COLOFON COLOFON
VERENIGING VOOR VERPLEEGKUNDIGEN RADIOTHERAPIE EN ONCOLOGIE
V.V.R.O. ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT Driemaandelijks tijdschrift Negentiende Jaargang September 2002 - Nummer 3 Hoofdredakteur Myriam Spinnoy
DOELSTELLINGEN Organiseert wetenschappelijke bijscholingen en voordrachten. Bevordert de groei en de belangstelling van de oncologieverpleging. Organiseert de naschoolse opleidingen van verpleegkundigen die werkzaam zijn in de oncologie. Bevordert de uitwisseling van kennis, zowel nationaal als internationaal, betreffende optimale verpleging van kankerpatiënten. Bevordert de erkenning van dit specialisme. Geeft 4x per jaar het oncologisch tijdschrift uit. Werkt internationaal samen met de E.O.N.S. BESTUUR Voorzitter Myriam Spinnoy Penningmeester Peter Goossens
Radiotherapie, A.Z.-V.U.B. Jette
Marie-Thérèse Bate Sabine Goethals Geert Pustjens Brigitte Vertenten Verantwoordelijke uitgever VVRO Radiotherapie Vrije Universiteit Brussel 1090 Brussel Lay-out en typografie Orga-Med Congress Office, Ria Maes Essenestraat 77, 1740 Ternat
[email protected] De redaktie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de onder auteurs-naam opgenomen artikels. Bovendien is het overnemen van de artikels alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de verantwoordelijke uitgever. Dit tijdschrift wordt geïndexeerd in INVERT
BESTUURSLEDEN Marie-Thérèse Bate (Gent) Sven D’Haese (EORTC Brussel) Stany Gabriels (Turnhout) Gerrit Ponnet (Brussel) Geert Pustjens (Antwerpen) Guy Vandevelde (Leuven) SECRETARIAAT Anne Maes AZ-VUB afdeling Radiotherapie Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Tel.: 02/477 52 37 Fax: 02/477 52 52 E-mail:
[email protected] Maandag en donderdag: 9:00 - 12:00 en 13:00 - 16:00 Werkgroepen Werkgroep Radiotherapie: Ann Kuys Werkgroep Chemotherapie: Jan Van Gaver Werkgroep Kinderoncologie: Kris Jennes Werkgroep Website: Mark Vos Voortgezette opleidingen in de Oncologieverpleging: Guy Vandevelde Internationaal - European Oncology Nursing Society (EONS): Myriam Spinnoy
www.vvro.be
- European Radiotherapy Technologists Education Development Group (RTT) Guy Vandevelde
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Redaktie
1
INHOUD INHOUD
EDITORIAAL
3
Anticipatorisch misselijkheid en braken bij chemotherapie 4
K. De Keyzer
Verslag van de Estro Teaching Course
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
'IMRT and other conformal techniques in practice' in Amsterdam
2
M.-T. Bate
16
V.V.R.O. VERENIGINGSNIEUWS
20
AANKONDIGINGEN EN INFORMATIE
36
INTERNATIONALE CONGRESAGENDA
40
Rechtzetting In het maartnummer van het VVRO tijdschrift werd bij het artikel van dhr. Erik Vlaminck 'Standaarden voor management van chronische maligne pijn' verkeerdelijk 'Herman de Mönnink. 1996 Lemma' (boven de titel) vermeld. Onze excuses.
EDITORIAAL EDITORIAAL
Beste Collega's, Het gebruik van cytostatica in de behandeling voor kanker neemt steeds toe. Reeds langer weten we uit literatuurgegevens dat personen die beroepshalve cytostatica manipuleren, zonder in acht name van veiligheidsvoorschriften, diverse klachten kunnen vertonen. Het effect van deze “toxische“ producten op lange termijn is onduidelijk maar ongerustheid omtrent de gezondheidsrisico’s is verantwoord. Ziekenhuispersoneel dat beroepshalve in contact komt met cytostatica of met patiënten onder deze behandeling, moet geïnformeerd worden omtrent de risico’s van het omgaan met cytostatica en de afvalproducten. Binnen VVRO hebben we met een aantal verpleegkundigen “bruikbare” richtlijnen uitgeschreven die het veilig omgaan met cytostatica moet waarborgen. Dit werkinstrument moet in de eerste plaats mensen sensibiliseren . Het uiteindelijke doel is deze richtlijnen te laten erkennen als werkinstrument binnen de oncologische centra. De bevoegde instanties reageren alvast zeer positief. De presentatie van deze richtlijnen , op CD rom en geïllustreerd, begint op 14 oktober. De inkom is volledig kosteloos. Voor de volledige agenda van deze voordrachten verwijs ik u verder in het tijdschrift.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Gerrit Ponnet
3
Anticipatorisch misselijkheid en braken bij chemotherapie Kristine De Keyzer, Sint-Jozefkliniek Bornem, Dagziekenhuis Winnaar VVRO Award 2001, 18e jaarcongres VVRO
1. Inleiding
M
Misselijkheid en braken zijn
haald. Er wordt bekeken in welke mate misselijkheid en braken
gekende nevenwerkingen van
voorafgaand de toediening van cytostatica optreden. Risico-
chemotherapie. Het tijdstip dat
factoren die bijdragen tot het ontwikkelen van deze neven-
deze nevenwerkingen optreden kan
werkingen worden toegelicht. Een laatste deel beschrijft de
verschillend zijn; anticipatorisch of vooraf-
mogelijkheden om anticipatorisch misselijkheid en braken
gaand de toediening van de cytostatica,
te voorkomen. Zowel de medicamenteuze als niet-medica-
acuut of uitgesteld. De behandeling van
menteuze benadering heeft hier een plaats.
misselijkheid en braken ten gevolge van chemotherapie is de laatste jaren
Deze literatuurstudie wil de ernst van dit verpleegprobleem,
sterk verbeterd door de ontwikkeling
de oorzaak en de beïnvloedende factoren aantonen. Dit kan
van nieuwe anti-emetica. Anticipatorisch
bijdragen tot het tijdig herkennen van patiënten met een
misselijkheid en braken blijkt nog steeds
verhoogd risico op anticipatorische klachten. Als verpleegkundige
een veel voorkomend probleem te zijn.
hebben we hierbij een belangrijke taak.
Omtrent dit onderwerp werd een lite-
Op het daghospitaal waar ik tewerkgesteld ben, werden
ratuurstudie gemaakt. De volgende zoek-
tot voor kort voornamelijk patiënten met gastro-intestinale
termen werden gebruikt: neoplasms,
tumoren behandeld. Heden krijgen ook borstkankerpatiënten
chemotherapy, anticipatory, nausea en
hun behandeling met cytostatica op het daghospitaal. Vooral bij
vomiting. Door de sneeuwbalmethode
deze laatste patiëntengroep, treden anticipatorische klachten
werden andere artikels bekomen.
op. Het is duidelijk dat niet alle chemotherapiepatiënten anticipatorisch misselijkheid en braken ontwikkelen.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Na het toelichten van de probleemstelling
4
volgt een begripsomschrijving van de
In onze instelling zal een nieuwe lokatie voor het daghospitaal
term ‘anticipatorisch’ misselijkheid en
voorzien worden. Er werd nagegaan of we bij de inrichting
braken. Er wordt nagegaan wat de mo-
rekening kunnen houden met bepaalde factoren om dit pro-
gelijke oorzaak is van dit fenomeen.
bleem te voorkomen.
Uitlokkende factoren, omgevingsprikkels die hierbij een rol spelen, worden aange-
ANTICIPATORISCH
MISSELIJKHEID EN BRAKEN BIJ CHEMOTHERAPIE
2.Probleemstelling
mensen betekent misselijkheid «zich onwel voelen», men staat op het punt over te geven, men ervaart een
Het gevoel van misselijkheid en braken werd door
onaangenaam gevoel in de ingewanden en achter de
chemotherapiepatiënten als belangrijkste symptoom-
keel (Hawthorn, 1991).
ongemak gemeld. Dankzij de ontwikkeling van nieuwe anti-emetica, vooral de 5-HT3 receptor anta-gonisten,
Er wordt nagegaan wat men bedoelt met de term
kan men de patiënten tijdens hun be-handeling een
‘anticipatorisch’ of ‘anticiperend’. 2 verschillende
betere levenskwaliteit bieden. Patiënten melden vaak
omschrijvingen werden gevonden.
dat ze zich misselijk voelen of brakerig zijn nog voor
Morrow (1982, 1985) spreekt van misselijkheid en
de cytostatica werden toegediend.
braken voor de behandeling of anticiperend wanneer dit zich voordoet voorafgaand de toediening van
Anticipatorisch misselijkheid en braken bij patiënten
de cytostatica. Deze definitie wordt ook door Cohen,
die cytostatica krijgen toegediend, kan een ernstig
Blanchard, Ruckdeschel en Smolen (1986) gebruikt.
probleem zijn. Metabole stoornissen, anorexie, de-
De symptomen treden vroeger op dan men ze
hydratatie, gewichtsverlies, electrolytenstoornissen, de-
verwacht. Fetting et al. (1983) hanteert een ruimere
pressie, een verminderde algemene toestand kunnen
definitie. Hij omschrijft de anticipatorische symptomen
optreden. Een vermindering van zelfzorg en functionele
bij chemotherapie als misselijkheid of misselijkheid en
mogelijkheden kan de patiënt afhankelijk maken
braken voor of tijdens de toediening van cytostatica.
(Morrow, 1984 & Ettinger, 1995). Hierdoor kunnen de motivatie en de therapietrouw
3.1 Oorzaak ?
van de patiënt in het gedrang komen.
Men gaat ervan uit dat het anticipatorisch optreden
Het aanpassen van het chemotherapieschema, het
van symptomen een gevolg is van klassieke
verminderen van de dosis, het onderbreken of zelfs
conditionering. Er is sprake van een leerproces na
stopzetten van de therapie kan noodzakelijk zijn
negatieve ervaringen, in dit geval na de toediening
(Ettinger, 1995).
van cytostatica (Bovbjerg et al. 1992, Morrow 1984).
Doordat gecombineerde therapieën, chemo- en radiotherapie, meer zullen toegepast worden, kan dit
Het emetogeen vermogen van de cytostatica kan
probleem nog versterkt worden.
verantwoordelijk zijn voor het optreden van misselijkheid en braken na de toediening van de cytotoxische
In de literatuur werd op zoek gegaan naar een antwoord
medicatie. Deze symptomen kunnen optreden vanaf
op de volgende vragen : ‘Wat ligt aan de oorzaak van
de eerste chemobehandeling (Moher et al., 1984).
dit probleem, welke patiëntenkarakteristieken spelen een rol en kunnen we als verpleegkundige iets doen
Het emetogeen vermogen van de cytostatica is de
om dit probleem te voorkomen ?’
ongeconditioneerde prikkel. Dit heeft een ongeconditioneerd gedrag tot gevolg nl. misselijkheid en/of
Braken is het onwillekeurig via de mond terugbrengen van de maaginhoud. Het wordt vaak, maar niet altijd
braken. emetogeen vermogen van de cytostatica = ongeconditioneerde prikkel
voorafgegaan door misselijkheid. Misselijkheid is iets subjectiefs dat elke persoon anders ondergaat en dat moeilijk te omschrijven valt. Voor de meeste
misselijkheid en/of braken = ongeconditioneerd gedrag
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
3. Begripsomschrijving
5 5
A R T I K E L S
De ongeconditioneerde prikkel verband gebracht met signalen van buitenaf o.a. geluiden, geuren, smaken. Deze aanvankelijk neutrale stimuli worden geassocieerd met het optreden van misselijkheid en braken na de behandeling. Deze stimuli kunnen na enige tijd voor de patiënt geconditioneerde prikkels worden (Hawthorn, 1991). Deze geconditioneerde prikkels kunnen dan weer een geconditioneerd gedrag uitlokken nl. misse-
Anticipatorisch misselijkheid en braken kan een hardnekkig verschijnsel zijn. Eens dit leerproces is opgetreden, kan het aanwezig blijven zelfs jaren na het beëindigen van de therapie. Nerenz en collega’s (1986) melden dat 50% van de patiënten die herstelden van de ziekte van Hodgkin twee jaar later nog anticipatorische symptomen vertoonden. Dit onderstreept nogmaals het belang om dit probleem te voorkomen.
lijkheid en/of braken. 3.2 Uitlokkende factoren Smaken, geluiden en geuren die voorkomen in de Geluiden, geuren, smaken, denken aan… = geconditioneerde prikkel
omgeving van de behandeling met cytostatica, kunnen anticipatorisch misselijkheid en braken uitlokken bij patiënten die misselijkheid en braken ervaren na de behandeling (Hogan, 1990). Ook cognitieve en visuele
misselijkheid en braken = geconditioneerd gedrag
prikkels kunnen hiervoor verantwoordelijk zijn (Cohen et al., 1986). Er volgt een opsomming van mogelijke geconditioneerde prikkels.
Dus het optreden van misselijkheid en braken voorafgaand de behandeling met cytostatica wordt gezien als een geconditioneerde respons die volgt op signalen die in verband worden gebracht met de chemotherapie (Bovbjerg et al. 1992). Zintuiglijke gewaarwordingen tijdens de toediening van de cytostatica als ook congitieve stimuli kunnen geconditioneerde prikkels worden. Prikkels die aanleiding kunnen geven tot dit geconditioneerd gedrag worden in het volgende punt behandeld. Pickett (1991) beschrijft ‘conditioned’ - anticipatorisch, aangeleerd of psychologisch - als een herhaalde associatie van neveneffecten met omgevingsstimuli. Na een aantal behandelingscycli werkt iedere associatie misselijkheid op (Hawthorn, 1991). Het feit dat de patiënt anticipatorische nausea en bra-
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
ken ervaart, is te wijten aan het eerder optreden van
6 6
deze nevenwerkingen. Anticipatorisch misselijkheid en braken zal dus optreden bij patiënten die misselijkheid en braken rapporteerden na de chemobehandeling. Pas na een aantal behandelingscycli zal dit verschijnsel zich voordoen.
• visuele stimuli: - voorwerpen zoals de infuusstaander, de catheter voor het prikken van het infuus - personen: de verpleegkundige die de cytostatica toedient, de behandelende arts - de kleur van de cytostatica bv. Patiënten die Epirubicine IV toegediend krijgen, voelen zich onwel, worden misselijk bij het zien van de rode kleur van het infuuszakje. • auditieve prikkels • geluiden: stem van de verpleegkundige, geneesheer • geuren: ziekenhuisgeur, ontsmettingsmiddel, geur van de medicatie • smaken: het proeven van een metaalsmaak of een andere onaangename smaak tijdens de chemotherapie • cognitieve prikkels Het denken aan de chemotherapie kan misselijkheid uitlokken (Boakes et al. 1993). In een studie van Redd et al. (1993) werd het voorkomen en de intensiteit van misselijkheid bij chemopatiënten onderzocht, als reactie op 3 mentale
ANTICIPATORISCH
MISSELIJKHEID EN BRAKEN BIJ CHEMOTHERAPIE
voorstellingen. De patiënten werden gevraagd de
anticipatorisch misselijkheid vast. 18 tot 57% van de
ogen te sluiten en zich 3 situaties achtereenvolgens
patiënten die chemotherapie krijgen, ervaren antici-
voor te stellen: een landelijke omgeving, een niet-
patorisch misselijkheid en braken (Ettinger, 1995).
chemotherapeutische medische procedure en de toe-
Boakes (1993) vond bij 41% anticipatorisch misselijk-
diening van cytostatica. Dit gebeurde onder toezicht
heid na minstens 4 behandelingscycli.
van een psycholoog. De patiënt werd in een soort hypnose gebracht en werd gevraagd te beschrijven
Er is een verschil in incidentie van anticipatorisch misse-
wat hij zag, rook, voelde in die specifieke situatie.
lijkheid en anticipatorisch braken. Nausea voorafgaand
De studie bestond uit 2 delen. In een eerste deel werd
de behandeling treedt vaker op (Ettinger, 1995 &
nagegaan of mentale voorstellingen van de toediening
Moher, 1984). In de studie van Cohen et al. (1986)
van cytostatica bij patiënten die anticipatorisch
met ambulante chemopatiënten, ervaarden 42% an-
misselijkheid ervaarden, ook misselijkheid uitlokten. Er
ticipatorisch misselijkheid. 27% van de patiënten had-
werd vastgesteld dat wanneer deze patiënten zich de
den anticipatorisch braken. Van de patiënten met
toediening van cytostatica inbeeldden, misselijkheid
anticipatorisch misselijkheid, ontwikkelde 15% ook
optrad.
anticipatorisch braken (Moher et al., 1984).
In een tweede deel werd een vergelijking gemaakt
Montgomery et al. (1998) onderzocht het voorkomen
tussen patiënten zonder en met een voorgeschiedenis
van anticipatorisch misselijkheid en braken gedurende
van anticipatorisch misselijkheid bij chemotherapie.
3 tijdsperioden; de nacht voor, de morgen voor en
Geen van de patiënten zonder een voorgeschiedenis
de periode onmiddellijk voor de toediening van de
van anticipatorisch misselijkheid, ervaarde misselijkheid
cytostatica. Men stelde vast dat de ernst van de
bij mentale voorstellingen van chemotherapie. Deze
anticipatorische klachten toeneemt naarmate de IV-
studie had slechts een patiëntenpopulatie van 4 (in
toediening van de cytostatica nadert. Volgens Nicholas
eerste deel) en 10 (in tweede deel) borstkanker-
begint anticipatorisch misselijkheid en braken 5 uur
patiënten.
voor de behandelingssessie (Moher et al., 1984). De patiënten ervaren deze klachten eerst thuis of onder-
Smaken en geuren lokken meer nausea uit. Het
weg naar ziekenhuis.
denken aan de behandeling zal meer braken uitlokken (Boakes et al. 1993).
Het is belangrijk een idee te hebben hoe snel na het starten van de chemotherapie patiënten
4. Incidentie van anticipatorisch misselijkheid en braken
anticipatorische klachten zullen hebben. De kans op anticipatorisch misselijkheid neemt toe met behanpatiënten ervaren anticipatorische nevenwerkingen
werd nagegaan in verschillende studies met patiënten
bij de vierde chemotherapiecyclus (Morrow, 1984).
die cytostatica toegediend kregen. Het voorkomen
Minstens één derde van de patiënten ontwikkelt anti-
van de anticipatorische klachten is afhankelijk van het
cipatorische klachten bij de vierde behandelingssessie
soort kanker en de behandeling. De incidentie verschilt
(Moher et al., 1984).
afhankelijk van de patiënten-populatie waartoe de
Men kan besluiten dat anticipatorisch misselijkheid
studie zich beperkt.
en braken een belangrijk klinisch probleem is. De
Andrykowski et al. (1988) stelde bij 57% van de
incidentie van de anticipatorische klachten is hoog.
borstkankerpatiënten met adjuvante chemotherapie
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
delingscycli (Bovbjerg et al., 1992). 24% van de De incidentie van anticipatorisch misselijkheid en braken
7 7
A R T I K E L S
5. Beinvloedende factoren bij het ontwikkelen van anticipatorisch misselijkheid en braken
Moher (1984) haalt aan dat er een relatie bestaat tussen het aantal injecties die patiënt toegediend krijgt tijdens een behandelingssessie en de frequentie van anticipatorisch misselijkheid en braken. Het aantal
Het is belangrijk dat men de risicopopulatie kent, om te
toegediende cytostatica spelen een rol. De duur van
voorkomen dat anticipatorisch misselijkheid en braken
de behandeling bepaalt de anticipatorische klachten.
optreedt. Er wordt een omschrijving gegeven van
Hoe langer de chemobehandeling duurt, hoe meer
factoren die een rol kunnen spelen bij het ontwikkelen
misselijkheid en braken voorafgaand de therapie kan
van anticipatorisch misselijkheid en braken.
optreden.
5.1 Cytostatica De toxiciteit van het cytostaticum, de dosis, het aantal en de combinatie van cytostatica dat wordt toegediend, zal bepalend zijn voor het ontwikkelen van misselijkheid en braken en dus ook het optreden
De toedieningswijze heeft een invloed op het optreden van misselijkheid en braken (Ettinger, 1995). Het peroraal innemen van Cyclofosfamide veroorzaakt minder braken dan een intraveneuze toediening. Ook hier moet men aandacht voor hebben.
van anticipatorisch misselijkheid en/of braken. Er moet ook rekening gehouden worden met de De dosis bepaalt het emetisch effect. Een hogere dosis is geassocieerd met een grotere emetogene activiteit (Hogan, 1990 & Ettinger, 1995). Dit geldt o.a. voor Cisplatine, Cyclofosfamide, Doxorubicine en
individuele gevoeligheid van de patiënt. Misselijkheid en braken zijn sterk verschillend van patiënt tot patiënt, zelfs bij patiënten die dezelfde cytostatica krijgen.
Methotrexaat. Een dosis Cyclofosfamide minder dan 1g, heeft een matig emetogeen vermogen. Misselijkheid
5.2 Misselijkheid en braken NA de behandeling
en braken komt voor bij 30 tot 60% van de patiënten.
De kans op het ontwikkelen van anticipatorisch
Een dosis Cyclofosfamide van meer dan 1 g, heeft een
misselijkheid en braken is geassocieerd met de inten-
hoog emetisch vermogen. Tot 90% van de patiënten
siteit, de duur en de frequentie van posttherapie mis-
kunnen last hebben van misselijkheid en braken na
selijkheid en braken (Morrow, 1992).
de toediening. (Deze gegevens kan men terugvinden in de bijlage).
Er is een positief verband tussen de frequentie
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
van postbehandeling misselijkheid en braken en anti-
8 8
Anticipatorisch misselijkheid en braken zal meer voor-
cipatorisch misselijkheid en braken (Cohen et al.
komen wanneer een hogere dosis van het cytostaticum
1986). In deze studie wordt gesuggereerd dat
wordt toegediend (Cohen et al. 1986). Morrow haalt
de frequentie van postbehandeling braken een kri-
aan dat er een relatie bestaat tussen het emetisch
tische factor is in het conditioneringsproces en niet
vermogen van de behandeling en de ontwikkeling van
het aantal behandelingssessies. De intensiteit van
anticipatorisch misselijkheid en braken. De toxiciteit of
postchemotherapie misselijkheid, voorspelt de ont-
het gemiddeld emetisch vermogen van de cytostatica
wikkeling van anticipatorisch misselijkheid (Bovbjerg
is significant hoger bij patiënten met anticipatorisch
et al. 1992).
nausea en/of braken. Het gebruik van Dactinomycin en Cisplatine is significant
Dit onderstreept het belang van het controleren van
geassocieerd met anticipatorisch misselijkheid en
misselijkheid en braken in dit stadium.
braken (Morrow, 1982).
9
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
A R T I K E L S
dragen significant bij tot de ontwikkeling van anti-
5.9 Wagenziekte
cipatorisch misselijkheid. Dit impliceert dat men reke-
Patiënten die last hebben van wagenziekte, hebben
ning moet houden met de verwachtingen van de
een grotere kans op anticipatorisch nausea en braken
patiënt wanneer men een geconditioneerde respons
(Morrow, 1985).
evalueert om medische behandelingen af te wenden. (Montgomery et al. 1998).
5.10 Omgevingsfactoren Er werd geen verschil in incidentie van anticipatorisch
Er wordt gesuggereerd dat copingstijl, een invloed
misselijkheid en braken gevonden tussen de verschil-
heeft op al dan niet ontwikkelen van anticipatorisch
lende behandelingscentra (Cohen et al., 1986). Verder
braken. Patiënten met een meer remmende copingstijl
onderzoek naar grootte, locatie, lichtinval, kleur en in-
‘deze behandeling kan me niet helpen’, kunnen meer
richting waarin de behandeling gegeven wordt, zou
anticipatorisch braken ontwikkelen in vergelijking met
zinvol zijn.
patiënten die ervanuit gaan dat de therapie hun gaat
Andere factoren die gevonden werden als deter-
helpen (Moher et al, 1984).
minanten voor anticipatorisch misselijkheid en braken zijn; zweten na de laatste behandeling, warmte- of
5.7 Sociale ondersteuning
hittegevoel over het ganse lichaam en gevoel van al-
Jonge ongehuwde patiënten die een adjuvante behan-
gemene zwakte na de behandeling (Morrow, 1982).
deling met CMF kregen, bleek dat deze patiëntengroep
Bij verder doornemen van de literatuur zullen nog
gevoeliger waren voor anticipatorische misselijkheid
andere factoren ter sprake komen
en braken (Fetting et al., 1982). Patiënten met testiscarcinoom zonder ondersteuning van familie of vrienden
Er werd geen significant verschil gevonden voor ge-
zijn een hogere risicogroep voor anticipatorische klach-
slacht, ras, of de patiënt voorafgaand chemotherapie,
ten.
radiotherapie of heelkundige behandeling voor de ziekte had gekregen.
De aanwezigheid van familie of vrienden tijdens de
Patiënten met anticipatorisch misselijkheid en braken,
behandeling is aan te raden. Verder onderzoek kan
hadden een significant hogere frequentie van consti-
nagaan of er een verschil is wanneer de patiënt
patie en droge en jeukende huid.
tijdens zijn behandelingssessie geïsoleerd verblijft in een kamer of behandeld wordt met ander patiënten.
6. Behandeling
5.8 Ziektestadium
Er wordt veel aandacht besteed aan de medicamen-
In een studie van Nerenz werd gesteld dat
teuze behandeling van misselijkheid en braken na
anticipatorisch misselijkheid minder uitgesproken voor-
de toediening van cytostatica. In dit laatste deel zal
komt bij vrouwen met metastatisch borstkanker in ver-
nagegaan worden wat de mogelijkheden zijn om antici-
gelijking met vrouwen die adjuvant chemotherapie
patorisch misselijkheid en braken te voorkomen.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
krijgen (Moher et al., 1984). Dit hangt samen met
10 10
het emetogeen vermogen van de cytostatica die
Bij het verhinderen dat misselijkheid en braken op-
worden toegediend. Patiënten met een metastatisch
treden voor de behandeling, ligt de nadruk op het
borstcarcinoom ervaren moeheid en zwakte ergste
trachten voorkomen van een geconditioneerd gedrag.
symptoomongemak. Bij de adjuvant therapie werd
Dit houdt in dat men moet vermijden dat misselijkheid
anticipatorisch misselijkheid en braken als meest
en braken optreedt na de toediening van cytostatica.
kwellende symptoom ervaren.
Een goede medicamenteuze behandeling is essen-
ANTICIPATORISCH
MISSELIJKHEID EN BRAKEN BIJ CHEMOTHERAPIE
tieel. Daarom zal deze eerst aangehaald worden.
Anxiolytica helpen de anticipatorische klachten onder
Daarnaast komt de niet-medicamenteuze behan-
controle houden. Benzodiazepines induceren een
deling aan bod.
tijdelijke amnesie. Ze blokkeren de herinnering van misselijkheid en braken na de behandeling (Laszlo
6.1 Medicamenteuze behandeling
et al. 1985). De kans dat anticipatorische klachten
Anticipatorisch misselijkheid en braken zal optreden als
optreden, wordt hierdoor verminderd (Hogan, 1990).
resultaat van ongecontroleerd misselijkheid en braken
Deze medicaties reduceren angstgevoelens en hebben
na de behandeling (Hogan, 1990). Anti-emetische
een sedatief effect evenals de Butyrophenones. Ze
behandeling voor postchemotherapie misselijkheid is
kunnen als premedicatie voor het starten van de
meest effectief als gestart wordt voor de patiënt
toediening van cytostatica gegeven worden.
enige ervaring van misselijkheid heeft gehad. Een effectieve behandeling met anti-emetica vanaf de
Afhankelijk van de dosis en het emetogeen vermogen
eerste toediening met cytostatica, kan bijdragen tot het
van de cytostatica wordt een combinatie van meerdere
voorkomen van de ontwikkeling van geconditioneerde
medicaties toegediend. Door het combineren van anti-
misselijkheid (Bovbjerg et al., 1992). Succesvol mana-
emetica uit verschillende farmacologische groepen
gement van anticipatorisch misselijkheid en braken,
en met verschillende werkingsmechanismen, wordt
vraagt een preventieve aanpak (Hogan, 1990).
het hoogst mogelijke anti-emetisch effect bereikt. Soms moet de anti-emetische behandeling een aantal
Slecht gecontroleerde misselijkheid en braken tijdens
dagen verdergezet worden. Dit geldt vooral voor
vorige chemosessies, maken de patiënt voorbeschikt
cytostatica waarbij uitgesteld braken gekend is o.a.
voor onbevredigende resultaten met anti-emetica bij
Cisplatinum en Cyclofosfamide (Hawthorn, 1991).
de volgende behandeling. Het is dus belangrijk om
De verpleegkundige moet de respons op de anti-
te zorgen voor maximale anti-emetische controle in
emeticabehandeling van de patiënt evalueren.
het begin van de behandeling. Dit kan beletten dat een patiënt een potentieel zinvolle en curatieve be-
6.2 Niet-medicamenteuze behandeling
handeling wordt onderbroken of stopgezet (Ettinger,
Na de medicamenteuze therapie wordt het afleiden
1995).
van de aandacht van de patiënt als meest effectieve interventie beschouwd. Het afleiden van de aandacht
De medicamenteuze behandeling wordt voorge-
van pediatrische patiënten van de therapie door
schreven door de geneesheer. De verpleegkundige
videospelletjes helpt bij het verminderen van chemo-
moet signaleren wanneer de toegepaste therapie on-
therapie-gerelateerde misselijkheid en braken. De
voldoende is. Dit vraagt en goede observatie van de
meest gebruikte middelen voor verstrooing zijn radio,
patiënt en evaluatie van de anti-emeticatherapie.
TV, magazines, humor.
behandeling van misselijkheid en braken na chemo-
Zuiver psychologisch gezien zijn anticipatorisch misse-
therapie zijn de serotonine-antagonisten zoals
lijkheid en braken een geconditioneerd gedrag. Dit
Ondansetron (Zofran), Granisetron (Kytril), Tropisetron
betekent dat een psychologische benadering de band
(Novaban). Andere producten die vaak in combinatie
tussen prikkel en reactie kan doorbreken. Hypnose,
met de serotonine-antagonisten gebruikt worden zijn
relaxatie en systematische desensibilisering hebben
de corticoïden. Bij anti-emetica voor kankerbe-
op dit punt hun nut bewezen (Hawthorn, 1991). Deze
handeling zijn meestal dopamine receptor antago-
technieken worden gebruikt om de aandacht van de
nisten betrokken.
patiënt af te leiden van negatieve ervaringen in dit
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
Anti-emetica die een belangrijke plaats innemen in de
11 11
A R T I K E L S
geval misselijkheid en braken. De patiënt concentreert
!
zich op aangename dingen.
Hypnose kan de effectiviteit van antimisselijkheid
Angst geassocieerd met chemotherapie kan hierdoor
medicatie helpen.
Hypnose
eveneens verminderd worden. Dit alles moet leiden tot een beter comfort voor de patiënten en therapie-
!
relaxatietechnieken
trouw. Het leidt de patiënten af van negatieve geconditio6.1.1 Muziektherapie
neerde stimuli geassocieerd met chemotherapie en
Muziek kan ontspanning bevorderen. Doordat de
kan helpen om te gaan met stressvolle situaties tij-
muziek de hartfrequentie en de bloeddruk vermindert,
dens de kankerbehandeling. Patiënten voelen zich
de ademhaling vertraagt, is er minder pijngevoeligheid
beter en zijn meer in staat de cytotoxische therapie te
en gespannenheid van de spieren. Dit is een aan-
voltooien. Relaxatietherapie is goedkoop en heeft geen
gename gewaarwording voor de patiënt. Het wordt
nevenwerkingen. De technieken moeten aangeleerd
vooral bij kinderen toegepast. Het luisteren naar een
worden. Dit is tijdrovend.
cassette met muziek en bemoedigende woorden van de eigen arts maakt patiënten minder angstig voor
Bij progressieve spierrelaxatie leert de patiënt actief
chemotherapie.
de spieren te spannen en samentrekken om ze daar
6.1.2 Omgevingsfactoren De sensorische prikkels aanwezig in de omgeving van de behandeling, moet men trachten te manipuleren om de afkeer van geluiden en geuren zoveel mogelijk te minimaliseren. De cytostatica moeten toegediend worden in een rustige omgeving. De verpleegkundige kan het gebruik van parfum en haarspray vermijden aangezien deze geuren snel in verband gebracht worden met de behandeling (Hogan, 1990). 6.1.3 Ondersteunende technieken Ondersteunende technieken kunnen nuttig zijn bij de behandeling van misselijkheid en braken. Veel technieken zijn bedoeld om de angst weg te nemen en oefenen een kamerende invloed uit. Onder gedragsinterventies wordt verstaan ; hypnose, systematische desensibilisatie en relaxatietraining. Het doel van deze interventies is eveneens het onderbreken van de associatie van misselijkheid en bra-
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
ken met de behandeling (Hogan, 1990). Studies
12 12
hebben aangetoond dat gedragsbehandeling bij kankerpatiënten die chemotherapie krijgen, effectief is in het verminderen van misselijkheid en braken voor, tijdens en na de chemotherapie (Moher et al., 1984).
na opnieuw los te laten en volledig te ontspannen. Het spannen en ontspannen is een proces dat stap voor stap verloopt en meestal begint bij de voeten en eindigt bij het hoofd. Het vraagt ook een energieverbruik van de patiënt en is dus niet voor elke patiënt toepasbaar (Hawthorn, 1991). Begeleide beeldvorming is een ontspanningstechniek. Door middel van ademhalingsoefeningen wordt relaxatie bewerkstelligd en vervolgens worden ter ondersteuning aangename beelden opgeroepen. Als de patiënt de techniek onder de knie heeft, kan deze zich gemakkelijker ontspannen als hij/ zij zich misselijk voelt. Uit onderzoek naar de effectiviteit van progressieve spierrelaxatie en geleide verbeelding bleek dat er geen effect werd gevonden wat betreft de reductie van de misselijkheid en braken. Wel bleek vermindering van angst en een groter gevoel van controle bij de patiënten op te treden Deze therapieën blijven een aanvulling bij de medicamenteuze therapie. Ze kunnen helpvol zijn bij het verminderen van anticipatorisch misselijkheid en angst en kunnen de patiënt een gevoel van controle geven.
ANTICIPATORISCH
MISSELIJKHEID EN BRAKEN BIJ CHEMOTHERAPIE
7. OPDRACHT VOOR DE VERPLEEGKUNDIGE
patiënt moet eenvoudig zijn. Problemen bij de antiemeticatherapie moeten gesignaleerd worden aan de
Het observeren, documenteren en rapporteren van
behandelend geneesheer.
symptomen van toxiciteit van chemotherapie behoren tot onze taak. Als verpleegkundige kan men nagaan
Als verpleegkundige heeft men de taak om via
of de patiënt een hoger risico heeft op anticipatorische
informatie en voorlichting de patiënt voor te bereiden
symptomen. Dit vraagt kennis van het emetogeen
op zijn cytostaticabehandeling (Hawthorn, 1991).
vermogen van de toegediende cytostatica. Men moet
Misselijkheid en braken zijn de meest gevreesde
kunnen nagaan of de patiënt misselijkheid en/of braken
nevenwerkingen bij patiënten die starten met chemo-
heeft gehad na de laatste cytostaticatoediening. Dit
therapie. De meeste patiënten hebben voor het begin
vraagt een duidelijke rapportage in het verpleegdossier.
van hun behandeling geen idee van wat er te wachten
Er moet rekening gehouden worden met leeftijd,
staat. Er bestaan veel misvattingen. De angst voor
sociale ondersteuning, angst. Deze factoren werden
het onbekende kan men trachten weg te nemen
eerder besproken.
of te verminderen door de patiënt en zijn/haar familie uitgebreid uit te leggen wat er gaat gebeuren.
Bij patiënten die op een dagziekenhuis hun cytostatica
Concrete, objectieve informatie over gewaarwordingen,
krijgen toegediend, is het informeren naar problemen
mogelijke bijwerkingen, helpt de patiënt om zich
na de vorige kuur van essentieel belang. De meeste
mentaal voor te bereiden. Het verbetert de kennis en
nevenwerkingen zullen thuis optreden. Voor iedere
begrip van de behandeling.
toediening moet opnieuw navraag gedaan worden
Het informeren van de patiënt kan angst verminderen.
naar anticipatorisch misselijkheid en braken. Het effect
Bij angstige patiënten kan nagevraagd worden aan de
van de anti-emetica moet geëvalueerd worden. De
geneesheer een kalmerende medicatie toe te dienen.
therapie kan zo nodig bijgestuurd worden.
Men moet oog hebben voor mogelijke fysiologische en psychologische gevolgen van aanhoudende nausea
Naarmate het aantal behandelingscycli toeneemt,
en braken. Men moet de mogelijkheid bieden aan de
zullen de anticipatorische symptomen ernstiger worden.
patiënt en zijn familie om gevoelens in verband met
Vroegtijdig ingrijpen op anticipatorische symptomen
de ziekte en de behandeling te uiten. Het geruststellen
voorkomt verergering van de situatie. Patiënten zullen
van de patiënt is belangrijk. Als misselijkheid en
hun anticipatorische symptomen meestal niet spontaan
braken toch voorkomen, moet de patiënt uitgelegd
melden. Sommige denken dat deze symptomen erop
worden dat andere medicatie kan gebruikt worden
wijzen dat de ziekte hun geest heeft aangetast
om de ongemakken bij een volgende behandeling te
(Morrow, 1991 & Hawthorn, 1991).
verminderen.
Wanneer de patiënt een ambulante chemobehandeling
8. CONCLUSIE
geven naar huis. Dit is uiteraard afhankelijk van de
Er moet gestreefd worden naar het voorkomen van
dosis en het soort chemotherapieschema. De ver-
anticipatorisch misselijkheid en braken. Hierbij komt
pleegkundige moet de patiënt informeren over de te
de medicamenteuze behandeling op de eerste plaats.
nemen anti-emetica. Het verderzetten van deze medi-
Vanaf de eerste toediening met cytostatica, moet
camenteuze behandeling thuis is belangrijk, ook al
gestart worden met een goede anti-emetische behan-
heeft de patiënt geen klachten van misselijkheid. Het
deling.
toedieningsschema dat wordt meegegeven aan de
De verpleegkundige heeft een belangrijke taak. Deze
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
krijgt, kan het nodig zijn om anti-emetica mee te
13 13
A R T I K E L S
omvat een goede observatie van de patiënt en
Het optreden van anticipatorisch misselijkheid en
zijn nevenwerkingen, het informeren van patiënt en
braken wordt beïnvloed door verschillende factoren.
familie, het doorgeven van informatie aan de genees-
Patiënten met anticipatorisch klachten zijn o.a. jonger,
heren ivm tolerantie van de behandeling. Wanneer de
krijgen cytostatica met een hoger emetisch vermogen
anti-emetische behandeling onvoldoende blijkt, moet
en ontwikkelen meer misselijkheid en braken na
dit dadelijk gesignaleerd worden aan de behandelend
de behandeling. Patiënten krijgen een specifiek
geneesheer. De psychische begeleiding van de patiënt
chemoschema toegediend. Dosis, soort cytostaticum,
mag niet uit het oog worden verloren.
frequentie van toediening worden bepaald. Wanneer we met deze factoren rekening houden kunnen we
Er moeten ontspannings – en/of afleidingsmogelijk-
de risicopatiënten tijdig detecteren. Hierbij komt dat
heden aanwezig zijn o.a. radio, TV, lectuur. Men kan de
patiënten verschillend reageren op de toediening van
patiënt stimuleren om zelf voor voldoende afleiding te
cytostatica. Dit alles vraagt een individuele benadering
zorgen vb. door een boek mee te brengen, handwerk,
van de patiënt.
muziek die de patiënt graag hoort. Het meebrengen van een familielid of vriend is aan te raden.
Preventie is het belangrijkste in de benadering van anticipatorisch misselijkheid en braken bij. Zowel de
Bij de inrichting van ons dagziekenhuis kunnen we
medicamenteuze als niet-medicamenteuze therapie
rekening houden met een aantal elementen. Een rus-
dragen bij tot het voorkomen van anticipatorische
tige locatie met een aangenaam en mooi uitzicht zou
klachten. Een effectieve anti-emetische therapie moet
het meest ideale zijn (ver verwijderd van keuken en
gestart worden vanaf de eerste behandelingscyclus. De
andere geuren en geluiden). Dit leidt de aandacht van
niet-medicamenteuze interventies zijn vooral gericht
de patiënt af. Voor de aankleding wordt best gebruik
op het ontspannen en het afleiden van de aandacht
gemaakt van zachte kleuren. Dit om geconditioneerd
van de patiënt. Dit helpt het reduceren van de angst.
gedrag als gevolg op extreme prikkels geassocieerd met de chemotoediening te vermijden. De mogelijkheid
De verpleegkundige taak omvat het informeren, obser-
voor TV, ev. video, radio moet aanwezig zijn.
veren, evalueren, begeleiding en ondersteunen van de patiënt. Wanneer het probleem erkend wordt, kunnen
Comfortabele ligzetels geven de mogelijkheid aan de
we door een goede begeleiding, educatie en toezicht
patiënt zich ontspannen te installeren tijdens de dag-
op het anti-emetisch beleid van de patiënt, bijdragen
opname.
tot het voorkomen van anticipatorisch misselijkheid en braken. Cytostatica toedienen betekent tijd maken
9. Samenvatting
voor de patiënt.
Ondanks constante verbetering van mogelijke anti-
Er moet gestreefd worden naar het voorkomen van
emetica therapieën, blijft anticipatorisch misselijkheid
anticipatorisch misselijkheid en braken. Dit heeft een
en braken een significant klinisch probleem, met een
toename van de therapietrouw ivm de behandeling
impact op de levenskwaliteit alsook op de therapie-
tot gevolg. Het comfort en de levenskwaliteit van de
trouw. Men gaat ervan uit dat klassieke conditionering
chemopatiënten worden hierdoor verbeterd.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
aan de basis ligt van deze anticipatorische klachten. Dit
14 14
probleem zal zich voordoen bij patiënten die misselijkheid en braken ervaarden na de toediening van de cytostatica. Verschillende stimuli kunnen aanleiding geven tot anticipatorisch misselijkheid en braken.
ANTICIPATORISCH
MISSELIJKHEID EN BRAKEN BIJ CHEMOTHERAPIE
Literatuurlijst - Andrykowski, M.A., The Role of Anxiety in the Development of Anticipatory Nausea in Cancer Chemotherapy: a review and synthesis. Psychosomatic Medicine, 1990, 52, 458-475. - Andrykowski, M.A. & Jacobsen, P.B. & Marks, E. & Gorfinkle, M.A. & Hakes, T.B. & Kaufman, R.J. & Currie, V.E. & Holland, J.C. & Redd, W.H., Prevalence, Predictors, and Course of Anticipatory Nausea in Women Receiving Adjuvant Chemotherapy for Breast Cancer. Cancer, 1988, 62, 2607 – 2613. - Boakes, R.A. & Tarrier, N. & Barnes, B.W., Prevalence of anticipatory nausea and other side-effects in cancer patients receiving chemotherapy. European Journal of Cancer, 1993, 29 A(6) : 866-870. - Bovbjerg, D. H. & Redd, W. H. & Jacobson, P.B. & Manne, S.L. & Taylor, K.L. & Surbone, A. & Crown, J.P. & Norton, L. & Gilewski, T.A. & Hudis, C.A. & Reichman, B.S. & Kaufman, R.J. & Currie, V.E. & Hakes, T.B., An experimental analysis of classically conditioned nausea during cancer chemotherapy. Psychosomatic Medicine, 1992, 54 : 623-637. - Cohen, R.E. & Blanchard, E.B. & Ruckdeschel, J.C. & Smolen, R.C., Prevalence and correlates of posttreatment and anticipatory nausea and vomiting in cancer chemotherapy. Journal of Psychosomatic Research, 1986, 30, 6, 643-654. - Ettinger, S., Preventing chemotherapy-induced nausea and vomiting : an update and a review of emesis. Seminars in Oncology, 1995, 22 (4), 6-18.
- Hogan, C.M., Advances in the management of nausea and vomiting. Nursing Clinics of North America, 1990, 25 (2), 475- 497. - Laszlo, J. & Clark, R.A. & Hanson, D.C. & Tyson, L. & Crumpler, L. & Gralla, R., Lorazepam in cancer patients treated with cisplatin: A drug having antiemetic, amnesic and anxiolytic effects. Journal of Clinical Oncology, 1985, 3 (6), 864-869. - Moher, D. & Arthur, A.Z. & Pater, J.L., Anticipatory nausea and/or vomiting. Cancer Treatment Reviews, 1984, 11 , 257-264. - Montgomery, G.H. & Tomoyasu, N. & Bovbjerg, D.H. et al. : Patients’ pretreatment expectations of chemotherapy-related nausea are an indenpendent predictor of anticipatory nausea. Annals of Behavioral Medicine , 1998, 20(2): 104-109. - Morrow, G.R., Prevalence and Correlates of Anticipatory Nausea and Vomiting in Chemotherapy Patients. JNCI, 1982 (68), 585-588. - Morrow, G.R., The assessment of nausea and vomiting: past problems, current issues and suggestions for future research. Cancer, 1984, 15, 2267-2280. - Pickett, M., Determinants of anticipatory nausea and anticipatory vomiting in adults receiving cancer chemotherapy. Cancer Nursing, 1991, 14(6), 334-343. - Redd W.H. & Dadds, M.R. & Futterman, A.D. & Taylor,
- Hawthorn, J., De begeleiding van misselijkheid en braken ten gevolge van chemotherapie en radiotherapie. Internationale opleidingscursus voor verpleegkundigen, Glaxo Holdings, 1991.
K.L. & Bovbjerg, D.H., Nausea induced by mental images of chemotherapy. Cancer, 1993, 72 (2), 629 - 635. ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
- Frick, S.B. & Guzzi DelPo, E. & Keith, J.A. & Davis, M.S., Chemotherapy-associated nausea and vomiting in pediatric oncology patients. Cancer Nursing, 1988, 11(2), 118 – 124.
15 15
Verslag van de ESTRO Teaching course “IMRT and other conformal techniques in practice” in Amsterdam M. T. Bate, Radiotherapie, UZ-Gent
D
Deze 5 daagse cursus startte in
De cursus dagen waren goed gevuld met lezingen over 3D
het Antoni van Leeuwenhoek
planningen, NTCP (normal tissue complication propability) en TCP
ziekenhuis met een rondleiding
(tumor control propability), dosis escalatie en fysica.
op de afdeling radiotherapie. Kankerpa-
Uit al deze lezingen trek ik voor mij de volgende conclusies:
tiënten van over gans Nederland worden
De voordelen van conformatietherapie en IMRT kunnen alleen
naar dit ziekenhuis verwezen. De afdeling
bereikt worden wanneer aan specifieke voorwaarden wordt vol-
radiotherapie stelt 250 mensen te werk
daan.
en behandelt rond de 3000 patiënten per
• Voor de definiëring van doelvolumes en de omliggende,
jaar. De afdeling heeft 6 accelaratoren,
te sparen kritische organen moet gebruik gemaakt worden
waarvan 3 met multi leave collimator.
van hoogwaardig diagnostisch materiaal en is CT en MRI dus
Vijf toestellen zijn uitgerust met een
noodzakelijk.
portal image toestel, verder beschikt het departement over 2 conventionele
• Het doelvolume wordt bestraald met een zo’n klein mogelijke
3D planing systeem voor externe radio-
marge wat de positionering van de patiënt nog zo kritisch
therapie.
maakt. Dus zeer nauwkeurige positionering is noodzakelijk.
De staf bestaat uit 18 radiotherapeuten, 5
• Een MultiLeaf Collimator is onmisbaar.
residenten, 6 physicussen, 4 physicussen
• (On-line)kwaliteitscontrole op patiëntpositionering is nood-
10 leerlingen, 20 ingenieurs, 10 mould room assistenten. Daarnaast houden zich ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
dikwijls aangevuld met in huis gemaakte programma’s.
simulatoren, een CT-simulator en een
in opleiding, 78 fte technisch laboranten,
16
• De planning gebeurd met behulp van een 3D planningsysteem,
zakelijk. • Beslissingsprotocols zijn nodig om vlot te kunnen werken en standardisatie van de werkzaamheden.
25 personen (artsen, physicus,laboranten)
Na de arbeid kwam de welverdiende ontspanning en we waren
zich bezig met research.
in Amsterdam!!!
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Bristol Myers Squibb
17
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Amgen
18
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Faulding
19
VERENIGINGNIEUWS VERENIGINGNIEUWS
19e JAARCONGRES V.V.R.O. 16 november 2002 UZ GASTHUISBERG LEUVEN Sessie 1: Is er een consensus ? 09:15-09:45
Non Hodgkin Lymfomen
09:45-10:30
Borstkliniek
Sessie A: Algemeen 14:15-14:45
Poeder, eosine, zalf, alginaat, welk verband wordt het?
14:45-15:15
Infecties bij prikongevallen en veilig werken
15:40-16:10
Assertiviteit en tips voor communicatie voor verpleegkundigen
16:15
Uitreiking prijzen
dr. M. Delforge (UZ Gasthuisberg Leuven) dr. A. Vandenbroeck (Middelheim Ziekenhuis Antwerpen) 11:00-11:45
Groeifactoren dr. D. Selleslag (AZ ST Jan AV Brugge)
11:45-12:30
dhr. F. Meuleneire (AZ St. Elizabeth Zottegem)
dhr. J. Joossens (UZ Gasthuisberg Leuven)
Urgenties in de oncologie dr. C. Fontaine (AZ-VUB Jette)
Sessie 2: What’s new doc ?
mevr. A. Ameel (AZ ST Jan AV Brugge)
Sessie B: Nieuwe technieken in de radiotherapie
14:15-14:45
Het ontwikkelen van verpleegkundige interventies in de VVRO werkgroep radiotherapie IMRT bij hoofd/hals tumoren
14:45-15:15
STT voor metastasen
13:45-14:15 09:15-10:10
Gentherapie, een blijvend jong talent?
10:15-11:00
Nieuwe cytostatica een verrijking?
dr. B. Neyns (AZ-VUB Jette) dr. F. Vroman (O.L.V. Ziekenhuis Aalst) 11:30-12:15
STI in carcinomen, twee jaar later
dr. F. Claus (UZ Gent) mevr. P. De Roover en dr. G. Soete (AZ -VUB Jette)
dr. H. Dumez (UZ Gasthuisberg Leuven) 15:40-16:10
prof. dr. K. Haustermans (UZ Gasthuisberg Leuven)
Sessie 3: Kinderoncologie 16:15 09:20-10:00
Overzicht hersentumoren en behandelingen
Radiotherapie bij prostaatkanker: State of the art
Uitreiking prijzen
Sessie C: Palliatieve Zorg
prof. dr. Van Gool (UZ Gasthuisberg Leuven) 10:00-10:20
Heelkundige ingrepen bij hersentumoren prof. dr. Van Caelenbergh (UZ Gasthuisberg Leuven)
10:20-10:40
Bestralingstechnieken bij hersentumoren
11:20-11:40
Verpleegkundige aandachtspunten
11:40-12:00
Testen en ondersteuning
14:00- 14:15
Residentiële cursus Alden Biesen: een nieuwe start!
14:15- 14:45
Symptomatische behandeling van refractaire symptomen en gecontroleerde sedatie
14:45- 15:15
Euthanasiewetgeving in België. Stand van zaken
15:30- 16:15
Ondersteunende complementaire therapieën
dhr. J. Swinkels (Thuisverpleging)
dr. Van den Bergh (AZ-VUB Jette)
mevr. D. Declerck (AZ ST Jan AV Brugge)
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Werkgroep kinderoncologie VVRO
20
mevr. V. Cosijns (AZ-VUB Jette) 12:00-12:20
dr. B. Brouckaert (KU Leuven)
Revalidatie van kinderen met hersentumor
mevr. N. Debbaut (Coda Hospice Wuustwezel)
dr. Vanderlinden (UZ Gent) 16:15
Uitreiking prijzen
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lidnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................................................ Telefoonnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ziekenhuis - dienst: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Keuzesessies :
❏ sessie 1
❏ sessie A
❏ sessie 2
❏ sessie B
❏ sessie 3
❏ sessie C
Terugsturen naar secretariaat VVRO, Radiotherapie, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel t
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Glaxo Smith Kline
22
Prijzen 19e JAARCONGRES V.V.R.O. 16 november 2002 UZ GASTHUISBERG LEUVEN BARD TRAVEL AWARD Waarde: 991 € Psychologisch aspect bij oncologiepatiënten met een poortkatheter. Hoe ervaart een oncologische patiënt mentaal het gebruik van een poortkatheter? Deadline artikel: 18/10/02
PHARMACIA ONCOLOGIEPRIJS Waarde: 620 € Een artikel omtrent een verpleegkundig oncologisch onderwerp. Deadline artikel: 18/10/02
V.V.R.O. AWARD Waarde: 248 € Gaat naar het beste eindwerk basiscursus oncologie 2001 - 2002 of specialisatiecursus radiotherapie 2000 – 2001. Deadline artikel: 18/10/02
AMGEN POSTER AWARD Waarde: 248 € Een poster omtrent een verpleegkundig hematologisch onderwerp, project of studie. Deadline abstract: 31/10/02
GLAXOSMITHKLINE POSTERPRIJS Waarde: 248 € Een poster omtrent een verpleegkundig oncologisch onderwerp, project of studie. Deadline abstract: 31/10/02
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Janssen Cilag
24
WERKGROEP
Kinderoncologie
1ste aankondiging cursus kinderoncologie 2003 Bij deze willen wij u graag onze 4-daagse cusus kinderhemato-oncologie voorstellen die gedurende de periode januari-februari 2003 zal doorgaan in de verschillende deelnemende centra. 1. Doelgroep:
Verpleegkundigen werkzaam op kinderhemato-oncologische afdeling, docenten, studenten
2. Data en thema’s: Lesdag : 8.30u - 16.00 u 11 februari 2003 UZ Gasthuisberg (Leuven) • Labo onderzoeken in de kinderhemato-oncologie • Hersentumoren: Evolutie in de therapie Bottumoren • Infectie en antibioticatherapie • Ziekenhuisschool : voorstelling en doelstellingen 20 februari 2003 AZ VUB Jette
• Radiologische onderzoeken • Hematologische pathologie • Bloedtransfusies • Psychologische opvang van kinderen met kanker • Verpleegkundige aspecten bij oncologische protocol’s
13 maart 2003 Kon. Paolakinderziekenhuis Antwerpen • Algemene onderzoeken in de investigatieperiode • Voedings- en mondadviezen • Verpleegkundige aandachtspunten bij omgang met chemotherapie • Nefroblastoma • Rhabdomyosarcoma 25 maart 2003 UZ Gent
• Nucleaire onderzoeken bij kinderen met kanker • Neuroblastoma • Groeifactoren • Beenmerg- en stamceltransplantaties • Thuiszorgteam • Oudervereniging
3. Prijs:
175 € leden 250 € niet-leden
4. Contactpersonen:
[email protected] •
[email protected] •
[email protected]
Inschrijven via secretariaat VVRO (zie antwoordstrook pag. 27 waarna u een overschrijving krijgt en begin december het programma met sprekers).
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
[email protected] •
[email protected]
25
WERKGROEP
Radiotherapie
De werkgroep Radiotherapie van de VVRO organiseert op 21 oktober in samenwerking met het Onze Lieve Vrouwziekenhuis te Aalst en de Firma Cablon Medical B.V. te Leusden een avondbijscholing (19.00 tot 21.30 uur) over het volgende thema in het Onze Lieve Vrouwziekenhuis in Aalst:
Dosisreductie in kritieke organen Motto: toegevoegde waarde van immobilisatie en verificatie 18.45
Verwelkoming (Koffie / Thee)
19.00
Opening Door dhr. J. Wisse, Product Specialist Radiotherapie - Cablon Medical B.V. te Leusden.
19.10
Dosisreductie in kritieke organen: Waarom, wanneer en hoe? Door dhr. dr. P.E.J. Hanssens, Radiotherapeut-Oncoloog - Dr. Bernard Verbeeten Instituut te Tilburg.
19.35
Vermindering hart en longschade na radiotherapie bij borstkanker Door mw. A. van Giersbergen, Radiotherapeutisch laborant - Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis te Amsterdam.
20.00
Implementatie van een off-line portal imaging patiënten set-up verificatie en correctie procedure voor hoofd en hals bestralingen Door mw. L. van der Vight, Research laborante Radiotherapie - UMC St. Radboud te Nijmegen.
20.25
Invloed van blaas- en rectumvolume bij bestraling van blaastumoren, blaas FIF-techniek Door mw. G. D’ Olieslager, Fysicus - Academisch Medisch Centrum te Amsterdam.
20.50
Het gebruik van een bellyboard bij gynaecologie patiënten Door mw. M. Verstraate, Research laborante Radiotherapie - Erasmus MC te Rotterdam.
21.15
Avond afsluiting met aansluitend het “rondje” aan de bar
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Door dhr. J. Wisse, Productspecialist Radiotherapie - Cablon Medical B.V. te Leusden.
26
✂ Inschrijfstrook cursus kinderoncologie 2003 Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lidnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................... Telefoonnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ziekenhuis - dienst: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Terugsturen naar secretariaat VVRO, Radiotherapie, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel, tel 02/477 52 37 • fax 02/477 52 52 •
[email protected] U ontvangt een overschrijvingsformulier en begin december het programma met sprekers.
✂ Inschrijfstrook bijscholing radiotherapie 'Dosisreductie in kritieke organen' Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lidnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................... Telefoonnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Terugsturen naar secretariaat VVRO, Radiotherapie, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel, tel 02/477 52 37 • fax 02/477 52 52 •
[email protected]
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Ziekenhuis - dienst: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
27
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Becton Dickinson
28
WERKGROEP
Chemotherapie
Extramodule chemotherapie 2003 Deze module richt zich tot verpleegkundigen die de basiscursus in de oncologie en chemotherapie gevolgd hebben of die reeds enkele jaren werken op een afdeling oncologie/hematologie en die hun kennis nog verder willen uitdiepen. • • • • •
✂
Datum: 20 en 21 januari 2003 Plaats: Campus Gasthuisberg, dept. Onderwijs en Navorsing, Herestraat 49, 3000 Leuven Coördinator: Paul Vranckx, werkgroep chemotherapie Inschrijvingsgeld: nog te bepalen Programma: 20 januari 2003: - Urgenties in de oncologie. - Vena cava superior, septische shock, hypercalcemie… - Beschouwingen bij de stabiliteit en verenigbaarheid van IV toe te dienen geneesmiddelen en oplossingen, met accent op cytostatica. - Nieuwe anti -tumorale behandelingen. - Ondersteunende behandelingsprincipes. - Laattijdige nevenwerkingen: infertiliteit, myelofibrose,… 21 januari 2003: - Hoge dosis chemotherapie (lymfomen, leukemie)... - Multiple Myeloom: huidige stand van behandeling. - Schimmelinfecties. - Mamma tumoren, huidige stand van behandeling. - Mondzorg in de hemato-oncologie.
Inschrijfstrook extra module chemotherapie 2003
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lidnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ......................................................................................
Ziekenhuis - dienst: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Terugsturen naar secretariaat VVRO, Radiotherapie, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel, tel 02/477 52 37 • fax 02/477 52 52 •
[email protected]
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Telefoonnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
29
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Janssen Cilag
30
WERKGROEP Alden Biesen
3-daagse residentiële cursus Palliatieve zorg voor gevorderden De 3-daagse residentiële cursus 'Palliatieve zorg voor gevorderden' is de langverwachte opvolger van de Basiscursus Palliatieve Zorg die sedert jaren door de VVRO met veel succes werd georganiseerd. De cursus is interdisciplinair van opzet en staat open voor alle hulpverleners die in de palliatieve zorg werkzaam zijn (artsen, verpleegkundigen, verzorgenden, vrijwilligers, enz.). Een zekere basiskennis en ervaring in de palliatieve zorg is vereist voor het volgen van deze cursus. Het residentieel karakter maakt essentieel deel uit van de cursus. Het uitwisselen van ervaringen in de avonduren geeft de cursus een extra dimensie. Daarom ook wordt aan de deelnemers verplicht gesteld te blijven overnachten. PROGRAMMA Dag 1 : Research en Pijnbehandeling - Belang van resaerch in de palliatieve zorg - Research in de praktijk - Terminale sedatie - Nieuwe aanwinsten in de pijnbehandeling - Painassessment in de praktijk Dag 2 : Ethiek en Communicatie - Therapeutische hardnekkigheid van de arts en familie - Omgaan met waarheid - Verlies en rouw - Communicatieproblemen tussen zorgverleners - Intervisie voor zorgverleners Dag 3 : Alternatieve therapiën en Getuigenis - Aromatherapie en relaxatie - Muziektherapie - Humor in de palliatieve zorg - Getuigenis van een familielid
Het programma ligt nog niet helemaal vast. Mogelijk is dit nog aan wijzigingen onderhevig.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
- Uitwisseling van ervaringenen en afsluiting
31
DATA & LOKATIE Van woensdag 27 tot vrijdag 29 november 2002 Landcommanderij Alden Biezen - Bilzen (Limburg) KOSTPRIJS VVRO-leden: 240 euro - Niet VVRO-leden: 310 euro In deze prijs is alles inbegrepen: alle lessen, overnachtingen, maaltijden, koffiepauzes en syllabus. Bovenstaande prijzen zijn op basis van een 2-persoonskamer. Supplement 1-persoonskamer: 25 euro (het aantal 1-persoonskamers is beperkt en wordt gereserveerd volgens inschrijving). INSCHRIJVING Inschrijven kan door bijgevoegde anwtoordkaart voor 31/10/2002 terug te sturen naar: V.V.R.O. – Secretariaat • A.Z. VUB • Radiotherapie • Laarbeeklaan 101 • 1090 Brussel Fax : 02/477.52.52 INlICHTINGEN V.V.R.O. • Tel : 02/477.52.37 • maandag en donderdag van 9.00-12.00 en 13.00-16.00 e-mail :
[email protected]
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Incomed
32
✂
Inschrijvingsstrook Residentiële Alden Biesen Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beroep: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling + afdeling: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Adres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tel: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Fax: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e-mail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (in drukletters invullen a.u.b.) ❏ Wenst zich in te schrijven voor de 3-daagse residentiële cursus Palliatieve Zorg voor Gevorderden van 27 tot 29 november 2002 in Alden Biesen. ❏ Ik ben VVRO-lid en betaal 240 € ❏ Ik ben geen VVRO-lid en betaal 310 € ❏ Ik wens een 1-persoonskamer en betaal hiervoor 25 € extra (volgens beschikbaarheid) ❏ Wenst zich nu niet in te schrijven, maar wil op de hoogte gehouden worden van de volgende cursussen.
(aankruisen wat van toepassing is)
AZ VUB • Afd. Radiotherapie (VVRO) • Laarbeeklaan 101 • 1090 Brussel • Fax 02/477 52 52
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
terugsturen of faxen naar:
33
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Aventis Pharma
34
Providing The Solution for Long -Term Drug Delivery.
For further information, please contact: B.Braun Medical N.V./S.A. Aesculap Division Woluwedal 140B B-1831 Diegem Tel. 02/725.82.58 Fax 02/725.96.05 ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
www.bbraun.be
35
AANKONDIGINGEN AANKONDIGINGEN EN INFORMATIE
BEZOEK JANSSEN PHARMACEUTICA Als verpleegkundige, verbonden aan de dienst oncologie, komt u regelmatig in contact met Janssen-Cilag en in het bijzonder met onze wetenschappelijke medewerkers. De directie van Janssen-Cilag zou u graag nader willen laten kennismaken met het bedrijf zelf en hoe zou dit beter kunnen dan met een bezoek aan het researchcentrum van Janssen Pharmaceutica Beerse. De directie van Janssen-Cilag en de V.V.R.O. nodigt hierbij de oncologie-verpleegkundigen uit voor een bezoek aan de researchlaboratoria van Janssen Pharmaceutica in Beerse op zaterdag 19 oktober 2002. Programma: 10.00 Aankomst bij Janssen Pharmaceutica, Beerse Koffie 10.15 Introductie : Janssen Pharmaceutica in de wereld anno 2001 Rondleiding in de belangrijkste researchafdelingen (in kleine groepen) 12.30 Einde bezoek.Vertrek naar een nabijgelegen restaurant voor de lunch 13.30 Lunch 15.30 Einde
Om organisatorische redenen is het aantal bezoekers beperkt tot 80 personen. Wij zouden u willen vragen de namen van alle geïnteresseerde oncologieverpleegkundigen te vermelden op het antwoordformulier. Gelieve dit antwoordformulier terug te sturen of te faxen uiterlijk voor 5 oktober 2002 naar het volgend adres: VVRO, Radiotherapie, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel.
SYMPOSIUM: KWALITEIT EN MEESTERSCHAP Zaterdag 19 oktober 2002 (8u30 - 13:00) AZ Sint-Jan AV, Brugge Info: Tel. 050 45 21 70 • Fax 050 45 21 61 Dhr. Eric Van der Beken
[email protected]
✂ Inschrijvingsstrook bezoek Janssen Pharmaceutica Mevrouw/De Heer
...................................................................................... (in hoofdletters aub)
Ziekenhuis Adres
......................................................................................................................
❏
zal deelnemen aan het bezoek
❏
zal vergezeld zijn van volgende collega’s (in hoofdletters aub) ................................................................................................................... ...................................................................................................................
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
...................................................................................................................
36
❏
zal/zullen deelnemen aan de lunch
Gelieve dit antwoordformulier terug te faxen uiterlijk vóór 5 oktober naar het volgend nummer: 02 477 52 52
37
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Persbericht Met het oog op morgen
Nieuwe ontwikkelingen in de oncologie 21e congres Vereniging van Oncologie Verpleegkundigen i.s.m. Nederlands Kanker Instituut/ Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam Datum: 1 november 2002 Plaats: Rai Congrescentrum Amsterdam Wat staat ons als oncologieverpleegkundigen van de 21e eeuw allemaal te wachten? Welke nieuwe ontwikkelingen dienen zich aan en wat zullen de consequenties daarvan zijn voor het uitoefenen van ons beroep? Het thema ‘nieuwe ontwikkelingen’ is de rode draad in het programma van het 21e congres van de VvOV. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de chirurgische-, medicinale- en radiotherapie worden in een multidisciplinair perspectief geplaatst. Daarnaast komen onderwerpen aan bod als: kwaliteitszorg, personeelszorg en verpleegkundige innovatie. Ook de weg die moet worden afgelegd voordat deze allernieuwste behandelingen in de praktijk kunnen worden toegepast, komt aan bod. Het ochtendprogramma is plenair. Het middagprogramma omvat parallelsessies, workshops en rondetafel sessies. Voor aanvang van het congres en tijdens de pauzes is er gelegenheid om de ingezonden posters te bekijken en met de makers van de posters van gedachten te wisselen.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
De brochure of inschrijfformulieren kunt u aanvragen bij: Secretariaat congresredactie Op werkdagen tussen 10.00 en 12.00 uur bereikbaar NKI/AvL, Bureau Opleidingen, Plesmanlaan 121 1066 CX Amsterdam telefoon (020)512 24 57
38
Met vragen over de registratie of betalingen kunt u zich wenden tot: LGCE, Postbus 83005, 1080 AA Amsterdam telefoon: (020) 679 32 18
Reklame Haarcenter
De Vlaamse Liga tegen Kanker nodigt u uit Speciale studienamiddag op 28 november 2002
Vermoeidheid bij kanker: er is iets aan te doen Bijna 80% van de kankerpatiënten kampt met een vorm van uitputting. Uitputting die dagen, weken en zelfs maanden kan aanslepen en het leven van de patiënt en zijn familie vaak zwaar belast. Al te vaak onderschat Uit onderzoek blijkt dat kankerpatiënten vaker klachten hebben over vermoeidheid dan over pijn, angst, verdriet en misselijkheid. Vermoeidheid blijkt de meest voorkomende nevenwerking bij de behandeling van kanker te zijn.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Jarenlang is die vermoeidheid beschouwd als iets dat erbij hoort, een onvermijdelijk neveneffect van de therapie. Maar daarin is verandering gekomen. Vermoeidheid als gevolg van kanker of kankertherapie is nu opgenomen in de International Classification of Diseases, gepubliceerd door de Wereld-
39
CONGRESAGENDA INTERNATIONALE CONGRESAGENDA
2002
2003
• 9th Biennal Meeting of the International
- CRT 2003, Radiation Therapy VII
Gynecologic Cancer Society
Washington DC, USA, January 26-27, 2003
Seoul Korea, 20-24 october 2002
Info: CRI, Washington Hospital Center,
Info: www.igcs2002.org
Tel.: + 1 202 877 8574 • Fax: + 1 202 877 8141
http://www.igcs2002.org
www.crtonline.org
• 2nd Colorectal Cancer Conference
• MACC3 Radiochemotherapy in head and neck
Rome, Italy, October 24-25, 2002
cancer: toward a consensus
Info: European School of Oncology, Viale Beatrice
Nice, France, March 7-8, 2003
D’Este 37, 20122 Milan, Italy
Info: Tel.: +33(0)497038597
Tel.: +39 2 43359611 • Fax +39 2 43359640
fax: +33(0)497038598
•
[email protected]
E-mail:
[email protected] • www.cancerworld.org - UK Radiation Oncolology Conference (UKRO) - Organisation and Implementation of Cancer
and UKRO Teaching course on RT treatment
Clinical Trials
planning problems in the thorax
Leuven, Belgium, 4-8 November, 2002
Bath, UK, April 7-10, 2003
Info: EORTC Education Office, Av. E. Mounier 83/b11 Tel.: +32 2 774 16 02 • Fax: +32 2 772 62 33
• First
International
Congress
of
Paediatric
Radiation Oncology
E-mail:
[email protected] • www.eortc.be
Lyon, France, June 18-20, 2003 • ESTRO Teaching course on Evidence-Based Radiation Oncology: methodological basis and
Info: Tel.: +33 4 78 78 28 85 Fax: +33 4 78 26 26 • E-mail:
[email protected]
clinical application • International Congress of Radiation Research
Tenerife, Spain, 10-15 November, 2002
Brisbane, Australia, August 17-22, 2003
Info: Estro Office
Info: www.icrr2003.org • International Symposium on "Standards and Codes
of
Practice
in
Medical
Radiation
• 7th Biennial ESTRO Meeting on Physics for
Dosimetry"
Clinical Radiotherapy/7th ESTRO Meeting on
Vienna, Austria, November 25-28, 2002
Radiation Technology for Clinical Radiotherapy,
Info: www.iaea.org/worldatom/meetings/
Geneva, Switzerland, September 13-18, 2003 Info: ESTRO Office
- Cancer Clinical Trials: Methods and Practice
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Brussels, Belgium, 25-29 November 2002
40
• ECCO 12, The European Cancer Conference (ESTRO
Info: EORTC Education Office, Av. E. Mounier 83/b11
22)
Tel.: +32 2 774 16 02 • Fax: +32 2 772 62 33
Copenhagen, Denmark, September 21-25, 2003
E-mail:
[email protected] • www.eortc.be
Info: FECS Office, Av. E. Mounier 83, 1200 Brussels, Belgium, http://www.fecs.be