werknemersorganisaties de pensioenregeling voor deelnemers en gewezen deelnemers die werken of gewerkt hebben in de grafimediabranche. De pensioenregeling voor de grafimediabranche is verplichtgesteld. Zo willen cao-partijen door eenvoudige toegang tot de regeling solidariteit onder alle werknemers bereiken met als nevendoelstelling een kostenefficiënte levering zonder winstoogmerk. Het fonds biedt verwante ondernemingen en verwante branches mogelijkheden voor vrijwillige deelname en aansluiting. De uitgeverijsector maakt daar vanaf 2008 gebruik van. Veel uitgeverijen hebben hun pensioenregeling inmiddels bij PGB ondergebracht. In het uitgeverijbedrijf vindt de uitvoering op ondernemingsniveau plaats op basis van vrijwilligheid. PGB wil, in het kader van verdere verbreding van zijn draagvlak, in overleg met sociale partners en in samenwerking met ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen in de informatie- en mediasector uiteindelijk komen tot één overkoepelend pensioenfonds voor de sector.
PGB POSTBUS 7855, 1008 CA AMSTERDAM ZWAANSVLIET 3, TELEFOON 020 - 5418200 WWW.PENSIOENFONDSPGB.NL