MPIGO-HEEMSCHOOL INTERNAAT-OPVANGCENTRUM Koning Albertlaan 181 1120 Brussel Tel. : 02/263.63.61 Fax : 02/263.63.62 ___________________________________________________________________
Bijlage I Intern Noodplan
Intern noodplan Versie 01/09/2009
Internaat-Opvangcentrum ‘Heemhotel’ MPIGO Heemschool I Koning Albertlaan 181 1120 Brussel 02 263 63 62 02 263 63 60
Model intern noodplan
2
Inhoudstafel 1
Doel – definitie - afkortingen
2
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
3
Toepassingsgebied
4
Middelen - Referenties
5
Werkwijze
6
Infectieziekte
7
Voedselvergiftiging
8
Instorting – Brand - Explosie
9
Bomalarm
10 Ernstig arbeidsongeval 11 Evacuatieschoolbussen 12 Ernstig incident of ongeval op een speelterrein 13 Ernstig ongeval in de omgeving 14 A/H1N1 griep (‘Mexicaanse’ griep) 15 Crisisbrieven Nota’s
Model intern noodplan
3
Doel - definitie - afkortingen
1
_______________________________________________________________________ DOEL Aan de scholengroep, de instellingen ieder voor zich en het CLB een scenario aanreiken om in crisissituaties passend te reageren t.a.v. leerlingen, cursisten, inerne leerlingen ouders, personeel, de pers en andere externe organisaties. DEFINITIE Crisissituatie: elke vorm van ongeval binnen de instelling waarbij snel moet worden ingegrepen omdat er een bedreiging is voor het leven, voor de fysische gezondheid en/of voor het psychisch en/of sociaal functioneren van het/de slachtoffer(s) AFKORTINGEN AD CLB FAVV FOD WASO
= = = =
FOD economie RAGO RvB SGR
= = = =
Algemeen directeur Centrum voor leerlingenbegeleiding Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Federale Overheidsdienst algemene directie Kwaliteit en Veiligheid Raad van het gemeenschapsonderwijs Raad van Bestuur van scholengroep 26 Mandel en Leie Scholengroep
Model intern noodplan
4
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
2
_______________________________________________________________________ VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN Volgende verantwoordelijkheden werden afgesproken met alle betrokkenen.
Het instellingshoofd is verantwoordelijk voor:
het verwittigen van de passende hulpverleningsdiensten (altijd een arts oproepen voor onderzoek). de contacten met de ouders. de informatie naar de ouders. de contacten met het personeel. de opdrachten (taakverdeling) van het personeel. de contacten met de scholengroep (AD of afgevaardigde van de scholengroep). de contacten met de verantwoordelijken van het CLB. het verzamelen van informatie over de noodsituatie. de contacten met de pers (enkel in fase 1 en 2 van het rampenplan 1). het aanwijzen van een vervanger indien hijzelf niet kan optreden. het verwittigen van de preventieadviseur.
Het personeel van de instelling is verantwoordelijk voor:
het opvolgen van de opdrachten van de directie. de opvang van leerlingen/internen. een correcte doorverwijzing bij vragen naar informatie.
De Algemeen Directeur is verantwoordelijk voor:
de coördinatie bij ernstige crisissituaties. de eventuele contacten met de RvB., GO! en departement Onderwijs. samen met de directie van de instelling, de contacten met de pers (perscommuniqué, persconferentie).
1
Voor rampenfase 3 en 4 zullen respectievelijk de Provinciegouverneur en de Minister van Binnenlandse zaken de pers te woord staan. Model intern noodplan
5
De directeur van het CLB is verantwoordelijk voor:
de coördinatie van de interventie door het CLB-team verwittigen van de CLB-arts het informeren van andere scholen per fax verwittigen van de persverantwoordelijke van GO! samen met de directie van de instelling en de AD, de contacten met de pers verzorgen de nazorg voor de slachtoffers en/of hun onmiddellijke omgeving de opleiding van personeel van het CLB, inzake crisisinterventie en slachtofferhulp
De CLB arts is verantwoordelijk voor: het verzamelen van informatie over het ongeval – de crisissituatie het verstrekken van onmiddellijke eerste hulp indien nodig het verstrekken van passende adviezen aan het instellingshoofd het eventueel contact met de gezondheidsinspecteur en de CLB-inspectie het verstrekken van correcte informatie aan leerlingen, aan ouders of aan externe hulpverleners de contacten met de pers, samen met het instellingshoofd en de CLB-directie
De CLB-medewerkers zijn verantwoordelijk voor:
het correct opvolgen van de instructies inzake interventie
Model intern noodplan
6
Toepassingsgebied
3
_______________________________________________________________________ TOEPASSINGSGEBIED Deze procedure is van toepassing op volgende crisissituaties:
infectieziekte
voedselvergiftiging
instorting – brand – explosie
ongevallen: technisch ongeval (met blijvende gevolgen voor slachtoffer of zijn onmiddellijke omgeving) speelterreinen busongevallen ongeval in de onmiddellijke omgeving
overlijden: leerling leerkracht zelfdoding
gijzeling – overval – bommelding
Alle personeelsleden zijn ertoe gehouden deze procedure te volgen als zich een crisissituatie van bovenvermelde aard voordoet.
Model intern noodplan
7
Middelen - Referenties
4
_______________________________________________________________________
MIDDELEN
Telefoon – GSM – fax – mail Lijsten met nuttige contactadressen/telefoon Modelbrieven
REFERENTIES
Decreet van 1.12.1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding BVR van 17.03.2000 tot bepaling van sommige opdrachten van de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid art. 16 en art. 17 Bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs inzonderheid art. 14 §1, art. 16 §1, art. 30 §1 en §3 Intern Noodplan Gemeenschappelijke preventiedienst Gemeenschapsonderwijs KB van 14.11.2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen. KB 28.03.2001 betreffende uitbating van speelterreinen art. 10 (Ministerie van Economische Zaken Dienst Productveiligheid) Draaiboek “Overlijden van een leerling” www.zelfmoordpreventie.be www.ond.vlaanderen.be/griep www.influenza.be PR Crisisinterventie, CLB GO
In geval van besmettelijke ziekten:
PR PGZ 01 Profylaxe Draaiboek besmettelijke ziekten, 1ste editie, januari 2002 de bijlage van het Besluit van de Vlaamse regering dd 17.03.2000 (BS 17.05.2000): lijst met besmettelijke ziekten waarvoor profylactische maatregelen moeten genomen worden
Model intern noodplan
8
Werkwijze
5
_______________________________________________________________________ WERKWIJZE
Klantverwachtingen Het slachtoffer of zijn onmiddellijke omgeving verwachten een snelle en adequate interventie. De slachtoffers en/of hun omgeving verwachten eerste opvang en nazorg in de vorm van slachtofferhulp. De ouders verwachten een snelle en correcte informatie. De pers verwacht correcte informatie.
Stappenplan(nen) Algemeen Directeur van de instelling
De directeur van de instelling (of zijn vervanger) neemt onmiddellijk de passende noodmaatregelen: brandweer, medische spoeddienst, federale politie, (provinciaal rampenplan), brandwondencentrum, antigifcentrum. Hij neemt de nodige maatregelen om opvang te verzekeren en paniek te voorkomen. Hij geeft hiertoe (vooraf) instructies aan zijn personeelsleden. Hij zorgt dat een leerlingenlijst met telefoonnummers beschikbaar wordt gesteld en hij wijst iemand aan die verantwoordelijk is voor het bemannen van een telefooncentrale. Hij laat een lijst opstellen van alle leerlingen die afwezig zijn, zodat de ouders schriftelijk kunnen geïnformeerd worden. Hij verzamelt onmiddellijk alle nuttige informatie betreffende het slachtoffer (de slachtoffers): precieze identificatie: naam, voornaam, klas, adres, telefoon informatie i.v.m. slachtoffers: huisarts, ziekenhuis van opname Een zo nauwkeurig mogelijke situatieschets (toedracht van het ongeval, uiterlijke tekenen van verwondingen ... ). Hij verwittigt de algemeen directeur en de directeur of een medewerker van het CLB. Hij roept desnoods de hulp in van collega’s en CLB-medewerkers, om de situatie onder controle te houden. Hij vangt de pers op in eerste lijn en verwijst hen naar een later perscommuniqué of een persconferentie. Hij bereidt samen met de Algemeen directeur, de CLB-directeur en eventueel een collega-steunverlener een eventueel perscommuniqué (cq., persconferentie) voor.
Model intern noodplan
9
De algemeen directeur De algemeen directeur neemt desgevallend de coördinatie over en richt een crisiscentrum in. Hij bemant dit met personeel van de scholengroep, versterkt met het interventieteam van het CLB. Hij licht het GO! en departement in van de toestand. Hij belegt eventueel een persconferentie.
De directeur van het CLB
De directeur van het CLB verwittigt onmiddellijk de CLB-arts en vraagt die om de toestand ter plaatse te gaan bekijken. Hij stuurt CLB-medewerkers ter plaatse (eventueel een gespecialiseerd team) en staat aldus in voor de opvang van slachtoffers, familieleden, nabestaanden.. Hij verwittigt de persverantwoordelijke van het GO!. Hij geeft opdracht om de ouders dezelfde dag schriftelijk te informeren over de toestand via modelbrieven (zie MIDDELEN). Hij ondersteunt de directeur en de AD bij het opmaken van een perscommuniqué (cq persconferentie)
Infectieziekte Het CLB heeft modelbrieven met informatie en met aanwijzingen voor de ouders ter beschikking, die de zelfde dag nog verspreid kunnen worden. Daarin wordt vermeld dat de CLB-arts de toestand opvolgt, er wordt eventueel verwezen naar de huisarts en er wordt aandacht gevraagd voor bepaalde symptomen. Zie ook:
PR PGZ 01 Profylaxe Draaiboek besmettelijke ziekten
Voedselvergiftiging Elk instellingshoofd stelt het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) onverwijld in kennis als hij van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een door hem ingevoerd, geproduceerd, gekweekt, geteeld, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd product schadelijk kan zijn voor de gezondheid van mens, dier of plant. Hij stelt het FAVV in kennis van de maatregelen die hij heeft genomen om risico's te voorkomen en verhindert of ontmoedigt niemand om overeenkomstig de wetgeving en de juridische praktijk, met het FAVV samen te werken, indien hierdoor een risico in verband met een product kan worden voorkomen, beperkt of weggenomen.
Instorting – Brand – Explosie De directeur zorgt voor een snelle evacuatie van het gebouw zoals voorzien in zijn intern evacuatieplan. In ernstige gevallen wordt het rampenplan van kracht. De coördinatie wordt dan overgenomen door de gouverneur.
Model intern noodplan
10
Ongevallen Allereerst dienen de eerste zorgen toegediend te worden door iemand die hiervoor opgeleid is en die zeer snel ter plaatse is (nijverheidshelper, hulpdienst, CLB-arts). De directeur verwittigt onmiddellijk het CLB. CLB-medewerkers komen ter plaatse om slachtoffers of nabestaanden op te vangen. Het CLB zorgt op middenlange termijn voor een gespecialiseerd team dat training kreeg inzake slachtofferhulp. De CLB-directie neemt desgevallend contact met gespecialiseerde diensten slachtofferhulp. Het CLB staat in voor eerste opvang van slachtoffers of nabestaanden. Het CLB maakt een begeleidingsplan slachtofferhulp op of verwijst door naar een passende hulpgroep.
Technisch Ongeval met blijvende gevolgen voor het slachtoffer of zijn onmiddellijke omgeving Bij ongevallen met elektrische energie, recipiënten voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassen, stoomtoestellen, ioniserende stralingen, of ernstige arbeidsongevallen2 dient de directeur onmiddellijk de plaatselijke nijverheidshelper(s) en de preventieadviseur (van de scholengroep) te verwittigen. Verder verwittigt hij de CLBarts en de nooddiensten (100). Afhankelijk van de ernst van het ongeval dient de bevoegde ambtenaar van FOD WASO binnen de twee dagen of zelfs onmiddellijk op de hoogte gesteld te worden.
Ongevallen op speelterreinen De directie licht het Ministerie van Economische Zaken dienst “productveiligheid “ onmiddellijk in over elk ernstig incident en elk ernstig ongeval dat de gebruiker of derde overkomt tijdens het gebruik van een speelterrein of speeltoestel. De standaard meldingsbrief is in het preventieregister onder B7 te vinden.
Busongeval Wanneer er zich een ongeval voordoet waarbij er sprake is van vervoer van leerlingen met eigen vervoer of ingehuurde autobussen dient de begeleider en/of de bestuurder van de bus de hulpdiensten te verwittigen (100). De begeleiders vangen de hulpdiensten op en verschaffen de nodige informatie. Het is de taak van de begeleiders om de directie (of het secretariaat in geval van afwezigheid) op de hoogte te stellen van het ongeval. De Algemeen Directeur beslist of er een crisisteam en een crisiscentrum wordt opgericht en verzorgt de coördinatie.
Ongeval in onmiddellijke omgeving Bij ernstige ongevallen in de omgeving3 dient dezelfde procedure gevolgd te worden als bij “Brand”. De directeur dient zich steeds te richten naar de richtlijnen van de overheid. Op grond van art. 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet, is het gemeentebestuur de eerste 2
Onder ernstig arbeidsongeval wordt verstaan, een dodelijk arbeidsongeval of een arbeidsongeval dat volgens de eerste medische diagnose, hetzij de dood, hetzij een algehele of gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid, hetzij een algehele tijdelijke arbeidsongeschiktheid van meer dan één maand tot gevolg kan hebben 3 zware ongevallen in de zogenaamde “SEVESO” bedrijven. Model intern noodplan
11
verantwoordelijke om de nodige hulp te verstrekken en de verschillende fases van het rampenplan in werking te stellen.
Overlijden In geval van overlijden overleggen de directie van de school en de directie van het CLB over de vraag of CLB-ondersteuning wenselijk is en maken ze concrete afspraken met het oog op ondersteuning van personeel en leerlingen.
Leerling In eerste instantie dient de directeur het bericht van overlijden op zijn betrouwbaarheid te controleren. Desgevallend kan een crisisteam samengesteld worden bestaande uit de directeur, de klasleraar, een CLB-medewerker en eventueel een externe expert. In onderling overleg wordt een woordvoerder aangesteld die de contacten met de familie onderhoudt. Het crisisteam bepaalt de wijze waarop het slechte nieuws aan de andere leerlingen van de school wordt meegedeeld. In casu een overlijden ten gevolge van een ongeluk of gebeurtenis op school worden de ouders onverwijld ingelicht.
Personeelslid Bij het overlijden van een leerkracht wordt hetzelfde stramien gevolgd als voor leerling.
Poging tot Zelfdoding en Zelfdoding In casu zelfdoding of poging tot zelfdoding worden dezelfde maatregelen genomen als hierboven.
Gijzeling – Overval – Bommelding De directeur verwittigt onmiddellijk het personeel (evacuatiesignaal), de politie en de brandweer (101 en 100) die de verdere planning zullen leiden.
Evaluatie Er wordt een jaarlijkse evaluatie voorzien van het draaiboek. Na elke crisissituatie wordt het draaiboek geëvalueerd door de stuurgroep in samenspraak met alle personen die bij de situatie betrokken waren.
Model intern noodplan
12
Infectieziekte
6
_______________________________________________________________________ Bijlage bij het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2000 houdende bepaling van sommige opdrachten van de centra voor leerlingenbegeleiding (B.S. 17/05/2000)
Profylaxe A. Maatregelen te treffen door de school in het kader van de profylaxe van besmettelijke ziekten § 1. De directeur van een school neemt contact op met het centrum, zodra : 1° hij verneemt dat een leerling van zijn school door een besmettelijke ziekte, bedoeld onder punt B, is aangetast; 2° hij vermoedt dat een leerling of een personeelslid aan een dergelijke ziekte lijdt; 3° hij verneemt dat een dergelijke ziekte werd vastgesteld in het huis van één van de leerlingen of van een lid van het schoolpersoneel. § 2. Als een klas of een school gesloten moet worden ten gevolge van een besmettelijke ziekte, vestigt de directeur van de school de aandacht van de ouders op mogelijke gevaren van besmetting, evenals op de te treffen voorzorgsmaatregelen. Hij doet dat in overleg met het centrum. § 3. Het sluiten van een school of van een klas wordt onmiddellijk meegedeeld aan het departement Onderwijs. § 4. De directeur van de school heropent de school of de klas na instemming van de gezondheidsinspectie. B. Maatregelen te treffen door het centrum in het kader van de profylaxe van besmettelijke ziekten § 1. De profylactische maatregelen die genomen moeten worden, als een bepaalde besmettelijke ziekte uitbreekt, zijn als volgt gerangschikt : 1° maatregelen betreffende de zieke leerling of het personeelslid van de school; 2° maatregelen betreffende de leerlingen of de personeelsleden, in contact met de zieke thuis; 3° algemene profylactische maatregelen. § 2. Bij het voorkomen van andere belangrijke besmettelijke ziekten dan vermeld onder § 3, neemt het centrum maatregelen overeenkomstig de richtlijnen van de gezondheidsinspectie. § 3. Het centrum neemt de volgende maatregelen bij :
Model intern noodplan
13
1. BUIKTYFUS 1° verwijdering die eindigt na ten minste twee negatieve coproculturen waarvan de tweede zeven dagen na de eerste wordt verricht; 2° verwijdering tot na de negatieve coprocultuur; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; b) verhoogd toezicht op hygiëne van de handen en ontsmetting van de sanitaire voorzieningen; c) bronopsporing en bijhorende maatregelen worden aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; d) maatregelen nemen om verspreiding via voeding op school te voorkomen; e) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 2. HEPATITIS A 1° verwijdering tot minstens één week na het begin van de symptomen; 2° immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; b) verhoogd toezicht op hygiëne van de handen en ontsmetting van de sanitaire voorzieningen; c) bronopsporing en bijhorende maatregelen worden aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; d) maatregelen nemen om verspreiding via voeding op school te voorkomen; e) immuniseren wordt aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; f) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 3. HEPATITIS B 3.1. Acute ziekte 1° verwijdering tot na klinische genezing op basis van een attest van de behandelende arts; 2° immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; 3° contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; 3.2. Chronische ziekte of dragerschap 1° a) immunologische toestand volgen; b) strikte hygiëne aanleren, o.m. gebruik van eigen tandenborstel en eetgerei; c) bloed- en speekselcontact met klasgenoten vermijden; 2° immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; b) immuniseren wordt aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; c) algemene hygiënische maatregelen nemen en EHBO-instructies geven;
Model intern noodplan
14
4. MENINGOKOKKENMENINGITIS EN SEPSIS 1° verwijdering tot na attestering door de behandelende arts van niet-besmettelijkheid; 2° onmiddellijke chemoprofylaxe, aanbevolen volgens de richtlijnen van de gezondheidsinspectie; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 24 uur; b) immuniseren wordt aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; c) chemoprofylaxe wordt aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; d) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 5. POLIOMYELITIS 1° verwijdering tot na attestering door de behandelende arts van niet-besmettelijkheid; 2° immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 24 uur; b) immuniseren wordt aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; c) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 6. DIFTERIE 1° verwijdering tot na 2 negatieve keeluitstrijken; 2° verwijdering tot na negatief keeluitstrijkje; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; b) immuniseren wordt aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; c) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 7. INFECTIE MET BETA-HEMOLYTISCHE STREPTOKOKKEN VAN GROEP A, ONDER MEER SCARLATINA (ROODVONK) 1° verwijdering tot minstens twee dagen na het starten van een behandeling met aangepaste antibiotica of tot minstens veertien dagen indien niet behandeld met aangepaste antibiotica; 2° chemoprofylaxe wordt aanbevolen bij contactpersonen; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; b) chemoprofylaxe wordt aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; c) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel;
8. BESMETTELIJKE TUBERCULOSE 1° verwijdering tot na negativering van microbiologische onderzoeken; 2° chemoprofylaxe wordt aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; b) ingeval van besmettelijke tuberculose op school wordt er een gerichte opsporing georganiseerd volgens de modaliteiten bepaald door de gezondheidsinspectie; Model intern noodplan
15
c) chemoprofylaxe wordt aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; d) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; e) in bepaalde omstandigheden, waarbij de gezondheidsinspectie oordeelt dat er een toegenomen besmettingsrisico is, wordt er een gerichte opsporing georganiseerd volgens de modaliteiten bepaald door de gezondheidsinspectie; f) leerlingen en schoolpersoneel bij wie een duidelijke positieve reactie op de tuberculinehuidproef wordt vastgesteld, worden onmiddellijk doorverwezen voor verder onderzoek en behandeling;
9. SHIGELLOSE (dysenterie) 1° verwijdering tot na 2 negatieve coproculturen; 2° verwijdering tot na negatieve coprocultuur; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; b) verhoogd toezicht op hygiëne van de handen en ontsmetting van de sanitaire voorzieningen; c) bronopsporing en bijhorende maatregelen worden aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; d) maatregelen nemen om verspreiding via voeding op school te voorkomen; e) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 10. SALMONELLOSEN Niet tyfueuze-salmonellosen 1° verwijdering tot na klinische genezing; 2° geen; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; b) verhoogd toezicht op hygiëne van de handen en ontsmetting van de sanitaire voorzieningen; c) bronopsporing en bijhorende maatregelen worden aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is noodzakelijk; d) maatregelen nemen om verspreiding via voeding op school te voorkomen; e) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 11. KINKHOEST 1° verwijdering tot na attestering door de behandelende arts van niet-besmettelijkheid; 2° chemoprofylaxe wordt aanbevolen bij contactpersonen; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; b) immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; c) chemoprofylaxe wordt aanbevolen in bepaalde situaties; overleg met de gezondheidsinspectie is aanbevolen; d) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel;
Model intern noodplan
16
12. BOF 1° verwijdering tot minstens negen dagen na het begin van de zwelling van de speekselklier; 2° immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; 3° a) melden aan de gezondheidsinspectie; b) immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; c) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 13. MAZELEN 1° verwijdering tot minstens 4 dagen na het verschijnen van de huiduitslag; 2° immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; 3° a) melden aan de gezondheidsinspectie; b) immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; c) verwijderen van zwangere niet-immune leerkrachten uit het schoolmilieu; d) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 14. RUBELLA (RODEHOND) 1° verwijdering tot minstens 7 dagen na het verschijnen van de huiduitslag; 2° immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; 3° a) melden aan de gezondheidsinspectie; b) immuniseren wordt aanbevolen bij contactpersonen met onvoldoende immuniteit; c) verwijderen van zwangere, niet-immune leerkrachten uit het schoolmilieu; d) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 15. SCHURFT 1° verwijdering tot bewijs van aangepaste behandeling; 2° behandeling van contactpersonen is noodzakelijk; 3° a) contact opnemen met de gezondheidsinspectie binnen 48 uur; b) screening van de medeleerlingen op symptomen van de ziekte en zo nodig doorverwijzing; c) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel; 16. VARICELLA (WINDPOKKEN) 1° verwijdering tot minstens 6 dagen na het verschijnen van de eerste huidletsels of tot opdroging van de blaasjes; 2° geen; 3° verwijderen van zwangere, niet-immune leerkrachten uit het schoolmilieu; 17. IMPETIGO 1° verwijdering tot na opdroging van de letsels; 2° geen; 3° maatregelen nemen om de verspreiding via het collectief speelgoed te voorkomen; Model intern noodplan
17
18. SCHIMMELINFECTIES VAN DE SCHEDELHUID 1° verwijdering tot bewijs van aangepaste behandeling; 2° geen; 3° screening van de medeleerlingen op symptomen van de ziekte en zo nodig doorverwijzing; 19. SCHIMMELINFECTIES VAN DE GLADDE HUID - worden bedoeld: herpes circinata, St. Katarinawiel en Kérion van Celsus - worden uitgesloten: de athlete's foot, mycotisch eczeem en onychomycose 1° verwijdering tot na bewijs van aangepaste behandeling; 2° geen; 3° geen; 20. MOLLUSCA CONTAGIOSA (PARELWRATTEN) 1° doorverwijzing naar de behandelende arts; 2° geen; 3° geen; 21. PEDICULOSIS CAPITIS (HOOFDLUIZEN) 1° verwijdering tot na bewijs van aangepaste behandeling; 2° nauwkeurig opvolgen van de contactpersonen is noodzakelijk; 3° a) melden aan ouders, medeleerlingen en personeel b) naargelang de omstandigheden zoals het aantal besmettingen, het voorkomen van recidieven of haardgezinnen of een weigering van behandeling, de nodige maatregelen nemen om verspreiding via schoolcontacten te voorkomen; het kan ondermeer gaan om informeren, screenen, contacteren van de thuisomgeving, overleggen met andere diensten of personen, contact opnemen met de gezondheidsinspectie; 22. HIV - INFECTIE 1° bij immunodeficiëntie moet overleg worden gepleegd met de behandelende arts en de ouders, gelet op het risico van opportunistische infecties bij menigvuldige contacten in grote sociale gemeenschappen zoals scholen; 2° geen; 3° EHBO-instructies geven.
Model intern noodplan
18
Voedselvergiftiging
7
_______________________________________________________________________ Indien een personeelslid, leerling of bezoeker een klacht heeft, onmiddellijk de keukenverantwoordelijke verwittigen. centrale keuken Agape Eric Storm directeur catering 02 264 98 80 Gino Mouton 0478 57 14 76
[email protected] Deze brengen ook de algemeen directeur op de hoogte. Bij vermoeden van voedselvergiftiging onmiddellijk het FAVV verwittigen. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur van de controle Provinciale Controle Eenheid West-Vlaanderen Koning Albert I – laan 122 8200 Sint-Michiels Tel. 050 30 37 70 Fax 050 30 37 71
[email protected] www.favv.be
Model intern noodplan
19
Instorting - Brand - Explosie
8
_______________________________________________________________________
Interne handelingen: Algemeen: Iedereen die verdachte rook opmerkt moet zonder verwijl waarschuwen. De strijd tegen het vuur is een strijd tegen de tijd, wat men de eerste 4 minuten onderneemt is van groter belang dan de eerstvolgende 4 uur. 1. WIE VERWITTIGEN? Gebruik maken van het noodnummer. - intern: 121 of 122 of 171 134 of 160 Of via het indrukken van de brandmeldschakelaar. 3. ALARM MELDING BRANDWEER: Alarm is het bevel voor de gebruiker om hun compartiment te verlaten, het wordt gegeven door één van de verantwoordelijken. Op hetzelfde ogenblik dient de brandweer opgeroepen op het nummer 100 of 112 4. ONTRUIMING: Een ononderbroken signaal geeft aan dat men het gebouw of compartiment moet verlaten. 5. OPVANG BRANDWEER: Een lid van het crisisteam licht de brandweer correct in omtrent de aard en de plaats van de brandhaard of onheil en overhandigt het interventieplan. Model intern noodplan
20
Taken van de evacuatieverantwoordelijke: Na het geven van alarm: - Neem het aanwezigheidsregisters mee. - Ga naar het crisiscentrum. Verifieer en noteer: - Naam van de klassen/leefgroepen. - Nummer ontruimde lokaal/verdieping. - Aantal getelde leerlingen. Geef zo vlug als mogelijk door aan de directie of de brandweer: het aantal achtergebleven leerling(en) en de nummers van de klaslokalen/verdiepingen. Blijf ter beschikking van de brandweer. Iedere leerkracht, opvoeder dient een actueel gehouden lijst van de leerlingen die hem toevertrouwd zijn, te bezitten.
HULPMIDDELEN: 1. BLUSAPPARATEN: In iedere school zijn blusapparaten terug te vinden in gangen, trappenhallen. Weet waar ze hangen en leer ze gebruiken.
2. BRANDHAPSELS: Ten behoeve van de brandweer en de hulpdiensten zijn er brandhaspels opgesteld. Een brandhaspel is een rubberen slang met een kleine diameter met een gemiddelde lengte van 20 - 30 meter en is rechtstreeks aangesloten op het waternet.
Model intern noodplan
21
ALGEMENE EVACUATIERICHTLIJNEN
Blijf kalm! Laat alles liggen. Schakel alle apparaten, gas en drijfkracht uit. Onderbreek alle telefoongesprekken, hou de buitenlijnen vrij. Sluit de vensters. Laat het licht aan. Verlaat het lokaal en doe de deur dicht (niet afsluiten). Volg de normale weg naar de speelplaats. Loop niet. Neem nooit de lift. Indien de weg versperd is, neem een andere vluchtweg (bijv. nooduitgang). Ga naar de verzamelplaats (speelplaats) en keer nooit terug (leerlingenlijst meenemen). Stel je leerlingen op en kijk of er geen afwezigen zijn door naamafroeping. Deel je bevindingen mee aan de directeur of zijn afgevaardigde (……………). Geef de naam van je klas, het nummer van het ontruimde lokaal en het aantal aanwezige leerlingen (+ afwezigen + vermisten). Na controle verzamelen met je klas op een veiliger plaats. Blijf bij je leerlingen en wacht bevelen af van de hulpdiensten / brandweer of evacuatieleiding.
Model intern noodplan
22
Bomalarm
9
_______________________________________________________________________
Ontvangst bommelding / alarmering: Algemeen: Instructieblad voor de bedienaar van de telefooncentrale / bewaker van dienst is de rol bij bomalarm van uitzonderlijk belang. Het is van groot belang een maximum aan informatie uit dit contact te halen. Werkwijze: Probeer de oproeper aan de praat te houden en de volgende inlichtingen te bekomen: - Wat voor tuig is er verborgen? - Waar bevindt het zich? - Wanneer zal het ontploffen? - Wie bent u? - Waarom doet u dit? Na verbreking van het telefonisch gesprek, zal onmiddellijk overgegaan worden tot evacuatie (vergeet niet de directie te verwittigen). Verwittigen van politie en brandweer Feedback: Probeer na de verwittiging een antwoord te geven op volgende vragen over: de oproeper: - stem van de oproeper (man, vrouw, kind) - taal – accent - uitspraak – spraakgebrek - snelheid (snel, traag, hortend, buiten adem, …) achtergrondgeluiden: - muziek – welke - verkeer (trein, sirenes, …) - vliegtuiglawaai - gesprekken - kindergeluiden
Model intern noodplan
23
Ernstig arbeidsongeval
10
Zoals bepaald in het KB van 24/02/2005, dient de werkgever het ongevallenverslag te vervolledigen tot een omstandig verslag door er de volgende elementen aan toe te voegen: - De inhoud van de beslissing in verband met de maatregelen die hij zal treffen om herhaling van het ongeval te vermijden, op basis van de aanbevelingen geformuleerd door de preventiedienst en van het bevoegd comité of, de alternatieve maatregelen die te minste hetzelfde resultaat garanderen, dit na overleg met de preventiedienst en het comité; - Een actieplan met daarin de termijnen waarin de te treffen maatregelen zullen toegepast zijn en een verantwoording van deze termijnen; - Het advies van het bevoegd comité over de oorzaken die aan de basis liggen van het ernstig arbeidsongeval en over de maatregelen die zijn voorgesteld om herhaling te vermijden. Het omstandig verslag dient binnen de tien dagen op papier of via een technologisch geschikt middel aan de arbeidsinspectie bezorgd te worden: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Toezicht op het Welzijn op het Werk. BRUSSEL Ernest Blerotstraat 1 1070 Brussel Tel. : 02 233 45 46 Fax : 02 233 45 23e-mail:
[email protected]
Model intern noodplan
24
Evacuatie schoolbussen
11
DEFINITIE LEERLINGENVERVOER: vervoer van leerlingen met eigen of ingehuurde autobussen voor: - ophaaldiensten; - alle ander intern vervoer (pedagogische uitstappen, vervoer naar zwembad, vervoer tussen scholen en schoolgebouwen, enz…).
ALARMERING: de melding gebeurt door begeleiders en/of chauffeur: - rustig blijven en overleggen; - afgesproken alarmsignaal geven via claxon, microfoon of afgesproken teken; - paniek vermijden; 100 of 112 bellen en vermelden: plaats - incident, probleemstelling, beschrijving autobus, aantal vervoerde personen.
EVACUATIEPLAN: -
-
zo snel mogelijk, naar gelang de beschikbaarheid, de bus verlaten via: - de instapdeur vooraan; - de nooddeur achteraan; - de instapdeur en de nooddeur. indien beide deuren buiten gebruik zijn, via: - de noodluiken in het dak; - de zijramen en het achterraam, na gebruik noodhamers.
-
opleiding: tijdens verkeerslessen begrepen in het leerplan.
-
evacuatieoefening: minstens éénmaal per trimester; na aanleren methode: leerlingen steeds laten uitstappen op de aangeleerde manier zodat het een automatisme wordt. Model intern noodplan
25
Methoden: A) evacuatiemethode via instapdeur vooraan (zie tekening 1): -
instapdeur te openen door chauffeur of begeleider;
-
kinderen die aan het gangpad zitten staan op en gaan één voor één volgens het systeem van de ritssluiting naar buiten zonder te roepen of te dringen;
-
ze worden gevolgd door de kinderen die op de achterbank zitten;
-
ondertussen nemen de kinderen die naast de ramen zitten hun plaats in naast het gangpad op de vrijgekomen zetels;
-
ze volgen de kinderen die op de achterbank zaten zo snel mogelijk volgens het systeem van de ritssluiting.
op bijgevoegde tekening 1 is de uitstapvolgorde per zetel aangeduid.
Model intern noodplan
26
B) evacuatiemethode via de instapdeur vooraan en de nooddeur achteraan (zie tekening 2): -
de deuren openen door de begeleider en de leerling naast de nooddeur;
-
indien nodig zetel aan de nooddeur wegklappen;
-
combinatie van methoden a) en b) overeenkomstig tekening 2.
Model intern noodplan
27
C) evacuatiemethode via nooddeur achteraan (zie tekening 3): -
deur openen door begeleider of leerling;
-
indien nodig klapzetel aan de deur wegklappen; identieke methode als onder a) volgen overeenkomstig tekening 3.
Model intern noodplan
28
VERZAMELPLAATS: de leerlingen moeten, onder begeleiding, buiten de risicozone (ver weg van de bus) verzamelen, zonder de rijweg over te steken. op de autostrade zal dat altijd achter de beschermende vangrails zijn.
EVACUATIETIPS: -
gangpad in het midden van de bus steeds volledig vrijhouden; boekentassen in de bagagerekken en/of onder de zetels bergen, in geen geval op de zetels of in het gangpad; alle leerlingen zitten steeds op dezelfde plaats (bij ophaaldiensten); leerlingen met een handicap zitten vooraan; bij brand: evacueren via één uitgang (indien mogelijk), omdat een tweede uitgang de vuurhaard aanwakkert door zuurstoftoevoer; keer nooit terug naar de bus.
EERSTE INTERVENTIE – BESTRIJDING VAN HET INCIDENT: in iedere autobus moeten voldoende blusapparaten aanwezig zijn: -
voertuigen met mtm 2,5 à 5 ton: 1 x 2 kg; voertuigen met mtm 5 à 7 ton: 2 x 2 kg; voertuigen met mtm > 7 ton: 2 x 3 kg. (kb 15/3/1968, art. 70 en kb 1/12/1975 art. 81.2.). begeleiders moeten zich in de eerste plaats bekommeren om de leerlingen. de chauffeur heeft als taak de eerste interventie uit te voeren. een opleiding brandbestrijding en EHBO voor de chauffeur en de begeleiders is noodzakelijk. in iedere autobus moeten voldoende verbandkisten aanwezig zijn:
-
voertuigen met mtm < 5 ton: 1 verbandkist; voertuigen met mtm > 5 ton: 2 verbandkisten. (kb 15/3/1968 art. 71 en arab: kb 16/4/1965 art. 178).
OPVANG SLACHTOFFERS, HULPDIENSTEN, OVERHEID: begeleiders moeten hulpdiensten opvangen en verschaffen hen informatie over omstandigheden, gevolgen van het incident en geven hen vooral het aantal gewonden en/of geëvacueerde personen door. Daartoe is het noodzakelijk dat de begeleiders steeds de lijst van de vervoerde leerlingen in hun bezit hebben (tijdens de ophaaldienst lijst aanvullen per halte!).
Model intern noodplan
29
COMMUNICATIE MET HET THUISFRONT: het is de taak van de begeleiders om, vanaf de plaats van het incident, contact op te nemen met het thuisfront. Begeleiders beschikken daartoe over de nodige telefoonnummers om zo snel mogelijk de volgende personen in de hierna vermelde volgorde te verwittigen: 1) de directeur/domeinbeheerder en indien niet aanwezig 2) het schoolsecretariaat en indien niet aanwezig 3) hoofdopvoeder/beheerder en indien niet aanwezig 4) de contactpersoon preventie of een personeelslid. Het incident alleen melden aan de betrokken persoon, dit om paniek te vermijden. Te verstrekken gegevens: juiste plaats incident, tijdstip, omstandigheden, (hoe, wat, …), gewonden of niet (aantal, wie), verloop reddingsacties (gewonden naar welke ziekenhuizen). Geef uitsluitend feiten door, geen veronderstellingen en gissingen. Geef uw gsm-nummer op of het nummer van een lokale telefoon.
ORGANISATIE CRISISTEAM EN CRISISCENTRUM IN DE SCHOOL: De algemeen directeur beslist of er een crisisteam en een crisiscentrum wordt opgericht en verzorgt de coördinatie.
TAKEN CRISISTEAM: -
toezicht houden op het verloop van de gebeurtenissen;
-
overleggen met crisisteamleden en officiële instanties;
-
informatie verzamelen van de autoriteiten op de plaats van het incident;
-
beslissingen nemen in verband met het verdere verloop van de noodtoestand;
-
verwittigen en begeleiden familieleden;
-
opvang ouders organiseren in de school;
-
organisatie logistieke steun: bvb. vervoer naar de plaats van het incident;
-
contacten met artsen en ziekenhuizen;
-
contacten met verzekeringsmaatschappijen;
-
contacten met de media; Model intern noodplan
30
-
na beëindigen crisis maatregelen treffen om een normaal verloop van de lessen te waarborgen.
TAKEN COÖRDINATOR: -
coördineert het totale gebeuren;
-
informeert zich over het ongeval;
-
gaat na of alle externe hulpdiensten werden ingeschakeld en de betrokken overheden werden ingelicht; duidt telefonist crisiscentrum aan;
-
laat alle acties noteren;
-
beslist of men ter plaatse gaat;
-
blijft in verbinding met alle betrokkenen: begeleiders; chauffeur, hulpdiensten ter plaatse, behandelende artsen en ziekenhuizen;
-
waakt over goede uitvoering taken crisisteam;
-
laat oorzaak ongeval onderzoeken;
-
geeft volledige medewerking aan de autoriteiten.
BEHANDELING EN OPVOLGING VAN TRAUMATISCHE ERVARINGEN: Inschakelen van gespecialiseerde slachtofferhulp voor alle betrokkenen: slachtoffers, familieleden, leerkrachten, leerlingen, crisisteam, enz… Arbeidsgeneesheer, clb en sociale dienst inschakelen. Bij erge ongevallen: gespecialiseerde hulp van externe dienst. Een éénmalig gesprek volstaat niet, de evolutie van het verwerkingsproces dient opgevolgd.
ONGEVALLEN OP REIS: tijdens vliegtuigreizen, treinreizen en bootreizen zal men zich schikken naar de voorzieningen ter plaatse. Men zal de instructies van de carrier en de hulpdiensten strikt opvolgen.
Model intern noodplan
31
MODEL FICHE NOODNUMMERS REIZEN Algemeen noodnummer
100
Algemeen noodnummer via gsm
112
Algemeen noodnummer school NAAM
TEL. SCHOOL
GSM
Algemeen Directeur
J. GORIS
02 702 30 62
0475 41 14 47
Directeur
V. WEYN
02 262 03 20
0477 68 61 72
Directeur
P. GASTEMANS
02 262 02 60
0485 8487 18
Beheerder
N. 02 263 63 62 VANDENBOSCH
0477 77 76 34
Hoofdopvoeder
S.SWALENS
02 236 63 62
0474 40 18 97
Preventieadviseur
E. VAN ROSSEM
02 727 06 71
0474 47 23 25
Contactpersoon veiligheid
N. 02 263 63 62 VANDENBOSCH
0477 77 76 34
Leerlingensecretariaat MPI
E. 02 262 03 20 VASTENAVOND T
Leerlingensecretariaat BUSO
S.DE LOMBAERT
02 262 02 60
Model intern noodplan
32
MODEL SAMENSTELLING VAN HET CRISISTEAM
Functie – Naam
TAAK
TEL. SCHOOL
Algemeen directeur
Coördinator – contact met plaats van het ongeval
directeur
Contact media,ouders
BEHEERDER/
Praktische organisatie crisiscentrum
HOOFDOPVOEDER Preventieadviseur
Onderzoek naar ongeval – interventie
Bediener telefooncentrale Telefoons Verantwoordelijke leerlingensecretariaat
Verwittigen ouders
Verantwoordelijke schoolverzekering
Contact verzekeringen
orthopedagoog
Begeleiding ouders
Vertegenwoordiger van clb – arts of sociaal assistent
Begeleiding ouders
Vertegenwoordiger verzekeringsmaatschappij
Logistieke ondersteuning
Vertegenwoordiger edpb
Ongevalonderzoek
Extern psycholoog
Begeleiding ouders – leerling
Onderhoudspersoneel
Logistieke ondersteuning in het crisiscentrum
Model intern noodplan
33
GSM
MODEL INRICHTING CRISISCENTRUM
Plaats van het crisiscentrum: Vergaderzaal ………………………………………………………………………………….. telefooncentrale bemand door ………………………………………………………………. Plaats voor opvang familieleden: Refter …………………………………………………………………………………………… Plaats voor opvang pers – media: ………………………………………………………………… Zorg ervoor dat de opvang van ouders niet in hetzelfde lokaal gebeurt als waar de pers wordt te woord gestaan. Uitrusting van het crisiscentrum: -
Voldoende tafels, stoelen, ruimte om te werken. Telefoontoestellen – voldoende in- en uitlijnen (kan via de telefooncentrale van de school). Faxtoestel. PC met internetaansluiting. Fotokopieerapparaat. Gsm’s. Magnetisch bord, stiften, magneten. Flipchart, papier en stiften. Voldoende notaboeken, balpennen, … Overheadprojector, transparanten, projectiescherm. Lijst met telefoonnummers – leden crisisteam. Lijsten met telefoonnummers leerlingen. Radio – tv-toestel (volgen van berichtgeving).
Te voorzien: -
Drank en eten voor de leden van het crisisteam en eventueel voor de familieleden.
Model intern noodplan
34
Ernstig incident of ongeval op een speelterrein
12
1. Algemeen: De directie licht de aangewezen administratieve dienst onmiddellijk in over elk ernstig incident en elk ernstig ongeval dat een gebruiker of derde overkomt tijdens het gebruik van een speelterrein of speeltoestel. (kb 28 maart 2001 betreffende uitbating van speelterreinen art. 10). 2. Wie verwittigen? A) Intern: o Directeur(beheerder-hoofdopvoeder): o Secretariaat: o Contactpersoon veiligheid: B) Extern:
Ministerie van Economische Zaken Bestuur kwaliteit en veiligheid - dienst productveiligheid
(zie meldingsformulier volgende blz.)
Model intern noodplan
35
MELDING
VAN EEN ERNSTIG INCIDENT OF ERNSTIG ONGEVAL OP EEN SPEELTERREIN Koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen – artikel 10 Gegevens UITBATER Naam: Adres:
Telefoon/Fax:
Gegevens SPEELTERREIN Benaming: Adres:
Gegevens ONGEVAL/INCIDENT
Ernstig ongeval = een dodelijk ongeval of een ongeval dat een blijvend letsel veroorzaakt of zou kunnen veroorzaken. Ernstig incident = een incident dat aanleiding geeft tot of zou kunnen geven tot een ernstig ongeval.
Het betreft hier:
O een ongeval
O een incident
(aankruisen aub)
Datum: Tijdstip: Betrokken toestel: Aard van de verwondingen: Korte beschrijving:
Handtekening verantwoordelijke:
Meldingsplicht (art. 10) DIT FORMULIER FAXEN OF MAILEN NAAR: Ministerie van Economische Zaken – Dienst Productveiligheid Koning Albert II-laan 16 – 1000 Brussel Telefoon 02 206 49 08 – Fax 02 206 57 e-mail:
[email protected]
Model intern noodplan
36
52
Ernstig ongeval in de omgeving
13
1. Bepaling: Ernstige ongevallen in de omgeving : zware ongevallen in de zogenaamde "seveso" bedrijven, wegtransporten-, trein-, vliegtuigcatastrofen, belangrijke overstromingen en andere natuurrampen, schadegevallen met ondergrondse pijpleidingen, kernongevallen, ernstige oliebezoedelingen of interventies op zee, en zo meer. 2. Procedure: Bij ongevallen van bovengenoemd type altijd de hulpdiensten verwittigen. ( zie procedure brand ) Zich richten naar de richtlijnen van de overheid. Op grond van art. 135 §2 van de nieuwe gemeentewet, is het gemeentebestuur de eerste verantwoordelijke om de nodige hulp te verstrekken en de verschillende fases van het rampenplan in werking te stellen. 3. Fases van de rampenplannen: 1ste. Fase 2de. Fase 3de. Fase 4de. Fase
beperkte actie en coördinatie op gemeentelijk vlak. verstrekkingsfase en coördinatie op gemeentelijk niveau (burgemeester). coördinatie door de provinciegouverneur. nationale coördinatie door het ministerie van binnenlandse zaken.
4. Acties te ondernemen en te coördineren door de directie: Opvolgen van de instructies gegeven door de gealarmeerde interventiediensten. De wijze van alarmering zijn de volgende: - sirenes. - radio- of t.v.-mededelingen (VRT of andere binnenlandse zenders) - telefonisch contact vanwege de overheid of hulpdiensten. - wagens met luidsprekers. - andere communicatie middelen…
Model intern noodplan
37
De melding die verspreid wordt is van volgende aard:
"het rampenplan werd in werking gesteld voor het ongeval" Bij:………………………………………………………………………………………………… Gelegen op:……………………………………………………………………………………… Gebeurd op:……………………………………………………………………………………… Om:……………………………………………………………………………………………….. Aard: - gasontsnapping - brand - explosie - vloeistofontsnapping
in 't water in de grond
Product(en) Naam: Vn-nr:
naam: vn-nr:
naam: vn-nr:
Gevaarlijk (ont)brandbaar - toxisch - explosief - bezoedeling van het water - andere: Niet gevaarlijk Hinder : geur - mist - andere… Lek : belangrijk - beperkt - gestopt - niet gestopt Onmiddellijke maatregelen te nemen door de bevolking van ………………………... -
blijf thuis - blijf binnen doe deuren en vensters dicht luister naar de radio (VRT) niet roken, geen vuur ontsteken, geen verkeer niet telefoneren nu niet de kinderen op school afhalen automobilisten, de geteisterde zone verlaten andere …
Model intern noodplan
38
Vermoedelijke evolutie : onzeker - onder controle - onder controle te brengen. Dit bericht werd opgesteld door de brandweerofficier van de gemeente……………… En de verantwoordelijke van de industrie…………………………………………………. Dit bericht wordt verder geactualiseerd volgens de evolutie van het ongeval. Het is in eenieders belang stipt de opgelegde maatregelen op te volgen die verspreid worden. 5. Hulpverleningsdiensten: - hulpverleningsorganisaties v.b.: brandweer, mug, ambulancedienst, … - geneeskundige en sanitaire hulpverlening. - politie over de geteisterde of bedreigde plaatsen. - diverse werken, bijstand, vervoer en logistiek. - informatie aan de bevolking 6. Typologie der ongevallen: -
Brand zonder vrijkomen van toxische stoffen. Explosie met een belangrijke drukgolf en/of gasvormige stoffen al dan niet gepaard gaande of kunnen gepaard gaande met een explosie. Emissie van toxische en /of gevaarlijke vloeistoffen die vervuiling van het grondwater veroorzaken of kunnen veroorzaken. Emissie die enkel de bodembesmetting met zich meebrengt.
7. Zoneringen: -
Noodplanningszone: onveilige omtrek waar nog hinder en huidirritatie mogelijk is. Interventiezone: zone waarbinnen de voorbereidende maatregelen ook effectief toegepast worden. Isolatieperimeter: zone die tot doel heeft de doorgang te verhinderen aan alle niet toegelaten personen. Ontradingsperimeter: de limiet die niet mag worden overschreden door niet door de gebeurtenis betrokken personen of personen die niet binnen de perimeter wonen.
Model intern noodplan
39
8. Bescherming tegen nucleaire ongevallen: Situering. In de zone tot minstens 15 km rond een kerninstallatie staan, sirenes opgesteld. Als die sirenes aanhoudend loeien, gaat het niet om een test van deze toestellen, maar dreigt er gevaar. (De komende jaren zullen deze sirenes vervangen worden door elektronische sirenes die ook gesproken berichten kunnen uitzenden). In gebieden waar ook radioactieve besmetting mogelijk is, roept de politie alarmberichten op. Via nieuwsberichten op radio en televisie wordt het ongeval door de overheid officieel bevestigd. Acties. Blijf binnen. Sluit ramen en deuren. Zoek uw jodiumtabletten. Wacht op de aanbeveling van de overheid alvorens ze in te nemen. Blijf binnen. Laat niemand buiten. Blijf binnen tot het alarm wordt opgeheven. Personeel en leerlingen in extramuros activiteit dienen ter plaatse te blijven of zich verwijderen uit de gevaren zone. Busvervoer dat zich verplaatst zet de ventilatie af en verlaat de ontradingsperimeter. Hou de leerlingen in de school. Laat de leerlingen niet afhalen door de ouders. Wacht met telefoneren/ Overbelasting van de telefoonlijnen kan de werking van de hulpdiensten ernstig verstoren. Volg de aanbevelingen van de overheid die verspreid worden door radio en televisie. Richt u naar de instructies van de overheid. Het is niet uitgesloten dat de overheid beslist om een bepaald gebied te evacueren, de hulpverleners zullen u tijdig verwittigen wat u precies moet doen. Volg hun aanbevelingen nauwkeurig op, zodat de evacuatie vlot verloopt. Belangrijke nucleaire installaties. Gravelines (Frankrijk, West-Vlaanderen), Borsele (Nederland, Oost-Vlaanderen), Doel (Oost-Vlaanderen en Antwerpen), Mol (Antwerpen en Limburg), Tihange (Luik en Limburg).
Model intern noodplan
40
A/H1N1 griep (‘Mexicaanse’ griep)
14
_______________________________________________________________________
Hoe kan je de besmettingskans zo laag mogelijk houden? 1. Het allerbelangrijkste is een goede hand- en nieshygiëne. Moedig leerlingen, cursisten, studenten en personeel aan om: - regelmatig de handen te wassen met zeep - de neus te snuiten in een papieren zakdoek en die onmiddellijk weg te gooien - de mond en neus te bedekken bij het niezen en hoesten - de nagels kort te knippen en regelmatig schoon te maken. Eventueel kan je de folder, de affiche voor kinderen en die voor volwassenen van het Interministerieel Commissariaat Influenza gebruiken om deze eenvoudige hygiënische maatregelen zo veel mogelijk ingang te doen vinden. Stimuleer ze ook om over het algemeen gezond te eten en veel te bewegen: een gezonde levensstijl blijft ook in deze omstandigheden belangrijk! 2. Zorg in elk geval voor: - voldoende hygiënisch materiaal : zeep en papieren doekjes waarmee leerlingen en personeel hun handen kunnen wassen en afdrogen. voldoende vuilbakken om de papieren doekjes na gebruik in te gooien. Zorg er ook voor dat deze regelmatig leeg worden gemaakt. voldoende schoonmaakgerief (ontsmettingsproducten voor vloeren, handschoenen …) - voldoende verluchting in alle lokalen - een apart lokaal waar iemand met de griepsymptomen meteen naartoe kan, in afwachting dat hij/zij het gebouw verlaat. 3. Besteed in de lessen aandacht aan hygiënische voorzorgsmaatregelen. Dit materiaal kan je hierbij helpen: - Handjes wassen met handige Hans Website vol didactisch materiaal om kleutertjes op een speelse manier handhygiëne bij te brengen. - Hygiëne (website "Gezonde school" van het Vigez - Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie) - Aanbevelingen voor toiletten en toiletgebruik (website "Gezond op school" van de VLOR) Beide laatste websites bevatten overigens nog meer kwaliteitsvolle tools om van je school een "gezonde" school te helpen maken. Niet alleen op het vlak van de hygiënische gewoontes, maar ook op dat van gezond eten, omgaan met drugs- en alcoholmisbruik, sport en beweging, mentale gezondheid ... . 4. Overleg met het CLB en de Interne (of externe) Dienst voor Preventie en Bescherming van het Werk. Ga na welke maatregelen je nog kan nemen. Model intern noodplan
41
VIJF VOORZORGSMAATREGELEN OM DE VERSPREIDING VAN DE GRIEP TEGEN TE GAAN!
1 2
Was regelmatig je handen Bedek je mond en je neus met een papieren zakdoekje wanneer je niest
3 4
Gooi de zakdoekjes zorgvuldig weg Heb je geen zakdoekje bij de hand bedek dan je mond en neus
5
Blijf thuis als je ziek bent
Deze eenvoudige voorzorgen kunnen levens redden!
DE GRIEP GAAT ONS ALLEMAAL AAN!
De griep wordt veroorzaakt door een virus dat de ademhaling aantast (neus, keel, bronchiën en soms de longen). De ziekte wordt verspreid van mens op mens of door onrechtstreeks (voorwerpen, afval, …) contact. De ziekte kan langer dan een week duren en beperkt blijven tot enkele symptomen, maar kan eveneens complicaties met zich meebrengen. Een aantal symptomen zijn: een plotse aanval van hoge koorts, spierpijn, hoofdpijn en zich in het algemeen niet goed voelen. Andere symptomen kunnen zijn: vermoeidheid, hoesten, niezen, verstopping of irritatie van de neus, de ogen, de keel en de oren. Interministerieel Commissariaat Influenza – www.influenza.be – 0800 99 777
Model intern noodplan
42
Model intern noodplan
43
Crisisbrieven
15
ENKELE MODELBRIEVEN (geïnspireerd op brieven in ‘Als een ramp de school treft’ KPCgroep – www.kpcgroep.nl) + modelbrief : A/H1N1 griep ‘Mexicaanse’ griep http://www.ond.vlaanderen.be/wetwijs/
Model intern noodplan
44
Bij het overlijden van een leerling Beste ouders Gisteren is Pieter Pieters, leerling uit klas ……, overleden. Heel de school is daar erg door geschokt. In de klas heeft de klasleraar de leerlingen op de hoogte gebracht. De komende dag zullen wij samen met de leerlingen dat verdriet proberen dragen. We zullen daarbij extra aandacht en zorg besteden voor leerlingen die het extra moeilijk hebben. Wij vragen u namens de ouders van Pieter hen thuis niet op te bellen. Hoe goed ook bedoeld, dergelijk telefoontjes betekenen een zware belasting. Misschien kunt u uw medeleven met een kaartje of op een andere manier betuigen? Als we weten hoe we samen met de klas afscheid van Pieter zullen nemen, dan brengen we u daarvan op de hoogte. Als u vragen heeft of de nood voelt om de school te contacteren, kan u altijd telefoneren naar xxx. Vriendelijke groet xx Directeur
Model intern noodplan
45
Beste ouders Gisteravond is bij een verkeersongeval Pieter Pieters, leerling van de klas….., om het leven gekomen. Dit schokt de hele school heel erg. In de klas heeft de klasleraar de leerlingen op de hoogte gebracht. De komende dagen zullen we allerlei activiteiten ondernemen om leerlingen op te vangen en bij te staan met hun verdriet. We zullen ook op een passende manier onze deelneming betuigen aan het gezin. Mogelijk heeft uw zoon of dochter thuis behoefte om verder te praten. Aarzel niet om de school te bellen als u daarover vragen hebt. U kan altijd telefoneren naar xxx. Zodra er meer bekend is over de uitvaart, hoort u dat van ons. Vriendelijke groet xx Directeur
Model intern noodplan
46
Bij poging tot zelfdoding Beste ouders Naar aanleiding van de gebeurtenissen in klas 5 MOWE melden we u graag het volgende. Vanmorgen hebben we na overleg met de ouders van Pieter Pieters in zijn klas verteld wat er met hem gebeurd is. Omdat dit uw zoon of dochter diep geraakt heeft, vinden we het ook belangrijk u als ouders in te lichten over de feitelijke gebeurtenissen. Pieter zag door al zijn problemen het leven niet meer zitten en heeft geprobeerd om via zelfdoding een oplossing te vinden. Zijn situatie is momenteel erg kritiek. Met zijn ouders verkeren wij in spanning. We hopen dat Pieter zal herstellen en zullen samen, zo goed en kwaad als het kan, blijven werken aan een nieuw toekomstperspectief. Deze gebeurtenis zal ongetwijfeld ook verwarde gevoelens en vragen oproepen bij uw zoon/dochter. De leraren en het CLB zetten zich volledig in om hen te helpen bij het verwerken van deze gebeurtenis. Leerlingen kunnen op elk moment bij ons terecht. Als u merkt dat uw zoon het moeilijk heeft, is het zinvol om daar ook thuis over te praten. Als u daarbij graag de hulp hebt van de school, kan u de school contacteren op xxxxx. Vriendelijke groet, xx Directeur
Model intern noodplan
47
Bij zelfdoding Beste ouders We hebben een trieste mededeling. Gisteren is Pieter Pieters, leerling van de klas 5 MOWE, door zelfdoding om het leven gekomen. We hebben deze info vanmorgen aan uw zoon of dochter meegedeeld. Zelfdoding is voor veel mensen moeilijk te begrijpen en te accepteren omdat het onbeantwoorde vragen oproept. We zullen nooit helemaal begrijpen waarom iemand de beslissing neemt een einde aan zijn leven te maken. Vele factoren spelen mee die uiteindelijk tot deze daad leiden. Sommige leerlingen, zeker de vrienden van Pieter, zullen zich afvragen of ze dit hadden kunnen voorkomen. Anderen hebben misschien het gevoel dat het op een of andere manier ook hun schuld is. Het is belangrijk dat leerlingen de gelegenheid hebben om hierover te praten en hulp te krijgen als dat nodig is. De komende dagen zullen wij samen met de leerlingen dat verdriet proberen dragen. We zullen daarbij extra aandacht en zorg besteden voor leerlingen die het extra moeilijk hebben. De leerlingbegeleiders, leraren en directeur zijn beschikbaar voor leerlingen, ouders en leraren. Als u vragen heeft of de nood voelt om de school te contacteren, kan u altijd telefoneren naar xxx. Aanstaande donderdag is er een bijeenkomst op school om 19 u. Leerlingen, ouders en personeel worden hierop uitgenodigd. Een deskundige op gebied van rouw zal info geven over zelfdoding, signalen waar men op moet letten en mogelijkheden tot preventie. We hopen dat u daarvoor even tijd wil vrijmaken. Onze gedachten gaan intussen uit naar de ouders, broer en zussen van Pieter. Vriendelijke groet xx Directeur
Model intern noodplan
48
Beste ouders Vanochtend hebben wij onze leerlingen geïnformeerd over het overlijden van een medeleerling. Wij vinden het belangrijk u via deze brief te laten weten hoe we hier vandaag zijn mee omgegaan en wat we de komende uren en dagen nog zullen ondernemen. Gisterenmiddag is door tragische omstandigheden een eind gekomen aan het leven van Pieter Pieters, leerling van de klas 5 MOWE. Vanmorgen heeft het team van leraren daarbij stilgestaan. Vervolgens zijn alle aanwezige leerlingen tijdens hun eerste les geïnformeerd over het overlijden en de omstandigheden waaronder het overlijden heeft plaatsgevonden. De leraren hebben de leerlingen tijdens de les de ruimte geboden om over hun gevoelens en gedachten te praten. Voor veel leerlingen en leraren was deze informatie een grote schok. Al hebben we vandaag geprobeerd om de gevoelens van de leerlingen te kanaliseren, we kunnen ons best voorstellen dat uw zoon of dochter sterke behoefte heeft om ook thuis zijn of haar gevoelens en gedachten te uiten. Vanaf maandag zal in de xx een stille ruimte ingericht worden waarin leerlingen bij het overlijden van Pieter kunnen stilstaan. Dinsdagavond is van 19 tot 10.30u in de kerk een gebedswake voorzien. Ook de school zal een herdenkingsviering houden op xxx . Woensdagochtend heeft de uitvaartplechtigheid plaats. We zullen met de leerlingen van de klas en andere leerlingen uit de directe kennissen- en vriendenkring de viering bijwonen. Van de leerlingen die niet in de klas van Pieter zitten, verwachten we dat ze dat melden bij de coördinator als ze mee willen gaan. We zijn ervan overtuigd dat de komende periode voor vele leerlingen zeer moeilijk zal worden. Wij zullen trachten uw zoon of dochter zo goed mogelijk te ondersteunen bij het verwerken van deze gebeurtenis. Mocht u hierover vragen hebben, aarzel dan niet om contact op te nemen op tel xxx Vriendelijke groet xx Directeur
Model intern noodplan
49
A/H1N1 griep Informatiebrief voor de ouders model Versie nagelezen en aangepast door het Interministerieel Commissariaat Influenza – verdere aanpassingen gebeuren op eigen verantwoordelijkheid Betreft: ‘Mexicaanse’ griep Geachte ouders, Afgelopen maanden kreeg u via de pers heel wat nieuws over de nieuwe variant op het griepvirus: de A/H1N1- griep, ondertussen beter gekend als ‘Mexicaanse’ griep. Op 14 juli ging België over van de fase van ‘containment’ of inperken van elk individueel griepgeval, naar de fase van ‘mitigation’ of beheersen van de gevolgen voor burgers en maatschappij. Doel van de maatregelen in deze fase is niet langer de grieppandemie in te dijken en te vertragen, maar wel de medische en sociale impact van griep te milderen en ervoor te zorgen dat wie medische hulp of medicatie nodig heeft, die ook tijdig krijgt. Hoe verloopt de besmetting via het A/H1N1 griepvirus? De ziekte wordt vooral via de lucht overgebracht. Speekseldruppeltjes die bij hoesten of niezen vrijkomen, verplaatsen zich en kunnen zo - via de ademhaling - een andere persoon rechtstreeks besmetten. Via de lucht komen de virussen ook terecht op allerlei voorwerpen. Raakt iemand een “besmet” voorwerp aan en daarna zijn ogen, neus of mond, dan is dit voldoende om besmet te geraken. Maar ook de handen kunnen het virus overdragen: men schermt bij het hoesten de mond af met de hand, er komen daardoor druppeltjes op de hand, via wat die hand daarna aanraakt kan de besmetting zich verspreiden. Wat kunnen wij op school en u thuis doen om zoveel mogelijk te voorkomen dat het griepvirus zich verder kan verspreiden? Het is belangrijk dat elk van ons daar zijn of haar verantwoordelijkheid in neemt en rekening houdt met wat hierna als preventieve maatregelen wordt opgesomd. Ook op onze school is het belangrijk dat het griepvirus zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Om een besmetting te voorkomen zijn een goede hand- en nieshygiëne het allerbelangrijkst: - na een toiletbezoek en minstens vóór iedere maaltijd de handen grondig wassen met water en zeep; - propere handdoeken enkel voor persoonlijk gebruik of wegwerphanddoekjes gebruiken; - de nagels kort knippen en regelmatig schoonmaken; - de neus snuiten in papieren zakdoeken en die onmiddellijk weggooien; - de mond en neus bedekken bij het niezen. Op school zullen we aandacht besteden aan de hygiënische voorzorgsmaatregelen, maar ook thuis is het van belang op dit alles goed te letten.
Model intern noodplan
50
Wannneer is de kans groot dat uw kind besmet is en wat doet u dan? Indien uw kind in de loop van de volgende dagen of maanden de volgende symptomen vertoont: - een (plotse) koortsopstoot met een temperatuur van boven de 38°C, - spierpijn of gewrichtspijn, - ademhalingssymptomen zoals hoesten of een lopende neus - keelpijn En mogelijk ook deze (bijkomende) symptomen: - hoofdpijn, - rillingen, - vermoeidheid, - overgeven of diarree (niet typisch voor griep, maar wel gemeld in sommige recente gevallen van besmetting). dan vragen wij u om het thuis te houden en zo vlug mogelijk uw huisarts op huisbezoek te vragen. Een snelle tussenkomst van de huisarts bespoedigt het genezingsproces. Net zoals voor andere afwezigheden wegens ziekte wordt de afwezigheid omwille van de ‘Mexicaanse’ griep gestaafd met een doktersattest dat aan de school wordt bezorgd – De school voorziet ook maatregelen voor het opvangen van afwezigheden wegens ziekte van leerkrachten. We houden u hiervan op de hoogte. Meer informatie over de ‘Mexicaanse’ griep in het algemeen vindt u op de website www.influenza.be. Op de website www.ond.vlaanderen.be/griep treft u tips aan voor ouders met kinderen (via het luikje ‘hoe communiceer je met de ouders?’). Daarnaast vindt u hier antwoorden op veelgestelde vragen in verband met griep en onderwijs. Voor bijkomende vragen over griep op onze school kan u terecht bij …….. (vul hier de naam van de contactpersoon voor griep in jouw instelling) op het volgende telefoonnummer: ………….. Vriendelijke groeten, De directie van de school – CLB
Model intern noodplan
51
Nota’s:
Model intern noodplan
52
Model intern noodplan
53