COLOFON COLOFON
VERENIGING VOOR VERPLEEGKUNDIGEN RADIOTHERAPIE EN ONCOLOGIE
V.V.R.O. ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT Driemaandelijks tijdschrift Negentiende Jaargang December 2002 - Nummer 4 Hoofdredakteur Myriam Spinnoy
DOELSTELLINGEN Organiseert wetenschappelijke bijscholingen en voordrachten. Bevordert de groei en de belangstelling van de oncologieverpleging. Organiseert de naschoolse opleidingen van verpleegkundigen die werkzaam zijn in de oncologie. Bevordert de uitwisseling van kennis, zowel nationaal als internationaal, betreffende optimale verpleging van kankerpatiënten. Bevordert de erkenning van dit specialisme. Geeft 4x per jaar het oncologisch tijdschrift uit. Werkt internationaal samen met de E.O.N.S. BESTUUR Voorzitter Myriam Spinnoy Penningmeester Peter Goossens
Radiotherapie, A.Z.-V.U.B. Jette
Marie-Thérèse Bate Sabine Goethals Geert Pustjens Brigitte Vertenten Verantwoordelijke uitgever VVRO Radiotherapie Vrije Universiteit Brussel 1090 Brussel Lay-out en typografie Orga-Med Congress Office, Ria Maes Essenestraat 77, 1740 Ternat
[email protected] De redaktie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de onder auteurs-naam opgenomen artikels. Bovendien is het overnemen van de artikels alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de verantwoordelijke uitgever. Dit tijdschrift wordt geïndexeerd in INVERT
BESTUURSLEDEN Marie-Thérèse Bate (Gent) Sven D’Haese (EORTC Brussel) Stany Gabriels (Turnhout) Gerrit Ponnet (Brussel) Geert Pustjens (Antwerpen) Guy Vandevelde (Leuven) SECRETARIAAT Anne Maes AZ-VUB afdeling Radiotherapie Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Tel.: 02/477 52 37 Fax: 02/477 52 52 E-mail:
[email protected] Maandag en donderdag: 9:00 - 12:00 en 13:00 - 16:00 Werkgroepen Werkgroep Radiotherapie: Ann Kuys Werkgroep Chemotherapie: Jan Van Gaver Werkgroep Kinderoncologie: Kris Jennes Werkgroep Website: Mark Vos Voortgezette opleidingen in de Oncologieverpleging: Guy Vandevelde Internationaal - European Oncology Nursing Society (EONS): Myriam Spinnoy
www.vvro.be
- European Radiotherapy Technologists Education Development Group (RTT) Guy Vandevelde
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Redaktie
1
INHOUD INHOUD
EDITORIAAL
3
Huidverzorging tijdens radiotherapie: een onderzoek naar de verpleegkundige praktijken in Vlaanderen S. D'Haese, S. Claes, T. Bate
4
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Palliatieve thuiszorg voor kinderen in de regio Antwerpen
2
E. Michiels
16
V.V.R.O. VERENIGINGSNIEUWS
20
Fythotherapie: de toepassing van kruiden in de gezondheidszorg
36
INTERNATIONALE CONGRESAGENDA
44
EDITORIAAL EDITORIAAL
Beste Collega's, In het laatste nummer van het jaar hadden we de gewoonte om de teksten van het jaarcongres te publiceren. Dit jaar hebben we geopteerd om de teksten en/of print out van de voordrachten te bundelen in het programmaboek en te verspreiden op het congres zelf. Toch willen we u in dit nummer enkele impressies meegeven van het 19e jaarcongres: de resultaten van de evaluatie formulieren, een overzicht van de winnaars van de prijzen, enkele sfeerbeelden,... De stress van het vorig congres is nog niet volledig verdwenen of we zijn al druk in de weer met de organisatie van het volgend jaarcongres. Het 20e jaarcongres gaat door op zaterdag 22 november’03 in UZ Gasthuisberg Leuven. We hebben ‘speciaal’ opnieuw voor deze locatie gekozen, omdat de vereniging hier 20 jaar geleden werd opgestart. Daarom willen we dit graag samen met jullie in Leuven vieren. Ik hoop dat jullie er volgend jaar opnieuw bij zijn !
Myriam Spinnoy
Hierna volgen de resultaten van de enquête
Is er een concensus? Inhoud Goed
Matig
Presentatie Slecht
Goed
Voldoende
Onvold.
Prof.Delforge
98
11
1
43
22
0
Dr.V.D.Broeck
90
17
1
82
21
0
Dr.Selleslag
68
38
8
60
36
7
Dr. Fontaine
91
24
3
80
24
2
What’s new doc? Inhoud Goed
Matig
Presentatie Onvold.
Goed
Voldoende
Onvold.
Dr. Neyns
35
3
0
32
4
0
Dr. Vroman
39
2
0
30
8
0
Dr. Dumez
15
17
0
20
12
0
Kinderoncologie Inhoud Matig 5
Onvold.
Goed
Voldoende
Onvold.
0
17
6
0
Prof. Van Gool
18
Prof.V. Caelenbergh
24
Dr. V.D.Berghe
19
5
0
5
6
0
Dhr.V.De Porre
16
17
0
14
4
5
Mevr.Vdweert
9
14
0
0
17
1
Dr.Vd.Linden
22
2
0
19
4
0
23 ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Goed
Presentatie
3
Huidverzorging tijdens radiotherapie : een onderzoek naar de verpleegkundige praktijk in Vlaanderen S. D’haese, EORTC Data Center, Brussel, A. Boone, dienst radiotherapie, AZ Sint-Lucas, Gent, S. Claes, dienst radiotherapie, Virga Jesse, Hasselt, T. Bate, dienst radiotherapie, Universitair Ziekenhuis Gent
Inleiding en achtergrond
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
B
4
ijna iedere patiënt die bestraald
minder op gegevens uit wetenschappelijk onderzoek (Campbell
wordt, krijgt in de loop van
& Pruitt, 1996 ; Hassey & Rose, 1982 ; Korinko & Yurick, 1997;
de behandeling of kort erna te
Ratcliff, 1990 ; Strohl, 1988). Dit heeft onder meer geleid tot
maken met enige vorm van huidreactie
het grote aantal instructies die beschikbaar zijn om huidreacties
(Porock & Kristjanson, 1999). Dit kan gaan
tijdens en na radiotherapie te voorkomen of te behandelen.
van een onschuldige roodheid van de huid
Dit arsenaal aan instructies en het gebrek aan resultaten
tot een ernstige vochtige huidwonde.
van relevant wetenschappelijk onderzoek suggereren dat er
De verpleegkundige zorg is gericht op
een grote verscheidenheid bestaat in de dagelijkse praktijk
het creëren van omstandigheden die de
(Campbell & Lane, 1996).
heling en het comfort bevorderen en het
Onderzoek naar de verschillen in de dagelijkse praktijk betref-
risico op infectie en pijn verminderen.
fende huidreacties is schaars. Eén onderzoek in Groot-Brittanië
De preventie en verzorging van huid-
bij radiotherapeuten van 33 verschillende centra wees uit
reacties tijdens en na een radio-thera-
dat er veel verschillen tussen de centra bestonden en dat
piebehandeling is een multi-disciplinaire
er vaak verouderde technieken werden gebruikt waarvan de
aangelegenheid. Door zijn unieke relatie
effectiviteit in vraag kon worden gesteld (Lavery, 1995).
met de patiënt speelt de verpleegkun-
De doelstelling van dit onderzoek was de verpleegkundige
dige hierin een centrale rol. Dit domein
praktijk in Vlaanderen na te gaan, wat betreft de huidverzorging
wordt, zoals vele andere domeinen van
tijdens een radiotherapiebehandeling. Op basis van de resul-
de verpleegkundige zorg, sterk beïnvloed
taten werd aan dit onderzoek een interventie gekoppeld.
door tradities. Uit de literatuur blijkt dat
Het betrof hier het opstellen van een protocol voor de
de meeste klinische artikels gebaseerd
preventie en verzorging van huidreacties tijdens en na een
zijn op de opinies van experten maar veel
radiotherapiebehandeling.
HUIDVERZORGING
TIJDENS RADIOTHERAPIE
Tot slot werden een aantal demografische gegevens
Methodologie
verzameld zoals leeftijd, geslacht en beroepsopleiding. Het initiatief voor dit onderzoek werd genomen door
Verder werd gevraagd of een aanvullende opleiding
de werkgroep radiotherapie van de Vlaamse Vereniging
werd gevolgd, hoelang de verpleegkundige werkzaam
voor Radiotherapie en Oncologieverpleegkundigen
was op de afdeling en of hij/zij in een universitair of
(VVRO). De vragenlijsten werden na een toelichting
niet-universitair ziekenhuis was tewerkgesteld.
over het doel van de studie door de vertegenwoordiger van de werkgroep uitgedeeld aan alle verpleegkundgen
Steekproef
van de deelnemende centra en nadien verzameld.
De onderzoekspopulatie omvatte alle verpleegkundigen die werkzaam zijn op één van de veertien radiothe-
Vragenlijst
rapie-afdelingen in Vlaanderen. De negen afdelingen
De vragenlijst werd overgenomen uit een vergelijkbaar
die een vertegenwoordiger hebben in de werkgroep
onderzoek dat werd uitgevoerd in Vlaamse radiothe-
radiotherapie van de VVRO werden uitgenodigd om
rapiecentra (Verhoyen, 1994, niet gepubliceerde data).
deel te nemen aan het onderzoek. Verpleegkundigen van acht afdelingen namen deel aan het onderzoek.
Figuur 1: De vragenlijst Inhoud vragenlijst
Dit betekent meer dan de helft van alle Vlaamse Aantal items
Preventie mechanische prikkels
11
radiotherapie-afdelingen (57%). De vragenlijst werd door 67 verpleegkundigen ingevuld. Dit is 37% van de totale populatie van verpleeg-
Preventie fysische prikkels
6
Preventie chemische prikkels
8
en werkzaam zijn op een radiotherapie-afdeling
Adviezen en technieken bij erytheem
10
in Vlaanderen (N=181). Het antwoord-percentage
Adviezen en technieken bij droge desquamatie
13
bedroeg 59%.
kundigen die dagelijks in contact komen met patiënten
Adviezen en technieken bij vochtige desquamatie 21
Gegevensverwerking
Open vragen
De gegevens werden op een descriptieve manier
9
verwerkt. De mate waarin in de praktijk verscheiZe werd ontworpen op basis van een inventerisatie van
denheid bestond werd verdeeld in drie categoriën:
in de literatuur beschreven instructies aangevuld met
veel, matige of weinig verscheidenheid. Veel verschei-
de mening van verpleegkundige experten werkzaam
denheid betekent dat minder dan de helft van de
op een radiotherapie afdeling.
verpleegkundigen hetzelfde antwoord gaven. Matige
De vragenlijst bestaat uit 78 vragen (Figuur 1). De
verscheidenheid betekent dat tussen 50% en 75%
eerste reeks vragen behandelt de mate waarin ver-
van de verpleegkundigen hetzelfde antwoord gaven.
pleegkundigen instructies geven ter preventie van
Weinig verscheidenheid betekent dat meer dan 75%
mechanische, fysische en chemische prikkels. Een
van de verpleegkundigen hetzelfde antwoord gaven.
volgende reeks beschrijft instructies die worden gegeven bij de verschillende fasen van huidreactie
Resultaten
tie). Ieder onderdeel van de vragenlijst bevat een
Demografische kenmerken
open vraag naar instructies die niet werden vermeld
Het grootste deel van de steekproef bestond uit
in de lijst. De antwoordcategorieën van 69 vragen
vrouwen (Tabel 1). De gemiddelde leeftijd bedroeg 35
bestaan uit een 4-punts Likert schaal (nooit, soms,
jaar en men werkte gemiddeld acht en een half jaar
vaak, altijd).
op de afdeling. De meesten hadden een A1-opleiding
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
(erytheem, droge desquamatie en vochtige desquam-
5 5
A R T I K E L S
Tabel 1: Demografische kenmerken van de steekproef Kenmerk
Aantal patiënten
Geslacht Man
20 (32%)
Vrouw
43 (68%)
Instructies om mechanische, fysische en chemische prikkels te vermijden Er bestond heel wat verscheidenheid in de instructies om prikkels te vermijden. Alleen voor de instructies ‘markeringen niet verwijderen’ en ‘geen zonlicht’, ‘geen aftershave’ en ‘geen parfum of deodorant’ gaf meer dan 75% van de verpleegkundigen hetzelfde antwoord, namelijk dat zij dit advies altijd geven
Leeftijd Gemiddelde
35.26
(Tabel 2). Op bijna de helft van de vragen (48%)
SD
9.16
gaf minder dan de helft van de verpleegkundigen hetzelfde antwoord (Figuur 2). De instructies waar veel verscheidenheid in bestaat zijn ‘druk vermijden’, ‘niet
Aantal jaren werkzaam op RT Gemiddelde
8.56
wassen’, ‘niet wassen axillair’, ‘dragen van loszittende
SD
7.68
kledij’, ‘dragen van katoenen kledij’, ‘geen das bij NKO-radiotherapie’, ‘snelverband vermijden’, ‘geen
Opleiding
warmwaterkruik’, ‘geen sauna’, ‘geen ijszakjes’,
A1
45 (70%)
A2
15 (23%)
Ass vpk
3 (5%)
Andere
1 (2%)
‘wassen met neutrale zeep’, ‘amandelolie aanbrengen’ en ‘niet zwemmen’. Op de open vraag werd de instructie dat een deodorant stick mag gebruikt worden i.p.v. een spray éénmaal vermeld. Andere instructies die werden gegeven
Aanvullende opleiding Ja
26 (41%)
Neen
38 (59%)
zijn geen bustehouder met beugels te dragen (2) en zwemmen in een zwembad zonder chloor is toegelaten (1).
Universtair ziekenhuis
25 (37%)
Niet-universitair ziekenhuis
42 (63%)
Instructies bij erytheem Op 40% van de instructies gaven meer dan 75% van de verpleegkundigen hetzelfde antwoord, met name
(70%) en volgden geen aanvullende opleiding in
dat ze het advies nooit geven (Figuur 2). Een zelfde
verband met radiotherapie (59%). Meer dan de helft
aantal instructies toonde veel verscheidenheid aan.
van de verpleegkundigen kwamen uit niet-universitaire
Deze zijn ‘niet wassen’, ‘beschermen met compres’,
ziekenhuizen (63%).
‘Eosine 2%’ en ‘amandelolie aanbrengen’. Bij twee
Missing values Slechts 1.7% van de waarden werden niet ingevuld. Algemeen
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
In meer dan één derde van de instructies (36%)
6 6
bestond veel verscheidenheid in de mate waarin ze aan patiënten worden gegeven (Figuur 2). Hetzelfde aantal instructies vertoonde weinig verscheidenheid. Matige verscheidenheid bestond in 28% van de instructies.
instructies was er matige verscheidenheid te zien, namelijk: ‘hydraterende crème’ en ‘geen lotion’. Uit de open vragen blijkt er niet veel instructies gebruikt worden die niet in de vragenlijst stonden. Enkelen raadden Flammazine® (5) aan en enkelen vermelden produkten die kunnen gebruikt worden (Bepanthol®,
Lactacyd®
zeep,
aftersun).
Het
aanbrengen van een Mepitel® of Mepilex® verband werd door zeven verpleegkundigen als instructie gegeven.
HUIDVERZORGING
TIJDENS RADIOTHERAPIE
Instructies bij droge desquamatie
bestond voor de instructies ‘douche i.p.v. ligbad’, ‘be-
Bijna de helft van de instructies (46%) werd met weinig
schermen met compres’, ‘Eosine 2%’; ‘Flammazine®,
verscheidenheid door de verpleegkundigen gebruikt.
‘reinigen met fysiologische oplossing’ en ‘gebruik van
Veel verscheidenheid bestond in 31% van de instructies
een vetverband’.
(Figuur 2), zijnde ‘niet wassen’, ‘hydraterende crème’,
Bij de open vragen werd ook hier het gebruik van
‘beschermen met compres’ en ‘Flammazine®.
Mepitel® en Mepilex® verbanden vaak vermeld
Het aanbrengen van een Mepitel® of Mepilex®
(31%). Eén verpleegkundige gaf het advies de wonde
verband werd door zeven verpleegkundigen als
te ontsmetten met Hibitane in water. Het gebruik
instructie gegeven. Het gebruik van aftersun werd
van een Jelonet® verband of een Melonin® verband
door drie verpleegkundigen aangeraden.
werden eveneens één keer vermeld.
Instructies bij vochtige desquamatie
Discussie
Het aantal instructies dat met weinig verscheidenheid gebruikt werd bedroeg 42%. Minder dan één derde
Over het algemeen bestond er in de praktijk
van de instructies werd met veel verscheidenheid
heel wat verscheidenheid wat betreft de aanpak
gebruikt (29%). Bij 29% van de instructies werd matige
van huidreacties. Meer dan één derde van de instruc-
verscheidenheid opgemerkt. Veel verscheidenheid
ties vertoonden veel verscheidenheid (36%), 28%
Figuur 2: Verscheidenheid in de verzorging van huidreacties: algemeen, preventie van prikkels, eryteem,
* <50% = veel verscheidenheid: minder dan de helft van de verpleegkundigen geeft hetzelfde antwoord ** 50-75% = matige verscheidenheid: tussen 50% en 75% van de verpleegkundigen geeft het zelfde antwoord *** >75% = weinig verscheidenheid: meer dan drie op vier verpleegkundigen geeft hetzelfde antwoord
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
droge desquamatie, vochtige desquamatie
7 7
A R T I K E L S
vertoonden matige verscheidenheid en 36% weinig
om dezelfde reden gaf 72% vaak of altijd de instructie
verscheidenheid. Deze verscheidenheid in de praktijk
een douche te nemen in plaats van een ligbad.
kan voor verwarring zorgen bij de verpleegkundigen
Het hydrateren van de huid, een maatregel die in
en niet in het minst bij de patiënten. Het kan leiden
de literatuuur vaak wordt vermeld om huidreacties
tot een weinig optimale huidverzorging maar ook tot
te voorkomen werd weinig aangeraden door Vlaamse
twijfels en een gebrek aan vertrouwen van de patiënt
verpleegkundigen (Hassey & Rose, 1982; Hilderly, 1983;
in de zorg.
Korinko & Yurick, 1997; Sitton, 1992; Strohl, 1988).
De resultaten van dit onderzoek zijn vergelijkbaar met
Slechts één derde (34%) gaf het advies amandelolie
het onderzoek van Verhoyen (1994) uitgevoerd bij
aan te brengen terwijl de meeste verpleegkundigen
79 verpleegkundigen. Respectievelijk 32%; 40% en
vaak of altijd de instructie gaven geen zalven of
28% van de instructies toonden veel, matig en weinig
crèmes of geen lotion te gebruiken (resp. 81% en
verscheidenheid in gebruik in de praktijk. Hieruit blijkt
74%). Het hydrateren van de huid kan een preventief
dat in acht jaar geen verbetering is opgetreden in de
effect hebben en een positief effect op de helingstijd
duidelijkheid en standaardisering van de verzorging
doordat het vochtverlies gecompenseerd wordt en de
van huidreacties tijden een radiotherapiebehandeling.
huid minder snel uitdroogt (Naylor et al, 2001). Er
Een mogelijke verklaring is dat er geen actie was
bestaat echter te weinig klinisch onderzoek om deze
gekoppeld aan dit onderzoek.
bewering te staven. Sommige studies tonen aan dat
Een mogelijke verklaring voor de verscheidenheid is
het gebruik van een crème geen klinisch belangrijke
dat bijna iedere afdeling die deelnam een eigen
voordelen geeft in vergelijking met het niet gebruiken
huidprotocol heeft die sterk kunnen verschillen van
van een crème (Lokkevik et al, 1996; Porock &
elkaar. Verder blijkt ook dat deze protocollen niet altijd
Kristjanson, 1999). Andere studies tonen wel een
goed geïmplementeerd zijn op de afdeling en dus
positief effect aan (Olsen et al, 2001; Maiche et al,
onvoldoende gebruikt worden.
1990).
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Ook het aanbrengen van talkpoeder werd weinig
8 8
Instructies bij mechanische, fysische en chemische prikkels
aangeraden. Slechts 30% gaf deze instructie vaak of
De verpleegkundige praktijk inzake huidverzorging is
literatuur heel wat controverse. Poeders reduceren
niet altijd in overeenstemming met gegevens uit de
vochtigheid, maceratie en wrijving, kunnen een
literatuur. Dit is zo voor het advies ‘niet wassen’. Bijna
licht koelend effect geven of verminderen de jeuk
de helft van de verpleegkundigen gaf dit advies vaak
en/of werken anti-inflammatoir. Door het gebruik van
of altijd (45%). Indien men wassen toelaat, werd
poeders kunnen echter de haarfollikels en zweetporiën
door 64% van de verpleegkundigen vaak of altijd
worden afgesloten waardoor de kans op irritatie toe-
gezegd dit met een neutrale zeep te doen. Uit recente
neemt. Tevens kan door contact van het poeder met
literatuur blijkt dat wassen met of zonder zeep niet af
zweet glucose worden gevormd wat bacteriële en
te raden is omwille van het comfort voor de patiënt.
schimmelgroei bevordert. Het weinige beschikbaar
Bij wassen met water alleen of met water en zeep ziet
klinisch onderzoek toont aan dat er geen verschil
men geen toename in het aantal of de ernst van de
bestaat tussen het preventief gebruik van talkpoeder
huidreacties (Campbell & Illingworth, 1992; Schratter-
en een crème in het onstaan en de ernst van
Sehn et al, 2001; Roy et al, 2001). Een mogelijke
huidreacties (Schreck et al, 2002).
reden waarom wassen toch werd afgeraden, is de
Veel nuttige instructies om mechanische, fysische of
kans op het verdwijnen van de huidmarkeringen die
chemische prikkels te vermijden werden door minder
nog vaak met inkt worden aangeduid. Waarschijnlijk
dan de helft van de verpleegkundigen vaak of
altijd. Over het gebruik van poeders bestaat in de
HUIDVERZORGING
TIJDENS RADIOTHERAPIE
altijd gegeven. Dit was het geval voor de instructies ‘geen das bij NKO-bestraling’ (31%), ‘loszittende
kledij’
Tabel 2: Relatieve frequentieverdeling van de adviezen om mechanische, fysische en chemische prikkels te vermijden t.h.v. de bestraalde plaats.
(46%), Nooit (%)
Soms (%)
Vaak (%)
Altijd (%)
Druk vermijden
12
16
30
40
Markeringen niet verwijderen
7
7
1
84
Niet wassen
36
19
9
36
Niet wassen - axillair
36
16
6
40
Deppend drogen
10
10
16
63
Douche ipv ligbad
9
19
15
57
Loszittende kledij
25
28
25
21
Katoenen kledij
13
27
25
34
Geen das bij NKO-radiotherapie
43
25
16
15
Elektrisch scheren
3
4
19
73
Snelverband vermijden
19
24
12
45
Beschermen tegen wind
57
18
12
12
Geen zonlicht
3
1
10
85
Geen solarium
4
9
18
69
Geen warmwaterkruik
45
22
6
25
Instructies bij erytheem
Geen sauna
42
15
10
31
Bij de instructies die gebruikt
Geen ijszakjes
48
16
10
24
werden wanneer erytheem
Chemische prikkels
optreedt, is er minder ver-
Geen parfum of deodorant
3
6
6
85
scheidenheid dan bij de in-
Geen aftershave
4
6
12
76
structies voor het vermijden
Wassen met neutrale zeep
19
15
12
52
van prik-kels. Het percentage
Talkpoeder aanbrengen
58
12
12
18
in-struc-ties waar veel ver-
Amandelolie aanbrengen
37
28
25
9
scheidenheid
Geen zalven of crèmes
10
9
15
66
lager maar bedraagt toch
Geen lotion
16
9
10
64
nog 40%. Het percentage
Niet zwemmen
16
30
9
42
in-structies
* som is niet altijd 100% door afronding en ‘missing values’
‘beschermen (30%),
tegen
‘geen
wind’
warmwater-
kruik’ (31%), ‘geen sauna’ (41%) en ‘geen ijszakjes’ (34%). Instructies die door meer dan de helft maar minder dan drie op vier verpleegkundigen vaak of altijd werden gegeven zijn ‘druk vermijden’ (70%), ‘katoenen kledij’ (59%), ‘snelverband vermijden’ (57%) en ‘niet zwemmen’ (51%). De overige zes instructies werden door de meeste verpleegkundigen vaak of altijd gegeven (Tabel 2).
bestaat
waar
was
weinig
Mechanische prikkels
Fysische prikkels
veel hoger (40%). Er werden weinig instructies
door meer dan 75% van de verpleegkundigen nooit
gegeven wanneer eryt-heem optreedt. Slechts twee
of slechts soms gegeven. Deze waren het gebruik van
instructies werden vaak of altijd gegeven door meer
‘hydra-terende crème’, ‘talkpoeder’, ‘vitamine A & D
dan de helft van de verpleegkundigen, namelijk ‘geen
zalf’, hydrocortisone crème’, ‘polyethyleen verband’
lotion aanbrengen’ en ‘Eosine 2%’. Het aanbrengen
en ‘beschermen met een compres’.
van amandelolie werd door bijna één derde vaak of
Ook de aanpak van erytheem is niet altijd in over-
altijd gegeven (31%). De overige instructies werden
eenstemming met literatuurgegevens. Wassen wordt
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
verscheidenheid bestaat was
9 9
A R T I K E L S
Tabel 3: Relatieve frequentieverdeling van de adviezen en technieken bij erytheem. Adviezen en technieken
Nooit (%)
Soms (%)
Vaak (%)
Altijd (%)
Niet wassen
31
22
7
37
Hydraterende crème
54
21
15
9
Geen lotion
19
10
10
54
Beschermen met compres
36
43
15
3
Eosine 2%
30
13
21
36
Vit A&D zalf
78
9
9
0
Hydrocortisone crème
84
13
1
0
Talkpoeder aanbrengen
75
9
3
13
Amandelolie aanbrengen
46
22
13
18
Polyethyleen verband
76
16
6
0
* som is niet altijd 100% door afronding en ‘missing values
aangeraden in de literatuur, maar 44% van de
verouderde techniek die gebruikt werd om vochtige
verpleegkundigen geeft vaak of altijd het advies
wonden uit te drogen. Aangezien er bij erytheem
niet te wassen. Ook het hydrateren van de huid
geen sprake is van een vochtige wonde is het in deze
wordt weinig aangeraden. Slechts 24% van de ver-
fase af te raden.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
pleegkundigen geeft dit advies vaak of altijd, terwijl
10
dit een standaardbehandeling is bij erytheem. Ook
Instructies bij droge desquamatie
andere adviezen die gericht zijn op het hydrateren
Bij de aanpak van droge desquamatie zagen we minder
van de huid en volgens de literatuur kunnen gebruikt
verscheidenheid dan bij de aanpak van erytheem en
worden, worden weinig gegeven (aanbrengen van
de preventieve maatregelen. Het percentage instructies
amandelolie, lotion, vitamine A&D zalf). Hetzelfde zien
waar veel verscheidenheid in bestond bedroegt
we voor het gebruik van talkpoeder. Het wordt zeer
31%, tegenover 46% die weinig verscheidenheid
weinig aangeraden door de verpleegkundigen (16%)
vertoonden.
maar is bruikbaar bij de behandeling van erytheem
De resultaten waren vergelijkbaar met de resultaten bij
hoewel hierover discussie bestaat.
erytheem. Ook wanneer droge desquamatie optreedt,
Het gebruik van een hydrocortisone crème werd nooit
werden weinig instructies gegeven. Geen enkele
aangeraden. Volgens de literatuur is dit een goede
instructie werd door meer dan de helft van de
aanpak omdat cortisone crèmes door de meeste au-
verpleegkundigen vaak of altijd gegeven. Enkele
teurs alleen aangeraden worden bij jeuk en wanneer
instructies werden door ongeveer één vierde tot één
de patiënt last heeft van de huidreactie (Campbell &
derde van de verpleegkundigen vaak of altijd gegeven.
Lane, 1996; Naylor et al, 2001). In de literatuur bestaat
Deze zijn het gebruik van hydraterende crème (29%),
echter discussie over het gebruik van corticoïden
amandelolie (25%), Flammazine® (35%) en het
crèmes. Sommigen raden het preventief gebruik ervan
afraden van ijszakjes (25%). Dezelfde opmerkingen
aan (Boström et al, 2001; Glees et al, 1979).
over het gebruik van hydraterende crème en andere
Het gebruik van Eosine 2% is af te raden. Het is een
methoden om de huid te hydrateren (amandelolie, aloë
HUIDVERZORGING
TIJDENS RADIOTHERAPIE
vera, vitamine A&D zalf, kamillo crème), talkpoeder
et al, 1990). Verder reduceren ze de kans op pijn of
en wassen gelden ook bij droge desquamatie. Het
trauma door kleven van het verband of de huidplooien
gebruik van een hydrocortisone crème is in deze fase
en vormen ze een fysische barrière tegen infecties
van huidreactie wel aan te raden maar dit wordt
(Hutchinson & Lawrence, 1991). Uit deze studie blijkt
nooit gedaan door de bevraagde verpleegkundigen.
dat afsluitende verbanden nog niet veel gebruikt
Flammazine® wordt het meest aangeraden in
worden. Het gebruik van hydrocolloïd of polyethyleen
tegenstelling
literatuur.
verbanden werd door respectievelijk 88% en 95%
Flammazine® is alleen aangewezen voor ‘full-thickness
van de verpleegkundigen nooit of slechts soms aan-
wonden’. Aangezien er in deze fase nog geen open
geraden. Het gebruik van silicone verbanden werd door
wonde is, is er geen reden om dit produkt te gebruiken.
bijna één derde van de verpleegkundigen vermeld
Het kan ook overgevoeligheidsreacties geven, geeft
(31%).
verkleuring van het wondoppervlak wat de beoordeling
De instructie ‘niet wassen’ werd in deze fase vaker
van de wonde bemoeilijkt, de verbandwisseling is
gegeven aan de patiënten (73%) in vergelijking met
traumatisch en het zou een negatief effect hebben op
de vroegere fasen van huidreactie hoewel het zacht
de celgroei (Bugmann et al., 1998).
wassen van de huid aan te raden is. Bij een
tot
gegevens
uit
de
meer van toepassing. Drieënnegentig percent van
De verscheidenheid bij de aanpak van vochtige
de verpleegkundigen antwoordde dan ook dit advies
desquamatie verschilde lichtjes in vergelijking met de
nooit te geven. Ook andere maatregelen met als doel
verscheidenheid bij droge desquamatie. Het aantal
het hydrateren van de huid werden niet meer of zeer
instructies waar weinig en veel verscheidenheid in
weinig aangeraden (amandelolie, kamillo crème).
bestond was iets lager (respectievelijk 42% en 29%).
Het reinigen van de wonde is een belangrijk aspect
Ook in deze fase van huidreactie zien we dat weinig
in de wondzorg. Dit kan door het zacht wassen van
instructies worden gegeven aan de patiënten. Het
de wonde of door het reinigen met fysiologisch water.
gebruik van Flammazine® was de populairste techniek
Beide technieken werden slechts door een beperkt
en werd door 62% van de verpleegkundigen vaak
aantal verpleegkundigen gebruikt (25% en 31%). Het
of altijd gebruikt. Eosine 2% werd door 61% vaak
gebruik van ontsmettingsmiddelen die irritant zijn voor
of altijd gebruikt. Andere instructies die door een
de huid worden niet aangeraden door de literatuur
beperkt aantal verpleegkundigen vaak of altijd werden
en in deze studie ook bijna nooit gebruikt (vb. Dakin,
gegeven zijn het gebruik van talkpoeder (18%), een
zurstofwater) Een produkt dat door meer dan de helft
vetverband (20%), beschermen met een compres
(61%) van de verpleegkundigen vaak of altijd werd
(42%), beschermen tegen buitenlucht (34%), wonde
aangeraden is Eosine 2%. Deze techniek is verouderd
reinigen met fysiologische oplossing (31%). De andere
en zijn werking berust op het droog houden van een
adviezen werden door een zeer beperkt aantal ver-
wonde wat in contradictie is met het principe van een
pleegkundigen gegeven.
vochtige wondomgeving bij vochtige wonden. Tevens
In deze fase wordt door veel onderzoekers het gebruik
zorgt de verkleuring voor een moeilijke beoordeling
van afsluitende verbanden als standaardbehandeling
en follow-up van de huidreactie. Hetzelfde kan ge-
vermeld. Afsluitende verbanden creëren een vochtige
zegd worden ove het gebruik van Gentiaanviolet
wondomgeving wat de vorming van collageen en
maar dit wordt in Vlaanderen door slechts weinig
nieuwe capillairen bevordert en zorgt voor een kortere
verpleegkundigen nog vaak gebruikt (11%).
inflammatiefase dan wonden die droog worden gehouden (Dyson et al., 1988; Miller, 1998b; Margolin
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
vochtige wonde is het hydrateren van de huid niet Instructies bij vochtige desquamatie
11 11
A R T I K E L S
Tabel 4: Relatieve frequentieverdeling van de adviezen en technieken bij droge desquamatie.
Beperkingen van het onderzoek De vragenlijst werd integraal
Adviezen en technieken
Vaak (%) Altijd (%)
overgenomen uit het onder-
Nooit (%)
Soms (%)
Niet wassen
36
24
4
36
zoek van Verhoyen (1994).
Hydraterende crème
49
21
22
7
Een kritiek kan zijn dat deze
Geen ijszakjes
64
10
1
24
vragenlijst niet helemaal up
Beschermen met compres
43
46
9
0
to date is maar uit de open
Aloe Vera
91
1
0
0
vragen
Vit A&D zalf
79
7
7
1
Hydrocortisone crème
82
12
1
0
Kamillo crème
87
9
1
0
Flammazine
37
24
31
4
Talkpoeder
78
7
7
6
Amandelolie
57
15
9
16
Polyethyleen verband
79
15
4
0
bruik zijn geraakt. Een mo-
Vetverband
54
27
10
6
gelijke bron van vertekening
bleek
dat
slechts
weinig nieuwe technieken worden toegepast. Wel bleek dat een aantal technieken die in de vragenlijst vermeld werden bijna volledig in on-
van de resultaten is dat de vra-
* som is niet altijd 100% door afronding en ‘missing values’
genlijsten in het ziekenhuis Tabel 5: Relatieve frequentieverdeling van de adviezen en technieken bij vochtige
werden ingevuld. De kans
desquamatie.
op groepsbeïnvloeding is op
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Adviezen en technieken
12 12
Nooit (%)
Soms (%)
Vaak (%) Altijd (%)
deze manier aanwezig wat
Niet wassen
19
6
15
58
minder bestaat wanneer de
Douche ipv ligbad
18
16
18
43
vragenlijsten naar huis worden
Hydraterende crème
93
6
1
0
opgestuurd en ingevuld.
Talkpoeder aanbrengen
82
0
0
18
Amandelolie aanbregen
93
4
1
1
Beschermen met compres
12
36
30
12
Beschermen tegen buitenlucht
51
15
13
21
Dakin
84
9
1
3
Eosine 2%
24
12
19
42
Gentiaan Violet
66
16
10
1
belang
Hydrocortisone crème
82
9
4
0
pleegkundige hecht aan het
Flammazine
12
24
46
16
geven van informatie over
Kamillo crème
88
7
0
0
huidreacties, de tijd die er
Vaseline
93
3
1
0
is om informatie te geven
Reinigen met fysiologische oplossing
34
33
18
13
en het belang van informa-
Spoelen met zuurstowater
84
9
3
1
tieverstrekking op de afdeling
Hydrocolloïd verband
64
24
7
3
in het algemeen. Een andere
Polyethyleen verband
73
22
3
0
beïnvloedende factor kan zijn
Vetverband
40
36
16
4
dat de verpleegkundigen ver-
Rivanol compres
82
6
3
0
Gewatteerde compres
57
28
6
6
* som is niet altijd 100% door afronding en ‘missing values’
Een beperking is dat er bepaalde factoren zijn die de resultaten kunnen hebben beïnvloed. Het geven van instructies hangt af van het dat
de
ver-
trouwen op de schriftelijke informatie die vaak aanwezig is op de afdelingen. Wanneer
HUIDVERZORGING
TIJDENS RADIOTHERAPIE
verpleegkundigen weten dat patiënten deze informatie
Denham JW, Hamilton CS, Simpson SA, Ostwald PM, O’Brien
krijgen zijn ze misschien meer geneigd om deze infor-
M, Kron T, Joseph DJ, Dear KBG (1995). Factors influencing the
matie niet meer mondeling te geven.
degree of erythmatous skin reactions in humans. Radiother
Een andere bron van vertekening is dat sommige
Oncol, 36, 107-20.
verpleegkundigen misschien bepaalde instructies niet toepassen omdat het gaat om een medisch probleem. Dit is vooral het geval bij vochtige desquamtie waarbij voor de verzorging ervan dikwijls een voorschrift van de arts nodig is.
Conclusie
Dyson M, Young S, Pendle CL, Webster DF, Lang SM (1988). Comparison of the effects of moist and dry conditions on dermal repair. Journal Invest Dermatol, 91, 434-9. Glees
JP,
Mameghan-Zadeh
H,
Sparkes
CG
(1979).
Effectiveness of topical steroids in the control of radiation dermatitis: a randomized trial using 1% hydrocortisone cream and 0.05% clobetasone butyrate. Clin Radiol, 30(4),
De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat de
397-403.
huidige aanpak van huidreacties door radiotherapie door Vlaamse verpleegkundigen sterk verschillend is.
Hassey KM, Rose CM (1982). Altered skin integrity in patients
Er worden nog vaak verouderde technieken gebruikt
receiving radiation therapy, Oncol. Nurs Forum, 9, 44.
of instructies op een verkeerde manier gegeven. Dit wordt veroorzaakt door het gebrek aan beschikbare
Hilderley L (1983): Skin care in radiation therapy: a review
onderzoeksgegevens en de beperkte toepassing van
of the literature, Oncol. Nurs Forum 10, 51
de beschikbare gegevens in de praktijk. Op basis van deze resultaten werd besloten een protocol voor de
Hutchinson JJ, Lawrence JC (1991). Wound infection under
verzorging van huidreacties te ontwikkelen gebaseerd
occlusive dressings. Journal of Hosp Infect., 17(2), 83-94.
beschikbaar zijn voor alle afdelingen met als mogelijk gevolg meer standaardisering van de huidverzorging.
Referenties Bugmann P, Taylor S, Gyger D, Lironi A, Genin B, Vunda A, LaScala G, Birraux J, Le Coultre C (1998). A silicone-coated nylon dressing reduces healing time in burned paediatric patients in comparison with standard sulfadiazine treatment: a prospective randomized trial. Burns, 24(7), 609-12. Campbell MK, Pruitt JJ (1996). Radiation therapy: Protecting your patient’s skin. RN, 46-7. Campbell IR, Illingworth MH (1992). Can patients wash during radiotherapy to the breast or chest wall ? A randomized controlled trial. Clin Oncol, 7, 78-82. Campbell J, Lane C (1996). Developing a skin-care protocol in radiotherapy. Prof Nurse, 12(2), 105-108.
Korinko A, Yurick A (1997). Maintaining skin integrity during radiation therapy. Am J Nurs, 97, 40-4. Lavery BA. (1995). Skin care during radiotherapy : a survey of UK practice. Clin Oncol, 7(3), 184-7. Lokkevik E, Skovlund E, Reitan JB, Hannisdal E, Tanum G (1996). Skin treatment with bepanthen cream versus no cream during radiotherapy: A randomized controlled trial. Acta Oncol, 35(8), 1021-6. Maiche AG, Gröhn P, Mäki-Hokkonen H (1990) Effect of chamomile cream and almond ointment on acute radiation skin reaction. Acta Oncol, 30, 395-6 Margolin SG, Breneman JC, Denham DL, LaChapelle P, Weckbach L, Aron BS (1990). Management of radiationinduced moist skin desquamation using hydrocolloïd dressing. Cancer Nurs, 13(2), 71-80. Miller M (1998b). Moist wound healing : the evidence. Nurs
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
op de beschikbare onderzoeksgegevens. Dit protocol zal
13 13
A R T I K E L S
Times, 94(45), 74-6. Naylor W, Laverty D, Mallett J (2001). Handboek of wound management in cancer care. Blackwell Science Ltd, London. Olsen DL, Raub W, Bradley C, Johnson M, Macias JL, Love V, Markoe A (2001). The effect of aloe vera gel/mild soap versus mild soap alone in preventing skin reactions in patients undergoing radiation therapy. Oncol Nurs Forum, 28(3), 543-7.
R e k l a m e Porock D, Kristjanson L (1999). Skin reactions during radiotherapy for breast cancer: the use and impact of topical agents and dressings. Eur J Cancer Care, 8(3), 143-53. Roy I, Fortin A, Larochelle M (2001). The impact of skin washing with water and soap during breast irradiation: a randomized study. Radiother Oncol, 58(3) : 333-9. Schratter-Sehn AU, Brinda K, Kahrer M, Novak M (2001). Improvement of skin care during radiotherapy. Onkologie, 24(1), 44-6. Schreck U, Paulsen F, Bamberg M, Budach W (2002). Intraindividual comparison of two different skin care conceptions in patients undergoing radiotherapy of the head-and-neck region. Strahlenther Onkol, 178(6), 321-9. Sitton E (1992). Early and late radiation-induced skin alterations. Part I : Mechanisms of skin changes. Oncol Nurs Forum, 5, 801-7. Strohl RA (1988). The nursing role in radiation oncology: symptom management of acute and chronic reactions. Oncol Nurs Forum, 15, 429 Verhoyen J (1994). Huidverzorgingstechnieken bij bestralingsreacties toegepast in de Vlaamse radiotherapie-centra. Projectthesis aangeboden tot het verkrijgen van de graad ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
van Licentiaat in de Medisch-Sociale Wetenschappen aan de
14 14
Katholieke Universiteit van Leuven Westbury C, Hines F, Hawkes E, Ashley S, Brada M (2000). Advice on hair scalp care during cranial radiotherapy : a prospective randomized trial. Radiother Oncol, 54, 109-16.
Haarcenter
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Smiths Medical Belgium
15
Palliatieve thuiszorg voor kinderen in de regio Antwerpen Dr. E. Michiels, Dienst Kinderoncologie, Koningin Paola Kinderziekenhuis, 2020 Antwerpen
A
Als een kind kanker krijgt, zal
palliatieve zorg voor een kind iets heel anders dan palliatieve
alles op alles gezet worden om
zorg voor volwassenen “in het klein”. Een kind is geen kleine
genezing te bekomen. Helaas
volwassene, en vergt een specifieke aanpak. De doseringen van
zal voor een aantal van deze kinderen
de medicatie zijn anders. Sommige vormen zijn niet te gebruiken
het moment komen waarop er geen
bij kinderen, denk maar aan intramusculaire injecties die
curatieve mogelijkheden meer zijn, en
bij kinderen zeer angstaanjagend en pijnlijk zijn en in pallia-
overgegaan moet worden op palliatieve
tieve setting eigenlijk nooit zouden mogen gebruikt worden.
therapie. Ook kinderen met een metabole
Ook emotioneel reageren kinderen anders dan volwassenen,
aandoening of neurodegeneratieve ziekte
naargelang hun leeftijd. Tenslotte is er nog de omgeving van
hebben soms een infauste prognose.
ouders, grootouders, broers en zussen, school, vriendjes e.d. die het geheel nog gecompliceerder maken.
Met de toenemende belangstelling voor palliatieve zorgen thuis en de toenemende
Dit alles heeft geleid tot het inzicht dat er nood was aan mensen
mogelijkheden op dat gebied voor volwas-
die zich specifiek bezighielden met palliatieve zorg voor kinderen,
senen, groeide -gelukkig- tevens het besef
en tot het oprichten van een Commissie Kinderen binnen de
dat ook kinderen (en hun ouders) de laat-
v.z.w. Palliatieve Hulpverlening Antwerpen (PHA). Dit laatste is
ste weken of maanden van hun leven
een pluralistisch netwerk voor palliatieve hulpverlening in het
in alle rust en geborgenheid thuis willen
arrondissement Antwerpen. Zij heeft als doel de levenskwaliteit
doorbrengen. Voor kinderen geldt nog
van de palliatieve patiënt en zijn omgeving te optimaliseren.
sterker dan voor volwassenen dat een
Secundaire doelen zijn sensibilisatie, stimuleren van samen-
ziekenhuis bedreigend overkomt, en dat
werking, dienstverlening, vrijwilligerswerking en deskundigheids-
zij daar liever niet willen verblijven, zeker
bevordering. Eén principe staat daarbij centraal: PHA neemt geen
niet de laatste weken van hun leven.
taken van anderen, bestaande hulpverleners en organisaties,
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
over, maar ondersteunt de intra- en extramurale hulpverlening en
16
Toch was het tot voor enkele jaren
mantelzorg (dit is het zogenoemde emancipatorische principe).
gebruikelijk dat kinderen in het ziekenhuis
Al gauw leerde de ervaring dat PHA wel degelijk iets kon
kwamen/bleven om te sterven. Er waren
bijdragen aan de kwaliteit van de zorg voor de palliatieve
weinig kennis en middelen voorhanden
patiënt.
om kinderen goede thuiszorg aan te bieden en de huisarts stond er grotendeels
Om diezelfde kwaliteitsvolle zorg te kunnen aanbieden aan
alleen voor als een kind uit zijn patiën-
kinderen in de palliatieve fase, werd zoals gezegd een Commissie
tenbestand thuis wilde sterven. Daarbij is
Kinderen opgericht binnen PHA. In deze commissie zetelen een
PALLIATIEVE
THUISZORG VOOR KINDEREN IN DE REGIO
ANTWERPEN
huisarts, 2 kinderartsen, een palliatief verpleegkundige,
verwachten problemen. De noden en verwachtingen
een vertegenwoordiger vanuit het PHA, een sociaal
van het zieke kind en zijn/haar familie worden beke-
verpleegkundige en verder enkele mensen die beroeps-
ken en de mogelijkheden van de thuiszorg en de
halve te maken krijgen met kinderen in palliatieve
uitbouw daarvan wordt in kaart gebracht. Er wordt op
setting. Uit deze commissie is een project “Kinderen
dat moment ook een “werkboom” ingevuld met de
en palliatieve zorg” voortgekomen, dat een structuur
namen van al de mensen die betrokken zijn en hun
aanbiedt voor het verstrekken van palliatieve zorgen
respectievelijke taken (zie figuur). De huisarts neemt
thuis aan het zieke kind en zijn familie. De basisprincipes
zijn taak als spilfiguur op, en de specialist blijft op de
van het PHA blijven gehandhaafd, nl. er wordt gebruik
achtergrond bereikbaar voor overleg of vragen.
gemaakt van reeds bestaande diensten en organisaties voor thuiszorg met de huisarts als spilfiguur -dit in
De medewerker van PHA staat in voor de coördinatie
tegenstelling tot bvb. het koesterproject in Gent waar
van de zorg. Hij/zij is contactpersoon voor alle
iemand vanuit het ziekenhuis de zorgen thuis komt
betrokkenen en zorgt op vraag voor advies en onder-
verstrekken. De uitgebreidheid van de hulp wordt vol-
steuning van de eerstelijns hulpverleners. Dit kan
ledig vrijblijvend en op ieder moment bepaald door
concrete ondersteuning zijn zoals het uitlenen van
de vraag van het kind en de familie.
spuitaandrijvers, of sociale ondersteuning door het inzetten van vrijwilligers. PHA voorziet in een 24/24
Praktisch gezien komt het erop neer dat een kind
uur telefonische bereikbaarheid in geval van nood.
wordt aangemeld door de behandelend specialist die PHA verwittigt, ofwel door de familie die het kind
De palliatief verpleegkundige van het ziekenhuis
rechtstreeks bij PHA aanmeldt. In dat geval zal PHA
vervult de brugfunctie in het project. Zij staat in
vragen naar de naam van de behandelende arts en
voortdurend overleg met de zorgcoördinator van PHA.
deze verwittigen. Een derde mogelijkheid is dat de
Zij bereidt in het ziekenhuis het ontslag naar huis
huisarts PHA contacteert, dat dan op haar beurt de
voor, en leert thuisverpleegkundigen bepaalde ver-
behandelend specialist erbij zal betrekken.
pleegtechnische vaardigheden aan als daar vraag naar
Een absolute vereiste hierbij is natuurlijk dat de ouders
is. Zij neemt daarbij echter geen taken van de eerste
en het kind op de hoogte zijn van het feit dat het
lijn over. Zij houdt de behandelend specialist in het
gaat om palliatieve therapie, aangezien steeds de
ziekenhuis op de hoogte van ontwikkelingen in de
toestemming van de ouders (en het kind) vereist zijn
thuissituatie.
om PHA in te schakelen. Bij de aanvang van de palliatieve zorgen van het kind
zieke kind thuis, met al diegenen die thuis voor het
vindt een eerste overleg plaats tussen de behandelend
kind en zijn familie gaan zorgen (dus zonder de
specialist, de huisarts van de familie, de medewerker
specialist maar met de huisarts). Doel van dit overleg
van PHA die voor dit kind verantwoordelijk is, de
is de familie te laten kennismaken met de mensen
palliatief verpleegkundige, een verpleegkundige uit
die de zorg zullen opnemen, en uit te leggen wat
het ziekenhuis, de sociaal verpleegkundige, de psy-
de mogelijkheden (en onmogelijkheden) zijn. Tevens
choloog en eventueel de thuisverpleegkundige en
kunnen de ouders en het kind hun verwachtingen ten
andere mensen die op dat moment in de thuiszorg
aanzien van de hulp met de hulpverleners bespreken.
ingeschakeld zullen worden. In dit overleg wordt de huidige toestand op medisch, verpleegkundig, psycho-
Na dit overleg zullen er in functie van de vraag van
sociaal en spiritueel gebied besproken, evenals de te
het gezin of de hulpverleners eventuele volgende
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
Een tweede overleg vindt kort nadien plaats bij het
17 17
A R T I K E L S
overlegmomenten gepland worden. Uiteraard zal in
aan dat zij voelen met iets zeer essentieel bezig
de loop van de tijd zeer goed moeten gecommuni-
te zijn. Ouders kunnen hun tijd besteden aan écht
ceerd worden tussen de verschillende hulpverleners
belangrijke dingen zoals er gewoon zijn voor hun
om problemen te melden, de laatste medicatie-
kind in de tijd die hen samen nog rest, omdat
aanpassingen door te geven aan de wachtdiensten
praktische beslommeringen hen voor een deel uit
e.d.
handen genomen worden. Verder weten zij dat er
Het project startte in 1998 met het eerste palliatief
in tijden van nood dag en nacht iemand bereikbaar
patiëntje. Ondertussen werden er een 20-tal aanvragen
is die de situatie kent, hetgeen zeer rustgevend is
verwerkt, sommige voor kinderen van buiten de regio
en afscheid nemen van hun kind in een kalme en
Antwerpen. In dat geval werden de opgedane kennis
intieme sfeer mogelijk maakt.
en ervaringen doorgegeven aan het desbetreffende netwerk uit die regio, met succes.
Voor verdere informatie over dit project kan u steeds
Het is moeilijk om de waarde van het project in cijfers
terecht bij de v.z.w. PHA (Palliatieve Hulpverlening
weer te geven (hetgeen in de moderne geneeskunde
Antwerpen), Commissie Kinderen, UIA - gebouw S,
zo belangrijk is), maar uit evaluaties die na elke
Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk, telefoonnummer +32
“casus” gehouden worden bij zowel de ouders als de
3 820 25 31 of Dr. Michiels, Dienst Kinderoncologie
hulpverleners, blijkt dat de hulp door beide groepen
Koningin Paola Kinderziekenhuis, Lindendreef 1, 2020
als zeer positief ervaren wordt. Hulpverleners geven
Antwerpen, telefoonnummer +32 3 280 21 60.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
PHA 24 u bereikbaar Verantwoordelijk dossier Unviversiteitsplein 1 2610 Wilrijk Tel.: 03/820 25 31 Fax: 03/820 25 30
18 18
Gezin Adres Tel.
Brugfunctie ziekenhuis Mieke Truyen Koningin Paola ziekenhuis Lindendreef 1 2018 Antwerpen Tel.: 03/280 21 60 (P5) Tel.: 03/280 31 11 (ZH)
Huisarts Naam Adres Tel
Specialist Naam Adres Tel.
Thuisverpleegkundige Organisatie, naam Adres Tel.
Verpleegkundige ZH Afdeling Tel.
Maatschappelijk werk Organisatie, naam Adres Tel.
Sociale dienst ZH Naam Tel.
Kine Naam Adres Tel.
Kine Naam Tel.
Anderen
Anderen...
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Faulding
19
VERENIGINGNIEUWS VERENIGINGNIEUWS
Wil jij ook lid worden ? Dit kan op de volgende manier. Invullen in drukletters a.u.b.! NAAM : VOORNAAM : ADRES : TEL. : FAX: ZIEKENHUIS OF INSTELLING WAAR U WERKT : (volledig adres a.u.b.) FUNCTIE : DIENST : TEL. :
✂
FAX: Gelieve dit formulier ingevuld terug te sturen of te faxen naar het VVRO secretariaat: A.Z.-V.U.B, afdeling radiotherapie, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel, tel.: 02/477.52.37, fax : 02/477.52.52
LIDGELD VVRO 2003 Voor de bestaande leden zal het innen van het lidgeld gebeuren via de u toegestuurde overschrijving in de maand januari 2003. Nieuwe leden dienen eerst het bovenstaande formulier ingevuld terug te sturen aan het secretariaat van de VVRO. Daarna wordt u een overschrijvingsformulier toegestuurd. Voor 2003 bedraagt het lidgeld: 25 EURO.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Incomed
20
WERKGROEP
Chemotherapie
Extramodule chemotherapie 2003 Deze module richt zich tot verpleegkundigen die de basiscursus in de oncologie en chemotherapie gevolgd hebben of die reeds enkele jaren werken op een afdeling oncologie/hematologie en die hun kennis nog verder willen uitdiepen. • • • • •
Datum: 20 en 21 januari 2003 Plaats: Campus Gasthuisberg, dept. Onderwijs en Navorsing, Herestraat 49, 3000 Leuven Coördinator: Paul Vranckx, werkgroep chemotherapie Inschrijvingsgeld: nog te bepalen Programma: 20 januari 2003: - Urgenties in de oncologie. - Vena cava superior, septische shock, hypercalcemie… - Beschouwingen bij de stabiliteit en verenigbaarheid van IV toe te dienen geneesmiddelen en oplossingen, met accent op cytostatica. - Nieuwe anti -tumorale behandelingen. - Ondersteunende behandelingsprincipes. - Laattijdige nevenwerkingen: infertiliteit, myelofibrose,… 21 januari 2003: - Hoge dosis chemotherapie (lymfomen, leukemie)... - Multiple Myeloom: huidige stand van behandeling. - Schimmelinfecties. - Mamma tumoren, huidige stand van behandeling. - Mondzorg in de hemato-oncologie.
✂
PRIJS: Leden: Euro 80 Niet leden: Euro 95
Inschrijfstrook extra module chemotherapie 2003
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lidnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ......................................................................................
Ziekenhuis - dienst: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Terugsturen naar secretariaat VVRO, Radiotherapie, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel, tel 02/477 52 37 • fax 02/477 52 52 •
[email protected]
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Telefoonnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
21
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Becton Dickinson
22
Veilig omgaan met cytostatica; een verslag van niet zomaar een informatieavond
Tot voor kort waren veel verpleegkundigen,
overweldigend. Meer als 1200 aanwezigen en
tegen beter weten in , overtuigd dat hij/zij veilig
dan waren we spijtig genoeg genoodzaakt
omgingen met cytostatica, laat staan bewust
de inschrijvingen vroegtijdig te stoppen als
dat er risico’s waren aan het manipuleren van
gevolg van beperkte zaalcapaciteit. Naast
excreta.
verpleegkundigen
Met VVRO waren we ons bewust dat er in
arbeidsgeneesheren en directies verpleging
Vlaanderen helemaal niet veilig gewerkt werd
aanwezig.
met cytostatica en de afvalproducten.
De richtlijnen die we voorstellen staan op een
In de Belgische wetgeving zijn er alleen strikte
interactieve CD rom die volledig kosteloos wordt
voorschriften voor de bereiding van cytostatica,
verspreid dankzij de financiële ondersteuning
maar eens de bereiding de apotheek verlaat is
van Bristol Myers Squibb.
er één grote schemerzone. Het licht gaat hele-
De reacties op dit werk zijn zeer positief en de
maal uit als we nagaan welke maatregelen
vraag is nog groter als verwacht.
verpleegkundigen nemen voor de manipulatie
Een eerste analyse na deze voordrachten leert
van excreta, geen of amper.
ons dat verpleegkundigen zich niet bewust
Het doel van VVRO was duidelijk. Richtlijnen
waren van de mogelijke risico’s. Niet bewust als
uitschrijven, verpleegkundigen informeren en
gevolg van onvoldoende informatie of onder-
sensibiliseren, maatregelen invoeren in de
kenning van het probleem door superieuren.
ziekenhuizen en deze laten opvolgen.
In elk geval is er een domino-effect ontstaan en
In de voorbereiding van dit werk brachten we de
wil men nu zo snel mogelijk “ veilig werken”.
bevoegde instanties op de hoogte van ons doel.
Bewijs hiervan de reacties van directies ver-
We ontvingen positieve reacties van Minister
pleging die op basis van deze CD rom effectieve
Vogels en Minister Vandenbroucke. Toenmalig
maatregelen invoeren.
Minister Aelvoet reageerde niet!
Laten we nu hopen dat ook de bevoegde instan-
Met de bedoeling zoveel mogelijk verpleeg-
ties niet nalaten dit werk aan te wenden om de
kundigen te bereiken hebben we voordrachten
Belgische wetgeving omtrent manipulatie van
georganiseerd in Brussel, Roeselare, Gent,
cytostatica praktisch aan te passen.
ook
apothekers,
Gerrit Ponnet ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Leuven, Hasselt en Antwerpen. De respons was
waren
23
WERKGROEP
Kinderoncologie
1ste aankondiging cursus kinderoncologie 2003 Bij deze willen wij u graag onze 4-daagse cusus kinderhemato-oncologie voorstellen die gedurende de periode januari-februari 2003 zal doorgaan in de verschillende deelnemende centra. 1. Doelgroep
Verpleegkundigen werkzaam op kinderhemato-oncologische afdeling, docenten, studenten
2. Data en thema’s 11 februari 2003 UZ Gasthuisberg (Leuven) 8.30u- 9.20u
Isolatiemaatregelen bij kinderhemato-oncologie
Kris Jennes
9.20u- 10.10u
ziekenhuisschool
Ludo Govaerts
10.10u- 10.30u
koffiepauze
10.30u- 11.20u
Morfologie
11.20u- 11.50u
Firma Bard
11.50u- 12.20u
groepswerk
12.10u- 13.30u
eten
13.30u- 13.45u
voorstelling groepswerk
13.45u- 14.35u
Flow cytometrie en moleculaire diagnostiek
dr. N. Boeckx
14.40u- 15.30u
Infectie en antibioticatherapie
dr. Renard
15.30u- 16.20u
Rouwen bij kinderen
Trui Vercruysse
16.20u- 16.45u
Bezoek afdeling
dr. C. Brusselmans
20 februari 2003 AZ VUB Jette • Radiologische onderzoeken in de kinderhemato-oncologie • Hematologie • Bloedtransfusies • Psychologische opvang van kinderen met kanker • Verpleegkundige aspecten bij oncologische protocol’s
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
13 maart 2003 Kon. Paolakinderziekenhuis Antwerpen
24
08.30u-9.20u
Diagnostische onderzoeken
dr. P. Maes
09.20u-10.10u
Nefroblastoom, rhabdomyosarcoom
10.10u-10.30u
koffiepauze
10.30u-11.15u
Sociale voorzieningen
11.15u-11.45u
Firma Vascumed
11.45u-12.15u
groepswerk
13.30u-13.50u
Voorstelling groepswerk
13.50u-14.40u
Voedingsadviezen
14.40u-15.30u
Aandachtspunten bij manipulatie chemotherapie
W. Borghuys
15.30u-16.00u
Simon en Odil
dr. P. Maes
16.00u-16.30u
bezoek afdeling
Ilse Bruyninckx
18 maart 2003 UZ Gent
NIEUWE DATUM!!!!!!!!
08:30 - 09:20
Beenmergtransplantatie
Prof. Dr. C. Dhooge
09:20 - 10:10
Isotopen onderzoeken in de oncologie
Dr. Van De Wiele
10:10 - 10:30
Koffie
10:30 - 11:00
Voorstelling verpleegmateriaal
11:00 - 12:10
Groepswerk
12:10 - 13:30
Middagmaal
13:30 - 14:10
Neuroblastoom
Prof. Dr. G.Laureys
14:10 - 15:00
Haematopoëtische groeifactoren
Amgen -J.De Porre
15:00 - 15:15
Koffie
15:15 - 15:45
Ouderverenigingen
D. Van Den Meersshe
15:45 - 16:35
Thuiszorg
K. Mattheeuws (UZ Gent)
16:35 - 17:00
Bezoek afdeling
J. De Porre-V.Van deVelde
K. Plateau (Mönlycke)
3. Prijs : 175 Euro: leden 250 Euro: niet-leden 4. Contactpersonen:
[email protected] •
[email protected] •
[email protected] [email protected] •
[email protected] Inschrijven via secretariaat VVRO (via onderstaande antwoordstrook waarna u een overschrijving krijgt).
✂ Inschrijfstrook cursus kinderoncologie 2003 Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lidnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................... Telefoonnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Terugsturen naar secretariaat VVRO, Radiotherapie, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel, tel 02/477 52 37 • fax 02/477 52 52 •
[email protected] U ontvangt een overschrijvingsformulier en begin december het programma met sprekers.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Ziekenhuis - dienst: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
25
WERKGROEP
Alden Biesen
EEN NIEUWE START ! RESIDENTIELE CURSUS PALLIATIEVE ZORG VOOR GEVORDERDEN De historische landcommanderij Alden Biesen in Limburg is goed gekend bij de VVRO. Sedert meer dan 10 jaar werd hier jaarlijks de beginnerscursus Palliatieve Zorg georganiseerd.
De VVRO was één van de eersten die
een dergelijke cursus aanboden.
Talloze hulpverleners
volgden deze cursus. Ondertussen is er een groot aanbod aan beginnerscursussen (netwerken, federatie, …) en de ‘beginners’ van weleer werden in de loop der jaren ‘gevorderden’. Daarom werd vorig jaar beslist de cursus een grondige facelift te geven. Myriam Spinnoy , Mieke De Pril, , Geerde Turcksin, Jan Van Soom en Jos Swinkels staken de koppen bij mekaar en bliezen de ‘Werkgroep Alden Biesen’ nieuw leven in. Het concept werd grondig herbekeken en de beginnerscursus werd omgedoopt tot een cursus voor gevorderden. Een vol jaar lang werd gewerkt om een mooi 3-daags programma samen te stellen en boeiende sprekers aan te trekken. Moeilijkste was ongetwijfeld het ‘snoeiwerk’. Op een bepaald moment hadden we zoveel interessante onderwerpen dat we moeiteloos een ganse week konden vullen. Snoeien dus maar ! Het residentieel concept werd behouden uit de vorige cursus. Het ‘verplicht’ blijven slapen geeft de cursus een extra dimensie. Van bij het begin werd er ook vanuit gegaan dat de cursus interactief van opzet moest zijn. In een cursus voor gevorderden
hoeft de slimste niet nood-
zakelijk vooraan te staan; je
kan ook veel van mekaar
leren! Daarom werden ook
discussiemomenten en ruim-
te voor het uitwisselen van
ervaringen ingebouwd.
Op 27 november 2002 ging
onze eerste 3-daagse cursus
van start met een volzet
deelnemersaantal. De cursis-
ten kwamen uit alle Vlaamse
windstreken en uit alle gele-
dingen van de palliatieve
zorg: palliatieve eenheid,
RVT, hospice, netwerken,
thuisverpleging en ook 1
vrijwilliger (Proficiat ‘Witte
Merel’ Ann !).
Na een voorstelling van de
deelnemers mocht Dr. Johan
Menten (UZ Leuven) de spitst afbijten met 2 onderwerpen: Palliatieve sedatie en Praktische research in de palliatieve zorg. Dr. Menten staat bekend als een uiterst boeiend en geëngageerd spreker en van de cursisten had
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
hij gerust nog een uurtje langer kunnen doorgaan. Rudy Verbinnen (socioloog, VUB) bracht in de namiddag de
26
Basisprincipes van verpleegkundige research in de palliatieve zorg. Palliatieve zorg is nog een vrij jonge discipline binnen de geneeskunde en er is nog veel nood aan research, ook door verpleegkundigen. Mieke De Pril (PST, UZ Leuven) maakte ons duidelijk dat Painassessment de hoeksteen vormt van elke pijncontrole in de palliatieve zorg. Uit een rondvraag bij de cursisten bleek hoe weinig painassessment in de praktijk wordt toegepast. Er is dus nog werk aan de winkel !
Na het avondeten (een pluim voor de voortreffelijke keuken van Alden Biesen!) kwam de groep opnieuw samen in Het Gasthuis om bij een drankje van gedachten te wisselen. De voormiddag van de 2de dag was helemaal gewijd aan omgaan met waarheid. Dr. Marc Desmedt (Virga Jesse, Hasselt) bracht de therapeutische hardnekkigheid van de arts, gevolgd door Prof.dr. Bart Van den Eynden (Universiteit Antwerpen) met de therapeutische hardnekkigheid van de familie. Beide sprekers brachten deze onderwerpen uit eigen ervaring want in de literatuur blijkt hierover weinig te vinden. Dit onderstreept nogmaals het belang van research in de palliatieve zorg. Er werd ruime tijd voorzien voor vraagstelling en discussie. Communicatie tussen hulpverleners is een belangrijk thema binnen de palliatieve zorg. Daarom werd hiervoor een ganse namiddag uitgetrokken. Brigitte Beckers (psychotherapeute) bracht dit met haar typische, onnavolgbare stijl. Met een eenvoudig testje kwamen we te weten welke hersenhelft ons leven stuurt en leerden we ‘wortel schie-ten’ in de grond ! Uit de evaluaties van de cursisten
Prof.dr. Bart Van den Eynde (links) en Dr. Marc Desmedt (rechts)
bleek iedereen unaniem positief over de communicatie-training van Brigitte. De dag werd afgerond met een discussie- en evaluatie-moment. Nou ja, de afronding gebeurde eigenlijk veel later op de avond in de tavern van Alden Biesen ! De derde en laatste cursusdag stond in het teken van de complementaire therapieën. Nele Debbaut (Coda, Wuustwezel) vertelde ons over basis waarop een aantal complementaire therapieën gesteund zijn. Ook hier bleek de tijd te kort want Nele had nog wel uren kunnen doorgaan, mét een geboeid publiek. Humor in de palliatieve zorg is zeker geen vanzelfsprekend Brigitte Beckers
onderwerp. Christa Truyen leerde ons de ondraaglijke lichtheid van humor en deed iedereen schuddebuiken van
het lachen. Aromatherapie is wellicht de meest gebruikte aanvullende therapie in de palliatieve zorg. Veerle Waterschoot liet ons genieten van allerlei geuren en verklaarde het gebruik ervan. De cursus werd afgesloten met een getuigenis van een familielid. Carine verloor 6 jaar geleden haar echtgenoot. Haar verhaal zorgde voor Aan de cursisten werd gevraagd de cursus te evalueren. Hieruit bleek dat iedereen vrij enthousiast was over de cursus. Sommige onderwerpen vroegen om meer uitdieping en discussie. Daar zullen we volgend jaar zeker rekening mee houden. U hoort nog van ons !
Jos Swinkels, Coördinator Werkgroep Alden Biesen
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
heel wat verbijstering en emoties. Een leerrijk verhaal dat heel wat stof tot nadenken gaf. Een waardige afsluiter!
27
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame janssen-cilag
28
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Braun
29
WERKGROEP
Website
WWW.VVRO.BE - een stand van zaken
11/12/2002
In 1999 zijn de ideeën rond de website ontstaan. In 2000 zijn we effectief van start gegaan, en op het symposium in november 2000 is de eerste versie van de website aan de leden voorgesteld. Daar de website een dynamisch gebeuren dient te zijn, hebben we in 2001 reeds een aantal aanpassingen en verbeteringen voorgesteld. Deze werden uitvoerig besproken met de mensen van Janssens-Cilag, die tegelijk onze sponsors voor de website zijn als de ontwikkelaars. Begin 2002 is men begonnen met het uitwerken van de gevraagde
e
aanpassingen, en dit op basis van een vijftien bladzijden tellende tekst, waarin alle mogelijke details opgenomen waren, opdat de programmeurs aan de slag konden gaan. In mei 2002 hebben de mensen van Janssens-Cilag ons een demo gegeven van de aanpassingen op de website.
vr o. b
We hebben toen afgesproken dat we de aanpassingen zouden bekijken, en voor eind juni onze bedenkingen overmaken. Men zou bij Janssens-Cilag de nodige aanpassingen doen, opdat we tegen het symposium in november de aangepaste website zouden kunnen voorstellen. Maar daar is het een beetje fout gegaan. We hebben het testen van de voorgestelde wijzigingen onderschat, zowel qua tijd als qua moeilijkheidsgraad. En toen werd het zomer, … en de voorstellen bleven liggen.
Onlangs zijn we terug bij elkaar gekomen met de webmasters.
We hebben een evaluatie gehouden van de huidige werkwijze, voorstellen en afspraken gemaakt hoe we het verder zullen aanpakken. In het licht van enkele nieuwe items op de website is er een kleine herschikking gekomen van de taken van de verschillende webmasters. Samengevat komt het hierop neer: genomen.
w .v
• Enkele van de aanpassingen willen we snel online krijgen. Hiervoor worden binnenkort de nodige initiatieven • Het gedeelte ‘afgesloten ledensegment’ kan nog niet in gebruik worden genomen, daar dit een aantal consequenties heeft, oa naar het secretariaat van de VVRO. Hierover is verder overleg met het bestuur noodzakelijk.
• We zullen op de werkgroepen promotie gaan maken voor de website: de website zou een vast agendapunt op elke vergadering moeten worden. Beschikbare informatie zou zo snel mogelijk moeten doorgegeven
w
worden, opdat de website zo actueel mogelijk kan gehouden worden. Een contactpersoon per werkgroep voor de website is dan ook zinvol. We zullen ook aan de verschillende werkgroepen foto’s vragen om de website te verfraaien.
• We vragen het bestuur om de informatie die gebruikt wordt voor het tijdschrift, direct ook te bezorgen aan de
w
content-master, om deze gegevens snel op de website te plaatsen.
Daar we de communicatie met de leden van de VVRO belangrijk vinden, is er onlangs een mogelijkheid gecreëerd om rechtstreeks contact op te nemen met de webmasters, en dit via ‘contact webmaster’.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Elke reactie is welkom. Met suggesties, klachten, ideeën kunnen wij aan de slag.
30
Zo zie je maar: we trachten met z’n allen de website uit te bouwen en te onderhouden, met juiste en actuele informatie, en dit ten dienste van de oncologieverpleegkundigen. We kijken uit naar jullie suggesties.
Voor de werkgroep website, Mark Vos.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame BMS
31
Prijzen 19e JAARCONGRES V.V.R.O. 16 november 2002, UZ GASTHUISBERG LEUVEN De VVRO heeft naar jaarlijkse gewoonte ook nu weer een aantal prijzen uitgeloofd tijdens haar jaarcongres. Dankzij de financiële steun van een aantal firma’s werden 5 verschillende awards gegeven. - Bard Travel Award, waarde 1000 Euro - Pharmacia Oncologieprijs, waarde 620 Euro - Amgen Poster Award, waarde 248 Euro - Glaxo Smithkline Poster Award, waarde 248 Euro - VVRO Oncologie Award, waarde 248 Euro Voor elke prijs ontving de jury een beperkt aantal werken van zeer hoge kwaliteit. De artikels en eindwerken werden vooraf gelezen en geevalueerd. De posters daarentegen werden tijdens het congres zelf geëvalueerd en beproken. BARD AWARD: Opdracht voor deze belangrijke prijs is het schrijven van een artikel over de psychologische impact van een poort of katheter bij een kankerpatiënt. Deze opdracht lijkt bijzonder moeilijk geweest te zijn want uiteindelijk werden slechts twee werken binnengestuurd. 1. Een poortcatheter binnen oncologie en hematologie anders bekeken: hoe ervaren patiënten hun poortcatheter?
Lieve Goossens, Marc Vrebos, UZ Gasthuisberg Leuven. 2. Hoe ervaart een oncologische patiënt mentaal het gebruik van een infuuspoort of catheter:
Fatima Afennas, Vanessa Vercauteren, AZ VUB, Jette. PHARMACIA PRIJS: Opdracht voor deze prijs is het schrijven van een artikel over een verpleegkundig oncologisch onderwerp. De vereniging ontving hiervoor vier inzendingen: 1. Veilig omgaan met cystostatica op een hospitalisatieafdeling
Luc Van Assche, Ann Van Mechelen, ACZA Campus Stuivenberg, Antwerpen 2. Entero-cutane fistels na oncologische heelkunde
Frans Meuleneire, AZ St Elisabeth, Zottegem 3. De prijs van het genezen
Els Bogaerts, AZ VUB Jette ONCOLOGISCH ONCOLOGISCHTIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
4. De psychologische begeleiding van de vrouw met
32
borstcarcinoom en haar onmiddellijke omgeving
Carine Cattellion, OL VR. Middelares, Deurne
VVRO ONCOLOGIE AWARD: De vereniging wil met deze onderscheiding het beste eindwerk van de verschillende posthogeschool opleidingen Oncologie en Radiotherapie belonen. De deelname is totaal vrij wat betekent dat de student zelf beslist of zijn eindwerk kan deelnemen. Slechts vier studenten hebben de uitdaging aangenomen. 1. De informatiedoorstroming binnen het dagziekenhuis oncologie in evolutie
Marie-Rose Herpoelaert, Artevelde Hogeschool, Campus sint Lieven Gent 2. Totaalzorg rond voedingsstoornissen bij chemotherapiepatiënten op ons dagziekenhuis.
Rita Vercauteren, Artevelde Hogeschool, Campus sint Lieven Gent 3. Psychologische hulpverlening aan de kankerpatiënt: een helende meerwaarde
Sabine Mulier, Artevelde Hogeschool, Campus sint Lieven Gent 4. Psychosociale ondersteuning van een patiënt behandeld met cystostatica.
Gwennie Verbeeck, KHLeuven, Departement Verpleegkunde en Vroedkunde. AMGEN POSTER AWARD: Deze prijs onderscheidt de beste poster over een hematologisch verpleegkundig onderwerp. GLAXO SMITHKLINE POSTER AWARD: Een onderscheiding voor de beste poster over een algemeen oncologisch onderwerp. Een jury van 5 leden uit verschillende regios van Vlaanderen heeft alle werken gelezen en ook alle posters bezocht en heeft de prijzen unaniem toegekend aan volgende verpleegkundigen: • BARD AWARD Een poortcatheter binnen oncologie en hematologie anders bekeken: hoe ervaren patienten hun poortcatheter?
Lieve Goossens, Marc Vrebos, UZ Gasthuisberg Leuven. • PHARMACIA ONCOLOGIEPRIJS Entero-cutane fistels na oncologische heelkunde
Frans Meuleneire, AZ St Elisabeth, Zottegem • VVRO AWARD Totaalzorg rond voedingsstoornissen bij chemotherapiepatienten op ons dagziekenhuis.
Rita Vercauteren, Artevelde Hogeschool, Campus sint Lieven Gent • AMGEN POSTER AWARD Veilig omgaan met cystostatica op een hospitalisatieafdeling
• GLAXO SMITHKLINE POSTER AWARD Nieuwe standaardhouding voor rectumbestralingen in buikligging
Personeel Radiotherapie, Virga Jesse ziekenhuis, Hasselt
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Luc Van Assche, Ann Van Mechelen, ACZA Campus Stuivenberg, Antwerpen
33
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Amgen
34
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
Reklame Aventis
35
FYTOTHERAPIE De toepassing van kruiden in de verpleegkundige zorg Inleiding
D
De toepassing van kruiden-
Verpleegkundigen zijn geïnteresseerd in kruiden
middelen, ofwel fytothera-
Verpleegkundigen zijn geïnteresseerd om kruiden te gebruiken
peutica, in de verpleegkundige
als onderdeel van hun zorg (Noorden 1993, Passant 1990). Het
zorg biedt de verpleegkundige een mo-
gebruik van kruidenmiddelen heeft dan ook van begin af aan een
gelijkheid om met natuurlijke middelen
onderdeel gevormd van de opleiding tot complementaire
het verpleegkundig handelen uit te brei-
zorg verpleegkundige en sinds enkele jaren wordt er door
den en de gezondheid van de patiënt
diverse verpleegkundigen ervaring opgedaan met het gebruik
te bevorderen. en (verpleeg)problemen
van een aantal, bij voorkeur wetenschappelijk onderbouwde,
te voorkomen. Zo is voor een bepaalde
fytotherapeutica bij diverse verpleegproblemen. Zo wordt
groep patiënten met lichte inslaap
bijvoorbeeld goudsbloemzalf (Calendula officinalis) gebruikt in
problemen een rustgevende avondthee
de huid- en wondverzorging, pepermunthee(Mentha pipertitha)
nét voldoende om goed in slaap te
bij misselijkheid en diverse rustgevende kruiden zoals melisse
kunnen vallen, terwijl ze anders misschien
(Melissa officinalis), passiflora (Passiflora incarnata) en valeriaan
aangewezen waren op slaapmedicatie.
(Valeriana officinalis) bij spanning, onrust en een verstoord
Of in een andere geval kan bij patiënten
slaappatroon. De resultaten van dit kruidengebruik als verpleeg-
die een chemokuur ondergaan, het
kundige interventie stemmen hoopvol en verpleegkundig onder-
spoelen met een kruiden-mond-spoel-
zoek zou het “evidence based” karakter van deze interventies
drank bestaande uit kamillebloemen
kunnen versterken.
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
(Chamomilla recutita), salieblad (Salvia
36
officinalis) en tijmkruid (Thymus vulgaris),
Patiënten zijn geïnteresseerd in kruiden
een mondslijmvlies worden voorkomen,
Niet alleen de verpleegkundige maar ook de patiënt is
of binnen de perken worden gehouden.
geïnteresseerd in kruiden en hij heeft als consument zijn weg
Er zijn diverse redenen te noemen waar-
naar de plantaardige middelen al gevonden (in1997 werd
door fytotherapeutica een goede kans
in Europa voor 5 tot 6 biljoen dollar aan fytotherapeutica
maken om met succes toegepast te
verkocht (OTC) met als doel de gezondheid te verbeteren of
worden in het verpleegkundig handelen,
kleine klachten te verhelpen of te voorkomen.) Of de krui-
als onderdeel van complementaire zorg.
den-zelfzorggebruiker het goede plantaardige middel voor zijn
Hierna volgt een korte bespreking van
zelfzorgklacht daadwerkelijk weet te vinden en kruiden op
enkele van deze redenen.
een veilige manier gebruikt hangt in sterke mate af van de
FYTHOTHERAPIE,
DE TOEPASSING VAN KRUIDEN IN DE VERPLEEGKUNDIGE ZORG
kwaliteit van het advies van de assistent in apotheek,
de werking van plantaardige middelen. Daardoor komt
drogist, of reformhuis. Ook voor de verpleegkundige
er steeds meer bewijs beschikbaar over de werking
die plantaardige middelen integreert in de zorg ligt hier
van veelal traditioneel gebruikte kruidenmiddelen.
een rol weggelegd. Het geven van voorlichting over
Een Europese vereniging op het gebied van de
een veilig en adequaat gebruik van kruidenmiddelen
fytotherapie, de European Scientific Coöporative on
in de zelfzorg kan een onderdeel vormen van de
fytotherapy (ESCOP) zet het beschikbare weten-
complementaire zorg taak. Voor de behandeling
schappelijk onderzoek op een rijtje en na een kriti-
van serieuze gezondheidsproblemen en ziekten
sche beoordeling van dat onderzoek wordt een
(in tegenstelling tot zelfzorgproblemen) met fyto-
plantenbeschrijving gemaakt, op basis van weten-
therapeutica zou de consument, en dus ook de pa-
schappelijke gegevens. In deze zogenaamde planten-
tiënt, zich moeten wenden tot een professionele
of ESCOP-monografieën, staan allerlei benodigde
fytotherapeut of -arts (zie hieronder). Ook hierbij kan
gegevens voor geneeskrachtig gebruik genoemd
de verpleegkundige de patiënt op weg helpen, b.v.
(indicties, contra-indicaties, mogelijke interacties, dose-
door informatie te geven over beroepsverenigingen
ring, wijze van gebruik enz.). Inmiddels zijn er meer
en professionele behandelaars, zodat de patiënt een
dan 60-ESCOP-monografieën beschikbaar.
voor hem geschikte therapeut of arts weet te vinden. Voorbeelden van kruiden waarover planten-ESCOPEr is wetenschappelijk onderzoek naar kruidenpreparaten
monografieën bestaan en die voor de verpleging en
Een andere reden waarom fytotherapeutica een goede
Goudsbloem (Calendula officinalis) in de huid- en
kans maken in de zorg is dat er sinds enkele tientallen
wondverzorging;
jaren wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt naar
Valkruid (Arnica-montana) in de huid- en wondver-
verzorging van waarde kunnen zijn:
De moderne benaming van kruidengeneeskunde is fytotherapie (fyto = plant) Definitie Fytotherapie Fytotherapie is de professionele toepassing van fytotherapeutica met als doel de gezondheid te behouden of te bevorderen. Definitie Fytotherapeutica Fytotherapeutica of plantaardige middelen zijn geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten, of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten in ruwe of bewerkte staat. Addendum: - Bij plantenmaterialen zijn inbegrepen sappen, gomsoorten, vette oliën en enig andere stof van deze aard. - Aan fytotherapeutica kunnen hulpstoffen bevatten als toevoeging aan de actieve bestanddelen. Digoxine (uit Vingerhoedskruid), niet atropine (uit Wolfskers) - Niet tot fytotherapeutica behoren: bereidingen van geneeskrachtige planten waaraan chemische stoffen zijn toegevoegd. (Definitie van de Nederlands Vereniging van Fytotherapie)
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
- Niet tot fytotherapeutica behoren: chemisch gedefinieerde, geïsoleerde bestanddelen afgeleid uit planten b.v. niet
37 37
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
A R T I K E L S
38 38
FYTHOTHERAPIE,
DE TOEPASSING VAN KRUIDEN IN DE VERPLEEGKUNDIGE ZORG
zal zijn dat de verpleegkundige de zieke met zijn
Een ander voorbeeld is het gebruik van goudsbloemzalf
ziekte niet behandelt, want dat doet de arts of therpeut
bij klachten van toxiciteit van de huid bij patiënten die
die daartoe is bevoegd en opgeleid. De verpleeg-
een chemokuur ondergingen. De klachten van pijn,
kundige verantwoordelijkheid ligt echter op een
roodheid, schilfering en dunner worden van de huid
aanliggend vlak. Uitgaande van het verpleegkundig
(met name van handen en voeten) konden worden
beroepsprofiel liggen de verantwoordelijkheden van de
voorkomen en/of worden beperkt door de huid
verpleegkundige op het gebied van “het bevorderen
preventief met goudsbloemzalf in te smeren. Ook in
van gezondheid; het voorkomen van ziekte en het
de preventie en behandeling van decubites (graad1
herstellen van gezondheid”. Uit deze verantwoor-
en 2) en de fraaie heling van littekenweefsel is er met
delijkheden vloeien de verpleegproblemen/ cq
goudsbloemzalf verpleegkundige ervaring opgedaan.
verpleegkundige diagnoses voort waarop de verpleeg-
In deze voorbeelden werden fytotherapeutica, uit-
kundige zich richt door middel van verpleegkundige
wendig, in de vorm van zalf gebruikt.
interventies. En daar kunnen kruidenpreparaten een
Maar ook kunnen kruiden verwerkt zijn in een olie
aanvulling op vormen. Gebruiken verpleegkundigen
of lotion of kan een kruidenaftreksel, koud of warm,
kruidenpreparaten in de zorg dan zullen beschreven
gebruikt worden in de vorm van een compres of
werkingen, indicaties en eigenschappen van bij,
omslag. Daarnaast zijn er diverse mogelijkheden om
voorkeur onderzochte, planten (b.v. beschreven in de
kruidenmiddelen inwendig te gebruiken, b.v. in de
ESCOP-mongrafieën) vertaald moeten worden naar
vorm van een kruidenthee, tinctuur, tabletten of caps-
de verpleegkundige toepassing. De vraag is, kortom:
ules. Het zal duidelijk zijn dat verpleegkundigen die
welke kruiden(preparaten) zijn als interventie effectief
fytotherapeutica inzetten als interventie,
bij welke verpleegproblemen en/of verpleegkundige
voldoende kennis en vaardigheden moeten bezitten
diagnoses?
op het gebied van de gebruikte middelen en wijze
Bijvoorbeeld: goudsbloem (Calendula officinalis) wordt
van gebruik. Beredeneerd vanuit de WET BIG dienen
in de literatuur uitgebreid beschreven en volgens
zij “bevoegd en bekwaam” te zijn op dat gebied.
“ontstekingen van huid en slijmvliezen en werkt het
Misverstand
wondhelend”. De huid- en wondverzorging behoort tot
Een wijd verbreid misverstand is dat fytotherapie en
de verpleegkundige verantwoordelijkheid en er kun-
homeopathie hetzelfde is.
nen talloze verpleegproblemen en verpleegkundige
Homeopatische middelen kúnnen inderdaad van plan-
diagnoses uit voortvloeien.
ten zijn gemaakt maar dat hoeft zeker niet. Ook
Uit verpleegkundige ervaring blijkt dat goudsbloemzalf
mineralen, dieren of weefsels van mens of dier
in uiteenlopende situatie op het gebied van huid- en
kunnen als grondstof dienen voor homeopathische
wondverzorging van waarde kan zijn.
middelen. Daarbij worden homeopatische middelen op
Een onderzoek naar het effect van goudsbloemzalf (de
een zeer speciale vervaardigd. De middelen worden
zalf bevatte ook nog andere kruiden) bij lymfoedeem
hierbij verdund en geschud, wat potentiëren heet.
samengaand met pijnklachten t.g.v. borstamputatie,
Zo wordt bijvoorbeeld het homeopathische middel
maakte duidelijk dat het gebruik van goudsbloemzalf
Arnica D6 (een lage potentie van valkruid) verkregen,
het oedeem niet verminderde maar wel de pijnklachten
of van Aconitum C 200 (een hoge potentie van de
verbeterde (Casley-Smith JR. The effect of Unguentum
monnikskap). Beiden hebben als grondstof een plant
lymfaticu,M on acute experimental lymfedema ander
(monnikskap is giftig in onverdunde vorm!) maar
other high protein edemas. Lymfology 1983; 16:
behoren toch tot de homeopathische middelen en
150-6)
niet tot de fytotherapeutica.
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
de ESCOP-monografie kan het gebruikt worden bij
39 39
A R T I K E L S
Kruiden als traditioneel geneesmiddel: weer terug van weggeweest
en synthetisch nagemaakte, plantaardige grondstoffen.
De grote belangstelling voor plantaardige middelen
taxus. Dit zijn geen fytotherapeutica maar gewone
bestaat nog maar sinds een jaar of twintig. In feite zijn
synthetische medicijnen (zie definitie). Opvallend is
kruiden weer herontdekt en gewoon weer terug van
dat Salixschors (schors van wilgensoorten), waar
weggeweest. Tot de helft van de 19 eeuw bestond
de Aspirine van afkomstig is, op dit moment
het grootste gedeelte van de geneesmiddelen uit
als fytotherapeuticum een revival ondergaat! Aan
plantaardige middelen. Toen de ontwikkeling van de
veel gebruikelijke NSAID-pijnstillers kleven vervelende
scheikunde leidde tot de eerste chemische genees-
bijwerkingen en uit onderzoek blijkt dat een fytothera-
middelen, met als hoogtepunt het anti-bioticum in
peutisch preparaat van Salix (waarin dus zeer veel
1921verloren kruiden snel hun belangrijke positie.
werkzame stoffen i.p.v. alleen het acethyl-salicylzuur
Sindsdien zijn er vele waardevolle synthetische medi-
uit de asperine) een vergelijkbare pijnstillende werking
cijnen ontwikkeld die niet meer zijn weg te denken
heeft bij gewrichtsklachten zónder de vervelende bij-
uit onze samenleving. Wel worden er nog steeds
werkingen! (Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie,
syntherische medicijnen vervaardigd uit geïsoleerde,
zomer 2001).
Bijvoorbeeld digoxine uit Digitalis of taxol uit de
Werkingsprincipe fytotherapeutica Telkens weer blijkt uit onderzoek dat de geneeskrachtige werking van planten niet te reduceren blijkt tot één of twee stoffen. Vaak zijn er wel enkele cruciale stoffen aan te wijzen een centrale rol spelen maar het blijkt dat andere in de planten aanwezige stoffen nodig zijn voor het optimale effect. Juist omdat er in een geneeskrachtige plant vele honderden stoffen zitten die op een of andere manier samenwerken bij het gezondheidseffect verklaart waarom bepaalde planten voor zoveel doeleinden zijn te gebruiken. Kort samengevat: een combinatie van diverse werkzame inhoudsstoffen bepaalt de werking van geneeskrachtige planten. Naast diverse werkzame inhoudstoffen zijn er ook nog andere (hulp)stoffen van invloed op het effect. Als kruidenpreparaten vergeleken worden met synthetische medicijnen dan is een groot voordeel dat ze veel minder bijwerkingen hebben. Daar staat tegenover dat fytotherapeutica over het algemeen milder, en soms dus minder snel werken. Bijvoorbeeld: Echte Kamille (Chamomilla recutita ofwel Matricaria chamomilla). Belangrijke werkzame stoffen: chamazulene, bisabolol (bestanddelen aromatische olie). Daarnaast: flavonoïden, cumarinen, bitterstoffen Werkingen: - Ontstekingsremmend op huid en slijmvliezen - Anti-allergeen - Ontkrampend, b.v. op de spijsvertering - Rustgevend op de geest Werkt op de huid, slijmvliezen, spijsvertering, zenuwstelsel. Toepassing: B.v. Kamillethee: als (bestandeel van) een rustgevende slaapbevorderende thee, B.v. Als (bestanddeel van) thee bij
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
een (lichte) irritatie van maag- en darmslijmvliezen of bij maag- en darmkrampen (in combinatie met pepermunt
40 40
Mentha piperitha) B.v. Als (bestanddeel van) zalf voor een ontstekingsremmende en koelende verzorging voor de huid, b.v. bij een overgevoeligheidsreactie van de huid
Bron: Fetrow ‘99; Newall ‘96; Hellemont ‘88
FYTHOTHERAPIE,
DE TOEPASSING VAN KRUIDEN IN DE VERPLEEGKUNDIGE ZORG
Over een tijd geeft de verpleegkundige een patiënt met
AROMALOGIE OF ESSENTIELE OLIE
pijnlijke gewrichten weer een compres met aftreksel van Salixschors, iets wat menig overgrootmoeder ook
HISTORIE VAN DE AROMA’S
al deed!
Aromatische planten worden al vanaf het begin van
Op het gebied van phytotherapie • J. Hellemont; Fytotherapeutisch compendium; uitg. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/ Zaventem 1988 • Charles W. Fetrow/ Juan R. Avila; Professional’s handbook of complementary & alternative medicines, uitg. Springhouse/ Pennsylvania 1999 • Carol E. Newall e.a.; Herbal medicines, a herbal guide for health care professionals; 1996 • Plantenmonografieën van de European Scientific Coöporative on fytotherapy (ESCOP); Exeter/ Devon; United Kingdom • Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie; 14e jaargang, nr.1, apr 2001; “Kruidenbesluit Warenwet” • Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie; 14e jaargang, nr.2, zomer 2001, L.K. de Munck-Khoe; “Wilgenbast (Salicis cortex), een comback als veilige pijnstiller?” • Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie; 14 jaargang, nr. 4, december 2001, H.J. Woerdenbag en J.H. van Meer; “Fytohterapeutica voor dermatologische toepassing; Een kort overzicht van traditionele huidmiddelen”
de geschiedenis gebruikt. In het ene boek wordt geschreven over de neolithische periode, 6000 tot 8000 jaar geleden, waar de mens ontdekte dat je uit de plant olie kon persen, de Neandertaler wordt genoemd, een ander noemt de Soemeriers die 4000 jaar geleden gebruik maakten van cipres en mirre. Er werd in de negentiende eeuw een papyrusrol ontdekt met een lijst van meer dan 850 oude Egyptische botanische remedies die dateerde van 1500 v Christus. In de oude Egyptsiche graven werden vazen en potten gevonden van albast en onyx waar verschillende aroma’s in gevonden werden zoals wierook en mirre, die zelfs na 2000 jaar nog geurden. De overledenen werden gebalsemd met cederhout. De Egyptenaren gebruikten de aroma’s verder als parfum en in de openbare baden, cederolie werd ook gebruikt op de papyrusbladen tegen insekten. De Joodse vrouwen droegen tijdens de uittocht uit Egypte een linnen zakje met mirre bij zich als deodorant omdat zij zich in de woestijn niet altijd konden baden. Waarschijnlijk kende de Chinezen het gebruik van aromatica al eerder dan de Egyptenaren en de Romeinen, in de klassiek Indiase teksten over kruiden, de Ayurveda, werd al geschreven in het laatste Egyptische tijdperk.
Op het gebied van verpleegkunde & complementaire zorg
Een aantal Engelse manuscripten uit de veertiende en
• Handleiding verpleegkundige diagnostiek 1997-1998;
hoe ze te maken. In de middeleeuwen toen de pest
M. Gordon; uitg. Elsevier/ de Tijdstroom
vijftiende eeuw verwijst naar kruidenolie en instructies heerste werd wierook, dennehout en bezoe als gif
• Noorden, A.P.; “Complementary Therapies and
tegen de ziekte gebruikt. Het Herbal van Joseph Miller,
Nursing care in the Netherlands”, Universaty of
geschreven in 1722 verwijst naar een aantal vluchtige
Wales, United Kingdom; 1993
oliën.
• Nursing Times; jan 24, vol. 86, no 4. 1990; Helen Passant; “A Holistic approach in the Ward” • Cursusmateriaal Leergang Complementaire Zorg/ Hogeschool Holland
De Materia Medica van William Whitla bevat 22 etherische olien en stamt uit 1882. Gattefosse publiceerde in 1938 een artikel waarin hij melding maakt van een zekere Godissart die een aromakliniek had opgericht (zover zijn we nu in
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
Literatuur
41 41
A R T I K E L S
Nederland nog niet eens) waar goede resultaten bereikt
en gebruiken een slijmvormend dieet. Als je rookt
werden.o.a. wondgenezing, zweren, brandwonden,
heb je zelfs minder dan een idee van geur. Alleen
spinnen en slangengif.
door te vasten kun je de volheid van je zintuigen, in
Jean Valnet ervaarde dat aroma’s een therapie was
het bijzonder van de reukzin, weer ontdekken. Dan
met een geweldige kracht. Hij schreeef een boek
kun je de diepte, de schoonheid en de verfijndheid
over Aromatherapie dat in 1964 verscheen. Hierop
van de geur weer waarderen. De reukzin maakt het
hebben vele bekende onderzoekers verder gewerkt
grootste deel uit van wat we als onze smaakzin
en de aromatherapie op het niveau waar we nu mee
beschouwen. Als je verkouden bent en je neus is
kunnen werken gebracht.
verstopt is de waarneming van de geur belemmert. Slechte geuren worden vaak geassocieerd met ge-
LICHAMELIJKE EN GEESTELIJKE INVLOED VAN AROMA OP DE MENS De oudste gezondheidsleer is waarschijnlijk de Ayervedische, deze leer gaat niet uit van alleen de genezing van het fysieke lichaam, maar ook van de geest. De holistische visie dus. De afgelopen tien jaar is er veel onderzoek gedaan naar aromatherapie, dank zij veel onderzoeken weten we nu veel meer over de werking van de oliën, hun samenstelling de werking tegen bacteriën en virussen en hun uitwerking op verschillende organen. Een groot aantal oliën werken op het lichaam, tegelijkertijd hebben zij invloed op geest. De Oosterse geneeskunde heeft de theorie van de vijf
brek aan hygiëne, verrotting en ziekte. Juist bij kankerpatiënten vind ik het erg belangrijk om zorgvuldig een bij de patiënt passende geur uit te zoeken. De patiënt vindt veel vies ruiken ivm. chemotherapie, bestralingen en eventuele wonden. Smaak Het gebruik van etherische olie in volwaardige voeding staat nog in de kinderschoenen.Door etherische olie te gebruiken kan men een heel bijzondere en verfijnde smaak krijgen. Zij kunnen verder ondersteunend werken en zijn versterkend en helend. Etherische olie in voedsel heeft een positieve invloed op de gezondheid en het voedsel wordt hierdoor met meer smaak en plezier gegeten.
elementen, n.l.Hout, Vuur, Aarde,Water, Metaal. De
ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
theorie heeft niet alleen betrekking op de geneeskunde
42 42
maar ook op astrologie, de kalender, muziek en
WINNING VAN DE CITRUSVRUCHTEN/BLOEMEN/ KRUIDEN
politiek. De vijf elementen kunnen gezien worden
Koude persing
als manifeste symbolen van natuurlijke krachten die
Bij citrusvruchten worden de aroma’s gewonnen door
samen een geheel vormen, zij zijn de bewegingen
koude persing. De olie bevindt zich voornamelijk in
van de yin- en yangenergie.
de schil. (citroen en mandarijn) Daardoor kan de
Yin en Yang vormen de basis voor het medische aspect,
olie gemakkelijk door persing gewonnen worden. De
de vijf elementen de basis voor de psychologische en
vruchten worden heel dun geschild en deze worden
spirituele dimensies.
uitgeperst. De vloeistof hoeft daarna alleen nog maar
De aromatherapie volgt het principe van de natuur-
gefilterd en afgeschonken te worden. Hierna wordt
geneeskunde, ze wil levenskracht en het zelfhelend
soms nog destillatie toegepast, maar de gedistelleerde
vermogen van de mens opwekken en versterken.
oliën worden vaker voor de levensmiddelenindustrie
Zij hebben een diepe uitwerking op ons psychisch
gebruikt dan voor aromatherapie. De koudgeperste
evenwicht.
olie is veel completer. Extractie of enfleurage (neroli)
GEUR EN SMAAK VAN DE AROMA’S Robert Tisserand schrijft over geuren het volgende : De meesten van ons leven in een sterk vervuild milieu
De extractiemethode wordt toegepast bij zeer fijne bloesems of sommige harsen. Als oplosmiddel kan
FYTHOTHERAPIE,
DE TOEPASSING VAN KRUIDEN IN DE VERPLEEGKUNDIGE ZORG
gebruik gemaakt worden van ethanol, butaan en
• vochtregulerend en rimpelwerend
koolstofdioxide. Het plantenmateriaal wordt met het
• geschikt voor baby's en kleine kinderen met een
gekozen oplosmiddel vermengd en zachtjes verwarmd. Na een tijdje hebben de bloesems hun
droge huid • gezicht voor gezichts- en lichaams-
geur overgedragen, het oplosmiddel wordt hierna
massage,reinigingsmelk voor de normale huid,
verwijderd en zo ontstaat het eindproduct, het zoge-
verzorgende crème bij vette huid, voor massage
naamde abosluut.
en als verzachtende badolie
Destillatie (neroli)
• kan gemengd worden met essences
De meest gebruikte toepassing is waterdampdestillatie.
• mag rond de ogen gebruikt worden
De plantendelen worden in een koperen of stalen ketel en dit neemt de vluchtige plantenbestanddelen op.
TOEPASSINGSMOGELIJKHEDEN VOOR AROMATHERAPIE
Het mengsel begeeft zich dan op weg naar een koel-
1. VERSTUIVEN OF VERDAMPEN : op een geursteen, op
gedaan. Onderin wordt stoom (waterdamp) ingevoerd
toren en komt tenslotte in een decanteervat. Hier wordt de olie van het water gescheiden. Het water wordt dan ook wel hydrolaat genoemd.
het kussen of een zakdoekje 2. MASSEREN MET ETHERISCHE OLIE IN EEN BASISOLIE: dit kan een rustgevende of juist een stimulerende massage zijn, ook een pijnstillende massage is
HET BELANG VAN BASISOLIEN
mogelijk
Basisolie is een vette olie van plantaardige oorsprong
3. ALS KRUIDENTHEE bv. bij keel- maag- darmklachten
en wordt geperst uit noten, kiemen, zaden, vruchten
4. ALS BAD-DOUCHE-HUIDSHAMPOO
of pitten. Zij zijn in tegenstelling tot essentiële olie
5. ALS KRUIDEN IN DE MAALTIJD
niet vluchtig en meestal niet aromatisch. Vooral de
6. ALS ZALF OF CRÈME BIJ HUIDPROBLEMEN
olie die gewonnen wordt uit de eerste, koude en
7. ALS PIJNBESTRIJDING OP EEN RUBBER KRUIK OF
ongezuiverde persing geniet de voorkeur. De olie
HANDDOEK
wordt gebruikt als drager voor de aroma’s en ook als basissubstantie voor zalven, zeep, haarverzorgende
PSYCHISCHE PROBLEMEN: Bloemen: Roos, Neroli,
en badproducten en cosmetica. De basisolie kan aan
Melisse, Bergamot, sinaasappel
het badwater toegevoegd worden om het water te
MAAG/DARMPROBLEMEN: Kruiden/Specerijen: anijs,
verzachten en de huid te versterken, te beschermen
gember, munt, thijm
of te helen. Olijfolie en tarwekiemolie zijn goede
NIEREN/BLAASPROBLEMEN: Specerijen, bomen, kruiden:
basisoliën, maar hebben een doordringende geur.
Bucco, jeneverbes, sassefrasse, Den, Kamille, Munt,
Avocado- en distelolie ruiken neutraal terwijl aardno-
Thijm
ten hazelnootolie een zoete, prikkelende geur hebben,
GAL/LEVERPROBLEMEN: Kruiden/Bomen: Basilicum,
zoals ook de amandel- en druivenpitolie.
Munt, Rozemarijn, Den
Een goede basisolie is Amandelolie.
GEWRICHTSPROBLEMEN: Kruiden/Bomen: Basilicum,
Amandelolie (prunus amygdalus)
Bonenkruid, Cajeput, Jeneverbes
• uit de eerste koude persing
PIJN:
• rijk aan vitaminen A,B,D en E en onverzadigde
Basilicum, Cajeput
• voedzame, verzachtende, verzorgende en gladmakende olie voor de huid • voor de droge, schilferige en gevoelige huid
Lavendel,
Jeneverbes,
LONGPROBLEMEN: Bomen: Eucalyptus, Den, Cipres HUIDPROBLEMEN: Bloemen: Lavendel en Calendula Ravensara
ONCOLOGISCH ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT TIJDSCHRIFT
vetzuren, mineralen, en oligo-elementen
Bloemen/Bomen:
43 43
CONGRESAGENDA INTERNATIONALE CONGRESAGENDA
2003 • First
• CRT 2003, Radiation Therapy VII
International
Congress
of
Paediatric
Washington DC, USA, January 26-27, 2003
Radiation Oncology
Info: CRI, Washington Hospital Center,
Lyon, France, June 18-20, 2003
Tel.: + 1 202 877 8574 • Fax: + 1 202 877 8141
Info: Tel.: +33 4 78 78 28 85
www.crtonline.org
Fax: +33 4 78 26 26 • E-mail:
[email protected]
• MACC3 Radiochemotherapy in head and neck
• International Congress of Radiation Research
cancer: toward a consensus
Brisbane, Australia, August 17-22, 2003
Nice, France, March 7-8, 2003
Info: www.icrr2003.org
Info: Tel.: +33(0)497038597 fax: +33(0)497038598
•
[email protected]
• Third European conference on the economics of Cancer Brussels. Belgium 7-9 september 2003
• De Verpleegkundige gaat transmuraal MECC,Maastricht 27 maart 2003
Info: tel: +32.2.7741602.
info: tel. 043.3877388. fax:043.3877380.
Email:
[email protected]
Email :
[email protected] • 7th Biennial ESTRO Meeting on Physics for • Europian Association for Cancer Education
Clinical Radiotherapy/7th ESTRO Meeting on
Trollhätton.Sweden 4-7 june 2003
Radiation Technology for Clinical Radiotherapy,
info: fax: +46 521 26 42 99.
Geneva, Switzerland, September 13-18, 2003
Email:
[email protected]
Info: ESTRO Office
VACATURE Op zoek naar …… een nieuwe uitdaging? boeiend verpleegkundig werk in je eigen streek? Het Sint Elisabethziekenhuis van Turnhout biedt je kansen Onze dienst oncologie(dagziekenhuis - verpleegafdeling - radiotherapie - palliatieve) is de laatste jaren in een dynamische ontwikkeling met veel toekomstperspectieven. Voor het oncologisch dagziekenhuis zijn wij dringend op zoek naar gemotiveerde gegradueerde verpleegkundigen(voltijds / deeltijds) met een hart voor de oncologische patiënt. Wij stimuleren en ondersteunen deskundigheidsbevordering en professionele groei van elke ONCOLOGISCH TIJDSCHRIFT
medewerker.
44
Ben je geïnteresseerd? • Voor meer info kan je terecht bij Dilen Eddy op het nummer 014/ 40 60 47 • Je kan je schriftelijke kandidatuur versturen naar Geert Debbaut, verpleegkundig directeur, Rubensstraat 166, 2300 Turnhout